BismaRêx Sneeuw-Zondag Raad van Bestuur in Arbeidszaken opgericht FLITSEN N.V. De Kennemer Bankvereeniging LANGS DE STRAAT. KORT NIEUWS AANDAG 20 JANUARI 1941' HAARLEM'S DAGBE'Afi TWEE UUR. Er zijn menschen die denken dat wij honden tikliever zeggen: wij teckels een rustig, een- jg luxe-leven hebben. Zij denken het niet al- n; ik heb het ze hooren zeggen. Toevallig trof iemand een oogenblik, waarop ik lag uit te en bij de kachel. En hij zei: „Wat een leventje jij toch, Tom Wat een vredig en rustig be an! Lui en gemakkelijk! Geen moeilijkheden. een beetje eenzaam, hè ouwe jongen? Er zit it veel vertier in ]c gromde ontstemd. Dit was allemaal even on- st. En om het nu maar eens en vooral afdoende weerleggen, Baas, zal ik even. een kort verslag alien van twee van mijn levensuren op éen en- len Zaterdagmiddag. Je kunt het deels bevesti- n,want je hebt meer dan de helft meegemaakt. iarbegin ik dan: Halfdrie. De Baas gaat uit en dreigt mij te ver ten. Hij is al buiten bij zijn fiets. Ik moet mij jemaal opwinden en een leven als een oordeel om achtereenvolgers drie deuren open te affen en bereik hem nog juist bijtijds. Hij is bijna aar met de achterband van zijn fiets op te pom- Wij gaan op weg. Zoo'n opgepompte fiets rijdt tea-hard en ik pas gestrekten galop toe, tot ik recht kom in een hondenconflict op een kade. hogelijk dit te negeeren. Een keeshond, een redale terrier en een straatterrier nemen er aan el Ik kies partij vóór den kees tegen de twee deren, loop een paar beten op en een klap van parapluie van een oude dame en beleef er een kwartier goede sport aan. Daarna wordt de redale meegenomen, gaat de kees aan een paaltje iffelen en is de grap er af. Nieuwe kwestie: waar ce Baas? Ik volg scherp snuffelend zijn spoor op een plein, waar hij afgestapt is. Terwijl ik tuinhekken afzoek roept hij mij uit een huis. Ik n dat huis: er woont een oude vijand van mij. ts storm ik verheugd naar binnen en begroet den aas, die er natuurlijk vrienden heeft wonen. Het wonderlijk dat de menschen alleen naar huizen lijnen te gaan waar zij vrienden hebben; de an- zijn toch veel opwindender! Mijn vijand heb- ze intusschen opgesloten, maar voor alle ze- rhei'd zoek ik hem het halve huis door, voor 'er er open deuren zijn. Men lacht en het levert tra goede koekjes op. Daarna gaan we verder naar dat gebouw aan het water, waar ze booten hebben. Er zijn wel twintig henschen en maar drie honden. Ik word er met veel belangstelling ontvangen en wel zesmaal opge pakt om gestreeld te worden. Dit is lastig. Ik zou i wel eens willen zien als ze telkens wer- len opgetild tot tienmaal hun eigen hoogte en dat n de onzekerheid, of niemand ze zou laten vallen, e moet maar zorgen, dat je steeds je pooten klaar eb: m goed terecht te komen. Enfin, het levert vee oudbakken koekjes op en na een half uur aan we verder. Nu ren ik naast den Baas naar een derde huis. at is te zeggen: af en toe ben ik wel eens naast i. Onderweg vragen twee auto's, zeventien fiet- rs, acht honden en drie katten, die ik alle weg gen moet, mijn aandacht. Als wij aankomen heb twaalfmaal den afstand afgelegd dien de Baas tussen en heeft gefietst. In dit huis snuffel ik geruimen tijd naar muizen kat De eerste zijn het bewijs dat de laatstge- nernd^ niets uitvoert. Van een lui luxe-leven ge roken! Het beest schijnt bij voorkeur op de hout- okken in den haard te liggen, want die ruiken uk voor stuk naar kat. Ik blaf dat ze den haard moeten steken om de lucht weg te krijgen, sar niemand begrijpt mij. De opbrengst is éen *kje. Daarna keeren wij huiswaarts. De Baas schijnt vinden dat ik nog niet genoeg gedaan heb en met mij racen. Zulk een uitdaging laat ik loit onbeantwoord en een geweldige ren ontstaat, ïgen «en brug op loop ik een volle teckel-lengte hem uit, maar er af haalt hij mij weer in. Wij w&en het fietshok precies gelijk en ik storm het M in, waar