Jümstr
Een Hondenleven
t OEN? DAG 8 JANUARI 1941
HAARLE M'S DAGBEAD
slotte Is hij. met kip, kat, bromvlieg en al, een
sportsman. Hij begrijpt wat een hond toekomt en
het jagers-instinct is hem deelachtig. Zijn motor
fiets heeft hij gelukkig niet meer en de muziek
vergeef ik hem, zoolang hij zelf niet speelt en zijn
stok niet tegen mij gebruikt. Hij blijft welkom.
E WONDERMENSCH.
De Baas heeft een vriend waarin een kip, een
t en een bromvlieg wonen. Dit klinkt wel een
jetje vreemd, maar de menschen hebben zooveel
jnderlijks. Als eenvoudige hond sta je er her-
aldelijk paf van, met je kop scheef. Waarom zou
t dus niet mogelijk zijn? Ik weet trouwens zeker
jt het zoo is, want ik heb er avonden over ge-
jinsd, liggend voor den haard en starend in de
ammen. Er bleef geen enkele andere mogelijk-
sd over.
Vroeger mocht ik dien vriend niet bepaald. Hij
jakt muziek en mijn maag houdt niet van muziek,
jhoud er maar liever dezelfde meening als mijn
Bag op na en heb er dus ook een hekel aan. Bo
ndien reed deze mensch op een motorfiets. Ik
lid van fietsen en erken dat er sport zit in het
gen achter auto's. Maar die lawaaischoppers-
n-motorfietsen hebben mij altijd woedend ge
lakt. Dus mocht ik den knetterenden musicus niet
ontving hem altijd bepaald onwelwillend.
Maar hij aanvaardde dat niet. Hij wou bepaald
ede vrienden met mij worden. Hij streelde mij op
I goede manier, terwijl ik zat te grommen. Hij
j-telde mij dat hij eigenlijk niet zelf speelde, maar
fbü stond en met een stokje zwaaide als anderen
t deden. Dit gaf mij even de gedachte, dat hij
eigde hen te slaan als" ze niet ophielden. Ik had
m bijna als geestverwant begroet en gelikt, maar
j) mooi was het toch lang niet. Hij had blijkbaar
»ts tegen de muzikanten en voerde ze aan met dat
ikje. Dus was-ie toch zelf ook een muzikant, zei
Baas. Mijn hondenverstand stond erbij stil. En-
I, er is zooveel dat je niet begrijpt, zooals ik hier-
ven al de eer had te blaffen. Als andere honden
straat spelen en ik kom erbij staan en kwispel
et mijn staart, voer ik ze dan aan? Neen, niet-
lar. Ze blaffen mij toe: kom hier en speel mee
t schijnen de menschen niet te zeggen als iemand
»t een stokje voor hen gaat staan zwaaien. Vei
ns den Baas gehoorzamen zij den man zelfs en
ginnen en houden op als hij het wil. Ze spelen ook
jals hij wil. Daar moest je eens bij de honden om
men en vooral bij de teckels! Wij willen altijd
't is zonde dat ik het blaf net wat anders.
De vriend van den Baas was toch in mijn achtinj
rezen toen bleek dat hij niet zelf speelde. Bo-
iidien gaf hij mij een klontje. Ik zat er nog op
iknagen toen er ineens een kip in de zijkamer
kelde. Zoomaar 's avonds een kip in de zijkamer!
wij houden niet eens kippen. Bovendien waren
e deuren dicht. Ik was even perplex van verha
ng, liet toen het klontje vallen en stoof met
eugdegeblaf in de richting. Kippen zijn aar-
om mee te spelen. Ze zijn dom en doodsbang,
tar als je er de helft van de veeren uittrekt zien
er heel grappig uit.
