Moord «op kasteel Entzberg
MODENIEUWS
voor onze dochters
GRIEP.
Het menu van den dag
ZATERDAG S FEBRUARI 1941
HAARLEM'S DAGBLAD
Forsche modellen, gemarkeerde
zakken en mooie knoopen.
Er zijn geen vuriger mode-enthousiasten dan
onze kleine meisjes. Denkt u maar niet, moeder, dat
Annetje een mutsje van eenïgszins afwijkend
model zal dragen, omdat u het mooi vindt! Het liev
kind voelt als 't ware met haar ontluikend mode
instinct, dat uw enthousiasme voor bovengenoemd
mutsje hoofdzakelijk berust op het feit, dat u het
lapje nog had liggen enloopt er niet in! Nee,
maar dan zoo'n leuke, echt gezellige, modieuze en
flatteuze baret als Kitty en Willy ze dragen. Zoo'n
baret als je overal tegelijk ziet opduiken! Die on
middellijk over alle linker- of rechteroortjes van
de klas hangt en zoo heerlijk scheef over 't voor
hoofd wordt getrokken, dat het eene geestige lokje,
dat juist iedereen draagt er geestig"bnderuit springt!
Een muts van honderd in een dozijn, met een spe
ciale „val", een kwastje of een embleem en
't mode-instinct is bevestigd.
Alleen de volgroeide persoonlijkheid, die geleerd
heeft en dagelijks beleeft, dat mode is een uitdruk
kingsmogelijkheid van de ziel èn het verstand èn
de intuïtie, kortom van het heele wezen der vrouw,
kan zich permittteeren, er een geheel eigen mode
op na te houden. Kinderen zijn nog geen vol-
grooide persoonlijkheden de meeste van ons wor
den het ook nooit, maar dat nu daargelaten! en
hebben dus zelden 'n persoonlijken, onafhankelijken
smaak. Vandaar, dat de liefde van deze
kleine meisjes, van onze jonge meisjes
ook nog wel, uitgaat naar de aardige bijkomstig
heden van iedere mode, de kleine trekjes, de rage
dingetjes, die iedereen op een gegeven oogenblik
op of aan heeft.
Laten we onze meisjes dat genoegen doen, dat
ze vooral mogen meedoen aan die leuke, kleine
dwaasheidjes, die broches, die corsagetjes, die
strikjes en tierlantijntjes, die de meisjesmode zoo
boeiend en interessant maken! Laten we ze gunnen,
precies zoo'n polskettinkje en zoo'n haarbandje als
Heleentje, de mode-primadonna van de klas, te
hebben.
Maarals 't erop aankomt onze meisjes wer
kelijk te kleeden, laten we dan zelf eens goed
wakker zijn en uit de groote verscheidenheid van
het gebodene voor ons dochtertje weten te kiezen!
't Kiezen voor kinderen is zoo mogelijk nog
moeilijker dan kiezen voor onszelf. Wij immers
zijn volwassen geworden met alle ups en downs
daaraan verbonden. Wij kennen nu zoo langza
merhand onze eigen gestalte ons eigen gezicht
en we hebben, misschien wel met schade ei
schande, geleerd, wat ons bizonder goed staat
en wat we vooral nooit moeten aantrekken.
Maar het kind, het jonge meisje verandert nog
bij den dag. Hier is een scherp oog, een liefdevolle
toewijding noodig om juist datgene te kiezen, dat
het persoonlijkheidje-in-knop onderstreept, aan
vult ensteunt.
Dit laatste is belangrijk. Of kennen we niet alle
maal uit eigen ervaring de groote macht van
kleeren op de kinderziel? Weten we 't niet meer,
hoe diep ongelukkig we ons konden voelen, als
een rokje „op den groei" juist een reepje te lang
was om „pittig" te zijn? Om van de jurken, ge
maakt „uit een oudje van tante Mine" nu maar
tantes uit een vorige generatie kunnen uit een
heelemaal te zwijgen! Of neen, oak tantes, zelfs
oud lapje modieuse en „schattige" jurken tooveren,
mits ze het echte mode-instinct bezitten! En
schatrijke moeders kunnen het soms niet. Maar wij
allemaal moeten het trachten te leeren om dei-
wille van onze dochtertjes.
Wie dat mode-instinct van nature bezit zal zeker
blij zijn met deze drie aardige meisjesmantels.
