Moord op kasteel Entzberg Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkelbeen MAANDAG 20 JANUARI 1941' HA'AREEM'S DAGEC'AD VOOR DE KINDEREN Vrijheid van School en Kerk. Radiotoespraak van dr. H. W. van der Vaart Smit. Het A. N. P. meldt: Dr. H. W. van der Vaart Smit uit den Haag heeft, voor de mierophoon gesproken over „De vrijheid van school en kerk". Na een inleidend woord nam spre ker eens een kijkje in het nabuurland.. Daarbij, aldus spreker, moet één ding zeer duide lijk worden gezegd, nl. dat wat over de toestanden in Duitschland vóór 10 Mei hier te lande verteld werd, dooreengenomen kant noch wal raakte en dat wie ginds de werkelijkheid ging bezien totaal andere dingen ervoer. De school in Duitschland is steeds, de geheele 19e en 20e eeuw door, een algemeen christe lijke school geweest. De dusgenaamde openbare school, gelijk wij in Nederland kennen, heelt Duitschland nooit gekend en kent Duitschland ook heden ten dage niet. Zelfs in den sociaal-democrati- schen tijd, in de Weimar-republïek, handhaafde de volksschool in Duitschland haar algemeen christe lijk karakter. En gedurende den tijd van het Derde Rijk, sinds 1933 dus, zijn daarin geen veranderingen van principieelen aard gekomen. Het is een feit, en dit moeten wij goed in het oog houden dat de Duitsche schooltoestanden heel wat minder ontker stening te zien gaven dan bij ons in de vorige eeuw het geval was. Ook over de kerk, aldus ging spreker voort, moge zulk een algemeene opmerking voorop gaan. Wie naar de lasterpraat luisterde, als zou deze revolutie in wezen heidensch zijn, weet niets van de werke lijkheid af. Immers, iedereen kan weten dat de kern van de nieuwe beweging bijv. in Duitschland juist uit de christelijke kerk stamde. Onder de oudste en eerste leden der beweging hadden de christenen, met name uit Beieren, grootendeels protestanten, de meerderheid, wie in het oude Oostenrijk naar de geestdriftigste aanhangers van het nationaal-socia- lisme zocht, moest bij de kerk wezen, met name de protestantsche. Heel Italië is Roomsch-Katholiek, en het zou wel pure dwaasheid zijn het fascisme hei densch te noemen, waar het juist van een door en door Roomsch Katholiek volk afkomstig is. Spanje met generaal Franco stelt er zijn hoogste eer in door middel van het nieuwe van dezen tijd juist aan kerk en religie de eereplaats terug te geven die er door een vorig, inderdaad heidensch regime, aan ontno men was. Een zeer duidelijk bewijs, dat iedereen hier zelve controleeren kan, is dat juist in Duitschland een ont zaglijke menigte kerkelijke en religieuse lectuur in deze jaren verschijnt, literatuur, die tevens frisch, levendig en sterk is en natuurlijk ook rijk verkocht wordt. Waren er geen koopers, dan zouden de uitge vers deze stapels boeken niet ter perse leggen, en wat van Duitschland geld, geldt ook in de andere verbonden, Roomsch-Katholieke landen. Deze dingen en we noemen zeer algemeene din gen, die iedereen iederen dag nagaan kan sluiten uit, dat men aan de revolutie van den nieuwen tijd principieel een heidensch karakter ten laste zou mo gen leggen. Het tegendeel is het geval. De Fransche revolutie van 1789 had een anti-christelijk karakter Deze revolutie heeft op schier alle punten de chris telijke grondslagen van ons volksbestaan aangetast, wij vinden in de nieuwe revolutie, die thans Europa en de wereld in beweging brengt, 't groote herstel en de alomvattende wedergeboorte. Er wordt aange knoopt bij den tijd voor de Fransche revolutie en 't goede dat daarin was en