Nieuwe St. Gotthardtunnel zal worden gebouwd Het Vlaamsche cultuurleven. n.i'.v Roosevelt's rede voor het Congres. RADIO „DONDERDAG 9 JANUARI 1941' HSAREEM'S DA'GBEAD Onderhoud met den secre taris van den Nederland- schen cultuurraad in Vlaanderen. Het A.N.P. bericht uit Antwerpen: Van een vraaggesprek dat hij dezer dagen ge- Ifcad heeft met dr. Jef v. d. Wiele, den secretaris ^van den Nederlandsehen Cultuurraad in Vlaande ren, zendt Willem de Meyer ons het volgende ver lag: U zult begrijpen, meneer Van de Wiele, dat "^ïet voor Nederlanclsche lezers zijn belang heeft te Ijjmschrijven wat de Nederlandsche Cultuurraad is en welke taak hij te vervullen heeft. Ja, ook voor onze menschen zou dat zijn be lang hebben, omdat heel wat personen nog aan den ||?roegeren Cultuurraad denken. Voor den oorlog iadden Waalsche en Vlaamsche Cutuurraden in loofdzaak te oordeelen over grensgevallen, ont- jtaan door de verschillende opvatting van de be richte taalwetten van 1932. Met de nu ingestelde alwet-eommissie is dat overbodig geworden en zooals u kon lezen heeft de nieuwe raad vooral als opdracht de ordening en samenvoeging van het cultuurleven. Heel wat menschen oordeelen echter ook dit overbodig. De groote cultuurorganismen hadden toch al heel wat in de hand? Er wordt ook niet gedacht aan een onderdruk king van het vrije initiatief. Integendeel. Echter Z£mogen deze initiatieven niet langer elkaar tor- •aipedeeren, zooals dat voorheen wel het geval was raLaat mij u een voorbeeld noemen. Door het mi nisterie van openbaar onderwijs te Brussel werden leyereenigingen en instellingen ondersteund, welke ieder op zijn manier zich onledig hielden met den nH,vrijen tijd voor den arbeider". Ook de zooge- srDaamde volksuniversiteiten kwamen in die rubriek •eierecht. Welnu, er waren wel zeven verschillende nsirolksunivei^iteiten en niet minder dan 447 kringen ten kringetjes voor den „vrijen tijd". Onder tien- viallen namen natuurlijk. Het is gebleken dat heel navat kringen ontstonden ter wille van de subsidie den dat de arbeider erbij vergeten werd. Wie de na- Ikiionalisatie-pogingen in Vlaanderen van nabij heeft ïegunnen volgen, zal er niet verwonderd over zijn dat V®r bijv. ook een post van 15.000 fr. voorkwam voor „La lecon de francais" en zelfs vonden we eenige Bosten voor de „Amitiés frangaises". Dit alles voor flen arbeider natuurlijk. Het lijkt mij echter moeilijk dergelijke zaken te controleeren. Zullen niet vele uitstekende initia tieven het met de slechte moeten afleggen, indien ^jiieraan een eind wordt gebracht? Het gevaar is niet denkbeeldig. Alles zal ech ter afhangen van den goeden wil en van de goede aibedoeling. Zoo hebt u kunnen lezen dat er nu een Uitbreiding der hoogeschool komt voor het Vlaam sche land. Deze uitbreiding staat onder de leiding fan een landelijken raad van advies. De samen stelling van dezen raad is zoo breed dat iedereen zich mee accoord moet kunnen verklaren Niet illeen de Cultuurraad zelve, maar ook het ministe- eirie van openbaar onderwijs, de drie universiteiten [e^aar in het Nederlandsch gedoceerd wordt, de TJcheppelende kunstenaars en de wetenschappelijke dwereld zijn in dezen raad van advies vertegenwoor- f Jigd. Aldus werden officieele instanties en vrij- ji^erkende organismen bijeen gebracht. Wie iets te gdrertellen heeft, kan het zeggen. Hij heeft maar lijfijn plaats in te nemen in de rij. Uitgesloten is dichter meteen dat de arbeider in zijn vrijen tijd in lepartij-hokjes wordt opgesloten en ingespoten met <|iet gif der verdeeldheid. Als er iets van den volke nfs, zonder onderscheid van rang of stand of wat ook,, dan juist deze cultuur en het begrip voor cjhaai', zooals ze door de uitbreiding der hoogeschool ?dient verspreid te worden. oh Als secretaris en propagandaleider van het vlaamsch Nationaal Zangverbond heb ik meer dan l jvie ook het Vereenigingsleven in Vlaanderen lee- j >en kennen en ik kan mij vrij