tw Ixi&s wmtr den tljLstedeatochtr Bosman (Breukelen) op de tweede plaats Auke Adema uit Franeker bereikt als eerste Leeuwarden De organisatie van het Kunstleven. VRIJDAG 7 FEBRUARI 1941 HAARDE M'S, DAGBLAD De zesde Elfstedentocht, die uitstekend ge slaagd is, is gewonnen door den Fries Auke Adema vóór den Utrechtenaar J. J. Bosman uit Breukelen. Leo Geveke uit Leeuwarden, die door velen als favoriet werd beschouwd ein digde als derde en A. de Vries uit Leeuwarden bezette de vierde plaats. Over het verloop van het laatste gedeelte van den tocht nog het volgende: Om 12.09 kwam Adema, nog steeds aan den kop rijdende, te Stavoren aan, Hij had een kleinen voorsprong weten te verkrijgen op zijn concur renten, die even later in groepsverband arriveerden hierbij waren de rijders Boersma, de Vries, van der Bij, de Groot, Geveke en de Boer. Als eerste tocht- rijder arriveerde de heer Boersma, onmiddellijk ge volgd door de rijders Wint en SLmplonius. Onge veer anderhalf a twee uur later verscheen de eer ste dame aan de controle. Het was de dappere Boukje Kooistra, die haar voorsprong op haar te genstandsters aanmerkelijk had weten te vergroo- ten. Kort nadat mej. Kooistra de controle te Stavoren had aangedaan, arriveerde daar de niet minder energieke Sjoerdje Faber met nog slechts drie minuten achterstand op Boukje Kooistra. Onder groote spanning verliep het laatste deel van dezen tocht. Het bleek, dat Adema zijn voor sprong ondanks het slechte sneeuwijs op het Slo- termeer nog had weten te vergrooten hij arriveer de om 1.58 te IJlst. Om 2.07 meldden zich aan de controleposten te IJlst de rijders de Vries, Bosman, Geveke en de Groot. TE SNEEK. Tot Sneek was de stand vrijwel ongewijzigd. Adema. nog steeds aan den kop, arriveerde daar om 2.10. Hij had nog een voorsprong van acht mi nuten op de Vries, Bosman, Geveke en ide Groot. Ook op het laatste traject was Adema niet meer in te halen. Hij bereikte als eerste de Schenken schans te Leeuwarden. Onder geweldig gejuich van de enthousiaste menigte reed hij met forsche sla gen Leeuwarden binnen. Hij arriveerde om 3.04 uur en legde het 199.4 K.M. lange parcours af in 9 uur 19 minuten. Hij slaagde er dus niet in het met 9 uur 5 min. op naam van de rijders de Vries en Kastelein, de overwinnaars van 1933, staande record, te verbeteren. De weersomstandigheden wa ren in 1933 veel beter, wanneer Adema onder de zelfde omstandigheden gereden had, was dit re cord ongetwijfeld door hem verbeterd. Zoo heeft dus een Fries dezen Frieschen mara thon-loop gewonnen, welk feit in de noordelijke provincie met veel vreugde bekend weid1. Dat Adema het op het laatste traject lang niet gemakkelijk gehad heeft blijkt uit de aankomst van de volgende rijders: Bosman (Breukelen) arri veerde 3 minuten later dan Adema, vervolgens L. Geveke (Leeuwarden) om 3.09 uur, A. de Vries (Warga) 3.09 min. 30 sec., A. de Vries (Giethoorn) 3.16 en S. de Groot (Wij'denes) ook 3.16. Deze rij ders hebben dus tot het laatste moment alle po gingen in het werk gesteld den voorsprong van Adema te verkleinen, in welke poging zij voor een groot gedeelte geslaagd zijn. DE OVERIGE RESULTATEN. Van de overige resultaten kunnen wij nog mede- De verrichtingen van de tochtrijders. Wij hebben {Ie verrichtingen van de deelnemers aan den tocht eveneens met belangstelling gadegeslagen en daarbij gezien, dat ook hier een vinnige strijd werd geleverd om de eerste plaats. Het gelukte drie inwoners van de ge meente Tjerkgaast zich van Sneek tot de eerste plaats op te werken, om deze niet meer af te staan. Gezamen lijk legden zij daarna de rest van den tocht af. IJlst pas seerden zij om 3,40 