Oudz scAeepsmaddhtt
3
Fluiten en Pinasschepen.
Mastwortels en Knodsebollen.
AGENDA.
Litteraire Kantteekeningen.
FLITSEN
HET ZWARTE PIET-PROBLEEM.
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1940
TT A A R Ti Z. M'S D A" GBCS D
Hollandsch Fluitschip.
Men zegt, dat Socrates in een oogenblik van oot
moedige zelfkennis heeft uitgeroepen: „Het eenige
wat ik weet, is, dat ik niets weet". Men behoeft
geen wijsgeer te zijn, om na een bezoek aan de
tentoonstelling van oude scheepsmodellen, die mo
menteel in het Scheepvaartmuseum aan de Cor
nells Schuytstraat te Amsterdam wordt gehouden,
tot dezelfde erkenning te komen. Men moge een
boeier van een tjotter kunnen onderscheiden, een
lark van een schouw en een B.M. van een Regen
boog, wie tusschen de vitrines van het Amsterdam-
sche museum verzeilt, bekent het zichzelf deemoe
dig, dat hij van het zeventiende-achttiende, ja zelfs
negentiende eeuwsche vaartuig toch maar een
schimmetje weet.
Dat is toch wel jammer. Iedereen weet, dat de
Hollanders altijd nogal stoute zeevaarders zijn ge
weest en in heel wat zee-oorlogen hebben getoond,
vertrouwd met de navigatie te zijnt maar op wat
voor soort schepen die zeventiende eeuwsche pik
broeken hun zeebeenen plantten, op welke bodems
Kees Tromp en Michiel de Ruyter het commando
voerden, zie, daarvan weet iemand, wiens vak 't zoo
niet is. toch maar een heel klein beetje. En daarom
was het een goede gedachte van de leiding van het
Scheepvaartmuseum, ons vooi'stellingsvermogen te
hulp te komen met een aantal modellen van schepen
uit den ouden tijd.
Laat mij u er een kleinigheid in leekentaal van
vertellen, terwijl we in gedachten tusschen de mo
dellen door drentelen. Dat het Fluitschip een vroe
ger algemeen voorkomend model zeilschip was weet
ge allicht, maar dat ze gekenmerkt waren door een
ronden achtersteven is u misschien niet zoo bekend.
Het waren schepen met sterk ingehaalde boorden,
niet omdat berekening of ervaring dien vorm
voorschreef, maar omdat daardoor de tol, die bij
het passeeren van de Sont moest worden betaald,
verminderd kon worden. Het is een wijs volk, dat
op de kleintjes weet te passen. Dit pinasschip ver-
Voor Uur Postpapier
Zijlstraat 51 tel.10597
(Adv. Ingez. Med.)
xo i 'a AKiin 'r 7.'/ 'py 11H
ssjfepao 2% LE/DjsSJS® i'I
0MSTERDQM:,*fC«V
PRRDfiPP.-GROENTE -VLEESCH
EEN REEKS VAN SCHOTELS. OVERTREFT
ALLES! GEEN FOOIEN. BEDIENING 10%
(Adv. Ingez. Med.)
Heden:
'6 ZATERDAG 30 NOVEMBER.
Stadsschouwburg: „Familiefeest" door „Het Mas
ker". 7.30 uur.
Frans Hals Museum. Tentoonstelling „Kunst zij
ons doel", 104 uur.
Luxor Theater: „Op stap", 2.30, 6.30 en 8.45 uur
Palace: „Moordzaak Holm", 2, 6.30 en 8.45 uur
Frans Hals Theater: „Verbannen", 2.30, 6.30 en
8.45 uur.
Rembrandt Theater: „De Postmeester", 2.30, 6.30
en 8.45 uur.
ZONDAG 1 DECEMBER
Stadsschouwburg. Voordracht Charlotte Kohier:
„Filomeentje", 2.15 uur.
Gebouw Vrije Evang. Gemeente. Jansweg 34:
Inwijdingsdienst, 10 uur.
Rembrandt Theater. Populair-wetepjchappelijke
voorstelling: „Mahamoelia", 11.30 uur.
