JCunstr FLITSEN Plannen voor den IJ-tunnel- bouw. KORT EN BONDIG. BOUTADE. WOENSDAG 11 DECEMBER 194Ö TT A A R L E M'S D A" G E A15 NIEUWE SERIE No 176 Afscheid nemen 1. Gaat in de rij staan om afscheid van de gastvrouw te nemen en tracht zich te herinneren, wat hij ook weer zeggen moet. Z. Verzoekt den jongen achter hem dringend om met dat duwen op te houden. 3. Is net van plan zijn woorden met de vuisten kracht bij te zetten als hij ziet dat de gastvrouw- naar hem kijkt. 4. Repeteert zijn speech tot hij woordvast meent te zijn. 5. Bereikt de gast vrouw en begint, ongelukkigerwijze tevens zijn hoed latende vallen. 6. Probeert hem op te rapen en is tevens zijn apropos kwijt. 7. Stottert wat, drukt een hand, bloost en vlucht. 8. Heeft juist een zucht van verlich ting geslaakt, als hij ontdekt, dat hij zijn overschoenen heeft vergeten en weer terug moet. Yoorstel van B. en W. van Amsterdam om verder te werken. Nog geen goedgekeurde lampjes voor voetgangers. Voorgeschreven kleur en lichtsterkte worden binnenkort bekend gemaakt. De rijkscommissaris over de werkloosheid in Nederland. Tachtigduizend man vonden werk in Duitschland. De Rijkscommissaris voor de Nederlanden, Rijks minister Seyss-Inquart, heeft in een aan de Briis- seler Zeitung verleend interview verklaard dat de Duitsche autoriteiten, toen zij haar werkzaamheid in Nederland aanvingen, daar rond 500.000 werk- loozen aantroffen, waarvan er nog 100.000 deel uit maakten van het Nederlandsche leger. Thans, zoo verklaarde de Rijkscommissaris, zijn er nog slechts 185.000 werkloozen, waarvan de helft in het ge heel niet tot wei-ken in staat is. In deze getallen zijn de ontslagen krijgsgevangenen begrepen Tot dusver hebben rond 80.000 arbeiders door de be- middelingsbureaux in Duitschland werk gevonden. De belangrijkste taak van het rijkscommissariaat is het herstel der verkeerswegen, bruggen en ver sperde waterwegen. In het najaar was het gelukt, aldus de Rijkscommissaris, alle noodzakelijke kunst werken weder in bruikbaren en stabielen toestand te brengen. (D.N.B.) Aangespoelde mijn ontploft. Een doodc en een zwaar gewonde. Nabij den Krabbendijk op het eiland Rozen burg spoelde een mijn aan, die gevaar opleverde voor het verkeer. Als gevolg van deze. melding toog de gemeenteveldwachter, tevens hoofd van den luchtbeschermingsdienst, de heer J. Hardebol vergezeld van het plaatsvervangend hoofd van den luchtbeschermingsdienst, den heer M. Sala, naar de plaats waar de mijn lag. Vermoedelijk hebben de mannen om het gevaar te verminderen de mijn willen verplaatsen. In elk geval sloeg deze op een gegeven moment met een hevigen knal uit elkaar. De heer Sala werd zoo zwaar gewond, dat hij op slag werd gedood. De veldwachter werd weggeslingerd en is zwaar gewond aan hoofd en beenen. Voorts werd iemand, die op eenigen afstand naar het gevaarlijke werk had staan kijken, door rondvlie gende scherven gewond. Nadat de plaatselijke geneesheer voorloopige hulp had verleend, is de veldwachter naar het ziekenhuis te Vlaardingen vervoerd. Daar .is zijn voet geamputeerd. Zijn toestand is thans vrij gunstig. (N.R.Ct.) EXAMENS. Academische opleiding. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amster dam voor het candidaatsexamen wijsbegeerte mej. C. D. Vies; voor het doctoraal examen Engelsche taal en letterkunde de heer J A. Stijkel; en voor het candidaatsexamen rechten de heeren P. v. d. Esch en F. A. van Blitz. Aan de Tilburgsehe universiteit slaagde voor het doet. ex. econ. wetenschappen de heer H. P. Krouwels, te Haarlem. De politie te Nijmegen heeft een 24-jarigen bediende P. die bij zijn werkgever, die grossier in sigaren en sigaretten is, duizenden sigaretten heeft gestolen, gearresteerd. De jongeman ver kocht deze sigaretten aan den portier van een fabriek die ze op zijn beurt weer overdeed aan het fabriekspersoneel. Ook de heler is door de politie aangehouden. In de Dennenstraat te Neerbosch bij Nijme gen is de 9-jarige P. S. door een auto gegrepen. Het kind was op slag dood. Onder zeer groote belangstelling heeft Dins dagmiddag de Amsterdamsche kunstschilder Gerard van Vliet, secretaris der maatschappij Rembrandt, te zijnen huize zijn zestigsten ver jaardag gevierd en op recht hartelijke wijze is hij gehuldigd door het bestuur der maatschappijvele kunstbroeders en vrienden. Dinsdagmiddag is de 24-jarige timmermans knecht P. Korstanje uit Goes bij werkzaam heden aan het dak van de kerk naar beneden ge vallen. De man was onmiddellijk dood. Het veenderij bestuur „Maarsseveen". heeft zich uitgesproken voor drooglegging van de be kende Maarsseveensche plassen. Voor het uitwer ken van de plannen zal een normaler tijd worden afgewacht. De Officier van Justitie bij de Utrechtsche Rechtbank heeft tegen een 19-jarigen huipbestel- ler bij de posterijen, die een aantal brieven onder zich had gehouden, omdat hij geen zin had ze te bestellen, zes maanden gevangenisstraf geëischt. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is be noemd tot lid van den pensioenraad M. J. Jansen, thans referendaris bij dien raad. teiten in hun afdeeling zijn, schreef een tekst, op boeiende en informeerende wijze hun vak en de geschiedenis ervan behandelend. De directeur dei- Grafische school in de hoofdstad. L. Ronner be handelt boek, handwerk en machine; de voorzit ter van den bond van boekbinderspatroons F. L. van der Bom bespreekt bij mooie illustraties den boekband van vroeger en nu; de technicus der Van Gelderfabrieken C. Pels schrijft over het pa pier; Dr. De Vrankrijker over boek en volk. uit geverij, boekhandel enz.; de bibliothecaris Dr. F. Kossmarm over het bibliotheekwezen, terwijl dit alles wordt voorafgegaan door een inleiding van den filosoof Dr. J. D. Bierens de Haan die nog eens op prettige wijze de geestelijke waarde van het boek doet uitkomen Voor het tezamen bren gen van al deze stof en medewerkers teekent. na het voorbericht. J. Diederick. Het spreekt vanzelf dat in dit toch reeds meer dan drie honderd pagina's omvattende werk van ieder onderdeel geen ®alles omvattende historie gegeven wordt. Bijna van ieder onderdeel zou een afzonderlijke bibliotheek bijeen te brengen zijn. Maar dat is ook de bedoeling van „Vijf eeuwen Boek" niet. Nu, naar men dan aanneemt, het dit Het zij mij veroorloofd te mopperen over het station Uitgeest. Het is te erg. Als dit een bijzondere grief van mij persoonlijk was, zou zij verzwegen worden. Maar ik weet ze ker dat zij in talloozen, die de Nederlandsche Spoorwegen bereizen of bereisd hebben, ^eft. En hoe lang reeds! Ongetwijfeld even lang als het sta tion Uitgeest bestaat. Mijn eigen herinneringen er aan beginnen al in mijn prille jeugd en zijn dien tengevolge verdeeld over een tijdvak van veertig jaar. In 1900, bij de intrede van een nieuwe eeuw die vanwege het ronde getal 20 met gejuich begroet was men verkeerde toen in gelukkige argeloos heid omtrent hetgeen zich in haar toekomstnevelen verschool heb ik er als kleine jongen voor het eerst in een ijskouden wind staan rillen. Eenige dagen geleden deed ik het weer eens en herdacht dat oogenblik anno 1900. Het was niet moeilijk want in het décor is heel weinig veranderd. Dit station is in zijn archi tectonisch uiterlijk een der meest trieste bouwsels, die de zoo triest-bouwende negentiende eeu.v heeft voortgebracht. Het is grauw en opgesmukt, lang