uur. Bij de dames leverden Boukje Koolstra en Sjoerdje Faber, beiden dorpsgenooten uit Warga, onderling een hevig duel. In Stavoren lag Sjoerdje drie minuten achter haar rivale. Te IJlst meldde Boukje zich om 4.07 met den zelfden voorsprong aan de controle. Sjoerdje kon dit tempo blijkbaar niet volgen, zij kwam te vallen en liep een vrij ernstige blessure aan een van haar knieën op. Dit had tot gevolg, dat zij In Sneek 19 minu ten na haar tegenstandster aankwam, die reeds om 4.21 de controle te Sneek passeerde. Als derde arriveerde te Sneek mej. Zuiderveld uit Roden. Geheel in tegenstelling met verleden jaar was de rege ling van de aankomst wedstrijdrijders te Leeuwarden dit maal uitstekend. De plaatselijke politie van de gemeen ten Leeuwarden. Leeuwarderadcel en Menaldumadeel in samenwerking met de marechaussee, had voor een goede afzetting gezorgd. Het ijs was geheel vrij gehouden voor de aankomst van de rijders, slechts bevoegde personen werden op het ijs toegelaten. Voor de aankomst van de eerste wedstrijdrijders bestond een overweldigende be-, langstelling. Hoewel de finish op een behoorlijken afstand van de middenstad was gelegen, stonden duizenden be langstellenden met groote spanning te wachten op het bin nenkomen der rijders. Zelfs de gevoelige koude hield hen er niet van af uren achtereen In de openlucht te ver blijven. Toen Adema als eerste aan de contróle verscheen, brak er een geweldig enthousiasme los, de winnaar werd met. een groot gejuich ontvangen, daar alle Friezen zeer trotsch waren, dat een van hen dezen zwaren tocht ge wonnen had. Van alle kanten werd Adema gelukge- wenscht en deze aankomst was speciaal voor hem, nu hij alles op alles gezet had, om dezen keer alleen den tocht te winnen, een groote voldoening. Inderdaad ls het een geweldige prestatie van dezen stoeren Fries om in twee achtereenvolgende jaren als eerste te eindigen. Om 4.45 uur waren reeds vijftig wedstrijdrijders ge arriveerd. Alle rijders werden binnengebracht ln een groote loods en genoten daar van een verversching. welke door het bestuur van de elfsteden vereenlglng werd aan geboden. Als 34ste rijder kwam om 4,21 binnen een andere winnaar van verleden jaar, D. van der Duin uit Olden- boorn. De student K. L. Kamp uit Delft, een van de vier rijders, die Zaterdag j.l. den tocht reeds op eigen gele genheid gemaakt had en feitelijk een van diegenen ge weest is. die den laatsten stoot gegeven heeft tot het uit schrijven van den tocht, kwam om 4.28 binnen. Hij lever de hiermede een zeer goede prestatie door in zes dagen tijd tweemaal dezen afstand te rijden. Het bewijs, dat de meeste wedstrijdrijders nog volko men fit aan de finish verschenen, werd geleverd door de manier, waarop zij de laatste meters van den bijna 200 K.M, langen tocht aflegden. De meeslen van hen keerden later weer op de schaats naar hun haardsteden terug, met voldoening terugziende op hun goede prestatie en op een Welgeslaagden dag. deel en, dat de deelnemers aan den tocht, die in Stavoren de leiding hadden genomen, zonder ook nog maar een oogenblik bedreigd te worden het overige gedeelte van den tocht uitreden en geza menlijk de eindstreep passeerden. Om 4.50 arri veerden zij aan de Schenkenschans te Leeuwarden, het waren de rijders K. Semplonius, T. Boersma en Wint, allen uit Tjerkgaast afkomstig. Daarna was het wachten op de eerste dame. Dit was na tuurlijk Boukje Kooistra uit Warga, die, luide toe gejuicht, met haar vader, die den geheelen tocht met 'haar had meegereden, om 5,24 aankwam. De winnares van verleden jaar Sjoerdje Faber be reikte 18 minuten 'later om 5.42 de Schenken schans. Zij was op haar tocht