Moord op kasteel Entzberg
Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkelbeen
MAANDAG 20 JANUARI 1941'
HA'AREEM'S DAGEC'AD
VOOR DE KINDEREN
Vrijheid van School en Kerk.
Radiotoespraak van dr. H. W. van der Vaart Smit.
Het A. N. P. meldt:
Dr. H. W. van der Vaart Smit uit den Haag heeft,
voor de mierophoon gesproken over „De vrijheid van
school en kerk". Na een inleidend woord nam spre
ker eens een kijkje in het nabuurland..
Daarbij, aldus spreker, moet één ding zeer duide
lijk worden gezegd, nl. dat wat over de toestanden
in Duitschland vóór 10 Mei hier te lande verteld
werd, dooreengenomen kant noch wal raakte en dat
wie ginds de werkelijkheid ging bezien totaal andere
dingen ervoer. De school in Duitschland is steeds, de
geheele 19e en 20e eeuw door, een algemeen christe
lijke school geweest. De dusgenaamde openbare
school, gelijk wij in Nederland kennen, heelt
Duitschland nooit gekend en kent Duitschland ook
heden ten dage niet. Zelfs in den sociaal-democrati-
schen tijd, in de Weimar-republïek, handhaafde de
volksschool in Duitschland haar algemeen christe
lijk karakter. En gedurende den tijd van het Derde
Rijk, sinds 1933 dus, zijn daarin geen veranderingen
van principieelen aard gekomen. Het is een feit,
en dit moeten wij goed in het oog houden dat de
Duitsche schooltoestanden heel wat minder ontker
stening te zien gaven dan bij ons in de vorige eeuw
het geval was.
Ook over de kerk, aldus ging spreker voort, moge
zulk een algemeene opmerking voorop gaan. Wie
naar de lasterpraat luisterde, als zou deze revolutie
in wezen heidensch zijn, weet niets van de werke
lijkheid af. Immers, iedereen kan weten dat de kern
van de nieuwe beweging bijv. in Duitschland juist
uit de christelijke kerk stamde. Onder de oudste en
eerste leden der beweging hadden de christenen, met
name uit Beieren, grootendeels protestanten, de
meerderheid, wie in het oude Oostenrijk naar de
geestdriftigste aanhangers van het nationaal-socia-
lisme zocht, moest bij de kerk wezen, met name de
protestantsche. Heel Italië is Roomsch-Katholiek, en
het zou wel pure dwaasheid zijn het fascisme hei
densch te noemen, waar het juist van een door en
door Roomsch Katholiek volk afkomstig is. Spanje
met generaal Franco stelt er zijn hoogste eer in door
middel van het nieuwe van dezen tijd juist aan kerk
en religie de eereplaats terug te geven die er door
een vorig, inderdaad heidensch regime, aan ontno
men was.
Een zeer duidelijk bewijs, dat iedereen hier zelve
controleeren kan, is dat juist in Duitschland een ont
zaglijke menigte kerkelijke en religieuse lectuur in
deze jaren verschijnt, literatuur, die tevens frisch,
levendig en sterk is en natuurlijk ook rijk verkocht
wordt. Waren er geen koopers, dan zouden de uitge
vers deze stapels boeken niet ter perse leggen, en
wat van Duitschland geld, geldt ook in de andere
verbonden, Roomsch-Katholieke landen.
Deze dingen en we noemen zeer algemeene din
gen, die iedereen iederen dag nagaan kan sluiten
uit, dat men aan de revolutie van den nieuwen tijd
principieel een heidensch karakter ten laste zou mo
gen leggen. Het tegendeel is het geval. De Fransche
revolutie van 1789 had een anti-christelijk karakter
Deze revolutie heeft op schier alle punten de chris
telijke grondslagen van ons volksbestaan aangetast,
wij vinden in de nieuwe revolutie, die thans Europa
en de wereld in beweging brengt, 't groote herstel en
de alomvattende wedergeboorte. Er wordt aange
knoopt bij den tijd voor de Fransche revolutie en 't
goede dat daarin was en met uitbezeming van de
verkeerde vruchten van de Fransche revolutie
wordt thans aan onze gouden eeuw voortgebouwd
en voortgang iri den nieuwen tijd gezocht.
