Haarlem's Dagblad Elkaar helpen! Elverhöi. Bristol fel bestookt. Groote ontploffingen en branden. Onder glas. lüintecfiuip Tlededand. Groei van Haarlem. Axükeien enz. 58e JAARGANG No. 17621 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant» Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825 Soendaplein 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM en Feestdagen Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Dinsdag; 26 November 1910 Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0,15. Groentjes zie rubriek. In tijden van beproeving komt men nader tot elkaar en leert, elkaar te steunen als nimmer te voren. Dat hebben wij Nederlanders in de oorlogs- dagen ondervonden. Maar al was de drang toen acuut en al is hij sindsdien niet meer zoo scherp opgetreden, de tijden zijn zorgelijk gebleven, velen van ons gaan gebukt onder zware beproevingen en het Helpt Elkander blijft tenvolle gelden, als een noodzaak en een plicht. Daar zijn allen zich van be. wust, die de Winterhulp tot een succes willen ma ken. Wij behooren tot hen. Wij hebben in vorige jaren, telkens in de Decembermaand, een beroep op u gedaan om de inzameling voor de Kerstgave aan de Stille Armen te steunen. Die was in Haarlem tot een voortdurend welslagen ontwikkeld. Maar buiten Haarlem kwam zij maar sporadisch voor. En nu moet ik u er aan herinneren dat zij éénmaal, jaren geleden, in geheel Nederland beproefd was en in haar uitkomsten niet bevredigde. In Haarlem werd zij daarna doorgezet. Maar de Nederlandsche opzet verviel. Ook in Amsterdam bleef men actie voeren, misschien in enkele andere steden; zij zijn mij niet bekend. Hier hebt u dus een voorbeeld van een actie die na een poging tot centraliseering groo- tendeels is gestaakt en die beoogde hulp te ver strekken boven en buiten de bestaande algemeene regelingen. Dat wil de Winterhulp ook. Onder haar werk zullen ook de stille armen gerekend worden, niet alleen in Haarlem en Amsterdam maar in het gansche land. En alle anderen, die voor extra hulp in aanmerking komen. Daarbij zijn vele menschen die steun.- uit de openbare kassen ontvangen. Maar gij weet dat vele levensmiddelen duurder zijn ge worden, dat het nog veel moeilijker voor hen is rond te komen dan in vorige jaren, dat die steun hen slechts in staat stelt met hun gezin in leven te blijven. Er was in vroeger tijden een woord in gebruik dat later in onbruik is geraakt maar dat ik op hen weer zo-u willen toepassen. Het woord minimumlijders. Lijders zijn zij vooral in dien zin, dat hun materieele omstandigheden zoo benard zijn dat zij geen gelegenheid laten tot het eenvoudigste, dat wat glans, wat levensvreugde, wat afwisseling in de monotonie der dagelijksche uiterste soberheid brengt. En dan spreek ik nog niet eens van een viering van het St. Nicolaasfeest, dat gij wel met uw kinderen vieren zult. Ik spreek over iets beter voeding, over wat warmer kleeding en dekking, over de vreugde die het brengt als de man, de vrouw, het kind niet meer in een versleten pakje, een dun jasje waarin hij of zij klappertandt en zich armelijk en uitgestooten voelt, dagelijks het kille leven in moet gaan. Ik doe een beroep op uw hart. Uw hart, uw gevoel moet spreken als Vrijdag en Zaterdag de eerste collectes voor de Winterhulp worden gehouden. Geloof het, want het spreekt de waarheid. Het uit zich. het best en het zuiverst; het verwerpt allerlei geruchten die onzin behelzen en die opwellen uit de onrust en onzekerheid van den tijd. Wat wil de Winterhulp bereiken? De hulpverlee ning ki het geheele land centraliseeren instede van haar versnipperd te houden over tallooze instellin gen die im de eene plaats wel, in de andere niet be staan, deels veel succes behalen en deels te weinig. In ee« tijd van extra nood wordt de