JCunstr
Op Ontdekkingsreis
FLITSEN
KORT NfEUWS.
(DERDAG 23 JANUARI 1941
H A A R L E M'S DAGBC'AC
3
in de arbeidssfeer van...
ifeje zoo iemand hulpeloos aan den hengel
juagelen voel je dat je hem helpen moet,
iets geven moet va» je zelf, en het is
zorg, dit meeleven, dat in ons werk zoo'n
mg geeft".
vertelt me juffrouw Becker, die zich in een
witte jas langs de boorden van 't Sport-
ibad pleegt te bewegen. Zij geeft zwemles en
Sag zult ge. volleerde zwemmer, uw rondje
door het heldere water, de woorden kun-
inemen: „Buigen, spreiden en sluiten, bui-
ireiden en sluiten". Het klinkt monotoon en
in „den strijd tegen het water" niet de ge
lid om deze woorden een verborgen toe wij
beluisteren. Maar zij, die eens zelfs aan den
aimgelden, zullen zioh die toewijding van de
structrice graag herinneren. En zij weten
fmles eer belangrijke gebeurtenis in het le-
r speelt in het bijzonder in het leven van
jerlawders een groote rol. Immers, op de
trokken onze zeevaarders in alle wihdrich-
de wereld in. De zeevaarder leert het water
zooals het toomloos bulderend hem weer-
en helpt, of gladgestreken zijn naren aard
ïkt in de diepten van ziin majestueuze een
id. De zeevaarder voelt de zee als zijn
vriend en vijand tevens, doch blijft er van
wn door den veiliger scheepswand.
»-emmer ervaart net water in zijn intimiteit,
beter dan de zwemleerares kan u vertellen
water, waar we ons aan toevertrouwen zon-
een scheepswand ons beschermt, ja, waar
moedwillig aar overgéven, nadat wij eerst
sten wal. daarna den hengelband om ons
en tenslotte de kurken vaarwel hebben
dat dit water een vriend is, die onzen wil
■n ons karakter mede vormt? „Het moment,
de leerli»-g, of het een kind is of een vol-
edoet er niet toe, voor het eerst de handen
s te laten van een kant en slechts met den
in den hengel om zich heen in het water
spartelen, beteeken t soms eer triomfante-
enbük, een overwinning op het water en.
Rif!"
misschien wat groote woorden, ontleend
gedachtenwisseling met de „zwemjuffrouw"
is ze in den kit dermond heet maar toch
dê beteeken is er van tot u door, wanneer u
aringen der zwemleerares leert kermen,
en, die bijvoorbeeld zich steeds door vriend-
riendinretjes op hun kop laten zitten, laks
verlegen, kinderen, die steeds met geweld
ten moeten worden gezet, lustelooze kinde.
zooals het deftig heet kinderen met een
faardigheidscomplex. worden a»~ders wan-
het zwemmen hebben geleerd. Dan laten
niet en nergens meer op hun kop zitten!
oote menschen, die hun evenwicht en zelf-
iwen kwijt zijn, die hun durf verloren héb-
Innen deze voor het slagen in het leven on-
üjke eigenschappen terug door te leeren
ten! Vele kinderen hebben aan den hengel
[een den slag geleerd om zioh een weg door
ter te banen, maar tevens om zich te land
samenleving te bewegen,
menig oudere werd aan dezen hengel „opge-
uit zijn neerslachtigheid en kreeg hier ook
van het leven" weer te pakken.