Spreker illustreerde dit met enkele voorbeelden,
n.l. in de eerste plaats de tegenstelling, of het in
dividu dan wel het gezin in het centrum van den op
bouw van het staatsleven staat. In de vorige periode
overheerschte een sterk individualisme. Thans komt
deze nieuwe revolutie en brengt het gezin als cen
trum van den opbouw. Dat is een stukje practisch
positief Christendom. Wie de kansen hierin niet
ziet, moet stekeblind zijn.
Een tweede punt is het gezag. Deze nieuwe revolu
tie brengt het gezag terug. Dat is wederom een stukje
practisch positief christendom, dat ontzaglijke kan
sen bevat, die een beter lot verdienen dan een on
ophoudelijk saboteerend „tegen, tegen en nog eens
tegen".
Een derde punt is de openbare zedelijkheid. Deze
nieuwe revolutie voldoet aan de oude christelijke
wenschen, dat het echtscheidingsrecht beperkt zal
worden, dat de brand zal worden gestoken in de por
nografie, en dat de publieke onzedelijkheid zal wor
den teruggedrongen. Wederom een stukje practisch
christendom.
Een vierde punt is de naastenliefde. Die was er
natuurlijk ook voorheen. Nederland had en heeft
zelfs een prachtige philantropie-diaconie. Doch de
nieuwe revolutie gaat in naastenliefde aanmerke
lijk verder. Deze nieuwe revolutie beoogt een soli
dariteit onder alle leden der volksgemeenschap,
waarbij de sterkeren voor de zwakkeren opkomen
en de winst der sterkeren in belangrijke mate
dient om de zwakkeren tot hooger niveau op te
heffen. De Winterhulp bijv. bedoelt veel meer, dan
een schamele extra-gift. Ze bedoelt zooveel te kun
nen geven, dat de mensehen werkelijk in betere
omstandigheden komen. De solidariteit, de chris
telijke solidariteit moet worden beleefd. De volks
gemeenschap moet uitgaan van de leuze: een voor
allen, allen voor een. En dit is een nieuw socialisme,
dat weliswaar den klassenstrijd verwerpt, maar in
de resultaten veeTverder komt dan het oude socia
lisme. Hier ligt een ontzaglijke toepassing in van
de christelijke solidariteitsgedaehte en daarmee
voor de christenheid een kans, die zeer groot is en
steun en lof verdient. Dok dit is een stukje prac
tisch christendom.
Als deze nieuwe revolutie, aldus spreker, zoo-
DOOR
PETER PAUL BERTRAM.
15)
„Hm Maar u hebt iemand gehoord".
„Ja".
„En verder?"
„Niets dat met den moord verband houdt".
„Vertelt u het me toch maar, je kunt nooit
weten".
Feldmann glimlachte. „Het heeft niets te be-
teekenen, maar ik heb gehoord, dat de graaf en
de gravin ruzie gehad hebben".
„Zoo?"
„Ja, hevige ruzie hebben ze gehad Ik heb welis
waar niets verstaan, maar het moet een ernstig
meenmgsverschil geweest zijn".
„Hoe laat was dat?"
„Het zal begonnen zijn om kwart voor elf en
geëindigd om half twaalf".
„Waar ,is uw kamer, mijnheer Feldmann?"
„Die is recht tegenover de kamer van de gra
vin". En toen voegde hij er aan toe: „Het zal wel
niets te beteekenen hebben. Ik heb met mijn vrouw
zaliger ook zoo vaak ruzie gehad".
„Enfin, we zullen zien", zei Buschroitner en
wenschte den heer Feldmann goeden nacht.
„Ga slapen Haberler", zei hij tegen den inspec
teur. „Ik ga ook dadelijk". Hij liep in gedachten
verzonken heen en weer. .Tenslotte schudde hij 't
hoofd en ging naar de deur. Halverwege bleef hij
echter staan, keerde zich om en ging terug naar
de schrijftafel. Hij nam de telefoon en vroeg een
nummer aan. Hij moest eenigen tijd wachten, al
vorens zich een slaperige stem meldde.
„Goeden avond, mijnheer, hier Buischroitner.
