Op Ontdekkingsreis FLITSEN Radiorede van majoor Breunese DONDERDAG 6 FEBRUARI 194T HAARIEM'S DAGBEAD 3 in de arbeidssfeer van... yjL LS een paddenstoel rijst de werkplaats f\ van den kunstenaar temidden van het naaldhout op. Het roerlooze geboomte sluit zich beschermend om haar heen en Ie eenzame wandelaar, die den drukken straatweg oor de duinstreek terzijde heeft gelaten en het andelijike zijwegje ingegaan is, zal het bescheiden, nkele tientallen meters van hem verwijderde ge- touwtje nauwelijks opmerken. Een atelier in de irije natuur is een passender arbeidssfeer voor en kunstenaar wel denkbaar? De natuur dient ich hier aan in haar statigste tooi en het moet rooral voor. den artist een voorrecht zijn ten allen ijde in dit nimmer verdorrende groen te kunnen ei-toeven Door alle eeuwen heen is de natuur im~ ners de onuitputtelijke bron van inspiratie van den unstenaar geweest; in tallooze vormen en ver- chijningen vond zij( haar uitdrukking oip doek en lapier en nog altijd is zij de oorsprong van nieuwe, rissche ideeën en zij zal dit blijven, zoolang er den lithograaf De lithograaf Aart van Dobbenburgh aan den arbeid. (Foto Archief). kunst en kunstenaars op deze aarde zullen zijn. Dat behoeft niemand te verwon deren, want de unstenaarsziel is ten nauwste verwant met de na-" (uur zelve en in hooge mate -geldt dit wel voor den pan die hier, op dit prachtige plekje van het eigen land, zijn kunstzinnigen arbeid verricht. Ik ken vele van zijn fijne, met innige toewijding ge rekende lithografieën, maar nu herinner ik mij voor alles de bloemengroepen die hij op den steen itomponeerde Wie zoo het rijpe, bloeiende leven fivan bosch en veld weet weer te geven moet zioh wel innig verknocht voelen aan de groote, onver vangbare werken der Schepping. Het atelier van den kunstenaar draagt de typi- ïhe kenmerken van de artistieke arbeidssfeer. Wanneer ge hier soms onvoorbereid mocht zijn linnengetreden zoudt ge u -niet lang behoeven te lezinnen op de vraag waar ge terecht waart ge komen. Ge hebt den aard van het beroep al da delijk herkend aan het zeer eigene karakter, dat de .werkplaats van den artist van honderd andere onderscheidt. Misschien hadt ge bij den eersten blik het forsche zijraam- als het overtuigende ken merk ontdekt, misschien was het de karakteristie ke schildersezel, wellicht ook was het alleen de wiide ruimte op zichzelf, die de kunstenaar zoo parne om zich heen heeft Er zouden meer factoren op te noemen zijn, maar tüe dragen zij het bewijs met zich dat deze ar beidssfeer slechts kan toebehooren aan hem die lijn geest en zijn werkkracht heeft gewijd aan het dienen van de kunst. Voor mij staat de teekentafel van den lithograaf. Eet is een lage lessenaar op breede pooten. Dit is een belangrijk meubelstuk in het atelier, want het beeft tot taak den steen te torsen als de teekening er op aangebracht wordt. Niettemin staat de tee kentafel in dit atelier eenigszins in de schaduw van den schildersezel, omdat deze kunstenaar, die zich fchilder in hart en nieren voelt, liever den steen eehtstandig voor zich heeft, zoodat hij het krijt tan hanteeren als de schilder ziin penseel en bo vendien een beter overzicht op zijn werk lieeft. De klassieke methoden der kunstbeoefening komen wel eens in het gedrang in de werkplaats van den artist, maar daar zal geen mensch bezwaar tegen kunnen hebben. De kunstenaarsziel laat zich nu eenmaal moeilijk aan banden leggen en bovendien als hij zich een systeem gekozen heeft, dat hem »ligt" en dat zijn arbeid ten goede komt, waarom !ou hij dat niet mogen volgen? De lithografie, haar techniek en haar beoefenaars komen ter sprake. Het liefst en is het wonder? - spreekt de artist over de kunst zelve, over de vreugde'die er schuilt in het neerzetten van de tokening, in het uiten van het allerhoogste en 'allerbeste wat de kunstenaar aan innerlijk bezit beeft Laat men toch bedenken, zegt hij met na- |dnrk, dat de tetihniek steeds