5 ra dieper- kijkt doorgrondt deze beteelcenis
d?zwemles weldra; want waar is in grooter
wide strijd van den mensch tegen de elemen-
fgem het primitieve geweest, dat hij wil be-
hen, neergelegd dan in deze zwemles? Hier
mensch van dwalingen teruggebracht tot
n van zijn taak: beheersdhing der natuur,
geeft u tevens den sleutel tot de arbeidssfeer
zweminstructrice. Haar beroep is door-en-
lenschelijk.
vonder dat zij een vrouw is, waar rust van
een vrouw, die haar gedachten heeft laten
ier de beteekenis van haar werk en die deze
en geconcentreerd in woorden weet te for-
r.
tsct met den leerling is een eerste vereisóh-
dat geeft hem vertrouwen." De „patiënt",
'lij onder het zwembadpersoneel wel genoemd
begint met zijn handen vastgeklampt aan
!t de beenbewegingen van den schoolslag in
er te maken.
b komt hij aan den vasten hengel en leert
e bewegen.
moeilijk stadium is aangebroken wanneer
?a beenen bewogen moeter worden, want
eurt niet altijd tegelijkertijd. Wanneer je op
loopt bewegen armen en- beenen, maar in
e: moeten de beenen rusten warneer de ar-
am zijwaarts worden gebracht. De pa
il dan echter beslist ook de beenen bewe-
het kast de leerares heel wat geduld om
wvan af te brengen.
kc onder de kin", klinkt het dan over het
ater. „Beenen buigen". Gelukkig, de beenen
ook wat doen! „Armen gestrekt naar vo-
a?en, beenen spreiden".
>t!e: „Beenen krachtig sluiten",
t weer van voren af aan.
rijgt ook zoo vlug een goeden kijk op het
'van de menschen", vindt juffrouw Becker,
fschzuchtigen, de weifelenden, men herkent
de mar ier van doen in het water ïeder
is weer anders, de één brengt snel zijn ar-
Wwaarts. de ander langzaam. De één moet
aangemoedigd, de ander beteugeld De
jrares moet de theorie van het zwemmen in
tük toepasser en daarom richten wij ons
C aard van onzen „patiënt" en naar zijn
Bij eiken leerling teilen we weer anders".
verschil tusschen het onder-
het zwembad en dat op school Od school
w kinderen veel, dooh zij hoeven het niet
op eigen kracht tn de practijk toe te pas-
blijven de onderwijzeres of den leeraar
leiding voelen.
^mlcerares moet de»" leerling steeds zoo
don, dat hij zelfstandig verder kan, ge'heel
pn is op eigen kunde. Het verlaten van
wal is daar een voorbeeld van en dan
O
ton de Winterhulp Nederland
Winterhulp Nederland, den Haag.
No, 5553. Als bank der Winterhulp
Nederland is aangewezen de Kasver-
eeniging N.V Amsterdam No. 877.
n op 5553 of 877
'ipfcrhulp Nederland:
een.
een voor allen,
het van de plank springen en als kroon op het
werk: het afzwem me»
Daarom is dat zwemmen zoo voor de wilsvormg!
wilsvorming!
Er is nog een vervelend ding, dat u in het water
kwijt kunt raken: valsche schaamte. Ja, het ziet er
zoo kinderachtig uit om aan dien hengel te moeten.
Juffrouw Becker verzekert me echter dat de leer
linge» na de eertfte les volkomen van hun valsche
schaamte genezen zijn. Daarvoor is die schaamte
dan ook valsch.
Maar 'k verneem meer: in het algemeen zoude»"
de dames bij het zwemmen doorzettender zijn dan
de heeren.
Maar de zweminstructrice heeft buiten den
waard, in casu den interviewer, gerekend. Want
'eze, man zijnde, doorziet deze doorzettendlheid.
„Daar zit de slanke lijn achter, juffrouw Becker!"
En dat wordt ridderlijk of beter: jonkvrouwelijk
toegegeven. Want de weegschaal in het Sport-
fondsenba-d staat verdekt opgesteld, doch de dames
weten haar wel te vinden!