extra orga nisatie ontwikkeld. Dat is logisch en noodig. Het is bijvoorbeeld ook noodig omdat er welgestelde en arme gemeenten zijn. Men kan deze laatste niet het slachtoffer daarvan laten worden. Daarom moet een distributie over het geheelp land toegepast wor den en daarom kunnen niet alle giften, in uw eigen woongemeente gegeven, geheel voor die gemeente bestemd worden als zij in welvaren boven de mid delmaat ligt. Is dat goed bekeken of niet? Welnu dan. Wij moeten ons niet blind staren op onze eigen onmiddellijke omgeving, want dat dient de goede zaak niet. Wij zijn één volk, het Nederlandsch volk en wij moeten allen elkaar bijstaan. Het werk wordt uitsluitend door Nederlanders gedaan. In de aanbevelende en adviseerende com missies vindt gij namen die gij persoonlijk kent en die uw vertrouwen wekken. Gij ziet, bijvoor beeld in deze omgeving, den Commissaris der Pro vincie voor de zaak optreden, gij bemerkt vandaag dat mr. A. J. Backer, dien ik wel als zijn rechter hand mag aanduiden, als Provinciaal Directeur op treedt, gij ontwaart uw burgemeesters als plaatse lijke directeuren en andere mannen, wier namen gij kent, als leden der adviescommissies. Maar van het hoogste belang is dat uw hart spreekt. Luistert gij niet naar die stem dan onthoudt gij steun aan land- genooten die hem behoeven en die op u hopen. Ik schrijf deze dingen uit volle overtuiging, zoo als gij wel merkt. Gij weet dat op deze plaats al sinds jaren voor zulke hulp aan getroffenen geijverd is. Het gebeurt nu opnieuw en het werk dat onder nomen is wordt uitgevoerd op grooter schaal dan ooit tevoren, in samenwerking met de bestaande in stellingen door en voor Nederlanders. Al zijn de Nederlanders het dan politiek in veel niet eens, hier in kunnen en moeten zij het zijn. Zij kunnen en moeten elkaar helpen in dit kleine land temidden van den oorlogsstrijd. Laat ons dat elkaar en ook anderen toonen! i De tijd van de verzending der St. Nicolaas-pakketten is weer aangebroken. De post zal in de komende dagen zwaar belast worden en door een zeer deugdelijke verpakking en volledige, duidelijke adresseering kan men haar taak verlichten. (Foto Pax Holland.) R. P. Het is gevaarlijk te generaliseeren. En toch doen wij het allemaal op onzen tijd, sommigen zelfs heel vaak. En daarmee worden dan ettelijke onjuistheden ten beste gegeven. Het is bijvoorbeeld ook onjuist in algemeenheden over den ouderdom te spreken en te beweren dat in oude menschen de geestdrift en het initiatief gedaald zijn, dat zij sceptisch staan tegenover jeugdig idealisme, dat kortom de scheppingskracht hun ontvallen is. Want er zijn oude menschen die heel anders zijn. Daar ben ik Zondagmiddag aan herinnerd, in de groote concertzaal van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag. Het Residentie Orkest onder leiding van Frits Schuurman opende zijn programma met Elverhöi, symphonisch gedicht naar een oud-Deensche sage van Johan Wagenaar. Het hield dit nieuwe werk van den nestor der Nederlandsche componisten ten doop.... of, zooals men het in de laatste jaren met een nogal luid ruchtige term pleegt te noemen: het gaf er de „wereldpremière" van. De zaal was vol. Beneden zoowel als op de drie galerijen, die haar omgeven, zag men een dichte menigte, zag men rijen gezichten die gespannen aandacht toonden toen de dirigent het teeken gaf en de hoorns zacht inzetten: een bekorend, geheim zinnig motief. En in een loge dicht bij' het podium zag ik, wat voorovergebogen in een- houding van intense aandacht, die bekende lange slanke figuur, dat scherpgeteekende profiel met het witte puntbaardjeden componist. Dat was maar een oogenblik: die waarneming van de omgeving. Want toen vergat ik haar al omdat hij, de achtenzeventigjarige, mij evenals de anderen meevoerde in de