I. C. HAAN
JCexst^Qeschenkm
MAINZER
f
Het kind lacht
Korter
SCHOONMAKEN!!
N.V. CEMSTO
Nassaulaan 30-32 - Haarlem
TE KOOP GEVRAAGD
Jietcedes
lllso
Zijlstraat 41 - Tel. 17156
Barteljorisstraat 39-41 en 34
HAARLEM
Vs
EEN HEERLIJK
KOSTJE!!
ZUURKOOL
ZATERDAG 21 DECEMBER 1940
HA'AEEE M'S DAGBIt'AD
(Vervolg van de vorige pag.)
kerel, is dat nu allemaal wel noodig? Enfin, moet
je zelf weten Maar vanavond en nog een beetje
later moet je mee! We hebben met z'n twaalven het
bovenzaaltje van Bel Ami gehuurd. Ruimte voor
twintig. Een beetje dansen, een beetje feestvieren,
een glaasje en een hapjeOm tien uur beginnen
we. We hebben dus nog een uur.
Ik kon er geen woord tusschen krijgen. Dit alles
had ik niet verwacht..
„Laat me maar, jongens", zei ik.
„Ben je heelemaal? Jij? Begrijp je het niet? Je
moet mee. Reveil, man! De vrinden snakken er naar,
je tronie weer eens te zien.Piet voegt de daad
bij het woord en trekt me in het licht.
„Och.weerstreef ik.
Nu worden ze even stil. Ze zijn dat zoo niet van
me gewend en kijken elkander aan.
„Is de man een kind geworden" informeert Piet.
Hans kijkt van mij naar het ingesneeuwde boer
derijtje.
„Merkwaardig geval van assimilatie" mompelt
hij. „Binnen een week van Groszstadter tot bodem-
vasten boer. Hier past een onderzoek costi. Piet, ga
mede en zie!"
Vc,
j OORDAT ik tegenwerpingen kan maken heeft
Hans met de vrijmoedigheid, die hem in zijn vak
een tweede natuur is geworden, de deur geopend en
treedt binnen. Wij beiden volgen.
Er is schemerduister in de woonruimte tusschen
de schotten. Rusticus heeft het licht wat .afgedraaid
en mijn vrienden stolperen tegen een paar stoelen
op, voordat ze de omgeving kunnen opnemen.
Er is niemand. Maar daar, verderop in den stal,
onder de lantaarn, die ik vanmiddag tooide met
hulst en dennegroen ontwaren we de groep en het
is als een schilderij der primitieven. In het midden
het slapende kind op het koedek in het kribje. Aan
het hoofdeind de moeder, die nog altijd het handje
.koestert en neer-oogt op haar schat. Ter zijde Rusti
cus en zijn vrouw, de groote, bonkige kerel en de
zorgzame boex-in, in verteedeiing wat voorover ge
bogen. Aan het hoofdeind de drie kinderen, die
fluisterend elkander wijzen op het slapend wichtje,
zijn warrige haartjes en zijn korte ademzuchtjes.
Het is daar stil, heel stil. Ons gerucht heeft de rust
daarginds niet gestoox'd en zonder een woord te
spreken nadex-en wij met stille schreden.
Rusticus kijkt even op en beduidt ons met een
hoofdbeweging ter andere zijde plaats te nemen.
En dan ontwaakt het kind. Het is een heel zoet
kindje, dat zich even uitrekt en de leedjes strekt na
de lange rust, voordat het de oogen opent en rond
kijkt. Geboeid staax't het naar het kaarslicht in de
stallantaarn, totdat de oogjes moede worden en het
den blik afwendt.
Nu ziet het naar de vreemde gezichten rondom, nu
ziet het uit den hemel, waarvan ieder slapend
kindje droomt, naar de vreemde oogen van de
vreemde menschen om zich heen, terwijl het handje
blijft xusten in moeders hand.
Maar dan glanst plots een lach over het gezichtje
en er schokt iets door ons heen. Het is een stille,
klare lach, een vreugde, die zich schijnt mede te dee-
Ien aan gansch de omgeving. Het kaarslicht krijgt
een anderen schijn, het armeluis-linnen, waar het
kind op ligt wordt kostelijk lijnwaad en aan den
bonten tooi, die ik vanmiddag hierheen sleepte
bloeien plots alle twijgen.
Het kind lacht. er rijst een groot gelooven.
het is deze lach, die een mond plooit, die nog nim
mer een woord stamelde, die terugtast naar het be
gin der tijden, naar het Woox-d, waarin het Leven is.
Het is deze lach die getuigt van een vreugde die
niet is van deze wereld, maar die leeft boven de
aarde en boven de sterren.
En daarom begrijpen wij hem niet, wij, simpelen
en kinderen en wijzen.... Goddank, dat wij hem
niet begrijpen.... het zou slechts zijn om ons te
doen verstaan dat er oogenblikken zijn, waarin alle
spraak wordt tot kindergestamel en een kinderlach
tot opperste wijsheid.
