RENNIE s UN/T EMITTEREN De Levende Poppenkast. Verliefd en Jaloersch. Naamkaartjes dJ^ooij Necrologie Haarlem en Omstreken MAANDAG 30 DECEMBER 1940 HAARL'EM'S DAGBE'AD" O HET TOONEEL Bij een kindervoorstelling geniet ik dikwijls meer van het spel der kleintjes in de zaal dan van dat der executanten op het tooneel. Zoo was het ook Zaterdagmiddag bij de vertooningen van de .levende poppenkast" van Johan Frevel, waarmee ik allerminst zeggen wil, dat deze poppenkast voor kinderen niet zeer aardig was. Integendeel, het sterk medeleven met Jan Klaassen door de zaal was juist het beste bewijs, dat deze spelers den juisten toon getroffen hadden en hun spel in sloeg. Ik zit tusschen eenige hummels van 6 tot 8 jaar en de reacties van deze kinderen waren voor mij 'n vertooning op zichzelf. Zij deden alles om Jan Klaassen in zijn moeilijkheden te helpen. Zij schreeuwden, gilden, sprongen om Jan maar te waarschuwen voor den boozen boschwachter die de nut van de heks waar zijn vrouw verborgen zat bewaakte. „De boschwachter! De bosch wachter! De boschwachter!", riep een allersnoezigst meisje, met haar handje al maar wijzend in de richting van dien boozen man en toen Jan hem ein delijk in de gaten kreeg, ging zij zitten met een zucht van verlichting en zei vol overtuiging tegen mii: ..Wat een sufferd toch, die Jan Klaassen! En wat heeft ze geschreeuwd: ..Ram! Rim! Rosch!" toen Jan die tooverwoordcn vergeten was. Trouwens mijn kleine buurmeisje niet alleen. Alle kinderen gilden* ..Ram! Rim! Rosch! dat hooren en zien verging en Jan Klaassen moest wel stok doof zijn. dat hij het niet verstond. Maar ja, dan was het spel dadelijk uitgeweest en daar had de heer Frevel ook rekening mee te houden. Het was een alleraardigste middag voor de kin deren en het spel der poppen was precies, wat de kleintjes verlangden, vooral het tweede stukje: „Hoe Jan Klaassen zijn vrouw Katrijn terug kreeg", waarin de kinderen medespelers en hel pers van Jan Klaassen werden. Het eerste stukje „Jan Klaassen als Fotograaf leed aan een tekort aan fantasie en de inhoud was wel wat erg simpel. Maar de spelers imiteer den de poppen dikwijls heel goed, zoodat het ge heel soms werkelijk de illusie van een zeer groote poppenkast gaf. Vooral wanneer de poppen slap over den rand hingen en Jan ze weer naar binnen heesch. was het net ..echt", wat hier dus be- teekent. dat de menschen poppen werden. Jan Kinassen heeft nog niets van zijn macht over de kinderen verloren en het is een gelukkige gedachte van den heer Frevel geweest om hem m dezen nieuwen vorm tot de jeugd te brengen. J. B. SCHUIL. TOONEELGROEP „DE STUDIO" De Sterkste. Een sterk bewogen tooneelspel, dat boeit door zijn felle, dramatische handeling", schreef ik eenige dagen geleden na de voorstelling te Amsterdam en ik heb daaraan na de opvoering van Zaterdag avond in onzen Stadsschouwburg weinig toe te voe gen. Ook hier heeft dit stuk van Keith Winter het publiek zeer geboeid en soms zelfs meer dan dat, dank zij ook de voortreffelijke vertooning van de tooneelgroep „De Studio". Wat. mij bij deze tweede opvoering ïm het bijzon der trof, was de frissche teekening van het milieu Ider Linden's in I meer buitenmenschen dan, heerenboeren en het onafwendbare van het noodlot der fatale liefde tusschen Marielle en David, dat de schrijver in het tweede bedrijf met vaste lijn heeft, gedramatiseerd. In de geladen at mosfeer van dit riet te ontloopen noodlot en der hartstochtelijke uitbarstingen doet Keith Winter soms aan den Amerikaanschen schrijver