Jümstr Een Hondenleven t OEN? DAG 8 JANUARI 1941 HAARLE M'S DAGBEAD slotte Is hij. met kip, kat, bromvlieg en al, een sportsman. Hij begrijpt wat een hond toekomt en het jagers-instinct is hem deelachtig. Zijn motor fiets heeft hij gelukkig niet meer en de muziek vergeef ik hem, zoolang hij zelf niet speelt en zijn stok niet tegen mij gebruikt. Hij blijft welkom. E WONDERMENSCH. De Baas heeft een vriend waarin een kip, een t en een bromvlieg wonen. Dit klinkt wel een jetje vreemd, maar de menschen hebben zooveel jnderlijks. Als eenvoudige hond sta je er her- aldelijk paf van, met je kop scheef. Waarom zou t dus niet mogelijk zijn? Ik weet trouwens zeker jt het zoo is, want ik heb er avonden over ge- jinsd, liggend voor den haard en starend in de ammen. Er bleef geen enkele andere mogelijk- sd over. Vroeger mocht ik dien vriend niet bepaald. Hij jakt muziek en mijn maag houdt niet van muziek, jhoud er maar liever dezelfde meening als mijn Bag op na en heb er dus ook een hekel aan. Bo ndien reed deze mensch op een motorfiets. Ik lid van fietsen en erken dat er sport zit in het gen achter auto's. Maar die lawaaischoppers- n-motorfietsen hebben mij altijd woedend ge lakt. Dus mocht ik den knetterenden musicus niet ontving hem altijd bepaald onwelwillend. Maar hij aanvaardde dat niet. Hij wou bepaald ede vrienden met mij worden. Hij streelde mij op I goede manier, terwijl ik zat te grommen. Hij j-telde mij dat hij eigenlijk niet zelf speelde, maar fbü stond en met een stokje zwaaide als anderen t deden. Dit gaf mij even de gedachte, dat hij eigde hen te slaan als" ze niet ophielden. Ik had m bijna als geestverwant begroet en gelikt, maar j) mooi was het toch lang niet. Hij had blijkbaar »ts tegen de muzikanten en voerde ze aan met dat ikje. Dus was-ie toch zelf ook een muzikant, zei Baas. Mijn hondenverstand stond erbij stil. En- I, er is zooveel dat je niet begrijpt, zooals ik hier- ven al de eer had te blaffen. Als andere honden straat spelen en ik kom erbij staan en kwispel et mijn staart, voer ik ze dan aan? Neen, niet- lar. Ze blaffen mij toe: kom hier en speel mee t schijnen de menschen niet te zeggen als iemand »t een stokje voor hen gaat staan zwaaien. Vei ns den Baas gehoorzamen zij den man zelfs en ginnen en houden op als hij het wil. Ze spelen ook jals hij wil. Daar moest je eens bij de honden om men en vooral bij de teckels! Wij willen altijd 't is zonde dat ik het blaf net wat anders. De vriend van den Baas was toch in mijn achtinj rezen toen bleek dat hij niet zelf speelde. Bo- iidien gaf hij mij een klontje. Ik zat er nog op iknagen toen er ineens een kip in de zijkamer kelde. Zoomaar 's avonds een kip in de zijkamer! wij houden niet eens kippen. Bovendien waren e deuren dicht. Ik was even perplex van verha ng, liet toen het klontje vallen en stoof met eugdegeblaf in de richting. Kippen zijn aar- om mee te spelen. Ze zijn dom en doodsbang, tar als je er de helft van de veeren uittrekt zien er heel grappig uit. Dus rende ik erheen. Er was in de zijkamer geen l. Ik snuffelde alles af, zocht achter de gordijnen vond er nergens een. Toen klonk het stomme r....tok-tok-tok duidelijk uit de eetkamer. Ik ifte wild en vloog daarheen. Geen kip. De vriend n den Baas kwam mij helpen zoeken. Hij was in verwonderd als ik. Hij zei: „Hou vol Tom! moet er een zyn!" En toen kakelde zij opnieuw, jkbij. Het was heel opwindend. Wij stoven samen huis door, hoorden overal de kip en vonden ir nergens. Tenslotte gaven wij het op, keerden gend naar de huiskamer terug maar hadden in vestibule nog een mooie jacht op een bromvlieg, was weer verwonderd toen ik die hoorde gonzen, lit het was midden in den winter en aan huis- egen en dergelijke doen wij niet ik hap de tste altijd begin October op maar er bleek