goed voorstellen dat ?en dergelijke ordening, hoe gezond en logisch op :ichzelf ook, niet van een leien dakje zal loopen. Tet is immers een bekend feit dat de Vlaming, al roept hij gaarne samen in vereenigingen aller hande, wantrouwig gaat, staan als er iets van Thooger" komt. L Dat vindt zijn verklaring in de jongste ge schiedenis. We zijn nu eenmaal door onze regee- 'ing sinds 1830 niet vertroeteld geworden en voor- il niet wat cultuurzaken aangaat. Nu moet hij lee- :en inzien dat dit van „hooger" juist zijn eigen m-k is, vermits de Cultuurraad niets anders wil iijn dan de uitdrukking van zijn eigen strevingen m wenschen. Ieder Vlaming legt natuurlijk vol 'ertrouwen deze ordening in handen van een man ils Cyriel Verschaeve, al zal aanvankelijk de oude zifist tot beknibbelen niet onmiddellijk wegvallen, at Ik wil niet den schijn hebben mee te zondi gen in dit opzicht, maar daar een ieder steeds in nje eerste plaats aan eigen schaapkens denkt, zou C}k willen vragen waar bijv. de vele vertakkingen vcjan het Vlaamsch Nationaal Zangverbond terecht idt°men, en wat er dus wordt van die honderden ■t|iltuurkringen in het Vlaamsche land. !t, Daar deze ordening nog ter studie ligt en gjjangezien de Cultuurraad wenscht de reeds geno den initiatieven zooveel mogelijk te behouden, ü^iaar harmonisch samen te voegen, kan er in deze a^een concreet antwoord worden gegeven. Het mo le echter voldoende zijn er de aandacht op te ves tigen dat het in de bedoeling van den raad ligt alle déerspreiders van „volksche" kunst, alle scheppen- Ie kunstenaars, alle verspreiders van „volksche" jetenschap en alle wetenschapsmenschen, verder lie uitingen op tooneel- of concertgebied aldus te rganiseeren in landelijke, gewestelijke en plaat- felijke groepen dat geen mensch, werkzaam op het rir- h'*é ïilsS? vv.\ -,ï U. Bij voorkeur dorscht men boonen bij vorst, omdat dan de schil van de schede hard is en gemakkelijk openspringt. Voor het dorschen niet den vlegel worden door middel van een knuppel, die met een taai palingvel aan een stok verbonden is, ferme slagen op het gewas toegebracht. (Foto Pax Holland.) ben wij elkaar niet zeer veel rijkdommen te schenken en is de eigen geaardheid van Duitsche en van Vlaamsche cultuur niet voor beide parttijen een verrijking? kfciltureele terrein, nog aan zijn eigen lot zal wor gden overgelaten. U zelf hebt kunnen ondervinden „)oe pijnlijk het was in het verleden cultuurschep pend werk van grootere allure aan te pakken. Er ferd veel daarover geschreven, er werd weinig dcor gedaan, ik bedoel in materieelën zin. De Cul- leliurraad gaat uit van het standpunt dat. aangezien dffit cultuurgoed als het hoogste goed van de natie inpordt en moet worden beschouwd, de natie als jjlicht heeft een milde beschermer te zijn. Wan- >tjeer eenmaal een cultuurwerk geordend en doel- sfreffend als dusdanig erkend is, moet het op den taat kunnen bouwen om zijn werking steeds ver- Ier uit te breiden. Dat is de bedoeling van den llfiad, wanneer hij spreekt van ordening. Het is japen spelletje als met. een bouwdoos om stukjes gidi elkaar te voegen, het is de materieele verzeke ring bewerkstelligen van ons cultuurgoed in zijn a'.n in worden. Spijtig is het dat het werk in deze Mflöeilijke tijden niet die vlucht kan nemen, ook l3Öet die materieele vlucht, welke u en anderen iet recht hebben te verlangen. Maar de uitdruk- tzjing van dit principe, zoo achteloos vroeger voor tgegaan, moge reeds een eerste bevrediging jrengen. s? Heb ik niet gelezen dat de raad ook als taak peg de cultureele betrekkingen met het buiten- :rind, en vooral met Duitschland. te bevorderen? Ook dit was een noodzakelijkheid. Vlaamsche izfichters schreven wel: „We zijn Germanen, geen vfatijnen", maar de politieke muur tusschen duitschland en het officieele België, door dit laat-t dite in den loop van honderd en tien jaren opge- rokken tot een haast onoverkomelijke hoogte, had