Palace: „Moordzaak Holm", 11.30 uur.
Luxor Theater: „Op stap", 11.30 uur.
Frans Hals Museum. Tentoonstelling „Kunst zij
ons doel", 104 uur.
Bioscooptheaters. Voorstellingen des middags en
des avonds.
MAANDAG 2 DECEMBER.
Stadsschouwburg: „Het Nederlandsch Ballet".
2.30 en 7.30 uur.
Frans Hals Museum. Tentoonstelling „Kunst zij
ons doel", 104 uur.
N.V. Haai-1. Sodafabriek. 2e buitengew. alg. ver
gadering v. aandeelh. Café-rest. Brinkmann, Groote
markt. 4.30 uur.
Bioscooptheaters. Voorstellingen des middags en
des avonds.
ROOSTER VAN APOTHEKEN.
Van 30 Nov. tot en met 6 Dec. zijn op Zon
en feestdagen en op werkdagen gedurende de
avonduren (na 8 uur) en nachturen (tot 8 uur
's morgens) geopend:
Firma Duym en Keur, Keizerstraat 6. Tel. 10378.
Firma Begemann en Sneltjes, Kruisweg 30. Tel
10043.
Marnïx Apotheek. Marnixstraat 65. Tel 23525
Te Heemstede is geopend:
Heemsteedsche Apotheek, Binnenweg 98, Tèl.
f8197.
schilt zooveel niet van de Fluit. Het was aen mo
del, dat zoowel voor de oorlogvoering als voor de
koopvaardij bij de O.-I. Compagnie werd gebruikt.
Het onderscheid met het fluitschip bestond hierin,
dat ze een platten spiegel hadden, waarop de huid
gangen eindigden. Een oogenblikje. daar liggen
teekeningen van den grooten Van der Velden, den
man, aan wien we heel wat materiaal van recon
structie van zeeslagen danken. Ditmaal is het even
wel geen oorlogsbedrijf, dat hij in beeld heeft ge
bracht, maar een Staten-jacht voor den een of
anderen stadhouder, een spelevaar-dingske, waar
aan intusschen heel wat sculptuur den fraaien bouw
sierde.
Die driedekker daar behoort tot een uitzonder
lijk type in de Nederlandsche scheepvaart. Hoe
krijgshaftig het er ook uitziet met zijn tientallen
stukken geschut, de Nederlandsche Zeemacht heeft
er van 16821721 maar 19 gehad. Ze waren ruim
170 voet lang en met 80 tot 106 kanonnen bewapend.
Ze waren dus nogal wat mans, maar schijnen over
't algemeen toch niet voldaan te hebben. Hier, op
deze plaats ziet ge de koopvaardijvloot der reede-
rij B. Kooy Jzn. en Boissevain en Kooy in 1844.
We tellen er 16 zeilschepen op; de Nederlandsche
reeder heeft de zaken nooit bekrompen aangepakt:
er viel aan de verre kusten zooveel pionierswerk
te verrichten.was het niet het Hollandsche
koopmanshuis Van Eeghen, die met haar Holland
Land Company in het jonge Noord-Amerika gron
den kocht, waarop later New-York verrees en aldus
de waarde van dit object het eerst begreep en in
het licht stelde?
Het kofschip „Zwaan" uit 1857 toont ons het
model van een schip, dat in de 18e en 19e eeuw al
gemeen voor de groote kustvaart in gebruik was.
Pinasschip uit het midden der 17de eeuw.
Het waren kloeke vaartuigen, eenigszins vierkant
aan voor- en achterschip, maar niettemin nobel
van vorm.
Het is toch wel verduiveld aardig, al die scha
pen. waarvan je de namen wel eens gehoord hebt
maar niet thuis kunt brengen zoo in model voor
je te zien. En waar de modellen ontbreken ver
goeden teekeningen het gemis: Sloepen, fregatten,
brikken, kanonneerbooten, bommen,, knodse
bollen (wat dat zijn weet ik niet, maar
't is een prachtig woord), aken en loodsbooten.
wat is er al niet in dien ouden tijd van stevige
schepen door knappe teekenaars in beeld gebracht!