en laag. Het heeft vele deuren en ramei maar wekt den indruk dat de leelijke omlijstingen het belang rijkst zijn. En het ligt midden in den polder als een soort eiland, of terp, of gestrand schip, een eirdje van het dorp af en blootgesteld aan alle stormen, regens, sneeuwbuien en hagel van ons liefelijk klimaat. Ik geloof zeker dat de Genestet tot zijn vermaar de klacht over dit klimaat bezield moet zi'n toen hij wachten moest op het station Uitgeest. Natuur lijk heeft hij er gewacht, want hij heeft in Bloe- mendaal gewoond en is toch zeker wel eens naar jaar vijf eeuwen geleden is, dat het eerste met losse letters gedrukte boek ter wereld kwam, was er alle aanleiding met de boekenvrienden als het ware een rondvlucht door die eeuwen te maken en ze in vogelvlucht een blik op het boek en alles wat er aan vastzit, te gunnen. De piloten zijn be trouwbaar en al zullen er altijd passagiers zijn die hier of daar een andere route hadden willen volgen, de tocht is gevaarloos en van buitenge woon veel plezier, voor wie van boeken houdt. Vroeger zijn boeken als die van R. van der Meu- len: „Het Boek in onze dagen" en „Over de lief hebberij van boeken" ook met graagte ontvangen. Dat is alweer lang geleden en de uitgaaf die wij nu bespreken is up tot date. In één woord: een prettig boek om te bezitten, waarvan het mij spijt het ten slotte nog even te moeten bevitten. Want waarom heet onze goede Jelgerhuis nu toch stokstijf in het boek zoowel als in het prospectus Jelgenhuis? Ik zou er niet over gevallen zijn, als ik dit aardige plaatje niet juist voor mijn kroniek- je had kunnen gebruiken, en hoop zeer dat het als slordigheid een unicum is. J. H. DE BOLS. (Cliché „De fcibrye", Haarlem.) het Noorden gereisd. Iedere Kennemerlander, die zich in tremen Noordwaarts heeft begeven, heeft gewacht op het station Uitgeest. En een killer om geving kan men zich rauwelijks voorstellen. Ook de Genestet moet dat ondervonden hebben. Zoodat hij schreef: „O land van mest en mist, van vuilen kouden regen, doorsijperd stukske grond, vol killen dauw en damp"zoodat hij het woord „najaars wee" schiep en eindigde met Holland toe te roe pen: „Gij niet op mijn verzoek ontwoekerd aan de zee!" Hetgeen natuurlijk zeer onjuist en onbillijk is en door ons allen met verontwaardiging wordt afgewezen. Tenzij wij ons op het s'- 'ion Uitgeest bevinden. Uitgeest zelf ken ik niet. Men ziet het slechts uit de verte, van de terp af. Van den buitenkant be schouwd is het nietszeggend. Ik heb het een dorp genoemd; mijnentwege is het een stadje. Maar ik begrijp niet dat zijn gemeentebesturen in don loop der geslachten, die milliarden naargeestige ge dachten verwerkt en millioene»i verkoudheden op gekropen moeten hebben op zijn verwijderde station, niet van de Spoorwegen gedaan hebben gekregen dat het door een nieuw vervangen of althans ver beterd werd. Het heeft troostelooze wachtkamers op het eerste perron. Ik zal daar maar over zwijgen. En het bezit een hok midden op het tweede perron, zonder zelfs een bank erin. Daar staat op„Reizigersverblijf" on dat propt zich zooveel malen per dag vol: met vrou wen en kinderen en de mannen die er nog bij kun nen. De rest beent heen en weer op het lange per ron, tracht beschutting te vinden die er niet is, loopt met gebogen hoofd tegen den stormwind in, stamp voet en blaast zich in de handen, heeft af en toe moeite om op de been te blijven en kijkt reikhalzend uit naar den reddenden trein, die de gestranden uit dit oord zal verlossen. Ook de opeengepakte» in het Reizigers verblijf staren de rails af in hetzelfde verlangen. Iedereen huivert, krijgt koude voeten en koude handen en denkt onaardige