Nieuwe
St. Gotthardtunnel
zal worden gebouwd
Het Vlaamsche
cultuurleven.
n.i'.v
Roosevelt's rede voor
het Congres.
RADIO
„DONDERDAG 9 JANUARI 1941'
HSAREEM'S DA'GBEAD
Onderhoud met den secre
taris van den Nederland-
schen cultuurraad in
Vlaanderen.
Het A.N.P. bericht uit Antwerpen:
Van een vraaggesprek dat hij dezer dagen ge-
Ifcad heeft met dr. Jef v. d. Wiele, den secretaris
^van den Nederlandsehen Cultuurraad in Vlaande
ren, zendt Willem de Meyer ons het volgende ver
lag:
U zult begrijpen, meneer Van de Wiele, dat
"^ïet voor Nederlanclsche lezers zijn belang heeft te
Ijjmschrijven wat de Nederlandsche Cultuurraad is
en welke taak hij te vervullen heeft.
Ja, ook voor onze menschen zou dat zijn be
lang hebben, omdat heel wat personen nog aan den
||?roegeren Cultuurraad denken. Voor den oorlog
iadden Waalsche en Vlaamsche Cutuurraden in
loofdzaak te oordeelen over grensgevallen, ont-
jtaan door de verschillende opvatting van de be
richte taalwetten van 1932. Met de nu ingestelde
alwet-eommissie is dat overbodig geworden en
zooals u kon lezen heeft de nieuwe raad vooral als
opdracht de ordening en samenvoeging van het
cultuurleven.
Heel wat menschen oordeelen echter ook dit
overbodig. De groote cultuurorganismen hadden
toch al heel wat in de hand?
Er wordt ook niet gedacht aan een onderdruk
king van het vrije initiatief. Integendeel. Echter
Z£mogen deze initiatieven niet langer elkaar tor-
•aipedeeren, zooals dat voorheen wel het geval was
raLaat mij u een voorbeeld noemen. Door het mi
nisterie van openbaar onderwijs te Brussel werden
leyereenigingen en instellingen ondersteund, welke
ieder op zijn manier zich onledig hielden met den
nH,vrijen tijd voor den arbeider". Ook de zooge-
srDaamde volksuniversiteiten kwamen in die rubriek
•eierecht. Welnu, er waren wel zeven verschillende
nsirolksunivei^iteiten en niet minder dan 447 kringen
ten kringetjes voor den „vrijen tijd". Onder tien-
viallen namen natuurlijk. Het is gebleken dat heel
navat kringen ontstonden ter wille van de subsidie
den dat de arbeider erbij vergeten werd. Wie de na-
Ikiionalisatie-pogingen in Vlaanderen van nabij heeft
ïegunnen volgen, zal er niet verwonderd over zijn dat
V®r bijv. ook een post van 15.000 fr. voorkwam voor
„La lecon de francais" en zelfs vonden we eenige
Bosten voor de „Amitiés frangaises". Dit alles voor
flen arbeider natuurlijk.
Het lijkt mij echter moeilijk dergelijke zaken
te controleeren. Zullen niet vele uitstekende initia
tieven het met de slechte moeten afleggen, indien
^jiieraan een eind wordt gebracht?
Het gevaar is niet denkbeeldig. Alles zal ech
ter afhangen van den goeden wil en van de goede
aibedoeling. Zoo hebt u kunnen lezen dat er nu een
Uitbreiding der hoogeschool komt voor het Vlaam
sche land. Deze uitbreiding staat onder de leiding
fan een landelijken raad van advies. De samen
stelling van dezen raad is zoo breed dat iedereen
zich mee accoord moet kunnen verklaren Niet
illeen de Cultuurraad zelve, maar ook het ministe-
eirie van openbaar onderwijs, de drie universiteiten
[e^aar in het Nederlandsch gedoceerd wordt, de
TJcheppelende kunstenaars en de wetenschappelijke
dwereld zijn in dezen raad van advies vertegenwoor-
f Jigd. Aldus werden officieele instanties en vrij-
ji^erkende organismen bijeen gebracht. Wie iets te
gdrertellen heeft, kan het zeggen. Hij heeft maar
lijfijn plaats in te nemen in de rij. Uitgesloten is
dichter meteen dat de arbeider in zijn vrijen tijd in
lepartij-hokjes wordt opgesloten en ingespoten met
<|iet gif der verdeeldheid. Als er iets van den volke
nfs, zonder onderscheid van rang of stand of wat
ook,, dan juist deze cultuur en het begrip voor
cjhaai', zooals ze door de uitbreiding der hoogeschool
?dient verspreid te worden.
oh Als secretaris en propagandaleider van het
vlaamsch Nationaal Zangverbond heb ik meer dan
l jvie ook het Vereenigingsleven in Vlaanderen lee-
j >en kennen en ik kan mij vrij goed voorstellen dat
?en dergelijke ordening, hoe gezond en logisch op
:ichzelf ook, niet van een leien dakje zal loopen.
