DIJKSTRA'S TOONZALD De financiering van gemeenten en provinciën in 1941. Uit Wilde Gewesten N.V. Holster Het menu van den dag H A A R E E.M'S DAGBEAD ZATERDAG 15 FEBRUARI 1941' Regelen gesteld in verband met de vervanging der bestaande inkomstenbelastingen. 't Staat als een paal boven water: eens en heusch niet zoo héél lang meer zal 't duren! komt de lente weer. Sommige extra gevoelige of extra optimistisch aangelegde gestellen hebben 't al gevoeld: die koesterende zon op een terras of bij 't naar huis fietsen met den wind in den rug. Die koesterende- lentezon! Neen, een echt winterzonnetje is dit niet meer, al schijnt het voorloopig nog bij drie of vier graden onder nul. En de huismoeder heft 't ook gevoeld, dat het langzaam, maar onafwendbaar zeker, weer lente wordt! Die was verbaasd en blij, dat haar wasch- goed zoo heerlijk droogde.... buiten! Voor 't eerst sinds langen tijd. En daarom gaan onze gedachten vol nieuwe jolijt uit naar het heerlijke voorjaar, dat achter dezen donkeren winter wenkt. Naar het voorjaar met alles wat daarmee v,erband houdt; niet het minst naar de nieuwe voorjaarsmantels. Een nieuwe voorjaarsmantel, gereed om op den eersten zonnigen dag aan te trekken, een nieuwe hoed met Paschen, een nieuw pittig taschje of misschien een fleurig sjaaltje met een paar hand schoenen.... 't zijn allemaal van die kleine, stille vreugden, die 't leven der vrouw zeer werkelijk blijder maken. Ofvoelt u zich daarboven verheven? Dan zijn twee dingen mogelijk: óf u bent, lieve onbekende, werkelijk te goed voor deze wereld (wat niet zoo héél vaak voorkomt) óf en dat lijkt me waarschijnlijker u bent er eigen- Tijk nog lang. niet aan toe, uw kleedingprobleem te beheerschen en daarom, als een echte vrouw, doet u maar net of 't u allemaal niet schelen kan! 't Kleedingprobleem beheerschen: dat is niet: een zóó zware beurs hebben, dat men alles wat men zoo tegenkomt, maar ad libitum kan aanschaffen. Maar het is: met zoo weinig mogelijk misgrepen en rouwkoopjes zoo goed en aardig, zoo correct en passend mogelijk gekleed gaan. Het is, in één woord goeden smaak openbaren, eigen zwakke punten kennen en die weten te camoufleeren, eigen voor- deelen van figuur en gezicht uitbuiten. Het is: een eigen stijl hebben gevonden en zich daar altijd, onherroepelijk aan houden. Sommmige vrouwen moeten lang zoeken, voor ze dit vaste punt hebben bereikt en tot zoover is de weg der mode er een'van vallen en opstaan, van tranen misschien weL En daarna wordt dan de weg glad en geëffend, bestraald door de zon der algemeene bewondering. En 't budget zal aanmerkelijk voordeeliger uit komen!! Naar het Amerikaansch van W. Mc. LEOD RAINE. (Nadruk verboden.) 6) En nu geacht publiek, zal ik voor uw ge- Wil jij dus mijn doel zijn? Werkelijk? vroeg hij, wild aan zijn lange snorren trekkend. Heel graag zelfs. De kerel stiet een vloek uit. Vooruit, ga dan naast dien anderen jongen staan. Met drie passen was Bucky bij den muur en draaide zich om. Zie zoo, ga je gang, zei zijn vriendelijke stem. Hij leunde gemakkelijk tegen den muur en zijn hand stak achteloos in den zak met den revolver. Hij was zoo kalm en beheerscht als men zich maar denken kon, doch de groote gebruinde farmer, die juiSt naar voren was ge drongen, merkte op. dat de harde, scherpe blik ken geen moment zijn tegenstander los lieten. De messenwerper aan de tafel streek zich met onzekere hand over het hoofd, als om zijn be nevelde gedachten weer te verzamelen; toen nam hij het mes in de hand en wierp het blik semsnel naar voren. Het staal drong wel 5 cen timeters diep in het zachte hout, zoo dicht langs Buckey' hoofd dat een droppel bloed uit zijn oor op den grond viel. Goed schot, zei de speurder kalm, maar op hetzelfde oogenblik