Duitsche en Nederlandsche industrieëlen bijeen niet goed verduisterd. Veel zondaars tegen de verkeersvoorschriften ZATERDAG 16 NOVEMBER 1940 Ff A A R EE M'S D A 'G B E A" D' '1(3 Het Nederlandsche bedrijfsleven moet naar buiten als eenheid optreden Rede van dr. Fischböck Het A.N.P. meldt: Vrijdag vond te 's-Gravenhage een ontmoeting plaats lussehen Duitsche industrieelen, die op een studiereis door ons land zijn, en tal van vooraan staande Nederlandsche industrieelen. Voor een talrijk en aandachtig gehoor hebben de commissaris-generaal voor financiën en economi sche zaken, dr. Hans Fischböck, generaal-direktor Wilhelm Zangen, Leiter Reichgruppe Industrie, als mede door dr. H. L. Woltersom, directeur der Rot- terdamsche Bankvereeniging, Den Haag, het woord gevoerd. In zijn openingsrede begroette dr. Fischböck de aanwezigen. Het bezoek van Duitsche industrieelen, aldus dr. Fischböck, valt samen met de organisatie van het Nederlandsche bedrijfsleven, hetgeen dezer dagen is geschied. Een nieuwe episode in de samen werking tusschen Duitschland en Nederland is met deze organisatie ingetreden. Bij de verwezenlijking van de gestelde doelein den moeten daarbij in de eerste plaats van Duitsche zijde twee gezichtspunten in het oog worden houden: 1) absolute en volkomen beschikbaarstelling van de voor het Duitsche oorlogsapparaat noodza kelijke middelen, waarin de taak van het be drijfsleven op dit oogenblik is gelegen; 2) doorvoering van deze zaak binnen het kader van vriendschappelijke verhoudingen en har monisch samenwerken met het Nederlandsche bedrijfsleven. De organisatie van het bedrijfsleven, zoo zette de heer Fischböck uiteen, kan een beslissenden in vloed uitoefenen by de ten uitvoerlegging van de gestelde taak. De nieuw opgerichte organisatie voor het AJeaer- landsche bedrijfsleven heeft vérstrekkende be voegdheden voor de organisatie van het bedrijfs leven hier te lande. Nieuwe bedrijfsorganisaties zullen worden opgericht, reeds bestaande organisa ties zullen, wanneer deze overbodig zijn, indien noodig. worden opgeheven. Binnen het kader van deze problemen zal het noodig zijn om personeelsvraagstukken onder oogen te zien en nieuw te regelen. Voor de eischen die op het oogenblik aanwezig zijn, zijn de op heden bestaande organisaties niet voldoende. Het organisatie-comité, dat thans is opgericht, zal goed doen. wegen en middelen te vinden, aldus dr. Fischböck, nieuwe organisaties op te richten, welke overeenkomen met de door de staat geleide economie. Een gevolg hiervan zal zijn dat het bedrijfsleven in Nederland meer dan tot dusverre 't geval gewas, in staat zal zijn naar buiten als eenheid op te treden. Ten aanzien van de toekomst verklaarde de mi nister dat "i zijn overtuiging was dat het er om gaat dat het Nederlandsche bedrijfsleven haar taak vindt, om zich een plaats te verzekeren in de nieuwe orde die straks in Europa zal bestaan. Dr. Fischböck hoopt ten zeerste dat het den Ne- derlandschen bedrijfsleiders individueel mogelijk zal zijn een vooraanstaande positie in te nemen binnen dit kader. Spreker wil dit streven met alle middelen, die in zijn macht zijn helpen bevorderen, opdat levenskrachtige organisaties ontstaan. Daarbij dient als uitgangspunt voor oogen te worden gehouden, dat geen geweidmaairegelen worden genomen. De individueele belangen en in teressen van de Duitsche industrieele vertegen woordigers worden geheel en al binnen een ge zichtspunt van volkomen gelijkgerechtigdheid be hartigd. De onderhandelingen tusschen Duitsche en Nederlandsche - vertegenwoordigers veronder stellen bij beide partijen een concrete wil tot een resultaat bij de onderhandelingen te komen. Bij het afbakenen van een gemeenschappelijk doel, en bij een vruchtbare samenwerking tusschen Duitsche en Nederlandsche industrieelen, zijn tal van gun stige perspectieven aanwezig. De op het oogenblik beschikbare industrieele capaciteit dient in Neder land ten volle te worden benut, in een zelfde rhyth- me zooals dit in Duitschland het geval is. In Duitschland werkt de industrie met, volle kracht; spr. hoopt dat dit succes