het middel en nooit doel van den kunstenaar moet zijn. De tech niek is een zeer belangrijke factor en zij mag nim mer verwaarloosd worden, doch wie er zoozeer in opgaat dat zij boven alles gesteld wordt zal ons Slechts zijn ijver weten aan te bieden, maar tot let hart spréken zal hij niet! De groote mannen der lithografie de kunste naar heeft een diepe bewondering voor zijn be noemde voorgangers. In Frankrijk waren 't de droo- merige fantast Odilon Redon, Gavami, Honoré Daumier. de felle criticus van zijn tijd, Stein-len, èe vertolker van het menschelijke leed, in Duitsch- -and de opstandige Kathe Kollwitz, geestverwante van Steinlen, en Adolf Menzel. in Spanje Goya, de teekenaar der stierengevechten, in Engeland de romanticus Bonington, in het eigen land im de eer ste plaats Th. van Hoytema, de weergaloos knanpe teekenaar van vogels Zij allen hebben waarliike scheppingen op den steen verricht en de waarte van lithografie als kunstzinnig product tot het hoogste peil verheven. Er ziin er meer die een eere_ Plaats verdienen, maar zij moeten binnen dit korte tfcstek noodgedwongen ongenoemd blijven. Van de kunst en de kunstenaars komt het ge sprek op de techniek der lithoerafie. waaraan de Duitscher Alois Senefelder aan het emde der acht tiende eeuw het leven schonk. Hoe ontstaat een li thografie'' Het teekenen geschiedt op de z.g. Solen- ,hofer kalksteen, die de eigenschap heeft dat water 'tn vetachtige stoffen, wanneer deze er op worden ingebracht. een afstootende werking op elkaar ^'oefenen. Zoo is het te; verklaren dat lijnen die met vet kriiï »p gcfeekend worden, na behan deling met een vochtïgen doek en gebruik van vette drukinkt nog zwarter worden, terwijl het overige deel van den steen onveranderd en blank blijft. Voor dat er afdrukken op de pers gemaakt kunnen worden moet de steen echter verscheidene bewerkingen ondergaan, waarvan de eerste het etsen is, hetgeen gebeurt met verdund salpeter-, zout- of zwavelzuur in verbinding met een oplos sing van Arabische gom en dat tot doel heeft be paalde chemische bestanddeelen van de door den lithograaf gebruikte stoffen te elimineeren, waar door, na dit fixeeren, de behandeling met water op den steen ongestoord kan plaats vinden. Door het chemische proces van het etsen ondergaan de blank gebleven plaatsen van den steen dusdanige ver anderingen dat zij, ook tijdens het voortdurende bevochtigen bij het drukken, geen inkt opnemen. Het teekenen op den steen, die vooraf glad ge slepen en „gekornd" is, geschiedt zooals gezegd met vet krijt en met een mesje of naald. Met dit laatste worden de krijtpartijen daar, waar de kunstenaar dit wenscht, verfijnd of gedeeltelijk weggesohraapt. Deze oer-eenvoudige middelen, het krijtje en het mesje, zijn voldoende om de visie van den kunstenaar in zwart en wit vast leggpn. Slechts de z.g. tusche, het vette teekenmateriaal in vloeibaren toestand, is de eenige.stof die daaraan soms toegevoegd wordt om een rijker, kleuriger ka rakter aan het onderwerp te geven. Een krijtje en een mesje.Kunt ge u simpeler middelen bedenken voor het bouwen van een kunstwerk? Ik zie die twee onaanzienlijke ingre diënten in de hand van den lithograaf en het is mij even wonderlijk te moede als ik denk aan de prachtige dingen die deze kunstenaar daarmede weet te scheppen. In het atelier wordt de lithografie geboren, in het atelier ondergaat zij ook haar laatste bewer king: het afdrukken. De kunstenaar houdt zijn handpers, die hij tezamen met een drukker be dient, in hooge eere. De handpers is door geen en kele-moderne machine, hoe geperfectionneerd ook, te vervangen. De fijne nuances op den steen gaan onherroe pelijk verloren wanneer de offset het werk van de handpers overgenomen heeft. En dit laatste is bij voorbeeld bij het drukken van affiches onvermij delijk, want de handpers volgt het tempo van den goeden ouden tijd en moet het in productiviteit verre tegen haar moderne collega afleggen. De