Economische
problemen
in ons land
Héè&t luHtfzoe- BOU VY *"4-D00RT ^'-Procédé'//
KRUSCHEN
V R IJ D A G S NOVEMBER 194Ö
H A A R" E E M'S D A 'G B E A D
7
Dr. Fischböck
geeft
beschouwingen
over e enige
actueele
vraagstukken
's GRAVENHAGE, 7 November Het A.N.P.
meldt: Naar aanleiding van zijn lezing op 29
October j.l. over „economische vraagstukken in
het nieuwe Europa", heeft dr. Hans Fischböck,
commissaris-generaal voor financiën en- economi
sche zaken, eenige genoodigden in staat gesteld
van gedachten te wisselen in verband met eenige
vragen, die naar aanleiding van voornoemd on
derwerp vooral iten aanzien van de economische
positie van Nederland, waren gerezen.
Aan de uitvoeringen en interessante beschou
wingen, die deels een gevolg waren van gestelde
vragen, van dr. Fischböck ontleenen wij het vol
gende:
Voor eerst werd de vraag gesteld welke positie
Nederland in de toekomst, als agraar- en land-
bouwstaat zal kunnen innemen respectievelijk zal
kunnen uitbreiden en vergrooten.
Dr. Fischböck is van meening, dat ten aanzien
van den Nederlandsehen landbouw tal van moge
lijkheden in.de naaste toekomst aanwezig zijn. Vele
takken van den Nederlandschen landbouw immers
nemen een vooraanstaande positie in Europa in.
Nederland echter is voor zijn productie voor een
belangrijk deel afhankelijk van den invoer van
Amerikaansche voederproducten. Op dit oogenblik
kan nog niet met zekerheid worden gezegd in
welke mate dit ook straks weer mogelijk zal zijn.
In ieder geval zullen de moeilijkheden die aan den
export naar Duitschland thans nog in den weg
staan, worden opgeheven. Daarbij wees spr. vooral
op het feit dat de prohibitieve invoerrechten be
langrijk zullen worden verminderd of geheel wor
den opgeheven. De prijzen van onze land- en tuin
bouwproducten zullen zich daarbij aanpassen aan
de prijzen in Duitschland. Er zal naar gestreefd
worden om het peil te bereiken waarop de Duit
sche prijzen voor landbouwproducten zich bewegen.
Dit is geen ontwikkeling die zich in korten tijd zal
afspelen, maar een verhouding die een lang tijds
bestek vereischt. In dit verband werd nog gewezen
op het feit dat ten aanzien van deze materie ii
ons land nog tal van organisatorische verbeteringen
kunnen worden bereikt. Maatregelen dienen dan ook
genomen te worden voor een betere organisatie in
bepaalde onderdeelen.
Vervolgens werd de vraag gesteld in welke mate
een aanpassing kan worden verkregen aan de prij
zen in Duitschland.
De ontwikkeling van het prijsniveau, aldus de mi
nister, zal geschieden in een vorm die geen storm
achtig karakter zal dragen. Als principieele eisch
dient 'n prijsstop gewaarborgd te worden .e vast
stelling der verkoopprijzen der producten zal ge
schieden op basis van den productieprijs. Waar voor
tal van producten in Nederland 'n lagere prijs dan
in Duitschland bestaat zal op den duur 'n aanppas-
sing moeten worden verkregen zoowel ten aan
zien van industrieele- als ook van landbouwpro
ducten. In dit verband werd nog gewezen op de
noodzakelijkheid dat een politiek op langen termijn
ten aanzien hiervan diént te worden gevólgd. Daar
bij moet vermeden worden dat de Nederlandsche
prijzen boven de noteeringen die in Duitschland
heerschen zich bewegen.
Bij de bespreking van dit probleem kwam de
omrekeningskoers ter sprake. Uitvoerig bleef dr.
Fischböck stilstaan bij de positie van de Neder
landsche valuta. Nadrukkelijk wees hij op het feit,
dat een devaluatie in geen geval in aanmerking
komt. Er zal geen „Abwertung" van den Neder
landschen gulden plaats hebben. De koopkracht van
onze valuta zal. zich niet wijzigen.