Dus rende ik erheen. Er was in de zijkamer geen
l. Ik snuffelde alles af, zocht achter de gordijnen
vond er nergens een. Toen klonk het stomme
r....tok-tok-tok duidelijk uit de eetkamer. Ik
ifte wild en vloog daarheen. Geen kip. De vriend
n den Baas kwam mij helpen zoeken. Hij was
in verwonderd als ik. Hij zei: „Hou vol Tom!
moet er een zyn!" En toen kakelde zij opnieuw,
jkbij. Het was heel opwindend. Wij stoven samen
huis door, hoorden overal de kip en vonden
ir nergens. Tenslotte gaven wij het op, keerden
gend naar de huiskamer terug maar hadden in
vestibule nog een mooie jacht op een bromvlieg,
was weer verwonderd toen ik die hoorde gonzen,
lit het was midden in den winter en aan huis-
egen en dergelijke doen wij niet ik hap de
tste altijd begin October op maar er bleek
tn twijfel aan. De vriend van den Baas joeg er
jnvens ook op. Als de vlieg hoog was greep en
eg hij ernaar, als het ding laag kwam sprong en
Ite ik. Tenslotte ving hij de bromvlieg met zijn
idoek. Want die kneep hij dicht, het gegons was
teen uit en hij zei: „Ik heb het gewonnen, Tom".
Iet speet mij even, maar ik hield mij groot. Wij
pels zijn, als jachthonden, van nature sportief,
'sprong dus tegen hem op en kefte verheugd.
|n gingen we samen naar binnen om uit te rusten,
iat was de eerste maal.
)e tweede was nog veel mooier. Toen bleek er
ens een kat in huis te zijn. Een echte levens-
jote: ik zou dat gemiauw en geblaas en gekrabbel
;er niet herkennen als het niet echt was! Veel
pschen probeeren het na te doen, maar daar flad-
ik nooit in: hoogstens knor ik even om de ouwe
p en kwispel uit beleefdheid, vanwege de he
istelling in mijn zaken, die er tenslotte uit blijkt,
ar als het te lang duurt val ik in slaap en dan be-
roen zij meteen dat zij er mij niet tusschen
eze kat was echt. En weer ging de vriend van
I Baas met mij mee en zochten wij overal. Ik
d er bijna dol van. Het ondier bleek steeds
kamer voorsprong op ons te hebben, of een
i, of een gang. Wij vonden het niet. Tenslotte
een het ontsnapt te zijn door het dakraampje
)lder.
[erscheidene jachten volgden hierop en ik peinsde
faak over. De kip en de kat zagen wij nooit, de
invlieg werd meermalen door den vriend van
Baas gevangen. Maar er kwam altijd weer een
tol
pngdurige overdenking heeft mij nu tot de slot-
I gebracht, waarmee deze blafferij, vreemd ge-
g, begint. In den vriend van den Baas wonen
I kip. een kat en een bromvlieg. Het kan niet
Iers. Hoe zij het met elkaar uithouden in die
iwe ruimte want hij is niet dik is mij een
dsel. En hoe zij er in gekomen zijn is nog raad-
ichtiger. Maar zij wonen er. Alleen de brom-
ig gaat er af en toe op uit. Sterft hij daarbij,
zetten zijn nakomelingen de zaak op denzelf-
Ivoet voort. Want hij legt blijkbaar- eieren in den
jnd van den Baas, dien ik nu ook als vriend heb
ivaard en altijd met blijdschap begroet. Ten
Vele drenkelingen in December
gered.
Desniettemin velen om het Leven
gekomen.