vergezeld geweest van den 'heer Lantinga. De derde deelneemster, die aankwam was mej. E. Zuiderveld uit Roden. En de vierde was Antje de Boer uit Schellinghout. Deze laatste rijdster verrichtte feitelijk van de dames de beste prestatie. Doordat zij Donderdagmor gen te laat in Leeuwarden arriveerde startte zij op de stadsgracht, toen Sjoerdje Faber reeds Dokkum gepasseerd was en de leiding van de dames had. Nog voor zes uur hedenavond arriveerde Antje de Boer aan de Schenkenschans en noteerde van de dames den besten tijd. Toen wij haar spraken, al vorens zij met haar begeleider naar Schellinghout terugkeerde, hield zij vol trots haar bouquet bloe men in de hoogte uitroepend, dat de tocht haar werkelijk meegevallen was Zij voelde zich nog fit genoeg om, als het moest, nog op de ijzers naar huis terug te keeren. Dat de leiders in den wedstrijd onderling fel gestreden hebben, wordt wel bewezen met de vol gende nadere bijzonderheden. De winnaar Adema had in Dokkum de >cidin-g, tijd van aankomst 7.35, op de 'hielen gevolgd door S. Woudstra (7.36) en L. Geveke (7.37). Te Franeker arriveerde Adema om 8.41 tegelijk met J. Bosman en gevolgd door J. van der Bij (8.44). Tc Harlingen kwam Adema om 9.11, gevolgd door Bosman (9,12) en van dei- Bij (9.18). Te Bolsward was' de aankomst van den leider om 10.25 met Bosman in denzelfden tijd. No. 3 was hier de Groot uit Dijdum (10.35). Te Workum was Bosman een fractie van een seconde eerder aan de controle dan Adema (11.06) gevolgd door L. Geveke (11.10). Hindeloopen bracht een bijzondere verrassing, A. de Vries uit Franeker had zich bij de twee leiders gevoegd en het drietal ar riveerde-gelijktijdig om 11.33 aan de controle. Te. Stavoren was de Vries weer afgezakt. Adema, Bosman en de Groot gingen hier om 12.11 door. Te Sloten had Adema weer een voorsDrong, van een minuut op Bosman en Geveke (1.32 en 1.33). Te IJlst had Adema een voorsprong genomen van 7 minuten, welke beslissend was voor het eindresul taat. Te Sneek waren de verschillende tijden als volgt: Adema 2.11, Bosman en de Vries 2.18. Ten slotte was het onderlinge verschil aan de finish tot enkele minuten teruggebracht. Adema (Frane ker) arriveerde om 3.04, Bosman (Breukelen) om 3.07 en L. Geveke (Leeuwarden) om 3.09 Zooals wij reeds hebben medegedeeld is de sneeuwval niet uit gebleven. Gedurende een gedeelte van den dag viel er veel sneeuw boven Gaasterland. De rijders heb ben hiervan veel moeilijkheden ondervonden. De verdere uitslag luidt als volgt: 4 A. de Vries (Franeker) om 3.09, 5 A. de Vries (Giethoorn( om 3.09.5. 6 J. van der Bij ,Anna Pau- lowna) 3.16.5, 7 H. H. J. de Boer (Warga) 3.16.5, 8 S. de Groot (Wijdum) 3.21.5, 9 P. Bokenstein (Maasland) 3;32, 10 W. Heeringa (Grouw) 3.32.5, 11 S. Westra (Warmcnhuizen) 3.36; 12 S. Molenaar^ (Joure) 3.37, 13 P. J. Trooster (Amsterdam) 3.42. Uit dezen uitslag van den wedsrijd en uit de resultaten van den tocht blijkt, dat deze zesde Elf stedentocht een groot succes geweest is voor Fries land, want behalve Bosman zijn er alleen Friezen in de kopgroep. Ski-Sport De wereldkampioenschappen te Cortina d'Ampezzo. Berauer winnaar in de combinatie. De Noorsche combinatie, welke beslaat uit den langen afstandloop en het springen van de kleine schans werd voortgezet met het springen. De titelhouder Berauer (Duitschland) die bij den 18 K.M. loop de negende plaats bezette, wist zich door sprongen van 56 en 57 meter van de twaalfde plaats te verzekeren. Hierdoor werd hij in het totaalklassement eerste en prolongeerde hij zijn we reldkampioenschap. Er waren overigens enkele zeer goe de sprongen gemaakt op de Italiaschans. De Zweed Selanger