Vervolgens ontspon zich een interessant debat
over economische vraagstukken. De Nederlandsche
belangen, aldus minister Fischböck, staan ten op
zichte van de Duitsche interessen geheel en al op
een basis van rechtsgelijkheid. In geen geval zal
er sprake zijn van verhandelingen in een sfeer van
dictatorschap'. Dr. Fischböck zegde zijn volledige
steun en medewerking toe bij de handhaving en
de vertegenwoordiging van de Nederlandsche be
langen in Duitschland. Hij maakte gewag van de
binnenkort te houden onderhandelingen tusschen
Nederlandsche en Duitsche industrieelen. Men dient
echter, zoo deelde da-minister mede, bij een zuivere
beoordeeling van deze materie rekening te houden
met den eenigen uitzonderingsfactor n.l. de eischen
en de belangen van de Duitsche oorlogseconomie.
Door een der aanwezigen werd de vraag gesteld
hoe het toekomstige betalingsverkeer zich zal ont
wikkelen en in welke mate dit gecentraliseerd zal
worden.
Dit is- ih de eerste plaats, zoo verklaarde dr.
Fischböck, een zuiver technische kwestie, die na-uw
verband houdt met de overeenstemming der be
langen. Geregeld immers, wordt in de eerste plaats
de beweging van goederen. Daarbij moet men niet
uit liet oog verliezen dat Duitschland nauwkeurig
zal waken tegen een minder juist geacht verstrek-
keri van opdrachten in landen, die daartoe niet in
aanmerking zouden kunnen komen. Zoo zal, om een
voorbeeld te noemen, geen goederenexport van
België naar Noorwegen plaats hebben indien dit
niet in het economisch belang van Duitschland
zou zijn.
Daarna kwam de verhouding tusschen debiteur
en crediteur ter sprake. Minister Fischböck achtte
de oplossing van deze verhouding van niet al te
groote beteekenis, aangezien dit eigenlijk een na
tuurlijke factor is. Ten aanzien van de ver
houdingen tusschen Nederland en Duitschland mag
men aannemen, dat een interne vereffening zal
plaats vinden.
De toekomstige verhoudingen van Nederland ten
aanzien van andere landen en continenten zijn op
dit oogenblik nog niet te definieeren en vragen
hiermede verband houdende, niet te beantwoor
den. Het staat vast dat Nederland crediteur is
vooral in de Vereenigde Staten en Nederlandsch
Indië. Voor Duitschland is het van het allergroot
ste belang dat de Nederlandsche saldi in deze landen
intact blijven. Men zal echter na den oorlog moeten
zien, wat met deze investeeringen kan geschie
den.
Volgens minister Fischböck bedi-oeg het Neder
landsch tegoed geïnvesteerd in Amerika anderhalf
milliard gulden. In Nederlandsch Indië vier mil
liard gulden en in Duitschland anderhalf milliard
gulden. Dit laatste bedrag, aldus de minister, is in
ieder geval volkomen intact en kan voor de volle
nominale waarde worden opgenomen.
Wat de productiemogelijkheid in Nederland aan
gaat, zoo zal dit geheel en al op een basis van
rechtsgelijkheid geschieden. De nieuwe productie
bronnen die in den laatsten tijd waren aangeboord
en in werking waren gebracht, zullen niet worden
gesloten. Als voorbeeld hiervoor noemde dr. Fisch
böck de winning van ijzererts in midden-Duitsch-
land, waar vrij arme ertsen worden gewonnen. De
investeeringen zooals in fabrieken e.d. zal niet wor
den vernietigd door een plotselinge sluiting na den
oorlog. Opheffing zal pas dan geschieden als een
volkomen amortisatie van het vastgelegde kapi
taal heeft plaats gehad.
Vervolgens werd het, voor Nederland zoo be
langrijke probleem ter sprake gebracht ten aan-
zien van de verhoudingen in onze nationale scheep
vaart.