En tóch verstaan wij er iets vande lach wordt
een aanklacht, een verwijt, dat wij, grooten en ge
ringen, wél dikwijls hebben gesproken van vrede en
menschenmin en dat wij wel Kerstliedjes hebben
gezongen van vrede op aarde en welbehagen in
allen die van goeden wille zijn, maar den zin van
Kerstmis nimmer hebben verstaan. De lach wordt
een aanklacht tegen de menschheid en de geslachten
die haar voorgingen en stelt de vraag: Hoe is het,
dat voor deze wex-eld geen licht rijst in den nacht en
dat de vrede des harten week voor oxxrust en ver
warring?
Zoo staan wij, huiverend, voor den afgrond die
gaapt tusschen ons en het Kind, het Kind, dat lacht.
om óns, om onze wijsheid, die een waan, om onze
kracht, die onvermogen is gebleken en er blijft maar
één veiiangen, één hunkerende vraag: deel te heb
ben aan deze stille vreugde, die zich verblijdt in
het Eene, waartoe alles inkeert en waaruit alles is
de stille vreugde, die God ons als Zijn kerstgeschenk
wil reiken.
Zachtjes vallen de oogen van het Kind weer
dicht.
De Moeder dekt het toe met het bonte dekentje.
Hans drukt mijn handen.
Sneeuwvlokken, dwarlend in levendig rhythme,
Tooveren wondere Kerstfantasie....
Kerstklokken, galmend in juichende klanken,
Beieren luide een f eestmelodie
Plechtig weerklinkt er het Vrede op Aarde,
Lieflijk het lied van den Heiligen Nacht;
Uit de aloude en schoone historie
Putten wij levensmoed, vreugdfe en kracht
Brandende kaarsen, daar hoog in het
Kerstgroen.
Lichtend symbool, vol van levendigheid,
Geven mèt hoop en een dankbaar vertrouwen:
£feet yan traditie in mistletoe-tijd.^juJl w
Het allerprettigste van uit eten gaan vind ik,
dat je nu eens niet behoeft te denken: wat zullen
we vandaag op tafel brengen, vertrouwde een
huismoeder uit een groot en roezig rezir ■ne eens
toe.
Zij zal wel niet de eenige zijn, die er zoo over
denkt, want het is soms een ware heksentoer om
een goeden, smakelijken maaltijd op tafel te bren
gen, die dan toch ook eenigszins reken'rg houdt
met de verschillende smaken der huisgenooten.
Intusschen lijkt het u en mij een verzuchting
zonder eenigen grcrd: wat zullen we vandaag op
tafel brengen en dat in een tijd waarin alles te
krijgen is, en we, bij wijze van spreken, maar heb
ben te bestellen en het wordt ons gebraent. Hoe is
het mogelijk, denken wij n u, dat wij de maal tijde»",
in gewone tijden ooit een probleem hebben gevon
den. Wat was eenvoudiger dan een goed menu sa
men te stellen, als alles, wat onze beurs bekostigen
kon of wilde, te krijgen was. En als wij dan eens
een feest-etentje moesten samenstellen, nu, dan
schudden wij onze huishoudbeurs maar eens extra
goed op, en er kwam altijd wel iets goeds uit te
voorschijn.
Maar nu de maaltijden van den winter 1940, en
straks de toch meer feestelijke dito van Kerstmis
1940, die zullen wat hoofdbrekens kosten; daarbij
vergeleken waren de moeilijkheden van vroeger
immers maar een zorgje als een veer zoo licht: je
dacht even behoorlijk na en klaar was Kees!
En toch willen wij op de Kerstdagen iets feeste
lijkere doen d.an gewoonlijk, en het prettige is, dat
de huisvrouw daartoe ook zeker in staat is als zij
maar niet met een gevoel van spijt vast blijft hou
den aan alles wat zij vroeger in dat opzicht pres
teerde. Zij moet iets andere doen, dat is een eerste
vereischte en dan kan er nog heel wat goeds op
tafel komen.
Wie wild of visch weet te bemachtigen voor de
Kerstdagen heeft al een prachtig middelpunt van
haar f eestdineetje klaar, en dan is het niet moeilijk
om de andere gerechten er omheen te groepeeren:
een kleine hors d'oeuvre, bestaande uit garnalen,
tomaten, groentensla, mosselen in 't zuur, mixed
pickles, aardappelslaatje en meer dergelijke een
voudige onderdeelen, zal het best doen. Bovendien
zijn al deze gerechten ook apart als enkelvoudige
schotel heel goed te gebx-uiken.
Hierop volgt dan een magere soep als groente
soep, kerrysoep, tomatensoep, dan verschijnt het
„paradepaaidje" in den vorm van het wild met
aardappelen en appelmoes, of de visch met aardap
pelen, sla en worteltjes, waarna het dessert de
gangen van het dineetje afsluit.
Maar de mogelijkheden om nog gezellig wat na
te tafelen zijn daarmee lang niet uitgeput' vruch
ten, zoetigheden, kleine aardige tafelverrassingen,
beschuit met kaas, dit zijn allemaal genoegelijk-
beidselementen, die dan wel niet zulke overmatig
voedende capaciteiten hebben, maar omdat de
meeste menschen toch op feestdagen nooit zooveel
eten als op werkdagen zal men er best mee verza
digd kunnen zijn.