scheen de revolver uit zijn zak in zijn hand gesprongen te zijn en zonder zijn arm te bewegen vuurde Bucky. Weer ging een bewonderend gemompel door de menigte, want de kogel had netjes een stukje van het oor van den messenwerper mee genomen! Als verdwaasd bracht hij zijn hand naar zijn oor, trok die toen haastig en met bloed bevlekt terug en bleef met starende oogen naar zijn besmeurde vingers kijken. Dan richtte hij zijn Laten we eens kijken wat het voorjaar 1941 voor ons brengt om ons die algemeene bewonde ring ten deel te doen vallen. Nummer 1 is een echte trotteur: een js om vlug even aan te schieten als u een boodschap wilt gaan doen of een ochtendwandelingetje gaat maken. Het model, fijntjes getailleerd en met bandversiering van voren is echter elegant genoeg om ook voor den namiddag te kunnen dienen. Bontkraag en lange manchetten maken, dat deze jas ook op koele voorjaarsdagen prettig kleedt De kraag is naar heerensnit geknipt wat iets pit tigs geeft: de manchetten, of liever gezegd de on dermouwen maken den indruk, afknoopbaar te zijn, doch dit is maar een grapje, zooals de mode ze zoo dikwijls brengt Alle kleurenzijn bij dit aardige jasje mogelijk, doch 't zal zeker heel mooi en lente-achtig staan in een warm-roze-beige met bruin bont Het lustige punthoedje is in dezelfde tint gekozen. Nummer 2 is een gekleede mantel van vol maakte coupe. Een slank, onberispelijk figuurtje zal er zéér elegant in rondwandelen. Het interessante van dezen mantel, die in donker blauwe of grijze stof is gedacht, zijn de appliqué- of stikselversieringen aan voorzijde en zakken. Men kan deze zoo eenvoudig of zoo „rijk" kiezen als men wil. Aan den achterkant gelijkvormige naden. Tweemaal drie eenvoudige knoopjes vormen de origineele sluiting en het grappige hoedje ver hoogt nog het geestige effect van dezen jas. Denkt u eraan: dit is voor een slank figuurtje, terwijl de trotteur van zooeven vrijwel door ieder een kan worden gedragen! En tot slot een kleedingstuk, dat we allemaal hard noodig zullen hebben als de Maartsche buien komen. Sommigen vinden een regenmantel een saai ding en omdat 't toch maar zoo'n saai ding is, wordt er soms weinig aandacht aan besteed en is elk jasje, dat iets meer kleur en model heeft dan een jute zak, al goed genoeg. Gelukkig is dit idee van de saaiheid des regenmantels er de laatste jaren wat uitgegaan; getuige de aardige geruite, gespikkelde en fraai gekleurde doorzichtige exemplaren. Wij laten u hier een eenvoudige regenmantel zien, die tegelijkertijd elegant is en geschikt voor iederen leeftijd. De hoogopstaande raglanmouwen zijn zeer modern, de dubbele zakken buitengewoon practisch. En is dit model niet alleraardigst, uitgevoerd in wit met groote gekleurde knoopen? blik op zijn nieuw slachtoffer, dat zoo'n onge dachte verrassing voor hem was. De groote farmer, die nu heelemaal vooraan stond, bekeek de twee mannen aandachtig, met een spottend lachje op zijn open gelaat. Kom, laten we doorspelen, stelde de speur der vroolijk voor. Maar zijn tegenstander had er genoeg van. Bitter moest hij zijn nederlaag aanvaarden, woedend om eigen lafhartigheid. Loop naar de hel, ik vecht niet met jongens, snauwde hij woedend. Zoo? Bucky liep op hem toe met den lichten tred van iemand, die als op springveeren loopt. Zijn blik bleef strak op den ander gevestigd, ter wijl hij hem plotseling het mes uit de hand trok. Maak den riem los, beval hij. Men zegt vaak dat het oog het scherpste wa pen ter wereld is. Deze twee nu vochten zwijgend tot de beste won, want de blik van den messen werper was niet bestand tegen de sterke moe dige oogen van Bucky. Zijn hand greep onzeker naar den riem. Een oogenblik later maakte hij den gesp Tos en de riem viel hard op den vloer. En