Eug. O'Neill denken. Het stuk is thans volkomen ingespeeld en ik aarzel dan ook niet'de opvoering van „De Sterkste e&> der beste van dit seizoen te noemen. Vooral Paul Storm is in zijn rol gegroeid. Bij de voorstel ling te Amstei-dam vond ik zijn spel voor de pauze zeer goed. maar in het laatste bedrijf al te onbe- heerscht, doch hiervan was Zaterdag geen sprake meer. Prachtig gaf hij nu de doffe wanhoop van David om Judy's dood en de geleidelijke ontwik keling tot de uitbarsting, wanneer hij zich zelf riet meer meester is. En voortreffelijk ook speelde hij het slot, wanneer Marielle haar macht over hem doet gelden en hij Judy's offer begrijpt. Loudi Nyhoff, Mary Smithuyzen en Nell Knoop iheb ik alle drie gelijkelijk bewonderd in bun rol len. Loudi Nyhoff fascineerend' als de sterke, con sequente en toch volkomen vrouwelijke Marielle, Mary Smithuyzen, ontroerend als de zachte, irnige, tot elk offer" bereide Judy en Nell Knoop sterk levend als de zure, en toch zoo aan de familie ver knochte Hannah. De rol van Henry is er een van het tweede plan en daarop houdt Van Dalsum hem ook. Ben Groenier speelt levendig en met dikwijls komisch acco t Micky, die geen jongen meer is maar toch ook nog geen man. Jammer, dat de zaal Zaterdag niet voller was. Stuk en spel hadden dat verdiend, zooals ook het zeer groote succes aan het slot wel duidelijk be wees. J. B. SCHUIL. KLAGENDE MAGEN Nieuwe Haarlemsche Kunstkring. Vereenigde Haagsche Spelers. „Verliefd en Jaloersch". het blijspel van Jos van Ekeren, dat de Vereenigde Haagsche Spelers Zon dagmiddag in den Stadsschouwburg voor de leden van den Nieuwen Haarlemschen Kunstkring heb ben gespeeld, behoort tot een soort, dat wij van het beroepstooneel in den tegenwoordigen tijd min of meer ontwend zijn. Men zal er geen kwaad maar ook weinig geest in vinden. Deze Vlaamsche humor is van een goedige soort, zooals wij dien van een Rosier Faassen of Justus van Mourik uit vroe ger tijden kennen. Wij zien in dit stuk den 45-jarigen Joris Cente ring in het eerste bedrijf als verstokt vrijgezel, in het tweede bedrijf is hij verliefd op een veel jonge re vrouw en in het derde bedrijf is hij getrouwd en jaloersch. Als wij hem in I zien ringelooren door zijn zuster, denken wij niet anders dan dat hij alle eigenschappen voor pantoffelheld bezit en wan neer die zelfde zuster dan nog in het tweede bedrijf zijn schoonmoeder wordt, zien wij hem al in onze verbeelding als een Joris Goedbloed onder de plak van twee vrouwen, maar in III neemt de schrijver plotseling een onverwachten draai, door Joris tot een tyran van zijn jonge vrouw te maken en hij zou het waarschijnlijk tot in lengte van dagen gebleven Zijn, als Fons Pom, Joris' vriend, het vrouwtje niet te hulp was gekomen en Joris op nogal goedige wijze van zijn jalouzie had genezen. Dat de karakters in dit blijspel zooals .in het programma te lezen staat raak zijn getypeerd, kan ik niet bepaald vinden. De personen zijn nog al caricaturaal g^teekend en Joris, dc hoofdpersoon, beeft zelfs in het geheel geen karakter. Maar een met brandende pijnen van overtollig maag zuur na iederen maaltijd, hebben aan Rennie een weldadig en dadelijk verzachtend middel. Rennies zijn smakelijk, gemakkelijk in te nemen en ze helpen dadelijk. 