JCunstr Op Ontdekkingsreis FLITSEN KORT NfEUWS. (DERDAG 23 JANUARI 1941 H A A R L E M'S DAGBC'AC 3 in de arbeidssfeer van... ifeje zoo iemand hulpeloos aan den hengel juagelen voel je dat je hem helpen moet, iets geven moet va» je zelf, en het is zorg, dit meeleven, dat in ons werk zoo'n mg geeft". vertelt me juffrouw Becker, die zich in een witte jas langs de boorden van 't Sport- ibad pleegt te bewegen. Zij geeft zwemles en Sag zult ge. volleerde zwemmer, uw rondje door het heldere water, de woorden kun- inemen: „Buigen, spreiden en sluiten, bui- ireiden en sluiten". Het klinkt monotoon en in „den strijd tegen het water" niet de ge lid om deze woorden een verborgen toe wij beluisteren. Maar zij, die eens zelfs aan den aimgelden, zullen zioh die toewijding van de structrice graag herinneren. En zij weten fmles eer belangrijke gebeurtenis in het le- r speelt in het bijzonder in het leven van jerlawders een groote rol. Immers, op de trokken onze zeevaarders in alle wihdrich- de wereld in. De zeevaarder leert het water zooals het toomloos bulderend hem weer- en helpt, of gladgestreken zijn naren aard ïkt in de diepten van ziin majestueuze een id. De zeevaarder voelt de zee als zijn vriend en vijand tevens, doch blijft er van wn door den veiliger scheepswand. »-emmer ervaart net water in zijn intimiteit, beter dan de zwemleerares kan u vertellen water, waar we ons aan toevertrouwen zon- een scheepswand ons beschermt, ja, waar moedwillig aar overgéven, nadat wij eerst sten wal. daarna den hengelband om ons en tenslotte de kurken vaarwel hebben dat dit water een vriend is, die onzen wil ■n ons karakter mede vormt? „Het moment, de leerli»-g, of het een kind is of een vol- edoet er niet toe, voor het eerst de handen s te laten van een kant en slechts met den in den hengel om zich heen in het water spartelen, beteeken t soms eer triomfante- enbük, een overwinning op het water en. Rif!" misschien wat groote woorden, ontleend gedachtenwisseling met de „zwemjuffrouw" is ze in den kit dermond heet maar toch dê beteeken is er van tot u door, wanneer u aringen der zwemleerares leert kermen, en, die bijvoorbeeld zich steeds door vriend- riendinretjes op hun kop laten zitten, laks verlegen, kinderen, die steeds met geweld ten moeten worden gezet, lustelooze kinde. zooals het deftig heet kinderen met een faardigheidscomplex. worden a»~ders wan- het zwemmen hebben geleerd. Dan laten niet en nergens meer op hun kop zitten! oote menschen, die hun evenwicht en zelf- iwen kwijt zijn, die hun durf verloren héb- Innen deze voor het slagen in het leven on- üjke eigenschappen terug door te leeren ten! Vele kinderen hebben aan den hengel [een den slag geleerd om zioh een weg door ter te banen, maar tevens om zich te land samenleving te bewegen, menig oudere werd aan dezen hengel „opge- uit zijn neerslachtigheid en kreeg hier ook van het leven" weer te pakken. 5 ra dieper- kijkt doorgrondt deze beteelcenis d?zwemles weldra; want waar is in grooter wide strijd van den mensch tegen de elemen- fgem het primitieve geweest, dat hij wil be- hen, neergelegd dan in deze zwemles? Hier mensch van dwalingen teruggebracht tot n van zijn taak: beheersdhing der natuur, geeft u tevens den sleutel tot de arbeidssfeer zweminstructrice. Haar beroep is door-en- lenschelijk. vonder dat zij een vrouw is, waar rust van een vrouw, die haar gedachten heeft laten ier de beteekenis van haar werk en die deze en geconcentreerd in woorden weet te for- r. tsct met den leerling is een eerste vereisóh- dat geeft hem vertrouwen." De „patiënt", 'lij onder het zwembadpersoneel wel genoemd begint met zijn handen vastgeklampt aan !t de beenbewegingen van den schoolslag in er te maken. b komt hij aan den vasten hengel en leert e bewegen. moeilijk stadium is aangebroken wanneer ?a beenen bewogen moeter worden, want eurt niet altijd tegelijkertijd. Wanneer je op loopt