SCHEEPSMODELLEN.
Dan poozen we weer even bij zoo'n geweldenaar:
een zwaar Hollandsch oorlogsschip, bewapend met
82 stukken en dateex-end van ongeveer 1665. Dat
was dus de Tweede Engelsche oorlog. En nu is er
toch maar weinig verbeelding noodig of je ziet hier
Jan Evertsen of een Michiel de Ruyter op de
kampagne staan, gereed voor 't gevecht en klaar,
om het zijn de woorden van Cornells Tromp
een braven dans te dansen.
Vergeef dat ik den stroom van historische her
inneringen stuit, maar wat zijn dat voor pagode
achtige voorwerpen van fraai gebeeldhouwd eiken
hout, kunstig bewerkt en voorzien van schoone
motieven? Het zijn masttoppen, of, zooals men toen
zeide „mastwortels", die op binnenschepen en
kustvaartuigen werden aangebracht en even sier
lijk moeten hebben gestaan als dat ijzeren scheepje,
dat eenmaal windvaan op een grooter schip ge
weest is.
Zie nu tegenover zoo'n admiraalsschip zoo'n sim
pel gebouwden boeier uit 1751. 't Was een Dordtsch
prezier vaartuig, maar ik verzeker u, dat je ze
tweehonderd jaar na dato nog precies zoo aantreft
op de Hollandsche plassen. Nu, oud of niet. bouwen
kónden onze menschen. En toch is dat een kwestie
apart. „De scheepsbouw" aldus licht de tentoonstel
ling ons voor, „in de 17e eeuw berustte voorname
lijk op proefondervindelijke gegevens, op over
levering van vader op zoon, terwijl van een bereke
ning op theoretischen grondslag in die dagen nog
weinig sprake was. Toch bewijzen de enkele, bewaard
gebleven, scheepbouwkundige teekeningen, dat
„bouwteekeningen" toen al niet geheel en al onbe
kend waren, zij het dan ook, dat ze weinig over
eenkomst vertoonen met de degelijke teekeningen
uit later eeuwen.
Overigens stond ons land bij andex-e naties niet
ten achter en belangrijke opdrachten, zelfs voor
oorlogsschepen en koopvaax-ders bewijzen, dat wij
een goeden naam als scheepsbouwers hadden in de
17e eeuw. Spoedig daarna raakten wij achter en
Tsaar Peter van Rusland, die in 1697 gedurende 3
maanden op de werf der O.I. Compagnie te Amstei'-
dam werkte om den scheepsbouw te leeren moest
vei"klaren, „dat de Hollanders d'volkommentheid
de bouwkunst op de geometrische wijze niet
hebben".
Over dien zeventiende-eeuwschen schepenbouw
heeft de bekende Amsterdamsche burgemeester
Nicolaas Witsen een werk geschreven, dat nog
steeds als standaardwerk geldt, 't Is hier aanwezig,
zoogoed als een porti-et van den magistraat. Bekijk
den fijnen kop maar eens goed. Maar dan troon ik
u toch even mede naar den Enkhuizer beurtman,
wel te verstaan naar zijn schip, zooals dat in het
begin der vorige eeuw over de Zuiderzee zwierde.
Een paar stoombooten doen wat vreemd aan bij
al die zeilschepen, 't Zijn x-adei-booten, die we hier
ook al geprobeerd hebben (de eerste Batavier-boo
ten op Londen behoorden er toe) en dan, als repre
sentanten van het laatst der 19e eeuw een schroef-
stoomschip, de Atjeh en de kruiser „Gelderland",
die. zooals men weet, nog van 1898 dateert.
Wat nog meer in dit vluchtig praatje van de
tentoonstelling te zeggen? De afbeelding van dat
Zaansche trekjacht, dat in den tuin van 't museum als
een bruinvisch op 't droge ligt, hebt ge al irt dit
blad gezien. Maar er is nog zoo heel veel, dat de
bezichtiging, de aandachtige beschouwing waard
is van ieder, die den zin voor den rijkdom en de
schoonheid van ons zeewezen van 1600 tot 1900 be
waard heeft. Welnu: van Haaidem naar Amsterdam
is weinig meer dan een tx-amritje en lijn 16 brexigt
u tot voor de deur van 't Museum.