U ziet, er valt over het werk van de zweminstruc
trice heel wat te verteUe»-. 'k Wist niet dat er zoo
veel omging ginds in dat stille water bij dien her
gel, waar een menschenkind met geheel zijn wezen
is bij het armen spreiden en beenen sluiten, ter
wijl somtijds de volleerde zwemqiers met veel ru
moer den i ieuwen gast in 't water dreigen te „over
varen" gelijk een groote stoomboot met veel mis
baar in het kanaal een hulpeloos roeibootje aan den
kant hevig aan het wiegen kan maken. Roeibootjes
worden echter nooit stoomschepen. Daarvoor zijn
het dingen, maar „patiënten" worden wel volleerde
zwemmers.
Daarvoor zijn het menschen.
v. H.
Vechtpartij op fle Loosdrechtsclie
plassen.
Politie zoekt naar de aanvallers.
De gemeentepolitie van Loosdracht stelt op
het oogenblik een krachtig onderzoek in naar de
nog onbekende daders van een laffen aanslag, ge
pleegd op een jongeman uit Hilversum.
Deze Hilversumsche jergeman heeft enkele dagen
geleden op de plassen schaatsen gereden. Hij droeg
daarbij 'n speldje van de N.S.B. op de revers van zijn
jas. Enkele personen hebben toen den schaatser
aangehouden en hem verzocht het speldje van zij»"
ias te verwijderen. Toen hieraan door den jongeman
niet werd voldaan, ontstond een vechtpartij, waar
bij een der belhamels een baanveger eer bezem uit
de hand rukte en hiermede den Hilversummer te
lijf ging. De laatste werd bij deze vechtpartij ern
stig gewond. De politie heeft reeds verschillende
personen verhoord en hoopt spoedig den dader van
dezen laffen aanslag op te sporen.
(A.N.P.)
Justitieele Statistiek over 1939.
Een daling van het aantal strafzaken.
De door het Centraal Bureau voor de statis
tiek jaarlijks gepubliceerde justitieele statistiek
waarvan zoo juist jaargang 1939 is verschenen,
geeft overzichten van den omvang en aard der
werkzaamheden van de rechterlijke macht en ver
schaft bovendien gegevens betreffende de toepas
sing van procesrechtelijke bepalingen.
Het aantal bij den hoogen raad aanhangig ge
maakte strafzaken daalde in 1939 van 1089 tot
1046. Van de 1023 bij arrest afgedane zaken ein
digden 913 of 89.2 pet. met' verwerping van het
ingestelde beroep.
Bij de gerechtshoven werden 2733 hooger beroe
pen ingesteld tegen 2958 in 1938. Ook weiden min
der arresten in strafzaken gewezen: 1938 3184,
1939 2894.
In totaal was het aantal strafzaken, in eersten
aanleg bij de arrondissementsrechtbanken aange
bracht en door deze gerechten afgedaan, lager dan
in 1938; het aantal gewezen eindvonnissen was in
1938 36.211, in 1939 32.438. De daling der totaalcij
fers van aangebrachte «en afgedane zaken is in
hoofdzaak toe te schrijven aan de vermindering van
de aantallen betreffende de rechtspraak door den
politierechter. Het aantal bij den politierechter
aangebrachte zaken bedroeg in 1939 23.426 of 4110,
minder dan in 1938.
De kantongerechten deden in 1939 204.723 straf
zaken af tegen 227.982 in 1938.
Uit de velerlei bijzonderheden betreffende de
strafrechtspraak die deze statistiek bevat, blijkt o.a.
dat de toepassing van voorwaardelijke veroor
deeling in 1939 ongeveer gelijk bleef. In genoemd
jaar werden 4537 personen in voorloopige hechte
nis genomen, in 1938 4912.
Bij den Hoogen Raad werden 93 burgerlijke za
ken aanhangig gemaakt en 93 zaken bij arrest af
gedaan. Door de gerechtshoven, rechtbanken en
kantongerechten werden resp. 971, 20.311 en 43.014
burgerlijke zaken afgedaan.
Verlichting van liet uitgaansverbod.
Voor hen die nachtarbeid verrichten.
