Prof. van Dam houdt radiorede.
Familiefeest"
Fa Gebrs Vermeulen
MAANDAG 2 DECEMBER 1940
HA'A RE EM'S DAG BE
A' D
2
Dringend beroep op ouders, opvoe
ders en leerlingen mede te werken
aan de toekomst.
Zondagavond heeft over de zenders Hilversum
1 en Hilversum 2 prof. dr. J. van Dam, secretaris
generaal van het departement van opvoeding, weten
schap en cultuurbescherming een rede uitge
sproken, waaraan het volgende is ontleend:
„Wij leven in moeilijke tijden. Maar is dat niet
vrijwel'altijd zoo geweest? Was de glorïethijd van
de 17e eeuw met zijn talrijke oorlogen en rampen
soms eenvoudig om te beleven? Iedere tijd is moei
lijk voor ieder denkend en levend mensen en het
verschil zit in het algemeen slechts in den graad
der moeilijkheid, en ik geef gaarne toe, dat de moei
lijkheden, die ons volk thans doormaakt, de groot
ste zijn sinds een eeuw, grooter dan die, waarvoor
ons de wereldoorlog van 1914 tot 1918 plaatste. Deze
moeilijkheden zijn niet uitsluitend en zelfs niet in
de eerste plaats van materieelen aard. Het zijn
vooral moeilijkheden van geestelijken aard. Het is
uitermate bezwaarlijk te midden van deze het
geestelijk evenwicht te bewaren, afstand te houden
tegenover de vele indrukken, ervaringen, meenin
gen, geruchten en alarmeeringen, die wij dagelijks
in ons opnemen. Dat uit zich in allerlei symptomen,
die ook ons onderwijs bedreigen: onrust, misver
standen, gebrek aan concentratie, opwinding over
geruchten, gewilde of ongewilde verkeerde uitleg
van maatregelen en voorschriften, zijn aan de orde
van den dag. Daarbij komt natuurlijk voor allen,
die verantwoordelijk zijn voor het welzijn van kin
deren, de zorg voor het dagelijksch leven en de
zorg voor hun toekomst.
Om ons zelf uit dezen toestand te bevrijden, is
in de eerste plaats noodig het inzicht, dat deze tijd
van verwarring en chaos voorbijgaat. Dat inzicht
schenkt ons in de eerste plaats de geschiedenis.
Wat wij beleven, is het noodlot, of, zoo men wil,
het voorrecht, van slechts enkele generaties van
menschen. Wij beleven niet een oorlog, maar een
omwenteling, 'n revolutie, die uiteindelijk aan onze
wereld een uiterlijk zal geven, dat in vele essen-
tiëele dingen afwijkt van dat van de vroegere.
In dit licht bezien, mag ik u erop wijzen, dat het
nogal meevalt. Deze revolutie is volstrekt niet zoo
bloedig en heftig als vroegere wel waren, omdat zij
voltrokken wordt door den wil van een macht, die
in de eerste plaats op ordening, niet op wanorde en
chaos is gericht. Wij Nederlanders kunnen aan de
ontwikkeling van die revolutie niets af of toe doen.
Het eenige, wat wij kunnen en naar mijn overtui
ging moeten, is, ervoor zorgen, dat de gevolgen van
deze revolutie voor ons volk, voor onze kinderen
zegenrijk worden.
Want dit is het, wat ik vooral tot de Nederland-
sche ouders zou willen zeggen: wij, ouders, moeten
er ons van bewust zijn, dat wij de maatschappij
niet voor ons zelf bouwen, maar voor onze kinde
ren, en dat die maatschappij in hun belang een
gelukkigen vorm moet krijgen. Wij mogen nooit ver
geten, dat onze kinderen de eerste Nederlandsche
generatie vormen sinds ruim een eeuw, die de
oorlog in eigen land heeft gekend. Zij moeten er
van worden doordrongen, dat de nooden van
dezen tijd niet vergeefsch zijn gweest, dat er na
dezen tijd een voor Europa, gelukkiger periode zal
aanbreken. Daartoe moeten zij worden opgevoed
in een geest, waarbij het Nederlandsche element
met allen behoorlijken nadruk wordt geaccentueerd
maar die niet wil, dat de verhouding tot andere
volkeren, met name het Duitsche volk, en de
verhouding van de verschillende volksgroepen on
derling, die immers alleen in de middelen, niet in
het doel verschillen, wordt vertroebeld. Wij zijn
allen Nederlanders en willen dat blijven. Wie bij
zijn kind thans in plaats van liefde en saamhoorig-
hèidsgevoel haat en onverdraagzaamheid kweekt,
schaadt daarmede niet alleen zijn eigen kind, maar
ook de Nederlandsche volksgemeenschap, waarvan
het later deel zal uitmaken.
