Op Ontdekkingsreis
FLITSEN
Radiorede van majoor Breunese
DONDERDAG 6 FEBRUARI 194T
HAARIEM'S DAGBEAD
3
in de arbeidssfeer van...
yjL LS een paddenstoel rijst de werkplaats
f\ van den kunstenaar temidden van het
naaldhout op. Het roerlooze geboomte
sluit zich beschermend om haar heen en
Ie eenzame wandelaar, die den drukken straatweg
oor de duinstreek terzijde heeft gelaten en het
andelijike zijwegje ingegaan is, zal het bescheiden,
nkele tientallen meters van hem verwijderde ge-
touwtje nauwelijks opmerken. Een atelier in de
irije natuur is een passender arbeidssfeer voor
en kunstenaar wel denkbaar? De natuur dient
ich hier aan in haar statigste tooi en het moet
rooral voor. den artist een voorrecht zijn ten allen
ijde in dit nimmer verdorrende groen te kunnen
ei-toeven Door alle eeuwen heen is de natuur im~
ners de onuitputtelijke bron van inspiratie van den
unstenaar geweest; in tallooze vormen en ver-
chijningen vond zij( haar uitdrukking oip doek en
lapier en nog altijd is zij de oorsprong van nieuwe,
rissche ideeën en zij zal dit blijven, zoolang er
den lithograaf
De lithograaf Aart van Dobbenburgh
aan den arbeid.
(Foto Archief).
kunst en kunstenaars op deze aarde zullen zijn.
Dat behoeft niemand te verwon deren, want de
unstenaarsziel is ten nauwste verwant met de na-"
(uur zelve en in hooge mate -geldt dit wel voor den
pan die hier, op dit prachtige plekje van het
eigen land, zijn kunstzinnigen arbeid verricht. Ik
ken vele van zijn fijne, met innige toewijding ge
rekende lithografieën, maar nu herinner ik mij
voor alles de bloemengroepen die hij op den steen
itomponeerde Wie zoo het rijpe, bloeiende leven
fivan bosch en veld weet weer te geven moet zioh
wel innig verknocht voelen aan de groote, onver
vangbare werken der Schepping.
Het atelier van den kunstenaar draagt de typi-
ïhe kenmerken van de artistieke arbeidssfeer.
Wanneer ge hier soms onvoorbereid mocht zijn
linnengetreden zoudt ge u -niet lang behoeven te
lezinnen op de vraag waar ge terecht waart ge
komen. Ge hebt den aard van het beroep al da
delijk herkend aan het zeer eigene karakter, dat
de .werkplaats van den artist van honderd andere
onderscheidt. Misschien hadt ge bij den eersten
blik het forsche zijraam- als het overtuigende ken
merk ontdekt, misschien was het de karakteristie
ke schildersezel, wellicht ook was het alleen de
wiide ruimte op zichzelf, die de kunstenaar zoo
parne om zich heen heeft
Er zouden meer factoren op te noemen zijn, maar
tüe dragen zij het bewijs met zich dat deze ar
beidssfeer slechts kan toebehooren aan hem die
lijn geest en zijn werkkracht heeft gewijd aan het
dienen van de kunst.
Voor mij staat de teekentafel van den lithograaf.
Eet is een lage lessenaar op breede pooten. Dit is
een belangrijk meubelstuk in het atelier, want het
beeft tot taak den steen te torsen als de teekening
er op aangebracht wordt. Niettemin staat de tee
kentafel in dit atelier eenigszins in de schaduw van
den schildersezel, omdat deze kunstenaar, die zich
fchilder in hart en nieren voelt, liever den steen
eehtstandig voor zich heeft, zoodat hij het krijt
tan hanteeren als de schilder ziin penseel en bo
vendien een beter overzicht op zijn werk lieeft. De
klassieke methoden der kunstbeoefening komen
wel eens in het gedrang in de werkplaats van den
artist, maar daar zal geen mensch bezwaar tegen
kunnen hebben. De kunstenaarsziel laat zich nu
eenmaal moeilijk aan banden leggen en bovendien
als hij zich een systeem gekozen heeft, dat hem
»ligt" en dat zijn arbeid ten goede komt, waarom
!ou hij dat niet mogen volgen?
