Weill Zn. Richtlijnen betreffende het beloop van loon en salarissen. Fa. Gebrs. Vermeulen NUTTIGE HET SPROOKJE VAN KLEIN DUIMPJE ZATERDAG 21 DECEMBER 1940 I-I A" A R E E M'S D AG BE A D 3 Een Amerikaansch kapitein heeft zich voor privé- gebruik een buiten dienst gestelden onderzeeër aangeschaft, welke hij van de regeering der Ver eenigde Staten heeft gekocht en thans als pleizier- vaartuig gebruikt. (foto Weltbild) Wanneer verhooging is toegestaan. Peil geheel onder Staatscontrole -GRAVENHAGE, 20 December. Het A.N.P. meldt: Ten einde een eenvormige toepassing van de verordening over het al of niet verhoogen of verlagen der loonen en salarissen te waarborgen en twijfel zooveel mogelijk tevoren reeds uit te 'sluiten, heeft de secertarls-gemeraal van het depar tement van Sociale Zaken op instigatie en in over eenstemming met de afdeeling „Sociale Verwal- tung" aan het college van rijksbemiddelaars richt lijnen gezonden voor de toepassing der verorde ning. Deze richtlijnen zijn de volgende: 1. De grenzen, waarbinnen de verordening gel dig is, blijken ondubbelzinnig uit artikel 9. Volgens dit artikel vindt de verordening geën toepassing op huiselijke diensten en op de arbeidsverhoudingen. Zij houdt vast aan den tot heden geldenden rechts toestand (art. 1), dat arbeidsvoorwaarden in de eerste plaats door overeenstemming tusschen de vereenigingen van werkgevers en werknemers moe. ten worden geregeld. Waar echter het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst niet geschiedt of om andere redenen b.v. ten gevolge van het ont breken van een partij, die tarieven kan vaststellen (wet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 April 1937) een regeling als bovenbedoeld niet mo gelijk is, maar ter bescherming van de arbeiders een regeling voor een geheele groep van onderne mingen tegelijk noodzakelijk blijkt, kunnen loonen en salarissen en andere arbeidsvoorwaarden door de overheid worden vastgesteld. Hetzelfde is het ge val wanneer weliswaar een collectieve arbeids overeenkomst bestaat, doch deze bepaalde looner en salarissen of andere arbeidsvoorwaarden niet regelt, of wanneer de verandering van bepalingen der overeenkomst noodig voorkomt. De verordening maakt dus het ingrijpen van den staat im de totstandkoming van de loonen, salarissen en ander arbeidsvoorwaarden mogelijk, overal waar, de sociale belangen van de werknemers dat eischen. Bevoegd om de regelingen, buiten de col lectieve arbeidsovereenkomsten te treffen is het college van rijksbemiddelaars (art. 3 van het eerste uitvoeringsbesluit), tot welk lichaam zich de par tijen bij een C.A.O. alsmede iedere werkgever en werknemer te allen tijde kan wenden. Daar de wet telijke voorwaarden voor regelingen bij C.A.O. zijn gegeven, is het college van rijksbemiddelaars ver plicht, in de eerste plaats bij de partijen op het sluiten van een C.A.O. aan te dringen. Het college kan hiervoor termijnen bepalen. 3. De bepalingen omtrent de totstandkoming van het loon zouden onvolledig zijn, wanneer daarin niet tevens de vraag van het loonpeil principieel zou zijn geregeld. Wil de economie van een volk geheel aan de belangen van de gemeenschap dienst baar worden gemaakt, dan moet zij van staatswege geleid worden. Hetzelfde is bij de loonvorming het geval. De verordening van den Rijkscommissaris schrijft daarom in de artikelen 3 en 7 voor, dat ver- hoogingen van loonen en salarissen, al of niet bij C.A.O. tot stand gekomen, toestemming der over heid behoeven. Daarmede is aan den eenen kant de noodzakelijke controle van staatswege op de ontwikkeling van het loonpeil verzekerd. Aan den anderen kant ook de weg vrijgelaten om daar loonsverhoogingen toe te laten, waar deze door de sociale behoeften der werknemers worden ge- eischt en waar zij volgens de economische ver houdingen mogelijk zijn. Natuurlijk moet er op ge let worden, dat evenals de Nederlandsche econo mie met de Europeesc'he economie ten nauwste vervlochten is, ook de loonen en salarissen in dit re^m moeten passen. 