Moord «op kasteel Entzberg MODENIEUWS voor onze dochters GRIEP. Het menu van den dag ZATERDAG S FEBRUARI 1941 HAARLEM'S DAGBLAD Forsche modellen, gemarkeerde zakken en mooie knoopen. Er zijn geen vuriger mode-enthousiasten dan onze kleine meisjes. Denkt u maar niet, moeder, dat Annetje een mutsje van eenïgszins afwijkend model zal dragen, omdat u het mooi vindt! Het liev kind voelt als 't ware met haar ontluikend mode instinct, dat uw enthousiasme voor bovengenoemd mutsje hoofdzakelijk berust op het feit, dat u het lapje nog had liggen enloopt er niet in! Nee, maar dan zoo'n leuke, echt gezellige, modieuze en flatteuze baret als Kitty en Willy ze dragen. Zoo'n baret als je overal tegelijk ziet opduiken! Die on middellijk over alle linker- of rechteroortjes van de klas hangt en zoo heerlijk scheef over 't voor hoofd wordt getrokken, dat het eene geestige lokje, dat juist iedereen draagt er geestig"bnderuit springt! Een muts van honderd in een dozijn, met een spe ciale „val", een kwastje of een embleem en 't mode-instinct is bevestigd. Alleen de volgroeide persoonlijkheid, die geleerd heeft en dagelijks beleeft, dat mode is een uitdruk kingsmogelijkheid van de ziel èn het verstand èn de intuïtie, kortom van het heele wezen der vrouw, kan zich permittteeren, er een geheel eigen mode op na te houden. Kinderen zijn nog geen vol- grooide persoonlijkheden de meeste van ons wor den het ook nooit, maar dat nu daargelaten! en hebben dus zelden 'n persoonlijken, onafhankelijken smaak. Vandaar, dat de liefde van deze kleine meisjes, van onze jonge meisjes ook nog wel, uitgaat naar de aardige bijkomstig heden van iedere mode, de kleine trekjes, de rage dingetjes, die iedereen op een gegeven oogenblik op of aan heeft. Laten we onze meisjes dat genoegen doen, dat ze vooral mogen meedoen aan die leuke, kleine dwaasheidjes, die broches, die corsagetjes, die strikjes en tierlantijntjes, die de meisjesmode zoo boeiend en interessant maken! Laten we ze gunnen, precies zoo'n polskettinkje en zoo'n haarbandje als Heleentje, de mode-primadonna van de klas, te hebben. Maarals 't erop aankomt onze meisjes wer kelijk te kleeden, laten we dan zelf eens goed wakker zijn en uit de groote verscheidenheid van het gebodene voor ons dochtertje weten te kiezen! 't Kiezen voor kinderen is zoo mogelijk nog moeilijker dan kiezen voor onszelf. Wij immers zijn volwassen geworden met alle ups en downs daaraan verbonden. Wij kennen nu zoo langza merhand onze eigen gestalte ons eigen gezicht en we hebben, misschien wel met schade ei schande, geleerd, wat ons bizonder goed staat en wat we vooral nooit moeten aantrekken. Maar het kind, het jonge meisje verandert nog bij den dag. Hier is een scherp oog, een liefdevolle toewijding noodig om juist datgene te kiezen, dat het persoonlijkheidje-in-knop onderstreept, aan vult ensteunt. Dit laatste is belangrijk. Of kennen we niet alle maal uit eigen ervaring de groote macht van kleeren op de kinderziel? Weten we 't niet meer, hoe diep ongelukkig we ons konden voelen, als een rokje „op den groei" juist een reepje te lang was om „pittig" te zijn? Om van de jurken, ge maakt „uit een oudje van tante Mine" nu maar tantes uit een vorige generatie kunnen uit een heelemaal te zwijgen! Of neen, oak tantes, zelfs oud lapje modieuse en „schattige" jurken tooveren, mits ze het echte mode-instinct bezitten! En schatrijke moeders kunnen het soms niet. Maar wij allemaal moeten het trachten te leeren om dei- wille van onze dochtertjes. Wie dat mode-instinct van nature bezit zal zeker blij zijn met deze drie aardige meisjesmantels. Voor een héél klein