AMSTERDAM. 22 Januari. De persdienst van
het N.V.V. meldt:
Overeenkomstig de verordening van den Rijks
commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
van 22 October 1940 is het aan particulieren ver
boden zich tusschen 24 uur en\ 4 uur op straat te
begeven. Dit heeft tengevolge, dat zij. die gedeel
telijken nachtarbeid moeten verrichten, eenige
uren voor den aanvang van het werk op net werk
aanwezig moeten zijn, of wel eenige uren moeten
wachten.
Het N.V.V. heeft zich tot het departement van
justitie gewend met het verzoek om aan bakkers
en dergelijken, die in bovenstaand geval verkeeren,
een bijzonder bewijs te doen verstrekken, waar
door zij in staat zijn in de verboden uren van en
naar hun werk te gaan.
Het departement van justitie heeft medegedeeld,
dat aan het verzoek zal worden voldaan en dat
die voor een dergelijke vergunning in aan
merking willen komen zich moeten wenden tot
den districtscommandant der rijkspolitie van het
district, waarin de woonplaats van den aanvrager
is gelegen.
Het aanschouwelijk onderlijs op de scholen vormt een belangrijk onderdeel
van de Haagsche verkeersweek. In een denkbeeldige straat met denkbeeldige
voertuigen worden overtreders van de verkeersbepalingen door den „agent" in
casu den onderwijzer, berispt.
(Foto Schïmmelpenningh)
NIEUWE SERIE No. 210
List
De buren beseffen niet dat de vleiende aan
drang. waarmee Van Epscheuten hun verzocht,
hem hun auto eens te laten zien, alleen maar
een slimmigheid is, om eens goed te kunnen
inspecteeren, wie hem de in den zomer geleende
tuingereedschappen niet heeft terugbezorgd.
Andermans varkentje clandestien
geslacht.
Op laffe wijze hebben tot nog toe onbekenlde
personen onder de gemeente Wilnis een diefstal ge
pleegd. Een gezin aldaar had zioh een varkentje
aangeschaft met het doel dit dier groot te brengen,
doch het heeft hiervan helaas weinig plezier be
leefd. Toen men cil. des morgens het varken, dat
al een gewicht van ongeveer zeventig pond had,
wilde gaan voederen, bleek het dier'gestolen te zijn.
Men heeft verschillende bloedsporen aangetroffen,
waaruit viel af te leiden dat men het beest in het
varkenshok heeft gedood en daarna vervoerd. De
politie Is er nog niet in geslaagd de daders op te
sporen.
Ned. Visscherij Centrale.
De heer G. C. Groen, directeur van de Neder
landsche Visscherij-Centrale, die wegens het berei
ken van den 65-jarigen leeftijd als zoodanig af
treedt zal worden opgevolgd door den heer J. C.
van Dijk, secretaris van de Nederlandsche Vissche
rij-Centrale. De heer van Dijk wordt tevens hoofd
van de afdeeling visscherij van het departement
van landbouw en visscherij, zoodat deze beide tak
ken onder één leiding komen te staan.
Tot secretaris en waarnemend directeur van de
Visscherij-Centrale is in de plaats van den heer
Van Djjk benoemd mr. P. de Prez.
Bij besluit van den secretaris-generaal van het
departement van binnenlandsche zaken is W Hans-
sens met ingang van 1 Februari 1941 tot burge
meester der gemeente Stavenisse benoemd.
De ongeveer zestigjarige tramconducteur H
van Roosendaal is te Nijmegen te water geraakt en
verdronken.
- De Amsterdamsche politie heeft op het Water-
looplein twee jongens uit Oostzaan aangehouden,
die in een bakfiets een groote partij 225 kilo
frauduleus geslacht vleesch vervoerden.
in Haarlem
A en daarbuiten.
Storm van 's-Gravesande.
1841 21 Januari 1941.
In het gemeente Museum van Den Haag heeft
men met een kleine tentoonstelling zijner mooi
ste etsen het feit herdacht, dat Storm van
s-Gravesande vandaag voor honderd jaar te
Breda geboren werd.