Tet is immers een bekend feit dat de Vlaming, al
roept hij gaarne samen in vereenigingen aller
hande, wantrouwig gaat, staan als er iets van
Thooger" komt.
L Dat vindt zijn verklaring in de jongste ge
schiedenis. We zijn nu eenmaal door onze regee-
'ing sinds 1830 niet vertroeteld geworden en voor-
il niet wat cultuurzaken aangaat. Nu moet hij lee-
:en inzien dat dit van „hooger" juist zijn eigen
m-k is, vermits de Cultuurraad niets anders wil
iijn dan de uitdrukking van zijn eigen strevingen
m wenschen. Ieder Vlaming legt natuurlijk vol
'ertrouwen deze ordening in handen van een man
ils Cyriel Verschaeve, al zal aanvankelijk de oude
zifist tot beknibbelen niet onmiddellijk wegvallen,
at Ik wil niet den schijn hebben mee te zondi
gen in dit opzicht, maar daar een ieder steeds in
nje eerste plaats aan eigen schaapkens denkt, zou
C}k willen vragen waar bijv. de vele vertakkingen
vcjan het Vlaamsch Nationaal Zangverbond terecht
idt°men, en wat er dus wordt van die honderden
■t|iltuurkringen in het Vlaamsche land.
!t, Daar deze ordening nog ter studie ligt en
gjjangezien de Cultuurraad wenscht de reeds geno
den initiatieven zooveel mogelijk te behouden,
ü^iaar harmonisch samen te voegen, kan er in deze
a^een concreet antwoord worden gegeven. Het mo
le echter voldoende zijn er de aandacht op te ves
tigen dat het in de bedoeling van den raad ligt alle
déerspreiders van „volksche" kunst, alle scheppen-
Ie kunstenaars, alle verspreiders van „volksche"
jetenschap en alle wetenschapsmenschen, verder
lie uitingen op tooneel- of concertgebied aldus te
rganiseeren in landelijke, gewestelijke en plaat-
felijke groepen dat geen mensch, werkzaam op het
rir-
h'*é ïilsS? vv.\
-,ï U.
Bij voorkeur dorscht men boonen bij vorst, omdat dan de schil van de schede
hard is en gemakkelijk openspringt. Voor het dorschen niet den vlegel worden
door middel van een knuppel, die met een taai palingvel aan een stok verbonden
is, ferme slagen op het gewas toegebracht.
(Foto Pax Holland.)
ben wij elkaar niet zeer veel rijkdommen te
schenken en is de eigen geaardheid van Duitsche
en van Vlaamsche cultuur niet voor beide parttijen
een verrijking?
kfciltureele terrein, nog aan zijn eigen lot zal wor
gden overgelaten. U zelf hebt kunnen ondervinden
„)oe pijnlijk het was in het verleden cultuurschep
pend werk van grootere allure aan te pakken. Er
ferd veel daarover geschreven, er werd weinig
dcor gedaan, ik bedoel in materieelën zin. De Cul-
leliurraad gaat uit van het standpunt dat. aangezien
dffit cultuurgoed als het hoogste goed van de natie
inpordt en moet worden beschouwd, de natie als
jjlicht heeft een milde beschermer te zijn. Wan-
>tjeer eenmaal een cultuurwerk geordend en doel-
sfreffend als dusdanig erkend is, moet het op den
taat kunnen bouwen om zijn werking steeds ver-
Ier uit te breiden. Dat is de bedoeling van den
llfiad, wanneer hij spreekt van ordening. Het is
japen spelletje als met. een bouwdoos om stukjes
gidi elkaar te voegen, het is de materieele verzeke
ring bewerkstelligen van ons cultuurgoed in zijn
a'.n in worden. Spijtig is het dat het werk in deze
Mflöeilijke tijden niet die vlucht kan nemen, ook
l3Öet die materieele vlucht, welke u en anderen
iet recht hebben te verlangen. Maar de uitdruk-
tzjing van dit principe, zoo achteloos vroeger voor
tgegaan, moge reeds een eerste bevrediging
jrengen.
s? Heb ik niet gelezen dat de raad ook als taak
peg de cultureele betrekkingen met het buiten-
:rind, en vooral met Duitschland. te bevorderen?