Voor een héél klein dametje 2 tot 5 jaar is
het zeer correcte en pittige jasje met de hartvor
mige zakken! De doorgestikte kraag en voorzijde
en het getailleerde model maken, dat een vlot
figuurtje er voordeelig in uitkomt.
Nummer 2 is een forsche jas van een bizonder
model, die niet elk kind zal staan. Voor flinke, niet
te magere figuurtjes echter een degelijk, zeer
modieus jasje 4 tot 8 jaar. Het bontkraagje
en de kleine bontversieringen boven de stiksels
van voren geven het een „voorname" allure.
Bizonder geslaagd en apart is tenslotte de man
tel voor grootere meisjes 814 jaar. De jonge
dame moet stellig een slanke, rijzige gestalte
hebben om dit model met succes te kunnen dragen,
voor „kleine propjes" leent het zich minder. Het
is gedacht in zachtgroene wollen stof met bij
passende muts, heeft een forsche pelerine, flinke
knoopen met dezelfde stof overtrokken als
versiering en schuin gesneden zakken.
Een jas voor uw meisje, die zeker niet spoedig
verveelt!
Sleutel weg? Tel. 11493
DeSleutelspeclallst.L.Veerstr.lO
Er zijn maar weinig gezinnen, schijnt het, waar
op dit oogenblik de griep voorbij is gegaan, en
als we hooren dat er heele gezinnen aan ziek zijn,
dan mogen wij nog van geluk spreken, wanneer
er tenminste een of twee op de been blijven die
de andere kunnen verzorgen.
In een gezin waar iedereen met griep in bed
lag, werd een verpleegster gehaald, maar ook die
hulp in den nood moest het bijltje erbij neer
leggen. zoodat een nieuwe verpleegster moest
verschijnen, die nu gezin plus eerste verpleegster
onder haar hoede kreeg.
Gelukkig is het totnutoe meest van een goed
aardige soort, hoewel er wel wordt aangeraden
om den dokter te raadplegen, omdat zelf-dokteren
bij griep nog weieens aanleiding kan zijn tot een
langdurige en onplezierige nasleep.
Dus roepen we den dokter, maar nu moeten wij
vooraf niet meenen, dat hij wel 's morgens om
een uur of elf een mooie tijd voor een dokters-
visite voor onzen neus zal staan. Want denkt u
eens in, dat alle patiënten dat wel graag willen,
maar dat een enkele boodschap soms twee of
drie-ziefcbedbezoeken in huis kan beteekenen en
dat er zoo heel wat afgewerkt moeten worden.
Uw dokter komt wel, maar verwacht hem maar
erg laat, dan valt de tijd van zijn komst zeker
mee.
Natuurlijk is het goed om voorzichtig te zijn
met het oo-g op besmettingsgevaar, en het is een
verstandige raad, dien een dokter aan een jonge
moeder van vier kleine kinderen gaf: de griep is
totnutoe uw deur voorbijgegaan, bezoek nu maar
liever geen familieleden of vrienden met griep,
daarmee tart je het noodlot.
Iets anders is het wanneer er hulp geboden moet
worden omdat iedereen ziek is, en men zou zich
er dan afmaken om liet besmettingsgevaar te
ontloopen: wie het druk heeft en geen tijd om
aan zichzelf te denken, wie zich dus ook niet druk
kan maken om besmettingsgevaar, die loopt er
dikwijls wonder boven wonder van vrij, kijkt u
maar naar de vele verpleegsters en artsen die er
toch dagelijks mee in aanraking komen.
Intusschen vergroot de noodzakelijkheid van
helpen ook het saamhoorigheidsgevoelgezien de
huismoeder die voor ettelijke buren meekookt,
omdat daar iedereen ziek ligt, of de andere
die behalve haar eigen huishouden ook nog dat
van haar overbuur gaande houdt, of de derde die
een paar uurtjes 'smiddags komt oppassen, om
dat de vrouw des huizes wat moet gaan rusten, wil
ze gezond blijven en haar zieken goed verplegen.
Zoo zit er zelfs in zoo'n griepperiode nog heel
wat goeds, al zal iedereen blij zijn, wanneer de
dooi, die terdege ingevallen is met regen en wes
tenwind, terwijl ik dit schrijf, nu maar blijven
wil zoodat het minder gure weer ons verlost van
de heerschappij van de griepbacil.