met uitbezeming van de verkeerde vruchten van de Fransche revolutie wordt thans aan onze gouden eeuw voortgebouwd en voortgang iri den nieuwen tijd gezocht. Spreker illustreerde dit met enkele voorbeelden, n.l. in de eerste plaats de tegenstelling, of het in dividu dan wel het gezin in het centrum van den op bouw van het staatsleven staat. In de vorige periode overheerschte een sterk individualisme. Thans komt deze nieuwe revolutie en brengt het gezin als cen trum van den opbouw. Dat is een stukje practisch positief Christendom. Wie de kansen hierin niet ziet, moet stekeblind zijn. Een tweede punt is het gezag. Deze nieuwe revolu tie brengt het gezag terug. Dat is wederom een stukje practisch positief christendom, dat ontzaglijke kan sen bevat, die een beter lot verdienen dan een on ophoudelijk saboteerend „tegen, tegen en nog eens tegen". Een derde punt is de openbare zedelijkheid. Deze nieuwe revolutie voldoet aan de oude christelijke wenschen, dat het echtscheidingsrecht beperkt zal worden, dat de brand zal worden gestoken in de por nografie, en dat de publieke onzedelijkheid zal wor den teruggedrongen. Wederom een stukje practisch christendom. Een vierde punt is de naastenliefde. Die was er natuurlijk ook voorheen. Nederland had en heeft zelfs een prachtige philantropie-diaconie. Doch de nieuwe revolutie gaat in naastenliefde aanmerke lijk verder. Deze nieuwe revolutie beoogt een soli dariteit onder alle leden der volksgemeenschap, waarbij de sterkeren voor de zwakkeren opkomen en de winst der sterkeren in belangrijke mate dient om de zwakkeren tot hooger niveau op te heffen. De Winterhulp bijv. bedoelt veel meer, dan een schamele extra-gift. Ze bedoelt zooveel te kun nen geven, dat de mensehen werkelijk in betere omstandigheden komen. De solidariteit, de chris telijke solidariteit moet worden beleefd. De volks gemeenschap moet uitgaan van de leuze: een voor allen, allen voor een. En dit is een nieuw socialisme, dat weliswaar den klassenstrijd verwerpt, maar in de resultaten veeTverder komt dan het oude socia lisme. Hier ligt een ontzaglijke toepassing in van de christelijke solidariteitsgedaehte en daarmee voor de christenheid een kans, die zeer groot is en steun en lof verdient. Dok dit is een stukje prac tisch christendom. Als deze nieuwe revolutie, aldus spreker, zoo- DOOR PETER PAUL BERTRAM. 15) „Hm Maar u hebt iemand gehoord". „Ja". „En verder?" „Niets dat met den moord verband houdt". „Vertelt u het me toch maar, je kunt nooit weten". Feldmann glimlachte. „Het heeft niets te be- teekenen, maar ik heb gehoord, dat de graaf en de gravin ruzie gehad hebben". „Zoo?" „Ja, hevige ruzie hebben ze gehad Ik heb welis waar niets verstaan, maar het moet een ernstig meenmgsverschil geweest zijn". „Hoe laat was dat?" „Het zal begonnen zijn om kwart voor elf en geëindigd om half twaalf". „Waar ,is uw kamer, mijnheer Feldmann?" „Die is recht tegenover de kamer van de gra vin". En toen voegde hij er aan toe: „Het zal wel niets te beteekenen hebben. Ik heb met mijn vrouw zaliger ook zoo vaak ruzie gehad". „Enfin, we zullen zien", zei Buschroitner en wenschte den heer Feldmann goeden nacht. „Ga slapen Haberler", zei hij tegen den inspec teur. „Ik ga ook dadelijk". Hij liep in gedachten verzonken heen en weer. .Tenslotte schudde hij 't hoofd en ging naar de deur. Halverwege bleef hij echter staan, keerde zich om en ging terug naar de schrijftafel. Hij nam de telefoon en vroeg een nummer aan. Hij moest eenigen tijd wachten, al vorens zich een slaperige