Ook dit was een noodzakelijkheid. Vlaamsche
izfichters schreven wel: „We zijn Germanen, geen
vfatijnen", maar de politieke muur tusschen
duitschland en het officieele België, door dit laat-t
dite in den loop van honderd en tien jaren opge-
rokken tot een haast onoverkomelijke hoogte, had
i'évens onze horizont naar het Oosten toe be-
idrensd. Men had getracht, en dit geschiedde op-
ettelijk (denk aan de woorden van Charles Ro-
Ser) de draden van cultureele uitwisseling tus-
Chon Duitsche en Vlaamsche Germanen, gespan-
fen door een Veldeke. een Dürer. een Vondel, een
lemknck, een Rubens, door te knippen. Deze
bijraad hervatten is nu een taak waaraan de Cul-
Uurraad zich met blij gemoed kan wijden. Heb
Commentaar van de,,Diplo"
Het D.NB. meldt: De „Diplomatïsch-Politische
Korrespondenz" houdt zich bezig met de rede die
Roosevelt voor het Congres heeft gehouden. Ir het
bijzonder worden de belangrijkste uitlatingen van
den president der V. S. besproken. Aan den eenen
kant, zoo schrijft de „Diplo". spreekt Roosevelt,
zonder ook slechts eer. zweem van bewijs te heb
ben, van een voortdurende bedreiging ran het
Westelijk Halfrond door de autoritaire staten, zelfs
wanneer deze een rechtstreekschen aanval op dit
halfrond niet ten uitvoer zoude» kunnen, leggen.
Aan den anderen kant echter tracht hij op geen
enkele wijze dit gevaar, zoo het al zou bestaan, uit
den weg te ruimen. Integendeel, hij is er op be
dacht juist de voorwaarde voor zulk een gevaar, nl.
eer tot nu toe in het geheel niet bestaande vijand
schap dezer naties met alle middelen in het leven
te roepen en te bevorderen, blijkbaar om dan, als
dit doel bereikt is. eindelijk te kunnen zeggen dat
thans zulk een gevaar werkelijk bestaat. Als vei
ligste middel voor zulk een provocatie, zoo schrijft
de „Diplo" o.a. beschouwt Roosevelt blijkbaar de
inmengirg. een handelwijze die. naar Amerikaan-
sohe opvatting op het Westelijke Halfrond toege
past, als een doodzonde tegen de allerheiligste
Monroeleer ten scherpste zou moeten worden ge
straft en waarvan Roosevelt derhalve logischerwijze
aanneemt dat zij van zijn kant op overeenkomstige
vreemde gebieden overgebracht, bij de daar getrof
fenen dezelfde gevoelens moet wekken.
Roosevelt bestempelt als „aanvaller" in den strijd
met Engeland juist die mogendheid, aan welke van*
de zijde van Engeland de oorlog is verklaard en
die bovendien door een, met zijn instemming door
Engeland opgehitst, Polen genoodzaakt werd tot
het remen van maatregelen om de met miskenning
van de verdragen en de menschelijke rechten vo
gelvrij verklaarde Duitsche volksgenooten te red
den. Deze en andere van dergelijke vruchten van
Versailles, als de economisohe wereldcrisis, zijn
echter voor den heer Roosevelt niets meer dan on-
beteekci-ende „onvolkomenheden" van het verdrag
van Versailles.
Blijkbaar, aldus de „Diplo", is dit alles de „we
reld der vrijheid", voor de herovering en instand
houding waarvan Roosevelt bereid is de energie, de
hulpbronnen en de organisatiekracht van Amerika
beschikbaar te stellen.
Ten aanzien van de verklaring van Roosevelt dat
hij in den door Engeland gevoerden oorlog niets
meer of minder dan den strijd voor de belangrijk
ste vrijheden en mensehen rechten ziet. schrijf t de
„Diplo": „Terwijl Roosevelt den tegenwoordigen
oorlog als een strijd voor de vrijheid van woord
kenmerkt, bedreigt Engeland honderden millioenen
Indiërs, wan» eer zij een oorlog, die niet de hunne
is, van de hand durven wijzen De president noemt
den strijd verier een strijd voor de bevrijding van
het schrikbeeld van den nood. terwijl Engeland, in
strijd met het menscher- en volkenrecht, tegen
vrouwen en kinderen van de tegenpartij, van de
neutralen, ja zelfs van de vroegere bondgenooten
op het Europeesche continent den blokkade oorlog
voert. Aan dezen in strijd met het volkenrecht
zijnden en gruwelijken oorlog ter verbreiding van
verschrikking en nood neemt Roosevelt evenwel
geen aanstoot, zooals hij. volgens zijn eigen woor
den, in het algemeen in dit conflict aan het vol
kenrecht geen al te groote waarde schijnt te hech
ten.
Dit merkwaardige standpunt ten aanzien van
vrijheid en menschenrecht. voor zoover zij haar
leefruimten bedreigt, geldt evenwel, raar de ..Kor
respondenz" besluit, de strijd der asmogendheden.
