Moord op kasteel Entzberg Meer Licht. Als de dagen lengen. Het menu van den l De Vraagbaak. U VOELT U NIET PRET) LEVER-GAL .U Help U zelf met de Afwaschkwast. ZATERDAG 1 FEBRUARI 1941 HAARLEM'S DAGBLAD Misschien gaat het u wel net als mij: opstaan en ontbijten in het donker vind ik een straf. Natuurlijk zijn er velen onder ons, die dat iederen winter moeten doen omdat de plicht hen om zes uur, half .zeven uit bed trommelt, maar op het. volle uur later dat de meeste huisvrouwen uit de veeeren roept, is het altijd maar enkele weken middenin den donkersten tijd schemerig, terwijl ontbijten met kunstlicht om dien tijd al leen bij heel donker weer noodig is. Toen enkele weken geleden een overzicht werd gegeven van den vooruitgang in daglicht gedu rende Januari, konden wij denken: dat gaat den goeden kant uit, maar nu moest dat juist uitge rekend 's avonds in hoofdzaak erbij komen, ter wijl het 's morgens maar heel weinig veranderde! Dus staan we nog steeds op in pikkedonker, ont bijten in pikkedonker, en doen ons eerste huishoudelijke werk in pikkedonker, oftewel bij kunstlicht. Veel verschil maakt dat overigens niet, nu ja, je loopt niet tegen de meubels op, maar van goed werken is geen sprake: als later op den dag de zonnestralen in de kamer schijnen, dansen de opgejaagde stofjes er vroolijk in rond, de kruimels liggen nog op den grond waar je ze het minst vermoedde, en op gepolitoerde meubels zie je het einde van iedere streek van je stofdoek. Dat er niet goed gelucht kan worden door de verduistering doet niet zooveel ter zake, want we moeten onze warmte toch ook zuinig bewaren en allerminst neiging krijgen om het - heelal te willen verwarmen! Intusschen doet het er niet zoo erg veel toe, dat er in 'huis niet heelemaal naar onzen zin ge werkt kan worden, des te meer kunnen wij Hol- landsche huisvrouwen straks onze lusten op de schoonmaak botvieren, want, o prachtig excuus, wat zal dat dan broodnoodig zijn! Nu is het dan wel waar. dat wij van het len gen der dagen 's morgens niet veel merken, 's avonds doen wij dat des te meer, maar dan moeten wij er ook van weten te pr.ofiteeren en zorgen dat wij pas verduisteren als het strikt nood zakelijk is. Waarom zouden wij niet een half uurtje eerder of later eten, wanneer de verduistering anders juist onder het middagmaal valt? Zuiniger is het bovendien om dan een half uur eerder te begin nen, omdat wij dan minder licht behoeven te gebruiken, een omstandigheid waarmee wij ook terdege rekening dienen te houden. Nu wij bovendien den goeden kant weer uitgaan, kunnen wij ook eens kijken of de- tuin al wat leven vertoont, en dan blijken er zoowaar al spruiten boven den grond te komen, die een belofte voor later inhouden. Mocht het bovendien ook nog gaan dooien, dan schiet het opeens heel wat harder op en kunnen we binnenkort de eerste sneeuw klokjes verwachten. We gaan naar het licht toe, dat lijdt geen twij fel, en zeker is er in jaren niet zoo verlangd naar het voorjaar met zijn meerdere zonnewarmte, zijn mildere temperatuur en zijn ontluiking van de natuur: we zullen er zeker dit jaar extra van ge nieten kunnen en willen,, ook al ziet de wereld er dan somber en dreigend uit. E. E. J.-J>. We wijden reeds een eerste, schuchtere gedachte aan onze voorjaarskleeding. Begin Februarien dan al korte mouwtjes in de krant? Terwijl we dit schrijven vriest het dat het kraakt en er dwarrelen witte vlokken omlaag. En als u dit leest, vriest het misschien nog of al weer. En tóch is het niet zoo gek, om alvast in Fe bruari aan onze voorjaarskleeding te gaan denken, vooral jn dezen tijd, nu 't bestellen van een paar japonnetjes niet méér een kwestie van een tele foontje en 't werk van een oogenblik is! Neen, daar zit op 't moment heel wat meer moeite aan vast, dat weten we allemaal. En is 't dan niet bijzonder prettig, reeds begin Februari te weten, in welke luchtige, vroolijke, toch