i'évens onze horizont naar het Oosten toe be- idrensd. Men had getracht, en dit geschiedde op- ettelijk (denk aan de woorden van Charles Ro- Ser) de draden van cultureele uitwisseling tus- Chon Duitsche en Vlaamsche Germanen, gespan- fen door een Veldeke. een Dürer. een Vondel, een lemknck, een Rubens, door te knippen. Deze bijraad hervatten is nu een taak waaraan de Cul- Uurraad zich met blij gemoed kan wijden. Heb Commentaar van de,,Diplo" Het D.NB. meldt: De „Diplomatïsch-Politische Korrespondenz" houdt zich bezig met de rede die Roosevelt voor het Congres heeft gehouden. Ir het bijzonder worden de belangrijkste uitlatingen van den president der V. S. besproken. Aan den eenen kant, zoo schrijft de „Diplo". spreekt Roosevelt, zonder ook slechts eer. zweem van bewijs te heb ben, van een voortdurende bedreiging ran het Westelijk Halfrond door de autoritaire staten, zelfs wanneer deze een rechtstreekschen aanval op dit halfrond niet ten uitvoer zoude» kunnen, leggen. Aan den anderen kant echter tracht hij op geen enkele wijze dit gevaar, zoo het al zou bestaan, uit den weg te ruimen. Integendeel, hij is er op be dacht juist de voorwaarde voor zulk een gevaar, nl. eer tot nu toe in het geheel niet bestaande vijand schap dezer naties met alle middelen in het leven te roepen en te bevorderen, blijkbaar om dan, als dit doel bereikt is. eindelijk te kunnen zeggen dat thans zulk een gevaar werkelijk bestaat. Als vei ligste middel voor zulk een provocatie, zoo schrijft de „Diplo" o.a. beschouwt Roosevelt blijkbaar de inmengirg. een handelwijze die. naar Amerikaan- sohe opvatting op het Westelijke Halfrond toege past, als een doodzonde tegen de allerheiligste Monroeleer ten scherpste zou moeten worden ge straft en waarvan Roosevelt derhalve logischerwijze aanneemt dat zij van zijn kant op overeenkomstige vreemde gebieden overgebracht, bij de daar getrof fenen dezelfde gevoelens moet wekken. Roosevelt bestempelt als „aanvaller" in den strijd met Engeland juist die mogendheid, aan welke van* de zijde van Engeland de oorlog is verklaard en die bovendien door een, met zijn instemming door Engeland opgehitst, Polen genoodzaakt werd tot het remen van maatregelen om de met miskenning van de verdragen en de menschelijke rechten vo gelvrij verklaarde Duitsche volksgenooten te red den. Deze en andere van dergelijke vruchten van Versailles, als de economisohe wereldcrisis, zijn echter voor den heer Roosevelt niets meer dan on- beteekci-ende „onvolkomenheden" van het verdrag van Versailles. Blijkbaar, aldus de „Diplo", is dit alles de „we reld der vrijheid", voor de herovering en instand houding waarvan Roosevelt bereid is de energie, de hulpbronnen en de organisatiekracht van Amerika beschikbaar te stellen. Ten aanzien van de verklaring van Roosevelt dat hij in den door Engeland gevoerden oorlog niets meer of minder dan den strijd voor de belangrijk ste vrijheden en mensehen rechten ziet. schrijf t de „Diplo": „Terwijl Roosevelt den tegenwoordigen oorlog als een strijd voor de vrijheid van woord kenmerkt, bedreigt Engeland honderden millioenen Indiërs, wan» eer zij een oorlog, die niet de hunne is, van de hand durven wijzen De president noemt den strijd verier een strijd voor de bevrijding van het schrikbeeld van den nood. terwijl Engeland, in strijd met het menscher- en volkenrecht, tegen vrouwen en kinderen van de tegenpartij, van de neutralen, ja zelfs van de vroegere bondgenooten op het Europeesche continent den blokkade oorlog voert. Aan dezen in strijd met het volkenrecht zijnden en gruwelijken oorlog ter verbreiding van verschrikking en nood neemt Roosevelt evenwel geen aanstoot, zooals hij. volgens zijn eigen woor den, in het algemeen in dit conflict aan het vol kenrecht geen al te groote waarde schijnt te hech ten. Dit merkwaardige standpunt ten aanzien van vrijheid en menschenrecht. voor zoover zij haar leefruimten bedreigt, geldt evenwel, raar