„VERBODEN" BOEKEN.
In dit licht moet men ook een maatregel zien,
die onder alle betrokkenen veel opwinding en mis
verstand heeft veroorzaakt, de kwestie van de z.g.n.
„verboden" schoolboeken. In werkelijkheid zijn er
geen schoolboeken verboden. Er zijn twee groepen
van boeken uit het verkeer genomen: die boeken,
die één of meer in de tegenwoordige situatie onge
schikte of, wat meer voorkomt dan men aanvanke
lijk zou meenen, voor het Duitsche volk en zijn
leiders kwetsende passages bevatten en daarnaast
die boeken, die de daartoe ingestelde controle-com
missie tengevolge van tijdgebrek op den daarvoor
gestelden termijn nog niet had kunnen contro
leeren. Deze boeken zullen zoo spoedig mogelijk
aan het onderwijs worden teruggegeven, zoo noodig
nadat de noodzakelijke wijzigingen met medewer
king van de uitgevers en het docerend personeel
der scholen zijn aangebracht. Ik ben ervan over
tuigd, dat ik op de medewerking van deze beide
groepen geen vergeefsch beroep doe.
Tot de opvoeders in meer specialen zin, tot hen
dus, die aan een Nederlandsche school onderwijs
geven, kan mijn raad en dringende bede geen
andere zijn: bederft de resultaten van uw onderwijs
niet door af te breken inplaats van op te bouwen,
en duldt niet, dat anderen bijv. sommige van uw
leerlingen, dat onderwijs ondermijnen. Ik heb het
ambt van secretaris-generaal op mij genomen in de
overtuiging, dat het Duitsche bestuur, dat thans
ons land regeert, wenscht, dat ons onderwijs in
strikt Nederlandschen zin wordt gegeven en naar
behoefte wordt uitgebreid en verbeterd.
Het streven naar verbetering van het onder
wijs in het Nederlandsch en naar verdieping van
ons besef van Nederlanderschap zal door hen niet
worden belet, wel, uit den aard der zaak en voor
lederen weldenkende volkomen begrijpelijk: een
onderwijs, dat vijandschap en wanbegrip kweekt
tegenover het Duitsche volk en zijn leiders. Tegen
dit laatste moge ik u zoo nadrukkelijk mogelijk
waarschuwen!
Uitwisseling van denkbeelden en methodes op
het gebied van het onderwijs tusschen Nederland
en Duitsehland, verbetering ook van het onderwijs
in de Duitsche taal en cultuur zal voor ons volk zoo
wel geestelijk als materieel heilzame gevolgen heb
ben. Maar vooral zal het onderwijs in Nederland
sche taal en cultuur een aanzienlijke uitbreiding en
vernieuwing ondergaan, wil het bijdragen tot de
vorming van een vernieuwd en doelbewust Neder
landsch volk, dat bereid is zijn volle energie in de
wereld in te zetten. Ik denk aan een vorm van
onderwijs, waarbij taal en letterkunde, cultuur- en
kunstgeschiedenis, aardrijkskunde en volkskunde
zullen worden vereenigd tot een heemkunde, als ik
dit betrekkelijk nieuwe woord mag gebruiken, die
de kennis omtrent de schatten der Nederlandsche
cultuur zal kunnen verspreiden.
Dat naast deze uitbreiding het thans reeds over
belaste onderwijs een zekere versobering zal moeten
ondergaan, spreekt dunkt mij vanzelf. Van u, Ne
derlandsche leeraren en onderwijzers, moet het
Nederlandsche volk het offer vragen, zoo noodig
met terzijdestelling van uw persoonlijke gevoelens
en overtuigingen ten aanzien van leerstof en me
thode, de aan uw zorg toevertrouwde kinderen mede
op to voeden tot Nederlanders, die in staat zijn,
zich harmonisch in te passen in de nieuwe wereld,
die door dezen oorlog zal ontstaan.