Ja, laat geworden. Ik heb net de verhooren be
ëindigd. Neen mijnheer, er is nóg niets te zeg-
gei1t Verklaringen? Meer dan me lief is. Maar
of ze wat waard zijn moet ik eerst morgen nog uit
zoeken. Verdachten? Veel te veel mijnheer.
jjeen, dat doe ik liever niet. Ik zal u de door-
Gouwleider Röver, die Zaterdag te Amsterd
sprak.
(Foto Stapl
eeuwen heen in het Duitsohe volk heeft gele
doch tijdelijk heeft gesluimerd. Na 1918 was
volk versplinterd in meer dan dertig partijen
is het eensgezind en thans leven weer dee
Germaansche deugden: eerlijkheid, moed, eiw
behulpzaamheid, naastenliefde en kamer
schap. Er moet thans een lange tijid van ïnif
vrede in Europa komen. Spreker vestigde er
volgens de aandacht op, dat het voor het Duit
volk een geluk is geweest, dat het heeft gel
gerd. Hierdoor is het sterk geworden. Ook a:
ren zullen dit moeten doormaken.
Gouwleider Röver bracht hulde aan de I
sohe vrouw. Zonder de vrouw zou in Duitsclï
niet tot stand zijn gekomen wat nu tot s
gekomen is. Zij heeft offers gebracht en vo
heeft zij den man gesteund om zijn heele pen
te geven aan het werk van den Führer. Ook br
spr. hulde aan den Duitschen soldaat, die tr
zijn plicht doet zonder te vragen en steeds b«
Tenslotte spoorde gouwleider Röver de D
sahers in Nederland aan trouw te blijven aan
Führer, bescheiden, vast van wil, en trauiw
den eed. Niet ieder kan in de eerste rij staan,i
ieder heeft zijn taak en hieraan moet hij zich
alle kracht wijden. Wanneer ieder zijn plidhtc
zal alles goed komen.
Na deze rede van gouwleider Röver name
niissaris-generaal Schmidt het woord. Hij das
den spreker en zeide. dat thans ook in Neder!
de nationaal-socialisten maroheeren en hun
deren zingen.
De vergadering werd besloten met het gems
schappelijk zingen van het Duitsche volkslif
NATIONALE VEREENIGING TOT
BEVORDERING VAN HARMONISCH?
LICHAAMSONTWIKKELING.
AMSTERDAM, 18 Januri. Het dagelij
bestuur van de Nationale vereeniging tot be
dering van Harmonische Lichaamsontwikkelï
in de bestuursvergadering van 27 December
als volgt samengesteld:
Mr. dr. J. A. van Thiel, voorzitter, 1
Broekhoff, D. J. Couvee en dr. S. Sturkop,
voorzitter, C. J. Ruurs Jr., Ie secretaris,
H. Stiens 2e secretaris, A. J. G. Strengholtjf
ningmeester, A. F. GronvaldtMuller lid vat®
dagelijksch bestuur.
De vijftig werkcomités van de vereeni|
welke over het geheele' land zijn verspreid, f
ongemoeid voort met de propaganda voort
H.L.O. Zij zijn reeds bezig met de voorberai
om in het komende voorjaar wederom ea
duizenden H.L.O.-proeven af te nernen en diploi
uit te reiken.
MAN VERMIST
Sedert 6 December 1940 wordt te Utrecht
mist Mozes van der Horst, geboren te Wageni
22 November 1891 van beroep hoofdonderv;;
voorheen wonende in den Helder. Langs vers
lende wegen is reeds getracht 'zijn verblijfplaat
te sporen, doch tot heden zonder resultaat,
gezien van der Horst in overspannen toestand
keerde, wordt een ongeluk gevreesd.
Zijn signalement luidt als volgt: lengte ongf
I.75 meter, donker uiterlijk, zware wenkbraw
donker haar, iets kaalhoofdig, hij is gekleed
donker blauw gestreept colbert costuum, do:
grijze jekker, slappe groene hoed, bruine schet
en grijze slobkousen.
De commissaris van politie van den justitif
dienst te Utrecht verzoekt ieder, die meent om:
de verblijfplaats van van der Horst inlichting*
kunnen verschaffen, daarvan ten spoedigste
zijn bureau, Catharijnekade 12 te Utrecht, b
I te willen geven.
moord met voorbedachten rade, zooals deze,
de volgende motieven hebben: jaloezie, geldd
voordeelen, haat, angst voor ontdekking en on:
ling van een compromitteerend feit in het li
van den moordenaar door den vermoorde, waa!