4. Wanneer een bestaande C.A.O. op een bepaal de onderneming van toepassing wordt omdat de ondernemer zich als lid aansluit bij de partijen bij de overeenkomst betrokken, dan is een loónsverhoo- ging, voorzoover zij noodzakelijk is voor de aanpas sing aan het tarief der C.A.O., niet aan voorafgaan de goedkeuring onderworpen. Wanneer bij verkorting van arbeidstijd loonen en salarissen niet in gelijke verhouding als de ar beidstijd worden verminderd, dan vormt dit geen loonsverhooging in den zin der verordening en is derhalve voorafgaande goedkeuring niet noodza kelijk. Onder de begrippen „loonen en salarissen" moe ten loon en salarisnormen worden verstaan, dat wil zeggen de voor bepaalde werkzaamheden in bedrijf of onderneming vastgestelde loonen, stukloonen, salarissen, toelagen enz. De verordening moet der halve niet worden toegepast in de volgende geval len: a). Bij het opschuiven van een werknemer naar een hoogere leeftijdsgroep, wanneer de in de C.A.O geregelde of de in bedrijf of onderneming gebrui kelijke loonsom wordt betaald. b) Bij overplaatsen van een werknemer naar een andere afdeeling van het bedrijf, wanneer daar in hoogere loon- en salarisnormen gebruikelijk zijn. c) Bij verplaatsing van een werknemer naar een anderen post, waarvoor een hoogere belooning ge bruikelijk is. d) Bij verhooging der stukloonen, wanneer zij onder omstandigheden geschiedt, dié aanzienlijk van de tot dan toe bestaande afwijken (verandering van techniek van het arbeidsprocédé, van de grond stof, van de werktuigen e.d.). e) Wanneer voor een nieuw werk een voorloopig stukloon is bepaald, dat na een bepaalden proeftijd te laag blijkt, en het stukloon van te voren uitdruk kelijk als voorloopig is aangemerkt. fj Bij betalingen met het karakter van sociale voorzorg, zooals toelagen bij zware ziekte van een werknemer of van zijn gezinsleden bij ongevallen of dergelijke noodgevallen. Daarentegen vallen wel onder de verordening de volgende gevallen: aa) Loons- en salarisverhoogingen, die bijv. bij de jaarwisseling gebruikelijk zijn, zonder dat een van de onder a tot c genoemde vooi-waarden zijn Vervuld. In deze gevallen moet steeds een goed keuring worden verleend voorzoover de verhoo gingen binnen het tot dan toe in de onderneming gebruikelijke kader blijven. bb) De verhooging van stukloonen, voorzoover zij niet onder de regels onder d. en e. genoemd vallen. cc) De verhooging van regelmatige uitkeeringen, dat zijn behalve loon en salaris alle op geld te waardeeren prestaties van den werkgever, welke de werknemer doorloopend of onder bepaalde voor waarden regelmatig als abeidsvergoeding ontvangt, bijv. prestatiepremies, participatie in winst of om zet, Kerstmis- en Oudej aars-gratificaties, voorts vergoedingen, verblijfsvergoeding enz. dd) Kerstmis-gratificaties die dit jaar voor de eerste maal worden gegeven. De toestemming daar toe wordt in deze gevallen echter geacht algemeen te zijn verleend, wanneer in het geval van uur- of weekloon niet meer dan een weekloon en, in het geval van maandloon, niet meer dan 25 procent van de maandbelooning als Kerstgratificatie wordt ver leend. Wanneer hoogere uitkeeringen in het voor nemen liggen, dan moet daarvoor een bijzondere toestemming worden gevraagd. Tegen de verleening van toestemming voor de volgende verhoogingen 'bestaan geen bezwaren: a) Verhoogingen, die ten doel hebben, de hier en daar in collectieve arbeidsovereenkomsten neerge legde groote loonsverschillen tusschen de verschil lende plaatsen op te heffen, wanneer de loonen van de plaats met het hoogste loonpeil niet worden overschreden en een gepaste staffeling binnen de verschillende plaatsklassen blijft bestaan. b) Verhoogingen, welke den volwassen arbeider het hoogste voor zijn vak in aanmerking komende loon toekent op een leeftijd, waarin bij gewoon prestatievermogen gewoonlijk de volledige prestatie bereikt wordt. In deze gevallen kan voorts een ver hooging van de loonen voor de onder den betrok ken leeftijd liggende leeftijdklasse worden goed gekeurd als een gepaste staffeling verzekerd blijft. c) Verhoogingen, welke beoogen de loonen van de geschoolde, in scholing zijnde en ongeschoolde arbeiders met inachtneming van het toploon voor den geschoolde