tn twijfel aan. De vriend van den Baas joeg er jnvens ook op. Als de vlieg hoog was greep en eg hij ernaar, als het ding laag kwam sprong en Ite ik. Tenslotte ving hij de bromvlieg met zijn idoek. Want die kneep hij dicht, het gegons was teen uit en hij zei: „Ik heb het gewonnen, Tom". Iet speet mij even, maar ik hield mij groot. Wij pels zijn, als jachthonden, van nature sportief, 'sprong dus tegen hem op en kefte verheugd. |n gingen we samen naar binnen om uit te rusten, iat was de eerste maal. )e tweede was nog veel mooier. Toen bleek er ens een kat in huis te zijn. Een echte levens- jote: ik zou dat gemiauw en geblaas en gekrabbel ;er niet herkennen als het niet echt was! Veel pschen probeeren het na te doen, maar daar flad- ik nooit in: hoogstens knor ik even om de ouwe p en kwispel uit beleefdheid, vanwege de he istelling in mijn zaken, die er tenslotte uit blijkt, ar als het te lang duurt val ik in slaap en dan be- roen zij meteen dat zij er mij niet tusschen eze kat was echt. En weer ging de vriend van I Baas met mij mee en zochten wij overal. Ik d er bijna dol van. Het ondier bleek steeds kamer voorsprong op ons te hebben, of een i, of een gang. Wij vonden het niet. Tenslotte een het ontsnapt te zijn door het dakraampje )lder. [erscheidene jachten volgden hierop en ik peinsde faak over. De kip en de kat zagen wij nooit, de invlieg werd meermalen door den vriend van Baas gevangen. Maar er kwam altijd weer een tol pngdurige overdenking heeft mij nu tot de slot- I gebracht, waarmee deze blafferij, vreemd ge- g, begint. In den vriend van den Baas wonen I kip. een kat en een bromvlieg. Het kan niet Iers. Hoe zij het met elkaar uithouden in die iwe ruimte want hij is niet dik is mij een dsel. En hoe zij er in gekomen zijn is nog raad- ichtiger. Maar zij wonen er. Alleen de brom- ig gaat er af en toe op uit. Sterft hij daarbij, zetten zijn nakomelingen de zaak op denzelf- Ivoet voort. Want hij legt blijkbaar- eieren in den jnd van den Baas, dien ik nu ook als vriend heb ivaard en altijd met blijdschap begroet. Ten Vele drenkelingen in December gered. Desniettemin velen om het Leven gekomen. Groot is het aantal menschen en kinderen dat m de duistere Decembermaand den verdrin kingsdood stierf, nl. 147. In geen enkele maand van het jaar 1940. was het aantal verdronke nen zoo groot. Duisternis, dronkenschap en ijs waren de hoofdoorzaken van het droevig hooge getal. Er verdronken: 20 jongens beneden 16 jaar, 3 meisjes, 102 mannen en 20 vrouwen, te zamen: 145; bovendien verdronken in auto's 2 mannen, in totaal: 147 dooden. December 1939: 45). Tijdens de duisternis kwamen om: 3 jon gens, 1 meisje, 78 mannen en 16 vrouwen, teza men 98. Onder het getal van 145 dooden be- hooren 14 jongens beneden 16 jaar die door het ijs zakten of in een wak reden; voorts 1 meisje, 11 mannen en 3 vrouwen, dus 29 slacht offers van het ijs. Was het aantal dooden ontstellend hoog, ge lukkig was het aantal geredden nog veel en veel hooger, nl. in totaal: 283 (maand December 1939: 801. Door zeldzame staaltjes van moed, opofferingsgezindheid en naastenliefde van ve len, werd dit aantal bereikt. Er werden gered: 35 jongens, beneden 16 jaar, 15 meisjes, 139 mannen en 36 vrouwen, tezamen: 275; boven dien uit autos een vrouw en 7 mannen, in to taal: 283 geredden. Bij duisternis raakten te water: 3 jongens. 4 meisjes 157 mannen en 25 vrouwen, tezamen: 189. Van de 7 auto's die in December te water reden, was diepe duisternis in vijf gevallen de oorzaak. Uit het ijs of uit een wak werden gered of wisten zich te redden: 25 jongens, 5 meisjes, 29 mannen en 7 vrouwen, tezamen: 57. Zwemmend werden gered 16 jongens, 6 meisjes, 18 mannen en 2 vrouwen, te zamen: 42. "Vier jongens. 