bekoring van zijn schep ping. Hij verhaalde een oud^ Deensche sage van Elverhöi, den Elzenheuvel, maar hij verhaalde van de jeugd en sprak in zijn frissche, tintelende poëzie, in zijn voortdurend boeiend coloriet van rythmen en klanken, de taal der jeugd. Het is een droom, deze sage. Een jonge ridder valt in slaap op den Elzenheuvel. In zijn droom komen elfen tot hem, die hem verleidelijk ten dans nooden. Hij weerstaat haar verlokkingen, maar steeds wilder wordt haar dans. Dan wekt hanengekraai hem. Het droombeeld verdwijnt, hij denkt eraan en voelt zijn kracht. In het bewustzijn daarvan, sterk en trotsch, zet hij zijn reis door het leven voort. Dit teere moment in een menschenleven, deze belevenis „in twee acten" die in droom en be zinning misschien een enkele minuut zouden duren, heeft den componist bezield. En bezield in een rag fijne zuiverheid waarin elfen spelend lokken, waar in de muziek zwevend danst, waarin de afweer van den jongen ridder strak en vastberaden maar steeds voornaam blijft, waarin een groote melodie zich ontwikkelt zonder een enkel accent dat te ruw of te zeer op effect berekend zou klinken en dus de betoovering verstoren. De muziek rijst in een climax.... dan kraait de haan en het ont waken komt, het hoornmotief uit den aanvang keert weer. En toen de laatste noot was weggestorven brak een spanning en uitte zich in een storm van geest drift, wendde Schuurman die deze poëzie zoo aan stonds tot ons had weten te doen spreken zich met een gebaar tot die loge, boog stil glimlachend de schepper van deze nieuwe schoonheid in een tijd van woesten strijd en vernieling op aarde, ver rezen wij van onze zetels om hem onzen eerbied te betuigen, werd hij naar het podium gevoerd om een ware ovatie in ontvangst te nemen. Het is zelden dat een nieuwe muzikale schepping zoo aanstonds verstaan wordt. En ik verwonderde mij hoe zij tot wording kon komen in zulk een tijd. Na het concert vertelde de componist mij daarvan in erfcele rustige zinnen. „Ik heb haar wel ontwor pen in het begin van dit jaar, voor den lOden Mei", hij. Maar van den zomer heb ik alles uitgewerkt voor de instrumentale partijenEn het is ge gaan. Het is heel mooi gespeeld en zooals ik het bedoelde ,U bent een gelukkig menschdacht ik hard op en hij glimlachte en zei: „Ik héb wel eens eer der gedacht dat het nu toch mijn laatste werk zou zijn, dat het de laatste maal zou wezen. Maar neen Zoo viel een triomf als waarvan jonge kunste naars droomeai nog aan dezen begenadigde ten deel. En later greep de dirigent mijn mouw en zei vol geestdrift: „Wat een prachtige winst voor ons re pertoire" en ik antwoordde iets over een rythme dat mij zoo getroffen had en hij snelde naar een piano en gaf het aan: „Dit! Natuurlijk! Interes sant En zoo weet ge het dan dat de wereld steeds opnieuw met schoonheid verrijkt wordt, ook en zelfs in dezen tijd en dat dit pas weer geschied is ito een geval dat ik u noem, door een ouden man in wiens ziel de frischheid en de tinteling der jeugd zijn blijven leven en die dankbaar is dat hem dit is gegeven. Straks, als deze nieuwe schepping ook u bereikt, zult gij, met mij. hem dankbaar zijn. BERLIJN, 25 November (D.N.B.) Het op perbevel der weermacht deelt mede: „In den nacht van 24 op 25 November heb ben talrijke eskaders bommenwerpers haven en industrie-installaties in Bristol aangevallen. Onafgebroken achter elkaar vlogen de Duit- sche gevechtstoestellen boven hun doel en wier pen bommen neer van zoo zwaar kaliber dat naar de bemanningen in den vuurgloed, die de stad als bij dag verlichtte, konden waarnemen heele blokken huizen instortten. Bij een gasfabriek ontploften verscheidene gashouders met geweldige steekvlammen. Lange rijen pak huizen stonden in brand. De bemanningen der teruggekeerde vliegtuigen