Duschinsky was jaloersch geweest op Von Ghet
Men kon zelfs zeggen, dat hij hem gehaat
Maar had het, van het standpunt van Duschi
gezien eenigen zin den mededinger eenvoud#
den weg te ruimen? Zou niet onmiddellijk de
denking op hem gevallen en zelfs als het
mogélijk was te bewijzen dat hij de moordenaar
hem voor goed aile mogelijltheid ontnemen
succes te hebben bij mevrouw Fechner?
Duschinsky Von Ghetaldi bij een gevecht ge
had, in woede, dan zou het geval beter bÜ
motief passen. Maar een koelbloedige moord,
laffe sluipmoord, die duidelijk naar den i
wees, moest een ander motief hebben.
Waarom, vroeg Vahoda zich af, had Dusctö
Von Ghetaldi dan toch vermoord? Waa:
Duschinsky maakte niet den indruk van een t
zinnige. Bleven als motieven materieele f
deelen of angst voor de ontdekking en ontbtf
van compromitteerende feiten uit het leven
Duschinsky.
Kon Duschinsky uit den dood van den j
leider eenig materieel voordeel verwachten' N
zei Vahoda in ieder geval niet rechtstreeks. Be::
er een mogelijkheid, dat Von Ghetaldi iets te f
gekomen was over Duschinsky's verleden? i
vraag moest voorloopig onbeantwoord blijven
Maar, combineerde Vahoda verder, het ant®
kon slechts ja of neen zijn. Was het neen, dan
deze mogelijkheid uit. Was het ja, dan moest
hierop verder bouwen. Nemen we dus eens
dat Von Ghetaldi werkelijk iets compromitteer*
wist over Duschinsky en noemen wij deze w
schap, als in een wiskundige vergelijking, V
loopig ,,x". Wat kon Von Ghetaldi met die M
schap, die Duschinsky bedreigde, gedaan het:
dat Duschinsky tot moord gedreven werd? Afi
sing? Mogelijk, maar onwaarschijnlijk.
Ghetaldi was geen afperser. En het kon toch ei|
lijk ook niet. dat VonGhetaldi tijdens de reist
nis van feiten gekegen had, die een afpersing
gelijkt maakten.
.(Wordt vervolgt!
Vergadering der N. S. D. A. P. te
Amsterdam.
Gouwleider Carl Röver spreekt.
Het,. A.N.P. meldt: Zaterdagmiddag iheeft de
Arbeitsbereich der NB.D.A.P. in Nederland een
groote vergadering georganiseerd in liet Concert
gebouw te Amsterdam. Op het podium van de
groote zaal had een muziekkapel van de lucht
macht plaats genomen. Voor het officieele begin
van de vergadering bewees de kapel dat zij zoo
wel met blaas- als met strijkinstrumenten zeer
goed overweg kon.
Nadat te klokslag 3 uur op de gebruikelijke,
steeds weer treffende wijze, de vaandels van de
onderafdeelingen der N.S.D.A.P. in Amsterdam de
zaal waren binnengedragen, opende kringleider
Paustian van den kring Amsterdam der N.S.D.A.P.
de vergadering. Hij heette de aanwezigen 'harte
lijk welkom, en begroette in het bijzonder den
spreker van dezen middag, gouwleider Carl Röver
van de gouw Weser-Ems. den bevelhebber van de
Duitsohe troepen in Nederland, generaal der vlie
gers Fr. Christiansen, den Marineibefehlshaber
admiraal Kinast. den bevelhebber van de Luft-
gau Holland luitenant-generaal Siéburg, den lei
der van de Arbeitsbereich der N.SJD.A.P. in Neder
land. commissaris-generaal F. R. Schmidt, den
gemachtigde van den Rijkscommissaris voor de
stad Amsterdam, senator Doctor Böhmke.
Vervolgens nam gouwleider Röver 'het woord.
Hij behandelde in het bijzonder de wereldbeschou
wing van Adolf Hitler. Deze is het belijden van de
ongeschreven wetten welke voor de wereld gelden.