1.27 «n 0.41, incl. «wh. O.B.. bij alia Apoth an Drog. (Adv. Ingez. Med.) comédie de caractères heeft Jos van Ekeren ook allerminst willen geven. Hij heeft enkel zijn pu bliek eenige uren willen bezig houden en op schuldige wijze vermaken, wat hem blijkens het groote lachsucces van zijn blijspel ook wel gelukt is. En zoo heeft hij dus zijn doel al is het soms met vrij goedkoope middelen bereikt. De Vereenigde Haagsche Spelers hebben dit stuk met opgewektheid gespeeld. Hooge eischen stelde Jos Ekering wel is waar niet aan de acteurs, maar zij hebben aan die eischen volkomen voldaan. Jan van der Linden had blijkbaar pleizier in zijn rol van Joris Ceutering en hij speelde de drie stadia van dezen man-zonder-karakter met komische ver ve in I en II vooral in II uit en deed in III alle moeite om een door jalouzie gepijnigd echtge noot te zijn, wat hem minder gemakkelijk afging, omdat wij toch altijd nog in het blijspel zaten. Erna BalleduxHoffert maakte van Cornelia een stevige caricatuur en in deze opvatting was zij niet onvermakelijk. Vooral, toen deze dragonder verliefd werd heeft het publiek tranen om haar ge lachen. Pierre Balledux speelde als Fons Pom zichzelf en hij deed dit joviaal en vroolijk. Frits Bouwmeester gaf als Leo Beullemans verreweg het fijnste spel en hij was van allen dan ook het meest een mensch. Lien la Chapelle speelde Saar, het jonge meisje, dat later Joris' vrouw werd, lief en eenvoudig. Ik schreef reeds, dat „Verliefd en Jaloersch" een hartelijk lachsucces had, zoodat de Nieuwe Haar lemsche Kunstkring over de keuze van dit stuk te vreden kan zijn. J. B. SCHUIL Dr. J. B. van Amerongen A Christmas Carol. In zijn belangwekkend proefschrift The Ac tor in Dickens vertelt Van Amerongen, dat om streeks tweeduizend menschen de eerste open bare voordracht bijwoonden die Charles Dickens gaf van zijn alom bewonderde Christmas Carol. Heel wat kleiner was het getal toehoorders da.t zich had opgemaakt om hetzelfde verhaal zij het ook uit anderen mond, opnieuw te beleven. Van de persoon van Dickens moet wel een ma gische invloed zijn uitgegaan. ..Als je al die boeken niet had geschreven, wat zou je dan een voortreffelijk acteur zijn geworden", heeft een zijner vrienden hem eens gezegd. Maar niet al leen om den beroemden schrijver te zien op treden hebben duizenden elkaar bij de zaal deuren verdrongen. Even magisch was de aan trekkingskracht van het eenvoudige Kerstver haal. En die kracht is onverzwakt gebleven, al ligt er een eeuw tusschen den tijd dat Dickens het schreef en nu. Er was dus gegronde hoop, dat tenminste de tuïnzaal van het Concertge bouw te klein zou blijken voor het getal luis teraars. Zij was evenwel te groot. De wonderlijke werking echter die altijd weer van de Carol uitgaat, was ook nu aanwezig. Ik geloof niet dat die ooit ontbroken heeft waar Van Amerongen optrad. Het was waarlijk niet de eerste keer dat ik hem de vertelling hoorde en zag voordragen, maar ze pakte mij heden even sterk als vorige malen. Al houd ik mij ook voor dat deze kleine spookgeschiedenis toch eigenlijk wat al te naief is, dat Scrooge al te onmenschelijk is en zijn neef al te menschelijk, dat in het bijzonder de verandering in den ouden vrek wel al te ge makkelijk tot stand komt telkens weer kom ik in de ban van dit heerlijke vertelsel. De brave klerk Bob met den kleinen Tim, de verliefde Topper met het dikke zusje, de oude winkelier met zijn gezette eega, allen levend in de onbe zorgdste Kerstsfeer, in de vroolijke uren van gezellig samenzijn met vette ganzen en plum puddingen, ze zijn oude bekenden geworden die men telken jare met vreugde terugziet. Van Amerongen heeft zijn hart aan de Christmas Carol verpand. Hij heeft hem nu bijkans 150 maal voorgedragen; half Nederland heeft hij er vreugde mee bereid. In den loop