in een gepaste verhouding tot el kander te brengen. RRRDRPP-GROENTE -VLEESCH EEN REEKS VAN SCHOTELS. OVERTREFT OLIES! GEEN FOOIEN. BEDIENING 10% (Adv. Ingez. Med.) HAARLEMSCHE POLITIE RECHTER. Be klap. De onderwijzer gaf zoonlief een klap. Waarop zoonlief's -vader den onderwijzer een klap gaf. In zulke „klappende" maar niet kloppende kwes ties heeft vaak de gerechtigheid altijd het laat ste woord. Daarom togen Vrijdagochtend de on derwijzer en de vader uit hun woonstad Zaandam naar de stad, waar over de klap recht zou worden gesproken: Haarlem. De onderwijzer vertelde voor het getuigenhekje aan den politierechter dat er op 6 September bij hem thuis werd gebeld. Een man vroeg: „Is de baas thuis?" De baas was thuis, en stond den man te woord. De baas was onderwijzer. En de man meende van boven wijzer te zijn dar de onderwijzer, want hij was een vader, die niet ac e-oord ging met een klap. die zijn zoon van den on derwijzer had gekregen. De vader gaf den onderwijzer ce klap terug, die zijn zoon had gekregen, maar een dergelijk ruilsysteem is ongewenscht, getuige hetgeen de Of ficier van Justitie en de rechter er over te zeggen hadden. De Officier vond dat er meer ouders zijn, die niet wensohen in te zier dat er wat aan hun 'kroost ont breekt. En de rechter was van meening dat de omstandigheden soms zoo kunnen zijn dat de klap van eer- onderwijzer op of tegen een of ander zoon tje gerechtvaardigd is. Wanneer de vader dat niet vindt kan er een onderzoek naar ingesteld worden. Vindt de vader geen gewillig oor bij den meester dan kan hij naar der bovenmeester gaan. Maar hij kan niet de klap op den onderwijzer verhalen. ..Ik veroordeel u tot een week gevangenisstraf", sprak de rechter. Dit vonnis kan een les voor vele ouders zijn. Want het zijn niet alleen kinderen die leeren moeten op dit ondermaansche. 1331 Berthold Schwarz vindt het buskruit uit U ontdekt, dat Uw textielkaart U genoeg speling laat, om U in den komenden ivinter lekker warm te kleeden. Een slip-over kost U maar 16 punten. Een lekker warme kwaliteits-slip- over reeds v.a. 6.50. GROOTE HOUTSTRAAT hoek Gr. Markt. (Adv. Ingez. Med.) Verbod tot verkoop van paarden die ter monstering zijn aangewezen. 's GRAVENHAGE, 20 Decmber. Het rijks bureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd maakt bekend, dat het verkoopen van paarden, die zijn aangewezen om ter monstering voor de Duitsche vorderingscommissies te verschijnen, ten strengste verboden is. De paarden, die voor deze monstering zijn be stemd, moeten in ieder geval worden voorgeleid en het wegblijven van deze monstering kan inbe slagneming van de paarden ten gevolge hebben. Koopers van paarden worden er op gewezen, dat he,t koopen van een paard, dat nog ter monste ring moet verschijnen, eveneens verboden is en dat inbeslagneming van een dergelijk paard kan volgen. (A.N.P.) JCerstmis geschenken H Taschmoffen 9 Shawls 0 Vossen 9 Bontmantels Bontwerkers (Adv. Ingez. Med.) Gebouw van bet Nerl. Agrarisch Front geopend. 's GRAVENHAGE, 20 December. Het A.N.P. meldt: In aanwezigheid van ir. A. A. Mussert, leider der N.S.B., oud-minister dr. F. E. Posthuma, graaf Grote, landbouwdeskundige van het Rijks commissariaat en van verscheidene vertegenwoor digers van sympathiseerende instellingen, is heden het gebouw van het Nederlandsch Agrarisch Front aan de Zeestraat 69 te 's Gravenhage, tegen over het Willem-de-Zwijgerhuis in gebruik ge nomen. Als organisatieleider van het Nederlandsch Agrarisch Front heette de heer W. Slob uit Hoofd dorp allen welkom. Vervolgens hield de leider van het boerenfronl de heer E. J. Roskam, 'n inleidende rede. Deze zeide o.m.: Het nieuwe Europa wordt niet gebouwd op gril lige willekeur van monarchale machtsbegrippen. Het wordt ook niet gevestigd op door studeer kamergeleerden uitgedachte intellectueele staat kundige stelsels. Het nieuwe Europa wordt vast verankerd op de vaste wetten der schepping. Dat is op de wetten van bloed en bodem. Daarom hebben wij het vaste vertrouwen, dat in dat nieuwe Europa aan onze Nederlandsche boeren een eervolle taak zal worden toegewezen in hel groote werkplan voor