Met gewone voorzichtigheid, die heelemaal niet
behoeft te ontaarden in weekheid, kunnen we
nog heel wat doen om de ziekte te voorkomen.
Ie. Door niet langer dan noodig is natte schoe
nen en kousen of sokken aan te houden, ze na
melijk uit te trekken zoodra we thuis komen en
ook blijven.
2e. Door zooveel mogelijk toeht te voorkomen.
3e. Door niet den eenen dag met een dun
blousje te loopen en den volgenden een dikke
winterjurk aan te trekken.
4e. Door hoestende menschen niet al te dicht
te benaderen, zij verspreiden meestal een respec
tabele hoeveelheid griepbacillen.
5e. Door niet den heelen dag in angst te zitten
voor besmetting: wie er doorloopend bant voor
is. krijgt het ook zeker en vast.
Tenslotte raden de medici hun patiënten aan:
goed uitzieken. Doet u dit dan ook, niemand is
onmisbaar, en zelfs een gezin zonder huisvrouw
die met griep in- bed ligt is beter af dan een die
halverwege is opgestaan en nu nog wekenlang
blijft nasukkelen.
Misschien is het een kwestie van twee, drie
dagen om heelemaal beter te worden; neem die
ervoor, des te eerder is alles weer gewoon en be
hoort de griep tot het verleden.
E. E. J.—P.
(Adv. Ingez. Med.)
IETS OVER DE OUDE HOLLANDSCHE KAAS EN
HAAR GEBRUIK.
In vergelijking met het gebruik van jonge en
belegen soorten wordt oude kaas in ons land be
trekkelijk weinig gegeten; toch is dit product in
het buitenland een gevraagd artikel in de vele
internationaal georiënteerde delicatessenwinkels
waar onze oude Goudsche, Edammer en Leidsche
tronen tusschen de fijnste soorten Gargonzola
en Gruyère, Bel Paëse of Rocquefort!
Met recht geldt de pittige oude kaas bij de ken
ners ten-onzent evenwel ook als een der beste van
Neêrlands zuivelproducten. Voor wie weet met
hoeveel toewijding deze kaas wordt bereid en
verzorgd „gefokt" zegt- de vakman is dit
geen wonder, want hij weet immers, dat de béste
kazen voor bewaring worden uitgezocht, in de
hoop dat zij eens het praedicaat van oude kaas
zullen kunnen dragen; meestal zijn zij afkomstig
van een bepaalde boerderij of fabriek, die bij er
varing speciaal geschikt is gebleken voor de be
reiding van een voor langere bewaring bestemd
product.
In doelmatige pakhuizen worden de kazen In
lange rijen in het gelid gezet, ruim en luchtig,
waardoor zij onder de gunstigste omstandigheden
kunnen „rijpen". Worden bij sommige soorten
buitenlandsche kaas speciale kunstgrepen toege
past om een markanten, pittigen smaak te be
vorderen, de oude Nederlandsche kaas voltrekt
haar rijpingsproces langs geheel natuurlijken
weg.
Op dit oogenblik is op de kaasbonnen óók oude
kaas, bereid in het voorjaar van 1940 verkrijg
baar; wie naar héél oude vraagt, zal zelfs nog
aanzienlijk oudere kaas kunnen ontvangen. En
het is niet alleen de typeerende smaak van deze
soort, bij velen nog onbekend, die aandacht ver
dient; de kooper profiteert ook van de voordee-
len, die het gebruik van oude kaas biedt juist in
dezen tijd van rantsoeneering. Oude kaas heeft
een laag vochtgehalte verkregen. Een ons oude
Jachtschotel van peulvruchten.
Brusselsch lof met eieren.
Appelpudding.
RECEPTEN.
Jachtschotel van peulvruchten. (Boonen of capu-
cijners).
Voor 3 a 4 personen:
300 gr. peulvruchten, 500 gr. uien, 1 K.G. aard
appelen, 40 gr. vet of boter, peper, zout, maggi-
aroma, boonenwater.
De geweekte boonen of eapucijners gaar koken
en een beetje fijn maken. De uien snipperen en in
het vet bakken. De gekookte aardappelen in plak
ken snijden. In een schotel laag om laag aardappe
len, boonen en uien doen. Telkens wat peper ei
zout er over strooien en wat boonennat en maggi-
aroma er op doen, zoodat de massa niet te droog
wordt. De schotel op een zacht vuur of in den oven
goed heet laten worden. De rest van het kook
water en wat peulvruchten, die achter gehouden
worden, den volgenden dag voor de soep gebrui
ken.