De lithografie, haar techniek en haar beoefenaars
komen ter sprake. Het liefst en is het wonder?
- spreekt de artist over de kunst zelve, over de
vreugde'die er schuilt in het neerzetten van de
tokening, in het uiten van het allerhoogste en
'allerbeste wat de kunstenaar aan innerlijk bezit
beeft Laat men toch bedenken, zegt hij met na-
|dnrk, dat de tetihniek steeds het middel en nooit
doel van den kunstenaar moet zijn. De tech
niek is een zeer belangrijke factor en zij mag nim
mer verwaarloosd worden, doch wie er zoozeer in
opgaat dat zij boven alles gesteld wordt zal ons
Slechts zijn ijver weten aan te bieden, maar tot
let hart spréken zal hij niet!
De groote mannen der lithografie de kunste
naar heeft een diepe bewondering voor zijn be
noemde voorgangers. In Frankrijk waren 't de droo-
merige fantast Odilon Redon, Gavami, Honoré
Daumier. de felle criticus van zijn tijd, Stein-len,
èe vertolker van het menschelijke leed, in Duitsch-
-and de opstandige Kathe Kollwitz, geestverwante
van Steinlen, en Adolf Menzel. in Spanje Goya, de
teekenaar der stierengevechten, in Engeland de
romanticus Bonington, in het eigen land im de eer
ste plaats Th. van Hoytema, de weergaloos knanpe
teekenaar van vogels Zij allen hebben waarliike
scheppingen op den steen verricht en de waarte
van lithografie als kunstzinnig product tot het
hoogste peil verheven. Er ziin er meer die een eere_
Plaats verdienen, maar zij moeten binnen dit korte
tfcstek noodgedwongen ongenoemd blijven.
Van de kunst en de kunstenaars komt het ge
sprek op de techniek der lithoerafie. waaraan de
Duitscher Alois Senefelder aan het emde der acht
tiende eeuw het leven schonk. Hoe ontstaat een li
thografie'' Het teekenen geschiedt op de z.g. Solen-
,hofer kalksteen, die de eigenschap heeft dat water
'tn vetachtige stoffen, wanneer deze er op worden
ingebracht. een afstootende werking op elkaar
^'oefenen. Zoo is het te; verklaren dat lijnen die
met vet kriiï »p gcfeekend worden, na behan
deling met een vochtïgen doek en gebruik van
vette drukinkt nog zwarter worden, terwijl het
overige deel van den steen onveranderd en blank
blijft. Voor dat er afdrukken op de pers gemaakt
kunnen worden moet de steen echter verscheidene
bewerkingen ondergaan, waarvan de eerste
het etsen is, hetgeen gebeurt met verdund salpeter-,
zout- of zwavelzuur in verbinding met een oplos
sing van Arabische gom en dat tot doel heeft be
paalde chemische bestanddeelen van de door den
lithograaf gebruikte stoffen te elimineeren, waar
door, na dit fixeeren, de behandeling met water op
den steen ongestoord kan plaats vinden. Door het
chemische proces van het etsen ondergaan de blank
gebleven plaatsen van den steen dusdanige ver
anderingen dat zij, ook tijdens het voortdurende
bevochtigen bij het drukken, geen inkt opnemen.
Het teekenen op den steen, die vooraf glad ge
slepen en „gekornd" is, geschiedt zooals gezegd
met vet krijt en met een mesje of naald. Met dit
laatste worden de krijtpartijen daar, waar de
kunstenaar dit wenscht, verfijnd of gedeeltelijk
weggesohraapt. Deze oer-eenvoudige middelen, het
krijtje en het mesje, zijn voldoende om de visie
van den kunstenaar in zwart en wit vast leggpn.
Slechts de z.g. tusche, het vette teekenmateriaal in
vloeibaren toestand, is de eenige.stof die daaraan
soms toegevoegd wordt om een rijker, kleuriger ka
rakter aan het onderwerp te geven.