de ..Kor respondenz" besluit, de strijd der asmogendheden. Hij geldt niet in de laatste plaats het her stel van de vrijheid der zeeën, die weliswaar ook postulaat eener ware Amerikaansche po litiek is. doch waarvoor de tegenwoordige president der Vereen igde Staten zeer ten na- deele ook van de overige Amerikaansche larden niet eens met de lippen opkomt. Wel verre van een les noodig te hebben van vreemde zijde zijn de as mogendheden integendeel er van overtuigd dat de zege over Engeland pas ware vrijheid zal brengen. Ook voor al degenen die thans door de Engelsche volikenreohtsschending in de bevordering van hun welvaart door wettigen handel met de overige we reld belemmerd worden. „WILLEKEURIGE REDE NEERING". De diplomatieke redacteur van Stefani schrijft: In zijn jongste boodschap aan het Congres heeft president Roosevelt zijn oorlogszuchtige bewerin gen weer gebaseerd op het beweerde gevaar dat de as voor Amerika vormt. Dit is een willekeurige re deneering die in geer enkel opzicht met de wer kelijkheid strookt. De asmogendheden hebben geen belangstelling voor alles wat Amerika betreft en hebben, in tegenstelling tot Engeland, nooit gepoogd eeniger invloed op het Amerikaansche leven uit te oefenen, zelfs niet om tijdens de presidentsver kiezingen de ongerechtvaardigde aanvallen van den heer Roosevelt te bestrijden. De internationale po litiek der totalitaire mogerdheden neemt veeleer als begirsel aan de verschillende levensgebieden te eerbiedigen en te onderscheiden .een beginsel, dat een harmonische toepassing t. <schen de continen ten beteekent van de leer welke Monroe het eerst ten aanvien van Amerika heeft verkondigd. De bewering dat de as de Ver. Staten kan bedreigen is dientengevolge van eiken grond ontbloot. Maar dezelfde Roosevelt beweert dat ingeval Engelavcf den oorlog verliest geen enkel gevaar de Ameri kaansche kusten zou bedreigen. Op die wijze maakt Roosevelt de grondslagen van zijn propaganda ka pot De Ver. Staten worden in geen enkel opzicht bedreigd. Een andere bewering van Roosevelt welke van eiken grond ontbloot is, is dat Engeland zijn oor logsschulden zal kunren betalen. De Amerikanen weten reeds uit ervaring dat een overwinnend En geland zijn verplichtingen uit den oorlog niet na komt. Des te meer zal het zijn schulden, niet kun nen betalen na een nederlaag en na de vernietiging van zijn voornaamste industrieele centra. Raad der Hispaniteit gevormd. Het D.NJB. meldt uit Madrid: De Spaansche Staatscourant publiceert een verordening van het Spaansche ministerie van buitenlandsche zaken betreffende de samen stelling van den nieuwen Raad der Hispaniteit. De verordening bepaalt dat de Raad der Hispaniteit tot taak heeft de gemeenschap pelijke geestelijke en materieele voorwaarden voor de Spaansche stamgemeenschap in het leven te roepen en in dezen beslissingen te ne men. De Raad wordt gevormd uit de belang rijkste persoonlijkheden op intellectueel, finan cieel. politiek en economisch gebied. Leden van den Raad zullen tot aan de definitieve sa menstelling als boven den staat uitgaand orga nisme op grond van een gemeenschappelijk be sluit tusschen Spanje en de Spaansch-Ame- rikaansche staten o.a. zijn de Spaansche mi nister van buitenlandsche zaken als voorzitter en de Spaansche ambassadeurs in Argentinië, Cuba, Chili. Mexico. Peru en de Spaansche con sul-generaal op de Philippijnen. Aangezien het aantal leden van den Raad der Hispaniteit onbeperkt is, is de Spaansche minister van buitenlandsche zaken gemachtigd alle perso nen te benoemen tot lid, welke in het Spaan sche leven zich bijzonder onderscheiden en op den voorgrond treden. De Raad der Hispa niteit heeft zijn zetel in Madrid. Later zal de Spaansch-Amerikaansche tak van den raad zijn zetel kiezen in een Amerikaansche stad. Het orgaan der Falange Arriba" schrijft naar aanleiding van de publicatie der namen van de leden van den Raad dat de Falangistische