de jonge Baas piano speelt. Meteen hg ik mee en zonder aarzeling springt hij op en M mij de kamer uit. Ik bereik de keuken, waar Üvleesch gereed staat en ruik er alleen maar aan. hmtódellijk gooit Lotte mij er uit. In de eetkamer l0r de piano weer en zing opnieuw mee. De #nvan den Baas smijt mij er uit in de hal. Het hier koud en verduisterd. Ik ga dus huilen en de tM komt de trap af en jaagt mij naar buiten, »ar ik den pekinees van de overburen in hun ontwaar. Ik ga hem te lijf en word door zijn 155 den tuin uitgesmeten, waarna ik mij herinner |o s tan de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, den Haag, No. 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877. fort op S553 of 877 Winterhulp Nederland: breng licht in h«t leven uwer landgenooten. Doet uw plicht als Nederlander en geeft "aar kunnen. dat ik juist weer eens verliefd ben en mij naar het huis van mijn vriendin begeef. Het is drie straten ver en onderweg ruik ik aan achttien boomen en wandel elf tuinen in. Het huis van mijn vriendin is potdicht, zoodat janken in den voortuin dc eenige oplossing is. Al jankend voelt men zijn liefde groeien; als de mijne tot een smartlied gestegen is komt iemand met een bezem en verdrijft mij. Daarop breng ik een bezoek aan een naburigen slagerswinkel, maar word er binnen de minuut uit gegooid wegens teveel belangstelling en geen bon nen. Waarna ik mij naar huis begeef, met harte lijkheid ontvangen word en ga uitblazen bij den haard. Het is dan juist half vijf. Nu zou ik alleen maar willen vragen of iemand na twee zulke uren geen recht heeft op een beetje rust. Zegt u het nou zelf. De menschen die mee- nen dat wij een vredig en lui bestaan hebben zou den er wel anders over denken als zij maar eens op zoo'n tochtje meegingen, of een enkelen nacht in mijn mand in de keuken lagen met de verplich ting, wakker te worden en te blaffen telkens als iemand het waagde, te dicht in de buurt van ons huis te komen! Niet dat ik mij er over beklaag. Heelemaal niet. Ik zou geen ander beroep willen hebben. Het blijft steeds even opwindend en rijk aan afwisseling. Maar lui en vredig? Nee. (Adv. Ingez. Med.) Centrale Werkgeversorganisaties delegeeren haar sociale bevoegdheden aan dezen Raad Van officieele zijde wordt het volgende medege deeld: In overleg met de daarvoor in aanmerking ko mende officieele instanties is door de werkgevers- centralen, t. w.: het Verbond van Nederlandsche Werkgevers, het R.K. Verbond van Werkgevers- vakvereenigingen, net Verbond van Prot.-Christ. Werkgevers in Nederland en Centraal Overleg in Arbeidszaken voor Werkgeversbonden, opgericht een centraal orgaan voor de behandeling van sociale aangelegenheden, genaamd Raad van Bestuur in Arbeidszaken. Aan dezen raad van bestuur hebben genoem de centrale werkgeversorganisaties volledig haar bevoegdheden en werkzaamheden op het gebied der sociale wetgeving, benevens ten aan zien van het terrein der arbeidsvoorwaarden gedelegeerd. Besloten is derhalve, dat genoemde centrale werkgeversorganisaties op het zooeven om schreven gebied niet meer zelfstandig naar bui ten zullen optreden en zich zullen bepalen tot de interne voorbehandeling van zaken, die in den Raad van Bestuur in Arbeidszaken aan de orde komen. De thans tot stand gekomen Raad van Bestuur in Arbeidszaken zal bestaan uit vertegenwoordigers der voornaamste werkgeversverenigingen in de verschillende bedrijfstakken die zich bezig houden met de behandeling van sociale aangelegenheden. Het ligt in de bedoeling, dat uit den Raad van Bestuur een uit 7 leden bestaand dagelijksch be stuur zal worden aangewezen. De secretarissen van voornoemde centralen zullen met adviseerende stem in dit dagelijksch bestuur zitting hebben. Het dagelijksch bestuur kiest uit zijn midden een voor zitter. Als gedelegeerde van het dagelijksch bestuur zal optreden mr. B. C. Slotemaker te