Het Rijksprentenkabinet, dat zoo ongeveer
zijn geheele oeuvre bezit, hoopt dat later eens
te kunnen herhalen, wanneer niet meer alle
portefeuilles, goed verzorgd en verzegeld, ach-
er slot en grendel zullen zitten.
Is de figuur van Jhr. Mr. C. N. Storm van
's-Gravesande van voldoende groote beteekenis
in de Hollandsche kunst geweest om die her
denking te wettigen? Men wordt zoo nu en dan
wel eens een beetje ridicuul met al die her
denkingen, die. als onrijp ooft geplukt, soms
even groen aandoen als al die zestigjarigen in
de kunst, wier voornaamste verdienste het be
reiken van dien weinig zeggenden leeftijd
toch niet kan beduiden. De etser-schilder Storm
is echter bij een terugblik op de kunst der vorige
eeuw toch wel een opvallend bijzonder figuur,
die verdient voor de oogen der jongeren nog eens
opgefrischt vertoond te worden. Hij is als het
ware een verpersoonlijking van een artisten-
soort, die uitgestorven schijnt: die der belange
loos voor hun kunst levende voorname geesten,
die geen weet hebben van reclame of last van
maatschappelijke win- of eerzucht.
Storm heeft zijn roeping, schilder te zijn, zon
der veel tegenkanting kunnen volgen; hij heeft
er alleen tevoren zijn juridische studies voor
moeten afmaken, omdat de familie daar nu een
maal een brevet van hooger orde in zag, doch
niet zijn meesterstitel maar zijn toevallige
ontplooiing als formidabel etser heeft den naam
Storm van 's-Gravesande jarenlang roemrijken
klank verschaft.
Storm heeft een goed deel van zijn leven bui
tenslands gewoond: in Brussel, waar hij met
de Hollandsche schilders Oyens en Smits om
ging en met de Belgen Rops, Ensor. Mellery,
Heymans etc. verkeerde en later in Wiesbaden
en Berlijn, waar hij eveneens in de kringen der
vooruitstrevende jongere artisten een gewaar
deerde gast was.
In Brussel is hij vermoedelijk door Rops tot
de etskunst gebracht. En het bestudeeren van
Jongkind's zeldzame etsen, waarvoor Storm een
groote bewondering «had opgevat, heeft hem
denkelijk dat kostelijk lijnenschrift bijge
bracht, waardoor hij beroemd is geworden en
dat zijn meest begeerde prenten met de golf
brekers ducdalven etc. te zien geven.
Het zijn die bladen, langs de Walchersche
kust en bij Vlissingen ontstaan of als herinne
ringen aan de Lagunen van Venetië op het ko
per geworpen, die Storm's etsersroem zullen
blijven verkonden zoolang er liefhebbers eener
natuurlijk-lenige en toch gespannen teekenlijn
zullen bestaan. In die prachtig gespannen
prenten heeft Storm het essentieele van de ets
kunst bloot gelegd, met twee, drie lijnen in
sierlijke arabesken getrokken, een geheel gol
vend watervlak in barnende beweging gebracht:
in één woord met een minimum aan middelen
een maximum van effect, bereikt. Geen wonder
dat deze etsen veertig, vijftig jaar geleden door
Amerikaansche en Europeesche prentenkabinet
ten begeerd en grof betaald werden en vandaag
nog, waar men ze tegenkomt, met diep respect
bekeken kunnen worden. In zijn etswerk ligt,
diep-in verankerd. Storm's Hollanderschap.
Men zal dat etswerk steeds als een typisch-Hol-
landsche exponent der laat negentiende-eeuw-
sche herleving onzer kunstprestaties kunnen
blijven zien: het zal niet verouderen.
Storm van 's Gravesande als schilder is op an
dere wijze interessant. Daarin weerspiegelt zich
wat hem op zijn levensreis in het werk van an
deren heeft aangetrokken en waarvan hij, op
zijn wijze, vrij en onafhankelijk, als het ware
allerhand parafrases heeft nagedacht.