bewegen armen en- beenen, maar in e: moeten de beenen rusten warneer de ar- am zijwaarts worden gebracht. De pa il dan echter beslist ook de beenen bewe- het kast de leerares heel wat geduld om wvan af te brengen. kc onder de kin", klinkt het dan over het ater. „Beenen buigen". Gelukkig, de beenen ook wat doen! „Armen gestrekt naar vo- a?en, beenen spreiden". >t!e: „Beenen krachtig sluiten", t weer van voren af aan. rijgt ook zoo vlug een goeden kijk op het 'van de menschen", vindt juffrouw Becker, fschzuchtigen, de weifelenden, men herkent de mar ier van doen in het water ïeder is weer anders, de één brengt snel zijn ar- Wwaarts. de ander langzaam. De één moet aangemoedigd, de ander beteugeld De jrares moet de theorie van het zwemmen in tük toepasser en daarom richten wij ons C aard van onzen „patiënt" en naar zijn Bij eiken leerling teilen we weer anders". verschil tusschen het onder- het zwembad en dat op school Od school w kinderen veel, dooh zij hoeven het niet op eigen kracht tn de practijk toe te pas- blijven de onderwijzeres of den leeraar leiding voelen. ^mlcerares moet de»" leerling steeds zoo don, dat hij zelfstandig verder kan, ge'heel pn is op eigen kunde. Het verlaten van wal is daar een voorbeeld van en dan O ton de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, den Haag. No, 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V Amsterdam No. 877. n op 5553 of 877 'ipfcrhulp Nederland: een. een voor allen, het van de plank springen en als kroon op het werk: het afzwem me» Daarom is dat zwemmen zoo voor de wilsvormg! wilsvorming! Er is nog een vervelend ding, dat u in het water kwijt kunt raken: valsche schaamte. Ja, het ziet er zoo kinderachtig uit om aan dien hengel te moeten. Juffrouw Becker verzekert me echter dat de leer linge» na de eertfte les volkomen van hun valsche schaamte genezen zijn. Daarvoor is die schaamte dan ook valsch. Maar 'k verneem meer: in het algemeen zoude»" de dames bij het zwemmen doorzettender zijn dan de heeren. Maar de zweminstructrice heeft buiten den waard, in casu den interviewer, gerekend. Want 'eze, man zijnde, doorziet deze doorzettendlheid. „Daar zit de slanke lijn achter, juffrouw Becker!" En dat wordt ridderlijk of beter: jonkvrouwelijk toegegeven. Want de weegschaal in het Sport- fondsenba-d staat verdekt opgesteld, doch de dames weten haar wel te vinden! U ziet, er valt over het werk van de zweminstruc trice heel wat te verteUe»-. 'k Wist niet dat er zoo veel omging ginds in dat stille water bij dien her gel, waar een menschenkind met geheel zijn wezen is bij het armen spreiden en beenen sluiten, ter wijl somtijds de volleerde zwemqiers met veel ru moer den i ieuwen gast in 't water dreigen te „over varen" gelijk een groote stoomboot met veel mis baar in het kanaal een hulpeloos roeibootje aan den kant hevig aan het wiegen kan maken. Roeibootjes worden echter nooit stoomschepen. Daarvoor zijn het dingen, maar „patiënten" worden wel volleerde zwemmers. Daarvoor zijn het menschen. v. H. Vechtpartij op fle Loosdrechtsclie plassen. Politie zoekt naar de aanvallers. De gemeentepolitie van Loosdracht stelt op het oogenblik een krachtig onderzoek in naar de nog onbekende daders van een laffen aanslag, ge pleegd op een jongeman uit Hilversum. Deze Hilversumsche jergeman heeft enkele dagen geleden op de plassen schaatsen gereden. Hij droeg daarbij 'n speldje van de N.S.B. op de revers van zijn jas. Enkele personen hebben toen den schaatser aangehouden en hem verzocht het speldje van zij»" ias te verwijderen. Toen hieraan door den jongeman niet werd voldaan, ontstond een vechtpartij, waar bij een der belhamels een baanveger eer bezem uit de hand rukte en hiermede den Hilversummer te lijf ging. De laatste werd bij deze vechtpartij ern stig gewond. De politie heeft reeds verschillende personen verhoord en hoopt spoedig den dader van dezen laffen