warm zittende costuumpjes we straks laat ons zeggen in April, de eerste lente bloemen zullen gaan koopen of plukken? U weet: een vrouw is duizend mannen te erg en een handige vrouw zeker wel tienduizend, als 't er om gaat, van een vervelende winterjurk een leuk voorj aars toiletje te maken ofnu alvast listige plannen te beramen teneinde manlief met het idee van een paar nieuwe absoluut onmisbare kleeding- stukken te verzoenen. Alles pleit dus, zooals u ziet,' vóór.korte mouwtjes in de krant en dat begin Februari! Bo vendien is de psychologische beteekenis niet te on derschatten. We hebben een langen, donkeren, kou den winternu, laat ons zeggen: bijna achter den rug. Hoe heerlijk is het, om alvast eens vooruit te zien naar den tijd, dat al die narigheid geleden is en we ons weer met korte mouwtjes! in de heerlijke lentezon mogen koesteren! De drie modellen van voorjaarscostuumpjes zul len u zeker diretc in- de juiste lentestemming bren gen, terwijl kouwelijke dames er niet van behoe ven te schrikken, want het materiaal Is warm ge noeg. Het zijnprecies de toiletjes, die u noodig zult hebben, als u 't een tikje benauwd krijgt in uw winterjurk en als 't toch nog veel en veel te grimmig is om aan linnen, katoen en crêpe de chine zelfs maar te denken! Nummer 1 is een echt trotteurtje. 't Is gedacht in frambooskleurige wollen stof met ingeweven motieven. Het pittige s trilt je, de biezen langs het DOOR PETER PAUL BERTRAM. 26) HOOFDSTUK XI. Josef Vahoda was altijd een schuchter mensch geweest. Zelfs in zijn bibliotheekje in Teplitz- Schönau was hij niet vrij, wanneer hij met zijn klanten sprak. En toen hij na het gesprek met Buschroitner de biljartkamer verliet, verbaasde hij zich er over, dat het hem gelukt was het raad sel van kasteel Entzberg op te lossen. Maar meer nog verbaasde het hem, dat hij den moed had gehad zijn theorie voor een en twintig menschen uiteen te zetten. Een theorie opbouwen, dat was een taak voor de hersens, een soort geestelijk schaakspel, dat kon je doen, als je .om den kleinen vijver Hep, de handen op den rug, alleen. Dan kon je combineeren, de verschillende menschen in gedachte dingen laten doen, zooals je bij een schaakprobleem de stukken heen en weer zet, tot je de oplossing hebt. Maar zijn theorieën ontwik kelen, meer dan twintig menschen dwingen zijn gedachten te volgen, menschen die hem, den kleinen boekhandelaar, als een zonderHng, een beetje medelijdend bekeken hadden, dat was wat anders. En hij had het tot stand gebracht, ondanks hevige remmen, ondanks potselinge angst, die hem bij de keel greep. Ja, hij had zelfs meer bereikt dan hij zich oorspronkelijk voorgenomen, had. De moor denaar had bezwijkend onder de last van zijn be wijsvoering, de hand aan zichzelf geslagen. En nu had Vahoda het doel bereikt, dat zijn eerzucht hem gesteld had. Hij had den moorde naar ontdekt. Hij had een daad volbracht, waarop hij trotsch kon zijn. Men had hem gelukgewenscht. Eigenlijk moest hij vroolijk en tevreden zijn. Maar Vahoda was niet vroolijk. Hij was bang. Bang voor den roem. Men zou hem huldigen, mis schien werd hij wel toegesproken, graaf Vestic- Falkenberg had al een toespeling in die richting gemaakt. Dr. Muir had hem de hand zoo krachtig geschud, dat zijn vingers nog pijn deden. Zelfs com missaris Buschroitier had zonder afgunst zijn suc ces erkend. Maar Vahoda wilde niet gehuldigd worden. Hij had zich niet met het geval bemoeid, omdat hij gehuldigd wilde worden, want hij was niet ijdel. Zijn hersens waren begonnen te wer ken, heelemaal vanzelf, zooals een kat op een muis afgaat. Vahoda betreurde het bijna, dat het geval ten einde was. Er viel nu niets meer te denken, niets meer te combineeren. Hij zou weer terug moeten naar de wereld van zijn boeken, de raadselachtige moorden, die slechts in de verbeelding van de schrijvers bestonden. En zoo ging hij dan, moe en