tw Ixi&s wmtr
den tljLstedeatochtr
Bosman
(Breukelen)
op de
tweede
plaats
Auke Adema
uit Franeker
bereikt als eerste
Leeuwarden
De organisatie van het Kunstleven.
VRIJDAG 7 FEBRUARI 1941
HAARDE M'S, DAGBLAD
De zesde Elfstedentocht, die uitstekend ge
slaagd is, is gewonnen door den Fries Auke
Adema vóór den Utrechtenaar J. J. Bosman uit
Breukelen. Leo Geveke uit Leeuwarden, die
door velen als favoriet werd beschouwd ein
digde als derde en A. de Vries uit Leeuwarden
bezette de vierde plaats.
Over het verloop van het laatste gedeelte van
den tocht nog het volgende:
Om 12.09 kwam Adema, nog steeds aan den kop
rijdende, te Stavoren aan, Hij had een kleinen
voorsprong weten te verkrijgen op zijn concur
renten, die even later in groepsverband arriveerden
hierbij waren de rijders Boersma, de Vries, van der
Bij, de Groot, Geveke en de Boer. Als eerste tocht-
rijder arriveerde de heer Boersma, onmiddellijk ge
volgd door de rijders Wint en SLmplonius. Onge
veer anderhalf a twee uur later verscheen de eer
ste dame aan de controle. Het was de dappere
Boukje Kooistra, die haar voorsprong op haar te
genstandsters aanmerkelijk had weten te vergroo-
ten.
Kort nadat mej. Kooistra de controle te Stavoren
had aangedaan, arriveerde daar de niet minder
energieke Sjoerdje Faber met nog slechts drie
minuten achterstand op Boukje Kooistra.
Onder groote spanning verliep het laatste deel
van dezen tocht. Het bleek, dat Adema zijn voor
sprong ondanks het slechte sneeuwijs op het Slo-
termeer nog had weten te vergrooten hij arriveer
de om 1.58 te IJlst.
Om 2.07 meldden zich aan de controleposten te
IJlst de rijders de Vries, Bosman, Geveke en de
Groot.
TE SNEEK.
Tot Sneek was de stand vrijwel ongewijzigd.
Adema. nog steeds aan den kop, arriveerde daar
om 2.10. Hij had nog een voorsprong van acht mi
nuten op de Vries, Bosman, Geveke en ide Groot.
Ook op het laatste traject was Adema niet meer
in te halen. Hij bereikte als eerste de Schenken
schans te Leeuwarden. Onder geweldig gejuich van
de enthousiaste menigte reed hij met forsche sla
gen Leeuwarden binnen. Hij arriveerde om 3.04
uur en legde het 199.4 K.M. lange parcours af in
9 uur 19 minuten. Hij slaagde er dus niet in het
met 9 uur 5 min. op naam van de rijders de Vries
en Kastelein, de overwinnaars van 1933, staande
record, te verbeteren. De weersomstandigheden wa
ren in 1933 veel beter, wanneer Adema onder de
zelfde omstandigheden gereden had, was dit re
cord ongetwijfeld door hem verbeterd.
Zoo heeft dus een Fries dezen Frieschen mara
thon-loop gewonnen, welk feit in de noordelijke
provincie met veel vreugde bekend weid1.
Dat Adema het op het laatste traject lang niet
gemakkelijk gehad heeft blijkt uit de aankomst
van de volgende rijders: Bosman (Breukelen) arri
veerde 3 minuten later dan Adema, vervolgens L.
Geveke (Leeuwarden) om 3.09 uur, A. de Vries
(Warga) 3.09 min. 30 sec., A. de Vries (Giethoorn)
3.16 en S. de Groot (Wij'denes) ook 3.16. Deze rij
ders hebben dus tot het laatste moment alle po
gingen in het werk gesteld den voorsprong van
Adema te verkleinen, in welke poging zij voor een
groot gedeelte geslaagd zijn.
DE OVERIGE RESULTATEN.
Van de overige resultaten kunnen wij nog mede-
De verrichtingen van de
tochtrijders.