ook in Nederland zal wor den bereikt. Tenslotte richtte dr. Fischböck een appel aan de aanwezigen om een brug te slaan over de be staande politieke opvattingen en verhoudingen heen, die wij hier niet te behandelen hebben, om als einddoel bij te dragen tot het welzijn en tot den bloei van het Nederlandsche en Duitsche bedrijfs- en economische leven. REDE VAN GENERAL-DIREKTOK ZANGEN. Vervolgens nam general-direktor Wilhelm Zan gen, Leiter Reich-Gruppe Industrie, het woord. Spr. begon tc wijzen op de banden welke de Duit sche on Nederlandsche industrie met elkander bon den in het verleden. Op het oogenblik is de Duit sche industrie genoodzaakt, onder inzet van al haar krachten, haar taak geheel en al te zien ten opzichte van de voorziening in de behoefte der Duitsche weermacht. Spr. wees op de historische samenwerking tus schen'hei; bedrijfsleven in Duitschland en in Neder land. Een nog nauwere samenwerking kan nog verder worden verkregen. Reeds in het verleden- leverde Duitschland grondstoffen en halffabrikaten die in Nederland een veredelingsproces ondergingen. In dit verband wees spreker vooral op de metaal industrie. In Duitschland bestond dan ook een goede afzetmarkt voor Nederlandsche industrie producten. Een verdere vermindering der concur rentie wordt door spreker in de toekomst ver wacht. Vervolgens wees Generaal-direktor Zangen met nadruk op de noodzakelijkheid dat een overeen komst wordt verkregen over de wijze waarop een levering van goederen binnen het kader van het Europeesche blok tot stand zal komen. En wil men deze taak met succes ten uitvoer leggen, aldus zette spreker uiteen, dan is hiervoor noodig een tot on derhandelen bevoegde organisatie. In het nationaal-socialistisch denken kan men hei niet zonder een leiding stellen. Leiding moet derhalve ook in industrieel opzicht aanwezig zijn. Vooral reeds vanwege het nijpend gebrek aan grondstoffen. Spreker beval met nadruk aan de vertegenwoor digers van de verschillende thans in de bijeenkomst aanwezige organisaties aan, thans reeds een grond slag te leggen voor een vruchtbare samenwerking. Men heeft de keus: a. zelfstandig te blijven en zich door den staat te laten leiden: b. zich een eigen organisatie te scheppen. De Duitsche industrie wil in geen enkel opzicht een druk uitoefenen op de Nederlandsche industrie. De rijke en grootc ervaringen van Duitschland wor den geheel en al in dienst van Nederland gesteld. Er is geen sprake van, dat wij ons willen opdrin gen, aldus verklaarde de heer Zangen met den meesten nadruk. .Spr. streeft naar een vrijwilligen en gemeenschappelijken arbeid. Het is natuurlijk een feit, zoo zeide de heer Zangen ten slotte, dat op hel oogenblik nog geen definitieve besluiten kunnen worden genomen. Maar, wat op dit oogen blik wel mogelijk is, is het feit, dat men thans reeds een basis kan vormen. De heer Zangen eindigde zijn uiteenzettingen gnet de hoop uit te spreken, dat een vruchtbare, en ieder tevredenstellende samenwerking, met de Nederlandsche collega's kan worden verkregen. REDE DR. H. L. WOLTERSOM. Ten slotte werd door dr. H. L. Woltersom, als voorzitter van de organisatiecommissie, het woord gevoerd. Spr. begon met uiteen te zetten wat een veelomvattende taak ten uitvoer moet worden ge legd. Veranderingen in bestaande verhoudingen zijn noodig, aangezien in. Europa ook na den oorlog een economische leiding noodzakelijk zal zijn. Het be drijfsleven moet nu eenmaal een goede organisatie hebben. De mogelijkheid om met vertegenwoordi gers van verschillende bedrijfsgroepen persoonlijk te onderhandelen, juichte spreker ten zeerste toe. Niet alleen een internationale beteekenis bestaat ten aanzien van de organisaties in het bedrijfsleven maar ook een nationaal belang. Vele vragen zijn spreker in de laatste twee dagen, sedert de oprichting van de nieuwe organisatie voor het bedrijfsleven, gesteld. De meest belangrijkste vraag in dit verband was wel de kwestie, of men hier in Nederland van plan was een zoodanige or ganisatie op te bouwen die een natuurgetrouwe co- pie is van hetgeen reeds in Duitschland bestaat. Spreker