Hij geldt niet in de laatste plaats het her
stel van de vrijheid der zeeën, die weliswaar
ook postulaat eener ware Amerikaansche po
litiek is. doch waarvoor de tegenwoordige
president der Vereen igde Staten zeer ten na-
deele ook van de overige Amerikaansche larden
niet eens met de lippen opkomt. Wel verre van een
les noodig te hebben van vreemde zijde zijn de as
mogendheden integendeel er van overtuigd dat de
zege over Engeland pas ware vrijheid zal brengen.
Ook voor al degenen die thans door de Engelsche
volikenreohtsschending in de bevordering van hun
welvaart door wettigen handel met de overige we
reld belemmerd worden.
„WILLEKEURIGE REDE
NEERING".
De diplomatieke redacteur van Stefani schrijft:
In zijn jongste boodschap aan het Congres heeft
president Roosevelt zijn oorlogszuchtige bewerin
gen weer gebaseerd op het beweerde gevaar dat de
as voor Amerika vormt. Dit is een willekeurige re
deneering die in geer enkel opzicht met de wer
kelijkheid strookt. De asmogendheden hebben geen
belangstelling voor alles wat Amerika betreft en
hebben, in tegenstelling tot Engeland, nooit gepoogd
eeniger invloed op het Amerikaansche leven uit
te oefenen, zelfs niet om tijdens de presidentsver
kiezingen de ongerechtvaardigde aanvallen van den
heer Roosevelt te bestrijden. De internationale po
litiek der totalitaire mogerdheden neemt veeleer als
begirsel aan de verschillende levensgebieden te
eerbiedigen en te onderscheiden .een beginsel, dat
een harmonische toepassing t. <schen de continen
ten beteekent van de leer welke Monroe het eerst
ten aanvien van Amerika heeft verkondigd. De
bewering dat de as de Ver. Staten kan bedreigen
is dientengevolge van eiken grond ontbloot. Maar
dezelfde Roosevelt beweert dat ingeval Engelavcf
den oorlog verliest geen enkel gevaar de Ameri
kaansche kusten zou bedreigen. Op die wijze maakt
Roosevelt de grondslagen van zijn propaganda ka
pot De Ver. Staten worden in geen enkel opzicht
bedreigd. Een andere bewering van Roosevelt welke
van eiken grond ontbloot is, is dat Engeland zijn oor
logsschulden zal kunren betalen. De Amerikanen
weten reeds uit ervaring dat een overwinnend En
geland zijn verplichtingen uit den oorlog niet na
komt. Des te meer zal het zijn schulden, niet kun
nen betalen na een nederlaag en na de vernietiging
van zijn voornaamste industrieele centra.
Raad der Hispaniteit gevormd.
Het D.NJB. meldt uit Madrid:
De Spaansche Staatscourant publiceert een
verordening van het Spaansche ministerie van
buitenlandsche zaken betreffende de samen
stelling van den nieuwen Raad der Hispaniteit.
De verordening bepaalt dat de Raad der
Hispaniteit tot taak heeft de gemeenschap
pelijke geestelijke en materieele voorwaarden
voor de Spaansche stamgemeenschap in het
leven te roepen en in dezen beslissingen te ne
men. De Raad wordt gevormd uit de belang
rijkste persoonlijkheden op intellectueel, finan
cieel. politiek en economisch gebied. Leden
van den Raad zullen tot aan de definitieve sa
menstelling als boven den staat uitgaand orga
nisme op grond van een gemeenschappelijk be
sluit tusschen Spanje en de Spaansch-Ame-
rikaansche staten o.a. zijn de Spaansche mi
nister van buitenlandsche zaken als voorzitter
en de Spaansche ambassadeurs in Argentinië,
Cuba, Chili. Mexico. Peru en de Spaansche con
sul-generaal op de Philippijnen. Aangezien
het aantal leden van den Raad der Hispaniteit
onbeperkt is, is de Spaansche minister van
buitenlandsche zaken gemachtigd alle perso
nen te benoemen tot lid, welke in het Spaan
sche leven zich bijzonder onderscheiden en
op den voorgrond treden. De Raad der Hispa
niteit heeft zijn zetel in Madrid. Later zal de
Spaansch-Amerikaansche tak van den raad zijn
zetel kiezen in een Amerikaansche stad.