bereikte met 63 en 67 meter de beste totaal prestatie. terwijl Lalir (Duitschland) en Lindstroem (Zweden) beiden in toaal 125 meter haalden. De uitslag van de combinatie luidde als volgt: 1. Berauer (Duitschland) wereldkampioen 431.8 pnt.: 2. Salonen (Fin land) 414.8 pnt.; 3. Gestrein (Duitschland) 406.2 pnt,; 4. Paplas (Finland) 392.4 pnt,; 5, Murema (Finland) 391.6 pnt.; 6. Selanger (Zweden) 391.5 pnt.; 7. De Col (Italië) 390.6 pnt.; 8. Lahr (Duitschland) 389.3 pnt.; 9. Fuchs (Zwitser land) 388.7 pnt.; 10. Nikunen (Finland) 387.6 pnt. Dr. T. Goedewaagen over de oprichting van Kunstgilden. Dr. T. Goedewaagen, de secretaris-generaal van «nieuwe ordening zal niet mogelijk zijn zonder den het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, die Donderdag een bezoek aan Rotterdam bracht, werd des namiddags in de gehoorzaal van het Mu seum Boymans ontvangen. De directeur van het museum Boymans, dr. D. Hannema, hield een rede, waarin hij vooreerst vaststelde, dat het haast onbegrijpelijk is dat een land, klein van oppervlakte, zoo'n grooten rijkdom op dit gebied heeft weten voort te brengen. Dit tee kent de begaafdheid van het volk van deze landen. Niemand zal kunnen ontkennen dat onze kunst, evenals die van Duitschland, de Scandinavische lan den en ook Engeland, een noordelijk karakter draagt. In dit complex is onze plaats echter een zeer eigen en aparte: in sommige uitingen neemt onze kunst zelfs de belangrijkste plaats in. Er zijn perioden geweest dat onze schilderkunst verre boven die van de omringende landen uitblonk en zich tot wereldreputatie wist te verheffen. Ook onze bouwkunst heeft momenten van den hoogsten bloei doorgemaakt en een enkele maal was het een beeldhouwer die naar voren trad. Ik denk aan den genialen Claus Sluter, die omstreeks 1400 in Dyon aan het hof van de hertogen van Bourgondië de basis voor komende generaties van beeldhouwers legde. Ook Vlaamsche houtsnijders werden geko zen om altaren te vervaardigen voor vele kerken in Scandinavië in het bijzonder in Zweden. Deze tijden schijnen thans voorbij. Het blijft nog een strijd tusschen techniek en kunst en een zoeken naar nieuwe waarden. Uit verbondenheid met bodem en volk zal de kunst moeten groeien wanneer ze weer wil opbloeien. Wie doordenkt over den huidigen vorm van orga nisatie der kunstenaars vraagt zich telkens af, of dit de meest logische en eenvoudigste is en of het be lang van de kunst en van de kunstenaars daarmede het best gediend is Ordening, eenheid en saamhoorigheid zullen al leen verkregen kunnen worden indien allen die het zelfde vak beoefenen in één en dezelfde organisatie bijeen zijn, Aan het hoofd van elke corporatie zou een hoofd man met een raad van drie kunnen staan, daarbo ven een algemeene raad, die de verschillende groe pen bindt, met een leider aan de spits. Het is van groot belang dat al deze vakbonden over hun eigen vakbladen beschikken, waarin de vele technische problemen behandeld kunnen wor den. Staatsprijzen zullen de aandacht vestigen op het beste dat elk jaar vervaardigd wordt: fondsen, die niet afhankelijk zijn van toevallige omstandig heden moeten aanwezig zijn voor het verleenen van opdrachten, het aankoopen van kunstwerken en voor uitgaven op letterkundig en muzikaal gebied. Dr. Goedewaagen wilde aan de woorden van den heer Hannema nog het een en ander toevoegen. Spr. zeide dat de nieuwe ordening zal moeten in houden dat de kunstenaar weer deel gaat uitmaken van het volk, ook wat zijn gevoelens betreft. Deze Duizenden hebben deelgenomen aan den Elfstedentocht, die Donderdag wedstrijdrijders. De schaatsen worden ondergeouuaeu. in Friesland is verreden. In