we reldbeschouwing een besliste en duidelijke hou ding en verwezenlijking van het Spaansch- Amerikaansche ideaal eischt in plaats van de tot dusver bestaande revisionnistische en pa triottische praatzucht, welke door een kleine groep conservatieve intellectueelen werd ten toon gespreid. Het blad herinnert er aan dat in de wet. waarin de oprichting van den Raad der Hispaniteit wordt vastgelegd, de eisch wordt gesteld dat Europa tegenover Spaansch- Amerika wordt vertegenwoordigd als brugge- hoofd. Deze hooge taak kan niet door de een of andere groep van het Spaansche leven worden uitgevoerd en daarom zijn de leden opzettelijk gekozen uit alle kringen van het Spaansche leven. De totale omvang van het aangevangen werk eischt dat behalve het leiderschap van Spanje ook de stem van Amerika in het nieuwe organisme zich doet hooren. Men kan aannemen dat in afzienbaren tijd behalve deze lijst van prominente persoonlijkheden van het SDaan- sche leven een soortgelijke lijst zal komen van op den voorgrond getreden politici en geeste lijke krachten van Spaansch Amerika. Knox over liet Amerikaansche vl o o th oil wpr o gr am Tegen verdere onttrekking van torpedojagers aan de vloot. Uit Washington. 8 Januari. „Ik geloof niet dai nog meer torpedojagers aan onze vloot kunnen wor den onttrokken zonder haar doelmatigheid ernstig in gevaar te brengen", zeide de minister van ma rine Knox in antwoord op een vraag op de pers conferentie. naar Associated Press meldt. Knox deelde mede dat de marine voornemens is het Congres goedkeuring van den bouw van 280 hulpvaartuigen, onderzeeërs, jagers, mijnenvegers en patrouillevaartuigen te vragen. Hij zei voorts dat de oorlogsschepen in drie verschille de vloten ingedeeld worden, namelijk de Atlantische. de Aziatische en die van den Stillen Oceaan. De groot ste wijzigingen zullen zich voordoen bij de Atlan tische patrouillestrijdkraehten die geleidelijk op gebouwd zijn en thaus 125 schepen tellen. Knox maakte bekend dat vice-admiraal Husband E. Kimmel admiraal James O. Richardson als op perbevelhebber van de vloot in den Stillen Oceaan zal opvolgen. Kimmel wordt ook vlootvoogd van de gecombineerde vloten. Hij voert thans het bevel over de slagkruisers. DE UITVOER VAN AMERÏ- KAANSCH OORLOGSMATERIAAL. WASHINGTON. 8 Januari. (D.N.B.) Het de partement van Buitenlandsche Zaken maakt de getallen voor den uitvoer van oorlogsmateriaal en voor het verstrekken van uitvoervergunningen tij dens de elf maanden van Januari tot December 1940 bekend. De werkelijke uitvoer bedroeg 296 millioen dollar. De waarde van de verstrekte ver gunningen. dus van de opdrachten waarvan tot dusver slechts voor 296 millioen dollar is uitge voerd, bedroeg 765 millioen dollar. Daarvan be stelde Canada 46 en Engeland 595 millioen dollar. Maarschalk Pétain ontvangt den nieuwen Amerikaanselien gezant. Flandin woonde het onderhoud bij. Het Fransohe staatshoofd maarschalk Pétein heeft gistermiddag volgers berichten uit Vichy den Ame rikaanselien ambassadeur Leahy ter overhandiging van diens geloofsbrieven in het Pavilion Sévigné in officieel gehoor ontvangen Daarbij was de mi nister van Buitenlardsche Zaken Flandin tegen woordig. Een onderhoud van omstreeks tien minu ten volgde, waarbij de ambassadeur de persoonlijke boodschap van president Roosevelt overhandigde. De ambassadeur werd op de gebruikelijke wijze ontvangen, Pétain en Leahy wissel-'er niet de tot dusver bij dei-gelijke gelegenheden gebruikelijke toespraken, daar deze sedert Pétain het bewind aanvaard heeft uit het protocol geschrapt zijn. Hoe de oude tunnel tot stand kwam Zestig dienstjaren achter den rug E steeds nauwere samenwerking tussdhert Duitsohland en Italië heeft het ver keersprobleem tusschen beide staten een dringende actualiteit gegeven, welke om om een spoedige oplossing vraagt. Het is daarom dat thans spoed wordt betracht met de voorbereiding van een nieuwe tunnel door de