Wassenaar. De taak van den Raad van Bestuur in Arbeidsza ken is ten aanzien van de sociale wetgeving en op het gebied van de arbeidsvoorwaarden als volgt om schreven: a. De georganiseerde werkgevers ten over staan van de bevoegde autoriteiten en anderen te vertegenwoordigen; b. Te bevorderen, dat op deze gebieden tus- schen de georganiseerde werkgevers een zoo groot mogelijke samenwerking tot stand komt, waarbij ten aanzien van de regeling der so ciale verhoudingen in de verschillende bedrijfs takken zooveel mogelijk naar eenheid van be leid wordt gestreefd. Aldus is op sociaal terrein eenheid van optreden in werkgeverskringen gewaarborgd. (A.N.P.) EXAMENS. Academische opleiding. Geslaagd van de Gem. Universiteit te Amster dam voor het Candidaats geneeskunde eerste ge deelte: de heeren H. Z. M. Apituley, J. M. Baren- drecht. mej. A. Bentheim. K. G. Brühl. mej. M. van Driel Krol, J. H. Frenken. H. G. Gerritsen. H. W. Gestman, mej. A. van Ginneken, mej. V. Have. N. Hekster, mej. T. v. d. Horst. mevr. E. M. Jansen- Emmer. F. H. M. Jansen. A. de Jong. J. Klaver. J. Lankester. C. B. Leering. J. A. H. de Leeuw, A. D van Luyn. N. C. O. Ockhuysen. H. E. G. Pilon, J. de Vries, ,T. v d. Werf. M W. Wessel. E. W. Wilders, G. V. d. Wilk, H. W. Zelle en J. T. M. Stuyt. Het begon Zaterdagavond al. Het zette door in den nacht en Zondagmorgen kon je de per ken in den tuin en de trottoirs in de straat niet meer onderscheiden. Als de dagen gaan lengen gaan de wintertjes strengen. Zoo is het. Dc klachten konden dan ernsti ger zijn. de koude heviger en de sneeuwval zwaarder, het gaat er naar uitzien dat we een kwakkelwintcr krijgen, waarin liet eene .win tertje" nauwelijks achter den rug is of het an dere dient zich aan. We hebben dan Zondag een behoorlijke portie sneeuw gehad. Gelukkig dat het Zondag was. Al wat met fietsen bezorgt of met wagens rijdt zegende het lot. dat ditmaal veroorloofde, thuis te blijven in plaats van door de sneeuw te ploeteren. En de forens, die wel op zijn vingers kon natellen, dat het een misse boel zou zijn met spoor en tram lachte in den prillen morgen in zijn vuistje en deed nog een extra duikje on der de warme dekens. Maar al wat zich die weelde niet kon per- mitteeren worstelde met het ongemak, dat zware sneeuwval veroorzaakt en daartoe behoorde wel in de eerste plaats het verkeer. Wat baatte het, of de Noord-Zuid-Hollandsche al heel in de vroegte aan het pekelen was gegaan? De sneeuw was nu eenmaal te dik gevallen en voor- loopig was er van doorkomen geen sprake en van een regelmatigen dienst nog minder. In de stad mocht het zoo'n beetje gaan, verder dan de Hazepaterslaan kwam de tram niet en Heemstede lag geïsoleerd. Voorloopig was er geen kans per tram naar Amsterdam te ko men en uit Leiden in Den Haag kwam bericht, dat het daar nóg erger was. Maar men werkt aan de N.Z.H.T.M. met er varing. Met man en macht werd de strijd tegen de sneeuw begonnen. In Heemstede werd met een gansche ploeg sneeuwruimers gewerkt en om half elf vertrok de eerste tram naar Heem stede en toen duurde het niet lang of het ver keer begon weer de teekenen van de gewone regelmaat te vertoonen. vooral, toen om kwart voor elf ook de eerste trams naar Amsterdam en Zandvoort vertrokken waren, 't Werd tijd! Want vooral de reizigers voor buiten de stad voelden zich gedupeerd, haastten zich naar het station enmoesten ervaren, dat men ook daar met vertraging tobde en met den rei- zigerstoevloed geen raad wist. zoodat me nigeen een of twee treinen moest laten ver trekken, voordat hij zelf aan bod was. Intus schen was Haarlem ontwaakt en de Zondagmor gen-stichting ging voor velen met een paar koude voeten gepaard. Het was inderdaad geen pretje! Van gemeentewege bleek men daar ook van overtuigd, zoodat de sneeuwploegen ver schenen en de hoofdwegen in den loop van den morgen onderhanden werden genomen, een