DE LEERLINGEN.
Thans nog een woord tot hen, die opgevoed wor
den, de leerlingen der Nederlandsche scholen, uni
versiteiten en hoogescholen.
Tot de leerlingen der lagere scholen wil ik kort
zijn, omdat zy, gelukkig voor hen, nog weinig be
grip hebben van de grootc gebeurtenissen van het
heden. Ik weet, dat er onder jullie veel over
politiek, over den oorlog en over al het nieuwe,
'wat er op straat te zien is, wordt gepraat en ge
ruzied. Laat dat, en praat over de dingen van je
eigen leven. Ik kan jullie beloven, dat we wat meei
tijd gaan geven aan gymnastiek en sport!
Jullie, leerlingen van de middelbare scholen, ben;
er lang niet het slechtst aan toe! Jullie hebt het
voorrecht, om, wanneer jullie over eenige jaren de
maatschappij binnenstapt, een, naar wij allen hopen
en verwachten, vredige en bevredigende wereld
open te zien staan, een wereld, die plaats biedt
aan een ieder, die zijn handen uit de mouwen weet
te steken, zijn hoofd weet te gebruiken en de kunst
verstaat te profiteeren van al wat jullie thans
leeren
Maarjullie bent je van dat voorrecht maai
nauwelijks bewust. De leerlingen van de middel
bare scholen zijn verdeeld in tal van groepen en
gewikkeld in tal van politieke twisten en harre-
warrerijen. Ik geef jullie den goedgemeenden raad.
houdt daaromee op. Weet, dat jullie samen eens
de wereld moet opbouwen, kweekt die gezindheid
reeds nu in jullie binnenste aan. Weest ervan over
tuigd, dat zij die jullie opzetten tot dien strijd
geenszins het welzijn van het Nederlandsche volk
beoogen en wellicht zijn ondergang veroorzaken.
Geeft elkaar ook bij ernstige verschillen van mee
ning de hand en weest, wat in een tijd als deze
noodzakelijk is. kameraden!
DE STUDENTEN.
En dan een woord tot de studenten! Het valt mij
gemakkelijk tot u te spreken, omdat ik door jaren
lange practijk gewend ben met u om te gaan en in
dien omgang nooit eenigen wanklank heb ervaren,
ja, uit den omgang met u steeds weer nieuwe kracht
heb geput! Maar het valt mij ook moeilijk, omdat
het experimenteele beeld dat ik mij van u, studen
ten, heb gevormd, zoo weinig schijnt te kloppen
met de werkelijkheid, zooals ik die uit mededee-
lingen van de meest verschillende universitaire cen
tra meen te moeten opmaken.
(Het heeft geen zin struisvogelpolitiek te spelen:
er zijn reeds hoogescholen door de Duitsche over
heid gesloten, en er zullen meer volgen, wanneer gij
niet na de Kerstvacantie tot bezinning bent geko
men).
Gij zijt ontevreden en gij uit dat op een wijze,
waarmede gij niemand in het land, ook niet dege
nen voor wie gij optreedt, eenig goed doet en waar
mee gij niemand in het land meer schaadt dan juist
u zelve! Want de sluiting der universiteiten betee-
kent niet slechts dat aan u het voorrecht ontnomen
wordt aan onze voeten te zitten, en aan ons om u
wijsheid mede te geven. Dat ware te verdragen.
Vooral omdat u in dat opzicht aan lange vacanties
bent gewend Maar het heele werk staat stil, het
practische werk dat voor velen den weg naar de
maatschappij beteekent. Uw eigen ontwikkeling
wordt ernstig geschaad! Uw houding is negatief en
afbrekend.
Kijk eens, in rustige tijden wil ik graag aan stu
denten het recht toekennen ontevreden te zijn met
den gang van zaken. Als gij dat niet was, zou er van
u later in de maatschappij geen vernieuwing uit
gaan. Gij moogt ook nu nog gerust aan ons ouderen
verwijten dat wij ons te weinig hebben verzet tegen
de sleur die de dingen liet komen zooals ze kwa
men. Maar dit is geen tijd voor mopperen en op
standigheid. Het is een tijd, waarin veel werk moet
worden verzet waarin opgebouwd moet worden
Daartoe is tucht noodig, en tucht is verreweg het
best te verdragen in den vorm van zelftucht!! Ik
hoop en verwacht van u, Nederlandsche studen
ten, dat u in deze vacantie den weg naar deze mooi
ste men«chelijke eigenschap zult vinden.