Het orgaan der Falange Arriba" schrijft naar
aanleiding van de publicatie der namen van de
leden van den Raad dat de Falangistische we
reldbeschouwing een besliste en duidelijke hou
ding en verwezenlijking van het Spaansch-
Amerikaansche ideaal eischt in plaats van de
tot dusver bestaande revisionnistische en pa
triottische praatzucht, welke door een kleine
groep conservatieve intellectueelen werd ten
toon gespreid. Het blad herinnert er aan dat
in de wet. waarin de oprichting van den Raad
der Hispaniteit wordt vastgelegd, de eisch wordt
gesteld dat Europa tegenover Spaansch-
Amerika wordt vertegenwoordigd als brugge-
hoofd. Deze hooge taak kan niet door de een of
andere groep van het Spaansche leven worden
uitgevoerd en daarom zijn de leden opzettelijk
gekozen uit alle kringen van het Spaansche
leven. De totale omvang van het aangevangen
werk eischt dat behalve het leiderschap van
Spanje ook de stem van Amerika in het nieuwe
organisme zich doet hooren. Men kan aannemen
dat in afzienbaren tijd behalve deze lijst van
prominente persoonlijkheden van het SDaan-
sche leven een soortgelijke lijst zal komen van
op den voorgrond getreden politici en geeste
lijke krachten van Spaansch Amerika.
Knox over liet Amerikaansche
vl o o th oil wpr o gr am
Tegen verdere onttrekking van torpedojagers
aan de vloot.
Uit Washington. 8 Januari. „Ik geloof niet dai
nog meer torpedojagers aan onze vloot kunnen wor
den onttrokken zonder haar doelmatigheid ernstig
in gevaar te brengen", zeide de minister van ma
rine Knox in antwoord op een vraag op de pers
conferentie. naar Associated Press meldt.
Knox deelde mede dat de marine voornemens is
het Congres goedkeuring van den bouw van 280
hulpvaartuigen, onderzeeërs, jagers, mijnenvegers
en patrouillevaartuigen te vragen. Hij zei voorts
dat de oorlogsschepen in drie verschille de vloten
ingedeeld worden, namelijk de Atlantische. de
Aziatische en die van den Stillen Oceaan. De groot
ste wijzigingen zullen zich voordoen bij de Atlan
tische patrouillestrijdkraehten die geleidelijk op
gebouwd zijn en thaus 125 schepen tellen.
Knox maakte bekend dat vice-admiraal Husband
E. Kimmel admiraal James O. Richardson als op
perbevelhebber van de vloot in den Stillen Oceaan
zal opvolgen. Kimmel wordt ook vlootvoogd van de
gecombineerde vloten. Hij voert thans het bevel
over de slagkruisers.
DE UITVOER VAN AMERÏ-
KAANSCH OORLOGSMATERIAAL.
WASHINGTON. 8 Januari. (D.N.B.) Het de
partement van Buitenlandsche Zaken maakt de
getallen voor den uitvoer van oorlogsmateriaal en
voor het verstrekken van uitvoervergunningen tij
dens de elf maanden van Januari tot December
1940 bekend. De werkelijke uitvoer bedroeg 296
millioen dollar. De waarde van de verstrekte ver
gunningen. dus van de opdrachten waarvan tot
dusver slechts voor 296 millioen dollar is uitge
voerd, bedroeg 765 millioen dollar. Daarvan be
stelde Canada 46 en Engeland 595 millioen dollar.
Maarschalk Pétain ontvangt den
nieuwen Amerikaanselien gezant.
Flandin woonde het onderhoud bij.
Het Fransohe staatshoofd maarschalk Pétein heeft
gistermiddag volgers berichten uit Vichy den Ame
rikaanselien ambassadeur Leahy ter overhandiging
van diens geloofsbrieven in het Pavilion Sévigné
in officieel gehoor ontvangen Daarbij was de mi
nister van Buitenlardsche Zaken Flandin tegen
woordig. Een onderhoud van omstreeks tien minu
ten volgde, waarbij de ambassadeur de persoonlijke
boodschap van president Roosevelt overhandigde.
De ambassadeur werd op de gebruikelijke wijze
ontvangen, Pétain en Leahy wissel-'er niet de tot
dusver bij dei-gelijke gelegenheden gebruikelijke
toespraken, daar deze sedert Pétain het bewind
aanvaard heeft uit het protocol geschrapt zijn.
Hoe de oude tunnel
tot stand kwam
Zestig dienstjaren achter den rug
E steeds nauwere samenwerking tussdhert
Duitsohland en Italië heeft het ver
keersprobleem tusschen beide staten een
dringende actualiteit gegeven, welke om
om een spoedige oplossing vraagt.
Het is daarom dat thans spoed wordt betracht met
de voorbereiding van een nieuwe tunnel door de
St. Gotthard.