Groot is het aantal menschen en kinderen dat
m de duistere Decembermaand den verdrin
kingsdood stierf, nl. 147. In geen enkele maand
van het jaar 1940. was het aantal verdronke
nen zoo groot. Duisternis, dronkenschap en ijs
waren de hoofdoorzaken van het droevig hooge
getal. Er verdronken: 20 jongens beneden 16
jaar, 3 meisjes, 102 mannen en 20 vrouwen, te
zamen: 145; bovendien verdronken in auto's 2
mannen, in totaal: 147 dooden. December 1939:
45). Tijdens de duisternis kwamen om: 3 jon
gens, 1 meisje, 78 mannen en 16 vrouwen, teza
men 98. Onder het getal van 145 dooden be-
hooren 14 jongens beneden 16 jaar die door
het ijs zakten of in een wak reden; voorts 1
meisje, 11 mannen en 3 vrouwen, dus 29 slacht
offers van het ijs.
Was het aantal dooden ontstellend hoog, ge
lukkig was het aantal geredden nog veel en veel
hooger, nl. in totaal: 283 (maand December
1939: 801. Door zeldzame staaltjes van moed,
opofferingsgezindheid en naastenliefde van ve
len, werd dit aantal bereikt. Er werden gered:
35 jongens, beneden 16 jaar, 15 meisjes, 139
mannen en 36 vrouwen, tezamen: 275; boven
dien uit autos een vrouw en 7 mannen, in to
taal: 283 geredden. Bij duisternis raakten te
water: 3 jongens. 4 meisjes 157 mannen en 25
vrouwen, tezamen: 189. Van de 7 auto's die in
December te water reden, was diepe duisternis in
vijf gevallen de oorzaak. Uit het ijs of uit een
wak werden gered of wisten zich te redden: 25
jongens, 5 meisjes, 29 mannen en 7 vrouwen,
tezamen: 57. Zwemmend werden gered 16
jongens, 6 meisjes, 18 mannen en 2 vrouwen, te
zamen: 42. "Vier jongens. 1 meisje, 11 mannen
en 1 vrouw, tezamen 17: wisten zich zwemmend
in veiligheid te stellen. Door middel van hand
reiking werden 126 personen op den wal ge
bracht, met boot-hulp 7, met reddingshaken 58,
met schippershaak 1, met ladders 8. met touwen
9. met stokken 4, met een ketting 1. met het toe
steken van een sabel 1, terwijl nog 1 man gered
werd door zijn hond.
io s
van de Winterhulp Nederland
Winterhulp Nederland, den Haag,
No. 5553. Als bank der Winterhulp
Nederland is aangewezen de Kasver-
eeniging N.V. Amsterdam No. 877.
Stort op 5553 of 877
Mr. J. Linthorst Hom an:
„Bouwt aan onze saamhoorigheid door
winterhulp".
Een puzzle valt onder de
auteurswet.
Vonnis der Amsterdamsche rechtbank.
De Amsterdamsche rechtbank heeft vonnis
gewezen in een zaak, die de vraag tot onderwerp
had of op een puzzle auteursrecht kan bestaan.
Iemand had aan den uitgever van een tijdschrift
een soort kruiswoordpuzzle verkocht, waarop de
maker ook een aanduiding van zijn naam had aan
gebracht. De uitgever heeft de puzzle gepubliceerd,
echter zonder de aanduiding van den maker, hoewel
deze uitdrukkelijk mede-publicatie van den naam
geëischt had. De maker meende, dat hierdoor in
breuk op zijn auteursrecht was gemaakt en vroeg
schadevergoeding, omdat hij door de publicatie
zonder aanduiding reclame-mogelijkheden had ge
mist.
De uitgever meende dat de ingezonden en ge
kochte puzzle, die eerst nog clichéklaar gemaakt
moest worden, slechts een „ontwerp" was en dat
daar het hier niet zou betreffen een werk van kunst,
letterkunde of wetenschap, ook geen auteursrecht
daarop kon bestaan. Verder meende hij, dat de
aanduiding geen deel van de puzzle uitmaakte en
dat het gebruikelijk is, de aanduiding weg te laten.
