JCetstmis pg PANTOFFELS FABER J. Wensing SCHOTH De Bilt S JCCeediHQMag.a<ztf*t~ Franken's Broodfabrieken ..DeRadiospecialist" Een goed boekIS uw Pr. Steynstr. 1 INSTITUUT ANDRIESSE Kleine Houtstraat 10- Haarlem Tel. 12896 - Gedipl. Pedicure 'n NIEUW RADIOTOESTEL Boomen Leesbibliotheek Mühihaus 7. ATEKDAG 21 DECEMBER 194Ö HAARLEM'S DAGBLAD b.d. Kloppersingelkerk QenoeyeCiike JCecstdagen- mo Zooals alle jaren is FRANKEN er weer, om met een heerlijk Kerstbrood Uw Kerstdisch tot een succes te maken. Weliswaar heeft het groote moeite gekost om beslag te leggen op de juiste grondstoffen, heeft het heel wat vakmanschap vereischt om een nieuw en vooral goed recept te vinden, maar nu komt er dan ook een Kerstbrood uit onze ovens, dat er zijn mag en dat niet alleen een streeling voor Uw tong, maar ook een sieraad op Uw Kersttafel zal zijn. Aangezien er dit jaar door verduistering e. d. moeilijkheden zijn bij het bezorgen, zullen wij U zeer erkentelijk zijn als U vroeg bestelt en eventueel het bestelde afhaalt aan onze filialen of per brood bezorger 23 of 24 December laat brengen. Wij danken U bij voorbaatl 3taactent - cfCeemstede - !Btoemend.aat Schenkt tijdens de a.s. Feerstdagen een HEERLIJKE GROC van onze RUMPUNCH of van onze bekende Jamaica Rum Geniet tevens van de PITTIGE BITTERS en JENEVERS en van de EDEL-LIKEUREN uit onze Distilleerderij „DE PELIKAAN". LEVERT SCHUDEL DDKSTRAAT 8 - HAARLEM - TELEF. 10080 Doet nu uw Kerstbestelling. - Levering franco huis. Ongetwijfeld zal in menig gezin ook dit jaar weer een prettig Kerstfeest gevierd worden enmet medewer king van „F L U K S". Want men behoeft slechts eenmaal een proef genomen te hebben met de WEIH- NACHTSSTOLLEN van ,,F L U K S", om ver- tuigd te zijn van de prima kwaliteit van deze Kerstbrooden en men zal steeds weer met Kerstmis tot de regelmatige „STOLLEN- KOOPERS" van „F L U K S" behooren. De prijs is zeer laag gesteld, men betaalt er slechts 75 cent per stuk voor. Ook de bekende, smake lijk gedecoreerde Kerst-banketstaven a37j4ct. per stuk staan weer voor U klaar bij RESTAURANT „F L U K S", GROOTE HOUTSTRAAT 21 HAARLEM Maatschapsledpn en Docenten G. ANDRIESSE, Leeraar M.O. Boekhouden, 's-Gravenhage. I Mr. K. VAN GIFFEN, Advocaat en Procureur, Haarlem. Dr. H. LAMBOOY, Doctor in de Eeonom. Wetensch., 's-Grav. W. H. MUIJLWIJK, Accountant N. I. V. A., Leeraar M.O. •Boekhouden, 's-Gravenhage. Per 1 Januari vangt de opleiding en repetitie aan voor STAATSPRAKTIJKDIPLOMA ACTE M.O. BOEKHOUDEN EN ACCOUNTANTS-EXAMENS N.I.V.A. Gemiddeld 6 deelnemers per club, lesgeld 10 gld. p. maand, 4 lesuren per week. Prospectus op aanvraag bij het Secre tariaat Wilhelminastraat 66, Haarlem, Telefoon 16637. Spreekuur eiken Maandag- en Woensdagavond van 7-9 u. H Warme Dames-, Heeren- en Kinder- Onze keus in Pantoffels is zóó uitgebreid, dat U nergens beter kunt slagen. RIJKS GEDIPL. SCHOENWINKELIER. ORTHOPAEDIST Het blijvende Kerstgeschenk Zonder verplichting demonstreeren wij U alle bekende radio-merken PLEIN 35 - TEL. 16823 Vraagt onze gunstige voorwaarden TE KOOP GEVRAAGD alle soorten MEUBELEN, KO PERWERK, KRISTAL, GOUD, ZILVER enz. OVERBEEK, Jansweg 59, Haarlem, Tclef. 13256. Zwart als ile Winternacht maar warm als een heer lijke zomerdag, is een moderne vulhaard. En zuinig Vooral ook dat is zeer belangrijk in deze tijden. Komt U eens langs, dan zullen wij U gaarne de noodige inlichtingen ver strekken. PIETER KIESSTRAAT 22 Telef. 