teruggetrokken, naar zijn kamer, waar hij alleen was, niet samen met menschen, die hem de hand wilden schudden en hem hun bewondering wilden uitdrukken. Toen hij op de eerste verdieping kwam, zag hij een maandblad op een tafel liggen. Hij bedacht dat hij geen boek meer op zijn kamer had en nam het magazine mee. Hij kon nog wel een half uur lezen voor het diner. In zijn kamer gekomen, bladerde hij het maand blad door. Hij ontdekte een portret van een dame, die hem bekend voor kwam. „Beaite barones Hellsperg, een geziene figuur in de Weensche society", stond er onder. Hij bladerde verder. Een paar bladzijden verder vond hij een verhaal, dat heette „Drie schoten in Excelsior". Dat kon we) aardig zijn, bedacht hij en begon te lezen. Dr. Muir zat aan het .ziekbed van freule Angela. „Dus alles is opgehelderd?", vroeg Angela. „Alles", bevestigde dr. Muir, Commissaris Busch roitner had zelfs het laatste detail gevonden, de herkomst Van de veronaltabeletten. Haar stief moeder had mijnheer Von Ghetaldi het slaapmid del gebracht, toen hij daar om gevraagd had. Hij was bang dat hij van de opwinding dien nacht niet zou kunnen slapen. Een goed mensch, die commis saris; hij had den chauffeur de mogelijkheid ge boden, zonder straf voor den diefstal er af te komen. „Maar hij zal zijn betrekking toch verliezen", zei Angela. „Hij heeft toch geld verduisterd. Daar i moest men hem ook by helpen. Als hij met Eme- renzia trouwt, zal hij wel goed oppassen. Het is een goed meisje. Vraagt u eens, hoe veel het is, ik wi! graag „Ik heb commissaris Buschroitner al een chèque gegeven", zei dr. Muir. „Dat was aardig van u. Ik ben zóó blij dat alles nu voorbij is. Het was vreeselijk". „Denkt u daar maar niet meer aan", zei dr. Muir. „U moet probeeren te vergeten, opdat u spoedig weer herstelt". „Overmorgen gaat u weer weg", zei Angela. Dr. Muir knikte. „Jammer, u zult een slechten indruk van kasteel Entzberg gekregen hebben. En het is hiér zoo mooi. Wilt u niet nog een paar dagen blijven?" „Dat zou ik graag willen". „Blijft u dan. Als de andere gasten dan weg zfin en alles weer in orde is, dan zal ik u Entz berg laten zien, zooals ik het Hef heb". „Daar ben ik erg bHj om," zei dr. Muir. „En u", zei zij zacht, „ik geloof dat u mij heel blij zou kunnen maken". „Ik hoop het", zei dr. Muir, terwijl hij haar hand kuste. Er werd aan de deur geklopt. „Binnen!", riep Angela en dr. Muir stond op Josef Vahoda kwam binnen. „Goeden avond", zei hij zacht, „ik kwam even naar u informeeren". „Dat is vriendelijk van u, gaat u zitten. En laat ik u bedanken en geïukwenschen. U hebt een fraaie prestatie geleverd". Vahoda maakt een afwerende beweging. „Jawel", hield Angela vol, „u weet niet, wat de ontdekking van den schuldige voor ons be- teekend heeft. We zijn u veel dank verschul digd". Vahoda kleurde en keek ongelukkig. „En gaat het u wat beter?", vroeg hij verlegen. „Dank u, ik voel me werkeHjk al weer veel beter. Dr. Muir heeft veel zorg aan me be steed. Vahoda knikte. Een oogenblik was het stil. Toen stond hy op. „Nu ik wept dat het u beter gaat. verdwijn ik maar weer". Hij maakte een wat linksche buiging en maakte aanstalten de kamei te verlaten. Maar hij kwam nog eens terug. „Ik wilde u graag iets vragen", zei hij. „Mis schien vindt u mijn vraag dom, maar wellicht kunt u zich 'voorstellen dat zooiets mij irriteert". „Vraagt u gerust", moedigde Angela hem aan. „Toen ik naar mijn kamer ging", zei Vahoda. „toen zag ik in de hall' een oud tijdschrift liggen Omdat ik niets te lezen had, nam ik het mee. Ik heb er een verhaal in gelezen, dat erg aardig was, maar plotseling hield de tekst op. Er stond „vervolg op blz. 127", maar de bladzijden 127 tot 130 ontbraken". Vahoda keek bedrukt. „En?", vroeg Angela verbaasd. „Nu weet ik niet, hoe het verhaal afloopt", ze) Vahoda. „En dat hindert me. Ik moet steeds aan dat verhaal denken. Kent u dat verhaal mis