St. Gotthard. Het St. Gotthardgebergte. gelegen in het Zuiden van Zwitserland, wordt aldus genoemd naar den H. Gotthard bisschop van Hildesheim, die hier in de 12de eeuw een kapel stichtte. Naar de kapel werd de omringende berggroep genoemd. Dit ge bergte was echter een hinderpaal in de ontwikke ling van het verkeer tusschen Duitschland via Zwit serland naar Italië. Wel waren er de Brennerbaan en de Mont-Cenis, doch deze ging over Fransch gebied en zoowel voor Duitschland als voor Italië was er veel aan gelegen den doorgang over neu traal gebied te hebben. Het plan om een verbinding door de Zwitsersche Alpen te maken, kwam voor het eerst omstreeks 1851 ter sprake, doch het duurde nog tot 1863, al vorens deze plannen vasteren vorm aannamen. In Zwitserland werd toen de Go tth ara vereen iging op gericht, waarbij 16 kartons, de Zwitsersche Spoor wegen en de Noord-Oostspoorweg als leden toetra den. In 1869 werd te Bern een conferentie gehou den tusschen Duitschland, Zwitserland en Italië en werd de St. Gotthard-Maatschappij opgericht. Naar aanleiding van de bepalingen van deze conferentie werd den 15en October 1869 tusschen Italië en Zwitserland een staatsverdrag gesloten, waarbij in 1871 ook Duitschland toetrad. Bij dit verdrag werd besloten tot den aar leg van den Gotthardspoorweg en tot doorboring van den berg. De bouwkosten van de tunnel werden op 185 mil lioen francs berekend, waarvan 85 millioen door subsidies moest worden bijeengebracht. Italië stortte 45 mïllioer. francs en Duitschland en Zwitserland ieder 20 millioen. De vennootschap tot bouw van den St. Gotthard benoemde op 2 April 1872 Robert Gerwig tot hoofd ingenieur, die reeds vier maanden later zijn functie overdroeg aan een ondernemer Louis Frave, zich bij overeenkomst verbond de tunnel in acht jaren tijds voor de ronde som van 50 millioen francs te bouwen: hij zelf moest aan de maatschappij een borgtocht van 8 millioen francs stellen. Voor eiken dag dat het werk vóór den vastgestelden datum vol. tooid was ontvii-g hij 5000 francs. Bij latere ople vering moest hij voor eiken dag dezelfde som als boete betalen en na zes maanden zelfs het dubbele. Louis Favre had met vele teleurstellingen te kampen. Reeds spoedig nadat het werk een aan vang had genomen, bleken de aanvankelijke be rekeningen van ingenieur Gerwig verkeerd te zijn. zoodat de studiën opnieuw moesten worden ge maakt, waardoor de kosten veel hooger kwamen dan aanvankelijk was geraamd. Behalve deze on voorziene moeilijkheden had Favre ook nog te strijden tegen de publieke opinie, daar men meen de dat de boringen die gelijktijdig aan beide zijden, dus in Gösdhenen en Airoio, werden uitgevoerd niet- op hetzelfde punt zouden uitkomen. De re sultaten stelden later echter ingenieur Favre in het gelijk. Helaas heeft deze koene ondernemer de bekro ning van zijn werk niet meer mogen beleven, daar hij den 19en Juli 1879 temidden van zijn werk zaamheden in de tunnel overvallen werd door een beroerte, welke een einde aan zijn leven maakte. Den volgenden dag droeg men zijn lijkkist, met Al penrozen versierd, naar buiten naar het dal. A NDANKS de vele moeilijkheden welke de lei- ders ondervonden werden de werkzaamheden onverpoosd doorgezet. Meer dan 17.000 arbeiders waren zoowel boven als onder den grond aan den gang, waarvan er 3400 ir. de tunnel arbeidden. Doch niet alleen menschenhanden. ook tal van machi nes verleenden hun diensten bij het doorboren van de zware steenmassa's. Wij laten hieronder een beschrijving volgen van een ooggetuige die begin 1880, enkele weken voor dat de dunne scheids muur viel, welke ce noordelijke tunnel van de zui delijke nog scheidde, het werk bezocht: ,Bij deze gelegenheid wordt men gewaar dat elk arbeider in deze vreeselijke, onderaardsche wereld een held is in den vollen zin van het woord. Voor waarts dus, in 's hemels naam! Wij hebben water laarzen aangetrokken, want moeilijke punten wach