Een basis waarop kan worden onderhandeld is
op.dit oogenblik, zoo zette de minister uiteen, niet
gegeven. Dit kan pas na de beëindiging van den
oorlog plaats hebben. Immmers zijn de gevolgen
vooral voor de Nederlandsche schepen in dit stadium
van den oorlog niet te overzien. De verliezen im
mers ten gevolge van de vijandelijkheden, zijn niet
bekend.
Binnen het kader van problemen die de Neder
landsche scheepvaart op dit oogenblik bezig houden,
werd de positie van onze nationale binnenscheep
vaart besproken. Minister Fischböck wees op het
feit, dat voor de naaste toekomst tal van gun
stige mogelijkheden aanwezig zijn, zulks te meer
waar Nederland in dit opzicht als voorbeeld kan
gelden. Hoe langer hoe meer wordt het ideaal van
een Rijn-Main-Donau kanaal in de praktijk ver
wezenlijkt. In dit verband memoreerde de minister,
den bouw van Donauschepen in Nederland die over
land werden vervoerd. Indien tal van thans nog be
staande technische moeilijkheden uit den weg zul
len zijn geruimd, dan is een verbinding van den
Rijn naar de Zwarte Zee, mogelijk.
In hoeverre Nederland na de beëindiging van den
huidigen oorlog, haar oude positie op de 'wereld
zeeën, weer kan innemen, is op dit oogenblik moei
lijk aan te geven. Met nadruk wees dr. Fischböck
evenwel op de groote wenschelijkheid dat Neder
land aan de wereldscheepvaart blijft deelnemen,
zulks te meer waar tal van technische eischen door
ons land worden vervuld.
In dit verband kwam de vraag ter sprake, in hoe
verre de Nederlandsche reeders reeds nu opdrach
ten voor den bouw van nieuwe schepen kunnen
plaatsen. Deze vraag is, aldus de minister, 'niet ge
makkelijk te beantwoorden. Vast staat echter dat
binnen korten tijd in Nederland alle werven zullen
zijn bezet, waarmede een belangrijke bijdrage in
de werkverschaffing in Nederland wordt geleverd.
Men mag echter ten aanzien van dit probleem het
feit niet uit het oog verliezen, dat de levering van
grondstoffen uit Duitschland geheel en al afhanke
lijk is van de behoeften en eischen der Duitsche
marine. Slechts zulke grondstoffen kunnen in afzon
derlijke gevallen beschikbaar worden gesteld, die
voor de Duitsche oorlogsvoering, van belang zijn.
Nederlandsche opdrachten voor den nieuwbouw
moeten derhalve rekening houden met hieruit voort
vloeiende risico's. De minister gaf echter de ver
zekering dat Nederland een zeer belangrijk aandeel
zal krijgen in de Europeesche tonnage. Hiervoor
zad Duitschland zich borg stellen.
VRAAGSTUKKEN OMTRENT DE
NEDERLANDSCHE HANDELS
BEWEGING.
Vooral in den laatsten tijd, zoo verklaarde mi
nister Fischböck, wordt het handelsverkeer van
Nederland in menig opzicht onjuist beoordeeld.
Dit is niet'alleen een gevolg van een onjuist inzicht,
maar tevens te wijten aan het feit dat de laatste
maanden omtrent de handelsbeweging geen gege
vens waren gepubliceerd.
Het handelsverkeer met Duitschland is als volgt:
De uitvoer naar Nederland had gedurende 1938
een maandelijksch gemiddelde van f 25 millioen, in
1939 gemiddeld f30 millioen. Het verloop in dit
jaar geeft het volgende beeld te aanschouwen: in
Januari bedroeg de invoer uit Duitschland f 23
millioen, in Februari f21 millioen, in Maart f 27
millioen, in April f 26 millioen, in Mei f 10 millioen,
in Juni f 5 millioen, in Juli f 19 millioen, in Augus
tus f29 millioen en in September f31 millioen,
waarmede het maandelijksche gemiddelde van 1938
en 1939 werd overschreden. In dit verband wees
spreker nog op het feit dat het hier om het geh'eele
handelsverkeer over de grens gaat.