10408 ^■■■■11— reinigt grondig Alle stof is weg, absoluut weg, als U met een van die moderne stofzuigers Uw kamer een goede beurt heeft gegeven. Spaar Uw kleed Spaar Uw geld Cpaar Uw tijd met een stofzuiger van te koop gevraagd, geschikt voor1 zaaghout. Brieven ond. no. 4599 bui*, van dit blad. Maar U krijgt het niet, want U hebt te weinig bonnen. STERILINE krijgt U zonder bon. Beter dan zeep. Per V* kilo 0.35. Groothandel: HEEMS' Graan handel, Anthoniestraat. Een practisch KERSTGESCHENK Dan naar PARAPLUIES WANDELSTOKKEN Vrij van distributie GR. HOUTSTRAAT 47 HAARLEM - Tel. 18036 Overtrekken - P Repareeren Neem een RAD 10 van Adaeiteett in d it Mad intiemste vriend Wij hebben er vele Gen. Cron;éstraat 84 \Leesgeld8ct. perdlïï] if V E laatste" zei Rusticus en gooide een groote, rozig-roode voerbiet in den (ItO II JJ 6ak Hij sloeg zijn handen wat af en .7-7 veegde ze schoon aar. zijn broek. Ik draaide den slinger van de snijmachine. Klapper- deklap deden de stukken, toen ze uit de opening van het ding te voorschijn kwamen, nadat de messen hun werk hadden gedaan en van de knollige win terpeeën het haksel hadden gemaakt, dat neer stroomde in den grooten bak er onder. Plots draaide de slinger heel licht in mijn hand. Er was geen weerstand meer. Alles was vermalen. Ik strekte mijn rug, die pijn deed doordat ik een goed kwartier in dezelfde houding had gestaan en keek naar den boer. Er was een wat spottende glimlach op zijn gezicht. „Blaren in je haniden?" Ik schudde van neen. „Maar het is toch wat anders dan een beetje zitten spelen met je pennehouder, wat?" Ik antwoordde niet. „Nou het stroo er doorheen en dan maar voeren!" Hij keek eens naar de lucht en verdween in zijn woning. In den kruiwagen schepte ik de gesneden biet, reed het zaakje achterom naar den stal, mengde het met het gehakte stroo en smeet er een emmer water overheen. Nu kon het in de ruif van de roode en den blaarkop, die links stonden en in de trog van de twee bonten en de zwart, die achter het schot rechts hun plaats hadden en met smak kende, sappige geluiden hun kop al in den voerbak legden, begeerig naar het avondvoer. Daar schapte 'k de boel voor ze neer en met gulzige happen ver dween -het in de kauwende kaken. ,Toch wat anders dan spelen met je penhouder!" Ik glimlachte maar voelde, dat het een vermoeid lachje moest zijn. Zoover was het dus! Ut keek naar mijn handen, dde rood van de kou. zagen, naar mijn nagels, die niet schoon meer waren en hier en daar ingescheurd en ik dacht er aan, hoe het nu op „de zaak" zou zijn. Woensdag vier en twintigdan was Joris naar den Gemeenteraad en Gerard zou om dezen tijd wel met de New-Yorksche beurs zitten worstelen en Piet kreeg nu zoowat de post en zou als vanouds zitten foeteren op de correspon denten, die eeuwig en erfelijk te laat waren en straks zouden ze opkrassen en ikik was op agrarisch-economische repoi-tage uit en speelde den boerenknecht. Niet of ik was er met animo aan begonnen. De baas had het een aardig idee gevonden, zoo'n zwerftocht van een paar weken langs de boerde rijen, om sitof op te doen voor een serie artikelen, nu eens niet van hooren zeggen, maar zelf beleefd, zelf ondervonden. Een paar weken het eigen, harde boerenleven meemaken, het leven van den keuter boer met al zijn kleine verdrietelijkheden en zijn groote zorgenHij had instemmend geknikt. Welzeker, meneer van Amstel, daar zit wat in. actueel gegevennogal belangstelling vodr. gaat u uw gang maar.veel succes en tot ziens". Hier was ik verzeild. Geen dag had ik de come- die kunnen volhouden. Mijn armelijke uitrusting mocht Rusticus even van de wijs hebben gebracht, niet zoodra was ik met den arbeid begonnen of hij had lont gerooken en er was een verklaring ge volgd, waarbij ik het boeren wantrouwen maar amper had kunnen geruststellen. Het was er mee geëindigd, dat hij mijn pogen voor een stadsche gril versleet en mij op zijn bedrijfje duldde, on getwijfeld met de troost, dat ik hem een, zij het onbeholpen, krecht uitspaarde. De eerste moeilijke dagen waren