Velen van u zijn soldaat geweest. Sommigen van
u, voortreffelijke specimina van het genus studioso-
rum, heb ik in de mobilisatie zelf van nabij leeren
kennen. De soldaat kankert totdat hij zijn handen
uit de mouwen moet steken. Dan wordt hij flink
en laat het mopperen. In dat stadium bevindt gij u
thans ook: de maatschappij wacht op u, zij heeft u
noodig om mede te werken aan den opbouw van
Nederland, van Europa, ja, van geheel de wereld.
Dit geldt voor ons allen, ouders en kinderen, op
voeders en opgevoeden. Wij allen, Nederlanders,
moeten ons voorbereiden op een wereld die anders
zal zijn dan zij vroeger was, en die, naar wij vuris
hopen, beter zal worden dan de wereld die in Ver
sailles werd geconstrueerd. Ik doe daarom een be
roep op u allen, Nederlanders, om posiitef te willen
zijn en mede te werken aan ons aller toekomst! Ne
derlanders, het moet voor Nederland!" (A.NP.)
Wanneer zijn fle postkantoren open'
De directeur van het Post- en Telegraafkan
toor te Haarlem brengt het navolgende ter ken
nis:
Met ingang van 2 December wordt de open
stelling voor het publiek der navolgende post-
inrichthingen tot nader order als volgt:
Van-de bijkantoren Aerdenhout, Schoterweg,
Tempelier&straat en van alle postagentschap
pen van 1017 uur.
Van de bijkantoren Bloemendaal en Heem
stede van 820 uur.
Van het bijkantoor Overveen van 818 uur.
De openstellingsuren van de hulpkantoren
worden als volgt:
Bennebroek: 9—12, 14—15.30, 17.30—19.
Santpoortdorp: 1017.
Spaarndam: 1012, 1417.
Santpoort-Statnon: 8.3012.30. 13.3016.
1819.30 en die van h'et Post-, Telegraaf en Te
lefoonstation Vogelenzang 919 uur.
SCHAAP OP DE WEI GESLACHT.
Een landbouwer aan de Zomervaart te Haar
lem heeft aan de politie medegedeeld, dat
onbekenden een schaap op zijn weiland, dat
daar Zaterdag nog liep te grazen, geslacht heb
ben. Het vleesch hadden zij meegenomen; de
landbouwer vond alleen de vacht en wat afval
terug.
PLECHTIGE INWIJDING NIEUW GEBOUW
VRIJE EVANG. GEMEENTE.
Zondagmorgen 1 December j.l. had de plechtige
inwijding plaats van het nieuwe gebouw der Vrije
Evang. Gem. aan den Jansweg te Haarlem.
De eerste Godsdienstoefening was een bijzondere
wijdingsdienst. Na het votum en de plechtige ope
ning van den kanselbijbel las de voorganger, ds. D.
J. D. du Fossé, het schriftgedeelte, Psalm 118. Het
zangkoor zong toepasselijke liederen.
Als tekst voor dezen wijdingsdienst noemde ds. Du
Fossé Ps. 118:25: „Och Heere, geef nu heil, Och
Heere, geef nu voorspoed!"
Wij verwachten, aldus zeide spr. o.a., geen won
deren in de gemeente, maar wel verdieping van he;
geestelijk leven. Moge God het zoo maken dat
ons aller hart worde geheiligd en onze wegen wor
den gerechtvaardigd, om Zondag aan Zondag te
komen om naar Gods Woord te luisteren.
Na den wijdingsdienst had in de bovenzaal de
officieele opening plaats. Vele leden, vrienden en
afgevaardigden waren aanwezig.
De voorganger ds. Du Fossé, opende dit samen
zijn, heette de afgevaardigden hartelijk welkom en
dankte allen voor de goede samenwerking, bij de
totstandkoming van dezen dag.
Als afgevaardigden spraken de heer Zwankhuizen
namen den Kerkeraad en het Bouwfonds, dr.