lithograaf is weinig ingenomen met het binnen dringen der machine in zijn beroep. Hij is een warm voorstander van het handwerk, hij beoefent het immers zelf met volle 'overgave. En daarom is het begrijpelijk dat hij in mineur opmerkt: „De machine is ook ons bedrijf binnengedrongen, maar zij heeft ons geen goeds gebracht". Maar het moge hem tot troost strekken dat de handpers nog niet uit zijn atelier verdwenen is en dat de' kunst, zooals die daar als zuiver handwerk ontstaat en groeit, ten allen tijde boven het massa product zal uitgaan. J. H. V. NIEUWE BURGEMEESTER VAN SASSENHEIM Bij besluit van, den secretaris-generaal van het departement van Binpenlandsche Zaken is jhr. mr. R. Sandberg van Boelens met ingang van 15 Febr. 1941 tot burgemeester van de gemeente Sassen- heim benoemd. De heer Sandberg van Boelens is 1 Januari 1899 in Groningen geboren. Hij was vroeger secretaris van .het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis en tot voor eenigen tijd chef van het kabinet van den Commissaris in Zuid-Holland. HAAGSCHE CREDIETVEREEN. EN DEPOSITO- KAS WORDT DOOR DE HOLLANDSCHE BANK- UNIE N.V. OVERGENOMEN Naar het ANP verneemt zal, behoudens goedkeu ring van de op 21 Februari a.s. te houden buiten gewone algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. de 's Gravenhaagsche Crediet-vereeniging en Depositokas. het bedrijf dezer vennootschap overgaan aan de Hollandsche Bank-Dnie N.V. io s van de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, den Haag, No. 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877. Stort op 5553 of 877 Winterhulp Nederland: breng licht in het leven uwer landgenooten. Doet uw plicht als Nederlander en geeft naar kunnen. Het Haarlemsche Stadhuis. Wat de aan- en verbouw in totaal kostte. B. en W. schrijven aan den Raad: In zijn vergadering van 27 April 1938 stelde de Raad het crediet voor de verbouwing en uitbreiding van het Stadhuis vast op 348.960. In dit bedrag was 23.000 begrepen voor los meubilair. Bij vo renbedoeld besluit werd de burgemeester voorts gemachtigd om met betrekking tot een voorschot van 326.000 (voor het Werkfondsplan no. 1073) met den Staat der Nederlanden een overeenkomst aan te gaan. Op 1 Juni 1939 is met den Staat een overeenkomst gesloten, waarbij aan de gemeente Haarlem voorg emeld doel een voorschot wordt verleend van ten hoogste 325.960. De uitvoering van de verbouwing c.a. is thans gereedgekomen, zoodat de totale uitgaven kunnen worden vastgesteld. -Voor de verbouwing en uit breiding bedragen deze rond 353.000 en voor de inrichting 30.900, derhave onderscheidenlijk 27.040 en 7.900 meer. In het bedrag voor de verbouwing is begrepen de uitkeering aan de deel nemers aan de prijsvraag, ad 4000. Aan de aan nemers G. Metselaar en Co. is wegens extra op gedragen werk 32.404.15 meer uitbetaald. Hier voor was 2.800 geraamd. Mede tengevolge van de ingetreden prijsstijging van de materialen, is voor de aanschaffing van het stalen meubilair een hooger bedrag noodig geweest dan- waarop aan'vankelijk was gerekend. In verband met het bovenstaande stellen B. en W. den raad voor, het beschikbaar gesteld crediet ad 348.960 te verhoogen met 27.040 en 7.900 en alzoo te stellen op 3&3.900. Het ligt in de bedoeling aan den Rijksdienst voor de werkverruiming te 's-Gravenhage, te verzoeken, om het hiervoorbedoeld voorschot van 325.960 te verhoogen tot rond 349.000. In dit bedrag is niet begrepen het be drag ad 4000 hetwelk is betaald aan de deel nemers aan de prijsvraag, aangezien deze som niet kan worden aangemerkt als te behooren tot den bouw en daarom ook niet in den oorspronkelijker opzet voor het Werkfonds is opgenomen. BENOEMD TOT LID VAN RIJKSCOMMISSIE. Bij beschikking van den secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming is aan W, Kramer, leeraar aan het Wageningsch Lyceum te Wageningen op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid der rijks commissie van advies