Brusselsch lof.
Het lof wordt op de gewóne manier afgeschrapt,
de harde stronk wordt er af gesneden en de strui
ken worden in hun geheel in weinig water met
zout gaar gekookt.
De groente wordt opgediend met wat gesmolten
boter, een paar hard^skookte eieren, geraspte noot
muskaat en zout.
Appelpudding.
400 gr. zuren appelen.
6 d.L. water.
80 gr. suiker.
16 gr. witte gelatine waarbij één blad roode.
Kook op de gewone wijze moes van de onge
schilde appelen en het water, zeef dit, laat er de
geweekte gelatine in oplossen en de suiker.
Doe dit mengsel in een met koud water omge-
spoelden puddingvorm, laat de pudding koud wor
den en presenteer er vanillesaus of custardsaus bij.
LOONBELASTING
staat in het middelpunt der belangstelling
Jozo en Nezo gelukkig ookhet verpakte
sneeuwblanke keukenzout van Boekelo.
(Adv. Ingez. Med.)
volvette of- 40 4- kaas bevat dan ook belangrijk
meer melkwit dan een gelijke hoeveelheid jonge
kaas. Evenzeer stijgt het percentage aan eiwit
ten en andere voedingsstoffen naarmate de
kaas ouder wordt.
Men kan de geleidelijk harder geworden oude
kaas op een gewonen rasp raspen en dan oyer de
boterham strooien; ook kan men ze malen in een
.g. amandelmolentje. Aldus ondervangt men het
bezwaar, dat oude kaas brokkelig is en zich niet
goed laat snijden. Niet alleen op het brood, ook
in soepen, sauzen ep stamppotten kan de ge
raspte of gemalen oude kaas met voordeel wor
den gebruikt ter verbetering van den smaak
en door haar belangrijk eiwit- en vetgehalte,
tevens ter verhooging van de voedingswaarde der
gerechten. Afhankelijk van den gewenschten
smaak kan men er meer of minder van aan de
gerechten toevoeren.
De thans beschikbare voorraden oude kaas zijn
uiteraard beperkt; zij die zulks wenschen kun
nen hun kaasrantsoen dus nü nog betrekken in
den vorm van het oude, in het buitenland zoo
zeer gewaardeerde, product.
WENKEN VOOR DE ZUINIGE HUISVROUW.
Voor het waschen van de kinderen wordt dikwijls
een spons gebruikt. Deze wordt echter op den duur
minder frisch. Bovendien is het aanschaffen van
een nieuwe spons vrij duur. Het beste is daarom
een waschhandje te breien van ongebleekt katoen
Het liefst voor elk kind één met een ander gekleurd
randje. Dit waschhandje kan met de witte wasch
uitgekookt wordpn en is telkens weer frisch. Men
breit dat op de volgende wijze:
60 steken opzetten, 5 ribbels breien (recht heen
en recht terug), daarna 19 c.m. recht heen en ave
recht terug breien, Afkanten en onder- en zijkan
ten dicht maken.
Uit oude kousen.
Over het algemeen is reeds bekend, dat men van
oude kousen nog zeer goede bruikbare kleedingstuk-
jes kan maken, maar hier volgen nog enkele idee
tjes. Misschien kan een der huismoeders er haar
voordeel mee doen.
Voor een truitje voor een kind van ongeveer 2'/2
jaar knipt men van een paar kousen de achternaad
door en knipt van de bovenkant van het eene been
stuk het rugpand en van het andere beenstuk het
voorpand. Uit de rest van de beenstukken kan men
meestal nog net een paar lange mouwtjes knippen.
Het boord van de kous doet dan dienst als zoom.
De ronde halsen het splitje haakt men met felle
kleurtjes om en op de zoom kan nog een steekje ge
werkt worden.
Voor een klein jurkje heeft men niet genoeg aan
een paar kousen, omdat de onderwijdte dan te klein
wordt; maar dan kan men er heel best een ge
deelte van een fantasiesok bij gebruiken door er
van deze tricot middenvoor een baantje tusschen te
zetten van ongeveer 7 c.m. Men bewerkt het streep
je of figuurtje van de sok weer met felgekleurde
wol of zijde. Men kan er dan meestal nog net lange
mouwtjes uitknippen. De hals van het jurkje van
een tamelijk donkergekleurde kous kan afgewerkt
worden met een vuurrood gerimpeld lintje, zoodat
toch een fleurig geheel verkregen wordt.