dingen over de Nederlandsche Spoorwegen en over Uitgeest, die zulk een toestand door generaties heen bestendigd hebben. En waarom? Toch zeker niet uit geest! Neen, uit gebrek eraan. Want de gemeente moet er door in haar bloei en haar vreemdelingenverkeer stel u voor! geremd zijn en de Maatschappij in haar populariteit en ontvangsten, zonder dat blijk baar ooit in haar verzamelde geesten dé gedachten zijn ontwaakt en de wil is geboren om dezen vijand van haar welzijn te lijf te gaan. Als de ooidog ten einde is en de auto's zullen weerkeeren, zullen vele anderen en ik wellicht niet meer in staat zijn er een auto op na te houden. Maar als ik naar het Noorden moet zal ik er een huren om het wachten op het station Uitgeest te vermijden. En dat zullen anderen met mij doen, als wij het betalen kunnen. Anders ga ik nog liever per fiets. Als dat de Nederlandsche Spoorwegen niet schelen kan moeten ze het zelf maar weten. Maar ik draag hun thans deze Boutade op. Ik hoop dat zij in Utrecht gelezen zal worden, door den Qhef der Propaganda van de N.S., en dat hij be sluiten zal het station Uitgeest zelf eens te be zoeken. Niet van Amsterdam uit, er even stop pend neen, van Haarlem uit, er uitstappend en wachtend en genietend van zijn eigen propaganda in zijn Reizigersverblijf of als dat te vol is, het geen ik hoop op zijn verkillend tweede perron, met het uitzicht op zijn riant stationsgebouw. Dan kan hij eens peinzen over dit monument van veel langer dan veertig jaar „service" aan het reizende publiek, En als hij een moedig man is moet hij eens aan zijn Iotgenooten vertellen dat hij de Chef van de Propaganda van de Nederlandsche Spoorwegen is. R. P. EEN ADVENTS DIENST. Op Zondag 15 December, 's middags 3 uur, wordt, georganiseerd door de Onafhankelijke Re- ligieuse Gemeenschap te Haarlem, een am-ents- dienst gehouden. Medewerk j g wordt verleend door een vrouwenkoor en door mej. Nel Hógenbirk uit Bloemendaal als soliste. Voorganger is ds. A, R. de Jong. Plan-Groot afgeraden. B. en W. van Amsterdam deelen in een schrijven aan den raad mede, dat zij zich de verdere voor bereiding van den IJ-tunnelbouw aldus voorstel len, dat de dienst der Publieke Werken het plan voor een tunnel voor voetgangers- en wielrijders- verkeer volgens het tracé Jachthavende Ruijter kade bestedingsklaar maakt en dat volgens op den grondslag van het opgemaakte 'bestek een aanbe steding wordt gehouden, waarbij tevens de gelegen heid wordt opengelaten tot het doen van aanbie dingen voor het maken van een tunnel zoowel voor voetgangers- en wielrijders- als voor autoverkeer. Voor de beoordeeling van dergelijke plannen kan de dienst der Publieke werken zich intusschen vol ledig voorbereiden. In dezen zin doen Ba en W. den raad een voorstel. Naar gelang van de ingekomen aanbiedingen zal de raad dan nader moeten beslissen, welke van de ingediende plannen voor uitvoering in aanmerking moet komen. Is dit het plan voor een enkele voet gangers-wielrijderstunnel. dan kan tijdens de uit voering van dit werk het plan voor een auto- tunnel volgens het tracé MeeuwenlaanPrins Hen drikkade met een S-bocht volgens het tunnel rapport worden uitgewerkt en bestedingsklaar ge maakt. Wanneer de raad zich zal hebben uitgesproken volgens dit voorstel, is daarmede tevens beschikt op het adres van Belangenvereniging Amsterdam- Noord (B.A.N.) van 18 Juni 1940 voorzoover dit in houdt een aanbeveling van het z.g.n. tunnelplan- Groot. B. en W. merken naar aanleiding hiervan op, dat dit z.g.n. tunnelplan geen „plan" is. De heer Groot heeft zich bepaald tot het publiceeren van enkele denkbeelden te naanzien van een IJ-tunnel- verbinding en het doen vervaardigen