Wij hebben {Ie verrichtingen van de deelnemers aan den
tocht eveneens met belangstelling gadegeslagen en daarbij
gezien, dat ook hier een vinnige strijd werd geleverd om
de eerste plaats. Het gelukte drie inwoners van de ge
meente Tjerkgaast zich van Sneek tot de eerste plaats
op te werken, om deze niet meer af te staan. Gezamen
lijk legden zij daarna de rest van den tocht af. IJlst pas
seerden zij om 3,40 uur. Bij de dames leverden Boukje
Koolstra en Sjoerdje Faber, beiden dorpsgenooten uit
Warga, onderling een hevig duel. In Stavoren lag Sjoerdje
drie minuten achter haar rivale. Te IJlst meldde Boukje
zich om 4.07 met den zelfden voorsprong aan de controle.
Sjoerdje kon dit tempo blijkbaar niet volgen, zij kwam te
vallen en liep een vrij ernstige blessure aan een van haar
knieën op. Dit had tot gevolg, dat zij In Sneek 19 minu
ten na haar tegenstandster aankwam, die reeds om 4.21
de controle te Sneek passeerde. Als derde arriveerde te
Sneek mej. Zuiderveld uit Roden.
Geheel in tegenstelling met verleden jaar was de rege
ling van de aankomst wedstrijdrijders te Leeuwarden dit
maal uitstekend. De plaatselijke politie van de gemeen
ten Leeuwarden. Leeuwarderadcel en Menaldumadeel in
samenwerking met de marechaussee, had voor een goede
afzetting gezorgd. Het ijs was geheel vrij gehouden voor
de aankomst van de rijders, slechts bevoegde personen
werden op het ijs toegelaten. Voor de aankomst van de
eerste wedstrijdrijders bestond een overweldigende be-,
langstelling. Hoewel de finish op een behoorlijken afstand
van de middenstad was gelegen, stonden duizenden be
langstellenden met groote spanning te wachten op het bin
nenkomen der rijders. Zelfs de gevoelige koude hield
hen er niet van af uren achtereen In de openlucht te ver
blijven. Toen Adema als eerste aan de contróle verscheen,
brak er een geweldig enthousiasme los, de winnaar werd
met. een groot gejuich ontvangen, daar alle Friezen zeer
trotsch waren, dat een van hen dezen zwaren tocht ge
wonnen had. Van alle kanten werd Adema gelukge-
wenscht en deze aankomst was speciaal voor hem, nu hij
alles op alles gezet had, om dezen keer alleen den tocht
te winnen, een groote voldoening. Inderdaad ls het een
geweldige prestatie van dezen stoeren Fries om in twee
achtereenvolgende jaren als eerste te eindigen.
Om 4.45 uur waren reeds vijftig wedstrijdrijders ge
arriveerd. Alle rijders werden binnengebracht ln een
groote loods en genoten daar van een verversching. welke
door het bestuur van de elfsteden vereenlglng werd aan
geboden. Als 34ste rijder kwam om 4,21 binnen een andere
winnaar van verleden jaar, D. van der Duin uit Olden-
boorn. De student K. L. Kamp uit Delft, een van de vier
rijders, die Zaterdag j.l. den tocht reeds op eigen gele
genheid gemaakt had en feitelijk een van diegenen ge
weest is. die den laatsten stoot gegeven heeft tot het uit
schrijven van den tocht, kwam om 4.28 binnen. Hij lever
de hiermede een zeer goede prestatie door in zes dagen
tijd tweemaal dezen afstand te rijden.
Het bewijs, dat de meeste wedstrijdrijders nog volko
men fit aan de finish verschenen, werd geleverd door de
manier, waarop zij de laatste meters van den bijna 200
K.M, langen tocht aflegden. De meeslen van hen keerden
later weer op de schaats naar hun haardsteden terug, met
voldoening terugziende op hun goede prestatie en op een
Welgeslaagden dag.
deel en, dat de deelnemers aan den tocht, die in
Stavoren de leiding hadden genomen, zonder ook
nog maar een oogenblik bedreigd te worden het
overige gedeelte van den tocht uitreden en geza
menlijk de eindstreep passeerden. Om 4.50 arri
veerden zij aan de Schenkenschans te Leeuwarden,
het waren de rijders K. Semplonius, T. Boersma
en Wint, allen uit Tjerkgaast afkomstig. Daarna
was het wachten op de eerste dame. Dit was na
tuurlijk Boukje Kooistra uit Warga, die, luide toe
gejuicht, met haar vader, die den geheelen tocht
met 'haar had meegereden, om 5,24 aankwam. De
winnares van verleden jaar Sjoerdje Faber be
reikte 18 minuten 'later om 5.42 de Schenken
schans. Zij was op haar tocht vergezeld geweest
van den 'heer Lantinga. De derde deelneemster, die
aankwam was mej. E. Zuiderveld uit Roden. En
de vierde was Antje de Boer uit Schellinghout.