van den tijd is zijn voordracht rijper ge worden. Met feillooze zekerheid treft hij den juisten toon, vindt hij het illustreerend gebaar. De typisch-Engelsche humor ligt hem bijzonder en elke jacht op effect is hem vreemd. Hij wil als het ware slechts bemiddelaar zijn tusschen het sprookje en het publiek en hij vervult die taak met de fijne tact en den goeden smaak hem als kunstenaar eigen. Alleen op deze wijze klinkt Dickens' Kerstzang in den juisten toon. De aanwezigen hebben dat duidelijk gevoeld en waren gul met hun bewijzen van instemming. P. H. SCHRÖDER. MUZIEK. Haarlemsche Orkestvereeniging. Volksconcert. „Varietas dilectat" („Verscheidenheid vermaakt") had als motto boven het programma van het Zon dagmiddag gegeven volksconcert der H.O.V. kunnen staan. Beethoven, Willem Andriessen, Ravel ver tegenwoordigden drie zeer verschillende muziek- tijdperken, meer nog: drie verschillende persoon lijkheden. Bij Beethoven en Ravel komt zelfs meer de per soonlijkheid dan het tijdperk in aanmerking. Kan men, wetende, dat de eenzame nooit school ge maakt heeft, nooit school heeft kunnen maken, omdat hij onnavolgbaar was. wel van een Beet hoven-tijdperk spreken? Ja, zijn harmonieën toonen nog h& verminderd septime-accoord als uiterste van smartelijke of dramatische muzikale expressie. In zooverre stond Beethbven in zijn eigen tijd. Maar zijn kernachtige, lapidaire muzikale taal reikt over alle tijdsgrenzen heen en grijpt ons nog even zoo krachtig en onmïddelijk aan als ze dat de hoorders van een eeuw en meer geleden deed. Zoo'n „Corio- lan"-ouverture, geïnterpredeerd door Toon Verhey, dat is louter merg en pit, zoowel waar de onver zettelijkheid van Coriolan's optreden naar buiten als waar de gevoeligheid van zijn inborst tot ons spreekt. Maar de onverzettelijkheid wordt geen ruwheid, de gevoeligheid geen sentimentaliteit: alles blijft door en door mannelijk, groot van lijn, van détails, van uitdrukking. In Willem Andriessen's in 1908, dus op 21 jarigen leeftijd geschreven Klavierconcert komt het per soonlijke alleen in zooverre voor den dag, als dit werk ons de geestdriftige, innig muzikale natuur van den jongen componist en pianovirtuoos be nevens diens voor zijn leeftijd verrassende be kwaamheid en kleurzin in de behandeling van het orkestapparaat toont. Een eigen stijl kenmerkt dit jeugdwerk nog niet. Ook zijn in de uitwerking der hoofdgedachten begrijpelijkerwijze nog niet de be zonkenheid en spaarzaamheid te bespeuren, die pas met de jaren der rijpheid komen. De thema's zijn melodieus en sprekend; een enthousiaste geest doorgloeit alle drie de hoofddeelen. Maar, uitbundi; als de jeugd is, heeft de componist te veel gegeven, alles te rijkelijk ingekleed, zoodat het geheel wat druk en onrustig is geworden en de noodzakelijke contrasten te schaarsch zijn. Wat tijdperk en stijl betreft staat dit Concert niet in den tijd van zijn ontstaan: het grijpt terug naar de tijden van Grieg, Tschaikowsky en Dvorak. Nu moeten we er bij zeggen, dat de doorzichtigheid niet door de vertol king bevorderd werd: immers de pianist Cor van Boven werd meermalen door zijn geheugen even in den steek gelaten, zoodat dan oneenigheden tusschen solo- en orkestpartij ontstonden. Op de repetitie moet alles goed gegaan zijn: had hij bij de uit voering niet voorzichtiger gedaan, als hij het ma nuscript vóór zich gezet had? Geheugenfouten ko men immers zelfs wel bij doorgewinterde virtuozen in standaardwerken van het repertoire voor! Toch hebben we in Van Boven's vertolking veel staal