Een krijtje en een mesje.Kunt ge u simpeler
middelen bedenken voor het bouwen van een
kunstwerk? Ik zie die twee onaanzienlijke ingre
diënten in de hand van den lithograaf en het is mij
even wonderlijk te moede als ik denk aan de
prachtige dingen die deze kunstenaar daarmede
weet te scheppen.
In het atelier wordt de lithografie geboren, in
het atelier ondergaat zij ook haar laatste bewer
king: het afdrukken. De kunstenaar houdt zijn
handpers, die hij tezamen met een drukker be
dient, in hooge eere. De handpers is door geen en
kele-moderne machine, hoe geperfectionneerd ook,
te vervangen.
De fijne nuances op den steen gaan onherroe
pelijk verloren wanneer de offset het werk van de
handpers overgenomen heeft. En dit laatste is bij
voorbeeld bij het drukken van affiches onvermij
delijk, want de handpers volgt het tempo van den
goeden ouden tijd en moet het in productiviteit
verre tegen haar moderne collega afleggen. De
lithograaf is weinig ingenomen met het binnen
dringen der machine in zijn beroep. Hij is een
warm voorstander van het handwerk, hij beoefent
het immers zelf met volle 'overgave. En daarom is
het begrijpelijk dat hij in mineur opmerkt: „De
machine is ook ons bedrijf binnengedrongen, maar
zij heeft ons geen goeds gebracht".
Maar het moge hem tot troost strekken dat de
handpers nog niet uit zijn atelier verdwenen is en
dat de' kunst, zooals die daar als zuiver handwerk
ontstaat en groeit, ten allen tijde boven het massa
product zal uitgaan.
J. H. V.
NIEUWE BURGEMEESTER VAN SASSENHEIM
Bij besluit van, den secretaris-generaal van het
departement van Binpenlandsche Zaken is jhr. mr.
R. Sandberg van Boelens met ingang van 15 Febr.
1941 tot burgemeester van de gemeente Sassen-
heim benoemd.
De heer Sandberg van Boelens is 1 Januari 1899
in Groningen geboren. Hij was vroeger secretaris
van .het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode
Kruis en tot voor eenigen tijd chef van het kabinet
van den Commissaris in Zuid-Holland.
HAAGSCHE CREDIETVEREEN. EN DEPOSITO-
KAS WORDT DOOR DE HOLLANDSCHE BANK-
UNIE N.V. OVERGENOMEN
Naar het ANP verneemt zal, behoudens goedkeu
ring van de op 21 Februari a.s. te houden buiten
gewone algemeene vergadering van aandeelhouders
der N.V. de 's Gravenhaagsche Crediet-vereeniging
en Depositokas. het bedrijf dezer vennootschap
overgaan aan de Hollandsche Bank-Dnie N.V.
io s
van de Winterhulp Nederland
Winterhulp Nederland, den Haag,
No. 5553. Als bank der Winterhulp
Nederland is aangewezen de Kasver-
eeniging N.V. Amsterdam No. 877.
Stort op 5553 of 877
Winterhulp Nederland: breng licht in
het leven uwer landgenooten.
Doet uw plicht als Nederlander en geeft
naar kunnen.
Het Haarlemsche Stadhuis.
Wat de aan- en verbouw in totaal kostte.
B. en W. schrijven aan den Raad:
In zijn vergadering van 27 April 1938 stelde de
Raad het crediet voor de verbouwing en uitbreiding
van het Stadhuis vast op 348.960. In dit bedrag
was 23.000 begrepen voor los meubilair. Bij vo
renbedoeld besluit werd de burgemeester voorts
gemachtigd om met betrekking tot een voorschot
van 326.000 (voor het Werkfondsplan no. 1073)
met den Staat der Nederlanden een overeenkomst
aan te gaan. Op 1 Juni 1939 is met den Staat een
overeenkomst gesloten, waarbij aan de gemeente
Haarlem voorg emeld doel een voorschot wordt
verleend van ten hoogste 325.960.