inzake toelating van leer lingen tot openbare en gesubsidieerde hoogere bur gerscholen eri is tijdelijk benoemd als zoodanig: R. Kuitert, rector van het Kennemer Lyceum te BloemendaaL TÓONEELVOORSTELLING „J. J. CREMER". De voorstelling van de Haarlemsche Tooneelvereeni- ging „J. J. Cremer', die Zondag 9 December gegeven zou worden, kan wegens ziekte van eenige leden op dien da tum niet plaats hebben. De voorstelling zal nu plaats hebben Maandagavond 17 Februari in hotel „De Leeuwerik". A.s. Zondagmiddag organiseert deze vereenlging een thé dansant in genoemd hotel. STICHTING VOOR DEN HOOI- EN STROOHANDEL. De hooi- en stroohandel in Noord-Holland heeft in de instelling van de commissie betreffende den opbouw van een zelfstandige organisatie ter ont wikkeling van het bedrijfsleven aanleiding gevon den over te gaan tot het vormen eener stichting, welke ten doel heeft de belangen van den handel te behartigen en hiervoor contact te zoeken met de van regeeringswege met de uitvoering belaste licha men. Het secretariaat dezer stichting, kort genoemd „Prodethes" is gevestigd te Hoorn. OPVOERING VAN „VADER THUIS" DOOR HET CENTRAAL TOONEEL Het Centraal Tooneel (N.V.) directeur Cees Laseur, artistieke leiding Cees Laseur en Cor Ruys, dat door omstandigheden dit seizoen nog niet te Haarlem is opgetreden, zal Vrijdag 7 Februari a.s. in den Stadsschouwburg, een opvoering geven van „Vader Thuis", blijspel van Howard Lindsay en Russel Crouse, bewerkt naar Clarence Day's short stories „Live with Father" in de vertaling en onder regie van Cees Laseur. In dit blijspel, dat reeds een 60-tal voorstellingen mocht beleven zullen medespelen: Cees Laseur, Rïe Gilhuys. Joan Remmelts, Ko van Dijk. Bab Wijs man. Mies Hagens, Sara Heyblom. Elly Weller, Pauky Bigot. Ans van Merlevoort. Teunke Orré. Asta Lee en Jos. Ottcn, Arend Hauer. Gerard Re- kers. De décors van zijn Arend Hauer. Gouden bruiloft. Dinsdag 18 Februari a.s. is het vijftig jaar geleden, dat de heer A. P. van Gend en zijn vrouw P. L. Courée, wonende Da Costastraat 44 te Haar lem, in den echt werden verbonden. Bruid en bruidegom, die beiden in Haarlem geboren zijn, ge nieten een goede gezondheid en hebben, zooals een hunner zoons verzekerde, een gelukkig huwelijks leven. De heer Van Gend is 11 Augustus 1866 ge boren en is dus 74 jaar oud: zijn vrouw is twee jaar jonger. Het echtpaar heeft vièr kinderen en drie kleinkinderen. De bruidegom is 38 jaar lang als behanger in dienst geweest bij de firrrfa Van Niel in de Schagchelstraat. welk dienstverband tien jaar ge leden eindigde, toen die firma werd opgeheven. De heer Van Gend is toen voor zichzelf begonnen, maar werkt nu niet meer. Zijn zaak wordt thans door zijn zoon voortgezet. Ter gelegenheid van dit gouden feest hebben de kinderen een smaakvolle versiering in de woning aangebracht. Wij wenschen het echtpaar, dat al 35 jaar lang Haarlem's Dagblad leest, van harte geluk. Het zün geen katjes, om zonder handschoen aan te pakken, de panters, die in Carré te Amsterdam een interessant nummer van het circusprogramma geven. (Foto Pax-Holland) No. 222 Jantje binnenroepen 1. Mompelt dat het hoog tijd is, dat die jongen binnen komt, gaat naar de voordeur en roept: Jan! 2. Wacht, her haalt zijn roep en kijkt de straat op en af. 3. Loopt naar den trottoirrand en ver heft zijn stem nog luider. 4. Hoort verschei dene vrouwen bij haar mannen infor- meeren of zij soms riepen en zoo ja, wat is er? 5. Beseft dat hij zoo de heele buurt in onrust brengt en gaat over tot het familicfluitje. 6. De hond van de buren reageert daarop onmiddel lijk en op harte lijke wijze. 7. Hoort de buren hun hond roepen en beseft dat hij hem naar hun huis zal moeten brengen. 