stem meldde. „Goeden avond, mijnheer, hier Buischroitner. Ja, laat geworden. Ik heb net de verhooren be ëindigd. Neen mijnheer, er is nóg niets te zeg- gei1t Verklaringen? Meer dan me lief is. Maar of ze wat waard zijn moet ik eerst morgen nog uit zoeken. Verdachten? Veel te veel mijnheer. jjeen, dat doe ik liever niet. Ik zal u de door- Gouwleider Röver, die Zaterdag te Amsterd sprak. (Foto Stapl eeuwen heen in het Duitsohe volk heeft gele doch tijdelijk heeft gesluimerd. Na 1918 was volk versplinterd in meer dan dertig partijen is het eensgezind en thans leven weer dee Germaansche deugden: eerlijkheid, moed, eiw behulpzaamheid, naastenliefde en kamer schap. Er moet thans een lange tijid van ïnif vrede in Europa komen. Spreker vestigde er volgens de aandacht op, dat het voor het Duit volk een geluk is geweest, dat het heeft gel gerd. Hierdoor is het sterk geworden. Ook a: ren zullen dit moeten doormaken. Gouwleider Röver bracht hulde aan de I sohe vrouw. Zonder de vrouw zou in Duitsclï niet tot stand zijn gekomen wat nu tot s gekomen is. Zij heeft offers gebracht en vo heeft zij den man gesteund om zijn heele pen te geven aan het werk van den Führer. Ook br spr. hulde aan den Duitschen soldaat, die tr zijn plicht doet zonder te vragen en steeds b« Tenslotte spoorde gouwleider Röver de D sahers in Nederland aan trouw te blijven aan Führer, bescheiden, vast van wil, en trauiw den eed. Niet ieder kan in de eerste rij staan,i ieder heeft zijn taak en hieraan moet hij zich alle kracht wijden. Wanneer ieder zijn plidhtc zal alles goed komen. Na deze rede van gouwleider Röver name niissaris-generaal Schmidt het woord. Hij das den spreker en zeide. dat thans ook in Neder! de nationaal-socialisten maroheeren en hun deren zingen. De vergadering werd besloten met het gems schappelijk zingen van het Duitsche volkslif NATIONALE VEREENIGING TOT BEVORDERING VAN HARMONISCH? LICHAAMSONTWIKKELING. AMSTERDAM, 18 Januri. Het dagelij bestuur van de Nationale vereeniging tot be dering van Harmonische Lichaamsontwikkelï in de bestuursvergadering van 27 December als volgt samengesteld: Mr. dr. J. A. van Thiel, voorzitter, 1 Broekhoff, D. J. Couvee en dr. S. Sturkop, voorzitter, C. J. Ruurs Jr., Ie secretaris, H. Stiens 2e secretaris, A. J. G. Strengholtjf ningmeester, A. F. GronvaldtMuller lid vat® dagelijksch bestuur. De vijftig werkcomités van de vereeni| welke over het geheele' land zijn verspreid, f ongemoeid voort met de propaganda voort H.L.O. Zij zijn reeds bezig met de voorberai om in het komende voorjaar wederom ea duizenden H.L.O.-proeven af te nernen en diploi uit te reiken. MAN VERMIST Sedert 6 December 1940 wordt te Utrecht mist Mozes van der Horst, geboren te Wageni 22 November 1891 van beroep hoofdonderv;; voorheen wonende in den Helder. Langs vers lende wegen is reeds getracht 'zijn verblijfplaat te sporen, doch tot heden zonder resultaat, gezien van der Horst in overspannen toestand keerde, wordt een ongeluk gevreesd. Zijn signalement luidt als volgt: lengte ongf I.75 meter, donker uiterlijk, zware wenkbraw donker haar, iets kaalhoofdig, hij is gekleed donker blauw gestreept colbert costuum, do: grijze jekker, slappe groene hoed, bruine schet en grijze slobkousen. De commissaris van politie van den justitif dienst te Utrecht verzoekt ieder, die meent om: de verblijfplaats van van der Horst inlichting* kunnen verschaffen, daarvan ten spoedigste zijn bureau, Catharijnekade 12 te Utrecht, b I te willen geven. moord met voorbedachten rade, zooals deze, de