schien?" Hij haalde uit zijn jaszak het tijdschrifl en gaf het Angela. Deze nam het aan. „Neen, 't spijt me, maar ik kan me niet herinneren het verhaal gelezen te hebben. Vraagt u het aan mijn stiefmoeder. Er staat een portret van haar in het tijdschrift, mis schien heeft zij het gelezen". Vahoda bedankte, zeide dat hij het aan de gravin zou vragen en ging heen. Vahoda was zoo in de war van het ontbreken van het slot van zijn verhaal, dat hij iedereen er naar vroeg, dien hij maar te pakken kon krij gen. Maar hij had geen geluk. Hij vond niemand, die de vertelling gelezen had of toegaf, de bladzij den er uit gescheurd te hebben. Men verbaasde zich over zijn kinderachtige hardnekkigheid, maar de indruk van zijn prestatie was nog zoo versch, dat niemand om hem durfde te lachen. Men glim lachte om Vahoda, maar behandelde hem met eer bied. Toen de gong voor het avondeten riep, kwam over allen een zekere spanning En al spoedig stond graaf Vestic-Falkenberg op, tikte zacht tegen zijn glas en dankte Vahoda voor den grooten dienst, dien hij aan de zaak der gerechtigheid, maar aan dit huis in het bijzonder bewezen had. Hij verzocht alle aanwezigen het glas op te heffen en het te ledigen op de gezondheid van den man, aan wien het te danken was, dat niemand die hier aan tafel 'zat meer in den ander een moordenaar behoefde te vermoeden. Vahoda had deze toespraak met een mengeling van verlegenheid en ontroering aangehoord. Hij voelde een vreemde beklemming in zij: achter zijn dikke brilleglazen staken is in de oogen. Hij kon nauwelijks bed): graaf Vestic-FaUcenberg hem toedroró begonnen de vragen op, hem neer te te! alle kanten. Deels verstandige vragen c lijke belangstelling en uit pure nis heid. Vahoda had spoedig geen gelegenheii ailes te antwoorden. Telkens wendde hl 'n hulpzoekenden blik naar den con tegenover hem zat en die er niets c geven, dat hij niet het succes" had ge kleinen boekhandelaar beschoren w En Buschroitner was telkens bereid Vah» te komen. Hij was niet schuchter en gaf breedvoerige inlichtingen over: van het onderzoek. Professor Pribram,- die den comnih terechtwiizing tijdens het verhoor i" geven had. kon hel niet 'nalaten een pijl jp Buschroitex' af te schieten. „Vooi mij", zei hij een beetje zelfó „is er van den aanvang af geen twijfel dat slechts één persoon als de dader t king kwam. Een feit", ging hij voort, tC baasde en zelfs spottende bHkken oj^ vestigd had, „dat de commmissaris u 1® gen". Buschroitner knikte. „Maar de eerste die de verdenkinl; ken heeft, was mevrouw hier", zei Maxw op zijn tafelbuurvrouw Mathilde Fechn® „Verdenken is gemakkelijk, maar a leveren, dat is de kunst' „Bestaan er ook foutieve bewijzefl' Melit' Grabner weten. „Neen, juffrouw Grabner", antwoorj» sor Pribram. „Een foutief bewijs is eenlj op zichzelf. Want het woord bewijs te* dat het gelukt is de juistheid van eeo theorie, waarneming of inzicht aafl^ Als een bewijs fout is, is het geen b£" (Wordt I Knolselderysoep Schorseneeren met kaassaus 'er Runderlappen Aardappelen Bitterkoekjesvla IS UW KEUKEN MODERN? Dan gebruikt U natuurlijk Jozo of m hygiënisch bereide en verpakte keul van Boekelo. RECEPTEN. lm KnolselderijsocpBenoodigdheden vo: sonen: 1 niet te groote selderijknol, wat groen, 40 gr. bloem, 20 a 30 gr. boter, 3 iin lonblokjes. Bereiding: De selderijknol schillen entli!1 snijden. Deze wasschen en in de boter 5 laten smoren. Het water met de boull! s toevoegen en de selderij knol gaar late CIO a 15 minuten). De soep binden me' gemengde bloem en met de gehakte gr e derij afmaken. stekend bij de peperbusvormige zakken met een strookje en bij het origineele vestvonniige Hjfje. Zeker een aparte vondst! De groöte knoopen zijn met dezelfde stof overtrokken. Een goedé raad? Naait u dan de witte versiering er losjes op, zoodat die gemakkelijk verfrisch't kan worden, 't Is een erg degelijk plan, twee garnitu ren te maken en ze steeds te verwisselen, want een garnituur als dit vindt zijn bijzondere charme in zijn onberispelijke witheid. Het moet er altijd uit zien of 't zoo juist uit de wasch komtl Tenslotte want we willen graag alle leeftijden te vriend houden! een bijzonder geslaagde ja pon voor oudere dames. Het model is al zeer een- steeds herhalen, zoo dat een gaatjestoer ont staat. 