De uitvoering van de verbouwing c.a. is thans
gereedgekomen, zoodat de totale uitgaven kunnen
worden vastgesteld. -Voor de verbouwing en uit
breiding bedragen deze rond 353.000 en voor de
inrichting 30.900, derhave onderscheidenlijk
27.040 en 7.900 meer. In het bedrag voor de
verbouwing is begrepen de uitkeering aan de deel
nemers aan de prijsvraag, ad 4000. Aan de aan
nemers G. Metselaar en Co. is wegens extra op
gedragen werk 32.404.15 meer uitbetaald. Hier
voor was 2.800 geraamd. Mede tengevolge van de
ingetreden prijsstijging van de materialen, is voor
de aanschaffing van het stalen meubilair een hooger
bedrag noodig geweest dan- waarop aan'vankelijk
was gerekend.
In verband met het bovenstaande stellen B. en
W. den raad voor, het beschikbaar gesteld crediet
ad 348.960 te verhoogen met 27.040 en 7.900
en alzoo te stellen op 3&3.900.
Het ligt in de bedoeling aan den Rijksdienst voor
de werkverruiming te 's-Gravenhage, te verzoeken,
om het hiervoorbedoeld voorschot van 325.960 te
verhoogen tot rond 349.000.
In dit bedrag is niet begrepen het be
drag ad 4000 hetwelk is betaald aan de deel
nemers aan de prijsvraag, aangezien deze som niet
kan worden aangemerkt als te behooren tot den
bouw en daarom ook niet in den oorspronkelijker
opzet voor het Werkfonds is opgenomen.
BENOEMD TOT LID VAN RIJKSCOMMISSIE.
Bij beschikking van den secretaris-generaal van
het departement van Opvoeding, Wetenschap en
Cultuurbescherming is aan W, Kramer, leeraar aan
het Wageningsch Lyceum te Wageningen op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als lid der rijks
commissie van advies inzake toelating van leer
lingen tot openbare en gesubsidieerde hoogere bur
gerscholen eri is tijdelijk benoemd als zoodanig:
R. Kuitert, rector van het Kennemer Lyceum te
BloemendaaL
TÓONEELVOORSTELLING „J. J. CREMER".
De voorstelling van de Haarlemsche Tooneelvereeni-
ging „J. J. Cremer', die Zondag 9 December gegeven zou
worden, kan wegens ziekte van eenige leden op dien da
tum niet plaats hebben. De voorstelling zal nu plaats
hebben Maandagavond 17 Februari in hotel „De
Leeuwerik".
A.s. Zondagmiddag organiseert deze vereenlging een
thé dansant in genoemd hotel.
STICHTING VOOR DEN HOOI- EN
STROOHANDEL.
De hooi- en stroohandel in Noord-Holland heeft
in de instelling van de commissie betreffende den
opbouw van een zelfstandige organisatie ter ont
wikkeling van het bedrijfsleven aanleiding gevon
den over te gaan tot het vormen eener stichting,
welke ten doel heeft de belangen van den handel
te behartigen en hiervoor contact te zoeken met de
van regeeringswege met de uitvoering belaste licha
men. Het secretariaat dezer stichting, kort genoemd
„Prodethes" is gevestigd te Hoorn.
OPVOERING VAN „VADER THUIS" DOOR HET
CENTRAAL TOONEEL
Het Centraal Tooneel (N.V.) directeur Cees
Laseur, artistieke leiding Cees Laseur en Cor Ruys,
dat door omstandigheden dit seizoen nog niet te
Haarlem is opgetreden, zal Vrijdag 7 Februari a.s.
in den Stadsschouwburg, een opvoering geven van
„Vader Thuis", blijspel van Howard Lindsay en
Russel Crouse, bewerkt naar Clarence Day's short
stories „Live with Father" in de vertaling en onder
regie van Cees Laseur.
In dit blijspel, dat reeds een 60-tal voorstellingen
mocht beleven zullen medespelen: Cees Laseur, Rïe
Gilhuys. Joan Remmelts, Ko van Dijk. Bab Wijs
man. Mies Hagens, Sara Heyblom. Elly Weller,
Pauky Bigot. Ans van Merlevoort. Teunke Orré.