De uitvoer van Nederland naar Duitschland ver
toont het volgende beeld:
Het maandelijksche gemiddelde in 1938 bedroeg
13 millioen, in 1939 11 millioen. Deze gegevens
zijn voor de maanden van dit jaar als volgt: Ja
nuari 8 millioen, Februari 9 millioen, Maart 14
millioen, April 15 millioen, Mei 9 millioen, Juni
25 millioen, Juli 25 millioen, Augustus 38 mil
lioen en September 39 millioen. Wat de uitvoer be
treft zoo wees dr. Fischböck met klem de geruchten
van de hand dat de uitvoer niet zou worden be
taald. Het tegendeel hiervan is waar!
Wat het totale handelsverkeer van Nederland be
treft, zoo gaf de minister hieromtrent de volgende
gegevens:
De invoer bedroeg in 1938 gemiddeld f118 mil
lioen per maand: in 1939 126 millioen per maand.
Gedurende de eerste vier maanden van dit jaar
bedroeg de gemiddelde waarde 50 tot 60 mil
lioen per maand. In Mei bedroeg de waarde van
den import 60 millioen, in Juni 60 millioen, in
Juli 41 millioen, in Augustus 53 millioen en in
September 50 millioen.
Wat de totale uitvoer van Nederland aangaat, zoo
bedroeg het maandelijksch gemiddelde in 1938 86
millioen, in 1939 gemiddeld 80 millioen. Voor de
eerste vier maanden van het loopende jaar week
het gemiddelde niet af van het percentage over 1939.
In Mei bedroeg de waarde van den export 44 mil
lioen, in Juni 26 millioen, in Juli 29 millioen, in
Augustus 44 millioen en in September 46 mil
lioen.
Naar aanleiding van het vraagstuk omtrent de
Nederlandsche handelsbeweging werd de vraag
gesteld in welke mate Nederland rechtstreeks met
het buitenland kan onderhandelen. Minister Fisch
böck gaf hierop ten antwoord dat de Nederlandsche
handel in principe vrij is en een onbeperkt ter
rein kan bestrijken. Hij wees op het feit dat
gunstige toekomstmogelijkheden blijven bestaan.
Naar aanleiding van een gestelde vraag om
trent de positie van het Nederlandsche bouwbe
drijf verklaarde minister Fischböck dat er op het
oogenblik in ons land 190.000 werkloozen aanwezig
zijn, tegen 320:000 in Juni. De werkloosheid in
het bouwvak bedroeg in de gunstigste maand van
1939 43.000. De ongunstigste maand van dit jaar,
Januari, gaf een percentage van 88.000. Dit cijfer
is geleidelijk gedaald tot 32.000 in Augustus j.l.
Wat het bouwen in Nederland aangaat, aldus
di-. Fischböck, zoo is het particuliere initiatief tot
een zeer laag peil gedaald. In vele gevallen is
zelfs sprake van een volkomen stilliggen. Natuur
lijk heerschte er tot op zekere hoogte 'n schaarschte
van bouwmaterialen. De eersten echter die men het
bouwen beginnen, zullen in ieder geval voldoende
materialen ter beschikking hebben. Weliswaar zijn
er op het oogenblik geen materialen voor den bouw
van honderdduizend woningen beschikbaar, maar
aan "den anderen kant is zooals reeds gezegd,
materiaal voor het „begin van den bouw" aan
wezig. De Duitsfche ondernemers, aldus de minis
ter, zijn wel opgewassen tegen zulke zorgen. Daar
deze zich het standpunt voor oogen houden: es geht
schon irgendwie. Men begint aldaar eerst met het
bouwen en kijkt dan verder uit. In Duitschland
is niet alleen eén essentieele vraag aanwezig: hoe'
(Adv. Ingez. Med.)
krijg ik de benoodigde materialen, maar daarnevens:
hoe krijg ik de beschikking over de noodige ar
beidskrachten.
Wat de afzonderlijke bouwmaterialen aangaat,
zoo verklaarde de minister, dat hout en ijzer vol
doende in Europa beschikbaar zijn, er bestaat geen
tekort.Er bestaan slechts zeer groote transport
moeilijkheden, die echter binnen afzienbaren tijd
overwonnen zullen worden. Op hét oogenblik zijn
in Nederland voorraden aanwezig voor een ver
bruik van 4 tot 5 maanden. Een locaal tekort, ook
ten "aanzien van verschillende soorten, blijft natuur
lijk mogelijk, maar hierin zal steeds zoo goed moge
lijk worden voorzien.