Adriani namens de Gemeente, de heer Alink na
mens de V. E. Gem. te Amsterdam, de heer Nele
mans namens de V. E. Gem. te Bussum, mr. P. E.
Barbas namens het bestuur van den Armenraad, de
heer Brussee namens de Baptisten Gemeente Haar
lem, de heer Lam naméns het bestuur van hel
Chr. Mil. Tehuis en zendeling br. Bos namens de
Samosirzending der V. E. Gem. in N.O.I.
Tenslotte dankte ds. Du Fossé de afgevaardigden
en de aanwezigen en sloot met dankgebed.
De eerste groote straatcollecte van de stichting „Winterhulp Nederland" is
Zaterdag gehouden. Een foto van de collecte in de hoofdstad, welke evenals alle
andere steden in het land op dezen dag geheel het kenmerk van de „Winterhulp"
droeg. De Zilvertram op haar tocht door Amsterdam's straten.
(Foto Pax Holland.)
Na afloop van de eerste groote straatcollecte der stichting „Winterhulp Neder
land", waren Zaterdagavond in het gebouw Bellevue te Amsterdam vele nijvere
handen bezig met het tellen van den inhoud van de collectebussen, welke de
gaven der Amsterdammers bevatten.
(Foto Pax Holland.)
De inzameling voor
„Winterhulp Nederland".
De opbrengst in Haarlem en Omstreken.
Elders in dit nummer deelen wij mede dat de
collecte te Haarlem voor Winterhulp Nederland
6402.47 y2 heeft opgebracht.
De opbrengst van de collecten was: te Bloemen
daal 2692 en te Heemstede 3008.96
De gegireerde bedragen zijn hieronder dus niet
begrepen. Met deze bedragen mee was het tot he
den totaal ontvangen bedrag te Heemstede onge
veer 4225 en te Bloemendaal ongeveer 10.000.
Hoeveel het totaal bedrag te Haarlem wordt is he
den nog niet mede te deelen.
Priesterjubilea.
Zondag herdacht de weleerw heer kapelaan M. H.
der Togt van de R.K. kerk Onze Lieve Vrouw van z
smarten en de H. Bavo aan den Rijksstraatweg te Haar
lem Noord zijn 12» .-jarig priesterjubileum, 's Morgens
werd door den jubilaris een plechtige H. Mis. opgedra
gen. geassisteerd door den vroegeren pastoor, den zeer-
eerw. heer Tahman en door den kapelaan Van der Togt,
een neef van den jubilaris. De feestpredlcatie werd uit
gesproken door den zeereerw pastoor A. P. van Eden,
's Middags was er een plechtig Lof met Te Deum. Voor
beide plechtigheden was de belangstelling groot. Na af
loop hield de jubilaris een receptie, die o.a. bezocht werd
door afgevaardigden van den R.K. Volksbond, vai
R.K. Propagandaclub. de R.K. Verkenners „St. Huber-
tus" en van de verschillende Maria-congregaties.
Vandaag is ook de weleerw. heer kapelaan W.
Blok 121^, jaar priester. Dit is Zondag op een hartelijke
wijze gevierd, 's Morgens negen uur heeft de jubilaris In
de Kathedrale Kerk St. Bavo een plechtige Hoogmis op
gedragen, geassisteerd door den weleerw. heer J. Verhoe
ven als diaken en den weleerw. heer P. Bottelier
subdiaken. De hoogeerw. heer Plebaan Filbry hield de
feestpredikatie. Van 1—3 was er een druk bezochte recep
tie. De jubilaris kreeg veel bloemen en geschenken. Het
feest werd te half vijf besloten met een plechtig Danklof.
KIN/T IN UITEREN^j
HET TOONEEL
HET MASKER"
speelt
Het bleek een gelukkige keuze van de afdeeling
Haarlem van Het Nederlandsch Tooneelverbond, dit
Familiefeest van Dodie Smith, dat voor de tooneel-
groep „Het Masker" Zaterdagavond een zeer groot
en volkomen verdiend succes is geworden. De goed
gevulde zaal heeft met blijkbaar genoegen dit fa-
milistuk gevolgd en aan het slot de artisten van
Het Masker op de hartelijkste wijze er moest
zelfs zes maal worden „gehaald" gehuldigd.