Spreker wees erop. dat reeds bij den aanvang van
de regeering van den Führer duidelijk was dat het
wereld-Jodendom zich tegen de idee van Adolf
Hitler zou keer en. Deze idee heeft 'evenals alles
wat goed is zijn groei tijd noodig en misschien zijn
er nog wel enkele eeuwen noodig eer het Duit
sohe volk in zijn geheel zal begrijpen, wat deze
idee beteekent, De opgroeiende jeugd zal ook voor
de groote problemen van het leven komen te
staan. En'dit is noodzakelijk wil de idee van Adolf
Hitler haar grootheid bewaren. Gouwleider Röver
zeide ten aanzien van den huldigen strijd, dat de
Engelschman met blindheid is geslagen en zich
bezondigt aan het blanke ras. Steeds weer heeft
hij gepoogd op het continent Duitschland tegen
Frankrijk en Frankrijk tegen Duitschland uit te
spelen en steeds weer is dit gelukt. De Engelsch
man was hierbij voortdurend de lachende derde,
die telkens weer met de buit ging strijken zonder
zich erom te bekommeren, dat millioenen op de
slagvelden vielen. Ook elders op de wereld heeft
het zijn marskramersgeest de vrije hand gelaten,
zooals in Zuid-Afrika, waar Nederlandsche men-
sohen om een paar ellendige diamanten door het
verjoodschte Engeland werden vermoord. Wie
thans nog gelooft in een overwinning van Enge
land, is of wel idioot of wel een groote domoor.
De levenshouding van het Duitsche volk is thans
geheel anders dan tijdens den vorigen oorlog.
Het volk wordt steeds meer doordrongen van den
nationaal socialistischen geest. Wat de Führer
1 heeft gebracht is niet anders dan wat door de
slagen sturen, dan kunt u zich een beter beeld
er van vormen. Als de menschen maar niet zoo
zouden liegen! We komen er toch achter, maar het
kost allemaal extra werk. Ja, zeker, daar zal
ik voor zorgen. Goeden nacht mijnheer". Hij belde
af, draaide de lamp uit en ging heen.
De krachtige noord-oosten wind, die gedurende
den nacht gewaaid had, had alle wolken verdre
ven en toen een nieuwe dag aanbrak, stond de
zon stralend aan den hemel. De lucht was opwek
kend en Engelbert Buschroitner, die diep en droom
loos geslapen had, ging uitgerust en met energie
geladen de bibliotheek binnen, waar Haberler al
op hem wachtte. Terwijl hij ontbeet, las hij de
verslagen van de verhooren door, vulde hier iets
aan, verbeterde daar iets en vergeleek ze met zijn
aanteekeningen. a
Tenslotte zei hij: „Zeilmoser moet de doorslagen
naar den officier van Justitie in Lienz brengen. Hij
moet trouwens toch afgelost worden".
„Jawel commissaris".
„En stuur me hoofdinspecteur Lechperger even".
De deskundige voor de vingerafdrukken kwam
spoedig binnen. Buschroitner reikte hem voorzichtig
een stuk papier toe. „Daar staan de vingerafdruk
ken van Wieninger op. Fotografeert u die en ver
gelijkt u ze eens met die op de portefeuille".
„ik zal het direct doen, commissaris".
„En dan moeten we zien uit te vinden, wat er
,op het vloeibiad staat, dat in de kamer van
Duschinsky gevonden is"
Hoofdinspecteur Lechperger krabde zich achter
de ooren.
„Ik heb er gisteren een uur aan besteed, maar
ik kan er geen wijs uit worden", zet hij.
„Let eens op", zei Buschroitner. „Neem een
plankje en span daar het vloeibiad met punaises op.
Dan neemt u een dik stuk carton en snijd er met
een scheermesje een gleuf in, dertig centimeter
lang en een halve hoog. En dan komt u daarmede
bij me. Maar eerst de dactyloscopische onderzoe
ken".
„Uitstekend, commissaris".
„Zal ik iemand binnenroepen commissaris?",
vroeg Haberler, die inmiddels weer binnengekomen
was. „Zeilmoser is weg".