dametje 2 tot 5 jaar is het zeer correcte en pittige jasje met de hartvor mige zakken! De doorgestikte kraag en voorzijde en het getailleerde model maken, dat een vlot figuurtje er voordeelig in uitkomt. Nummer 2 is een forsche jas van een bizonder model, die niet elk kind zal staan. Voor flinke, niet te magere figuurtjes echter een degelijk, zeer modieus jasje 4 tot 8 jaar. Het bontkraagje en de kleine bontversieringen boven de stiksels van voren geven het een „voorname" allure. Bizonder geslaagd en apart is tenslotte de man tel voor grootere meisjes 814 jaar. De jonge dame moet stellig een slanke, rijzige gestalte hebben om dit model met succes te kunnen dragen, voor „kleine propjes" leent het zich minder. Het is gedacht in zachtgroene wollen stof met bij passende muts, heeft een forsche pelerine, flinke knoopen met dezelfde stof overtrokken als versiering en schuin gesneden zakken. Een jas voor uw meisje, die zeker niet spoedig verveelt! Sleutel weg? Tel. 11493 DeSleutelspeclallst.L.Veerstr.lO Er zijn maar weinig gezinnen, schijnt het, waar op dit oogenblik de griep voorbij is gegaan, en als we hooren dat er heele gezinnen aan ziek zijn, dan mogen wij nog van geluk spreken, wanneer er tenminste een of twee op de been blijven die de andere kunnen verzorgen. In een gezin waar iedereen met griep in bed lag, werd een verpleegster gehaald, maar ook die hulp in den nood moest het bijltje erbij neer leggen. zoodat een nieuwe verpleegster moest verschijnen, die nu gezin plus eerste verpleegster onder haar hoede kreeg. Gelukkig is het totnutoe meest van een goed aardige soort, hoewel er wel wordt aangeraden om den dokter te raadplegen, omdat zelf-dokteren bij griep nog weieens aanleiding kan zijn tot een langdurige en onplezierige nasleep. Dus roepen we den dokter, maar nu moeten wij vooraf niet meenen, dat hij wel 's morgens om een uur of elf een mooie tijd voor een dokters- visite voor onzen neus zal staan. Want denkt u eens in, dat alle patiënten dat wel graag willen, maar dat een enkele boodschap soms twee of drie-ziefcbedbezoeken in huis kan beteekenen en dat er zoo heel wat afgewerkt moeten worden. Uw dokter komt wel, maar verwacht hem maar erg laat, dan valt de tijd van zijn komst zeker mee. Natuurlijk is het goed om voorzichtig te zijn met het oo-g op besmettingsgevaar, en het is een verstandige raad, dien een dokter aan een jonge moeder van vier kleine kinderen gaf: de griep is totnutoe uw deur voorbijgegaan, bezoek nu maar liever geen familieleden of vrienden met griep, daarmee tart je het noodlot. Iets anders is het wanneer er hulp geboden moet worden omdat iedereen ziek is, en men zou zich er dan afmaken om liet besmettingsgevaar te ontloopen: wie het druk heeft en geen tijd om aan zichzelf te denken, wie zich dus ook niet druk kan maken om besmettingsgevaar, die loopt er dikwijls wonder boven wonder van vrij, kijkt u maar naar de vele verpleegsters en artsen die er toch dagelijks mee in aanraking komen. Intusschen vergroot de noodzakelijkheid van helpen ook het saamhoorigheidsgevoelgezien de huismoeder die voor ettelijke buren meekookt, omdat daar iedereen ziek ligt, of de andere die behalve haar eigen huishouden ook nog dat van haar overbuur gaande houdt, of de derde die een paar uurtjes 'smiddags komt oppassen, om dat de vrouw des huizes wat moet gaan rusten, wil ze gezond blijven en haar zieken goed verplegen. Zoo zit er zelfs in zoo'n griepperiode nog heel wat goeds, al zal iedereen blij zijn, wanneer de dooi, die terdege ingevallen is met regen en wes tenwind, terwijl ik dit schrijf, nu maar blijven wil zoodat het minder gure weer ons verlost van de heerschappij van de griepbacil. Met gewone voorzichtigheid, die heelemaal niet behoeft te ontaarden in weekheid, kunnen we nog heel wat doen om de ziekte te voorkomen. Ie. Door niet langer dan noodig is natte schoe nen en kousen of sokken aan te houden, ze na melijk uit te trekken zoodra we thuis komen en ook blijven. 