van een maquette. Destijds gevraagd naar nadere gegevens, teeke- ningen en andere bescheiden, welke toch aanwezig moeten zijn, wil er van een „plan" sprake zijn, heeft de heer Groot verklaard, over geen andere gegevens te beschikken dan die hij reeds aan den dienst der Publieke Werken had verschaft, n.l. de mededeeling dat de tunnelhelling was vastgesteld op 1:20, de diepteligging van den bodem van de vaargeul ter plaatse van de tunnel op 12 M. N.A.P. en de vaargeulbreedte op 150 M. Bij de beantwoording van schriftelijke vragen terzake van het raadslid Dingemans op 17 Mei 1939 hebben B. en W. den raad hier omtrent uitvoerig ingelicht. Dit z.g.n. tunnelplan is in wezen niets meer dan een op de kaart getrokken tracé, waarbij geen rekening is gehouden met de technische en andere bezwaren, welke aan het leggen van 'n gecombineerde tunnel op de aangegeven plaats zouden zijn verbonden. Deze bezwaren wegen' zoo zwaar, dat het denkbeeld van den heer Groot niet voor verwezenlijking in aanmerking kan komen. B. en W. stellen den raad daarom voor, op dit adres, voor zoover het een aanbeveling van het z.g. tunnelplan-Groot inhoudt, afwijzend te beschikken. Voorzooveel het bevat een verzoek, om het gekozen project zoo spoedig moge lijk bouwklaar te maken, wordt daaraan door deze voordracht voldaan. Voor de voorbereidende werkzaamheden zal een uitgebreide technische staf noodig zijn. Daarvoor zal worden opgericht een tunnelbureau, waaraan zullen zijn verbonden ingenieurs, teekenaars en administratieve krachten, onder den stadsingenieur zal het hoofd der afdeeling utiliteitsbouw van den dienst der Publieke Derken met de leiding van dit bureau worden belast. vAlle kosten van de voorbereiding van de plan nen tot den tunnelbouw, ook die van het tunnel- bureau, zullen te zijner tijd worden gebracht ten laste van het voor den tunnelbouw te voteeren crediet. Voor de voorbereidende werkzaamheden wordt voorgesteld thans beschikbaar te stellen een bedrag van f 250.000, hetwelk voorloopig zal wor den bestreden uit buitengewone middelen en in dien te zijner tijd een crediet voor den tunnelbouw wordt gevoteerd in dat crediet zal worden po- genomen. (A. N. P.) Zwendel met minderwaardige cacao. Drie directeuren van N.V. gearresteerd. Het A.N.P. meldt 10 Dec. uit Zaandam: In verband met zwendel met minderwaardige ca cao, waarvan zoowel de Nederlandsche huis vrouwen als de Duitsche weermacht de dupe zijn geworden, zijn vandaag te Zaandam gearres teerd de drie directeuren van de N.V. Jan Schoemaker en wel de heeren Jan Schoema ker, Piet Schoemaker en Johan Roem. Zij zijn ingesloten in de strafgevangenis te Sche- veningen. Op precies dezelfde wijze als in de jaren van 1914 tot 1918 probeerden deze directeuren zich te verrijken door minderwaardige producten op de markt te brengen. Thans evenwel worden dergelijke practijken niet getolereerd. Zij verwerkten cacaoschroot, dat goed is voor kunstmest en somtijds ook wel voor veevoeder, voor menschelijke consumptie. Als veevoeder heeft dit schroot een waarde van f 2 a f 2.50 per 100 K.G. Keurig verpakt in vaten met dubbele zakken, dus precies als de beste cacaopoeder, werd deze rommel door de N.V. Jan Schoemaker verkocht voor f 50 a f 70 per 100 K.G. Ook de Duitsche weermacht heeft deze prijzen betaald. De Deutsche Sicherheitspolizei heeft vandaag in samenwerking met de Nederlandsche politie en opsporingsambtenaren onverwijld ingegre pen. In diverse opslagplaatsen der firma werden niet minder dan twaalfhonderd vaten voor verzending gereed product en een millioen K.G. grondstoffen in beslag genomen. Boven dien zijn reeds vele verkochte partijen in het ge- heele land in beslag genomen. Het onderzoek heeft verscheidene weken ge duurd. Er namen aan deel leden van de rijks politie, van de Zaandamsche recherche, amb tenaren van den keuringsdienst van waren en de Duitsche Sicherheitspolizei. Een ernstige waarschuwing mag worden ge geven aan hen, die meenen op dezelfde wijze straffeloos van de tijdsomstandigheden gebruik te kunnen maken. van de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, den Haag, No. 