Deze laatste rijdster verrichtte feitelijk van de
dames de beste prestatie. Doordat zij Donderdagmor
gen te laat in Leeuwarden arriveerde startte zij op
de stadsgracht, toen Sjoerdje Faber reeds Dokkum
gepasseerd was en de leiding van de dames had.
Nog voor zes uur hedenavond arriveerde Antje de
Boer aan de Schenkenschans en noteerde van de
dames den besten tijd. Toen wij haar spraken, al
vorens zij met haar begeleider naar Schellinghout
terugkeerde, hield zij vol trots haar bouquet bloe
men in de hoogte uitroepend, dat de tocht haar
werkelijk meegevallen was Zij voelde zich nog fit
genoeg om, als het moest, nog op de ijzers naar
huis terug te keeren.
Dat de leiders in den wedstrijd onderling fel
gestreden hebben, wordt wel bewezen met de vol
gende nadere bijzonderheden. De winnaar Adema
had in Dokkum de >cidin-g, tijd van aankomst 7.35,
op de 'hielen gevolgd door S. Woudstra (7.36) en
L. Geveke (7.37). Te Franeker arriveerde Adema
om 8.41 tegelijk met J. Bosman en gevolgd door
J. van der Bij (8.44). Tc Harlingen kwam Adema
om 9.11, gevolgd door Bosman (9,12) en van dei-
Bij (9.18). Te Bolsward was' de aankomst van den
leider om 10.25 met Bosman in denzelfden tijd.
No. 3 was hier de Groot uit Dijdum (10.35). Te
Workum was Bosman een fractie van een seconde
eerder aan de controle dan Adema (11.06) gevolgd
door L. Geveke (11.10). Hindeloopen bracht een
bijzondere verrassing, A. de Vries uit Franeker had
zich bij de twee leiders gevoegd en het drietal ar
riveerde-gelijktijdig om 11.33 aan de controle. Te.
Stavoren was de Vries weer afgezakt. Adema,
Bosman en de Groot gingen hier om 12.11 door. Te
Sloten had Adema weer een voorsDrong, van een
minuut op Bosman en Geveke (1.32 en 1.33). Te
IJlst had Adema een voorsprong genomen van 7
minuten, welke beslissend was voor het eindresul
taat. Te Sneek waren de verschillende tijden als
volgt: Adema 2.11, Bosman en de Vries 2.18. Ten
slotte was het onderlinge verschil aan de finish
tot enkele minuten teruggebracht. Adema (Frane
ker) arriveerde om 3.04, Bosman (Breukelen) om
3.07 en L. Geveke (Leeuwarden) om 3.09 Zooals wij
reeds hebben medegedeeld is de sneeuwval niet uit
gebleven. Gedurende een gedeelte van den dag viel
er veel sneeuw boven Gaasterland. De rijders heb
ben hiervan veel moeilijkheden ondervonden.
De verdere uitslag luidt als volgt:
4 A. de Vries (Franeker) om 3.09, 5 A. de Vries
(Giethoorn( om 3.09.5. 6 J. van der Bij ,Anna Pau-
lowna) 3.16.5, 7 H. H. J. de Boer (Warga) 3.16.5, 8
S. de Groot (Wijdum) 3.21.5, 9 P. Bokenstein
(Maasland) 3;32, 10 W. Heeringa (Grouw) 3.32.5,
11 S. Westra (Warmcnhuizen) 3.36; 12 S. Molenaar^
(Joure) 3.37, 13 P. J. Trooster (Amsterdam) 3.42.
Uit dezen uitslag van den wedsrijd en uit de
resultaten van den tocht blijkt, dat deze zesde Elf
stedentocht een groot succes geweest is voor Fries
land, want behalve Bosman zijn er alleen Friezen
in de kopgroep.
Ski-Sport
De wereldkampioenschappen te
Cortina d'Ampezzo.
Berauer winnaar in de combinatie.