rapporteerden eens gezind, dat het effect van den aanval verras send groot was. Het luchtafweervuur was in den aanvang goed, maar werd spoedig minder tref zeker". Nader meldde het D.N.B. Duitsche verkenningsvliegtuigen, die Maandag den geheel en dag het werk der vernieling in Bristol konden waarnemen, hebben gemeld, dat de geheele stad nog steeds in zware zwarte rookwol ken is gehuld, die moeizaam door den nevel en de vochtige lucht opstijgen, af en toe onderbroken door de schrille vlammen wan nog niet gebluschte branden. Minstens 45 groote branden konden worden ge teld. Daartusschen woedde een aantal kleine en middelgroote branden, die heele straatblokken en huizengroepen hebben aangetast. Het zuidelijk deel van de haven schijnt bijzonder zwaar te zijn ge troffen. In de fabrieken en industrieele installaties zag men tien loodsen van 150 tot 200 M. lengte in brand staan. In het noordwestelijk deel der stad werden vijftien uitgestrekte branden geteld. Een 400 meter hooge steekvlam sloeg op uit de door brisantbom men getroffen gasfabriek van de „Bristol Compa ny and Floating Harbour", een gashouder is na het bombardement met een reusachtige ontploffing in de lucht gevlogen en volkomen verpulverd. De in deze stad bijzonder talrijke groote maalderijen en graanpakhuizen brandden, mede door den krachti- gen wind, als stroo, waardoor ontzaglijk groote schade is toegebracht aan de ravitailleering van stad en omgeving. Kortom een verwoestend ver nielingswerk. Bristol met zijn 380.000 inwoners en met een jaarlijkschen omslag van omstreeks 3.1 millioen ton ter waarde van bijna veertig millioen pond, is evenals Southampton, op het gebied van den buitenlandschen handel voor Engeland van de al lergrootste beteekenis. Nog belangrijker dan Southampton is Bristol vooral voor de voorziening van Londen met in voerartikelen van allerlei slag. Speciaal levensmiddelen, die in convooien aan de Westkust aangevoerd worden en dan per spoor via Swindon en Reading naar Londen gaan. Uit een oogpunt van handelspolitiek heeft ge noemde haven vooral beteekenis voor den in voer van graan en meel, dat in reusachtige silo's in de haven opgeslagen wordt. Tien procent van den Britschen graaninvoer kwam in vredestijd via Bristol binnen. De kade-installaties van het havenbekken zijn ook dicht bezet met loodsen voor het opslaan van groote hoeveelheden hout en tanks voor petroleum De vernieling van deze installaties is opnieuw een zware slag voor het Britsche economische leven in zijn geheel. De havens van het Portishead Dock met hun uitgestrektheid van omstreeks anderhalven kilo meter omvatten o.a. de groote electrische centrale, waarvan de stroomvoorziening van het geheele disrict van Bristol afhangt. De vernieling van deze centrale leidt tot ernstige storingen in het haven en andere verkeer, alsmede voor de industrie en het leven der bevolking in het geheele gebied van Bristol. Door de ontploffingen van de gashouders en gasfabrieken is Bristol bijna geheel zonder gas- toevoer. Japansch profest te Batavia. Wegens mishandeling van een Japansch echtpaar. TOKIO, 25 November (D.N.B.) De Japansche consul-generaal te Batavia heeft vanochtend een officieel protest ingediend bij de Nederlandsch-In- dische autoriteiten tegen de mishandeling van een Japansch» echtpaar door de Nederlandsch-Indische politie. In officieele kringen in Tokio hecht men volgens Domei ernstige beteekenis aan het voorval. (De Nederlandsche tuinbouw zal waarschijnlijk voor 1941 eenige verruiming van de teelt onder glas verkrijgen, o.a. voor groenten in druivenkassen.) Sinds alweer een aantal jaren Hebben telers onder glas, Tot hun scha moeten ervaren, Wat 't begrip beperking was. Zij moesten als vogels leven, In eeil glazen kooi gedaan, Waarin 't hun niet was gegeven, Flink