alle vroegte startten te Leeuwarden de (Foto Pax Holland) ln de Harmonie te Leeuwarden heerschle aan den vooravond van den Elfstedentocht een enorme drukte bij het uitreiken van de wedstrijd kaarten voor den grooten tocht. (Foto Pax Holland) staat: het wordt een openbare aangelegenheid, di rechten en verplichtingen meebrengt. De staat mi het recht van een zekere controle op de kunst hel ben. Dat beteekent geen inbreuk op de vrijheid v; den kunstenaar, het beteekent alleen dat vrijheid den zin van willekeur van het individu uit de^ booze is. Er moet een zekere samenhang besta; tusschen de kunst eenerzijds en een hoogere idi samen met een hechte binding van volks- en staats gemeenschapsbesef aan de andere zijde. De komei de kunst moet mede zijn waarde ontleenen aan de; gebondenheid aan de staatsleiding. Die gebonden} heid kan tweeërlei zijn, direct en indirect. Direct houdt in, dat de staat niet alleen me subsidies moet werken, maar ook richtlijnen moe aangeven, suggesties in positieven zin moet geven De kunstenaar kan er alleen wel bij varen, wan neer een staatsman met wijs beleid op de mees tactische wijze probeert aan het kunstleven vorr te geven. Indirecte gebondenheid is nog veelbelang rijker dan de directe, omdat het misschien minde de kunst zelf dan wel den kunstenaar betreft: he betreft namelijk de sociale zijde. In de nieuwe orde, zooals spr. zich die heeft gedacht, zal er weer moeten komen een gilde- ordening, waarbij een aantal kunstgilden de plaats zullen innemen van de vereenigingen. De kunstgilden moeten echter niet als de vereeni gingen op toevallige wijze worden gevormd, als een muziekgilde komt moet dat het e e n i g e or gaan zijn, als er een architectengilde komt, moe dat de eenige architectenorganisatie zijn die er be staat. Het moet voor eiken kunstvorm worden d eenige corporatieve organisatie met bepaalde pr bliekrechtelijke bevoegdheid. De president van zoo' gilde zou bevoegd moeten zijn tot op zekere hoogti verordeningen uit te vaardigen, waaraan de gilde genooten zich hebben te houden. De kunstgildei moeten recht-scheppend zijn; betrekkelijk autonom organisaties in het staatsgeheel. Wat de staat vai bovenaf regelt (op autoritairen grondslag zoo mei wil) dat zullen de kunstenaars in de kunstgildei van beneden af moeten doen in democratische! zin dus. Maar of men nu van boven naar benedei regelt of van beneden naar boven toe opbouwt, d< weg is dezelfde. Wie kunnen behooren tot een bepaald kunstgilde1 Alleen' zij, die waardig worden gekeurd door dei president. Natuurlijk voert men daartegen direc aan, dat er dan „vriendjespolitiek" zal worden be dreven. Inderdaad zou een zekere willekeur nie uitgesloten kunnen worden, ware het niet, dat an derzijds de president een buitengewoon verantwoor delijke taak heeft, die hem oplegt alles heel zuivel en zorgvuldig te beoordeelen. Een president is nie alwetend: hij zal dan ook omringd worden door eer aantal competente raadgevers. Voorop staat echtei dat hij uiteindelijk verantwoordelijk is voor alle be sluiten en daarbij zal hij wel moeten beseffen dat indien hij niet zeer consciëntieus te werk gaat, hi; van boven af op den vinger wordt getikt. Als maat staf dient te gelden het artistiekekunnen, aesthetische scheppende vermogen. Doch dat nie alleen, want in bepaalde gevallen zal men wel de gelijk rekening moeten houden met een kunst, di< hoe aesthetisch verantwoord ook, toch als volksge vaarlijk moet worden gekwalificeerd. Een volksge meenschap kan geen kunst in haar midden dulden, die in strijd is met de belangen er van. Elke kunst, die naar haar inhoud een negativistische levensbe schouwing huldigt, kan