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877. Stort op 5553 of 877 Ge brengt geluk in veler leven -J 's-GRAVENHAGE, 10 Dec. Om iederen twijfel weg te nemen, maakt de höhere S.S. und Polizei- fiihrer bij het. Rijkscommissariaat voor de bezette Nederlandsche gebieden het volgende officieel bekend: In verband met den verduisteringsmaatregel be treffende de invoering van blauw licht zal in de eerstvolgende dagen aan de firma's, welke gloei lampen vervaardigen, door de rijksinspectie voor de luchtbescherming de voorgeschreven kleur en lichtsterkte voor de blauwe lampjes medegedeeld worden. Het is verboden naar eigen goeddunken voor verduisteringsdoeleinden blauwe gloeilampjes te vervaardigen en in den handel te brengen. Met de vervaardiging van de voorgeschreven blauwe lampjes zal in de eerstvolgende dagen een begin worden gemaakt. De bevolking wordt verzocht met den aankoop van blauwe lampjes nog eenige da gen te wachten tot de voorgeschreven lampjes in den handel komen, daar hij het gebruik van niet voorgeschreven lampjes met inbeslagneming en bestraffing moet worden gerekend. (A.N.P.) Een veerpont op drift. Angstig avontuur in het donker. Vier reizigers, die gisteravond zich met de veer pont van Megen af naar Appeltern op den Gel- dersch^n oever van de Maas wilden begeven, heb ben angstige uren doorgebracht, aldus meldt de N.R.Crt. Toen de pont omstreeks 8 uur was afge varen, brak eensklaps de ketting, waarmede de pont wordt voortgedreven. Hierdoor geraakte het vaartuig in de duisternis op de woelige Maas op drift. De pont, waarop zich een groote vrachtauto bevond, werd heen en weer geslingerd en ge raakte steeds verder uit de juiste richting. Aan gezien niemand aan den wal tengevolge van de duisternis iets van het gebeurde had gemerkt, vreesden de opvarenden, dat zij zeer lang zonder hulp zouden blijven. Met koplampen en de claxon van den op de pont staanden vrachtauto beproef de men de aandacht te trekken en inderdaad wer den de geïmproviseerde seinen door voorbijgan gers opgemerkt. Men stond evenwel machteloos om hulp te bieden. Na twee uur werd de pont voortgestuwd naar den oever van Altforst en toen slaagde men erin het vaartuig veilig aan den wal te krijgen. De opvarenden waren verkleumd van de koude, doch werden in het veerhuis weer op hun verhaal gebracht. Q in Haarlem en daarbuiten. Een Boekwinkel omstreeks 1820, door J. Jelgerhuis. In de Hollandsche schilderkunst van het be gin der vorige eeuw neemt Johannes Jelgerhuis Rienkszoon een eigenaardige plaats in. Nu de be langstelling zich weer naar die, kortgeleden nog zoo veronachtzaamde periode heeft toegekeerd, komt men den naam Jelgerhuis, zoo van vader als van zoon, telkens weer tegen. Op de Amsterdam sche tentoonstelling, die thans daar in het Ge meentemuseum is ingericht, zal men van beiden een aantal werken kunnen aantreffen die door voorstelling en behandeling meer nog dan werken van Troostwijk of Wybrand Hendriks of Mol, den geest van hun tijd ademen. Wanneer die laatsten tot op zekere hoogte altijd nog iets van de breede allure van de zeventiende eeuw over zich hebben zijn de Jelgerhuis'en de bedaardste vertegenwoor digers van een tijd die geestelijk weinig uitbundig kon