aanslag op te sporen. (A.N.P.) Justitieele Statistiek over 1939. Een daling van het aantal strafzaken. De door het Centraal Bureau voor de statis tiek jaarlijks gepubliceerde justitieele statistiek waarvan zoo juist jaargang 1939 is verschenen, geeft overzichten van den omvang en aard der werkzaamheden van de rechterlijke macht en ver schaft bovendien gegevens betreffende de toepas sing van procesrechtelijke bepalingen. Het aantal bij den hoogen raad aanhangig ge maakte strafzaken daalde in 1939 van 1089 tot 1046. Van de 1023 bij arrest afgedane zaken ein digden 913 of 89.2 pet. met' verwerping van het ingestelde beroep. Bij de gerechtshoven werden 2733 hooger beroe pen ingesteld tegen 2958 in 1938. Ook weiden min der arresten in strafzaken gewezen: 1938 3184, 1939 2894. In totaal was het aantal strafzaken, in eersten aanleg bij de arrondissementsrechtbanken aange bracht en door deze gerechten afgedaan, lager dan in 1938; het aantal gewezen eindvonnissen was in 1938 36.211, in 1939 32.438. De daling der totaalcij fers van aangebrachte «en afgedane zaken is in hoofdzaak toe te schrijven aan de vermindering van de aantallen betreffende de rechtspraak door den politierechter. Het aantal bij den politierechter aangebrachte zaken bedroeg in 1939 23.426 of 4110, minder dan in 1938. De kantongerechten deden in 1939 204.723 straf zaken af tegen 227.982 in 1938. Uit de velerlei bijzonderheden betreffende de strafrechtspraak die deze statistiek bevat, blijkt o.a. dat de toepassing van voorwaardelijke veroor deeling in 1939 ongeveer gelijk bleef. In genoemd jaar werden 4537 personen in voorloopige hechte nis genomen, in 1938 4912. Bij den Hoogen Raad werden 93 burgerlijke za ken aanhangig gemaakt en 93 zaken bij arrest af gedaan. Door de gerechtshoven, rechtbanken en kantongerechten werden resp. 971, 20.311 en 43.014 burgerlijke zaken afgedaan. Verlichting van liet uitgaansverbod. Voor hen die nachtarbeid verrichten. AMSTERDAM. 22 Januari. De persdienst van het N.V.V. meldt: Overeenkomstig de verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied van 22 October 1940 is het aan particulieren ver boden zich tusschen 24 uur en\ 4 uur op straat te begeven. Dit heeft tengevolge, dat zij. die gedeel telijken nachtarbeid moeten verrichten, eenige uren voor den aanvang van het werk op net werk aanwezig moeten zijn, of wel eenige uren moeten wachten. Het N.V.V. heeft zich tot het departement van justitie gewend met het verzoek om aan bakkers en dergelijken, die in bovenstaand geval verkeeren, een bijzonder bewijs te doen verstrekken, waar door zij in staat zijn in de verboden uren van en naar hun werk te gaan. Het departement van justitie heeft medegedeeld, dat aan het verzoek zal worden voldaan en dat die voor een dergelijke vergunning in aan merking willen komen zich moeten wenden tot den districtscommandant der rijkspolitie van het district, waarin de woonplaats van den aanvrager is gelegen. Het aanschouwelijk onderlijs op de scholen vormt een belangrijk onderdeel van de Haagsche verkeersweek. In een denkbeeldige straat met denkbeeldige voertuigen worden overtreders van de verkeersbepalingen door den „agent" in casu den onderwijzer, berispt. (Foto Schïmmelpenningh) NIEUWE SERIE No. 210 List De buren beseffen niet dat de vleiende aan drang. waarmee Van Epscheuten hun verzocht, hem hun auto eens te laten zien, alleen maar een slimmigheid is, om eens goed te kunnen inspecteeren, wie hem de in den zomer geleende tuingereedschappen niet heeft terugbezorgd. Andermans varkentje clandestien geslacht. Op laffe wijze hebben tot nog toe onbekenlde personen onder de gemeente Wilnis een diefstal ge pleegd. Een gezin aldaar had zioh een varkentje aangeschaft met het doel dit dier groot te brengen, doch het heeft hiervan helaas weinig plezier be leefd. Toen men cil. des morgens het varken, dat al een gewicht van ongeveer zeventig