ten ons. In het begin gaat de reis met de pneuma tische locomotief nog tamelijk snel. Ook de tem peratuur is dragelijk: maar zij neemt snel toe en van het daglicht, dat bij het tunnelportaal naar binnen stroomt, verdwijnt al spoedig de laatste schemering. Duisternis, duffe heete lucht, een benauwde ruimte aan alle zijden, onderaardsch geraas als de wegrollende donker; geweldige balkenstellingen steenhoopen, dwaallichten hier en daar een nachttafereel voor geestenbezweerders! Nu wordt het geraas voortdurend erger. Wij vernemen hoorn signalen; de locomotief fluit dat het oorverdefcvend teruggilt van de wanden. Het ergst is het op de plaatsen van de waterdoorbraken, waar de grond óf onder water staat, óf in een vichtig, dampig moeras is veranderd. Maar deze afschuwelijke hel is bevolkt met zorgelooze kinderen die hun zwaren arbeid zingend en fluitend verrichten Zij hebben het bovenlichaam ontbloot, want de hitte is werkelijk ondragelijk. Weldra voelt men dan ook dat de lucht niets min der dan een verkwikking is. Alles teert op deze lucht; elk van de tallooze flikkerende olielampjes heeft zijn hoeveelheid noodig en walmt daarvoor de stikdampen uit, welke zich met de moeraslucht tot een stinkende massa vermengen. Wij hebben de tweede machine verlaten en zijn een eind te voet gegaan. Het is ons ellendig te moede. Gelukkig zijn wij bij een station aangekomen waar de paarden stilstaan om zich te verfrisschen Suizend en sissend komt hier door een ventilatie- kraan van de luchtleiding saamgeperste lucht ge schoten en deze verfrischt de ruimte in onze nabij heid een weinig. Eenige paarden staan er bij; de arme dieren openen wijd de neusgaten om den levenwekkenden adem in te snuiven. Eenige ar beiders zitten om ons heen op de natte vuile plan ken; hier spreekt niemand. De lieden steunen met de naakte, zweetende armen op de knieën, buigen het hoofd en zien dof voor zich uit. Wij zijn 5600 meter van den ingang. Bij 6600 meter verfrischt een andere ventilatiekraan. Nog 200 schreden verder en een vreeselljk geraas verraadt de aan wezigheid van een boormachine, die hier aan een zijdelingsche verwijding werkt. Het is een spook achtige massa smeedijzer, die een lange, ijzeren stang, de boor, met vreeselijke kracht tegen de rots stoot. Eindelijk zijn wij bij het einde der schacht. Het is zoo nauw om ons als in een mijnschacht en heeter dan ooit, op zijn minst 34 gr. C. Wij zjjn op het punt te versmachten en herademen eerst weer, als wij „vor Ort" z\jn. daar waar de boormachines als dol op den '.aatsten grametwant loskloppen". Op Maandag den len Maart 1880 viel de laatste rotswand welke Göschenen en Airoio van elkande? scheidde onder de voortdurende werking van de boormachines. De eerste die door het gat kroop was de directeur Bossi van de sectie uit Airoio, die zijn collega Stockalper uit Göschenen weenend om den hals viel. Het duurde echter nog twee jaar al-» vorens de tunnel voor het verkeer gereed was. Op 1 Juni 1882 werd de St. Gotthard-spoorweg ge opend. Bijna 60 jaren zijn sindsdien vervlogen en het zooveel intensievere vervoer heeft een nieuwe, betere verbinding voor het wegverkeer noodzake lijk gemaakt. Welk een ontzaglijke onderneming da bouw van een nieuwe tunnel beteekent, moge boven staand relaas hebben duidelijk gemaakt. Maar mede gezien de foutieve berekeningen bij den bouw van den eersten doorgang, heeft men thans niet over ijld willen handelen. Reeds in 1938 is men met de voorstudie be gonnen. De eerste raming der kosten kwam toen op 48 millioen Zwitsersche franken, doch de jong ste raming beloopt reeds de 250 millioen Zwit sersche franken. De tunnel zal op een afstand van ongeveer 25 meter van den spoorwegtunnel worden geboord en daarmede door dwarsverbindngen in contact staan, zoodat de luchtververschingsinrichtingen van den spoorweg tevens voor den autoweg kunnen worden gebruikt De nieuwe tunnel zal een lengte krijgen van 40 K