gaf hierop met den meesten nadruk een ontkennend antwoord. Voorzoover het slechts eenigszins mogelijk is zal de nieuwe organisatie geheel en al rekening houden met specifiek Nederlandsche omstandigheden. Men zal terdege rekening houden met de historische ontwikkeling van het bedrijfsleven in Neder land. Voor de toekomst zullen twee moge lijk lieden bestaan: 1. zichzelf aaneen te sluiten; 2. wachten tot de staat dit doet. De commissie bestaat uit negen leden die echter het vele werk wat zal moéten worden verricht, niet zelf zullen kunnen verzetten. Dr. Woltersom vraagt dan ook medewerking van alle industrieelen in Nederland. De onderhandelingen met de Duitsche vertegenwoordigers die hier thans bijeen zijn, ge schieden in een vrïendschappelijken geest en vol komen onder het gezichtspunt van gelijkgerech tigde partners. Daarbij bestaat het streven om op dit oogenblik reeds iets te scheppen v/at, ook na den oorlog zal blijven voortbestaan. Een zekere schroomvalligheid en terughoudend heid van de Nederlanders in dit opzicht is ver klaarbaar. Er zijn bepaalde moeilijkheden len aan zien van de houding der Nederlanders, die volgens spr. voortvloeien uit de Nederlandsche geographi- sche situatie. Bij een beoordeeling van de geographische situ atie van ons land moeten twee feiten voor oogen worden gehouden: een internationale taak berustende op de over- zeesche relaties; een Europeesche taak die nauw verband houdt met het Europeesche achterland. De eerstgenoemde taak is een geographische en een natuurlijke die niet door oorlog of vrede ver anderd kan worden, aldus verklaarde spr. met na druk. De eene taak kan niet worden opgelost zonder dat ook de tweede taak wordt opgelost. Met inachtneming van deze situatie, zoo over woog di\ Woltersom, kunnen de onderhandelingen m een zeer vruchtdragend karakter zijn. Wij houden de belangen van ons vaderland, welke ons allen in ieder opzicht ter harte gaan, voor oogen. In dit verband, zoo besloot spr. zijn uiteen zettingen, kunnen wij niet afstand doen van de na tuurlijke taak die de twee voornoemde doelstel lingen ons opleggen. De bijeenkomst werd geëindigd met een slot woord van dr. Fischböck. Door spreker werd nog eens den wenscli uitgesproken om tot den opbouw van een organisatie te komen, die alles kan ver tegenwoordigen. Dr. Fischböck richtte in dit ver band een appel tot de aanwezigen, tot een vrucht bare samenwerking te komen. Ir. A. Roebroek, directeur-generaal van den Landbouw, tijdens zijn rede bij de opening der fruit- teeltschool te Houten, welke plechtigheid door vele autoriteiten werd bijgewoond. (Foto Pax-Holland). Er wordt nog Strengere bepalingen op komst. - In den laatsten tijd is vastgesteld, dat aan de verduisteringsvoorschriften slechts zeer ge brekkig de hand gehouden wordt. Vooral heeft dit betrekking op den tijd van de avond- en de ochtendschemering. Steeds moet weer geconsta teerd worden, dat winkeliers hun etalageverlich ting en lichtreclames ook na zonsondergang nog laten branden. Voorts kan men vaak zien. dat in woningen zoowel 's avonds als in den vroegen ochtend licht wordt aangedraaid zonder dat de ramen van te voren verduisterd zij Ook met hand en zaklantaarns wordt steeds weer lichtzinnig en onvoorzichtig omgegaan. Dergelijke overtredin gen zullen voortaan onvoorwaardelijk gestraft worden. Binnenkort kunnen in dit opzicht nieuwe be palingen verwacht worden. Daarom wordt men reeds nu op het volgende opmerkzaam gemaakt: 1. Etalage- en reclameverlichting dienen in de toekomst geheel buiten bedrijf gesteld te worden en mogen ook gedurende den dag niet meer wor den ingeschakeld. 2. Zaklantaarns mogen, wanneer zij niet afge schermd zijn. in de open lucht niet meer gebruikt worden. Worden goed afgeschermde zaklantaarns in de open lucht gebruikt, dan moeten de daar voor geldende voorschriften in acht 'genomen worden. Het is o.a. ten strengste verboden, zak lantaarns naar boven te doen schijnen. 