pond had, wilde gaan voederen, bleek het dier'gestolen te zijn. Men heeft verschillende bloedsporen aangetroffen, waaruit viel af te leiden dat men het beest in het varkenshok heeft gedood en daarna vervoerd. De politie Is er nog niet in geslaagd de daders op te sporen. Ned. Visscherij Centrale. De heer G. C. Groen, directeur van de Neder landsche Visscherij-Centrale, die wegens het berei ken van den 65-jarigen leeftijd als zoodanig af treedt zal worden opgevolgd door den heer J. C. van Dijk, secretaris van de Nederlandsche Vissche rij-Centrale. De heer van Dijk wordt tevens hoofd van de afdeeling visscherij van het departement van landbouw en visscherij, zoodat deze beide tak ken onder één leiding komen te staan. Tot secretaris en waarnemend directeur van de Visscherij-Centrale is in de plaats van den heer Van Djjk benoemd mr. P. de Prez. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is W Hans- sens met ingang van 1 Februari 1941 tot burge meester der gemeente Stavenisse benoemd. De ongeveer zestigjarige tramconducteur H van Roosendaal is te Nijmegen te water geraakt en verdronken. - De Amsterdamsche politie heeft op het Water- looplein twee jongens uit Oostzaan aangehouden, die in een bakfiets een groote partij 225 kilo frauduleus geslacht vleesch vervoerden. in Haarlem A en daarbuiten. Storm van 's-Gravesande. 1841 21 Januari 1941. In het gemeente Museum van Den Haag heeft men met een kleine tentoonstelling zijner mooi ste etsen het feit herdacht, dat Storm van s-Gravesande vandaag voor honderd jaar te Breda geboren werd. Het Rijksprentenkabinet, dat zoo ongeveer zijn geheele oeuvre bezit, hoopt dat later eens te kunnen herhalen, wanneer niet meer alle portefeuilles, goed verzorgd en verzegeld, ach- er slot en grendel zullen zitten. Is de figuur van Jhr. Mr. C. N. Storm van 's-Gravesande van voldoende groote beteekenis in de Hollandsche kunst geweest om die her denking te wettigen? Men wordt zoo nu en dan wel eens een beetje ridicuul met al die her denkingen, die. als onrijp ooft geplukt, soms even groen aandoen als al die zestigjarigen in de kunst, wier voornaamste verdienste het be reiken van dien weinig zeggenden leeftijd toch niet kan beduiden. De etser-schilder Storm is echter bij een terugblik op de kunst der vorige eeuw toch wel een opvallend bijzonder figuur, die verdient voor de oogen der jongeren nog eens opgefrischt vertoond te worden. Hij is als het ware een verpersoonlijking van een artisten- soort, die uitgestorven schijnt: die der belange loos voor hun kunst levende voorname geesten, die geen weet hebben van reclame of last van maatschappelijke win- of eerzucht. Storm heeft zijn roeping, schilder te zijn, zon der veel tegenkanting kunnen volgen; hij heeft er alleen tevoren zijn juridische studies voor moeten afmaken, omdat de familie daar nu een maal een brevet van hooger orde in zag, doch niet zijn meesterstitel maar zijn toevallige ontplooiing als formidabel etser heeft den naam Storm van 's-Gravesande jarenlang roemrijken klank verschaft. Storm heeft een goed deel van zijn leven bui tenslands gewoond: in Brussel, waar hij met de Hollandsche schilders Oyens en Smits om ging en met de Belgen Rops, Ensor. Mellery, Heymans etc. verkeerde en later in Wiesbaden en Berlijn, waar hij eveneens in de kringen der vooruitstrevende jongere artisten een gewaar deerde gast was. In Brussel is hij vermoedelijk door Rops tot de etskunst gebracht. En het bestudeeren van Jongkind's zeldzame etsen, waarvoor Storm een groote bewondering «had opgevat, heeft hem denkelijk dat kostelijk lijnenschrift bijge bracht, waardoor hij beroemd is geworden en dat zijn meest begeerde prenten met de golf brekers ducdalven etc. te zien geven. Het zijn die bladen, langs de Walchersche kust en bij Vlissingen ontstaan of als herinne ringen aan de Lagunen van Venetië op het ko per geworpen, die Storm's etsersroem