8. Gaat in huis terug om te ont dekken dat Jantje al een uur in den kelder was, aan het werk met zijn model vliegtuig. Over den Arbeidsdienst De commandant van den Opbouwdienst, ma joor Breunese, heeft voor de radio de volgende rede uitgesproken: „Meer dan ooit moet Nederland in dezen tijd zijn uiterste krachten inspannen om zichzelf te blijven. Wat wij ook thans ondernemen, welke instel lingen wij ook in het leven roepen, wij moe ten vóór alles en bij dit alles Nederlanders blij ven, willen wij onze plaas in welke wereld ook behouden. Dat geldt in het bijzonder yoor den Arbeids dienst, dien Vij thans voorbereiden en die aldus mijn opdracht een Nederlandsche Arbeidsdient moet zijn. Dat beteekent, dat de arbeid zal geschieden op eigen bodem en ten nutte van ons eigen volk. Moet het reeds in normale tijden voor iederen jongeman een aanrekkelijke gedachte zijn. moet hij er eigenlijk een eer in stellen te kunnen en te mogen werken aan den Nederlandschen. bodem ten nutte van eigen volk, hoeveel te meer dan in dezen tijd, nu iedere nieuwe vierkante .meter grond, die wij. hetzij, door drooglegging, door afwatering of door ontginning kunnen winnen, er daadwerkelijk toe kan bijdragen de nooden van ons volk te verlichten. Doch het gaat "in den Arbeidsdienst minder om de knikkers dan om het spel. Minder om het stoffelijk resultaat van den arbeid dan om de opvoedende waarde, die een half jaar arbeid tezamen met andere jongens bezit. De Arbeidsdienst is een opvoedingsinstituut en kan ook als zoodanig niet anders zijn dan Nederlandsch. Mij is nu gebleken, dat ten aanzien van den Arbeidsdienst als opvoedingsinstituut op twee punten zoo al geen misverstanden bestaan, dan toch een duidelijke, ondubbelzinnige verklaring op prijs zou worden gesteld. Die twee punten zijn: De verhouding van den Arbeidsdienst tot de politieke partijen en de geestelijke verzorging in den arbeidsdienst. Ik wil hier gaarne de verklaring afleggen, die men van mij verlangt. Wat het eerste punt, de verhouding van den Ar beidsdienst tot de politieke partijen betreft, het volgende: Ik zelf sta geheel en al buiten den politie- ken strijd. Naar mijn meening is deze strijd, zoowel in den vorm. waarin hij vroeger werd aangevoerd, als in dien. waarin hij thans op nieuw wordt aangewakkerd, ten eenenmale scha delijk voor het bereiken van onze thans meer dan ooit noodzakelijke eenheid. Ik betreur dus de bestaande politieke ver scheidenheid. Niets ware mij aangenamer dan het totstandkomen van een heel ons volk om vattende werkelijke eenheid op dit terrein en daarbij heb ik geen enkele voorkeur voor eenige wijze, waarop die eenheid tot stand zou moeten komen. Zoolang echter de politieke verscheidenheid een feit is. zal de Arbeidsdienst onder mijn leiding aan geen enkele partij gebonden zijn. Ik vertrouw er vast op, dat deze instelling er krachtig toe zal bijdragen de bestande ver deeldheid althans in onze jeugd op te heffen en aldus het terrein voor een waarlijk nationale aaneensluiting zal banen. Doch zoolang dit punt, wellicht na vele jaren arbeid, niet is be reikt. zal in de kampen van den Arbeidsdienst worden gezwegen over de politiek. Daar wordt het belang van het land gediend, daar wordt saamhoorigheid en kameraadschap gekweekt, daar zoeken wij alles, wat ons vereenigt en ver mijden wij alles, wat ons verdeelde Verscheidene malen is mij gebleken, dat de be langstelling van een groot deel onzer landgenoo ten gespannen is op het punt der gees tel ij ke verzorging in den Arbeidsdienst. Daarom stel ik er prijs op te verklaren, dat deze verzorging naar de volgende richtlijnen zal zijn geregeld: Ten eerste: wanneer de ouders verlangen dat hun kinderen buiten de diensturen ter kerke gaan of godsdienstonderwijs ontvangen, zal de Arbeids dienst als opvoedingsinstituut zorgen, dat hier aan gevolg wordt gegeven. Ten tweede: in gevallen van ernstige ziekte kun nen de bedienaren van den godsdienst de zieken bezoeken: natuurlijk kunnen zij te allen tijde de sacramenten toedienen. Ten derde: voor en na tafel wordt steeds ge legenheid gegeven tot gebed. Ten vierdealle erkende Christelijke feestdagen zullen worden gerespecteerd. Ten vijfde: op verzoek van de kerkelijke over heden, van het episcopaat of de synode wordt hun een lijst met de namen van alle in de ver- schallende kampen aanwezige geloofsgenooten overgelegd. Ten zesde: voor kerkbezoek naar afgelegen plaatsen zullen -zooveel mogelijk transportmid delen ter beschikking worden gesteld. Ik meen, dat hiermede in deze kwestie een be vredigende oplossing is gevonden. Ik moge dit alles besluiten met een persoonlijk woord tot ieder van onze jonge landgenooten, studenten zoo goed als jonge boeren, jongens in de fabriek en de werkplaatsen zoo goed als jon gens, dde zonder arbeid hun tijd op straat ver doen en niet aan den slag kunnen komen. Tot ieder van u zeg IkGij hebt misschien allen uw heel eigen denkbeelden over de wijze, waarop Nederland tot een welvarend land kan worden gemaakt. Gij hebt deze denkbeelden wellicht in debatingclubs, op het schaftuurtje of in uw dorp 's avonds bii de brug vele malen uiteengezet en verdedigd. Maar hebt gij ooit iets ge d a a n om de welvaart van uw land te bevorderen? Hebt gij ooit de handen uit de mouwen gestoken en m e t- terdaad bijgedragen om de vraagstukken van dezen tijd tot een oplossing te brengen boven al het vraagstuk der saamhoorigheid in ons volk? Nog steeds staan in alle gemeentesecretarieën in ons land de loketten voor de aanmelding bij den Arbeidsdienst open. Nog kunnen vele duizen den van onze jonge landeenooten door zich aan deze loketten aan te melden voor dezen dienst, toonen. dat zij in dezen tijd anders dan de helaas zoo vele stuurlui aan den wal. anders dan de velen, die mokkend afgeven op alles, wat er aan opbouwend werk in dezen tiid gebeurt niet afzijdig willen staan, dat zij de handen \iit de mouwen willen steken, werkend op onzen eigen bodem voor ons volk. Jongemannen, ik verwacht van u een daad!" Ds. A. G. H. van ïïoogcnliuyzc overleden. Woensdag is op den leeftijd van 69 jaar on verwacht overleden ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, Ned. Herv. predikant te Amsterdam. Ds. van Hoogenhuyze oefende het predikambt uit sinds 1897 en stond sedert 1912 in Amsterdam. Op 22 Augustus 1897 is hij te Ierseke predikant geworden. Deze gemeente heeft hij vier jaar later met Doom verwisseld, vanwaar hij op 25 Februari 1912 te Amsterdam gekomen is. Als wijkpredikant der Indische buurt is hij daar ook de stichter der Elthetokerk geworden. Buiten de AmsteHamsche gemeente heeft ds. van Hoogenhuyze zie!» vooral bekend gemaakt door het presidium van de Evan gelische maatschappij en het bestuurslidmaatschap van vele vereenigingen. EXAMENS. ACADEMISCHE OPLEIDING. Bevorderd aan de Gem. Universiteit van Amsterdam tot arts de heeren H. de Zwaan (Amsterdam) en J. de Koning (Ameide); artsexamen le gedeelte de heeren N. w. ,i Peinot (Obrlcht) F, B, J. Jacobs (Bergen op Zoom) en P. Staverman (Vljsslngcn). Doctoraal geneeskunde de heeren E. A. C. Roest cn M. v Mannlg. Doctoraal natuurkunde: de heer L. Klere koper. Doctoraal geschiedenis cum laude de heer Th. Breed. Candldaats rechten de heer H. G. Lesferhuis. HET NEDERLANDSCHE OPERETTE GEZELSCHAP. In een onlangs gehouden ledenvergadering van het Nederlandsche Operette Gezelschap te Haar lem werd het bestuur als volgt gewijzigd: H. Wie- ringa, voorzitter, C. J .van Reyendam, secretaris, Jac. Gosen, penningmeester, mej. N. Hoorik en mej. T. Brink. Thans is in studie genomen de operette van Frans Lehar „Die lustige Witwe". De rollen wor- den ven-u ld door Dora Witt, Jac. Gosen, J. Reyn- der, H. Wieringa en mevr. Reynders. De regie be rust bij Jac. Gosen en de algeheele leiding is in handen van Jac. Zwaan. Teveijs is in oprichting een balletgroep onder leiding van Lizze May, dan?leerares. Op Zaterdag 22 Februari wordt een bal georgani seerd in de groote zaal van hotel „De Leeuwerik"; Dora Witt en Jac. Gosen zullen operetteschlagers zingen, en ook „The Margians" verleenen mede werking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5