3. De politie heeft opdracht ontvangen, scherp op te letten, dat de onder 1 en 2 genoemde be palingen worden nageleefd. Lantaarns die niet volgens de voorschriften worden gebruikt, kun nen door de politie zonder meer in beslag geno men worden. Nogmaals wordt de verwachting uitgesproken, dat de bevolking begrip zal toonen ten aanzien van de verduisteringsbepalingen cn er zich streng aan zal houden. (A.N.P.) Dawes en Youngleening uit de noteering. Verbod deze fondsen te handelen Het bestuur van de Vereeniging voor den .Ef fectenhandel bericht, in opdracht van het depar tement van financiën, dat van Vrijdag af geen no teeringen zullen plaatsvinden in 7pet. Duitschland 1924 (Dawesleening) en 5/> pet. Duitschland 1930 (Youngleening), in verband met een publicatie, welke in de Staatscourant is versohenen, waarbij de secretaris-generaal van het departement van financiën aankondigde, dat dese fondsen zullen vervallen uit de dagelijksche noteering en dat wordt ingetrokken de toestemming om deze fond sen te verhandelen in regelmatig beursverkeer zonder vergunning van het deviezeninstituul. ter wijl weder zal worden ingesteld, 'het verbod om in deze fondsen te (handelen. Nederlandsche gasten te Berlijn. BERLIJN, 15 November (D.N.B.) De ver tegenwoordigers van Nederlandsche vakorga nisaties en pers, die reeds een week als gasten van den rijksoi'ganisatieleider, dr. Ley, in Duitschland zijn, hebben vandaag een af scheidsbezoek gebracht aan het gemeenschaps huis van het Duitsche Arbeidsfront. Zij toon den een bijzondere belangstelling voor alle vraagstukken van beroepsopleiding, steun aan begaafden en werkgelegenheid en vooral voor de technische vorderingen op het gebied, schoon heid van den arbeid". De Nederlandsche gasten zijn vandaag ver trokken naar Neurenberg, waar zij een groote samenkomst van Kraft durch Freude zul len bijwonen. De padvinders mogen voor Winterhulp collecleeren. Het hoofdkwartier van de Padvinders heeft voor de a.s. winterhulp aan de groepen onthef fing verleend van den stelregel, welke het col lecteeren, voor welk doel dan ook, aan padvinders verbiedt. De padvindersgroepen worden door het hoofd kwartier aangemoedigd om alle krachten in te spannen in het belang van het welslagen van de winterhulp. Polifie zal zeer streng optreden De secretaris-generaal van het departement van Justitie deelt in een circulaire aan de procu reurs-generaal, fungeerende directeuren van politie mede dat hij van den hoogeren SS en politieleider bij den Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied een schrijven heeft ontvangen, waar aan het volgende wordt ontleend: Tot mijn leedwezen moet ik constateeren, dat in het met goede verkeersgebruiken strijdige ge drag der wielrijders in het algemeere straatverkeer in werkelijkheid geen verandering is gekomen, dat voortdurend door wielrijders tegen de door mij aan gegeven regels en ook tegen de nog geldende Ne derlandsche verkeersvoorschriften wordt gezondigd en dat niet in de laatste plaats aan een nauwgezet toezicht door de politie-ambtenaren op het wiel- rijdersverkeer en aan uit een politieel oogpunt noodzakelijk ingrijpen op straat veel ontbreekt. Vooral met dit gebrek aan doortastendheid van de meeste ambtenaren van de straatpolitie doen de wielrijders zichtbaar hun vooiUeel, door te rijden op een wijze, zooals het hun belieft, doch niet in overeenstemming met de verkeersvoorschriften. Voortdurend bereiken mij klachten over het onge disciplineerde en met goede verkeersgebruiken strijdige gedrag der wielrijders. Ik wensch er geen twijfel over te laten bestaan, dat ik als commissaris-generaal voor de openbare veiligheid niet van zins ben, dit met de verkeers regels strijdige gedrag der wielrijders langer te dulden en dat ik met name de door mij gegeven aanwijzingen tegenover de wielrijders tot uitvoe ring zal weten te brengen. Wanneer de Nederlandsche politie niet in staat zou zijn aan de bestaande wantoestanden een einde te maken, dan zal ik mij genoopt zien aan organen van de Duitsche o'rdepolitie het algemeene ver keerstoezicht op te dragen. Ik verzoek u de onder u ressorteeren de politie- organen nogmaals met klem te instrueeren, dat zij voortaan bijzondere aandacht schenken aan de ver- keersdiscipiine van de