De Noorsche combinatie, welke beslaat uit den langen
afstandloop en het springen van de kleine schans werd
voortgezet met het springen. De titelhouder Berauer
(Duitschland) die bij den 18 K.M. loop de negende plaats
bezette, wist zich door sprongen van 56 en 57 meter van
de twaalfde plaats te verzekeren. Hierdoor werd hij in
het totaalklassement eerste en prolongeerde hij zijn we
reldkampioenschap. Er waren overigens enkele zeer goe
de sprongen gemaakt op de Italiaschans. De Zweed
Selanger bereikte met 63 en 67 meter de beste totaal
prestatie. terwijl Lalir (Duitschland) en Lindstroem
(Zweden) beiden in toaal 125 meter haalden.
De uitslag van de combinatie luidde als volgt: 1. Berauer
(Duitschland) wereldkampioen 431.8 pnt.: 2. Salonen (Fin
land) 414.8 pnt.; 3. Gestrein (Duitschland) 406.2 pnt,; 4.
Paplas (Finland) 392.4 pnt,; 5, Murema (Finland) 391.6 pnt.;
6. Selanger (Zweden) 391.5 pnt.; 7. De Col (Italië) 390.6
pnt.; 8. Lahr (Duitschland) 389.3 pnt.; 9. Fuchs (Zwitser
land) 388.7 pnt.; 10. Nikunen (Finland) 387.6 pnt.
Dr. T. Goedewaagen over de
oprichting van Kunstgilden.
Dr. T. Goedewaagen, de secretaris-generaal van «nieuwe ordening zal niet mogelijk zijn zonder den
het departement van Volksvoorlichting en Kunsten,
die Donderdag een bezoek aan Rotterdam bracht,
werd des namiddags in de gehoorzaal van het Mu
seum Boymans ontvangen.
De directeur van het museum Boymans, dr. D.
Hannema, hield een rede, waarin hij vooreerst
vaststelde, dat het haast onbegrijpelijk is dat een
land, klein van oppervlakte, zoo'n grooten rijkdom
op dit gebied heeft weten voort te brengen. Dit tee
kent de begaafdheid van het volk van deze landen.
Niemand zal kunnen ontkennen dat onze kunst,
evenals die van Duitschland, de Scandinavische lan
den en ook Engeland, een noordelijk karakter draagt.
In dit complex is onze plaats echter een zeer eigen
en aparte: in sommige uitingen neemt onze kunst
zelfs de belangrijkste plaats in.
Er zijn perioden geweest dat onze schilderkunst
verre boven die van de omringende landen uitblonk
en zich tot wereldreputatie wist te verheffen. Ook
onze bouwkunst heeft momenten van den hoogsten
bloei doorgemaakt en een enkele maal was het een
beeldhouwer die naar voren trad. Ik denk aan den
genialen Claus Sluter, die omstreeks 1400 in Dyon
aan het hof van de hertogen van Bourgondië de
basis voor komende generaties van beeldhouwers
legde. Ook Vlaamsche houtsnijders werden geko
zen om altaren te vervaardigen voor vele kerken
in Scandinavië in het bijzonder in Zweden.
Deze tijden schijnen thans voorbij. Het blijft nog
een strijd tusschen techniek en kunst en een zoeken
naar nieuwe waarden.
Uit verbondenheid met bodem en volk zal de kunst
moeten groeien wanneer ze weer wil opbloeien.
Wie doordenkt over den huidigen vorm van orga
nisatie der kunstenaars vraagt zich telkens af, of dit
de meest logische en eenvoudigste is en of het be
lang van de kunst en van de kunstenaars daarmede
het best gediend is
Ordening, eenheid en saamhoorigheid zullen al
leen verkregen kunnen worden indien allen die het
zelfde vak beoefenen in één en dezelfde organisatie
bijeen zijn,
Aan het hoofd van elke corporatie zou een hoofd
man met een raad van drie kunnen staan, daarbo
ven een algemeene raad, die de verschillende groe
pen bindt, met een leider aan de spits.
Het is van groot belang dat al deze vakbonden
over hun eigen vakbladen beschikken, waarin de
vele technische problemen behandeld kunnen wor
den. Staatsprijzen zullen de aandacht vestigen op
het beste dat elk jaar vervaardigd wordt: fondsen,
die niet afhankelijk zijn van toevallige omstandig
heden moeten aanwezig zijn voor het verleenen van
opdrachten, het aankoopen van kunstwerken en
voor uitgaven op letterkundig en muzikaal gebied.
Dr. Goedewaagen wilde aan de woorden van den
heer Hannema nog het een en ander toevoegen.