Als men in het bezit is van een goed patroon voor
kinderkousjes kan men die ook heel goed uit de
beenstukken knippen. Men stikt ze machinaal in
DE ONMISBARE PULLOVER
Het is eenigszins moeilijk de benoodigde wu
te geven voor deze pullover voor een sport
jongen van ongeveer 12 jaar, omdat hiervoor de-
gehaalde wol van een uit de mode geraakte trui
bruikt is.
Wel gaa er bij deze manipulatie wat wol
loren, maar de pullover wordt dan een paar n
mers kleiner en als we de uitgehaalde wol bel
delen op de manier als de vorige keer is aangege
wordt het kleedingstuk als nieuw.
We beginnen met den rug en zetten hier\
88 st. op en breien dan een boord van 12 toe
1 r. verdraaid, 1 a., waarna we verder het patr
in ruiten breien, die met de punten op elkaar ligf
De eerste pen is: 1 a. 7 r. enz.
tweede pen: 3 a. 5 r. enz.
derde pen: 5 a. 3 r. enz.
vierde pen: 7 a. 1 r. enz.
vijfde pen: 5 a. 3 r. enz.
zesde pen: 3a. 5 r. enz.
zevende pen: 1 a. 7 r. enz.
Nu zijn we aan den averechtschen kant en br<
een heele pen averecht.
Dit heele patroon wordt herhaald; mij begr
dus goed, dat de even pennen aan den averecl
kant gebreid worden en de steken aan den goe
kant zoo worden als hierboven is beschreven.
Na 12 ruitjes kanten we links en rechts voor
armsgat 10 st. af (4-3-2-1) en breien verder tot
17 ruitjes boven den boord hebben. Voor den
den hals verdeelen we het werk nu in tweeën
kanten, van het midden af te beginnen, eerst 6
af en dan nog 3 x 2 st. De overige 22 st. voor
schouder breien we nog 2 keer op en maken
den anderen kant evenzoo. -
De rug is gelijk aan het voorpand, maar
breien hierin geen halsuitsnijding, maar breien
rug even hoog als de schouders bij het voorp<
Voor het ronde halsboordje nemen we de ste
van den voor- en achterkant op en zoeken er li
en rechts bij de schouders zooveel steken bij tof
lOOst. hebben, die we op 4 pennen zetten zoi
knopjes, en 1 r. verdraaid 1 a. afbreien. Ni
toeren kanten we los af.
Voor de mouw zetten we, aan den kop Te
ginnen, 27 st. op en meerderen er om de pen v
en achter een steek bij, tot 53 st. Dan zetten
er voor en achter in een keer nog 14 st. oij op
breien met deze 81 st. verder.
We minderen voor en achter bij elke ruit
steek, tot er nog 56 st. op de pen staan. Na
ruitjes, van den kop af geteld, breien we een bo
als bij het begin, nu van 22 toeren.
Alles wordt onder een vochtigen doek gestre
en op de machine in elkaar gestikt.
elkaar en werkt de naadjes af door smal drienife]
langs te stikken en dan de naad precies langs fcr
stiksel af te knippen. Deze manier is trouwensWi,
beste afwerking voor alle stiksel van tricot, He
van verstelwerk. Met behulp van een goed patr nc
kan men er de versleten ondervoeten van overig£c
nog goede kousen heel goed mee verstellen. Vocye
als men teen en hiel versterkt door ze dubbeljg
knippen blijkt dat erg practisch. iH(
hij
Dit is een uitstekend
receptje voor Uw mar
tegen zijn rheumatiek.
In een paar minuten zelf
gemaakt.
Wanneer U of Uw man al lang last heeft
rheumatiek, neem dan eens een proef met
recept om de pijn te verdrijven. Haal bij
apotheker of drogist 85 gram terpentijn
15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd)
15 grams-fleschje Rheumagic-olie kost
66 cent, dus met de terpentijn bent U v
ongeveer drie kwartjes klaar. Schud deze tr
bestanddeelen in een schoone flesch goed d
elkaar, maar zorg ervoor dat U het niet in
oogen krijgt. Uw rheumatiek-olle is nu gen
Bevochtig de pijnlijke plaatsen ermede, zont
te wrijven of te masseeren en de pijn verdwi
direct. U zult blij zijn dit receptje gevonden
hebben, want het is werkelijk uitstekend. L<
even langs Uw anot.heker of drogist en haal
vandaag nog in huis.