1 meisje, 11 mannen en 1 vrouw, tezamen 17: wisten zich zwemmend in veiligheid te stellen. Door middel van hand reiking werden 126 personen op den wal ge bracht, met boot-hulp 7, met reddingshaken 58, met schippershaak 1, met ladders 8. met touwen 9. met stokken 4, met een ketting 1. met het toe steken van een sabel 1, terwijl nog 1 man gered werd door zijn hond. io s van de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, den Haag, No. 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877. Stort op 5553 of 877 Mr. J. Linthorst Hom an: „Bouwt aan onze saamhoorigheid door winterhulp". Een puzzle valt onder de auteurswet. Vonnis der Amsterdamsche rechtbank. De Amsterdamsche rechtbank heeft vonnis gewezen in een zaak, die de vraag tot onderwerp had of op een puzzle auteursrecht kan bestaan. Iemand had aan den uitgever van een tijdschrift een soort kruiswoordpuzzle verkocht, waarop de maker ook een aanduiding van zijn naam had aan gebracht. De uitgever heeft de puzzle gepubliceerd, echter zonder de aanduiding van den maker, hoewel deze uitdrukkelijk mede-publicatie van den naam geëischt had. De maker meende, dat hierdoor in breuk op zijn auteursrecht was gemaakt en vroeg schadevergoeding, omdat hij door de publicatie zonder aanduiding reclame-mogelijkheden had ge mist. De uitgever meende dat de ingezonden en ge kochte puzzle, die eerst nog clichéklaar gemaakt moest worden, slechts een „ontwerp" was en dat daar het hier niet zou betreffen een werk van kunst, letterkunde of wetenschap, ook geen auteursrecht daarop kon bestaan. Verder meende hij, dat de aanduiding geen deel van de puzzle uitmaakte en dat het gebruikelijk is, de aanduiding weg te laten. De rechtbank heeft den maker van de puzzle in het gelijk gesteld. Volgens haar doet niet ter zake, of het om een „ontwerp" gaat. Ook dan zou dit als resultaat van eischer's scheppenden arbeid object van auteursrecht kunnen zijn. De vraag, of het om een werk van letterkunde, wetenschap of kunst gaat, behoeft niet beantwoord te worden, omdat de puzzle waarom het ging in ieder geval valt on der de ruime omschrijving der in art. 10 no. 1 dei- auteurswet onder bescherming dier wet gestelde „andere geschriften" en op dien grond vatbaar is voor auteursrecht. Zoowel de puzzle als de daarop voorkomende aanduiding van den maker vallen onder de bescherming der wet. Gedaagde kan geen beroep daarop doen, dat het auteursrecht aan hem is overgedragen, omdat de wet in art. 25 elke wij ziging ook na overdracht van het auteursrecht afhankelijk stelt van de toestemming van den maker, zoolang deze leeft. Ook indien het onge bruikelijk zou zijn de aanduiding van den maker mede te publiceeren, dan nog mocht gedaagde die aanduiding niet weglaten, nu eischer hem bij de overdracht van het auteursrecht uitdrukkelijk er op gewezen heeft, dat die aanduiding mede moest worden gepubliceerd. Vakschoolonderwijs en verduistering Verzoek den leerlingen tijd te geven de avondscholen te bezoeken. De vereeniging tot bevordering van de vak opleiding -oor handwerkslieden in Nederland ver zoekt ons opneming van het volgende: Door de moeilijkheden tengevolge van de ver duistering zijn de Nijverheidsavondscholen in den lande er noodgedrongen toe overgegaan de les tijden zoo vroeg mogelijk te beëindigen. Dit leidt er toe, dat men ook het aanvangsuur heeft vervroegd. Er is nu voor de leerlingen in veel gevallen niet meer de noodige tijd tusschen het einde van den werktijd in het bedrijf en den aanvang van de avondschool. ie ai-beidswet verplicht de patroons den leer lingen zoo noodig eerder naar huis te laten gaan, maar dit leidt zonder meer voor de betrokkenen tot een loonderving, welke in dezen tijd velen zeer ongelegen zal komen. Daarom wordt aan ondernemers, groot en klein, overweging gegeven zich er niet alleen toe te bepalen