De rechtbank heeft den maker van de puzzle in
het gelijk gesteld. Volgens haar doet niet ter zake,
of het om een „ontwerp" gaat. Ook dan zou dit als
resultaat van eischer's scheppenden arbeid object
van auteursrecht kunnen zijn. De vraag, of het om
een werk van letterkunde, wetenschap of kunst
gaat, behoeft niet beantwoord te worden, omdat
de puzzle waarom het ging in ieder geval valt on
der de ruime omschrijving der in art. 10 no. 1 dei-
auteurswet onder bescherming dier wet gestelde
„andere geschriften" en op dien grond vatbaar is
voor auteursrecht. Zoowel de puzzle als de daarop
voorkomende aanduiding van den maker vallen
onder de bescherming der wet. Gedaagde kan geen
beroep daarop doen, dat het auteursrecht aan hem
is overgedragen, omdat de wet in art. 25 elke wij
ziging ook na overdracht van het auteursrecht
afhankelijk stelt van de toestemming van den
maker, zoolang deze leeft. Ook indien het onge
bruikelijk zou zijn de aanduiding van den maker
mede te publiceeren, dan nog mocht gedaagde die
aanduiding niet weglaten, nu eischer hem bij de
overdracht van het auteursrecht uitdrukkelijk er
op gewezen heeft, dat die aanduiding mede moest
worden gepubliceerd.
Vakschoolonderwijs en verduistering
Verzoek den leerlingen tijd te geven de
avondscholen te bezoeken.
De vereeniging tot bevordering van de vak
opleiding -oor handwerkslieden in Nederland ver
zoekt ons opneming van het volgende:
Door de moeilijkheden tengevolge van de ver
duistering zijn de Nijverheidsavondscholen in den
lande er noodgedrongen toe overgegaan de les
tijden zoo vroeg mogelijk te beëindigen. Dit leidt er
toe, dat men ook het aanvangsuur heeft vervroegd.
Er is nu voor de leerlingen in veel gevallen niet
meer de noodige tijd tusschen het einde van den
werktijd in het bedrijf en den aanvang van de
avondschool.
ie ai-beidswet verplicht de patroons den leer
lingen zoo noodig eerder naar huis te laten gaan,
maar dit leidt zonder meer voor de betrokkenen tot
een loonderving, welke in dezen tijd velen zeer
ongelegen zal komen.
Daarom wordt aan ondernemers, groot en klein,
overweging gegeven zich er niet alleen toe te
bepalen den leerlingen van de Avondnijverheids
scholen gedurende de nog resteerende wintermaan
den den noodigen tijd te geven zich gereed te ma
ken voor het avondonderwijs, maar tevens den tijd
dat daardoor niet wordt gewerkt, door te betalen.
De schoolleiding zal in die gevallen zeker bereid
gevonden worden een presentielijst bij te houden,
waaruit blijkt of de betrokken leerlingen werkelijk
het onderwijs hebben gevolgd.
Wanneer er zoo'n ellendige week komt dat de.
competitie stil staat, is er eenvoudig niets anders
te doen dan de krant uitspreiden en dan maar
praten en praten over de kansen van de clubs.
Verlichting van taxameters moet
geel zijn.
In het Verordeningenblad is verschenen een
tweede verordening van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied, waarin opgeno
men een wijziging van de verordening betreffende
het verduisteren.
Hierin wordt bepaald, dat de verlichting
taxameters in huurauto's en -rijtuigen geel dient
te zijn en zoodanig moet zijn getemperd, dat dit
slechts tot op 100 meter zichtbaar is.
Deze verordening treedt acht dagen na haar af
kondiging in werking.
De schilder Gruppe overleden.
Den 30sten December 1940 is te New York
de schilder Gruppe op 80-jarigen leeftijd overleden.
Gruppe is lang in ons land werkzaam geweest
en heeft in dien tijd hier groote bekendheid ver
worven door zijn, geheel in Hollandsche sfeer ge
houden strand en zeegezichten.