omgekomen. Het werk was zwaar geweest, maar de regelmaat van de dagtaak was spoedig gewend en alleen de ongewone spierarbeid vermoeide. Na Kerstmis zou ik het elders probeeren. Ik zette den kruiwagen weg in een hoekje van den bedompten, warmen stal. Achter het schot, waar men huisde, hoorde ik gestommel. „Wat zal dat?" Mees, de jongste van de drie, kwam te voor schijn. „Moeder gaat uit!" wist hij te vertellen. Ik had er vrede mee. Bleef nog een oogenblik pie keren en dacht het mijne van het saaie, eenvoudige boerenbestaan, waarin de eene dag gelijk was aon den volgenden De volgende dagnu werden in de stad de kerstboomen opgetuigd en de kamers ver sierd. Nu was het daarginds één kleurige, vroolijke, tintelende grap met een ernstig woordje misschien en overigens veel feestbetoonhier leefde dat alles maar voort met geen andere afwisseling dan die der seizoenen en geen andere vreugden dan die om behaalde winstwat wist al dit proza van een poëtische aandoening in midwinter? Wat wist men anders van den dag van morgen dan wat er in een druilerige preek over verteld zou worden aan een dommelend boerengehoor? Er rees een plan en ik wachtte niet met het uit werken er van. Nog was het buiten licht. Ik verliet het boerderijtje dat daar lag aan den voet van wat binnenduin en keerde de schrale weide den rug toe. Omziende ontwaarde ik de vrouw, die met dwaze dribbelpasjes zich spoedde in de richting van het dorp, vanwaar ik een kerkklok hoorde dreunen, niet mooi, niet welluidend, lang niet zoo mooi als de roep van een vogel boven me, die zich naar het nest spoedde. Ik kapte dennengroen en hulst en duindoorn, ik vond wat late rozen bottels en wat ranken hop en tastte dat alles bijeen, sjouwde mijn vracht naar huis. Stil en behoedzaam, als bij een ongepaste daad. schuifelde ik de achterdeur van den stal binnen en bezag den oogst. Langs de palen van de koeien- gang hing ik het dennengroen en stak daar de bes- senhulst tusschen. Boven de deur kwam een trofee van duindoorns en beukentakken. De hop en de rozenbottels tooiden de afscheiding tusschen stal en woonruimte een schot van nog geen manshoogte en waar nog een plekje was buiten het bereik van het domme vee bracht ik de altijd groene klimop aan. Rusticus verscheen Niet voordat hij de stallan taarn had aangestoken om de koeien water te ge ven zag hij my'n versiering. „Heb jij dat gedaan?," Ik knikte. „Wat moet dat?" ,,'t Is morgen toch Kerstmis". Er blonk een lichtje van begrijpen in zijn oog „Ja.dan versieren jullie de boel, hè?" „Zoo is het". Hij keek zijn stal nog eens rond. ,,'t Lijkt heel wat. Je bent net op tijd geweest". „Hoezoo?" ,,'t Begint te sneeuwen". IO ET sneeuwde dien geheelen vooravond. Lang- zaam dwarrelden de vlokken neer en legden zich tot een wit dek over de landen. De geluiden buiten werden stiller. Toen ik naar buiten kwam om wat hakhout te halen stoof de witte poeder voor mijn voeten uit. In den stal speelden 'de kinderen en bewonderden de versiering. De vrouw kwam thuis. Ze was naar de kerk geweest en rustte uit na de vermoeiende wandeling, voordat we het avondbrood gebruikten. En daarna zaten we, de drie ouderen en de drie kinderen om de tafel onder het gelig-roode schijn sel van de petroleumlamp en verdroomden den avond. Er waren geen onderhoudende gesprekken, er was geen belangwekkende lectuur, er was geen geluid dat de stilte stoorde Er was slechts rust en vredig samenzijn na den dag, die zijn arbeid en zijn zorgen gebracht had. In deze stilte bemerkten wij, hoe plotseling Pol, de waakhond, de ooren spitste, opsprong en naar de deur liep. Zeker had hij iets gehoord, maar het dreigend gegrom, het waakzaam ge- bas bleef uit. Het dier strekte de pooten, legde zich voor den ingang en keek beurtelings