volgende motieven hebben: jaloezie, geldd voordeelen, haat, angst voor ontdekking en on: ling van een compromitteerend feit in het li van den moordenaar door den vermoorde, waa! Duschinsky was jaloersch geweest op Von Ghet Men kon zelfs zeggen, dat hij hem gehaat Maar had het, van het standpunt van Duschi gezien eenigen zin den mededinger eenvoud# den weg te ruimen? Zou niet onmiddellijk de denking op hem gevallen en zelfs als het mogélijk was te bewijzen dat hij de moordenaar hem voor goed aile mogelijltheid ontnemen succes te hebben bij mevrouw Fechner? Duschinsky Von Ghetaldi bij een gevecht ge had, in woede, dan zou het geval beter bÜ motief passen. Maar een koelbloedige moord, laffe sluipmoord, die duidelijk naar den i wees, moest een ander motief hebben. Waarom, vroeg Vahoda zich af, had Dusctö Von Ghetaldi dan toch vermoord? Waa: Duschinsky maakte niet den indruk van een t zinnige. Bleven als motieven materieele f deelen of angst voor de ontdekking en ontbtf van compromitteerende feiten uit het leven Duschinsky. Kon Duschinsky uit den dood van den j leider eenig materieel voordeel verwachten' N zei Vahoda in ieder geval niet rechtstreeks. Be:: er een mogelijkheid, dat Von Ghetaldi iets te f gekomen was over Duschinsky's verleden? i vraag moest voorloopig onbeantwoord blijven Maar, combineerde Vahoda verder, het ant® kon slechts ja of neen zijn. Was het neen, dan deze mogelijkheid uit. Was het ja, dan moest hierop verder bouwen. Nemen we dus eens dat Von Ghetaldi werkelijk iets compromitteer* wist over Duschinsky en noemen wij deze w schap, als in een wiskundige vergelijking, V loopig ,,x". Wat kon Von Ghetaldi met die M schap, die Duschinsky bedreigde, gedaan het: dat Duschinsky tot moord gedreven werd? Afi sing? Mogelijk, maar onwaarschijnlijk. Ghetaldi was geen afperser. En het kon toch ei| lijk ook niet. dat VonGhetaldi tijdens de reist nis van feiten gekegen had, die een afpersing gelijkt maakten. .(Wordt vervolgt! Vergadering der N. S. D. A. P. te Amsterdam. Gouwleider Carl Röver spreekt. Het,. A.N.P. meldt: Zaterdagmiddag iheeft de Arbeitsbereich der NB.D.A.P. in Nederland een groote vergadering georganiseerd in liet Concert gebouw te Amsterdam. Op het podium van de groote zaal had een muziekkapel van de lucht macht plaats genomen. Voor het officieele begin van de vergadering bewees de kapel dat zij zoo wel met blaas- als met strijkinstrumenten zeer goed overweg kon. Nadat te klokslag 3 uur op de gebruikelijke, steeds weer treffende wijze, de vaandels van de onderafdeelingen der N.S.D.A.P. in Amsterdam de zaal waren binnengedragen, opende kringleider Paustian van den kring Amsterdam der N.S.D.A.P. de vergadering. Hij heette de aanwezigen 'harte lijk welkom, en begroette in het bijzonder den spreker van dezen middag, gouwleider Carl Röver van de gouw Weser-Ems. den bevelhebber van de Duitsohe troepen in Nederland, generaal der vlie gers Fr. Christiansen, den Marineibefehlshaber admiraal Kinast. den bevelhebber van de Luft- gau Holland luitenant-generaal Siéburg, den lei der van de Arbeitsbereich der N.SJD.A.P. in Neder land. commissaris-generaal F. R. Schmidt, den gemachtigde van den Rijkscommissaris voor de stad Amsterdam, senator Doctor Böhmke. Vervolgens nam gouwleider Röver 'het woord. Hij behandelde in het bijzonder de wereldbeschou wing van Adolf Hitler. Deze is het belijden van de ongeschreven wetten welke voor de wereld gelden. Spreker wees erop. dat reeds bij den aanvang van de regeering van den Führer duidelijk was dat