Buschroitner schudde het hoofd. „Nee, Haber
ler, ik zal nog even wachten. Ik wacht op bericht
uit Weenen. En dan moet ik nog twee andere
zaken uitzoeken. Weet je, Haberler, als je bij
het eerste verhoor niets weet, dat geeft niet. Maar
bij het tweede moet je al meer weten dan de ande
ren vermoeden".
„Qelooft u, dat het de graaf is, die...."
„Haberler", zei Buschroitner verwijtend, „nu
werk je al vier jaar met me en nog steeds heb
je niet geleerd, dat je in ons beroep niets gelooven
mag. Vahoda en de professor gelooven. dat het
Duschinsky is, Kriegler denkt, dat Wieninger het
gedaan heeft, de zusters Grabner gelooven, dat het
de graaf was. Allen hebben goede redenen daar
voor. Maar het kan ook nog een ander zijn. Ge
looven beteekent: niets weten!"
Inspecteur Haberler zweeg beschaamd.
„Haberler", zei Buschroitner, „een moord-onder-
zoek is net als 'n archaeologische opgraving. Eerst
vindt iemand wat en daardoor weet men, dat er iets
geweest moet zijn. Dan ga je graven. En wat vind
je? Een hoop rommel. Maar tenslotte, als je ge
duld hebt, vind je toch wat, een scherf of zoo.
En die ligt er ook maar niet zoo van „alsjeblieft,
hier ben ik", maar die zit verborgen in zand en
modder. Dat moet je dan voorzichtig wegkrabben en
de stukjes bij elkaar leggen. En als je dan alle brok
ken schoon hebt, moet je probeèren ?e in elkaar te
passen. Tenslotte heb je een urn, of een schaal, of
een vaas. Vaak ontbreekt er een stukje, maar dat
geeft niets, want dan weet je toch voldoende hoe
het geheel er uit ziet". Buschroitner schonk zich nog
een kop koffie in. „Graven en wegkrabben, Ha
berler. Je moet de waarheid uitgraven en de
leugens wegkrabben, dat is de kunst. En later mag
er geen stukje meer overblijven, alles moet passen.
En nog eens: vlijtig graven, maar voorzichtig!
Anders verniel je iets". Hij dronk aandachtig zijn
koffie en keek naar buiten naar het zonnige park.
„Het is hier mooi op het pasteel", zei hij ten
slotte. ,Het is alleen maar jammer dat wij soort
menschen hier alleen maar komen als er een zaakje
op te knappen valt".
Er werd geklopt en Lechperger k\vam binnen.
„De vingerafdrukken zijn inderdaad identiek,
commissaris", meldde hy. „En hier is het vloei
biad jnet het carton".
„Prachtig. Haberler, laat de jalouzieën neer, zoo
dal het donker wordt".
Eenige oogenblikken later lag de bibliotheek fcijna
m het donker. Buschroitner ging naar een van de
ramen en draaide een plankje van de jalouzie zoo
ver om, dat er een smalle streep zonlicht schuin in
de kamer viel. Hij wees Haberler, hoe hij het
carton er voor moest houden. Daardoor viel er
slechts een dunne streep op den grond. „En niet
zoo bewegen. Haberler, goed stil houden".
Lechperger had de voorbereidingen met verbazing
gadegeslagen.
„Zoo, geef me nu het/plankje met het vloei
biad", zei Buschroitner. Hij hield het parallel met
de naar binnen vallende lichtstreep en schoof het
langzaam dichter bij. Plotseling verschenen op het
donkergroene paper zwarte letters. De bij het
schrijven er in gedrukte groeven wierpen schadu
wen en lieten het schrift met tamelijke duidelijk
heid lezen.
„Pl'lüger, Sensengadse 11, Weenen", lazen Busch
roitner en Lechperger hardop. „Onverwachte ge
beurtenis maakt afrekening mogelijk. Duschinsky".
Lechperger floot zacht tussohen zijn tanden door.
Haberler haalde de jalouzieën óp. Buschroitner
ging naar de telefoon en vroeg dringend Weenen
aan. Het gesprek kwam bijna onmiddellijk. Busch
roitner gaf opdracht iemand naar Pflüger in de
Sènsengadse 11 te sturen en hem te vragen, om
welke afrekening het ging. Hij verzocht het resultaat
tegelijk met de andere gevraagde gegevens telefo
nisch door te geven. Wanneer hij die verwachten
mocht? Over een uur al. Dat was prachtig. Busch
roitner belde af en wendde zich tot de twee be
ambten.