Intusschen zijn met het bovenstaande de gelukki
gen bedoeld die aan wild of visch zijn gekomen, en
het is waarschijnlijk dat de mees ten het zonder de
zen Kerstschotel, zelfs zonder vleesch, zullen moe
ten doen.
Hoe stellen zij dan toch een feestelijk eterijtje
samen, dat het gemis niet of althans weinig doet
voelen?
Het maal begint met een garoalèn- of zalm
slaatje, hierop volgt de soep en daarna komt een
schotel groenten die er zoo feestelijk uitziet, dat
de gedachte aan vleesch geheel op den achtergrond
raakt. Hiertoe nemen wij kleurige groenten, dus
zeker worteltjes en kleine tomaatjes, verder Brus-
selsdh lof met hard gekookt en fijngehakte ei be
strooid. kleine randjes biet ter gan-eering, spruit
jes, kleire uitjes. Bij dezen schotel geven wij nu
eens niet aardappelen, omdat daarmee op het ge
mis aan vleesch de radruk wordt gelegd', maar wij
maken hem smakelijk op, zorgen dat hij goed heet
is en voox'al niet droog; de boter die wij anders aan
het vleesch zouden bestedein, wordt nu voor den
groen tenschotel gebruikt.
Hierop volgt een warm dessert, en dan niet een
met vruchten, omdat het teveel overeenkomst met
den groentenschotel zou vertoonen, maar een war
me brood- of beschuitpudding, een warme gries
meelpudding, of iets dergelijks.
Daarna komt een wat uitgebreide kaasschotel
met, behalve de kaas, roggebrood, toast en beschuit
jes, echt bedoeld als gerecht, niet als lekkernij die
even goed achterwege kon blijven. En tenslotte
volgen dan nog het fruit en de zoete hapjes.
Verder komt het bij zoo'n feestelijk eterijtje ook
voor een goed deel op de stemming van de gast
vrouw aan; zit zij aan tafel met een gezicht van:
ik moet me eigenlijk verontschuldigen voor dit
maal, dan zullen de gasten het allicht ook maar
matig vinden. Is- zij echter in de beste stemming
en doet zij doodgewoon, dan zijn de factoren voor
een geslaagd etentje geheel aanwezig. Voeg daar
bij de sfeer van warmte en intimiteit van de be
slotenheid, dan kan zoo'n eenvoudig dineetje het
nog best opnemen tegen het meest daverende Kerst
diner in gewone tijden, waaraan de gezelligheid of
de feestelijkheid ontbreken.
E. E. J.-P.
kerstmis 1940. Een gezellige,
intieme, huiselijke Kerstweek
met een prima Radio! Wij
kunnen daarvoor zorgen,
door nog snel een Philips
op proef te installeeren.
Wacht niet. Laat ons zoo
spoedig mogelijk weten,
wanneer wij kunnen komen
spreken.
GOLDSCHMEDING,
Gr. Markt.
worden de dagen
Waarom nu nog Uw vrijen
tijd ook bekort om de wasch
thuis te doen
Neen, veel beter is het haar
uit huis te geven. Bovendien
spaart U dat zeep, terwijl
ons moderne „zachte" reini-
gings-procédé Uw wasch de
beste behandeling garan
deert.
Uw goed gaat langer mee,
als het meegaat met
BROUWERSVAART 50—52
TEL. 14159.
Telef. 13870 (2 lijnen) - Postgiro 41460
VAN ONDER TOT BOVEN
VAN BINNEN EN BUITEN
Telefoon 11363 Telefoon 11363
Een ptoetilcfi. Kefciigeicfaati voxft, cede/ie&nt
OUD GOUD, ZILVER en DIAMANT, Hoogste prijs geeft
C. FORTGENS, Groote Houtstraat 6.
Ecu
Portable Kofferschrijf
machine is een Meester
werk van fijntechniek. De
machine voor Uw leven I
Reparatie-, Verhuur- en Copieerinrichting
GROTE SORTERING
Vrij van Distributie
0 SCHEMERLAMPEN
0 BOEKENKASTJES
0 KELIM-FAUTEUILS
0 FANTASIE-FAUTEUILS
0 COURANTEN BAKJES
0 KAPSTOKKEN
0 THEEMUTSEN
0 TAFEL-en DIVANKLEDEN
0 FANTASIE-KLEEDJES
(Bezoekt anze permanente JleubeLtentowstellin
Barteljorisstraat 34
DE ECHTE
VAN REIJSEN
Mevrouw probeert U
ze ook eens
Delicatessenhandel
TVL IO607 - im
ïH CP MOUT5TR 89
Span Uw oogen
niet te veel ln. Als U voelt, dat
U gauw vermoeid wordt ln
Uw oogen, ls het tijd den oog
arts eens te raadplegen, of an
ders een vakkundig opticien.
Wij adviseeren U gaarne.
[I W. KUIPERS Zn. [I
Gediplomeerd Opticien
ZIJLSTRAAT 97 - Tel. 12726
HAARLEM.
Ziekenfondsleverancier. II