het wereld-Jodendom zich tegen de idee van Adolf Hitler zou keer en. Deze idee heeft 'evenals alles wat goed is zijn groei tijd noodig en misschien zijn er nog wel enkele eeuwen noodig eer het Duit sohe volk in zijn geheel zal begrijpen, wat deze idee beteekent, De opgroeiende jeugd zal ook voor de groote problemen van het leven komen te staan. En'dit is noodzakelijk wil de idee van Adolf Hitler haar grootheid bewaren. Gouwleider Röver zeide ten aanzien van den huldigen strijd, dat de Engelschman met blindheid is geslagen en zich bezondigt aan het blanke ras. Steeds weer heeft hij gepoogd op het continent Duitschland tegen Frankrijk en Frankrijk tegen Duitschland uit te spelen en steeds weer is dit gelukt. De Engelsch man was hierbij voortdurend de lachende derde, die telkens weer met de buit ging strijken zonder zich erom te bekommeren, dat millioenen op de slagvelden vielen. Ook elders op de wereld heeft het zijn marskramersgeest de vrije hand gelaten, zooals in Zuid-Afrika, waar Nederlandsche men- sohen om een paar ellendige diamanten door het verjoodschte Engeland werden vermoord. Wie thans nog gelooft in een overwinning van Enge land, is of wel idioot of wel een groote domoor. De levenshouding van het Duitsche volk is thans geheel anders dan tijdens den vorigen oorlog. Het volk wordt steeds meer doordrongen van den nationaal socialistischen geest. Wat de Führer 1 heeft gebracht is niet anders dan wat door de slagen sturen, dan kunt u zich een beter beeld er van vormen. Als de menschen maar niet zoo zouden liegen! We komen er toch achter, maar het kost allemaal extra werk. Ja, zeker, daar zal ik voor zorgen. Goeden nacht mijnheer". Hij belde af, draaide de lamp uit en ging heen. De krachtige noord-oosten wind, die gedurende den nacht gewaaid had, had alle wolken verdre ven en toen een nieuwe dag aanbrak, stond de zon stralend aan den hemel. De lucht was opwek kend en Engelbert Buschroitner, die diep en droom loos geslapen had, ging uitgerust en met energie geladen de bibliotheek binnen, waar Haberler al op hem wachtte. Terwijl hij ontbeet, las hij de verslagen van de verhooren door, vulde hier iets aan, verbeterde daar iets en vergeleek ze met zijn aanteekeningen. a Tenslotte zei hij: „Zeilmoser moet de doorslagen naar den officier van Justitie in Lienz brengen. Hij moet trouwens toch afgelost worden". „Jawel commissaris". „En stuur me hoofdinspecteur Lechperger even". De deskundige voor de vingerafdrukken kwam spoedig binnen. Buschroitner reikte hem voorzichtig een stuk papier toe. „Daar staan de vingerafdruk ken van Wieninger op. Fotografeert u die en ver gelijkt u ze eens met die op de portefeuille". „ik zal het direct doen, commissaris". „En dan moeten we zien uit te vinden, wat er ,op het vloeibiad staat, dat in de kamer van Duschinsky gevonden is" Hoofdinspecteur Lechperger krabde zich achter de ooren. „Ik heb er gisteren een uur aan besteed, maar ik kan er geen wijs uit worden", zet hij. „Let eens op", zei Buschroitner. „Neem een plankje en span daar het vloeibiad met punaises op. Dan neemt u een dik stuk carton en snijd er met een scheermesje een gleuf in, dertig centimeter lang en een halve hoog. En dan komt u daarmede bij me. Maar eerst de dactyloscopische onderzoe ken". „Uitstekend, commissaris". „Zal ik iemand binnenroepen commissaris?", vroeg Haberler, die inmiddels weer binnengekomen was. „Zeilmoser is weg". Buschroitner schudde het hoofd. „Nee, Haber ler, ik zal nog even wachten. Ik wacht op bericht uit Weenen. En dan moet