maatregel, dien men op prijs gesteld zal heb ben. In de buitenwijken kwamen de bewoners naar buiten met schop, bezem en ander opruim- materiaal. Het straatje en het trottoir diende te worden ontdaan van de sneeuw, die zoo smetteloos wit lijkt, maar die zoo'n ontaarde smeerboel geeft in de propere vestibule en de nette gangjawel, maar sneeuwruimen op Zondag is nu niet het aangewezen tijdverdrijf en zoo zag menige dienende geest zijn initiatief beloond, als hij, na het voortuintje en het trottoir onder handen te hebben genomen, een kwartje of een paar dubbeltjes rijker verder trok. Sneeuwballen gooien Is wél het aangewezen tijdverdrijf als er sneeuw ligt. Zondag of geen Zondag. Wie zal de sneeuwveldslagen tellen, die gisteren geleverd zijn, wie de standbeelden, uit de vergankelijke sneeuw gebeeldhouwd, de oud- Hollandsche sueeuwpoppen, die nauwelijks met verkleumde handen geboetseerd, alweer worden ómgekogeld door honderd of tweehonderd of driehonderd sneeuwballen? De jeugd moet nu eenmaal wat te doen hebben en met schaatsen was het gedaan. Het ijzeren schoeisel, dat den dag te voren al was nagezien met het oog op Zondagsche tochten, bleef ongebruikt. Maar ander schoeisel werd voor den dag gehaald en dat waren de ski's. Zoo tegen den middag be gon het op Kraantje Lek. Drukte van geweld. De sneeuwlaag, die het duinlandschap over dekte veroorloofde den liefhebbers, naar harte lust te genieten en te profiteeren van de zeld zame gelegenheid. En binnen, in het restaurant, werden al plannen gesmeed voor aanstaanden Zondag, wel te verstaan als er dan nog sneeuw is. Want het ging dan al heel vreemd. Daar blies in den middag een zoele Zuidwester over het land en in de Januarizon smolt de sneeuw zien- deroogen. De gootjes begonnen te loopen en de dakpannen werden weer zichtbaar en het witte wegdek was vrijwel overal tegen den middag een sneeuwbr ij-moeras geworden. Want het dooide op een bevroren onderlaag, die het sneeuwwater niet doorliet. Heel wat fioolputten verzaakten bovendien schandelijk haar plicht en aldus vorm den zich op ontelbare plaatsen in de stad orden telijke meren en andere bassins, die ieder, die er in terecht kwam,'natte voeten bezorgde. NIEUWE SERIE No. 207 Wat nu? De familie heeft vader vriendelijk verzocht even op de zoldertrap te gaan zitten, omdat zij iets met een verjaarscadeau voor hem willen uit spoken. maar vader begint ernstig te vermoeden, dat het al lang klaar is en dat zij hem heelemaal vergeten hebben. HOUTPLEIN 8 TEL. 13829 (3 LIJNEN) VERHUUR VAN SAFE-LOKETTEN IN ONDERGRONDSCHE LIPS' KLUIS (Adv. Ingez. Med.) Uitkijken was de boodschaptotdat het wat lastig werd, uit te kijken en de dag, die begon met een sneeuw-idylle eindigde in een waterbal let. „Als 't maar blijft door-regenen", zeiden Zon dagavond sneeuwschuwe menschen, maar het bleef niet regenen. Integendeel, tegen den morgen streek er een vorstje over de nattigheid en water en sneeuw stolden. De sneeuw vorde miniatuurberglandschappen en de plassen liregen een ijslaag. En dat gaf vanmorgen een geknapper en ge kraak en geknister van geweld, toen in de vroegte de menschen zich naar het werk bega ven en de fietsbanden door dat sneeuw-ijs ploeg den of de voeten op het ijs op de straat vergruis den, een lawaai dat door het duister nog werd geaccentueerd. Overigens was voorzichtigheid geboden, want op vele plaatsen was het leelijk glad geworden en het zicht in de vroege mor gen was slecht. En nu kan het naar het woord der weer- profeten vriezen en dooien. Vanmorgen stond er weer een Oostenwindje en dat spelt weinig goeds. Maar na den dooi van Zondag middag blijft er toch hoop. dat met een paar da gen de vuile boel verdwenen zal zijn. En dan hebben we ook dit wintertje er weer opzitten. PERSONALLY. Voor de Federatie-examens (Mercurius) in het boekhouden slaagden de heeren: H. Kuiten, Chr. Edelhauser en H. Dhooge te