Wat het ijzerprobleem aangaat, zoo is er voldoende
erts in Europa. Men moet echter niet uit het oog
verliezen, dat vooral in West-Europa tal van pro
ductiecentra's niet in werking zijn. Vooral in
Noord-Frankrijk is de verwoesting op de onder
nemingen en in de fabrieken van zeer groóte af
metingen. Daarnaast doen zich de reeds gememo
reerde transportmoeilijkheden voor. Tegen het
voorjaar zullen deze, belemmeringen echter zijn
opgeheven, zoodat men eenig optimisme op dit
oogenblik mag betrachten,
Ten aanzien van het houtvraagstuk dementeerde
de minister de circuieerende geruchten ten aanzien
.van het betalingsverkeer hieromtrent. Met Zweden
en Finland zijn ten gevolge van de jongste be
sprekingen houtcontingenten verkregen. Er be
staat slechts een moeilijkheid om het hout naar
Nederland te krijgen en dat is: het transportpro
bleem.
Hierna kwam minister Fischböck naar aanleiding
van een gestelde vraag over een uiterst netelig
vraagstuk te spreken: het benzinevraagstuk.
In principe, zoo zette de minister uiteen, bestaat
een basis van rechtsgelijkheid tusschen de Neder
landsche staatshuishoudkunde en de verhoudingen in
Duitschland. Dat daarbij terdege met Nederland's
speciale belangen rekening wordt gehouden, moge
blijken uit het feit dat voor bouwdoeleinden in
Duitschland geen benzine beschikbaar wordt ge
steld. Wat het aantal in Nederland beschikbare
vrachtauto's aangaat, de verzorging met de noodige
benzine is gewaarborgd. Gedurende de afgeloopen
maand heeft een aanzienlijke import van benzine
uit Duitschland plaats gehad. Ook in de naaste toe
komt mag men den benzine-invoer uit
Duitschland verwachten. De autoriteiten stre
ven naar een handhaving van het op peil houden
van de thans beschikbare voorraden in ons land.
Een hoogtepunt van de bijeenkomst vormde de
gedachtewisseling over het vraagstuk in zake de
oorlogsschadevergoedingen. De minister deelde
mede dat het ontwerp gereed is, en dat de publi
catie binnen enkele weken kan worden tegemoet -
gezien. Op het oogenblik wacht men nog slechts op
de totale cijfers alsmede van de wijze van uitvoering
der betaling.
Deze verordening gaat principieel uit van een
volledige schadevergoeding door den staat. Echter
wórdt ten aanzien van groote particuliere vermo
gens een voorbehoud gemaakt dat een reductie in
de te betalen schade kan worden toegepast.
De te betalen uitkeeringen moeten echter ge
heel en al in dienst van den wederopbouw worden
gesteld! Zoo lang nog niet met den nieuwbouw
wordt begonnen, zal geen uitkeering plaats hebben
maar het bedrag ter beschikking blijven staan, zulks
met rentevergoeding. Met den bouw zal echter t.
z. t. moeten begonnen worden, welk principe men
ook in dé brandverzekering toepast.
Vervolgens werd een vraag gesteld van den vol
genden aard: het koersverloop ter beurze toont ge
durende de laatste dagen aan, dat men zich in
Nederland veel zorgen maakt over de snelle ver
meerdering van de zich in omloop bevindende bank
biljetten hetgeen door sommige kringen als een
begin van inflatie zou worden beschouwd, speciaal
omdat die vermeerdering vooral de laatste week
een gevolg was van het olaatsen van schatkist
papier bij de banken.
In welk opzicht kan hiervoor een verklaring wor
den gegeven, die de onjuiste- opvattingen tot nor
male proporties zou kunnen terugbrengen.