Het St. Gotthardgebergte. gelegen in het Zuiden
van Zwitserland, wordt aldus genoemd naar den
H. Gotthard bisschop van Hildesheim, die hier
in de 12de eeuw een kapel stichtte. Naar de kapel
werd de omringende berggroep genoemd. Dit ge
bergte was echter een hinderpaal in de ontwikke
ling van het verkeer tusschen Duitschland via Zwit
serland naar Italië. Wel waren er de Brennerbaan
en de Mont-Cenis, doch deze ging over Fransch
gebied en zoowel voor Duitschland als voor Italië
was er veel aan gelegen den doorgang over neu
traal gebied te hebben.
Het plan om een verbinding door de Zwitsersche
Alpen te maken, kwam voor het eerst omstreeks
1851 ter sprake, doch het duurde nog tot 1863, al
vorens deze plannen vasteren vorm aannamen. In
Zwitserland werd toen de Go tth ara vereen iging op
gericht, waarbij 16 kartons, de Zwitsersche Spoor
wegen en de Noord-Oostspoorweg als leden toetra
den. In 1869 werd te Bern een conferentie gehou
den tusschen Duitschland, Zwitserland en Italië en
werd de St. Gotthard-Maatschappij opgericht.
Naar aanleiding van de bepalingen van deze
conferentie werd den 15en October 1869 tusschen
Italië en Zwitserland een staatsverdrag gesloten,
waarbij in 1871 ook Duitschland toetrad. Bij dit
verdrag werd besloten tot den aar leg van den
Gotthardspoorweg en tot doorboring van den berg.
De bouwkosten van de tunnel werden op 185 mil
lioen francs berekend, waarvan 85 millioen door
subsidies moest worden bijeengebracht. Italië stortte
45 mïllioer. francs en Duitschland en Zwitserland
ieder 20 millioen.
De vennootschap tot bouw van den St. Gotthard
benoemde op 2 April 1872 Robert Gerwig tot hoofd
ingenieur, die reeds vier maanden later zijn functie
overdroeg aan een ondernemer Louis Frave,
zich bij overeenkomst verbond de tunnel in acht
jaren tijds voor de ronde som van 50 millioen francs
te bouwen: hij zelf moest aan de maatschappij een
borgtocht van 8 millioen francs stellen. Voor eiken
dag dat het werk vóór den vastgestelden datum vol.
tooid was ontvii-g hij 5000 francs. Bij latere ople
vering moest hij voor eiken dag dezelfde som als
boete betalen en na zes maanden zelfs het dubbele.
Louis Favre had met vele teleurstellingen te
kampen. Reeds spoedig nadat het werk een aan
vang had genomen, bleken de aanvankelijke be
rekeningen van ingenieur Gerwig verkeerd te zijn.
zoodat de studiën opnieuw moesten worden ge
maakt, waardoor de kosten veel hooger kwamen
dan aanvankelijk was geraamd. Behalve deze on
voorziene moeilijkheden had Favre ook nog te
strijden tegen de publieke opinie, daar men meen
de dat de boringen die gelijktijdig aan beide zijden,
dus in Gösdhenen en Airoio, werden uitgevoerd
niet- op hetzelfde punt zouden uitkomen. De re
sultaten stelden later echter ingenieur Favre in het
gelijk.
Helaas heeft deze koene ondernemer de bekro
ning van zijn werk niet meer mogen beleven, daar
hij den 19en Juli 1879 temidden van zijn werk
zaamheden in de tunnel overvallen werd door een
beroerte, welke een einde aan zijn leven maakte.
Den volgenden dag droeg men zijn lijkkist, met Al
penrozen versierd, naar buiten naar het dal.
A NDANKS de vele moeilijkheden welke de lei-
ders ondervonden werden de werkzaamheden
onverpoosd doorgezet. Meer dan 17.000 arbeiders
waren zoowel boven als onder den grond aan den
gang, waarvan er 3400 ir. de tunnel arbeidden. Doch
niet alleen menschenhanden. ook tal van machi
nes verleenden hun diensten bij het doorboren van
de zware steenmassa's. Wij laten hieronder een
beschrijving volgen van een ooggetuige die begin
1880, enkele weken voor dat de dunne scheids
muur viel, welke ce noordelijke tunnel van de zui
delijke nog scheidde, het werk bezocht:
,Bij deze gelegenheid wordt men gewaar dat elk
arbeider in deze vreeselijke, onderaardsche wereld
een held is in den vollen zin van het woord. Voor
waarts dus, in 's hemels naam! Wij hebben water
laarzen aangetrokken, want moeilijke punten wach
ten ons. In het begin gaat de reis met de pneuma
tische locomotief nog tamelijk snel. Ook de tem
peratuur is dragelijk: maar zij neemt snel toe en
van het daglicht, dat bij het tunnelportaal naar
binnen stroomt, verdwijnt al spoedig de laatste
schemering.