zullen blijven verkonden zoolang er liefhebbers eener natuurlijk-lenige en toch gespannen teekenlijn zullen bestaan. In die prachtig gespannen prenten heeft Storm het essentieele van de ets kunst bloot gelegd, met twee, drie lijnen in sierlijke arabesken getrokken, een geheel gol vend watervlak in barnende beweging gebracht: in één woord met een minimum aan middelen een maximum van effect, bereikt. Geen wonder dat deze etsen veertig, vijftig jaar geleden door Amerikaansche en Europeesche prentenkabinet ten begeerd en grof betaald werden en vandaag nog, waar men ze tegenkomt, met diep respect bekeken kunnen worden. In zijn etswerk ligt, diep-in verankerd. Storm's Hollanderschap. Men zal dat etswerk steeds als een typisch-Hol- landsche exponent der laat negentiende-eeuw- sche herleving onzer kunstprestaties kunnen blijven zien: het zal niet verouderen. Storm van 's Gravesande als schilder is op an dere wijze interessant. Daarin weerspiegelt zich wat hem op zijn levensreis in het werk van an deren heeft aangetrokken en waarvan hij, op zijn wijze, vrij en onafhankelijk, als het ware allerhand parafrases heeft nagedacht. Met een eeuwig-jonge belangstelling heeft Storm tot in zijn tachtiger jaren iedere nieuwe ontluiking op het eeuwig groenende kunsüveld gevolgd. Hem, die zooveel gereisd en zooveel ge zien had, kon niet licht iets te gedurfd of te nieuw zijn en het was amusant den grijzen ouden heer tegen veel jongeren de kunst van Vincent of Cé- zanne te hooren verdedigen. Zelf heb ik Storm tusschen de jaren 1907 en 1913 vrij geregeld in Den Haag ontmoet en aan zijn persoonlijkheid niet dan verfijnde herinnering bewaard. Zijn gehoor was met de jaren slecht geworden, hij placht dan de rechterhand als een schelp achter het oor te plaatsen en zijn bezoeker daar bij zoo guitig met twinkelende oogjes aan te kij ken, dat die vanzelf heel langzaam en gearticu leerd ging spreken. Zeer gevoelig voor humor, kon hij van een anecdote of een onvoorzienen draai in het gesprek genieten met die gezellige proest lach] es achter de opgeheven hand, zooals we dat in de oudere comedies door acteurs als Tourniaire en Ruys zoo prachtig hébben zien doen. Vol zat hij van herinneringen aan ontmoetingen met kunstenaars en zijn huis was met hun werk ge vuld. Hij kende de beste prentendrukkers ter we reld en was rnet hen de beste vrienden Een be roemdheid in die dagen was de Londensche druk ker Goulding, aan wien Storm de origineele ko peren platen van Jongkind toevertrouwde om er op keizerlijk Japansch papier eenige stellen van te laten nadrukken. Maar ook met den Parijsohen drukker Cadart en den Brusselschen drukker, die voor Rops werkte, stond Storm in relatie. De cui sine van het vak kende hij als weinige anderen en van de meeste zijner platen was hijzelf tevens de drukker, zoolang zjjn leeftijd dat toestond. Hij heeft van zijn roem als etser genoten, hij was er blij mee zonder er pretenties aan te ont- leenen en heeft aan de Rijksprentenkabinetten van Amsterdam en Berlijn uitgebreide series gra- phische werken met een royaal gebaar geschon ken. Wanneer de tijd weer aangebroken zal zijn dat zijn werk uit de kluis der veiligheid te voorschijn gehaald wordt, zal men erkennen dat de herden king zijner geboorte een verdiende hulde aan een zeer apart staand kunstenaar is geweest J. H. DE BOIS. LANGS HET FIETSPAD. Geval De zon straalde vriendelijk tenminste, dat was aan te nemen, hoewel een dik wolkendek ver hinderde dat men haar op aarde zien kon. En een van de eigenaardige menschelijke eigenschap pen is, dat men zioh veel plezieriger gestemd voelt wanneer men zien kan dat de zon schijnt, dan wanneer men alleen maar weet dat zij het doet. De verborgen zon dus en verder de kou. de nattig heid want behalve dat zij de zon verhinderden de aarde te koesteren, maakten de wolken zich ook nog onsympathiek door alles met een fijn regentje te