Dit „Familifeest" is een stuk in den trant van
Afkloppen" en „Een Lentedag". Dodie Smith
die ook de schrijfster is van deze twee stukken
bezit het zeldzame geheim om met een minimum
intrige ons toch een heelen avond niet alleen bezig
te houden maar te boeien ook. Wanneer men mij
vraagt, wat er eigenlijk in dit stuk gebeurt, dan
moet ik antwoorden: bijna niets, althans niets be
langrijks. Het geeft enkel een familiefeest, de gou
den bruiloft van Charles en Dora Randolph, maar
wij worden door Dodie Smith opgenomen in de
familie Randolph, die zich op dezen dag om het
gouden paar vereenigt. Het is een gouden feest
zonder schokkende gebeurtenissen, zooals u en ik,
wij allen wel een hebben meegemaakt, en daarom
misschien volgen wij dit spel met zoo'n genoegen.
Want wij herkennen er veel in van ons eigen leven
en de schrijfster geeft ons deze familie met zulk
een charme, dat wij er met vreugde te gast zijn.
De oude heer en mevrouw Randolph zijn dood
gewone menschen, zonder groote gebreken en zon
der groote deugden' en zoo zijn al de kinderen en
kleinkinderen. Bepaalde hoofdpersonen zijn er in
dit stuk niet zelfs het gouden paar kan er
geen aanspraak op maken het is de familie,
waarom het de schrijfster te doen was en waaraan
dit stuk feitelijk gewijd is.
Welle een bekoring bijvoorbeeld gaat er uit van
die kinderkamer, waar allen kind zijn geweest en
die dus vol herinnering is. Is het niet een
charmant tooneeltje, als de ouderen de plaats
van de kleintjes innemen en aan 't „kleuren" gaan,
precies zooals zij dat vroeger in hun kinderjaren heb
ben gedaan. Er was de sfeer van de kinderkamer
met al haar intieme geheimen, die niet alleen dit
speciale gezin, maar ons allen bekend is. Het ver
leden herleeft voor al deze menschen, behalve bij
de kinderen, die nog geen verleden hebben, maar
zich later zullen herinneren zooals nu de ouderen
al deze geheime hoekjes van het ouderlijk huis.
Elk lid der familie brengt zijn geschiedenis en
verleden mee en wanneer het gouden feest voorbij
is, zal het leven voor allen weer gewoon door
gaan, behalve voor Nicholas Randolph en Grace
Fenning, die elkaar gevonden hebben en aan dit
feest hun mooiste herinneringen zullen bewaren.
Met deze blijde gebeurtenis eindigt dit gezellige,
prettige, bekoorlijke stuk, dat, meer novelle dan
tooneel, ons een schildering geeft van de familie
Randolph, zoo treffend-juist, alsof wij er niet drie
uren, maar drie weken te gast zijn geweest.
Een stuk als dit Familiefeest eïscht een fijn afge
stemde vertooning en die hebben wij van Het
Masker in alle opzichten gekregen. Qua ensemble-
spel gaf de opvoering zeer veel te genieten en dit
was te opmerkelijker, omdat verschillende actrices
zooals Hetty Beck. Rini Otte. Sophie de Vries,
Jetty van DijkRïecker en Nelly Ernst voor het
eerst bij Het Masker speelden. Het groote succes
van de opvoering was dan ook voor een belangrijk
deel aan de regie van Ko Arnoldï te danken. Wij
zouden dit keer dan ook eigenlijk kunnen volstaan
met evenals bij een orkest het ensemble te
roemen, maar dat zou toch niet billijk zijn tegen
over mevrouw Royaards. die de oude mevrouw
Randolph met zoo verfijnde distinctie hoe prach
tig zag zij er uit met haar sneeuwwitte pruik
en geestig speelde voortreffelijk bijvoorbeeld die
stekelige, door jalouzie opgewekte opmerkingen
over haar schoonzuster Bella, Hetty Beck, die zoo
raak en gevoelig elk gezegde over het voetlicht
bracht. Georgette Reyewski. die zoo overtuigend
en beheerscht Docit Jiet zwarte schaap"
speelde, Nelly Ernst, die zeer zuiver en gevoelig
was als Grace Fenning zij vooral bleek een
groote aanwinst voor „Het Masker", Nini
Bergsma, alleraardigst in haar travesti van het
enfant terrible „Bill", Sophie de Vries, die na 10
jaar niet te hebben gespeeld, als Bella Schlessinger
bewees van de goede, oude school te zijn. Ko Ar-
noldi, die een grootvader van even groote distinctie
als de grootmoeder gaf, Gobau, sympathiek als de
opgewekte, vroolijke Nicholas, Jan Retel en Lies
de Wind, frisch en jeugdig als het jonge, ge
lukkige paar, Adolphe Rijken, gezellig en gemoe
delijk als Kenneth Harvey, Rini Otte, levendig als
het wat lastige meisje haar rol was dankbaar
der dan die van Kathleen, welke door Heieen Pi-
mentel onnoodig wat al te nadrukkelijk werd ge
speeld en Lize Servaes als de oude getrouwe
dienstmaagd.