Duisternis, duffe heete lucht, een benauwde
ruimte aan alle zijden, onderaardsch geraas als
de wegrollende donker; geweldige balkenstellingen
steenhoopen, dwaallichten hier en daar een
nachttafereel voor geestenbezweerders! Nu wordt
het geraas voortdurend erger. Wij vernemen hoorn
signalen; de locomotief fluit dat het oorverdefcvend
teruggilt van de wanden. Het ergst is het op de
plaatsen van de waterdoorbraken, waar de grond
óf onder water staat, óf in een vichtig, dampig
moeras is veranderd.
Maar deze afschuwelijke hel is bevolkt met
zorgelooze kinderen die hun zwaren arbeid zingend
en fluitend verrichten Zij hebben het bovenlichaam
ontbloot, want de hitte is werkelijk ondragelijk.
Weldra voelt men dan ook dat de lucht niets min
der dan een verkwikking is. Alles teert op deze
lucht; elk van de tallooze flikkerende olielampjes
heeft zijn hoeveelheid noodig en walmt daarvoor
de stikdampen uit, welke zich met de moeraslucht
tot een stinkende massa vermengen.
Wij hebben de tweede machine verlaten en zijn
een eind te voet gegaan. Het is ons ellendig te
moede. Gelukkig zijn wij bij een station aangekomen
waar de paarden stilstaan om zich te verfrisschen
Suizend en sissend komt hier door een ventilatie-
kraan van de luchtleiding saamgeperste lucht ge
schoten en deze verfrischt de ruimte in onze nabij
heid een weinig. Eenige paarden staan er bij; de
arme dieren openen wijd de neusgaten om den
levenwekkenden adem in te snuiven. Eenige ar
beiders zitten om ons heen op de natte vuile plan
ken; hier spreekt niemand. De lieden steunen met
de naakte, zweetende armen op de knieën, buigen
het hoofd en zien dof voor zich uit. Wij zijn 5600
meter van den ingang. Bij 6600 meter verfrischt
een andere ventilatiekraan. Nog 200 schreden
verder en een vreeselljk geraas verraadt de aan
wezigheid van een boormachine, die hier aan een
zijdelingsche verwijding werkt. Het is een spook
achtige massa smeedijzer, die een lange, ijzeren
stang, de boor, met vreeselijke kracht tegen de rots
stoot.
Eindelijk zijn wij bij het einde der schacht. Het
is zoo nauw om ons als in een mijnschacht en heeter
dan ooit, op zijn minst 34 gr. C. Wij zjjn op het punt
te versmachten en herademen eerst weer, als wij
„vor Ort" z\jn. daar waar de boormachines als dol
op den '.aatsten grametwant loskloppen".
Op Maandag den len Maart 1880 viel de laatste
rotswand welke Göschenen en Airoio van elkande?
scheidde onder de voortdurende werking van de
boormachines. De eerste die door het gat kroop was
de directeur Bossi van de sectie uit Airoio, die zijn
collega Stockalper uit Göschenen weenend om den
hals viel. Het duurde echter nog twee jaar al-»
vorens de tunnel voor het verkeer gereed was. Op
1 Juni 1882 werd de St. Gotthard-spoorweg ge
opend.
Bijna 60 jaren zijn sindsdien vervlogen en het
zooveel intensievere vervoer heeft een nieuwe,
betere verbinding voor het wegverkeer noodzake
lijk gemaakt. Welk een ontzaglijke onderneming da
bouw van een nieuwe tunnel beteekent, moge boven
staand relaas hebben duidelijk gemaakt. Maar mede
gezien de foutieve berekeningen bij den bouw van
den eersten doorgang, heeft men thans niet over
ijld willen handelen.
Reeds in 1938 is men met de voorstudie be
gonnen. De eerste raming der kosten kwam toen
op 48 millioen Zwitsersche franken, doch de jong
ste raming beloopt reeds de 250 millioen Zwit
sersche franken.
De tunnel zal op een afstand van ongeveer 25
meter van den spoorwegtunnel worden geboord en
daarmede door dwarsverbindngen in contact staan,
zoodat de luchtververschingsinrichtingen van den
spoorweg tevens voor den autoweg kunnen worden
gebruikt De nieuwe tunnel zal een lengte krijgen
van 40 K M. Binnen 2Vb jaar hoopt men den bouw
gereed te hebben.
J. H. M.
„Bar(^a episode".
Grootste deel der Italiaansche strijdkrachten nog
niet in den strijd gewornen. constateert de
„Popoio d'Italia".