Met een eeuwig-jonge belangstelling heeft
Storm tot in zijn tachtiger jaren iedere nieuwe
ontluiking op het eeuwig groenende kunsüveld
gevolgd. Hem, die zooveel gereisd en zooveel ge
zien had, kon niet licht iets te gedurfd of te nieuw
zijn en het was amusant den grijzen ouden heer
tegen veel jongeren de kunst van Vincent of Cé-
zanne te hooren verdedigen. Zelf heb ik Storm
tusschen de jaren 1907 en 1913 vrij geregeld in
Den Haag ontmoet en aan zijn persoonlijkheid
niet dan verfijnde herinnering bewaard.
Zijn gehoor was met de jaren slecht geworden,
hij placht dan de rechterhand als een schelp
achter het oor te plaatsen en zijn bezoeker daar
bij zoo guitig met twinkelende oogjes aan te kij
ken, dat die vanzelf heel langzaam en gearticu
leerd ging spreken. Zeer gevoelig voor humor, kon
hij van een anecdote of een onvoorzienen draai
in het gesprek genieten met die gezellige proest
lach] es achter de opgeheven hand, zooals we dat
in de oudere comedies door acteurs als Tourniaire
en Ruys zoo prachtig hébben zien doen. Vol zat
hij van herinneringen aan ontmoetingen met
kunstenaars en zijn huis was met hun werk ge
vuld. Hij kende de beste prentendrukkers ter we
reld en was rnet hen de beste vrienden Een be
roemdheid in die dagen was de Londensche druk
ker Goulding, aan wien Storm de origineele ko
peren platen van Jongkind toevertrouwde om er
op keizerlijk Japansch papier eenige stellen van
te laten nadrukken. Maar ook met den Parijsohen
drukker Cadart en den Brusselschen drukker, die
voor Rops werkte, stond Storm in relatie. De cui
sine van het vak kende hij als weinige anderen en
van de meeste zijner platen was hijzelf tevens de
drukker, zoolang zjjn leeftijd dat toestond.
Hij heeft van zijn roem als etser genoten, hij
was er blij mee zonder er pretenties aan te ont-
leenen en heeft aan de Rijksprentenkabinetten
van Amsterdam en Berlijn uitgebreide series gra-
phische werken met een royaal gebaar geschon
ken.
Wanneer de tijd weer aangebroken zal zijn dat
zijn werk uit de kluis der veiligheid te voorschijn
gehaald wordt, zal men erkennen dat de herden
king zijner geboorte een verdiende hulde aan een
zeer apart staand kunstenaar is geweest
J. H. DE BOIS.
LANGS HET FIETSPAD.
Geval
De zon straalde vriendelijk tenminste, dat
was aan te nemen, hoewel een dik wolkendek ver
hinderde dat men haar op aarde zien kon. En
een van de eigenaardige menschelijke eigenschap
pen is, dat men zioh veel plezieriger gestemd voelt
wanneer men zien kan dat de zon schijnt, dan
wanneer men alleen maar weet dat zij het doet.
De verborgen zon dus en verder de kou. de nattig
heid want behalve dat zij de zon verhinderden
de aarde te koesteren, maakten de wolken zich
ook nog onsympathiek door alles met een fijn
regentje te besproeien en verder het feit dat
ik laat was verkregen in samenwerking, dat ik
in een vervelend humeur en pijlsnel met mijn
fiets uit het hek de straat op draaide. Met groote
vaart schoot ik verder en daarbij waren alle an
dere fietsers mij tot een voortdurende ergernis.