de vleugels uit te slaan. Zij verdienden er wel mede, Maar, zoover 'k vermoeden kan, Weinig kas-geld, eer instede, Meer dat geldt als kas-sian. Nu wordt dit opnieuw geregeld, Voor de broeikas uitgebroeid. Als dat strakjes wordt bezegeld. Zijn ze niet meer zoo besnoeid. Dan breken tot hun verblijden Betere kas-tijden aan, Wat bevrijd van het kastijden, Dat hun kas eerst moest doorstaan. Dus de brave telers hopen, Dat een prachtig kas-stuk speelt, Ais ze grif kunnen verkoopen, Wat hun kas weer ruimer teelt. Aan de ingezetenen de provincie Noordholland De ondergeteekenden, tezamen vormende de Eerecommissie voor de provincie Noordholland van de Stichting „Winterhulp Nederland", doen een beroep op hunne mede-ingezetenen in het gewest, om het doel der Stichting aan behoef tige Nederlandsche staatsburgers zonder aanziens des persoons hulp en ondersteuning te verschaf fen te helpen verwezenlijken. Reeds aanstonds kunnen zij hiertoe medewer ken door hun krachtigen steun te verleenen aan de Nationale Collecte, welke op 29 en 30 Novem ber e.k. in alle gemeenten zal worden gehouden. Niet alleen door het betoonen van milddadigheid maar ook door het aan den dag leggen van of fervaardigheid. Elke gift is nog geen offer. En offers zijn noodig, zal niet slechts worden voorzien in de dringendste behoeften van velen, maar zal ook eenige vreugde worden gebracht in de gezinnen van talrijke medeburgers, wier leven van alle licht en glans is ontbloot. De tijden zijn moeilijk en de eischen zijn vele. Brengt niettemin uw offer met dezelfde blij moedigheid als waarmede het zal worden ontvan gen door allen, voor wie de Winterhulp een uit komst zal zijn. Een betere toekomst, als de vrede is hersteld en de welvaart herleeft, moge U voor Uw weldadig heidszin beloonen! Mr. Dr. A. baron Röell, Commissaris der provin cie Noordholland, Voorzitter. Mr. A. A. Aberson, Bentveld: D. Blankevoort, Bloemendaal; Mr. Dr. J. A. E. Buiskool. Schagen; Mr. Dr F. A. Bijvoet, Haarlem; W. van Dok. Beverwijk; W. J. R. Drees- mann, Amsterdam;Dr. M. D. Dijt, Haarlem; J. Groen Azn.. Alkmaar; Mevr. J. M. van Kinschot Dorhout Mees, Alkmaar; Dr Th. Koot, Haarlem; P. A. de Lange, Alkmaar; M. A. van Leeuwen, Enkhuizen; G. H. de Marez Oyens JCzn.. Amster dam (Z.l; A. C. Metzelaar, Amsterdam; A. W. Michels, Haarlem; Mr. A. Moens. Beverwijk; Mevr. J. van Nispenvan Wely. Heemstede: R. W. P. Peereboom, Heemstede; S. Plekker Heemstede, S. Prins Azn., Bloemendaal, J. W. de Ruiter, Am sterdam (Z.); Mej. A. C. Schippers, Amsterdam; K. H. Tusenius, IJmuiden; C. F. J. Verbeek. Hil versum; J. J. Verfaille. Den Helder; J. Versteeg, Monnikendam. Het Bureau van den Provincialen Directeur, Mr. A. J. Backer, is gevestigd aan het Kenaupark 1, te Haarlem, telefoon nr 11916 Gironummer 395800. Bankier: Incassobank Haarlem (Girono. 20060). De aanmelding van Joodsche ondernemingen. Van bevoegde zijde wordt er nogmaals de aandacht op gevestigd, dat de aanmeldingster mijn op 30 November 1940 afloópt en dat de genen, die op dat tijdstip hun aanmeldingsplicht niet vervuld hebben, op de in de verordening voor ziene straffen moeten rekenen. De daartoe noodige invulformulieren zijn bij de Kamers van Koophandel verkrijgbaar. De Engelsche luchtaanvallen in Nederland. 