2e. Door zooveel mogelijk toeht te voorkomen. 3e. Door niet den eenen dag met een dun blousje te loopen en den volgenden een dikke winterjurk aan te trekken. 4e. Door hoestende menschen niet al te dicht te benaderen, zij verspreiden meestal een respec tabele hoeveelheid griepbacillen. 5e. Door niet den heelen dag in angst te zitten voor besmetting: wie er doorloopend bant voor is. krijgt het ook zeker en vast. Tenslotte raden de medici hun patiënten aan: goed uitzieken. Doet u dit dan ook, niemand is onmisbaar, en zelfs een gezin zonder huisvrouw die met griep in- bed ligt is beter af dan een die halverwege is opgestaan en nu nog wekenlang blijft nasukkelen. Misschien is het een kwestie van twee, drie dagen om heelemaal beter te worden; neem die ervoor, des te eerder is alles weer gewoon en be hoort de griep tot het verleden. E. E. J.—P. (Adv. Ingez. Med.) IETS OVER DE OUDE HOLLANDSCHE KAAS EN HAAR GEBRUIK. In vergelijking met het gebruik van jonge en belegen soorten wordt oude kaas in ons land be trekkelijk weinig gegeten; toch is dit product in het buitenland een gevraagd artikel in de vele internationaal georiënteerde delicatessenwinkels waar onze oude Goudsche, Edammer en Leidsche tronen tusschen de fijnste soorten Gargonzola en Gruyère, Bel Paëse of Rocquefort! Met recht geldt de pittige oude kaas bij de ken ners ten-onzent evenwel ook als een der beste van Neêrlands zuivelproducten. Voor wie weet met hoeveel toewijding deze kaas wordt bereid en verzorgd „gefokt" zegt- de vakman is dit geen wonder, want hij weet immers, dat de béste kazen voor bewaring worden uitgezocht, in de hoop dat zij eens het praedicaat van oude kaas zullen kunnen dragen; meestal zijn zij afkomstig van een bepaalde boerderij of fabriek, die bij er varing speciaal geschikt is gebleken voor de be reiding van een voor langere bewaring bestemd product. In doelmatige pakhuizen worden de kazen In lange rijen in het gelid gezet, ruim en luchtig, waardoor zij onder de gunstigste omstandigheden kunnen „rijpen". Worden bij sommige soorten buitenlandsche kaas speciale kunstgrepen toege past om een markanten, pittigen smaak te be vorderen, de oude Nederlandsche kaas voltrekt haar rijpingsproces langs geheel natuurlijken weg. Op dit oogenblik is op de kaasbonnen óók oude kaas, bereid in het voorjaar van 1940 verkrijg baar; wie naar héél oude vraagt, zal zelfs nog aanzienlijk oudere kaas kunnen ontvangen. En het is niet alleen de typeerende smaak van deze soort, bij velen nog onbekend, die aandacht ver dient; de kooper profiteert ook van de voordee- len, die het gebruik van oude kaas biedt juist in dezen tijd van rantsoeneering. Oude kaas heeft een laag vochtgehalte verkregen. Een ons oude Jachtschotel van peulvruchten. Brusselsch lof met eieren. Appelpudding. RECEPTEN. Jachtschotel van peulvruchten. (Boonen of capu- cijners). Voor 3 a 4 personen: 300 gr. peulvruchten, 500 gr. uien, 1 K.G. aard appelen, 40 gr. vet of boter, peper, zout, maggi- aroma, boonenwater. De geweekte boonen of eapucijners gaar koken en een beetje fijn maken. De uien snipperen en in het vet bakken. De gekookte aardappelen in plak ken snijden. In een schotel laag om laag aardappe len, boonen en uien doen. Telkens wat peper ei zout er over strooien en wat boonennat