van de deur naar ons. Er werd geklopt. Rusticus stond op. Wij keken toe, hoe de sterke man zich bewoog naar de deur en verwonderden ons. dat Pol, die anders niet van zijn zijde week en bij iedpr gerucht aanstalten maakte tot aan val of verweer, rustig liggen bleef, den kop even geheven, als wist hij reeds, wie er buiten stond. Rusticus lichtte de klink en opende de deur. Buiten stond een vrouw, haar kind tegen zich aangedrukt. Er was geen plaats".... r Dit was het eerste, wat ik verstond. Er waren klanken van verbazing en bekommering geweest, toen zij was binnengetreden. De kin deren waren wat schuw weggekropen. De boerin was overeind gekomen en had de late bezoekster in haar eigen stoel gedrukt en haar den mantel, zwaar van sneeuw en ijzel, afgedaan, haar sehoei- sél uitgetrokken en haar eigen warme' pantoffels aan de voeten van de zwerfster gestoken. Er hadden vragen geklonken en een stille stem had geantwoord met een verhaal, dat gewaagde van een moeitevol bestaan, van lange tochten langs eenzame wegen, van veel leed en weinig mede lijden. Van de onvervulde hoop, dezen avond in het dorp nachtverblijf te zullen vinden en ver zorging voor het kind. Het kind sliep. Ik zag, hoe de sneeuw, die zich in de haren der vrouw had vastgezet, smolt en neerdrupte op het roze gezichtje, zoodat een handje even wreef over het wangetje en toen weer tasttte naar de moeder. De ademhaling was rustig, de kleine voetjes waren gevat in een slip van moeders kleed. Nu droogde de vrouw zich bij het potkacheltje en dronk wat van de melk, die de boerin voor haar had gezet. Met gebaren waarin nieuwsgierigheid en kinderlijke angst gemengd waren schuifelden de kinderen naderbij, nu vader en moeder, wat bezijden, op fluistertoon spraken. Ik zag hoe Rusticus den bak, waarin ik dien middag het veevoeder had opgetast, te voor schijn haalde en er wat stroo in uitschudde, voor dat hij er een koedek in legde en zijn vrouw hielp, er vervolgens wat beddegoed in te sprei den. Toen liepen zij weer op de vrouw toe en fluisterden wat met haar. Zij stond op, volgde hen en legde haar kindje te slapen Er klonken wat kirrende geluidjes, wat zacht geschrei, maar de moeder vatte een der kleine handjes en boog zich over het kribje en suste het kind in slaap. Rusticus legde den vinger op den mond. In den stal werd het stil. Weer zaten wij om de tafel en spraken weinig en met gedempte stemmen. Maar daar klonk plotseling gegrom. Pol sprong overeind en baste een keer of wat. Er scheen volk te zijn. Dan, opeens, een stem: „Waarachtig, daar zit de snaak! Frits! Frits! Doe eens open. We besterven het hier!" Ik herkende de stemmen. Ik zag het bekende gelaat van Hans die zijn neus tegen de ruiten drukte en hoorde aan het galmend geluid, dat hij Piet bij zich had. „Vrindjes?", vroeg Rusticus effen. Ik stond op en trad het tweetal te gemoet. Daar stonden ze. Ik wenkte ze toe,bedaard te zijn, maar ze merkten mijn gebaar niet op. „Zoo, schilder van het landelijke leven! Kerel, hoe maak je het in deze negorij. Je ruikt leelijk naar den stal, maar dat went wel. Ja man, je moet al wat voor je baantje over hebben! Maar we komen je halen! De wagen staat op den weg en we geven je precies tien minuten om je klaar te maken. In de stad kun je je wel verkleeden" „Zoo, jongens", zei ik, verlegen. Hans' knap gezicht gloeide. Hij had zich in een wollen sjaal stevig ingebakerd en een flatteuse pet, die hij diep in de oogen gedrukt had, deed me den ken aan Randal uit de Folies Bergères. Hij stampte op den grond en sprong en deed dwaas als een jong veulen. „We vergeten je niet. Frits", begon nu ook Piet. „Al ben je nu in den boerenstand opgenomen, .(Vervolg og de vólgende pagj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 14