's-GRAVENHAGE, 26 Nov. In den nacht van Maandag op Dinsdag hebben Engelsche vliegers eenige bommen op Nederlandsch gebied neerge worpen. De schade is gering. Vier woonhuizen zijn beschadigd, een meisje is gewond. Verbetering in de Japansch- Amerikaansche betrekkingen TOKIO, 26 November. (D.N.B.) Volgens Domei koestert men in Tokio groote verwachtingen van een verbetering in de gespannen betrekkingen tusschen Japan en de Ver. Staten, in verband met de verandering in den post van Japanschen ambas sadeur te Washington. Dezer dagen wordt de of ficieele benoeming van den nieuwen ambassadeur Nomoera, verwacht. Men wijst er op dat men met het oog op het kritieke stadium van de verhouding tusschen Japan en de Vereenigde Staten als op volger van Horinoetsji een man van groot kaliber heeft uitgezocht. Daarom heeft men Nomoera be noemd. De 150.000ste inwoner eind 1942, begin 1943! Trek naar buitengemeenten verminderd. Haarlem blijft groeien! Van 1 Januari tot 30 September 1940 steeg het aantal inwoners van 140468 tot 142.789. Een vermeerdering dus van 2321 in 9 maan den. Als dit tempo zoo blijft is het aan te ne men dat de 150.000ste Haarlemmer eind 1942, begin 1943 begroet kan worden. Het geboortecijfer is vrij hoog, het varieerde in de maanden van dit jaar van 15.3 tot 20.1. In de laatste jaren was het cijfer gemiddeld lager, over 1938 was het 17.3, over 1939 17.0. De sterfte is in de wintermaanden altijd hooger dan 's zomers. De cijfers zijn: Januari 13.0, Fe bruari 11.6, Maart 9.9, April 10.7, Mei 9.2, Juni 8.2, Juli 8.5, Augustus 6.6 en September 7.2. De bevolking van Haarlem wast dus aan door een vrij belangrijk verschil tusschen geboorte en sterf te. De toeneming door het verschil tussöhen vesti ging en vertrek is evenwel nog belangrijker. In de eerste 9 maanden van dit jaar vestigden zich te Haarlem 7886 personen terwijl 6429 Haarlemmers naar elders vertrokken. Een vestigingsoverschot dus van niet minder dan 1457. Er is een tijd geweest dat de omliggende ge meenten Haarlem veel concurrentie aandeden en veel meer Haarlemmers naar zich toetrokken dan zij verhuizende inwoners aan Haarlem moesten af staan. Nu blijkt de toestand veranderd te zijn in het voordeel van Haarlem. Nu vertrokken in de eerste 9 maanden van dit jaar 455 Haarlemmers naar Bloemendaal, terwijl 468 Bloemendalers zich te Haarlem vestigden, 478 Hecmstcdenaars kozen Haarlem als w-oon- plaats, 458 Haarlemmers verhuisden naar Heem stede. Heemstede en Bloemendaal leverden dus nu elk een klein surplus voor Haarlem op. Voor Bennebroek zijn de cijfers: naar Benne- broek vertrokken 17, uit Bennebroek gekomen 21. Gunstig verschil 4, Voor Haarlemmerliede: gekomen 55, vertrokken 33; gunstig verschil 22. Voor Velsen: gekomen 399, vertrokken 219; gun stig verschil 180. Haarlem heeft altijd veel aantrekkingskracht ge had voor Amsterdammers, ook al is het eep feit, dat daarnaast veel Haarlemmers naar de hoofdstad: vertrokken. Nu zijn de cijfers over de eerste 3 kwartalen van 1940: Uit Amsterdam gekomen 1271 personen, naar Amsterdam vertrokken 976. Gunstig verschil 295. De Haarlemmers betoonden zich nog steeds trouwlustig. In de eerste 9 maanden van dit jaar werden 846 huwelijken gesloten. Dit is wel minder dan in 1939, toen er in dien zelfden tijd 961 parea naar het Stadhuis trokken, maar 1939 stond be kend als een recordjaar, doordat veel mobilisatie- huwelijken werden gesloten. 1940 wordt in elk ge val veel hooger dan 1938, want toen kwamen in het geheele jaar slechts 1018 huwelijken tot stand. Het aantal echtscheidingen blijft vrijwel op een hoogte, nu zijn er in 9 maanden 50, over het jaar 1938 waren er 75 en over 1939 88. Rijksmaarschalk Hermann Göring bezocht dezer dagen een verdedigingsposf aan de Kanaalkust. (Foto Weltbild.) HEDEN: 10 PAGINA'S. R. P.: Elkaar helpen. Elverhöi pag. 1 jj pag. 1 S H De groei van Haarlem; trek naar de g buitengemeenten vermindert, pag. 1 g De vermindering van het aantal B werkloozen te Haarlem. pag. 9 g De post en de duisternis. pag. 9 jl Langs de Straat: Mislukt bezoek van j§ St. Nicolaas. pag. 3 g Joh. Chr. W.: Bij de honderdjarige jj herdenking van prof. Hugo Verriest. g pag. 3 g Flitsen: Gezelschap. pag3 g Voor lange avonden. pag. 5 B Laatste Berichten op pagina 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 1