„Maakt het je gemakkelijk. Toen ik met Weenen
gesproken heb kan ik toch niets doen". Hij ging
naar de met boeken bedekte muren en begon de
titels te bestudeeren. Hij nam er 'n boek uit, ging in
een gemakkelijken stoel zitten en begon te lezen.
Op dit tijdstip liep Josef Vahoda in het park van
het kasteel om den kleinen, ovalen vijver, waarin
een paar oude, bijna bemoste goudvisschen rond
zwommen. Hij had zijn handen op zijn rug en het
bovenlichaam was voorover gebogen.
Onvermoeid, als een wijzer van een klok. liep hij
rond den vijver. Terwijl zijn voeten automatisch
over het grint knarsten, werkten zijn hersens aan
de oplossing van de misdaad, die vier en twintig
uur tevoren ontdekt was.
Een moord, overlegde hy, in het bijzonder een
vele grondleggende elementen van positief-christe-
lijken aard bevat, moet vaststaan, dat'de religieuse
vrijheid in school en kerk, dus nu, eerst recht tot
ontplooiing zal kunnen komen. Het is een andere
soort vrijheid dan voorheen Voorheen was het een
vrijheid die in antithese tegen die beginselen der
Fransche revolutie in veroverd moest worden.
Thans wordt het een vrijheid die in synthese har
monisch gevonden en beleefd kan worden bij een
revolutie, die de beginselen en gegevens daartoe
met zich meebrengt en dag bij dag aanbiedt. Na
tuurlijk ontveinzen wij ons de moeilijkheden niet.
Bij de uitwerking, bij den opbouw, zal menig
bouwwerk uit vroeger dagen moeten vallen, menig
zgn. „heilig huisje" moeten worden gesloopt dat
blijkt niet zoo heilig te zijn als het leek. Het is re
volutie. Dat vergeten we niet en mogen we niet
vergeten.
Maar er is geenerlei reden om thans in alarm-
stemming te leven en in zak en asch neer te zitten
alsof deze tijd het verlies van vrijheid en religie
zal brengen. Het is dwaas in tranen bij de puinhoo-
pen der revolutie van 1789 neer te zitten en te
meenen, dat dit het verloren paradijs is. Het lijkt er
niet op. Als deze revolutie ouder geworden zal zijn.
zullen wij zien, of de kerk uit dezen tijd geleerd,
heeft aan alle wateren te zaaien en dan te oogsten
op de dagen, die God ook heden geven wil. Onze
houding moet niet negatief, maar positief zijn. Dan
groeit onze vrijheid met den dag en bouwen wij
voor een idealenryke toekomst.
Vur<li-herdcnknig door de H. O. V.
In verband met het feit, dat het op 27 Januari
a.s. 40 jaar geleden is.-dat Giuseppe Verdi te Mi
laan is overleden, zal de H. O. V. in samenwerking
met het H. O. V.-koor op, Zondagmiddag 9 Fe
bruari te 2.30 uur het .Requiem" van Verdi uit
voeren.
Als solisten zullen hun medewerkin| verleenen:
Jo Vincent, sopraan; Jeanne van den Rosiere
van Emmerick, mezzo-sopraan; Louis van Tulder,
tenor en Theo Baylé, bariton.
Het geheel wordt uitgevoerd onder leiding van
Mar in us Adam.
De kaartverkoop en plaatsbespreking is reeds
begonnen.
21.
Prik is waar hij wezen wil,
Van vreugde slaakt hij luid en gil!
De boot voor Amèrika ligt daar.
Iln te stappen hoeft hij maar!
En geweldig in zijn sas
Versnelt onze Prik zijn pas.
22.
Prikkie staat nu stil te wachten
Tusschen stapels hooge vrachten,
O, wat is hij plotseling blij
IWant de kust is eïnd'lijk vrij!
Nu is h t moment bekomen,
Der vervulling van zijn droomen!
De hamer moest er aan te pas komen, toen het ijs in den Singel te Amsterdam
den beurtschipper belette om zijn schuit te meren.
(Foto Pax Holland.)