wielrijders en dat zij tegen wielrijders, die handelen in strijd met de verkeers regelen en de bestaande bepalingen met de scherp ste ter beschikking staande middelen dienen op te treden. In verband met vorenstaande vei'zoekt de secre taris-generaal aan de hoofden van plaatselijke poli tie alsmede de rijkspolitie met spoed opdracht te willen geven, onverwijld en afdoende maatregelen te treffen, waardoor de door genoemde autoriteit aangegeven fouten met succes kunnen worden be streden. Hij stelt zich voor, dat een en ander kan worden bereikt door het voorloopig instellen van plaatse lijke goed geïnstrueerde mobiele brigades, welke uitsluitend met de verkeerscontrole en verkeersop- voeding dienen te worden belast. Overigens acht hij het noodzakelijk dat van het geheele politiepersoneel bij de handhaving van de verschillende verkeersbepalingen de uiterste acti viteit zal worden geëischt en overtreders zullen worden geverbaliseerd, welke laatste maatregel eventueel zal kunnen gepaard gaan met bijvoor beeld het laten leegloopen van rijwielbanden. Teneinde voor de vorming van de bedoelde bri gades over voldoende personeel te kunnen beschik ken, ware in noodzakelijke gevallen de tijdelijke assistentie in te roepen van de marechaussee c.q. rijksveldwacht. Ook andere maatregelen kunnen uiteraard naar gelaiïg van de plaatselijke omstandigheden in aan merking komen. Tenslotte verzoekt de secretaris-generaal nog maals aan de politie op te dragen nauwkeurig te letten op de afscherming' der rijwiellampen. Nog steeds komt het voor, dat gereden wordt met on voldoende afgeschermde en zelfs verblindende rij- wielverliehting, hetgeen zeer licht tot érnstige on gelukken kan leiden. Een euvel, waartegen even eens krachtig dient te worden opgetreden, is het gebruik van den rijweg door voetgangers bij duisternis. Ook dit is uitermate gevaarlijk. (A.N.P.) Mishandel in; tijdens de oorlogs dagen. Voor de Rotterdamsche rechtbank had zich Donderdag te verantwoorden de 4,1-jarige majoor van politie M. Z., verdacht van mishandeling van eenige leden der N. S. B. op 11 Mei j.l., die op 10 Mei in het hoofdbureau van politie waren ingesloten Den volgenden morgen hadden de mannen eenige liederen, volgens hun verklaring voor de rechtbank o.a. „Do Vlaamsche Leeuw" en „O, schitt'rende kleuren van Nederlands vlag" gezongen, waarop verdachte verscheen, geëscorteerd door vijf recher cheurs van politie met revolvers. Verd. was bin nengekomen en had met een gummistok de opge- slotenen geslagen, tengevolge waarvan zij pijnlijk werden getroffen.' De officier van justitie zeidc dat verd. een goed politieman is, die reeds tal van misdaden heeft hel pen oplossen. Volgens een rapport van dr. Donker sloot was verd. door de bijzondere gebeurtenissen niet geheel normaal. Dit mag evenwel geen reden zijn met een gummi stok te slaan. Daarom eischte spr. een geldboete van f 40 subs, twintig dagen hechtenis. Onder deze vaan vaart derookcrwèl! Dan heeft hij het beste van het beste in zijn pijp! De heerlijke Speciaal-Melange „No. 33", mild, zacht en geurig als geen andere! Gekorven en gemêleerd volgens het bijzondere Niemeijer NON-SHARP principe! Een groot aantal arbeiders vindt thans werk in de bosschen van ,,'t Loo-' te Apeldoorn, waar vele boomen geveld en gezaagd worden. (Foto Pax-Holland). 1 5 ccnl per half ons (Adv. Ingez. Med.) Hef paartje in het park en de aardige agent. Een vreemde Utrechtsche historie. Een zonderlinge opvatting van zijn taak had een Utrechtsche agent van politie, die be last was met de surveillance in de parken. Op zekeren avond trof hij op een bank in een der plantsoenen een paartje in een teedere omhel zing aan. De agent haalde zeer gewichtig zijn aanteekenboekje uit zijn zak en begon naar de antecedenten van de jongelui te vragen. Ken nelijk dreigde er een proces-verbaal. De jonge man soebatte en smeekte, maar goede woorden bleken op den handhaver van de openbare orde slechts weinig invloed uit te oefenen. Ten slotte echter zei hij: „Breng me morgen aan mijn huis maar vijf gulden, dan zal ik er nog eens over denken en dan komt het