Bloemen waren er aan het slot voor mevrouw
Royaards. Het applaus gold het geheele ensemble,
de tooneelgroep „Het Masker", die ook in de dé
cors en requisieten dit stuk met zooveel smaak en
zorg ten tooneele heeft gebracht.
Wij vernamen, dat Het Masker spoedig met Fa
miliefeest in Haarlem terugkomt. Het zou mij
te oordeelen naar de door mij opgevangen gesprek
ken by de vestiaire niet verwonderen, dat onze
schouwburg dan vol zou zijn.
J. B. SCHUIL
1600 Slag bij Nieuwpoort
U behoeft geen slag te leveren om datgene te
koopen wat U noodig heeft. Dat gaat gemak
kelijk!
Een natuurzijden Pyjama kost U slechts 20
punten. Pyjama van poplin of flanel 30 punten
Wel is het belangrijk te zorgen, dat U kwali
teit krijgt. Dat ga ut langer mee en spaart dus
punten.
BESTEED UW PUNTEN GOED BIJ
GROOTE HOUTSTR. hoek GR. MARKT.
(Adv. Ingez. Med.)
AERDENHOUT'S TOONEEL
ENSEMBLE.
Dilettanten, die, „Hij, Zij en Hottentot", op hun
repertoire nemen, zijn altijd verzekerd van een
lachsucces. Voor dat succes zorgt in de eerste
plaats wel William Maples, de schrijver van deze
Amerikaansche klucht. De komische situaties,
waarin hü Sem Harrington brengt, den man,
die doodsbang voor paarden is en door de liefde
gedwongen wordt aan een gevaarlijke steeple
chase deel te nemen, missen nooit hun effect.
Wij hebben dit Zondagmiddag weer gezien
bij de opvoering, welke Aerdenhout's Tooneel
Ensemble in het zaaltje van De Leeuwerick heeft
gegeven. Het publiek heeft tranen gelachen om
Sem, eiken keer, als ook maar de schim van een
paard hem de stuipen op het lijf joeg en ook
Cweek, de buttler mocht in dit succes deelen. Het
voornaamste doel van deze voorstelling, het pu
bliek een vroolijken middag verschaffen, is dus
bereikt.
Toch meenen wij, dat ook met minder zware
paardenmiddelen de spelers den lach uit de zaal
zouden hebben gehaald. De regisseur, de heer
Van Dongen, heeft het er wel wat erg dik op la
ten leggen, wat in deze klucht werkelijk niet
noodig is. De kracht van Aerdenhout's Tooneel-
Ensemble lijkt mij meer te liggen in werken
van Fabricius dan in zoo'n Amerikaansch stuk,
dat lichter gespeeld dient te worden, vooral in
een kleine zaal als De Leeuwerik, waar de spe
lers dichter bij hun publiek staan dan bijvoor
beeld in den Stadsschouwburg. Ook het kleinere
tooneel dwingt daar als het toe. Wanneer
bijvoorbeeld Sem van schrik opsprong, vloog hij
het heele tooneel over en Cweek volgde dit voor
beeld, wat natuurlijk op een grooter tooneel
niet gebeurd zou zijn.
Ook eischt dit milieu van Amerikaansche geld-
menschen een anderen speelstijl. De situaties
waarin Sem Harrington komt, zijn op zich zelf al
koddig genoeg en het is werkelijk niet noodig deze
door al te kluchtig spel nog extra aan te zetten.