Van 1898 af was Gruppe werkend lid van het
genootschap Pulchri Studio en was nog herhaalde
lijk door werk vertegenwoordiged op de tentoonstel
lingen toen hy reeds in Amerika was.
in Haarlem
en daarbuiten.
TENTOO: -"LLING VAN TEEKEN-
WERK DOOR SCHOLIEREN.
De vereeniging van leeraren bij het teeke.oonder-
wijs in Nederland viert dit jaar een jubileum. Ze
bestaat zestig jaar. Uit dien hoofde heeft ze een
wedstrijd onder alle jongelui, die daarvoor in do
termen vallen, uitgeschreven, prijzen, pretniën en
eervolle vermeldingen toegekend en deze, met an
dere werkstukken aangevuld, gedurende acht dagen
in de groote zaal van Arti, op het Rokin te Am
sterdam, geëxposeerd. Ze is nu alweer voorbij doch
het bestuur der Vereeniging hoopt ze elders te
kunnen herhalen, misschien zelfs in het vervolg
ieder jaar een dergelijke manifestatie te kunnen op
touw zetten en tenslotte is een korte nabeschou
wing over wat ons werd voorgezet, misschien eei
de moeite van het lezen waard, dan een opsomming
van w-at er al zoo langs de wanden was uitgehan
gen. Wij behoeven ons dan ook niet om namen
van bekroonden of niet-bekroonden te bekomme
ren en kunnen de manifestatie als geheel beschou
wen. In de termen vielen dan in de eerste plaats
zoo wat alle jongelui die teekenles krijgen. Afdee-
Jingen waren er natuurlijk ingesteld: de kinderen
der lagere scholen, onderverdeeld naar de leerjaren
vormden de eerste zeker niet de minst interessante
groep, daarna komen die, welke uitgebreid lager.
middelbaar, gymnasiaal of lyceum onderwijs ge
niet, alles afzonderlijk gegroepeerd, om tenslotte
bij het technisch hooger onderwijs te belanden,
waarvan de vertegenwoordiging, voor zoover wij
konden nagaan, zeer bescheiden was. En tusschen
dat alles bevond zich een groote inzending van
werk door leerlingen van vrije kunstscholen, dal
zich uiteraard reeds door de vooropgezette bedoe
ling van kunstonderwijs, van het overige afzon
derde.
Als gezegd zal velen kijkenden het teekenonder
wijs zooals dat thans op de lagere scholen gegeven
wordt, het meest geïntereseerd hebben. Toen de
jarige vereeniging werd opgericht was dat onder
wijs zeker voor de kinderen minder aan
trekkelijk. Wij hebben daaraan geen her
innering doch vijftig jaar geleden bestond
de teekenles op de lagere school uit weinig
anders dan rechtlijnig leeren teekenen volgens de
methode van Hinse en Heyk en op de gymnasia
werd aan teekenen toen niet gedaan. Thans is de
teekenleeraar ook een ander mensch geworden: de
psychologie van het kind is ook voor hem een stu
dieveld geworden en als hij zijn kleine leerlingen
zegt: „teeken jullie nu maar ereis wat. iets dat je
pas gezien hebt of anders dat hoekje van de kamei
daar" dan heeft hij uit het stunteligst gekrabbel
leeren zien of meent dit altans in gemoede
of en in hoever er bij het kind vaardigheid van
vorm-zien en picturaal geheugen aanwezig is ol
ontbreekt. De eerste kan aangeleerd en ontwikkeld
worden, het picturaal geheugen behoort meen ik
tot de dingen, die men nu eenmaal heeft of niet
heeft. Nu is de moderne teekenmeester in de meeste
gevallen een mensch die sympathiek en welwillend
tegenover het kind staat en daardoor zal het mis
schien kunnen voorkomen dat hij onder de natuur
lijke stunteligheid van het kind méér verborgen
De sneeuw mag alles dekken met zijn witte vacht, de loten van nieuw leven
blijven frank en fier erboven uitsteken, wachtend op den wekroep van de lente,
wanneer er geen door menschenvoet platgetreden sneeuw meer zal zijn.