J. W. F. Werumeus Buning.
„Lof van Nederland" en
„Dagelijksch Brood". Twee
uitgaven van Querido's U. M.
Door den uitgever van Buning's Maria Lecina
werden een paar werken van denzelfden dichter
op de Sintei'klaastafel gelegd, welke voor deze
dagen uitnemend geschikt zijn. „Geef een boek" is
een prachtig parool, maar helpt iemand die niet
weet, wat hij dan wel geven moet, niet uit de
verlegenheid. Weet hij dat de begiftigde van ge
dichten houdt, dan zal hij door één dezer uit
gaven te kiezen vermoedelijk genoegen van zijn
gave beleven. Hier boven schreven wij de titels
eener bloemlezing uit anderer werk en van een
samenvatting van een aantal van Buning's eigen
gedichten uit de laatste jaren. De bloemlezing,
waarvan de goede bedoeling was een honderdtal
versen bijeen te brengen, waarin een en ander
van den Nederlandschen aard en het Nederlandsche
landschap beschreven staat, wordt op de titelpagina
beschreven als zijnde een verzameling zoowel van
ouds beproefde als kortelings geschreven gedichten,
verzen en rijmen, waarin de schoonheid des vader
lands te water en te land wordt zichtbaar ge
maakt, mitsgaders eenige beschrijvingen van de
maan en van schoone bloemstukken, vrouwsper
sonen en andere aanverwante zaken".
De genoegelijke wijze waarop een bont allerlei
hier wordt ingeluid is geheel in overeenstemming
met den inhoud: op het een en ander dat ons be
kend is, of waarbij wij doen alsof, volgt een ver
geten poëet uit de achttiende eeuw met een
gansch eigen toon. De rivieren, de steden, de pol
ders, ze vonden steeds hun dichters; drinklied en
psalmgezang wisselden steeds elkaar af, zooals be
spiegeling en natuurimpressie de afwisselende
thema's zijn der dichters onzer dagen. Het valt op
dat er thans veel. zeer veel gedicht, doch weinig
gezongen wordt. Juist in zulk willekeurig samen
brengen van namen en verzen komen opmerkelijke
verhoudingen aan den dag. Breeroo's Boerengezel
schap zal den lezer eer bekend zijn dan Rotgans'
Boerekennis en Vondel's Lof der Zeevaart eer dan
de Lof der Jenever van den dichter Hennebo, die
tooh nog tot in het begin der vorige eeuw op aller
lei manier wei-d nagevolgd en geparodieerd. Waar
mee we maar zeggen willen dat de lezer in dezen
bundel van honderd verzen, van Hooft tot Aafjes,
de grilligste combinaties kan samenstellen, het-
gen hem. er toe noopt het boek in zijn geheel door
te lezen, waai'door dezelfs bruikbaax-heid als ge
schenk bewezen is.
In den bundel Dagelijksch Brood verzamelde
Buning een aantal gedichten van hemzelf, van
vroeger en later datum, benevens eenige gelegen
heidsgedichten en vrije metrische vertalingen naar
Villon, Garcia Lorca en een Engelschen dichter.
De lezer zal hier den uitvoerigen proloog terug
vinden, door Buning bij Arti's feestviering in den
Stadsschouwburg bij het honderdjarig bestaan ge
dicht. Ook een ander (uit 1934) gemaakt na den
proeftocht van een nieuw schip in den tijd van
malaise. Buning's eigen gedichten zijn ongelijk
van waarde, onafhankelijk en soms onoorspronke
lijk tegelijkertijd, maar altijd goed-rond Hollandsch
en meestal sympathiek. In de eerste regels van een
oud vers, waarmee de bundel opent, steekt van het
één zoowel als van het ander:
„Wat ik betreur te hebben niet bezeten
Is het geluk van menig burgei-man;
De vrede van het huisgezin en van
De kinderen, die mee aan tafel eten".