en maggi- aroma er op doen, zoodat de massa niet te droog wordt. De schotel op een zacht vuur of in den oven goed heet laten worden. De rest van het kook water en wat peulvruchten, die achter gehouden worden, den volgenden dag voor de soep gebrui ken. Brusselsch lof. Het lof wordt op de gewóne manier afgeschrapt, de harde stronk wordt er af gesneden en de strui ken worden in hun geheel in weinig water met zout gaar gekookt. De groente wordt opgediend met wat gesmolten boter, een paar hard^skookte eieren, geraspte noot muskaat en zout. Appelpudding. 400 gr. zuren appelen. 6 d.L. water. 80 gr. suiker. 16 gr. witte gelatine waarbij één blad roode. Kook op de gewone wijze moes van de onge schilde appelen en het water, zeef dit, laat er de geweekte gelatine in oplossen en de suiker. Doe dit mengsel in een met koud water omge- spoelden puddingvorm, laat de pudding koud wor den en presenteer er vanillesaus of custardsaus bij. LOONBELASTING staat in het middelpunt der belangstelling Jozo en Nezo gelukkig ookhet verpakte sneeuwblanke keukenzout van Boekelo. (Adv. Ingez. Med.) volvette of- 40 4- kaas bevat dan ook belangrijk meer melkwit dan een gelijke hoeveelheid jonge kaas. Evenzeer stijgt het percentage aan eiwit ten en andere voedingsstoffen naarmate de kaas ouder wordt. Men kan de geleidelijk harder geworden oude kaas op een gewonen rasp raspen en dan oyer de boterham strooien; ook kan men ze malen in een .g. amandelmolentje. Aldus ondervangt men het bezwaar, dat oude kaas brokkelig is en zich niet goed laat snijden. Niet alleen op het brood, ook in soepen, sauzen ep stamppotten kan de ge raspte of gemalen oude kaas met voordeel wor den gebruikt ter verbetering van den smaak en door haar belangrijk eiwit- en vetgehalte, tevens ter verhooging van de voedingswaarde der gerechten. Afhankelijk van den gewenschten smaak kan men er meer of minder van aan de gerechten toevoeren. De thans beschikbare voorraden oude kaas zijn uiteraard beperkt; zij die zulks wenschen kun nen hun kaasrantsoen dus nü nog betrekken in den vorm van het oude, in het buitenland zoo zeer gewaardeerde, product. WENKEN VOOR DE ZUINIGE HUISVROUW. Voor het waschen van de kinderen wordt dikwijls een spons gebruikt. Deze wordt echter op den duur minder frisch. Bovendien is het aanschaffen van een nieuwe spons vrij duur. Het beste is daarom een waschhandje te breien van ongebleekt katoen Het liefst voor elk kind één met een ander gekleurd randje. Dit waschhandje kan met de witte wasch uitgekookt wordpn en is telkens weer frisch. Men breit dat op de volgende wijze: 60 steken opzetten, 5 ribbels breien (recht heen en recht terug), daarna 19 c.m. recht heen en ave recht terug breien, Afkanten en onder- en zijkan ten dicht maken. Uit oude kousen. Over het algemeen is reeds bekend, dat men van oude kousen nog zeer goede bruikbare kleedingstuk- jes kan maken, maar hier volgen nog enkele idee tjes. Misschien kan een der huismoeders er haar voordeel mee doen. Voor een truitje voor een kind van ongeveer 2'/2 jaar knipt men van een paar kousen de achternaad door en knipt van de bovenkant van het eene been stuk het rugpand en van het andere beenstuk het voorpand. Uit de rest van de beenstukken kan men meestal nog net een paar lange mouwtjes knippen. Het boord van de kous doet dan dienst als zoom. De ronde halsen het splitje haakt men met felle kleurtjes om en op de zoom kan nog een steekje ge werkt worden. Voor een klein jurkje heeft men niet genoeg aan een paar kousen, omdat de onderwijdte dan te klein wordt; maar dan kan men er heel best een ge deelte van een fantasiesok bij gebruiken