zijn en nog eenige tientallen van jaren zou noodig hebben, om weer een eenigszins montere facie te vertoonen. Aan knapheid, aan technische onderlegdheid mangelde het dien schilders niet; maar zij hadden uit de jaren dat zij allen „bur ger" tegen elkaar zeiden, alleen den zin van het woord „bourgeois" niet dien van het woord „citoyen" verwezenlijkt. Trouwhartig en goedig is hun kunst en daardoor mede bekorend als ïhen de bekwaamheid gerespecteerd heeft en ze is vaak als historisch document niet te overtreffen, omdat de schilder zijn fantasie heeft opgeborgen en zich de dienaar van zijn onderwerp voelt. De aller- besten uit dien tijd brengen daarbij een zekere wijding mee wanneer zij hun taak verrichten, waardoor het schijnbaar hartstochtlooze weer ziel en leven krijgt. Door dier enkelen werk wordt de herleefde belangstelling van thans begrijpelijk. De jonge Jelgerhuis heeft bij tijden zulke ge lukkige momenten gehad, Rienk, de vader had ze zelden, hoewel die in vele vakken veel ontwik kelder en vooral belezener was. De jonge Johannes was in 1770 in Leeuwarden geboren en kreeg van zijn vader het eerste tee- kenonderricht. Nog vrij jong is hij al spoedig prac- tisch werkzaam als behangselschilder en als fijn schilder van landschappen en dergelijke op rij tuigen, arresleden enz. Even twintig jaar oud trouwt hij en komt in den handel bij zijn schoonvader. Hij is verzot op tooneelspelen en heeft succes in zijn dilettantentooneelvereeniging. Dat succes brengt hem er toe het tooneelspelen ook als beroep te gaan beoefenen en daarom gaat hij als hij 36 jaar is in Amsterdam wonen, waar hij hoopt als tooneelspeler en schilder behoorlijk den kost te kunnen verdienen. Dertig jaar later overlijdt hij, meer nog bekend als acteur dan als schilder en wordt op zijn wensch op het stads kerkhof van Haarlem begraven. Behalve van zijn vader had hij van den knappen Pieter Barbiers les gehad en met de stad Haarlem had hij steeds m goede relatie gestaan. In het bezit van het Rijksmuseum is de schil derij van Jelgerhuis die hierbij gereproduceerd wordt. Het stelt het interieur voor van een voor namen boekwinkel op den Vijgendam, in 1820 on geveer. Dat zulk een werk de antipode is van het al dan niet romantische impressionisme der laat negentiende eeuw zal voor ieder duidelijk zijn. De neo-classicisten die thans weer aan bod schij nen te komen, zullen er een verwanten voorgan ger in kunnen zien. Er is waarschijnlijk aan dit schilderij wel geen jaar gewerkt, maar in een paar zonnige ochtenden slechts, is het zeker ook niet ontstaan. De gedetailleerdheid waarmee de beide zijwanden met de boekenstellingen behandeld zijn getuigt meer van geduld dan van hartstocht, maar knap is het zeker en de geheele inventaris van den voornamen boekhandelaar Meyer War- nars is er van stukje tot beetje op verantwoord en de schilderij zal denkelijk wel naar diens genoe gen zijn uitgevoerd. De man zelf troont wel als ongestoord bezitter dezer prachtige zaak, in zijn „comptoir", terzijde bij het raam, terwijl een voor naam cliënt door zijn bedienden wordt bezig ge houden. En toch was het omstreeks 1820 geen florisante tijd voor den Hollandsehen boekhandel. Daarover valt aardig te lezen in een boek dat pas verscheen en waaruit wij ook het plaatje, naar Jelgerhuis' schilderij overnamen, „Vijf Eeuwen Boek in Nederland" een uitgaaf van de Uitgeverij De Librije in Haarlem, is een rijk geillustreeerd en royaal opgezet werk, dat voor boekenvrienden een niet te zwaarwichtigen voorraad kennis bevat over alles wat met het boek in verband staat. Een reeks medewerkers, allen mannen die speciali-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5