Haarlem. Groote Flacon II. 1.25 (Adv. Ingez. Med.) ZUID-LLMIJL'KG IN WINTER KLEED. De witte kqlenvonrraden bij de mijnen wekken gedachten aan besneeuwde Alpentoppen. tFoto Het Zuiden) Sneeuivruimen. Zondag ben ik den dag begonnen met sneeuw ruimen voor mijn huis. Het is een prettig werk. Wonderlijk dat niet alle menschen het doen. Als zij wisten hoe vermakelijk het is zouden zij niet afwachten tot er van gemeentewege toe verplicht wordt, hetgeen in Utrecht al het geval is. Men neemt, een schop, trekt aan den arbeid, voelt zich spoedig plezierig warm worden en ..rozig", zooals dat heet, in het gelaat, heeft het bewustzijn dat men een algemeen belang behartigt en ziet snelle resultaten van zijn werk. Dat algemeene belang treedt natuurlijk pas goed naar voren als men zich niet tot het eigen tuinpad bepaalt, daarmee slechts zichzelf, zijn gezin en zijn leveranciers dienend, maar ook het trottoir voor het huis on derhanden neemt. Nu, dat heb ik gedaan en de bijval van voorbijgangers en overburen was zicht baar in hun blikken. Een sfeer van goedkeuring omgaf mij. Met breede spade-zwaaien slingerde ik de sneeuwhappen over eigen heg in eigen tuin en dacht aan een ver verleden waarin wij als sol daat „pionieren" moesten: tijdens den vorigen oorlog. .Het deed mij behagelijk aan dat het werk met de spade mij nog even vlot afging. En nu kunt u wel zeggen dat het soortelijk gewicht van sneeuw heel wat lager is dan dat van zand en van klei. maar dat heb ik zelf ook al bedacht. De term pionieren deed mij indertijd wat vreemd aan, omdat zoovelen er tegelijk aan deden, in de heele wereld en zooveel anderen het al vóór ons gedaan hadden. Maar nu, bij het sneeuwruimen, voelde ik mij werkelijk de pionier van de straat, want nie mand anders werkte op het trottoir. Het werd heel mooi. Weliswaar ontweken de voorbijgangers, zoolang ik bezig was. behoedzaam mijn terrein en begaven zich op den rijweg om niet getroffen te worden door mijn sneeuwzen- dingen over de heg, maar natuurlijk dachten zij: als wij straks terugkomen is hier tien meter heer lijke wandeling gewaarborgd en dat danken wij dan aan dezen man." Dat men zulke spoedige gevolgen van zijn werk ziet is bijzonder bevredigend. Hoe is de mensch? Hij wil graag snelle resultaten zien. En bij dit werk groeien ze bij iederen schop-vol die door de lucht suist. Ook zit er wel eenig plezierig gevoel in de gedachte, dat men bezig is zijn eigen straatje schoon te vegen: in overdrachtelijken zin beschouwd bedoel ik. Een bezem bleek er trouwens bij noodig, want toen de sneeuw verwijderd was van het straatje tusschen hek en voordeur bleek dit zoo glad te worden, dat ik mij er nauwelijks op staande kou houden en andere middelen moest toepas sen. Tegen den avond zag ik sneeuwploegen op hoofdwegen werken: snelle en vervaarlijke re sultaten bereikend en al wat in de buurt kwam, besproeiend met water, modder en sneeuw. Men nende mannen zaten er achter zwoegende paar den op te rillen, hetgeen weer eens de nadee- len van de moderne techniek toonde. Het is veel gezonder en bevredigender zelf te schep pen en men kan er met eenig beleid zijn mede- menschen ongetroffen bij laten...* schooi niet altijd zijn hond. De kat van de buren blijft vanzelf wel binnen, kijkt door het raam en toont nuffigen afkeer. Als beroep heeft sneeuwruimen minder aan trekkelijkheid. Maar aLs afwisseling, als in- cidenteele en nuttige bijdrage tot het alge meen belang en als sport, durf lk wel zeggen, zij het hierbij met warmte aanbevolen. Twee 17-jarige laboratoriumbedienden zijn te Utrecht gearresfeerd. Zij hebben in enkele maan den tijds voor honderden guldens aan studenten enz. ontstolen. Ten gevolge van kolendampvergiftiging is mevr. W. uit de Terwesienstraat te Aiohen a/d Rijn in het ziekenhuis aan den Zuidwal te 's-Graven- hage overleden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5