den leerlingen van de Avondnijverheids scholen gedurende de nog resteerende wintermaan den den noodigen tijd te geven zich gereed te ma ken voor het avondonderwijs, maar tevens den tijd dat daardoor niet wordt gewerkt, door te betalen. De schoolleiding zal in die gevallen zeker bereid gevonden worden een presentielijst bij te houden, waaruit blijkt of de betrokken leerlingen werkelijk het onderwijs hebben gevolgd. Wanneer er zoo'n ellendige week komt dat de. competitie stil staat, is er eenvoudig niets anders te doen dan de krant uitspreiden en dan maar praten en praten over de kansen van de clubs. Verlichting van taxameters moet geel zijn. In het Verordeningenblad is verschenen een tweede verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, waarin opgeno men een wijziging van de verordening betreffende het verduisteren. Hierin wordt bepaald, dat de verlichting taxameters in huurauto's en -rijtuigen geel dient te zijn en zoodanig moet zijn getemperd, dat dit slechts tot op 100 meter zichtbaar is. Deze verordening treedt acht dagen na haar af kondiging in werking. De schilder Gruppe overleden. Den 30sten December 1940 is te New York de schilder Gruppe op 80-jarigen leeftijd overleden. Gruppe is lang in ons land werkzaam geweest en heeft in dien tijd hier groote bekendheid ver worven door zijn, geheel in Hollandsche sfeer ge houden strand en zeegezichten. Van 1898 af was Gruppe werkend lid van het genootschap Pulchri Studio en was nog herhaalde lijk door werk vertegenwoordiged op de tentoonstel lingen toen hy reeds in Amerika was. in Haarlem en daarbuiten. TENTOO: -"LLING VAN TEEKEN- WERK DOOR SCHOLIEREN. De vereeniging van leeraren bij het teeke.oonder- wijs in Nederland viert dit jaar een jubileum. Ze bestaat zestig jaar. Uit dien hoofde heeft ze een wedstrijd onder alle jongelui, die daarvoor in do termen vallen, uitgeschreven, prijzen, pretniën en eervolle vermeldingen toegekend en deze, met an dere werkstukken aangevuld, gedurende acht dagen in de groote zaal van Arti, op het Rokin te Am sterdam, geëxposeerd. Ze is nu alweer voorbij doch het bestuur der Vereeniging hoopt ze elders te kunnen herhalen, misschien zelfs in het vervolg ieder jaar een dergelijke manifestatie te kunnen op touw zetten en tenslotte is een korte nabeschou wing over wat ons werd voorgezet, misschien eei de moeite van het lezen waard, dan een opsomming van w-at er al zoo langs de wanden was uitgehan gen. Wij behoeven ons dan ook niet om namen van bekroonden of niet-bekroonden te bekomme ren en kunnen de manifestatie als geheel beschou wen. In de termen vielen dan in de eerste plaats zoo wat alle jongelui die teekenles krijgen. Afdee- Jingen waren er natuurlijk ingesteld: de kinderen der lagere scholen, onderverdeeld naar de leerjaren vormden de eerste zeker niet de minst interessante groep, daarna komen die, welke uitgebreid lager. middelbaar, gymnasiaal of lyceum onderwijs ge niet, alles afzonderlijk gegroepeerd, om tenslotte bij het technisch hooger onderwijs te belanden, waarvan de vertegenwoordiging, voor zoover wij konden nagaan, zeer bescheiden was. En tusschen dat alles bevond zich een groote inzending van werk door leerlingen van vrije kunstscholen, dal zich uiteraard reeds door de vooropgezette bedoe ling van kunstonderwijs, van het overige afzon derde. Als gezegd zal velen kijkenden het teekenonder wijs zooals dat thans op de lagere scholen gegeven wordt, het meest geïntereseerd hebben. Toen de jarige vereeniging werd opgericht was dat onder wijs zeker voor de kinderen minder aan trekkelijk. Wij hebben daaraan geen her innering doch vijftig jaar geleden bestond de teekenles op de lagere school uit weinig anders dan rechtlijnig leeren teekenen volgens de methode van Hinse en Heyk en op de gymnasia werd