Asta Lee en Jos. Ottcn, Arend Hauer. Gerard Re-
kers. De décors van zijn Arend Hauer.
Gouden bruiloft.
Dinsdag 18 Februari a.s. is het vijftig jaar
geleden, dat de heer A. P. van Gend en zijn vrouw
P. L. Courée, wonende Da Costastraat 44 te Haar
lem, in den echt werden verbonden. Bruid en
bruidegom, die beiden in Haarlem geboren zijn, ge
nieten een goede gezondheid en hebben, zooals een
hunner zoons verzekerde, een gelukkig huwelijks
leven. De heer Van Gend is 11 Augustus 1866 ge
boren en is dus 74 jaar oud: zijn vrouw is twee
jaar jonger. Het echtpaar heeft vièr kinderen en
drie kleinkinderen.
De bruidegom is 38 jaar lang als behanger in
dienst geweest bij de firrrfa Van Niel in de
Schagchelstraat. welk dienstverband tien jaar ge
leden eindigde, toen die firma werd opgeheven. De
heer Van Gend is toen voor zichzelf begonnen,
maar werkt nu niet meer. Zijn zaak wordt thans
door zijn zoon voortgezet.
Ter gelegenheid van dit gouden feest hebben de
kinderen een smaakvolle versiering in de woning
aangebracht.
Wij wenschen het echtpaar, dat al 35 jaar lang
Haarlem's Dagblad leest, van harte geluk.
Het zün geen katjes, om zonder handschoen aan te pakken, de panters, die in Carré te
Amsterdam een interessant nummer van het circusprogramma geven.
(Foto Pax-Holland)
No. 222
Jantje binnenroepen
1. Mompelt dat
het hoog tijd is, dat
die jongen binnen
komt, gaat naar de
voordeur en roept:
Jan!
2. Wacht, her
haalt zijn roep en
kijkt de straat op
en af.
3. Loopt naar den
trottoirrand en ver
heft zijn stem nog
luider.
4. Hoort verschei
dene vrouwen bij
haar mannen infor-
meeren of zij soms
riepen en zoo ja,
wat is er?
5. Beseft dat hij
zoo de heele buurt
in onrust brengt en
gaat over tot het
familicfluitje.
6. De hond van
de buren reageert
daarop onmiddel
lijk en op harte
lijke wijze.
7. Hoort de buren
hun hond roepen en
beseft dat hij hem
naar hun huis zal
moeten brengen.
8. Gaat in huis
terug om te ont
dekken dat Jantje
al een uur in den
kelder was, aan het
werk met zijn model
vliegtuig.
Over den Arbeidsdienst
De commandant van den Opbouwdienst, ma
joor Breunese, heeft voor de radio de volgende
rede uitgesproken:
„Meer dan ooit moet Nederland in dezen tijd
zijn uiterste krachten inspannen om zichzelf te
blijven.
Wat wij ook thans ondernemen, welke instel
lingen wij ook in het leven roepen, wij moe
ten vóór alles en bij dit alles Nederlanders blij
ven, willen wij onze plaas in welke wereld ook
behouden.
Dat geldt in het bijzonder yoor den Arbeids
dienst, dien Vij thans voorbereiden en die
aldus mijn opdracht een Nederlandsche
Arbeidsdient moet zijn. Dat beteekent, dat de
arbeid zal geschieden op eigen bodem en ten
nutte van ons eigen volk.
Moet het reeds in normale tijden voor iederen
jongeman een aanrekkelijke gedachte zijn. moet
hij er eigenlijk een eer in stellen te kunnen en te
mogen werken aan den Nederlandschen. bodem
ten nutte van eigen volk, hoeveel te meer dan
in dezen tijd, nu iedere nieuwe vierkante .meter
grond, die wij. hetzij, door drooglegging, door
afwatering of door ontginning kunnen winnen,
er daadwerkelijk toe kan bijdragen de nooden
van ons volk te verlichten.