zaakje wel in orde." Het paartje vertrok met de overtuiging, dat er van verdere vervolging niets zou komen, als er den volgenden dag ten minste f 5 op tafel kwam. Erg kapitaalkrachtig waren zij niet en een buurman werd in vertrouwen genomen. Of hij misschien f 5 kon leenenBuurman had een helderen kijk op de zaak en toog naar het politiebureau omdat hij dacht, dat een af perser zich voor politieman had uitgegeven. Het zaakje werd onderzocht en het kwam uit, dat wel degelijk een agent op deze ergerlijke wijze zijn ambt had misbruikt. De agent werd nog niet justitieel vervolgd, maar dit werd anders, toen een paar maanden later een zelfde klacht tegen hem binnenkwam. In dit tweede geval had het slachtoffer contant betaald. De rechtbank te Utrecht veroordeelde den agent tot drie maanden gevangenisstraf, van welk vonnis hij in beroep kwam. Verd. stond voor het Hof terecht en ontkende de hem ten laste gelegde feiten. Het bleek, dat de agenten opdracht hadden tegen de paartjes in de parken soepel op te tre den, wat naar de meening van den president een onjuiste opdracht is, omdat aan de agenten dan veel te veel wordt overgelaten, of zij willen verbaliseeren of niet. De procureur-generaal eischte bevestiging van het vonnis. Arrest 28 November. SCHADECOMMISSIE ROTTERDAM. Naar aanleiding van het bericht in de bladen, waarin melding wordt gemaakt van de oprichtng van een stichting oorlogsschade, verzoekt men ons mede te deelen, dat, zonder te kort te doen aan de beteekenis van de stichting oorlogsschade de com missie ter behartiging van de belangen van bescha digde bedrijven vaststelt, dat het reeds sedert Juli 1940 in nauw contact met alle berokken officieele en semi-officieele instanties werkzaam is op het ge bied van de verzorging van de belangen der ge troffen bedrijven in den ruimstcn zin des woords. In verband met de ruime' doelstelling en de ver strekkende bemoeiingen van het comité en mede in verband met het feit, dat tot de omzetting van een comité in een stichting, waartoe reeds geruimen tijd werd besloten en waarop de goedkeuring van den procureur generaal binnenkort wordt ver wacht, lijkt het juist uitdrukkelijk te vermelden, dat het bureau van het comité hetwelk geleid wordt door drs. P. vanZuuren, werd bevestigd in het perceel Banierstraat 1, Rotterdam. Het slachtverbod voor schapen. Uit landbouwkringen wordt aan het A.N.P. medegedeeld, dat men wel 3d de wenschelijk- heid, ja, zelfs de noodzakelijkheid van het scha- penslachtverbod inziet. Toch is men eenigermate bevreesd, dat hierbij het landbouwbelang weer aan dat van den consument zou kunnen worden opgeofferd. Men begrijpt weliswaar zeer goed, dat de buitensporig hooge prijzen voor schapenvleesch, welke de laatste weken werden gemaakt, niet volkomen zouden kunnen blijven gehandhaafd, doch m$n meent, dat toch in de toekomst het schapen vleesch overeénkomstig zijn waardeering als voedsel en als spijsgerecht voor de betere keu ken, zal moeten worden aangeslagen overeen komstig het prijsniveau, dat aan de abatoirs voor varkensvleesch (geen spek) wordt bedongen. Ook vreest men, dat het slachtverbod wel eens te lang zou kunnen duren, hetgeen in dit jaar getijde, waarin sneeuw en ijs te verwachten is, zoowel voor het slachtschaap als voor zijn be zitter zeer nadeelig zou kunnen zijn. Hoewel in vakkringen algemeen wordt ver wacht, dat speciaal het slachten van ooien zal worden tegengegaan, meent men, dat het goed zal zijn. dat hierop uitzonderingen zullen worden gemaakt, ten opzichte van die dieren, welke voor de fokkerij ongeschikt zijn. Wij kunnen hierop reeds thans zeggen, dat door de bevoegde insanties ditmaal met de be langen van den landbouw terdege rekening zal worden gehouden, zoodat men de nog verder te nemen maatregelen met gerustheid kan tege moet zien. Openluchttheater te Tegelen slacht offer van den storm. Tengevolge van den storm, die gewoed heeft, is het openluchttheater ,.De Doolhof' tc Tegelen, waar in den afgeloopen zomer tienduizenden de passiespelen bijwoonden, vrijwel geheel vcrwoeaA,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8