aan teekenen toen niet gedaan. Thans is de teekenleeraar ook een ander mensch geworden: de psychologie van het kind is ook voor hem een stu dieveld geworden en als hij zijn kleine leerlingen zegt: „teeken jullie nu maar ereis wat. iets dat je pas gezien hebt of anders dat hoekje van de kamei daar" dan heeft hij uit het stunteligst gekrabbel leeren zien of meent dit altans in gemoede of en in hoever er bij het kind vaardigheid van vorm-zien en picturaal geheugen aanwezig is ol ontbreekt. De eerste kan aangeleerd en ontwikkeld worden, het picturaal geheugen behoort meen ik tot de dingen, die men nu eenmaal heeft of niet heeft. Nu is de moderne teekenmeester in de meeste gevallen een mensch die sympathiek en welwillend tegenover het kind staat en daardoor zal het mis schien kunnen voorkomen dat hij onder de natuur lijke stunteligheid van het kind méér verborgen De sneeuw mag alles dekken met zijn witte vacht, de loten van nieuw leven blijven frank en fier erboven uitsteken, wachtend op den wekroep van de lente, wanneer er geen door menschenvoet platgetreden sneeuw meer zal zijn. (Foto De Haas.). eigenschappen meent te zien dan er inderdaad aan wezig zijn. Het enthousiasme voor zijn werk zal, in wat doodgewoon onvoldragenheid is en het kind zeker niet ten kwade mag aangerekend worden, hem iets bijzonders doen zien en als hij dat dan nog gaat bekronen of eervol vermelden zou het kunnen wezen dat hij het kind meer kwaad dan goed deed. bij de beste bedoeling overigens, üat hij het wel-verantwoorde-zien. het scherp observeeren bij het kind poogt te ontwikkelen lijkt op zich zei! reeds moeilijk genoeg. Slaagt hij daarin dan heeft hij het kind voor het geheel verdere leven een dienst bewezen. Bij het teekenonderwijs dat op de middelbare en voorbereidend hoogere scholen gegeven wordt heeft de stunteligheid van het kind al plaats ge maakt voor een bewuster en bekwamer hanteering van krijt, pastel of zelfs waterverf. Zoo Het bij het aanvangsonderwijs al moeilijk geweest moet zijn te ontdekken of er in dat primair eekrabbei al zin voor vorm of gestalte aanwezig is, bij het vrije werk der oudere kinderen lijkt het nog moei lijker te onderscheiden of de soms verrassende be hendigheid waarmee een vaak zeer gecompliceerde .figuratieve voorstelling gegeven werd. geheel ui» het kind zelf ontstaan is. dan wel of de leerling ge heel in het jasje van zijn leeraar gekropen is, of wel een ergens geziene voorstelling uit het hoofd en met lichte variaties heeft nageteekend. Er waren op deze tentoonstelling verschillende inzendingen waaraan men den niet-genoemden leeraar licht meende te herkennen, en andere waarbij men de provincie, waar de school staat, dacht te ontmoeten, door de daar meer dan elders populair geworden kunst van een schilder heen. De indruk dat het onderwijs voor die oudere leerlingen wel zeer ver aangenaamd wordt, maar aan den anderen kant soms wat te „artiesterig" wordt ingesteld, zal bij een leek die niet tot de jongste generatie behoort kunnen opkomen, doch dan zal hij vertrouwen dienen te stellen in den ernst der mannen die dit onderwijs met zooveel liefde geven en die zich be wust zijn dat het kweeken van nog meer kunste naartjes hun nooit opgedragen werd. Ook de leer lingen der hier bedoelde instellingen nemen van de teekenles iets waardevols voor hun verder leven mee, wanneer er hun op eenvoudige wijs geleerd kan worden kunst te leeren zien, te begrijpen en er vooral, eerbied voor te hebben. Vooral tot het laatste zullen ze moeilijk komen als ze zoo spelenderwijs zelf tot een productieve bezigheid geraken die, heel erg uit de verte, on kunstwerk gelijkt.. In mijn praxis die ook al een behoorlijk jubileum achtei den rug heeft hoorde ik weinig stompzinniger en aanmatigender opmerkingen over