Doch het gaat "in den Arbeidsdienst minder
om de knikkers dan om het spel. Minder om
het stoffelijk resultaat van den arbeid dan
om de opvoedende waarde, die een half jaar
arbeid tezamen met andere jongens bezit. De
Arbeidsdienst is een opvoedingsinstituut en
kan ook als zoodanig niet anders zijn dan
Nederlandsch.
Mij is nu gebleken, dat ten aanzien van den
Arbeidsdienst als opvoedingsinstituut op twee
punten zoo al geen misverstanden bestaan, dan
toch een duidelijke, ondubbelzinnige verklaring
op prijs zou worden gesteld. Die twee punten
zijn:
De verhouding van den Arbeidsdienst tot de
politieke partijen en de geestelijke verzorging
in den arbeidsdienst.
Ik wil hier gaarne de verklaring afleggen, die
men van mij verlangt.
Wat het eerste punt, de verhouding van den Ar
beidsdienst tot de politieke partijen betreft,
het volgende:
Ik zelf sta geheel en al buiten den politie-
ken strijd. Naar mijn meening is deze strijd,
zoowel in den vorm. waarin hij vroeger werd
aangevoerd, als in dien. waarin hij thans op
nieuw wordt aangewakkerd, ten eenenmale scha
delijk voor het bereiken van onze thans meer
dan ooit noodzakelijke eenheid.
Ik betreur dus de bestaande politieke ver
scheidenheid. Niets ware mij aangenamer dan
het totstandkomen van een heel ons volk om
vattende werkelijke eenheid op dit terrein en
daarbij heb ik geen enkele voorkeur voor eenige
wijze, waarop die eenheid tot stand zou moeten
komen.
Zoolang echter de politieke verscheidenheid
een feit is. zal de Arbeidsdienst onder mijn
leiding aan geen enkele partij gebonden zijn.
Ik vertrouw er vast op, dat deze instelling er
krachtig toe zal bijdragen de bestande ver
deeldheid althans in onze jeugd op te heffen en
aldus het terrein voor een waarlijk nationale
aaneensluiting zal banen. Doch zoolang dit
punt, wellicht na vele jaren arbeid, niet is be
reikt. zal in de kampen van den Arbeidsdienst
worden gezwegen over de politiek. Daar wordt
het belang van het land gediend, daar wordt
saamhoorigheid en kameraadschap gekweekt,
daar zoeken wij alles, wat ons vereenigt en ver
mijden wij alles, wat ons verdeelde
Verscheidene malen is mij gebleken, dat de be
langstelling van een groot deel onzer landgenoo
ten gespannen is op het punt der gees tel ij ke
verzorging in den Arbeidsdienst. Daarom stel
ik er prijs op te verklaren, dat deze verzorging
naar de volgende richtlijnen zal zijn geregeld:
Ten eerste: wanneer de ouders verlangen dat
hun kinderen buiten de diensturen ter kerke gaan
of godsdienstonderwijs ontvangen, zal de Arbeids
dienst als opvoedingsinstituut zorgen, dat hier
aan gevolg wordt gegeven.
Ten tweede: in gevallen van ernstige ziekte kun
nen de bedienaren van den godsdienst de zieken
bezoeken: natuurlijk kunnen zij te allen tijde de
sacramenten toedienen.
Ten derde: voor en na tafel wordt steeds ge
legenheid gegeven tot gebed.
Ten vierdealle erkende Christelijke feestdagen
zullen worden gerespecteerd.
Ten vijfde: op verzoek van de kerkelijke over
heden, van het episcopaat of de synode wordt
hun een lijst met de namen van alle in de ver-
schallende kampen aanwezige geloofsgenooten
overgelegd.
Ten zesde: voor kerkbezoek naar afgelegen
plaatsen zullen -zooveel mogelijk transportmid
delen ter beschikking worden gesteld.
Ik meen, dat hiermede in deze kwestie een be
vredigende oplossing is gevonden.
Ik moge dit alles besluiten met een persoonlijk
woord tot ieder van onze jonge landgenooten,
studenten zoo goed als jonge boeren, jongens in
de fabriek en de werkplaatsen zoo goed als jon
gens, dde zonder arbeid hun tijd op straat ver
doen en niet aan den slag kunnen komen.