Niemand scheen haast te hebben. Terwijl ik
zelf met open mond de grootste moeite had om
mijn suizende ademhaling op .bevredigende wijze
te regelen reed ieder ander dermate kalm, dat niet
eens zichtbaar was dat al die menschen adem
haalden. Dat oude heertjes langzaam fietsen is
begrijpelijk: zij 'kunnen niet anders. Dat politie
agenten langzaam fietsen spreekt vanzelf: dat
volgt uit het feit dat zij nu eenmaal politie
agenten zijn. Dat slagersjongens langzaam fiet
sen is ook te verwachten; het is met voor niets
dat er soms races voor slagersjongens op fietsen
worden georganiseerd. Maar dat iederéén op zijn
dooie gemak over de straat zeult is te erg. En dat
beleefde ik. 's morgens vroeg nog wel, terwijl ik
op topsnelheid over den aardbodem schoot! Ik
had een gevoel als Malcolm Campbell in zijn
Blue Bird temidden van een troep Zon dagskan oers
gehad zou hebben; maar natuurlijk hebben Zon-
dagskanoërs Campbell's nabijheid altijd zorg
vuldig vermeden. Toch zou een groep van deze
menschen hem altijd wel een eenigszins trotsch
gevoel gegeven hebben; mij daarentegen ergerde
de langzame omgeving alleen.
Ik kreeg den indruk dat ik de eenige mensch in
heel Haarlem was die werken moest: de rest der
bevolking scheen slechts kalm over de straat te
hoeven rijden. Eigenlijk was kalm ook niet het
woord voor de wijze waarop zij zich voortbewogen.
Met een snelh<*.d. waarvoor een jongetje dat voor
het eerst op schaatsen staat zich zou schamen,
kwamen zij vooruit en in de bochten stonden zij
vrijwel stil.
Daar dacht ik over na terwijl ik zelf door een
bocht ijlde. In die bocht zag ik duidelijk dat een
juffrouw, waarlangs ik reed haar hoofd schudde
tegen mij. Zij reed pijnlijk voorzichtig door de
bocht: kennelijk iemand die niets te doen had. En
ik hijgde op de volgende af.
Die doorstuivend voelde ik plotseling dat de
fietS onder mij weg gleed. Tijdens den val vroeg
ik mij nog af of het hard aan zou komen of niet,
een vraag die men zioh in zoo'n geval altijd stelt
en waarop, voordat men hem behoorlijk heeft
kunnen overwegen, de aanraking met de straat
zelf het antwoord geeft. Het viel dezen keer
nogal mee: ik schoot zoowat een meter door over
de spiegelgladde straat en bleef toen even zitten
om te bekomen. De hoofdschuddende juffrouw
naderde in de verte. Toen ze dichtbij gekomen was
zag ik dat zij niet meer haar hoofd schudde, maar
tevreden glimlachte. Van pure tevredenheid ver
oorloofde zij zich de bocht met een zekere mate
van zwier te nemen. En tijdens haar val vroeg
ze zich ongetwijfeld ook af of (het hard aan zooi
komen of niet.
Toen de aanraking met den grond ook dit ant
woord had gegeven, stond ik op en glimlachte
tevreden.
J. J. P.
Boefjes stalen uit spoorwagons.
Vader en de kostganger hielpen!.
De Rotterdamsche politie heeft eenige lieden
aangehouden, die de laatste dagen een aantal fles-
sohen slaolie en eo. ige kazen hadden gestolen uit
spoorwagons op het emplacement aan den West-
Varkenoordscheweg.
SurveiJleerende politie-agenten ontdekten twee
jongens van twaalf en vijftien jaar oud. die zich
met een aantal flesscher slaolie en een kaas uit de
voeten wilden maken. Op het bureau bekenden zij
de goederen uit een spoorwagon te hebben gestolen.
Bij een huiszoeking bleek, dat ten huize van een
der krapen verscheidene flessohen slaolie en een
kaas waren opgeslagen, eveneens uit wagons ge
stolen De vader van een der knapen bekende op
den uitkijk te hebben gestaan, toen zijr. zoon op
de*- diefstal bezig was. De kostganger was bij de
diefstallen medeplichtig geweest. De mannen zyn
voorioopig opgesloten.