door er van deze tricot middenvoor een baantje tusschen te zetten van ongeveer 7 c.m. Men bewerkt het streep je of figuurtje van de sok weer met felgekleurde wol of zijde. Men kan er dan meestal nog net lange mouwtjes uitknippen. De hals van het jurkje van een tamelijk donkergekleurde kous kan afgewerkt worden met een vuurrood gerimpeld lintje, zoodat toch een fleurig geheel verkregen wordt. Als men in het bezit is van een goed patroon voor kinderkousjes kan men die ook heel goed uit de beenstukken knippen. Men stikt ze machinaal in DE ONMISBARE PULLOVER Het is eenigszins moeilijk de benoodigde wu te geven voor deze pullover voor een sport jongen van ongeveer 12 jaar, omdat hiervoor de- gehaalde wol van een uit de mode geraakte trui bruikt is. Wel gaa er bij deze manipulatie wat wol loren, maar de pullover wordt dan een paar n mers kleiner en als we de uitgehaalde wol bel delen op de manier als de vorige keer is aangege wordt het kleedingstuk als nieuw. We beginnen met den rug en zetten hier\ 88 st. op en breien dan een boord van 12 toe 1 r. verdraaid, 1 a., waarna we verder het patr in ruiten breien, die met de punten op elkaar ligf De eerste pen is: 1 a. 7 r. enz. tweede pen: 3 a. 5 r. enz. derde pen: 5 a. 3 r. enz. vierde pen: 7 a. 1 r. enz. vijfde pen: 5 a. 3 r. enz. zesde pen: 3a. 5 r. enz. zevende pen: 1 a. 7 r. enz. Nu zijn we aan den averechtschen kant en br< een heele pen averecht. Dit heele patroon wordt herhaald; mij begr dus goed, dat de even pennen aan den averecl kant gebreid worden en de steken aan den goe kant zoo worden als hierboven is beschreven. Na 12 ruitjes kanten we links en rechts voor armsgat 10 st. af (4-3-2-1) en breien verder tot 17 ruitjes boven den boord hebben. Voor den den hals verdeelen we het werk nu in tweeën kanten, van het midden af te beginnen, eerst 6 af en dan nog 3 x 2 st. De overige 22 st. voor schouder breien we nog 2 keer op en maken den anderen kant evenzoo. - De rug is gelijk aan het voorpand, maar breien hierin geen halsuitsnijding, maar breien rug even hoog als de schouders bij het voorp< Voor het ronde halsboordje nemen we de ste van den voor- en achterkant op en zoeken er li en rechts bij de schouders zooveel steken bij tof lOOst. hebben, die we op 4 pennen zetten zoi knopjes, en 1 r. verdraaid 1 a. afbreien. Ni toeren kanten we los af. Voor de mouw zetten we, aan den kop Te ginnen, 27 st. op en meerderen er om de pen v en achter een steek bij, tot 53 st. Dan zetten er voor en achter in een keer nog 14 st. oij op breien met deze 81 st. verder. We minderen voor en achter bij elke ruit steek, tot er nog 56 st. op de pen staan. Na ruitjes, van den kop af geteld, breien we een bo als bij het begin, nu van 22 toeren. Alles wordt onder een vochtigen doek gestre en op de machine in elkaar gestikt. elkaar en werkt de naadjes af door smal drienife] langs te stikken en dan de naad precies langs fcr stiksel af te knippen. Deze manier is trouwensWi, beste afwerking voor alle stiksel van tricot, He van verstelwerk. Met behulp van een goed patr nc kan men er de versleten ondervoeten van overig£c nog goede kousen heel goed mee verstellen. Vocye als men teen en hiel versterkt door ze dubbeljg knippen blijkt dat erg practisch. iH( hij Dit is een uitstekend receptje voor Uw mar tegen zijn rheumatiek. In een paar minuten zelf gemaakt. Wanneer U of Uw man al lang last heeft rheumatiek, neem dan eens een proef met recept om de pijn te verdrijven. Haal bij apotheker of drogist 85 gram terpentijn 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd) 15 grams-fleschje Rheumagic-olie kost 66 cent, dus met de