tjes van krachtig en briljant spel kunnen waardee- ren, al waren zijn octaven niet steeds zuiver. Heel mooi klonk de triller van het klavier, die de con sordini gespeelde terugkeer van het hoofdthema in het Lento begeleidt. Ravel's „Sheherazade" bracht ons daarna een halve eeuw vooruit, al was dit werk vijf jaren vóór Andriessen's Klavierconcert geschreven. Maar bovendien overweegt hij Ravel weer het persoonlijk cachet. Welk een geheimzinnige, betooverende sfeer in die drie stukken, waarin ge.en noot teveel schijnt; welk een coloriet! Mevr. Toos Kingma- Verhey droeg de zangpartij er van voor met even veel intelligentie als muzikaal en poëtisch gevoel. Niet sterk klonk haar uitmuntend gecultiveerd so praangeluid; soms zelfs volkomen opgewassen tegen de hier en daar krachtige orkestratie. Maar de eenheid in de vertolking tusschen haar en den dirigent en beider inzicht waren zóó groot, dat men alles als één onwrikbaar symphonisch geheel ge noot. Het was prachtig; het was een interpredatie die een plaats op een der allervoornaamste concer ten verdiend zou hebben. De zeer volle zaal heeft dan ook in een langdurige, warme ovatie haar dankbaarheid jegens de zangeres en den dirigent geuit, nadat zij tevoren getoond had ook de supe rioriteit van Verhey's Beethoven-vertolking te be seffen en den pianist Cor van Boven een hartelijk applaus geschonken had. K. DE JONG. (vóórNieuwjaar gereed!) ANE.GAN&K TEI.U96J (Adv. Ingez. Med.) R.K. Gemengd koor„St. Caecilia" De omstandigheden waaronder dit koor thans Gounod's „Super flumina Babylonis" zong waren heel wat minder gunstigdan eenige maanden geleden op den zangwedstrijd. Daar de uitnemende acoustiek der groote zaal van het Concertge bouw, hier het met doeken omfloerste podium van het Gebouw Sint Bavo. Daar een met ambitie luisterende menigte, hier een heterogeen publiek, waarvan het jongste deel méér verlangde naai den dans, die komen ging, dan naar den koor zang, waarvoor toch leden en donateurs hun contributie betaalden. Of dit ook de rechtstreeksche aanleiding was, dat het tempo nu sneller werd genomen in ge deelten, waar een breed mouvement wordt ge vraagd, is niet uit te maken. Doch het is wel zeker, dat het minder gunstig podium van thans oorzaak werd. dat nu niet de mooie en verrassende .pedaaltoon" viel op te merken van voorheen. De muzikale frasen stonden nu ook meer op zichzelf, dikwijls door hiaten gescheiden. Hetzelfde was ook op te merken bij de frissche compositie van Roeske's „Lentezang". Daar leek het of de onge motiveerde rusten bovendien nog een fermate- teeken droegen, zoodat het geheel werd uiteenge rafeld. Ook was de diapason te hoog en uiterst vermoeiend voor de sopranen, al moet gezegd wor den dat zij er zich kranig doorheensloegen; men eindigde in den toon waarin het werk was opge zet. Het tempo van Arcadelt (Ave Maria) dat meestal veel te langhaam wordt genomen, was hier juist. Maar de willekeurige rustpoozen waren ook hier en vele malen strekte een ritenuto zich uit over vrijwel een geheelen muzikalen zin inplaat: van over den slotcadens. Dit zijn dingen die den koorzang erg ontsieren en daarom vermeden moeten worden. Dat het niet. de gewoonte is van den heer A. Bak, deze muzikale onjuistheden te debiteeren, bleek wel uit zijn leiding bij het Mannen-dubbel- kwartet Preciosa, waar zij slechts een enkele maal voorkwamen, n.l. bij die „Vesper" naar Beethoven's sextet voor vier strijkinstrumenten en twee hoorns (opus 81b), n.l. het Adagio uit dat werk. Deze aloude muziek (het late opusgetal