Indien de benoodigde ter-pentijn niet verkrijgb
is, kunt U een zelfde hoeveelheid brand-spir
•ua^inxqaB
(Adv. Ingez. Med.
mi 4
dia<
PETER PAUL BERTRAM.
32)
Maar het duurde bijna twintig minuten voor
hij weer naar het tafeltje terugkeerde.
„Dat heeft lang geduimdbegon mr.
Schwaiger verwijtend, maar toen zag hij het ont
stelde gezicht van den officier. „Is er iets onaan
genaams gebeurd?", informeerde hij snel.
„Hoe men het neemt", zei mr. Urban. „Busch-
roitner belde me op. Nieuwe gebeurtenissen op
kasteel Entzberg".
„WatI?"
„Vertel eens!" Allen riepen door elkaar.
„Luister dan: Duschinsky was niet de moorde
naar". En hij begon te vertellen, hoe Buschroitner
en Vahoda samen achter het geheim van kasteel
Entzberg gekomen waren. „De moeilijkheid was",
verklaarde hij „dat de autoriteiten in Schechat,
geen strafkaart met vingerafdrukken van dien
Maxner meer hadden. Toen heeft Buschroitner
heel eenvoudig een strafkaart geimiteerd en
Maxner overbluft. Tenslotte is hij door de mand
gevallen en heeft bekend. Den dubbelen moord
gedurenden den oorlog, den moord op Von Ghetaldi
dien hij per abuis eigenlijk gedood heeft en den
moord op Duschinsky. Precies zooals in dat tijd
schrift stond, dat Vahoda gevonden had. Hij had
4at verhaal gelezen, al voor Duschinsky. og het
kasteel kwam. Toen Vahoda hem van zijn nasporin-
gen vertelde, heeft hij het besluit genomen zich
van den afperser te ontdoen. Opdat niemand er
op zou lcoben, heeft hij het slot uit -het magazine
gescheurd en verbrand".
„Niet zoo snel", verzocht dr. Wachter. „Hoe zat
dat met dat magazine?"
„Maar dat is toch heel eenvoudig. Maxner-
Maxwell had er in gelezen, zooals ik vertelde, dat
er iemand in doodgeschoten was, terwijl het op
zelfmoord leek. Dat heeft hij met Duschinsky ook
gedaan. Hij wist, dat deze een revolver bezat.
Tijdens Vahodas voordracht is hij vlak achter hem
gaan staan en heeft plotseling den revolver uit
Duschinsky's zak getrokken. Toen schreeuwde hij:
„Om hemelswil, wat doet u!" en heeft hem neer
geschoten eer de ander zich kon omdraaien. Na
tuurlijk twijfelde niemand er aan, dat Duschinsky
het zelf gedaan had".
„Hoe is het mogelijk", zei mr. Schwaiger, hoofd
schuddend.
„Een koelbloedige schurk", zei Weigelsberger.
„Inderdaad", stemde mr. Urban toe. „Toen
Maxner-Maxwell zijn bekentenis onderteekend had,
is Buschroitner een steen van het hart gevallen.
Het bewijs zou ternauwernood hebben kunnen
dienen voor een proces op aanwijzingen. De brie
van aan die Zwitsersche bank zouden wel veel
gedaan hebben en men had hem in Schwechat kun
nen controleeren, maar een bekentenis is beter".
„Nou, dan krijgen we weer een beroemde recht
zaak", dacht de notaris.
Mr. Urban schudde het hoofd. „Neen, die Max
ner-Maxwell zal niet voor het gerecht verschijnen.
Voor hij weggeleid werd, verzocht hij met een
der Chineezen majoor-ik-weet-zijn-naam-niet-
meer te mogen spreken Buschroitner heeft het
toegestaan. Toen hebben die twee een paar mi
nuten gesproken. In het Chineesch. Natuurlijk
heeft niemand het verstaan. En toen Maxner weg
geleid werd door de gang met de exotische wapens,
heeft hij zich plotseling losgerukt en zich een pijl
die aan den muur hing, in de borst gestooten. Niet
diep, maar tien minuten later was hij dood.