terpentijn bent U v ongeveer drie kwartjes klaar. Schud deze tr bestanddeelen in een schoone flesch goed d elkaar, maar zorg ervoor dat U het niet in oogen krijgt. Uw rheumatiek-olle is nu gen Bevochtig de pijnlijke plaatsen ermede, zont te wrijven of te masseeren en de pijn verdwi direct. U zult blij zijn dit receptje gevonden hebben, want het is werkelijk uitstekend. L< even langs Uw anot.heker of drogist en haal vandaag nog in huis. Indien de benoodigde ter-pentijn niet verkrijgb is, kunt U een zelfde hoeveelheid brand-spir •ua^inxqaB (Adv. Ingez. Med. mi 4 dia< PETER PAUL BERTRAM. 32) Maar het duurde bijna twintig minuten voor hij weer naar het tafeltje terugkeerde. „Dat heeft lang geduimdbegon mr. Schwaiger verwijtend, maar toen zag hij het ont stelde gezicht van den officier. „Is er iets onaan genaams gebeurd?", informeerde hij snel. „Hoe men het neemt", zei mr. Urban. „Busch- roitner belde me op. Nieuwe gebeurtenissen op kasteel Entzberg". „WatI?" „Vertel eens!" Allen riepen door elkaar. „Luister dan: Duschinsky was niet de moorde naar". En hij begon te vertellen, hoe Buschroitner en Vahoda samen achter het geheim van kasteel Entzberg gekomen waren. „De moeilijkheid was", verklaarde hij „dat de autoriteiten in Schechat, geen strafkaart met vingerafdrukken van dien Maxner meer hadden. Toen heeft Buschroitner heel eenvoudig een strafkaart geimiteerd en Maxner overbluft. Tenslotte is hij door de mand gevallen en heeft bekend. Den dubbelen moord gedurenden den oorlog, den moord op Von Ghetaldi dien hij per abuis eigenlijk gedood heeft en den moord op Duschinsky. Precies zooals in dat tijd schrift stond, dat Vahoda gevonden had. Hij had 4at verhaal gelezen, al voor Duschinsky. og het kasteel kwam. Toen Vahoda hem van zijn nasporin- gen vertelde, heeft hij het besluit genomen zich van den afperser te ontdoen. Opdat niemand er op zou lcoben, heeft hij het slot uit -het magazine gescheurd en verbrand". „Niet zoo snel", verzocht dr. Wachter. „Hoe zat dat met dat magazine?" „Maar dat is toch heel eenvoudig. Maxner- Maxwell had er in gelezen, zooals ik vertelde, dat er iemand in doodgeschoten was, terwijl het op zelfmoord leek. Dat heeft hij met Duschinsky ook gedaan. Hij wist, dat deze een revolver bezat. Tijdens Vahodas voordracht is hij vlak achter hem gaan staan en heeft plotseling den revolver uit Duschinsky's zak getrokken. Toen schreeuwde hij: „Om hemelswil, wat doet u!" en heeft hem neer geschoten eer de ander zich kon omdraaien. Na tuurlijk twijfelde niemand er aan, dat Duschinsky het zelf gedaan had". „Hoe is het mogelijk", zei mr. Schwaiger, hoofd schuddend. „Een koelbloedige schurk", zei Weigelsberger. „Inderdaad", stemde mr. Urban toe. „Toen Maxner-Maxwell zijn bekentenis onderteekend had, is Buschroitner een steen van het hart gevallen. Het bewijs zou ternauwernood hebben kunnen dienen voor een proces op aanwijzingen. De brie van aan die Zwitsersche bank zouden wel veel gedaan hebben en men had hem in Schwechat kun nen controleeren, maar een bekentenis is beter". „Nou, dan krijgen we weer een beroemde recht zaak", dacht de notaris. Mr. Urban schudde het hoofd. „Neen, die Max ner-Maxwell zal niet voor het gerecht verschijnen. Voor hij weggeleid werd, verzocht hij met een der Chineezen majoor-ik-weet-zijn-naam-niet- meer te mogen spreken Buschroitner heeft het toegestaan. Toen hebben die twee een paar mi nuten gesproken. In het Chineesch. Natuurlijk heeft niemand het verstaan. En toen Maxner weg geleid werd door de gang met de exotische wapens, heeft hij zich plotseling losgerukt en zich een pijl die aan den muur hing, in de borst