(Foto De Haas.).
eigenschappen meent te zien dan er inderdaad aan
wezig zijn. Het enthousiasme voor zijn werk zal, in
wat doodgewoon onvoldragenheid is en het kind
zeker niet ten kwade mag aangerekend worden,
hem iets bijzonders doen zien en als hij dat dan
nog gaat bekronen of eervol vermelden zou het
kunnen wezen dat hij het kind meer kwaad dan
goed deed. bij de beste bedoeling overigens, üat hij
het wel-verantwoorde-zien. het scherp observeeren
bij het kind poogt te ontwikkelen lijkt op zich zei!
reeds moeilijk genoeg. Slaagt hij daarin dan heeft
hij het kind voor het geheel verdere leven een
dienst bewezen.
Bij het teekenonderwijs dat op de middelbare
en voorbereidend hoogere scholen gegeven wordt
heeft de stunteligheid van het kind al plaats ge
maakt voor een bewuster en bekwamer hanteering
van krijt, pastel of zelfs waterverf. Zoo Het bij
het aanvangsonderwijs al moeilijk geweest moet
zijn te ontdekken of er in dat primair eekrabbei
al zin voor vorm of gestalte aanwezig is, bij het
vrije werk der oudere kinderen lijkt het nog moei
lijker te onderscheiden of de soms verrassende be
hendigheid waarmee een vaak zeer gecompliceerde
.figuratieve voorstelling gegeven werd. geheel ui»
het kind zelf ontstaan is. dan wel of de leerling ge
heel in het jasje van zijn leeraar gekropen is, of
wel een ergens geziene voorstelling uit het hoofd
en met lichte variaties heeft nageteekend. Er waren
op deze tentoonstelling verschillende inzendingen
waaraan men den niet-genoemden leeraar licht
meende te herkennen, en andere waarbij men de
provincie, waar de school staat, dacht te ontmoeten,
door de daar meer dan elders populair geworden
kunst van een schilder heen. De indruk dat het
onderwijs voor die oudere leerlingen wel zeer ver
aangenaamd wordt, maar aan den anderen kant
soms wat te „artiesterig" wordt ingesteld, zal bij
een leek die niet tot de jongste generatie behoort
kunnen opkomen, doch dan zal hij vertrouwen
dienen te stellen in den ernst der mannen die dit
onderwijs met zooveel liefde geven en die zich be
wust zijn dat het kweeken van nog meer kunste
naartjes hun nooit opgedragen werd. Ook de leer
lingen der hier bedoelde instellingen nemen van
de teekenles iets waardevols voor hun verder leven
mee, wanneer er hun op eenvoudige wijs geleerd
kan worden kunst te leeren zien, te begrijpen en er
vooral, eerbied voor te hebben. Vooral tot het laatste
zullen ze moeilijk komen als ze zoo spelenderwijs
zelf tot een productieve bezigheid geraken die, heel
erg uit de verte, on kunstwerk gelijkt.. In mijn
praxis die ook al een behoorlijk jubileum achtei
den rug heeft hoorde ik weinig stompzinniger
en aanmatigender opmerkingen over werkelijke
kunstscheppingen, dan juist van hen die er ook
„wel eens aan gedaan hebben". Het zou jammer
zijn als het veraangenaamde teekenonderwijs i
tegen zijn bedoeling natuurlijk die horde ging
versterken.