Minister Fischböck gaf hierop een zeer uitvoerige
uiteenzetting. Er is geen sprake van een neiging
tot inflatie aanwezig. Inflatie immers is een spi
raalbeweging tusschen loonen en prijzen. Prijsstij
gingen, aldus dr. Fischböck, zullen niet worden
toegelaten. Ongetwijfeld bestaat er dit oogenblik
aan den eenen kamt een teveel aan betalingsmid
delen en daarnaast een gebrek aan consumptiegoe
deren. De autoriteiten zullen er jn Nederland naar
streven dat de opgepotte koopkracht niet tot stoor
nissen in het Nederlandsche economische leven zal
leiden. Een vermeerdering van dé in omloop zijn
de bankbiljetten behoeft geen zorgen te baren zoo
lang het de koopkracht verhinderd wondt prijsstij
gingen in het leven te roepen. De prijzen in Neder
land zullen niet boven het Duitsche prijsniveau
stijgen.
Van devaluatie of andere maatregelen ten op
zichte van de Nederlandsche valuta is geen sprake!
De Duitsche Rijksbank zal haar volle medewer
king verleenen bij de handhaving van de positie
van de Nederlandsche valuta; aldus riep de mi
nister uit.
Tenslotte werd nog de vraag gesteld in hoeverre
de belangrijke stijging van de grondprijzen iirx Ne
derland de aandacht der autoriteiten heeft. Van
Nederlandsche zijde aldus de minister, is nog geen
drang uitgeoefend tot ingrijpen.. Hij persoonlijk is
van meening, dat al te hooge prijzen ongewenscht
zijn. Een „Fludht in die Sachwerte" is ongemoti
veerd. In Duitschland bijvoorbeeld zijn geen kapi
talistische grordaankoopen en speculaties mogelijk.
In verband met deze kwestie werd nog de vraag
gesteld in welke mate door Duitsche instanties en
kringen in Nederland aandeelen worden gekocht.
De minister gaf hierop ten antwoord dat Duitsche
beleggers op de Nederlandsche aam deelen markt
niet tot aankoop overgaan. Immers, de rentabiliteit
van aandeelen van de Nederlandsche ondernemin
gen is op het oogenblik niét van dien aard dat dit
aantrekkelijk wordt geacht.
Men moet in Ihooge mate rekening houden bij
een beoordeeling van den tegenwoordigen koers-
stand op ide AmsterdamsChe effectenbeurs, dat ko
mende belastingen een aanzienlijk deel van de be
haalde winsten zullen omvatten.
Koopers van aandeelen moeten rekening houden
met de winstbelasting waarvan een verhooging voor
de deur staat. Weliswaar zijn de komende dividend-
uitkeeringen niet ongunstig te beoordeelen, maar
aan den anderen kant zal toch een aanzienlijk deel
,der winsten door den fiscus worden getroffen.
Ten aanzien van de bestaande belastingen zoo be
ëindigde dr. Fischböck het onderhoud, kan worden
gezegd dat een verhooging van de winstbelasting
in het leven zal worden geroepen. Een oorlogsbe
lasting werd niet waarschijnlijk geacht. In Duitsch
land kent men dit instituut niet, aangezien een
juiste afbakening van oorlogswinst zeer moeilijk te
bepalen is. De gemaakte winsten aldaar worden
echter in dienst van het algemeene nut gesteld.
Over het invoeren van nieuwe belastingen it\Ne-
derland, kon minister Fischböck nog niets méde-
deelen. Wel wees hij op de dringende noodzakelijk
heid dat de staatsinkomsten aanzienlijk moeten
worden verhoogd. Nieuwe bronnen zullen derhalve
vermoedelijk moeten, worden aangeboord.
MONDVERZORGING VOOR KLEUTERS.
De Nederlandsche Vereeniging voor mond
en tandhygiëne „Het ivoren Kruis" heeft een
zeer geslaagd affiche laten vervaardigen ter pro-
pagandeering van mondverzorging óók voor
kleuters. Op de affiche is het kopje van een kleu
ter afgebeeld terwijl de tekst zegt: „Moeder let
op de melktanden, Mondverzorging ook voor
kleuters".