ik nog twee andere zaken uitzoeken. Weet je, Haberler, als je bij het eerste verhoor niets weet, dat geeft niet. Maar bij het tweede moet je al meer weten dan de ande ren vermoeden". „Qelooft u, dat het de graaf is, die...." „Haberler", zei Buschroitner verwijtend, „nu werk je al vier jaar met me en nog steeds heb je niet geleerd, dat je in ons beroep niets gelooven mag. Vahoda en de professor gelooven. dat het Duschinsky is, Kriegler denkt, dat Wieninger het gedaan heeft, de zusters Grabner gelooven, dat het de graaf was. Allen hebben goede redenen daar voor. Maar het kan ook nog een ander zijn. Ge looven beteekent: niets weten!" Inspecteur Haberler zweeg beschaamd. „Haberler", zei Buschroitner, „een moord-onder- zoek is net als 'n archaeologische opgraving. Eerst vindt iemand wat en daardoor weet men, dat er iets geweest moet zijn. Dan ga je graven. En wat vind je? Een hoop rommel. Maar tenslotte, als je ge duld hebt, vind je toch wat, een scherf of zoo. En die ligt er ook maar niet zoo van „alsjeblieft, hier ben ik", maar die zit verborgen in zand en modder. Dat moet je dan voorzichtig wegkrabben en de stukjes bij elkaar leggen. En als je dan alle brok ken schoon hebt, moet je probeèren ?e in elkaar te passen. Tenslotte heb je een urn, of een schaal, of een vaas. Vaak ontbreekt er een stukje, maar dat geeft niets, want dan weet je toch voldoende hoe het geheel er uit ziet". Buschroitner schonk zich nog een kop koffie in. „Graven en wegkrabben, Ha berler. Je moet de waarheid uitgraven en de leugens wegkrabben, dat is de kunst. En later mag er geen stukje meer overblijven, alles moet passen. En nog eens: vlijtig graven, maar voorzichtig! Anders verniel je iets". Hij dronk aandachtig zijn koffie en keek naar buiten naar het zonnige park. „Het is hier mooi op het pasteel", zei hij ten slotte. ,Het is alleen maar jammer dat wij soort menschen hier alleen maar komen als er een zaakje op te knappen valt". Er werd geklopt en Lechperger k\vam binnen. „De vingerafdrukken zijn inderdaad identiek, commissaris", meldde hy. „En hier is het vloei biad jnet het carton". „Prachtig. Haberler, laat de jalouzieën neer, zoo dal het donker wordt". Eenige oogenblikken later lag de bibliotheek fcijna m het donker. Buschroitner ging naar een van de ramen en draaide een plankje van de jalouzie zoo ver om, dat er een smalle streep zonlicht schuin in de kamer viel. Hij wees Haberler, hoe hij het carton er voor moest houden. Daardoor viel er slechts een dunne streep op den grond. „En niet zoo bewegen. Haberler, goed stil houden". Lechperger had de voorbereidingen met verbazing gadegeslagen. „Zoo, geef me nu het/plankje met het vloei biad", zei Buschroitner. Hij hield het parallel met de naar binnen vallende lichtstreep en schoof het langzaam dichter bij. Plotseling verschenen op het donkergroene paper zwarte letters. De bij het schrijven er in gedrukte groeven wierpen schadu wen en lieten het schrift met tamelijke duidelijk heid lezen. „Pl'lüger, Sensengadse 11, Weenen", lazen Busch roitner en Lechperger hardop. „Onverwachte ge beurtenis maakt afrekening mogelijk. Duschinsky". Lechperger floot zacht tussohen zijn tanden door. Haberler haalde de jalouzieën óp. Buschroitner ging naar de telefoon en vroeg dringend Weenen aan. Het gesprek kwam bijna onmiddellijk. Busch roitner gaf opdracht iemand naar Pflüger in de Sènsengadse 11 te sturen en hem te vragen, om welke afrekening het ging. Hij verzocht het resultaat tegelijk met de andere gevraagde gegevens telefo nisch door