Spr. zeide dat de nieuwe ordening zal moeten in
houden dat de kunstenaar weer deel gaat uitmaken
van het volk, ook wat zijn gevoelens betreft. Deze
Duizenden hebben deelgenomen aan den Elfstedentocht, die Donderdag
wedstrijdrijders. De schaatsen worden ondergeouuaeu.
in Friesland is verreden. In alle vroegte startten te Leeuwarden de
(Foto Pax Holland)
ln de Harmonie te Leeuwarden heerschle aan den vooravond van den Elfstedentocht een enorme drukte bij het uitreiken van de wedstrijd
kaarten voor den grooten tocht. (Foto Pax Holland)
staat: het wordt een openbare aangelegenheid, di
rechten en verplichtingen meebrengt. De staat mi
het recht van een zekere controle op de kunst hel
ben. Dat beteekent geen inbreuk op de vrijheid v;
den kunstenaar, het beteekent alleen dat vrijheid
den zin van willekeur van het individu uit de^
booze is. Er moet een zekere samenhang besta;
tusschen de kunst eenerzijds en een hoogere idi
samen met een hechte binding van volks- en staats
gemeenschapsbesef aan de andere zijde. De komei
de kunst moet mede zijn waarde ontleenen aan de;
gebondenheid aan de staatsleiding. Die gebonden}
heid kan tweeërlei zijn, direct en indirect.
Direct houdt in, dat de staat niet alleen me
subsidies moet werken, maar ook richtlijnen moe
aangeven, suggesties in positieven zin moet geven
De kunstenaar kan er alleen wel bij varen, wan
neer een staatsman met wijs beleid op de mees
tactische wijze probeert aan het kunstleven vorr
te geven.
Indirecte gebondenheid is nog veelbelang
rijker dan de directe, omdat het misschien minde
de kunst zelf dan wel den kunstenaar betreft: he
betreft namelijk de sociale zijde.
In de nieuwe orde, zooals spr. zich die heeft
gedacht, zal er weer moeten komen een gilde-
ordening, waarbij een aantal kunstgilden de
plaats zullen innemen van de vereenigingen.
De kunstgilden moeten echter niet als de vereeni
gingen op toevallige wijze worden gevormd, als
een muziekgilde komt moet dat het e e n i g e or
gaan zijn, als er een architectengilde komt, moe
dat de eenige architectenorganisatie zijn die er be
staat. Het moet voor eiken kunstvorm worden d
eenige corporatieve organisatie met bepaalde pr
bliekrechtelijke bevoegdheid. De president van zoo'
gilde zou bevoegd moeten zijn tot op zekere hoogti
verordeningen uit te vaardigen, waaraan de gilde
genooten zich hebben te houden. De kunstgildei
moeten recht-scheppend zijn; betrekkelijk autonom
organisaties in het staatsgeheel. Wat de staat vai
bovenaf regelt (op autoritairen grondslag zoo mei
wil) dat zullen de kunstenaars in de kunstgildei
van beneden af moeten doen in democratische!
zin dus. Maar of men nu van boven naar benedei
regelt of van beneden naar boven toe opbouwt, d<
weg is dezelfde.
Wie kunnen behooren tot een bepaald kunstgilde1
Alleen' zij, die waardig worden gekeurd door dei
president. Natuurlijk voert men daartegen direc
aan, dat er dan „vriendjespolitiek" zal worden be
dreven. Inderdaad zou een zekere willekeur nie
uitgesloten kunnen worden, ware het niet, dat an
derzijds de president een buitengewoon verantwoor
delijke taak heeft, die hem oplegt alles heel zuivel
en zorgvuldig te beoordeelen. Een president is nie
alwetend: hij zal dan ook omringd worden door eer
aantal competente raadgevers. Voorop staat echtei
dat hij uiteindelijk verantwoordelijk is voor alle be
sluiten en daarbij zal hij wel moeten beseffen dat
indien hij niet zeer consciëntieus te werk gaat, hi;
van boven af op den vinger wordt getikt. Als maat
staf dient te gelden het artistiekekunnen,
aesthetische scheppende vermogen. Doch dat nie
alleen, want in bepaalde gevallen zal men wel de
gelijk rekening moeten houden met een kunst, di<
hoe aesthetisch verantwoord ook, toch als volksge
vaarlijk moet worden gekwalificeerd. Een volksge
meenschap kan geen kunst in haar midden dulden,
die in strijd is met de belangen er van. Elke kunst,
die naar haar inhoud een negativistische levensbe
schouwing huldigt, kan niet worden geduld.