MILAAN, 8 Januari (D.N.B.) In het kader van
den oorlog der as, zoo schrijft de „Popoio dTtalia"
vormt Bardia slechts een episode. De strijdkrachten
waarover Italië beschikt zijn voor het grootste deel
nog niet in den strijd geworpen. Na zestien maan
den oorlog, aldus schrijft het blad verder, heeft de
leidende Britsche kaste nog niet de oorlogsdoelen
waarvoor zij den oorlog ontketend heeft, durven
meedeelen. Chamberlain was. groot-aandeelhouder
van wapenfabrieken, de leidende figuren der En
gelsche plutocratie zijn allen bij de wapenfabrieken
van Groot-Brittannië en bij de ondernemingen voor
de kapitalistische uitbuiting op alle continenten
geïnteresseerd. Daarom vormden de voorstellen
van Hitler en Mussolini voor den vrede en de sa
menwerking in Europa voor hen een rechtstreek-
sohe bedreiging hunner belangen.
De „Corriere della Sera" schrijft: „Niemand
denkt er aan de beteekenis van de dreiging die zich
aan de grens van Cyrenaïca afteekent op huichel
achtige wijze te willen geringschatten en niemand
betwist dat de Engelsehcn althans gedeeltelijk hun
doel hebben bereikt. Aan de successen van den
vijand zal echter een einde komen en dan zullen
de kansen keeren. Het gros der Italiaansche strijd
krachten ligt vast in de hand van maarschalk Gra-
ziani. Niemand kan in ernst beweren dat de hulp
bronnen van Italië als gevolg van eenige, zij het
ook niet geringe, verliezen aan de Egyptische grens
uitgeput zijn.
Churchill, de Britsche premier, verdiept in dd
lezing van een der Engelsche dagbladen tijdens
het wachten op den trein aan een Schotsch
station.
(Foto WelttJÖd.)
ir*" i)_
PROGRAMMA
VRIJDAG 10 JANUARI 1911.
HILVERSUM I. 415 M. Nederlandsch Prouramma. NCRV*
8 00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Gewijde muziek
(opn.). 8.30 Nieuwsberichten A. N. P. 8.40 Gramoloonmu-
ziek. 10.30 Morgendienst. 11.20 Marcando-ensemblc erf
gramofoonmuzlek. 12.15 Reportage of muziek. 12.45 Nieuwst
en economische berichten A. N, P. i.oo Orgelspel. 1 40
Gramofoonmuzlek. 2 15 Amsterdnrnsch Kamermuziek-»
kwartet. 3.15 Voor de huisvrouw. 3.45 Xang met piano-»
begeleiding en gramofoonmuzlek. 4,30 Handenarbeid voor
de jeugd. 5.00 Berichten 5 05 Gramofoonmuzlek. 5.10 Uit
Berlijn „Cruss aus der Helmatt. programma voor do
Duitsche Weermacht 6.00 Causerie Verzorging en be
mesting van geïnundeerde gronden". 615 Nederlandsch'
orkest", 's Gravenhage" c 45 Lezing ..Boerenland In Boe
renhand" 7 oo Economische vragen van den dag (A. N. P.)
7.15 Nederlandsch orkest „-s Gravenhage". 7 30 Berichten,
Engelsch. 7 45 Gramofoonmuzlek 8.00 Nieuwsberichten
A. N. P. 8 15 Gramofoonmuzlek. 8.30 Berichten. Engelsch*
8.45 Paaschbergmeisjeskoor (opn.). 9.05 Gramofoonmuzlek*
9.45 Gewijde muziek (opn) Hierna: Schriftlezing. 10 oo-«
10.15 Nieuwsberichten A. N. P.. sluiting.
HILVERSUM II. 301 M. AVRO.
8 00 Gramofoonmuzlek. 8 30 Nieuwsberichten A. N. P*
8.45 Gramofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Orgel-»
spel (gr.pl.) 10J0 Voor de vrouw. 10.35 Cello en plano*
11.00 Causerie ..Johannes Bramhs ln Nederland". 11.15 En
semble „Jonny Kroon" en gramofoonmuzlek. 12 OO—12.1J
Berichten. 12 45 Nieuws- en economische berichten A. N*
P. 100 AVRO-Amusementsorkest en orgelspel. 1.30 Zang
met pianobegeleiding 2.00 Cyclus „Levende volkskunst".
2 20 Gramofoonmuzlek. 3.20 Omroeporkest en soliste 4 «9
Reportage. 4 25 Omroeporkest. 5 00 VPRO Gesprekken met
luisteraars, s 15 Nieuws-, economische- en beursberichten
A N. P 5.30 AVRO-Amusementsorkest en ..Klaver Drie",
6.15 Cyclus .Leeven en daden onzer doorluchtige zee
helden". 6.45 Lezing „Boerenland ln Boerenhand". 7.00-^
7.15 Economisch<s yragen yan den dag A, N, ft, sluiting