Deze opmerkingen gelden voornamelijk de regie.
De heer R. Hengeveld lijkt mij een speler, die ook
met eenvoudige middelen succes zou kunnen be
halen. Hij wist bijvoorbeeld zijn tekst aardig te
lanceeren en hij is ook niet van komisch talent
ontbloot. Zoo speelde hij de scène van de gefin
geerde race op de sofa zeer geanimeerd en mej.
Scholte stond hem daarbij zeer goed ter zijde. Mej.
Scholte beweegt zich gemakkelijk op het tooneel
en was als Peggy Fairfax lang niet slecht.
De heer Loppersum chargeerde wel heel sterk
in de rol van Cweek en vergat te veel. dat hij ten
slotte toch een butller is. Wie den heer Jan van
Eden om nu maar eens een dilettant te noemen
indertijd deze rol heeft zien spelen, zal zich her
inneren, dat Cweek ook met soberder middelen de
lachers op zijn hand kan hebben.
Mevrouw Koning en de heer Van Holland voe
len zich op het tooneel thuis, maar ik heb hen
beiden toch wel eens beter gezien. Alex Fairfax
en Larry Gilford waren niet bepaald de Ameri
kaansche jockeys, die zij moesten zijn. Mej. C.
Houtakkers speelde Mrs. Carol Chadwich eenvou
dig en natuurlijk. De beste van allen was de heer
J. van Dongen, die als Perkins, de stalknecht goed
op dreef was.
Aerdenhout's Tooneel-Ensemble is wel eens ge
lukkiger geweest dan gisterenmiddag. Maar Wil
liam Maples heeft toch weer de overwinning be
haald, zoodat er veel en hartelijk gelachen is. Heb
publiek heeft zich blijkbaar uitstekend geamu
seerd en een lachsucces is ook dit keer Hij, Zij en
Hottentot geworden.
J. B. SCHUIL.
„DE KLIEK" REVUE.
„Amusement zonder end"-
„Davoka" is een club, die zich in gewone tijden
op ander gebied dan tooneel en revue beweegt,
maar zich door net „dansverbod" gedwongen ziet
haar leden thans op andere wijze te amuseeren. Zij
heeft dat Zondagavond in den Stadsschouwburg
gedaan met een revue „Amusement zonder End"
en lang niet zonder succes. Het is een vroolijke
avond geworden en de revue is bij de volle zaal
dan ook terdege in den smaak gevallen.
Natuurlijk was het van jongelui, die niet gewoon
zijn op de planken te staan, niet te verwachten,
dat alles reeds dadelijk klopte, maar er zat varia
tie en ook vaart in deze revue en dat is reeds heel
wat. Fr er waren enkele nummers, die zelfs heel
geslaagd genoemd kunnen worden.
Zoo was de Afrikaansche Show „Ons ga trou"
een alleraardigste finale voor de pauze. Hier had
de regisseur de heer Henk van Loenen heel
wat bereikt. De Afrikaansche liederen werder met
Schwung gezongen niet alleen, maar ook het spel
was in dit nummer ongedwongen en los. En wat
was dit goed van groepeering. Dit was verreweg
het beste rummer van den avond.
Een aardig effect maakte eveneens het oud-Hol-
landsche .schilderij", waarop de figuren levend
werden en zeer goede kwartetzang ten gehoore ga
ven. Qua costumeering en grime was dit schilderij
zeer geslaagd.
De opera-parodie „Amore di Sevilla" mocht er
ook zijn. Vooral F garo wist het parodistische ka
rakter raak te treffen en zong zijn Figaro-aria lang
niet onverdienstelijk. En een koddig effect maak
ten de stier en de daaropvolgende ..Toreador-scène".
Van de sketches noem ik „Het Radicale Middel"
en „Het Systeem", die het meest in den revue-stijl
waren en ook in dezen trant het best werden ge
speeld.
De „kliek"-girls dansten niet onverdienstelijk „in
American style", zooals het programma aangaf, en
een danspaar had succes met show-dansen.
Zoo werd het een geheel, dat afwisseling bood en
zooals ik schreef bij het publiek veel succes
had. Davoka heeft met deze revue zeker haar le
den aati zich verplicht.
J. B. SCHUIL.