werkelijke kunstscheppingen, dan juist van hen die er ook „wel eens aan gedaan hebben". Het zou jammer zijn als het veraangenaamde teekenonderwijs i tegen zijn bedoeling natuurlijk die horde ging versterken. De afdeeling der werkstukken van leerlingen dei- kunstscholen staat uiteraard buiten deze opmer king. Daar is voor de leerlingen het teekenonderwijs de alpha en omega en hoofdzaak, geen bijkomstig heid. Men heeft er hier degelijk voorbereide en kundig uitgewerkte specimens van kunnen zien en terwijl ze in meerderheid op praktische doelen ge richt waren en als eerlijke gebruikskunst hun plaats in het leven vroegen, hebben ze op mij den aange naamsten indruk gemaakt. Al mag daaronder natuurlijkerwijs ook veel tweede handsch en onileends verscholen zijn, het behoudt het eerlijk' karakter van studie en omzeilt de zeeën van he- dilettantisme dat voor den beoefenaar een zekei genoegen, doch zelden een dieper gaande bevredi ging oplevert. Alleen eerbied voor werkelijke kunst schepping vermag die duurzaam te geven. J. H. DE BOIS. Dc kleine aapjes van het dierenpark te Wasse naar worden extra vertroeteld met een warm dekentje ter beschutting tegen dc koude. (Foto •Schimmelpenningh.> Sleutel weg? Tel. 11493 -VSIeutelspecialist. L. Veerstr. 10 (Adv. Ingez. Mcd.) Filmavond der Surinamezendiiig. Vrijdag en Zaterdag 10 en 11 Januari, hoopt de heer P. M. Legêne uit Zeist in het kerkge bouw van de Geref. Kerk in H. V. (Begijnhof kapel i te Haarlem te vertellen van den arbeid der Evangelische Broedergemeente in Surina me. Hierbij zullen enkele films worden vertoond. Vrijdag zal een slotwoord worden gesproken door Ds. G. J. Waardenburg. Ned. Herv. predi kant; Zaterdag wordt het slotwoord gesproken door Ds. L. Hoorweg Jr.. Geref. predikant. Zaterdagmiddag is er een bijeenkomst voor de kinderen met een speciaal programma, ook met films. Crematie Tilly Koenen. In allen eenvoud heeft Dinsdagmiddag in het crematorium op Westerveld de crematie plaats ge had van wijlen Tilly Koenen, de Nederlandsche zangeres van wereldvermaardheid, die dezer dagen te 's-Gravenhage, ten huize van haar hoogbejaarde leerares Cornelie van Zanten was overleden. De plechtigheid kreeg bijzonderen luister door den schoonen zang van twee harer oud-leerlingen, de zangeressen Theodora Versteegh en Jo Vincent. Eerstgenoemde zong, toen de met kransen bedekte kist in de aula was neergezet, „An die Musik" van Schubert. Bij het neerlaten van dc kist zongen daarna de dames een duet uit Ps. 95 van Mendels sohn. Onder de bloemstukken bevond zich een krans van Cornelie van Zanten met het opschrift' „Aan mijn allerbeste en meest begaafde leerlinge". Dr. C. G. J. Bos uit Overveen sprak eenige ge voelvolle woorden. Tilly Koenen, aldus spr., was een buitengewone zangeres. Met haar zang heeft zij tienduizenden in de wereld gelukkig gemaakt. Zij was een dankbare leerlinge van Cornc'ie van Zanten, zij was een lichtend voorbeeld van de methode van deze school. „Moge zij binnengaan in het Rijk. waar de schoonheid eeuwig is". Een familielid van de overledene, de heer C. F. Borel. zeide dat de ouderen weten, welk een groot zangeres is heengegaan. De heele wereld is getuige geweest van haar groote gaven. Niet alleen in de concertzaal heeft haar stem geklonken, maar ook in het huisgezin. Wat ons het meeste trof, was haar eenvoud. Als spreker als familielid getuigenis zou afleggen van het verlies door haar overlijden, is dit het gemis van haar stem, die dagelijks klonk. Spr. dankte allen voor hun tegenwoordigheid en de zan geressen, die met haar schoone stem wijding hebben verleend aan de plechtigheid. Deze werd door den organist, don heer George Robert, besloten met het „Halleluja" van August* van Overbeek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5