gestooten. Niet diep, maar tien minuten later was hij dood. Moet onder verschrikkelijke pijnen gestorven zijn. De pijl kwam uit Indochina en was vergiftigd. De majoor heft verklaard, Maxner dien raad ge geven te hebben. Het waren goede vrienden en hij meende, dat hij hem dien vriendschapsdienst moest bewijzen. Als men hem daarvoor ter ver antwoording wilde roepen, dan stond hij ter be schikking. Maar we laten de zaak natuurlijk loopen. Heeft toch geen zin". Voor dien avond was het met bridge afge- loopen. De touringcar A 13513 kwam den volgenden dag ongeveer kwart voor elf in Lienz voor Hotel Post aan. Het plein was vol nieuwsgierigen. Toen Buschroitner en de beide inspecteurs uitstapten, werden zij dadelijk door de nieuwsgierige Lienze- naren met vragen bestormd. Wie mijnheer Vahoda was, wie de mooie mevrouw Fechner, wie de Ame- rikaansche dokter. Zoo, was die op het kasteel gebleven als gast van freule Angela? Een heer van omstreeks vijf en dertig jaar, met een handkoffer, baande zich een weg door de menigte. Hij gaf Wieninger zijn koffer. „Goeden morgen", zei hij en stapte den wagen binnen. Toen sprak hij tot het reisgezelschap: „Dames en heeren, sta mij toe dat ik mij aan u voorstel. Mijn naam is Wilhelm Gratz, ik ben de nieuwe reisleider. Namens het bureau „Ueberland" heb ik u de vol gende mededeeling te doen: degene die den tocht over Malinitz, Gastein en Salzburg nog wil mee maken, kan den touringcar verder gebruiken. We komen met twee dagen vertraging in Weenen terug. Voor degenen die geen tijd meer hebben, staat een spoorkaartje tweede klasse sneltrein naar Weenen ter beschikking, benevens een derde deel van het betaalde reisbiljet. Ik verzoek u om spoe dig uw beslissing te willen nemen, daar we over tien minuten verder reizen". De familie De Jong verklaarde, dat zij helaas naar Weenen moest terugkeeren: de anderen echter wilden den tocht verder meemaken. „Uitstekend", zei de heer Gratz, „dan zal ik de dames en heeren aan het station afzetten. Vooruit Wieninger, er van door. We zijn tenslotte geen wildedierenspul'. „Blijft u toch ook hier, mijnheer Vahoda", zei Buschroitner, die naast' den wagen stond, daar waar de kleine bibliotheekbezittter zijn plaats had. „Blijft u een paar dagen bij mij logeeren, dan kun nen wij eens rustig praten. Wilt u niet?" Vahoda kleurde. „Meent u dat werkelijk?" vroeg hij verbaasd en verlegen. „Maar natuuurlijk. Ook de officier van Justitie zal wel kennis met u willen maken. H*et zal ge zellig worden. We zullen elkaar uitstekend begrij pen". Vahoda was opgestaan. „Graag", aanvaardde hij de uitnoodiging. „Buitengewoon graag". Toen wend- „Ik de hij zich tot den nieuwen reisleider, toch liever willen uitstappen". „Zooals u wil! mijnheer", zei Gratz. Hij betaagi hem een derde deej van het reisgeld en den van een kaartje tweede klas naar Weenen Wieninger was uitgestapt en bracht Vahoda's zwa koffer. „Misschien zie ik u nog, mijnheer Vahoda", hij. „Ik kom namelijk weer terug naar kast Entzberg. Ik ga met Emerenzia trouwen en graaf heeft gezegd, dat ik bij hem als chauffi mag komen". „Dat doet me veel genoegen", zei Vahoda h telijk, „dan wensch ik je veel geluk". Hij reil den chauffeur de hand. „Dank u, mijnheer", zei Wieninger. Toen g hij snel terug naar zijn plaats achter het stu Buschroitner had Vahoda's koffer genomen^ „Aha", zei hij, toen hij het gewicht voel „Allemaal romannetjes?" „Ja", zei Vahoda en knipperde achter zijn dik brillegiazen tegen de zon, toen de touringcar 13.513 over het plein rolde en om een hoe verdween. Pgc li st h< d< at v: Ti.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6