niet worden geduld. In de tegenwoordige maatschappij is iedereen kunstenaar, die zich daartoe opwerpt. In de toe komstige maatschappij is alleen kunstenaar hij, dia wordt waardig gekeurd om het volk en de volks gemeenschap te dienen, want ook kunst is dienen De taak van de gilden is veelzijdig. Ten eerste is er een ethisch-sociale taak, die zich bezig heeft te houden met het brandende vraagstuk van de sociale positie van den kunstenaar, van de ziektegelden, van den ouden dag. Een tweede taak is het bepalen van de juridische positie: de titels die een kunstenaar mag voeren schilder, beeldhouwer e. d. mogen niet zijn een etiket dat een ieder naar goeddunken kan opplakken: Het moeten beschermde titels zijn, die een eer beteeke- nen en een plicht opleggen. De opleiding van den kunstenaar vnrmt een vier de taak. Men komt vaak aandragen, dat kunstenaars niet worden gemaakt, maar hun kwaliteiten aan genialiteit ontleenen. Spr. meent, dat dit een ver keerde meening is. Ook de opleiding is belangrijk en hij wil dan ook komen tot het weer invoeren van de aflegging van een meesterproef. Een andere taak van de gilden is voorts, dat ei een nieuwe levensstijl voor den kunstenaar moei worden geschapen, zooals er ook voor den arbeider en den geleerde een nieuwe volksche lev ■- stijl is ontstaan. Er moet komen een nieuw kunstenaars type, een nieuwe kunstenaarsideologie, et-n nieuwe kunstenaarsmythe. Het tijdperk van den bohémien is voorbij. Men moet zich weer bewust worden deel uit te maken van een eigen, Nederlandsch volk, men moet er weer toe komen om het typisch Nederland- sche tot uiting te brengen, zoowel in den levensstijl als in den scheppingsstijl. VIER GILDEN Het doel van de gilden is een komen tot een sa menvattende regeling van alle belamgen van hen, die in de kunst zijn vereenïgd. Spr. wil in de nabije toekomst komen tot vier gilden: een muziekgilde, een tooneelgilde, een gilde voor de beeldende kunst en een literatuur- gilde. Het gilde voor de beeldende kunst zou dan weer kunnen worden onderverdeeld in drieën: bouw kunst, beeldende kunst en kunstnijverheid. Het ge- heele kunstenaarswezen dient te worden geordend en daarbij dient een scherpe onderscheiding te wor den gemaakt wie kunstenaar is en wie niet. Het is in het belang van de kunst en den kunstenaar zelf, dat de beunhazen worden geweerd uit de gilden: zij hebben geen enkel recht op een plaats in de kun stenaarswereld en zij zullen moeten worden inge deeld bij de dilettanten. Wanneer spr. de samenwerking van den staat van bovenaf en van de gilden van onderaf beziet, dan is de reeds genoemde concentratie van de kunste naars, zooals opgemerkt, een heuglijk feit, maar het betreft hier toch slechts werk, dat van zeer voor- loopigen aard is. Men dient te komen, niet tot een vereeniging van de vereenigingen, maar er moet in de gilden komen een nieuwe geest, een totaal nieuw soort mensch, die de politieke en geestelijke ontwik keling van zijn tijd niet alleen begrijpt, maar ook aanvoelt en beseft. Met de overheid aan den eenen kant en de gilden aan de andere zijde moet nieuwe gedachte worden doorgevoerd. (A. N. P.) A. BURDET'S ..VOGELLEVEN IN HOLLAND". De werkzaamheden aan het filmwerk van den natuuronderzoeker A. Burdet zijn thans vol tooid en dc première van „Vogelleven in Holland" zal op 16 Februari te Utrecht plaats hebben. De film zal worden ingeleid en toegelicht door den deskundige Nol Binsbergen. In Amsterdam zal „Vogelleven in Holland" in de Paaschweek ver toond worden. Korfbal Alle wedstrijden van den Nederlandsehen Korfbalbond voor Zondag a.s. zijn afgelast.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 8