M. Binnen 2Vb jaar hoopt men den bouw gereed te hebben. J. H. M. „Bar(^a episode". Grootste deel der Italiaansche strijdkrachten nog niet in den strijd gewornen. constateert de „Popoio d'Italia". MILAAN, 8 Januari (D.N.B.) In het kader van den oorlog der as, zoo schrijft de „Popoio dTtalia" vormt Bardia slechts een episode. De strijdkrachten waarover Italië beschikt zijn voor het grootste deel nog niet in den strijd geworpen. Na zestien maan den oorlog, aldus schrijft het blad verder, heeft de leidende Britsche kaste nog niet de oorlogsdoelen waarvoor zij den oorlog ontketend heeft, durven meedeelen. Chamberlain was. groot-aandeelhouder van wapenfabrieken, de leidende figuren der En gelsche plutocratie zijn allen bij de wapenfabrieken van Groot-Brittannië en bij de ondernemingen voor de kapitalistische uitbuiting op alle continenten geïnteresseerd. Daarom vormden de voorstellen van Hitler en Mussolini voor den vrede en de sa menwerking in Europa voor hen een rechtstreek- sohe bedreiging hunner belangen. De „Corriere della Sera" schrijft: „Niemand denkt er aan de beteekenis van de dreiging die zich aan de grens van Cyrenaïca afteekent op huichel achtige wijze te willen geringschatten en niemand betwist dat de Engelsehcn althans gedeeltelijk hun doel hebben bereikt. Aan de successen van den vijand zal echter een einde komen en dan zullen de kansen keeren. Het gros der Italiaansche strijd krachten ligt vast in de hand van maarschalk Gra- ziani. Niemand kan in ernst beweren dat de hulp bronnen van Italië als gevolg van eenige, zij het ook niet geringe, verliezen aan de Egyptische grens uitgeput zijn. Churchill, de Britsche premier, verdiept in dd lezing van een der Engelsche dagbladen tijdens het wachten op den trein aan een Schotsch station. (Foto WelttJÖd.) ir*" i)_ PROGRAMMA VRIJDAG 10 JANUARI 1911. HILVERSUM I. 415 M. Nederlandsch Prouramma. NCRV* 8 00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Gewijde muziek (opn.). 8.30 Nieuwsberichten A. N. P. 8.40 Gramoloonmu- ziek. 10.30 Morgendienst. 11.20 Marcando-ensemblc erf gramofoonmuzlek. 12.15 Reportage of muziek. 12.45 Nieuwst en economische berichten A. N, P. i.oo Orgelspel. 1 40 Gramofoonmuzlek. 2 15 Amsterdnrnsch Kamermuziek-» kwartet. 3.15 Voor de huisvrouw. 3.45 Xang met piano-» begeleiding en gramofoonmuzlek. 4,30 Handenarbeid voor de jeugd. 5.00 Berichten 5 05 Gramofoonmuzlek. 5.10 Uit Berlijn „Cruss aus der Helmatt. programma voor do Duitsche Weermacht 6.00 Causerie Verzorging en be mesting van geïnundeerde gronden". 615 Nederlandsch' orkest", 's Gravenhage" c 45 Lezing ..Boerenland In Boe renhand" 7 oo Economische vragen van den dag (A. N. P.) 7.15 Nederlandsch orkest „-s Gravenhage". 7 30 Berichten, Engelsch. 7 45 Gramofoonmuzlek 8.00 Nieuwsberichten A. N. P. 8 15 Gramofoonmuzlek. 8.30 Berichten. Engelsch* 8.45 Paaschbergmeisjeskoor (opn.). 9.05 Gramofoonmuzlek* 9.45 Gewijde muziek (opn) Hierna: Schriftlezing. 10 oo-« 10.15 Nieuwsberichten A. N. P.. sluiting. HILVERSUM II. 301 M. AVRO. 8 00 Gramofoonmuzlek. 8 30 Nieuwsberichten A. N. P* 8.45 Gramofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Orgel-» spel (gr.pl.) 10J0 Voor de vrouw. 10.35 Cello en plano* 11.00 Causerie ..Johannes Bramhs ln Nederland". 11.15 En semble „Jonny Kroon" en gramofoonmuzlek. 12 OO—12.1J Berichten. 12 45 Nieuws- en economische berichten A. N* P. 100 AVRO-Amusementsorkest en orgelspel. 1.30 Zang met pianobegeleiding 2.00 Cyclus „Levende volkskunst". 2 20 Gramofoonmuzlek. 3.20 Omroeporkest en soliste 4 «9 Reportage. 4 25 Omroeporkest. 5 00 VPRO Gesprekken met luisteraars, s 15 Nieuws-, economische- en beursberichten A N. P 5.30 AVRO-Amusementsorkest en ..Klaver Drie", 6.15 Cyclus .Leeven en daden onzer doorluchtige zee helden". 6.45 Lezing „Boerenland ln Boerenhand". 7.00-^ 7.15 Economisch<s yragen yan den dag A, N, ft, sluiting

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 7