P. H. van Moerkerken. Koning
Attila's Bruiloft. A'dam. F. N.
van Kampen en Zn.
Prof. Van Moei-kei-ken heeft dit jaar zijn vrien
den weer eens de verrassing bereid van een nieuw
romantisch historisch verhaal waarin de Hunnen-
koning Attila, de geesel 'Gods, als bruidegom van
de Schoone Hildico, die de dochter was van den
Boergondenkoning Gundakar en veiioofd met
Childerik, den zoon van Mei*owig, Koning der Fran
ken, optreedt.
Op een avond in de slotzaal van Gundakar's
hof doet een jonge Christenpriester het verhaal van
Judith en Holofornes, van de jonge vrouw die een
onoverwinnelijk veldheer met zijn eigen zwaard
den kop afsloeg en zoo haar volk redde. Hildico
en haar vader en broers hebben met aandacht
NIEUWE SERIE No. 167
Sinterklaas Senior
1. Vader komt belast en
beladen thuis eai probeert
met kniegestoot tegen de
deur de aandacht te trek
ken.
2. Hoort Mientje roepen
dat het Jantje wel zal
zijn, die zijn fiets naar
binnen probeert te krij
gen.
3. Roept dat het Jantje
niet is, maar ik, maar kan
zich niet verstaanbaar
maken.
4. Probeert te bellexx met
zijn elleboog, maar slaagt
niet.
5. Slaagt er in, een vin
ger vrij te krijgen maar
bel wordt niet gehoord
doordat Mientje juist is
gaan pianospelen.
6. Legt zijn pakken neer
en neemt zijn sleutel,
waarop moeder de deur
opent en vraagt waarom
hij niet eenvoudig geroe
pen heeft of gebeld.
naar het verhaal geluisterd, als Childerik, haar
verloofde, binnenkomt.
Kort daarna vallen de Hunnen onder Attila Gab
lië binnen. In den tegenstand die de Galliëx-s en
vooral de Auvergners bieden sneuvelen Hildico's
vader en broeders en zij zelve valt door een om
voorzichtigheid in Attila's handen.
De Hunnenvorst wenscht zijn collectie echtge-
nooten met dit prachtig specimen van blonde
vrouwenschoon te vermeerderen en als de veld
tocht naar Italië afgeloopen is stelt hij de bruiloft
vast.
In dien bruidsnacht zal hij sterven.
Niet zal Hildico als Judith zijn kop afslaan,
Maar in bruiloftsvreugde zal hij zonder leed ge
troffen worden, zooals dat door den raadsman One-
gesius ten behoeve der publiciteit geformuleerd
wordt.
Van Moerkerken heeft een pikant fait divers uit
de geschiedenis der Middeleeuwen in den hem zoo
vertrouwden, wel overwogen stijl en keurigen vorm
als pointe eener novelle gebruikt, die ge zoudt
haast zeggen „ondanks" de uitgebreide historische
eruditie, waarvan ze blijk geeft zich prettig
laat lezen. Eer het tot die pointe komt gunt de
schrijver ons een blik in de onrust van vroeger
tijden, en in de wenschen en begeerten van hen
die daarin leefden. Door de dichterlijke visie van
den historicus wordt de afstand der eeuwen over
brugd en zien wij wat in wezen onveranderlijk is
met een nieuwe belangstelling aan. Daarvoor kan
door P. v. d. HEM.
men bij dezen schrijver altijd tei-eeht en hem
dankbaar zijn
Ongeregelde Goederen. Een bundel
Purodicën door Cornelis Veth.
Adam. J. H. de Bussy.
De lichtgeschoeide Muze der spotternij is bij
Cornelis Veth gaarne te gast. In dit amusante
boekske, ter Sinterklaastafel zeer van pas beland,
wordt met litteraire beroemdheden het spel der
parodie niet ongeestig bedreven. Van de opstandi-
gen schept Veth de onhandigen, Flierefluiter's
metamorphose in Fluiteketel, die van Boefje in
„Schoffie" enz., doen al dadelijk zien in welke rich
ting Veth's spotternij zich hier beweegt. Hij heeft
zelf bovendien zijn werk geillustreerd zoodat men
in één bandje een tweekantig talent vertegen
woordigd vindt, zooals dat zelfs in het éénzijdige
hier te lande bijna niet wordt aangetroffen.