besproeien en verder het feit dat ik laat was verkregen in samenwerking, dat ik in een vervelend humeur en pijlsnel met mijn fiets uit het hek de straat op draaide. Met groote vaart schoot ik verder en daarbij waren alle an dere fietsers mij tot een voortdurende ergernis. Niemand scheen haast te hebben. Terwijl ik zelf met open mond de grootste moeite had om mijn suizende ademhaling op .bevredigende wijze te regelen reed ieder ander dermate kalm, dat niet eens zichtbaar was dat al die menschen adem haalden. Dat oude heertjes langzaam fietsen is begrijpelijk: zij 'kunnen niet anders. Dat politie agenten langzaam fietsen spreekt vanzelf: dat volgt uit het feit dat zij nu eenmaal politie agenten zijn. Dat slagersjongens langzaam fiet sen is ook te verwachten; het is met voor niets dat er soms races voor slagersjongens op fietsen worden georganiseerd. Maar dat iederéén op zijn dooie gemak over de straat zeult is te erg. En dat beleefde ik. 's morgens vroeg nog wel, terwijl ik op topsnelheid over den aardbodem schoot! Ik had een gevoel als Malcolm Campbell in zijn Blue Bird temidden van een troep Zon dagskan oers gehad zou hebben; maar natuurlijk hebben Zon- dagskanoërs Campbell's nabijheid altijd zorg vuldig vermeden. Toch zou een groep van deze menschen hem altijd wel een eenigszins trotsch gevoel gegeven hebben; mij daarentegen ergerde de langzame omgeving alleen. Ik kreeg den indruk dat ik de eenige mensch in heel Haarlem was die werken moest: de rest der bevolking scheen slechts kalm over de straat te hoeven rijden. Eigenlijk was kalm ook niet het woord voor de wijze waarop zij zich voortbewogen. Met een snelh<*.d. waarvoor een jongetje dat voor het eerst op schaatsen staat zich zou schamen, kwamen zij vooruit en in de bochten stonden zij vrijwel stil. Daar dacht ik over na terwijl ik zelf door een bocht ijlde. In die bocht zag ik duidelijk dat een juffrouw, waarlangs ik reed haar hoofd schudde tegen mij. Zij reed pijnlijk voorzichtig door de bocht: kennelijk iemand die niets te doen had. En ik hijgde op de volgende af. Die doorstuivend voelde ik plotseling dat de fietS onder mij weg gleed. Tijdens den val vroeg ik mij nog af of het hard aan zou komen of niet, een vraag die men zioh in zoo'n geval altijd stelt en waarop, voordat men hem behoorlijk heeft kunnen overwegen, de aanraking met de straat zelf het antwoord geeft. Het viel dezen keer nogal mee: ik schoot zoowat een meter door over de spiegelgladde straat en bleef toen even zitten om te bekomen. De hoofdschuddende juffrouw naderde in de verte. Toen ze dichtbij gekomen was zag ik dat zij niet meer haar hoofd schudde, maar tevreden glimlachte. Van pure tevredenheid ver oorloofde zij zich de bocht met een zekere mate van zwier te nemen. En tijdens haar val vroeg ze zich ongetwijfeld ook af of (het hard aan zooi komen of niet. Toen de aanraking met den grond ook dit ant woord had gegeven, stond ik op en glimlachte tevreden. J. J. P. Boefjes stalen uit spoorwagons. Vader en de kostganger hielpen!. De Rotterdamsche politie heeft eenige lieden aangehouden, die de laatste dagen een aantal fles- sohen slaolie en eo. ige kazen hadden gestolen uit spoorwagons op het emplacement aan den West- Varkenoordscheweg. SurveiJleerende politie-agenten ontdekten twee jongens van twaalf en vijftien jaar oud. die zich met een aantal flesscher slaolie en een kaas uit de voeten wilden maken. Op het bureau bekenden zij de goederen uit een spoorwagon te hebben gestolen. Bij een huiszoeking bleek, dat ten huize van een der krapen verscheidene flessohen slaolie en een kaas waren opgeslagen, eveneens uit wagons ge stolen De vader van een der knapen bekende op den uitkijk te hebben gestaan, toen zijr. zoon op de*- diefstal bezig was. De kostganger was bij de diefstallen medeplichtig geweest. De mannen zyn voorioopig opgesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5