2e toer: als de eerste toer. Men moet ervoor zorgen, dat de stokjes boven elkaar komen. 3e toer 50 lossen, deze met 'een vaste op het le stokje vastmaken,. 50 losse en, met een vaste in het eerste gaatje bevestigen. In dat zelfde gaatje nog vier van deze lussen maken. Dit steeds herhalen. Het ziet er dan zoó uit als de teekenlng aan geeft. De afwerking is als volgt: Draai de gaatjestoeren stevig om het stokje en naai de op elkaar komende steken stevig vast. Bevestig bovenaan het stokje een touwtje, zoo dat de kwast opgehangen kan worden. Het ge makkelijkste kan men het touwtje en de kwast bevestigen door een paar gleufjes in het stokje te snijden. - Ga nu bij het afwasschen als volgt te werk: Spoel de vuilste borden en kopjes eerst met schoon water af. Wasch daarna alles af in "-eet water met een weinig so da. Gebruik hiervoor steeds de afwaschkwast. Na gebruik wordt de kwast in schoon water uitgeknepen, los geklopt en opgehangen. Deze afwaschkwast wordt weer als nieuw door ze even uit te koken met zeep en soda. Korte antwoorden op vragen van lezeressen. HOE EEN WANT TE HAKEN? Een want ls in alle opzichten een dankbaar handwerk object, want het kan bijna niet an ders, of het model moet goed uitvallen. Daarom kan de lezeres, die de vraag stelde hoe een want te haken, ook rustig op eigen houtje aan den voudig let u op den nieuwen rokvorm: bijna glad met iets meer wijdte naar den zoom toe! het aardige cachet Hgt in de tresgarneermg langs Hjfje en schootje en de vroolijke toets bij het sim pele geheel is verkregen door een jabot in heldere kleur. De japon is gedacht in muisgrijze wollen stof met iets donkerder tresj es en lichtblauwe wapper das im zijde of satijn. Een japon om altijd weer met vreugde uit de kast te grijpen! En zoo zijn we dus allen voorzien.... als de lente komt. R. gaan gaan zonder veel risico te loopen. De betr. hand wordt op een dubbel stukje papier met den duim ingetrokken, nageteekend, volgend den omtrek daarvan. Op de plaats waar de duim begint, geven wij even een horizontaal streepje aan van ongeveer 3 c.M. Dit moet nu aan den binnenkant vallen. De bovenzijde van de napie ren want knippen wij mooi ovaal afgerond bij en Volgens dit patroon kunnen wij nu aan den slag gaan. Een gehaakte want wordt het mooist, wanneer wij hem in de lengte nemen dus zetten wij er voor een aantal kettingsteken op, dat zoolang is als de lengte van de pink en den zijkant van de hand tot aan den pols. Eén zijd.e van het. haakwerkje in heen- en weer- gaande toeren, blijft dus recht (pols), de an dere zijde wordt gemodelleerd naar het papieren patroon. Is de bovenzijde aldus klaar gekomen, dan sluit hieraan onmiddellijk de binnenzijde der want aan; het gleufje voor den duim eischt dat wij het werk meteen tijdelijk in twee dee- len verder haken, het geen weinig bezwaren oplevert. Na 3 c.M. hoogte wordt het haakwerk weer nor maal tot de andere zijde is bereikt. Voor het duimpje zetten wij daarna voor ruim 6 c.M. kettingsteken op en haken dan in heen- weergaande toeren tot tophoogte. Met wat' minderen wordt de top gevormd en dan is ook dit werkje klaar. Aan de binnenzijde worden alle naadjes met de wol dichtgestikt en dan kan de polsboord aangehaakt, of liever nog aange breid worden. Het laatste sluit veel beter aan. vooral wanneer wij een steek nemen als bijv. „twee recht, twee averecht". Er is een rijke ;uze aan aardige haaksteken voor dit doel, wijl een haakwerk van eenvoudige vasten, opgefleurd met een fleurig geborduurd