is n.l. een fictie) verdraagt niet in 't minst een voordracht waarbij van een goed volgehouden tempo wordt afgeweken. Het kwartet is goed van samenstelling, en wie de bassen te zwak mocht vinden, mag bedenken dat overal, waar de baritons niet noodeloos domineer den. de bassen 'n goed fundament vormden voor den totaalklank. Aangaande de eerste tenoren wil ik de opmerking niet achterhouden, dat de te open borstklank met vrucht meer malen zou mogen plaats maken voor het (bijzonder mooie en wel luidende) falset, waarmee deze middag Preciosa zijn mooiste successen boekte. Het mannenkoor afzonderlijk trad slechts één maal op. Het wa ter herdenking van den op den Kerstdag gestorven toonkunstenaar P. Kallenbach, die op het laatstgehouden concours nog als jury-lid fungeerde. Zooals dit bij zangkoren de gewoonte is, zong men „Ecce quomodo moritur justus", van Gallus, hoewel het voor dit doeleinde niet is ge schreven. doch omwille van den dood van den Godmensch. De Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm" ver leende welwillende medewerking met een eenacter tje van Gerard Nielen; tevoren had eerr drietal vooraanstaande krachten van dit gezelschap blijk gegeven, door goede keuze van gedeclameerde dicht stukken den smaak en ook den zin voor schoon heid bij dit publiek aan te voelen. Voornamelijk Adama van Scheltema naast Guido Gezelle en Pater l. van Meurs bleken uitnemend te zijn begrepen en derhalve ook goed te zijn weergegeven. Met het nog hooger grijpend werk van Jac Schreurs pr. bleek de declamator zelfs dermate te boeien, dat wij Gerard Nielen een woord van bijzondere waar deering niet mogen onthouden. Ook Jan Icas van Dijk gaf, naast zijn programma, een toegift van Adama van Scheltema, waaruit bleek hoeveel mooie dingen ons volk weet te waardeeren. En mevrouw J. KruyverRubeling moge de verzekering weg dragen, dat wij, ondanks het te uitgebreide pro gramma, met groote voldoening naar haar veel zijdig talent hebben geluisterd. De groote attentie bij dit heterogeen publiek wees overduidelijk uit, dat er iets, neen veel van werd meegedragen. G. J. KALT. I N 1940 overleden in Haarlem en omgeving onder anderen: JANUARI: A. II. de Bruyn Sr.. bestuurslid van enkele ver- eenigingen te Haarlem. J. A. van Roon, de bekende voetballer van V.S.V. Mevrouw W. Schwab-Weiman te Heemstede, too- neelspeelster. W. L. A. Warnier te Santpoort, directeur van het Koloniaal Etablissement te Amsterdam en oud militair apotheker. Jhr. J. Th. van Spengler, ie Haarlem, oud-kolonel dei infanterie. Mr. Dr. A. BARON RöELL, Commissaris der provincie Noord-Holland. (Foto archief H. D.) J. Moulijn, te Heemstede, oud-directeur der Posterijen en Telegrafie te Ede. Jac. List, te IJmuiden, exploitant van het Bad paviljoen aldaar, later bioscoopdirecteur. J. Schippers, te Zandvoort, een der oprichters van de Zandvoortsche Haodelsvereeniging. L. van Reeuwijk, oud-raadslid van Haarlemmer meer. FEBRUARI: Jhr. ir. M. Rappard, te Heemstede, oud-directeur van den Scheepsbouw der Kon. Ned. Marine. M. A. Vcrdel, voorzitter Haarlemsche Melkhande- laarsvereeniging. Dirk de Lugt, eigenaar van de smederij aan de Nassaulaan 15 te Haarlem en voorzitter van het vroeger bestaande Remonstrantsche Zangkoor. J. J. A. M. Krook, te Heemstede, rustend pastoor der parochie St. Martinus te Hillegom. N. J. Rinkel, oud-secretaris 'C'er gemeente Haar lemmermeer. C, Gorter, oud-wethouder van Beverwijk. Ir. J. B. van Loghem, architect te Haarlem. J. Dolleman, te Vogelenzang, directeur van Cul tuurmaatschappijen. MAART: J. M. Nackliuys, decoratie- en portretschilder, vroeger te Zwanenburg. W. Koppen, vroeger raadslid te Haarlem en voor zitter van de Coöperatie „Vooruitgang". H. W. Penaat, musicus te Haarlem. Mevrouw J. F. Pirsch-Fieke, als schilderes meer bekend als Hanna Fieke, te Haarlem. G. D. Boerlage, notaris te Velsen. Generaal-majoor Jhr. J. Th. Ailing von Geusau, te Vogelenzang, commandant van het eerste leger corps, Joh. Brands, directeur van het Zangkoor „Vox Humana" te Santpoort (te Allernaar overleden). P. G. van Engelen, oud-lid van den Haarlemschen gemeenteraad. J. W. Wilson, te Bloemerdaal, lid der firma Van der Vliet en De Jonge te Amsterdam. W. van Daalen, vroeger correspondent in de vreemde talen aan de Werf Conrad te Haarlem. H. C. J. SONDAAL. oud-Deken van Haarlem. (Foto archief H. D.) P. Eewijk, te IJmuiden, hoofdopzichter van de af_ deeling Bouwbedrijf der Hoogovens. APRIL: W. de Jong, vroeger een zeer bekend goud- en zilversmid te Haarlem. Pastoor B. P. M. de Jong, te Driehuis. F. Sipkes. te Be-verwijk, oud-directeur van de vroegere Jamfabriek Sipkes te Haarlem. N. C. de Jong. kunstschilder te Heemskerk. J. J. Duyvis. te Heemstede, president-commissaris van de N.V. Zuivelmaatschappij De Kroon te Zaandijk. A. Boer, te Bloemendaal, kunstfotograaf en re dacteur van het orgaan „Focus". J. van Oldcnborgh. directeur van het Waterlei- ding- en Electriciteitsbedrijf in de provincie Noord- Holland. H. van Driel. administrateur van de Haarlemsche Inkoop-Combinatie. MEI: Herman Drilsma. te Haarlem, violist en een der oprichters van Steenman's Orkest. G. van der Wiele. ouid-schipper van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij, te IJmui den. C. M. Beerepoot. te Ca9tricum, voorzitter van de Vara-afdeelirg aldaar. G. W. van Tombergen, lid van den Zandvoort- sdhen gemeenteraad. G. J. Nelïs, te Heemstede, bekend bloembollen- kweek er. Mr. A. J. Enschedé, lid der directie Graf. mr. Toh. Enschedé en Zn., oud-raadslid van Bloemen daal en oud-lid der Provinciale Staten. L. Langendijk, bekend brandweerman te Bever wijk. Willem van Orden te Heemstede, oud-gezagvoer der bij de K.P.M. JUNI: D. Magendans, lid van den voormaligen Schoten- schen gemeenteraad. J. van Munster van Hcuven, notaris te Haarlem, 1 Ds. W. Breukelaar, te Santpoort, em. predikant 1 bij de Ger. Kerk. Kapelaan L. van der Weiden te Heemstede. A. de Bijll Naclicnius. te Aeuiënhout, commis- I siomnair in effecten. F. H. Smit, bekende figuur in de middenstands- kringen te Haarlem. Joh. Krijger, bekend chauffeur bij de Autobus- onderneming „Stormvogels" te IJmuiden. F. J. Payens. directeur gasfabriek en waterlei dingbedrijf te Hillegom. J. H. Kemper, bestuurslid van de Haarlemsche Reddingsbrigade. Jhr. Dr. M. F. van Lcnnep. oud-predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Haarlem. J. Syhrandi. te Aerdo hout. oud-administrateur der Suikerfabriek Soemberkardjo op Java. JULI: G. van Santé, bestuurslid der afdeeling Haar lem van het Nederlandsch Genootschap tot zede lijke verbetering van gevangenen. Mevrouw N. J. Meijerink-Rijk, te Haarlem, pro pagandiste reddend zwemmen en oud-bestuurslid der Haarlemsche Reddingsbrigade. E. J. Pateer, te Heemstede, oud-commissaris van politie te Amsterdam. Pastoor P. J. Nieuwenhuis. vroeger van de paro chiekerk O. L. Vr. Hemelvaart te Heemstede. Ds. W. H. H. Dijkman, em.-predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Haarlem. J. G. Kraan, voorzitter eer 'afdeeling Haarlem van de Nederlandsche Reisvereeniging. Freule C. C. Ph. van der Wijck. te Haarlem, be stuurslid van Arbeid Adelt, het Parkherstellings oord, enz. J. G. Th. Broekmcijer, te Heemstede, oud-gezag voerder der K.P.M. Corn. Zwart, te Velsen, bekende figuur bij de vis- soherij. AUGUSTUS: A. Burdct, vermaard vogelkenner te Bloemen daal. E. Voet Jr., juwelier te Haarlem. G. Fr. Perquin, brandstoffen'nandelaar te Haar lem. G. A. van der Steur, oud-commandant van de Haarlemsche Brandweer (in Den Haag overleden). Mej. Grietje Berghuys, zuster van de Lichthoeve te Santpoort. J. VAN OLDENBORGII, Directeur Prov. Waterleiding- en Electriciteitsbedrijf. (Foto archief H. D.) Dokter R, C. Venema, arts te Haarlem. Ds, T. A. Bakker, vroeger predikant bij de Christ, Ger. Kerk te IJmuiden. SEPTEMBER. D. Kooiman, oud-lid van Ged. Staten van Noord- Holland. C. de Wijman. oud-regent van het Diaconiehuis der Ned. Herv. Gemeente te Haarlem. E. Levert, oud-wijnhandelaar en oud-lid van den gemeen teraad te Haarlem. Mr. Dr. J. Luden, oud-raadslid van Bloemendaal. Leonard A. Springer, tuinarchitect te Haarlem. F. H. Jonker, broeder van „Meer en Bosch" te Heemstede. J. van Waveren, laboratorium-assistent Teylers Stichting te Haarlem. OCTOBER. Dr. J. S. Frederiks, te Heemstede, oud-officier van gezondheid. P. Raasvcld, oud-directeur van het Rijks Tele graaf- en Telefoonkantoor te Haarlem. H. C. J. Sondaal, oud-Deken van Haarlem en rector van de Maria-Stichting. M. W. A. Wijtenburg, oud-regent van het Semi narie Hageveld en kanunnik van het Kathedraal Kapittel van Haarlem. G. van der Veld, te Lisse, bekende figuur in de bloem is tenkr in gen Mej. Mary Fleischmann, te Haarlem, oud-inspec- trice Nat. Levensverzekeringsbank en „Soldaten moeder". Ir. F. C. Dufour, oud-directeur der Haarlemsche Machinefabriek v.h. Gebr. Figeé. Jhr. F. W. van Styrum, directeur van de N.V. Haarlemsche Brandverzekering Mij. van 1846. G. Joosten. te Heemstede, oud-gezagvoerder Stoomvaart Mij. „Oceaan". F. H. Reuvekamp Gille. te Haarlem, oud-hoofd ambtenaar bij de Handelsvereeniging te Amster dam. C. Stokman, wethouder te Haarlemmerliede. NOVEMBER: Mej. J. Wentholt. te Haarlem, hoofdbestuurslid van de Vereenigirg tot steun van verwaarloosden en gevallenen. Dr. P. Wolterson te Haarlem. Zuster Antje Klom. diacones te Haarlem. H. van Gelder, oud-kapelmeester te Haarlem. Dr. L. Talsma, bestuurslid van het Tehuis voor Ouder van Dagen Wildhoef te Bloemendaal. F. Jellema, gemeente-secretaris van Zandvoort. Mr. Dr. A. baron Röell, Commissaris der provin cie Noord-Holland. A. H. van der Kleij, vooraanstaande figuur in den middenstand te IJmuiden-Oost. DECEMBER: M. A. Kaplan, arts te Heemstede. J. A. Kok. te Heemstede, oud-commissaris van politie te Rotterdam. Prof. Dr. Eug. Dubois. oud-Haarlemmer, te Hae- len (Limburg) overleden. F. F. N. Donkers, te Haarlem, machinepoetser- olieman aan de Amsterdamsche Waterleiding. J. F. Postuma, postambtenaar te Haarlem. J. F. van der Vaart, te Eindhoven, vroeger vele jaren kapitein bij de Vrijwilligerscompagnie van de Haarlemsche Brandweer; daarna hoofdbrandmees ter. C. de Liefde, leeraar aan de Rijksnormaallessen te Velsen. Mr. M. van Toulon van der Koog te Bloemendaal, advocaat en procureur en administrateur van deo Bond van Bloembollenhandelaren. Klaas Pander, te Overveen. vroeger een zeer be kende sportfiguur op het gebied van schaatsen rijden. wielnjden, hockey en voetbal. A. Labouchèrc, te Aerdenhout, president-com missaris van de Aardewerkfabriek „De Porceleyn# Fles" te Delft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 10