de voedselverzorging der Germaansche volken. Op deze eervolle taak hebben wij recht, want de Nederlandsche boeren hebben hun bloed rein gehouden. Dat is de adeldom, waarop wij ons be roepen. Gedragen door den boerengeest onzer stammen eischt ons volk erkenning als volwaardig deelgenoot in het nieuwe Europeesche volksleven In deze worsteling voor vrijheid en recht is het in ons agrarisch front verzamelde, hoerendom de kern. die blijft, die volhardt en' die overwint. Hiermede verklaart spreker zijn taak als Neder landsche boerenleider, waartoe ir. Mussert hem heeft geroepen, te aanvaarden. Nadat dr. Posthuma het woord had gevoerd, sprak graaf Grote als gast, waarna ir. Mussert het woord verkreeg. Ir. Mussert sprak hierna als stichter van het agrarisch front en zeide, dat de Nederlandsche nationaal-socialisten thans' het begin van den zonsopgang, na een donkeren stormachtigen nacht, zien. Als straks de oorlog: zal zijn geëindigd, dan zal de zon haar stalen weder op ons richten. Dan zal de Nederlandsche landbouwer de vrucht.en van zijn arbeid weder oogsten ten bate van het geheele Nederlandsche volk. Naar sjrekers overtuging zal het Nederlandsch agrarisch front erin slagen, onzen bodem tot vol ledige bewerking te brengen. Tenslotte richtte spreker woorden van sympa thie jegens de heeren Roskam, dr. Posthuma die in den vorigen oorlogstijd een veelgesmade figuur was, doch aan ons volk niettemin de groot ste diensten heeft bewezen en thans, na zooveel jaren, in het Agrarisch Front ons land weer weet te dienen en tot de Duitsche gasten aan wier Führer de nationaal-socialisten in Nederland hun vrijheid en het behoud van hun leven te danken hebben. Een rondgang door het gebouw besloot de in wijdingsplechtigheid. POGING TOT BEHOUD VAN OUDE RUÏNE. 's GRAVENHAGE, 20 December. De cultu- reele kamer van Nationaal Front heeft een ver zoekschrift ingediend bij den secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap pen en Cultuurbescherming, prof. dr. J. van Dam. in de hoop een Nederlandsch cultuurbezit te vrij waren voor vernieling. Het betreft hier de ruïne van het kasteel Lig- tenberg en de hoeve Ligtenberg te Maastricht, welke ter zake van de voortstrijdende afgraving van den St. Pietersberg door de eerste Neder landsche Cement Industrie (E. N. C. I.) eerstdaags onder sloopershanden dreigen te vallen. In het verzoekschrift wijst de cultureele kamer op de noodzaak dat in ons land ten spoedigste een verordening omtrent de monumenten van geschiedenis en kunst worde uitgevaardigd, gezien het feit, dat zij zich spoedig na haar pleidooi voor de Geertekerk wederom tot een der leden van het college van secretarissen-generaal moest wenden om lichtvaardige vernieling van ons cultuurbezit te voorkomen. (A.N.P.) en de vermindering van belastingdruk voor groote gezinnen. door P. v. d. HEM. „Kom maar terug, kinderen, nu hoeven we jullie niet meer het bosch in te sturen", Onze laai. Charivarius temidden der journalisten. Het geschiedde dezer dagen dat Charivari us onze gast was. Hij had gevolg gegeven aan de uitnoo- diging, een voordracht over zijn werk te komen houden voor* redactieleden, eenige meiewerkers en correctoren van Haarlem's Dagblad. Dezerzijds was hem verzocht, te spreken over zijn onlangs ver scheren boekje „Is dat goed Nederlandsch?" dat in drie weken uitverkocht was. zoodat de tweede druk met snelheid ter perse ging. Voor den journalist behoort zulk werk van Charivarius tot zijn vaklitteratuur. En de voordracht die hij voor ons kwam houden droeg een overeenkomstig karakter. Zij had ten doel ons aller vakkennis te bevorderen. Maar nog wel iets meer dan dat. Dr. Nolst Trenité liet natuurlijk de gelegenheid riet voorbijgaan om zijn hoorders te doordringen van hun groote verantwoordelijkheid ten aanzien van de taalkennis van het Nederlandsche volk. Alle mensehen lezen dagelijks kranten. Voor de meesten. vormen zij de voornaamste lectuur, voor velen zelfs de eenige. Het is dus duidelijk dat de wijze waarop de journalist dat zoo schoone. uiterst ver fijnde maar zeer zorgvuldige behandeling ver- eischende instrument, onze Nederlandsche