te geven. Wanneer hij die verwachten mocht? Over een uur al. Dat was prachtig. Busch roitner belde af en wendde zich tot de twee be ambten. „Maakt het je gemakkelijk. Toen ik met Weenen gesproken heb kan ik toch niets doen". Hij ging naar de met boeken bedekte muren en begon de titels te bestudeeren. Hij nam er 'n boek uit, ging in een gemakkelijken stoel zitten en begon te lezen. Op dit tijdstip liep Josef Vahoda in het park van het kasteel om den kleinen, ovalen vijver, waarin een paar oude, bijna bemoste goudvisschen rond zwommen. Hij had zijn handen op zijn rug en het bovenlichaam was voorover gebogen. Onvermoeid, als een wijzer van een klok. liep hij rond den vijver. Terwijl zijn voeten automatisch over het grint knarsten, werkten zijn hersens aan de oplossing van de misdaad, die vier en twintig uur tevoren ontdekt was. Een moord, overlegde hy, in het bijzonder een vele grondleggende elementen van positief-christe- lijken aard bevat, moet vaststaan, dat'de religieuse vrijheid in school en kerk, dus nu, eerst recht tot ontplooiing zal kunnen komen. Het is een andere soort vrijheid dan voorheen Voorheen was het een vrijheid die in antithese tegen die beginselen der Fransche revolutie in veroverd moest worden. Thans wordt het een vrijheid die in synthese har monisch gevonden en beleefd kan worden bij een revolutie, die de beginselen en gegevens daartoe met zich meebrengt en dag bij dag aanbiedt. Na tuurlijk ontveinzen wij ons de moeilijkheden niet. Bij de uitwerking, bij den opbouw, zal menig bouwwerk uit vroeger dagen moeten vallen, menig zgn. „heilig huisje" moeten worden gesloopt dat blijkt niet zoo heilig te zijn als het leek. Het is re volutie. Dat vergeten we niet en mogen we niet vergeten. Maar er is geenerlei reden om thans in alarm- stemming te leven en in zak en asch neer te zitten alsof deze tijd het verlies van vrijheid en religie zal brengen. Het is dwaas in tranen bij de puinhoo- pen der revolutie van 1789 neer te zitten en te meenen, dat dit het verloren paradijs is. Het lijkt er niet op. Als deze revolutie ouder geworden zal zijn. zullen wij zien, of de kerk uit dezen tijd geleerd, heeft aan alle wateren te zaaien en dan te oogsten op de dagen, die God ook heden geven wil. Onze houding moet niet negatief, maar positief zijn. Dan groeit onze vrijheid met den dag en bouwen wij voor een idealenryke toekomst. Vur<li-herdcnknig door de H. O. V. In verband met het feit, dat het op 27 Januari a.s. 40 jaar geleden is.-dat Giuseppe Verdi te Mi laan is overleden, zal de H. O. V. in samenwerking met het H. O. V.-koor op, Zondagmiddag 9 Fe bruari te 2.30 uur het .Requiem" van Verdi uit voeren. Als solisten zullen hun medewerkin| verleenen: Jo Vincent, sopraan; Jeanne van den Rosiere van Emmerick, mezzo-sopraan; Louis van Tulder, tenor en Theo Baylé, bariton. Het geheel wordt uitgevoerd onder leiding van Mar in us Adam. De kaartverkoop en plaatsbespreking is reeds begonnen. 21. Prik is waar hij wezen wil, Van vreugde slaakt hij luid en gil! De boot voor Amèrika ligt daar. Iln te stappen hoeft hij maar! En geweldig in zijn sas Versnelt onze Prik zijn pas. 22. Prikkie staat nu stil te wachten Tusschen stapels hooge vrachten, O, wat is hij plotseling blij IWant de kust is eïnd'lijk vrij! Nu is h t moment bekomen, Der vervulling van zijn droomen! De hamer moest er aan te pas komen, toen het ijs in den Singel te Amsterdam den beurtschipper belette om zijn schuit te meren. (Foto Pax Holland.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6