Moet onder verschrikkelijke pijnen gestorven zijn.
De pijl kwam uit Indochina en was vergiftigd. De
majoor heft verklaard, Maxner dien raad ge
geven te hebben. Het waren goede vrienden en
hij meende, dat hij hem dien vriendschapsdienst
moest bewijzen. Als men hem daarvoor ter ver
antwoording wilde roepen, dan stond hij ter be
schikking. Maar we laten de zaak natuurlijk
loopen. Heeft toch geen zin".
Voor dien avond was het met bridge afge-
loopen.
De touringcar A 13513 kwam den volgenden
dag ongeveer kwart voor elf in Lienz voor Hotel
Post aan. Het plein was vol nieuwsgierigen. Toen
Buschroitner en de beide inspecteurs uitstapten,
werden zij dadelijk door de nieuwsgierige Lienze-
naren met vragen bestormd. Wie mijnheer Vahoda
was, wie de mooie mevrouw Fechner, wie de Ame-
rikaansche dokter. Zoo, was die op het kasteel
gebleven als gast van freule Angela?
Een heer van omstreeks vijf en dertig jaar, met
een handkoffer, baande zich een weg door de
menigte. Hij gaf Wieninger zijn koffer. „Goeden
morgen", zei hij en stapte den wagen binnen. Toen
sprak hij tot het reisgezelschap: „Dames en heeren,
sta mij toe dat ik mij aan u voorstel. Mijn naam
is Wilhelm Gratz, ik ben de nieuwe reisleider.
Namens het bureau „Ueberland" heb ik u de vol
gende mededeeling te doen: degene die den tocht
over Malinitz, Gastein en Salzburg nog wil mee
maken, kan den touringcar verder gebruiken. We
komen met twee dagen vertraging in Weenen
terug. Voor degenen die geen tijd meer hebben,
staat een spoorkaartje tweede klasse sneltrein naar
Weenen ter beschikking, benevens een derde deel
van het betaalde reisbiljet. Ik verzoek u om spoe
dig uw beslissing te willen nemen, daar we over
tien minuten verder reizen".
De familie De Jong verklaarde, dat zij helaas
naar Weenen moest terugkeeren: de anderen echter
wilden den tocht verder meemaken.
„Uitstekend", zei de heer Gratz, „dan zal ik de
dames en heeren aan het station afzetten. Vooruit
Wieninger, er van door. We zijn tenslotte geen
wildedierenspul'.
„Blijft u toch ook hier, mijnheer Vahoda", zei
Buschroitner, die naast' den wagen stond, daar
waar de kleine bibliotheekbezittter zijn plaats had.
„Blijft u een paar dagen bij mij logeeren, dan kun
nen wij eens rustig praten. Wilt u niet?"
Vahoda kleurde.
„Meent u dat werkelijk?" vroeg hij verbaasd en
verlegen.
„Maar natuuurlijk. Ook de officier van Justitie
zal wel kennis met u willen maken. H*et zal ge
zellig worden. We zullen elkaar uitstekend begrij
pen".
Vahoda was opgestaan. „Graag", aanvaardde hij
de uitnoodiging. „Buitengewoon graag". Toen wend-
„Ik
de hij zich tot den nieuwen reisleider,
toch liever willen uitstappen".
„Zooals u wil! mijnheer", zei Gratz. Hij betaagi
hem een derde deej van het reisgeld en den
van een kaartje tweede klas naar Weenen
Wieninger was uitgestapt en bracht Vahoda's zwa
koffer.
„Misschien zie ik u nog, mijnheer Vahoda",
hij. „Ik kom namelijk weer terug naar kast
Entzberg. Ik ga met Emerenzia trouwen en
graaf heeft gezegd, dat ik bij hem als chauffi
mag komen".
„Dat doet me veel genoegen", zei Vahoda h
telijk, „dan wensch ik je veel geluk". Hij reil
den chauffeur de hand.
„Dank u, mijnheer", zei Wieninger. Toen g
hij snel terug naar zijn plaats achter het stu
Buschroitner had Vahoda's koffer genomen^
„Aha", zei hij, toen hij het gewicht voel
„Allemaal romannetjes?"
„Ja", zei Vahoda en knipperde achter zijn dik
brillegiazen tegen de zon, toen de touringcar
13.513 over het plein rolde en om een hoe
verdween.
Pgc
li
st
h<
d<
at
v:
Ti.