In de tegenwoordige maatschappij is iedereen
kunstenaar, die zich daartoe opwerpt. In de toe
komstige maatschappij is alleen kunstenaar hij, dia
wordt waardig gekeurd om het volk en de volks
gemeenschap te dienen, want ook kunst is dienen
De taak van de gilden is veelzijdig.
Ten eerste is er een ethisch-sociale taak, die zich
bezig heeft te houden met het brandende vraagstuk
van de sociale positie van den kunstenaar, van de
ziektegelden, van den ouden dag.
Een tweede taak is het bepalen van de juridische
positie: de titels die een kunstenaar mag voeren
schilder, beeldhouwer e. d. mogen niet zijn een etiket
dat een ieder naar goeddunken kan opplakken: Het
moeten beschermde titels zijn, die een eer beteeke-
nen en een plicht opleggen.
De opleiding van den kunstenaar vnrmt een vier
de taak. Men komt vaak aandragen, dat kunstenaars
niet worden gemaakt, maar hun kwaliteiten aan
genialiteit ontleenen. Spr. meent, dat dit een ver
keerde meening is. Ook de opleiding is belangrijk
en hij wil dan ook komen tot het weer invoeren van
de aflegging van een meesterproef.
Een andere taak van de gilden is voorts, dat ei
een nieuwe levensstijl voor den kunstenaar moei
worden geschapen, zooals er ook voor den arbeider
en den geleerde een nieuwe volksche lev ■- stijl is
ontstaan. Er moet komen een nieuw kunstenaars
type, een nieuwe kunstenaarsideologie, et-n nieuwe
kunstenaarsmythe. Het tijdperk van den bohémien
is voorbij. Men moet zich weer bewust worden deel
uit te maken van een eigen, Nederlandsch volk, men
moet er weer toe komen om het typisch Nederland-
sche tot uiting te brengen, zoowel in den levensstijl
als in den scheppingsstijl.
VIER GILDEN
Het doel van de gilden is een komen tot een sa
menvattende regeling van alle belamgen van hen,
die in de kunst zijn vereenïgd.
Spr. wil in de nabije toekomst komen tot vier
gilden: een muziekgilde, een tooneelgilde, een
gilde voor de beeldende kunst en een literatuur-
gilde.
Het gilde voor de beeldende kunst zou dan weer
kunnen worden onderverdeeld in drieën: bouw
kunst, beeldende kunst en kunstnijverheid. Het ge-
heele kunstenaarswezen dient te worden geordend
en daarbij dient een scherpe onderscheiding te wor
den gemaakt wie kunstenaar is en wie niet. Het is in
het belang van de kunst en den kunstenaar zelf,
dat de beunhazen worden geweerd uit de gilden: zij
hebben geen enkel recht op een plaats in de kun
stenaarswereld en zij zullen moeten worden inge
deeld bij de dilettanten.
Wanneer spr. de samenwerking van den staat van
bovenaf en van de gilden van onderaf beziet, dan
is de reeds genoemde concentratie van de kunste
naars, zooals opgemerkt, een heuglijk feit, maar
het betreft hier toch slechts werk, dat van zeer voor-
loopigen aard is. Men dient te komen, niet tot een
vereeniging van de vereenigingen, maar er moet in
de gilden komen een nieuwe geest, een totaal nieuw
soort mensch, die de politieke en geestelijke ontwik
keling van zijn tijd niet alleen begrijpt, maar ook
aanvoelt en beseft. Met de overheid aan den eenen
kant en de gilden aan de andere zijde moet
nieuwe gedachte worden doorgevoerd.
(A. N. P.)
A. BURDET'S ..VOGELLEVEN IN
HOLLAND".
De werkzaamheden aan het filmwerk van
den natuuronderzoeker A. Burdet zijn thans vol
tooid en dc première van „Vogelleven in Holland"
zal op 16 Februari te Utrecht plaats hebben. De
film zal worden ingeleid en toegelicht door den
deskundige Nol Binsbergen. In Amsterdam zal
„Vogelleven in Holland" in de Paaschweek ver
toond worden.
Korfbal
Alle wedstrijden van den Nederlandsehen Korfbalbond
voor Zondag a.s. zijn afgelast.