De afdeeling der werkstukken van leerlingen dei-
kunstscholen staat uiteraard buiten deze opmer
king. Daar is voor de leerlingen het teekenonderwijs
de alpha en omega en hoofdzaak, geen bijkomstig
heid. Men heeft er hier degelijk voorbereide en
kundig uitgewerkte specimens van kunnen zien en
terwijl ze in meerderheid op praktische doelen ge
richt waren en als eerlijke gebruikskunst hun plaats
in het leven vroegen, hebben ze op mij den aange
naamsten indruk gemaakt. Al mag daaronder
natuurlijkerwijs ook veel tweede handsch en
onileends verscholen zijn, het behoudt het eerlijk'
karakter van studie en omzeilt de zeeën van he-
dilettantisme dat voor den beoefenaar een zekei
genoegen, doch zelden een dieper gaande bevredi
ging oplevert. Alleen eerbied voor werkelijke kunst
schepping vermag die duurzaam te geven.
J. H. DE BOIS.
Dc kleine aapjes van het dierenpark te Wasse
naar worden extra vertroeteld met een warm
dekentje ter beschutting tegen dc koude.
(Foto •Schimmelpenningh.>
Sleutel weg? Tel. 11493
-VSIeutelspecialist. L. Veerstr. 10
(Adv. Ingez. Mcd.)
Filmavond der Surinamezendiiig.
Vrijdag en Zaterdag 10 en 11 Januari, hoopt
de heer P. M. Legêne uit Zeist in het kerkge
bouw van de Geref. Kerk in H. V. (Begijnhof
kapel i te Haarlem te vertellen van den arbeid
der Evangelische Broedergemeente in Surina
me. Hierbij zullen enkele films worden vertoond.
Vrijdag zal een slotwoord worden gesproken
door Ds. G. J. Waardenburg. Ned. Herv. predi
kant; Zaterdag wordt het slotwoord gesproken
door Ds. L. Hoorweg Jr.. Geref. predikant.
Zaterdagmiddag is er een bijeenkomst voor de
kinderen met een speciaal programma, ook met
films.
Crematie Tilly Koenen.
In allen eenvoud heeft Dinsdagmiddag in het
crematorium op Westerveld de crematie plaats ge
had van wijlen Tilly Koenen, de Nederlandsche
zangeres van wereldvermaardheid, die dezer dagen
te 's-Gravenhage, ten huize van haar hoogbejaarde
leerares Cornelie van Zanten was overleden.
De plechtigheid kreeg bijzonderen luister door
den schoonen zang van twee harer oud-leerlingen,
de zangeressen Theodora Versteegh en Jo Vincent.
Eerstgenoemde zong, toen de met kransen bedekte
kist in de aula was neergezet, „An die Musik" van
Schubert. Bij het neerlaten van dc kist zongen
daarna de dames een duet uit Ps. 95 van Mendels
sohn.
Onder de bloemstukken bevond zich een krans
van Cornelie van Zanten met het opschrift' „Aan
mijn allerbeste en meest begaafde leerlinge".
Dr. C. G. J. Bos uit Overveen sprak eenige ge
voelvolle woorden. Tilly Koenen, aldus spr., was
een buitengewone zangeres. Met haar zang heeft
zij tienduizenden in de wereld gelukkig gemaakt.
Zij was een dankbare leerlinge van Cornc'ie van
Zanten, zij was een lichtend voorbeeld van de
methode van deze school. „Moge zij binnengaan in
het Rijk. waar de schoonheid eeuwig is".
Een familielid van de overledene, de heer C. F.
Borel. zeide dat de ouderen weten, welk een groot
zangeres is heengegaan. De heele wereld is getuige
geweest van haar groote gaven. Niet alleen in de
concertzaal heeft haar stem geklonken, maar ook in
het huisgezin. Wat ons het meeste trof, was haar
eenvoud. Als spreker als familielid getuigenis zou
afleggen van het verlies door haar overlijden, is dit
het gemis van haar stem, die dagelijks klonk. Spr.
dankte allen voor hun tegenwoordigheid en de zan
geressen, die met haar schoone stem wijding hebben
verleend aan de plechtigheid.
Deze werd door den organist, don heer George
Robert, besloten met het „Halleluja" van August*
van Overbeek.