motief, evenzeer een smaakvolle want kan opleveren. De kabehvant uitvoeriger verteld. Zoo uitvoerig mogelijk behandelden wij reeds de kabelwant in één onzer vorige num Martine y/ittop Koning schrijft: De schorseneer, door een vorige gen: le titeld met den naam „asperge van de: J schijnt om de een of andere reden haai te hebben verloren. De meest voor de hand liggende o® wel zijn de zorg, waarmee het school® paard dient te gaan, het schrappen en! komen, dat daarbij de blankheid van verloren gaat. Laat ik u dan zeggen, dat die vot niet zoo tijdroovend behoeft te zijn als meestal voorstelt: het eenvoudig even schoonspoelen, zoodat de aarde van d» neeren wordt verwijderd, het daarna ops de hééle wortels met wat kokend water* ongeveer 10 minuten voorkoken en afpellen van de schil op de manier, ook gewend zijn amandelen van hun ontdoen gewoon dus tusschen vinger afschuiven geeft ons de schorseneer! ooogenblik kant en klaar voor de reiding. Schorseneeren met kaassaus (4 pers® 1 kg. schorseneeren 50 gr. (6 volle eet!-K raspte kaas (jonge als men den kaasss naar voren wil brengen; belegen of z;! als juist een pittige smaak gewenscht; gr. (3 afgestreken eetlepels) bloem, 3d! ne theekopjes) melk, snuifje zout. Bereid de schorseneeren voor op de beschreven wijze: maak terwijl ze kote klaar. Verwarm daarvoor, roerende op een de door elkaar gemengde kaas en blo d.L. van de melk tot een gelijk pf zonder klontjes: verdun dit, onder voeren, geleidelijk met de rest van de laat de saus even doorkoken. Laat zacht vuur de in stukjes gesneden sc in de saus verder gaar worden (oi minuten). ALS uw lever niet voldoi lederen dag moet uw lever een liter lever-P ingewanden doen vloeien. Wanneer deze® lever-gal onvoldoende is, verteert uw voedsel bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt vers lichaam is vergiftigd, u voelt u beroerd esi u ziet alles zwart. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lap: U moet CARTER'S LEVER-PILLETJES H deze liter lever-gal vrij te doen vloeien en u: geheel ander mensch voelen. Onschadelijk, pk zacht, onovertroffen om de lever-gal te doa Eischt Carter's Lever-Pilletjes bij apoüs drogisten f 0.75. (Adv. Inga mers; zeer zal ik het daarom op p? van de lezeres, welke hierbij moeilijk dervond, even precies te vernemen, i zijn. Helaas gaf deze dame geen adrei rr de beschreven wijze gebreid, haddea I reeds succes mede, zoodat het hier lijk een persoonlijke moeilijkheid bi' p spoedig opgeheven kan worden. Magj' van u hooren? Mijn adres is de Redac't t( blad. nora Hjfje en het schootje, de smalle ceintuur en de manchetjes zijn ,een tintje Hchter gekozen, b.v. zadhtlila, hetzij van wollen stof of van zijde. Deze garneering kan echter ook heel goed.in leder wor den uitgevoerd. In dit geval moet u'er uw krach ten eens op beproeven om zelf zoo'n klein leder- garniituur te maken. Het is niet moeilijk en geeft ■het japonnetje iets zeer aparts, terwijl het minder gauw vuil wordt dan wol of zijde. Nummer 2.... het bakvischjurkje voor lente- 1941! Schattig, vindt u niet, die forsche piquékraag en verdere hagelwitte versiering! 't Jurkje wordt keurig, indien u het uitvoert in donkerblauwe niet te zware, vvoHen stof. De gekruiste kraag past uit- Een inooi stevig exemplaar is vlug gehaakt. We weten allemaal, dat heit veel beter is, een kwast voor het afwasschen te gebruiken dan een doekje. Men kan dan het water veel warmer nemen en hoeft niet met de handen in het heete sop. Vooral nu we meestal met soda moeten afwasschen. is dit een groot .voor deel. Maarde afwaschkwasten, vooral de goede, zijn sch'aarsch! Daarom gaan we er zelf een ma ken. We hebben hiervoor noodig ongeveer 30 gram ongebleekte katoen no. 6, een haaknaald no. 3 en een rond stokje. We beginnen met 60 losse steken op te zetten. le toer: 1 stokje, 3 losse, 1 stokje, 3 losse. Dit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6