Die sloopende rheumatiek
komt voor uit onzuiver bloed. Doe daarom
een kuur met Kruschen Zout. De aan
sporende werking op de bloed-zuiverende
organen hergeeft ze hun jeugdige werking:
het bloed gaat weer krachtig stroomen en de
pijn-verwekkende onzuiverheden verdwijnen
langs natuurlijken weg.
BIJ alle apoth. en drog. 1,62, 1.47, 0 76, 0.41, p. fl.
(Adv. Ingez. Med.)
De was van den Rijn heeft de laaggelegen kaden te Arnhem
onder water gezet (Foto Pax-Holland)
PIANOLESSEN - BEGELEIDING
J. MEIHUIZEN
DIPL. CONSERVATORIUM - AMSTERDAM
„DEGRé TRANSCENDANT" VAN BELGIë.
HEDASTRAAT 34.
(Adv. Ingez. Med.)
GOUDEN VOORWERPEN GESTOLEN.
Donderdagavond heeft de politie te Haarlem
aangehouden een 25-jarigen pensiongast, die ten
nadeele van zijn pensionhoudster een horloge, een
halsketting en een oorknop, alle drie van goud,
had gestolen. Hij had ze aan diverse juweliers te
Haarlem verkocht. Tegen den man, die zijn mis
drijf bekende, is proces verbaal opgemaakt.
NED. HERVORMDE GEMEENTE.
De heer W. Nijenhuis, theol. cand. te Haarlem,
heeft een benoeming ontvangen als hulpprediker
bij de Ned. Herv. gemeente te Eindhoven.
Jim»»
Spoct en Spel
|n|nmi|i|iiiiinimwiiniiniiniiiilHl^
Handbal
Concordia krijgt zwaren
wedstrijd tegen Niloc.
Rapiditas kan enkele plaatsen stijgen.'
De Haarlemsche eerste klassers Concordia en
Rapiditas gaan Zondag a.s. beiden een uitwedstrijd
tegemoet, respectievelijk tegen Niloc en Olympia.
Van deze wedstrijden is eerstgenoemde Ongetwijfeld
de belangrijkste, daar het hier gaat tusschen twee,
nog ongeslagen, elftallen, die hun goede plaats op
de ranglijst met alle kracht zullen trachten te ver
dedigen. Wanneer we de kansen der rood-witten
zouden afmeten naar de resultaten, die zij in vorige
wedstrijden tegen de Amsterdammers hebben be
haald, dan zouden onze verwachtingen niet erg op
timistisch zijn, daar immers een overwinning op
Niloc nog niet is voorgekomen. Toch de volledige
Concordiaploeg, indien zij haar normale spel ont
plooit, tegen Niloc zeker niet kansloos, maar dan
moet ook direct van het begin af de gedachte, dat
het tegen Niloc toch een verloren wedstrijd is, wor
den overboord gegooid. De groote kracht van Niloc
ligt n.l. in hun zelfverzekerd en rustig spel, waar
door de tegenstander als bij voorbaat geintimideerd
wordt.
Slechts met een zelfde rustige houding is voor
Concordia succes mogelijk. Wanneer het aanvoer-
der Van Santen gelukt om z'n elftal in deze stem
ming te brengen, kan er Zondag op het A.T.B.-
terrein een mooie wedstrijd verwacht worden.
Rapiditas krijgt tegen Olympia een mooie ge
legenheid z'n positie op de ranglijst te verbeteren,
daar laatstgenoemde in vijf wedstrijden nog geen
enkel winstpunt wist te behalen. De zwart-witten
zullen echter goed doen hun tegenstander niet te
onderschatten, daar de thuisclub zeker al haar best
zal doen eindelijk haar eerste succes te boeken.
Bij de damés speelt Concordia eveneens uit tegen
Niloc en wanneer de voorhoede, met vijf speelsters,
het spel breed houdt, is een overwinning mogelijk.
In de tweede klasse spelen de damesploegen van
.G.V. en O.S.S. beide uit, respectievelijk tegen
Lijnden en Vooruit en we achten de bezoekende
teams tot een overwinning in staat. Alleen de Rapi-
ditas-reserves spelen thuis tegen het zwakke S.S.H.,
waartegen wel niet verloren zal worden.