Tot ieder van u zeg IkGij hebt misschien allen
uw heel eigen denkbeelden over de wijze, waarop
Nederland tot een welvarend land kan worden
gemaakt. Gij hebt deze denkbeelden wellicht in
debatingclubs, op het schaftuurtje of in uw dorp
's avonds bii de brug vele malen uiteengezet en
verdedigd. Maar hebt gij ooit iets ge d a a n om
de welvaart van uw land te bevorderen? Hebt gij
ooit de handen uit de mouwen gestoken en m e t-
terdaad bijgedragen om de vraagstukken van
dezen tijd tot een oplossing te brengen boven
al het vraagstuk der saamhoorigheid in ons volk?
Nog steeds staan in alle gemeentesecretarieën
in ons land de loketten voor de aanmelding bij
den Arbeidsdienst open. Nog kunnen vele duizen
den van onze jonge landeenooten door zich aan
deze loketten aan te melden voor dezen dienst,
toonen. dat zij in dezen tijd anders dan de
helaas zoo vele stuurlui aan den wal. anders dan
de velen, die mokkend afgeven op alles, wat er
aan opbouwend werk in dezen tiid gebeurt niet
afzijdig willen staan, dat zij de handen \iit de
mouwen willen steken, werkend op onzen eigen
bodem voor ons volk.
Jongemannen, ik verwacht van u een daad!"
Ds. A. G. H. van ïïoogcnliuyzc
overleden.
Woensdag is op den leeftijd van 69 jaar on
verwacht overleden ds. A. G. H. van Hoogenhuyze,
Ned. Herv. predikant te Amsterdam.
Ds. van Hoogenhuyze oefende het predikambt uit
sinds 1897 en stond sedert 1912 in Amsterdam.
Op 22 Augustus 1897 is hij te Ierseke predikant
geworden. Deze gemeente heeft hij vier jaar later
met Doom verwisseld, vanwaar hij op 25 Februari
1912 te Amsterdam gekomen is. Als wijkpredikant
der Indische buurt is hij daar ook de stichter der
Elthetokerk geworden. Buiten de AmsteHamsche
gemeente heeft ds. van Hoogenhuyze zie!» vooral
bekend gemaakt door het presidium van de Evan
gelische maatschappij en het bestuurslidmaatschap
van vele vereenigingen.
EXAMENS.
ACADEMISCHE OPLEIDING.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit van Amsterdam
tot arts de heeren H. de Zwaan (Amsterdam) en J. de
Koning (Ameide); artsexamen le gedeelte de heeren N.
w. ,i Peinot (Obrlcht) F, B, J. Jacobs (Bergen op Zoom)
en P. Staverman (Vljsslngcn).
Doctoraal geneeskunde de heeren E. A. C. Roest cn M.
v Mannlg. Doctoraal natuurkunde: de heer L. Klere
koper. Doctoraal geschiedenis cum laude de heer Th.
Breed. Candldaats rechten de heer H. G. Lesferhuis.
HET NEDERLANDSCHE OPERETTE
GEZELSCHAP.
In een onlangs gehouden ledenvergadering van
het Nederlandsche Operette Gezelschap te Haar
lem werd het bestuur als volgt gewijzigd: H. Wie-
ringa, voorzitter, C. J .van Reyendam, secretaris,
Jac. Gosen, penningmeester, mej. N. Hoorik en
mej. T. Brink.
Thans is in studie genomen de operette van
Frans Lehar „Die lustige Witwe". De rollen wor-
den ven-u ld door Dora Witt, Jac. Gosen, J. Reyn-
der, H. Wieringa en mevr. Reynders. De regie be
rust bij Jac. Gosen en de algeheele leiding is in
handen van Jac. Zwaan.
Teveijs is in oprichting een balletgroep onder
leiding van Lizze May, dan?leerares.
Op Zaterdag 22 Februari wordt een bal georgani
seerd in de groote zaal van hotel „De Leeuwerik";
Dora Witt en Jac. Gosen zullen operetteschlagers
zingen, en ook „The Margians" verleenen mede
werking.