taal, hanteert, grooten invloed doet gelden. Charivarius heeft ons allen geboeid door zijn betoog, dat zich door zorgvuldige voorbereiding en veelzijdigheid kenmerkte. Hij heeft ons eerst ver teld var oorsprong en ontwikkeling van zijn veer tigjarigen strijd voor onze taal, hij heeft daarna vele hoofdstukken uit zijn boekje besproken en zijn onvermoeiden kamp tegen de taalfout in velerlei vorm, tegen de stoplap en de gemeenplaats, de deftigdoenerij en den opsmuk toegelicht. Hij heeft goeden raad gegeven ook en ors natuurlijk meer malen vermaakt met de verrassende uitingen van een geest, die op den leeftijd der sterken geenszins aan humor, vernuft, soms speelsche vaardigheid heeft ingeboet. En wij hebben hem hartelijk dark betuigd voor hetgeen hij ons gegeven had. Misschien verwondert het u dat ik over deze vak-aangelegenheid, die zich in den loop van ons bedrijfsleven, heeft voorgedaan, iets in de courant meedeel. Dat doe ik ten eerste om nog eens de aandacht te vestigen op het boekie „Is dat goed Nederlandsch?" verschenen bij de Uitgeverij De Spieghel te Amsterdam en alom in den boek handel verkrijgbaar. Want niet alleen beroeps schrijvers zooals wij maar ook vele anderen kun nen er hun voordeel mee doen. Daar eigent zich de bijzondere vorm toe, waarin het is samengesteld. Mijn andere motief voor het schrijven van dit stukje is, dat Charivarius' verschijning in den kring van Haarlem's Dagblad een debuut was! Werkelijk: voor het eerst verscheen hij temidden *van een groep van de Nederlandsche journalisten, die hem sinds veertig jaar stof voor zijn opbou wend critisch werk hebben geleverd en richtte hij het woord tot hen. Vaak' heeft hij ons en anderen gehekeld, maar hij kan zich niet als Daniël in den leeuwenkuil gevoeld hebben. De Nederlandsche journalistiek erkent hem als een vriend, die haar heur feilen toont. En waarom wij hem eigenlijk al niet veel eerder in ons midden gei rood hebben, om ons toe te spreken, zou ik u heusch niet kunnen zeggen. Het is een troost dat hij zelf blijkbaar ook niet aan de mogelijkheid gedacht had, want de uit- noodiging verraste hem. Dat kranten houden van primeurs is algemeen bekend. Haarlem's Dagblad verheugt zich ook in dezen: Charivarius' eerste optreden als spreker voor een gezelschap journalisten. R. P. Sanatorium „Zonnestraal". Nieuwe geneesheer-directeur benoemd. In de te Hilversum gehouden vergadering van het bestuur van het Sanatorium ..Zonnestraal' is benoemd tot geneesheer-directeur Dr. A. Bier horst, die sinds Mei als waarnemend geneesheer directeur Dr. J. L. van Lier verving, nadat deze zich wegens invaliditeit gedwongen zag, zijn ont slag als zoodanig te nemen. Eendeneieren en paratyplius. 's GRAVENHAGE, 20 December (A.N.P.) Nu en dan worden gevallen van paratyphusbesmet- ting bekend, veroorzaakt door het gebruik van eendeneieren. Om het optreden van deze ziekte door het ge bruik van eendeneieren te voorkomen is het noodig de eendeneieren hard te koken (10 minu ten) en ze in bak waren slechts te gebruiken, in dien deze bard gebakken worden. Met aandrang wordt het publiek daarom aan geraden eendeneieren niet te gebruiken voor de bereiding van pudding, vla. taartvuHingen, zacht gebak, cake. pannekoeken, flensjes, kortom niet voor eetwaren, welke niet of niet voldoende ver hit worden. GEEN BAKKERS ARBEID OP DE BEIDE KERSTDAGEN. 's-GRAVENHAGE. 20 December. Naai- wij vernemen is bij beschikking van 14 December j.l. van den waarnemend secretaris-generaal van het departement van sociale zaken nader bepaald, dat de bakkerij-ondernemingen, die rebruik maken van de arbeidsvergunning voor ie Kerstdagen, in geen geval op den eersten en tweeden Kerstdag bakkersarbeid mogen laten verrichten, in welken vorm ook. (A.N.P.) PIANOLESSEN - BEGELEIDING J. MEIHUIZEN DIPL. CONSERVATORIUM - AMSTERDAM „DEGRé TRANSCENDANT" VAN BELGIë. HEDASTRAAT 34. 1 (Adv. Ingez. Med.) io s van de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, den Haag, Nö. 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877. Stort op 5553 of 877 Ge brengt geluk in veler leven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5