Met het oog op December mag voorloopg wel
even op een paar uitgaven gewezen worden die in
de komende dagen dienen kunnen. Een nieuwe
uitgave Willy Corsax-i „Een gast in uw huis", gaf
Leopold's U. M. in het licht. Een interessante
roman, waarop ik de volgende week terugkom is
„Buiten het Gareel", door een Soendaneesche, me
vrouw Soewarski Djojooespito geschreven en bij
W. de Haan vei-schenen. Zeer interessant voor wie
bekend is met of iets te weten wenscht van
het intellectueele streven naar zelfstandigheid der
Indiërs. En ik noem een Tibetaanschen roman
„Mipam", de lama der vijf wijsheden, door Lama
Yongden, in een Nederlandsche vertaling door Van
Loghem Slaterus te Arnhem uitgegeven.
J. H. DE BOIS.
Voor
Vak.
Opticien
Rijksstraatweg 12
16658
b/h Soendaplein
(Adv. Ingez. Med.)
PIANO en ORGEL stem!
F. MOLENAAR, ƒ5.p. jaar, 4 keer. Repareert,
stemt, ook buiten de stad. Telef. 13795, Schalk-
burgergracht 38, Haarlem-Noord.
(Adv. Ingez. Med.)
t[- v>—.r-4 p
,lk zal je maar een streekje geven. Piet anders raak ik je in het donker kwijt"
Radio Technische School
„Haarlem".
De Radio Technische School „Haarlem", die on
geveer vier jaar gevestigd is geweest in het per
ceel Zijlweg 23 te Haarlem heeft in dezen vrij kor
ten tijd reeds zooveel succes gehad, dat de directeur
de heer J. L. J. van der Werff, zich genoodzaakt
heeft gezien naar een ruimer behuizing uit te zien,
want alle lokalen in eerstgenoemd perceel waren
zóó dicht bezet, dat er geen leerling meer kon wor
den aangenomen. Hoewel de tijdsomstandigheden
niet gunstig zijn, heeft de heer Van der Werff het
aangedui-fd, beslag te leggen op het ruime perceel
Kleine Houtweg 31, dat voor dit doel uitstekend
geschikt is. In de groote beneden-suite zijn onder
gebracht de seinzaal en een theorielokaal: op de
eerste verdieping een leskamer voor radio-techniek,
waar de leerlingen reeds woi'den onderwezen in
aardrijkskunde, Engelsche taal en administratie.
Hier is ook het kantoor voor den directeur. Op
de tweede verdieping is de practische afdeeling
gevestigd. Hier kunnen de leerlingen zich be
kwamen in boren, vijlen, zagen, soldeeren enz.,
enfin, in alles wat tot dit uitgebreide vak behoort.
De afdeeling A, Radio-telegrafie, leidt op voor
de rijksexamens radio telegrafist ter koopvaardij,
bij de luchtvaart en zendvergunning (radio zend
amateur).
De afdeeling B, Radio-techniek, leidt op voor de
vereenigingsexamens radio technicus en monteur en
geeft alsmede onderricht in de aanverwante vakken:
radio-distributie, opneming- en filmtechniek en
televisie.
VRIJE EVANGELISCHE GEMEENTE.
Naar men ons mededeelt is het den Kerkeraad
der Vrije Evangelische Gemeente te Haarlem ge
lukt een betere vergadergelegenheid te vinden.
Met ingang van Zondag 1 December a.s. zullen
de Godsdienstoefeningen niet meer worden ge
houden aan de Parklaan 106, doch in het voor
malig Christelijk Militair Tehuis, Jansweg 34 te
Haarlem, in welk gebouw ook alle vereenigingen
der gemeente zullen worden ondergebracht.