Het tweede heerenelftal van Concordia speelt
aan de Van Oosten de Bruijnstraat tegen het Zaan-
sche Achilles, waarbij de kansen vrijwel gelijk
staan.
De Zandvöortsche heeren gaan in Zandvoort
tegen Vooruit 2 een zwaren wedstrijd tegemoet.
Toch gelooven we wel, dat O.S.S.gezien de goede
geest, die in het elftal heerscht, de beide punten
naar Zandvoort zal brengen.
S.S.H, ontvangt Olympia 2, waaraan het de pun
ten wel zal moeten afstaan, daar het Velsensch*
handbal nog in de „beginschoenen" staat.
Het programma luidt:
Damés:
Eerste klasse:
NilocConcordia 15.15 uur.
VriendschapA.D.A. 10.30 uur.
SimsonZeeburg, 11.30 uur.
A.H.C.Turno, 14.30 uur.
Heeren:
NilocConcordia 14 uur.
OlympiaRapiditas, 10.45 uur.
VriendschapKr. en VI. 11.30 uur.
LijndenD.O.S. 14 uur.
Vooruit-Aalsmeer, 14.30 uur.
Tweede klasse:
Dames:
Rapiditas 2S.S.H., 11.30 uur.
LijndenB.G.V. 10.30 uur.
VooruitO.S.S. 15.45 uur.
Heeren:
Concordia 2Achilles 10 uur.
S.S.H.Olympia 2, 10.30 uur.
Vooruit 2O.S.S. 13 uur.
Voetbal
GEEN VOETBAL IN DEN HELDER.
Naar wij in de „Spkr." lezen hebben de clubs uit
Den Helder: H.R.C. en Helder zich genoodzaakt ge
zien hun inschrijving voor de competitie in te
trekken.
In allerijl werden de goederen van de laaggelegen kaden te Arnhem
weggebracht, toen de stijging van de rivier de omgeving blank zette
(Foto Pax-Holland)
NEDERL. VOETBALBOND.
(onderafd. Haarlem)
WEDSTRIJDPROGRAMMA VOOR ZATERDAG
0 NOVEMBER 1940.
ZATERDAG-COMPETITIE.
Aid. A: VEW—Kennemerland I 3 uur S. de Boer; Kcn-
nemerland 2VGS 3 uur J. A. G. Krouwels Jr.; Tclefonla
VVY 3 uur G. H. Hesseilnk Jr.; SIZO—ZSV 3 uur Chr.
Klerk.
Aid. B: Kennemerland 3—Kennemerland 5 3 uur; R.
Honijk; VVRA—ETO 3 uur F. B. A. Hoogewoonink; VGS 2
Telefonia 2 3 uur A. Zomer Jr.; VVB—Kennemerland 4
3 uur J. Steffens.
ADSPIRANTEN-COMPETITIES.
Afd. A: Haarlem a—EDO a 3 uur P. Kok.
Aid. B: HFC b—Schoten b 3 uur; RCH b—VI. Vogels
Aid. C: Geen wedstrijden.
Aid. D: EDO c—RCH c 3 uur; Halfweg a—Kennemer
land 3 uur; ETOHaarlem c 3 uur; SpaarndamBloe-
mendaal 3 uur.
Aid. E: Zeemeeuwen—DOA 3 uur; SIZO—THB 3 uur-
EDO d-Haliweg b 3 uur; VVH-Hilllnen 3 uur; Hillegom
-RCH d 3 uur.
Aid. F: Geen wedstrijden.
Aid. G: HBC b—DSS a 3 uur; DEK—TYBB b 3 uur.
NOORDELIJKE ADSPIRANTEN COMPETITIE.
Aid. A: VSV a—Stormvogels a 3 uur G Jansen; Ter
rasvogels a-Beverwijk a 3 uur W. de Boer; Klnhclm a-
VVB a 3 uur T. Post,
Aid. B: VSV c—Stormvogels b 3 uur; VSV d—Storm-»
vogels c 3 uur; Kennemers c—Klnheim b 3 uur; VVB-i
Kennemers b 3 uur.