nu opgemarcheerd naar den muür. De zen kant uit. Armen uitstrekken. Zoo is het goed. En zoo blijven staan, tot ik den knaap van de messen heb bevrijd. Hij nam alle messen, die den jongen omsloten, weg en bracht den halfbewusteloozen knaap naar een stoel naast de speeltafel. Maar hij bleef aldoor zóó staan en loopen, dat hij den geweldenaar in het oog kon houden. De jongen viel op den stoel neer en bedekte zijn gezicht met de handen, terwijl hij in snikken uitbarstte. De speurder streek zacht over het krullend haar Maak je maar niet bezorgd, beste jongen. Het is nu voorbij en die jakhals zal je niet langer plagen. Is het niet zoo? Bij deze woorden liep hij snel op den mes senwerper toe. Je hebt er spijt van, niet waar? Kom, spreek op, alsjeblieft. Hij wachtte op antwoord, zijn blik strak ge richt op het opgezette gezicht dat vertrok van angst. BELOFTE VAN VOORJAAR Wat zijn we al blij geweest met dien eenen dag met zomerwarmte zonder vorst, die óns opeens het voorjaar deed voelen, ook al was er nog een ve nijnig kil streekje door den westenwind gemengd. En wat zijn er een wijze hoofden aan het schud den geraakt over die vreugde die we zeker nog zouden moeten bezuren, want wat is nu de eerste helft van Februari nog anders dan midden in den winter! En het kan immers zelfs in April en Mei nog geweldig koud zijn, En wat zijn er blijkbaar veel enkele zwaluwen gezien, die nog geen lente maken, o nee, nog lang niet. Maar intussehen zit er ditzelfde oogenblik een deftige, zwartgejaste merel in den tuin, die al eens een schuchter haaltje op zijn heele uitgebreide fluit register probeert, en het klinkt zoo onmiskenbaar voorjaarsachtig, dat alle kou, wind en regen die we nog krijgen zullen, ten spijt, toch de belofte van de snel naderende lente blijft bestaan. Het doet er ook niet zooveel toe, hoeveel kou en hoeveel regen er nog komen moet, voor dat de tweede voorjaarsdag in Februari belooft de overlevering ons er niet vier in deze maand? ons komt verrassen; het komt er veel meer op aan, dat het begin er is en dat wij op eens na al die kou en duisternis van de paar laatste maanden het besef hebben, dat het nu beter gaat worden, iederen dag wat meer en dat elke vier en twintig uren ons dichter bij het nieuwe leven in de natuur brengen. We zijn er nog niet, zult u nu zeker ook zeggen, denk eens aan al de kou en moeilijkheden die wij bij de huidige brandstoffenschaarschte nog kun nen krijgen; als het weer nog eens omslaat, en de wind opnieuw uit den Oosthoek gaat waaien, is het meteen weer volop winter. Dat is allemaal waar, maar zelfs die kou kan niet verhinderen -dat wij den goeden kant uitgaan, dat de allerergste duisternis voorbij is, zoodat binnen kort het dagelijksche werk weer op de normale tijden kan beginnen en dat de periode van winter- sche kou tenminste is te overzien. Wie het geluk heeft om buiten te wonen, voelt die voorjaarsbelofte al heel duidelijk in de lucht; woont u echter in een straat, wellicht op een bo venhuis, trek dan eens op een niet kouden dag naar buiten en laat deze belofte van de lente op u inwerken, teneinde het ook zeker en vast te we ten: we gaan den goeden kant weer uit. Is u dit teveel romantiek, ook goed, luister dan als goede huisvrouw naar uw medehuisvrouwen en verlustig u aan de verhalen van mevrouw A die al „van den zolder af" is, of van mevrouw B die zoo juist begonnen is. Waarmee? Met de schoonmaak natuurlijk, die voor de meer nuchter aangelegden onder ons een even zoete verwachting van de lente beteekent als voor de poëtisdhen het gefluit van een vogel of het eerste sneeuwklokje. Nu de tijd moeilijk en vol angstige smart is, kan. de tegenstelling met iets goeds des te grooter zijn, maar laten wij er dan ook meer aan hechten en van genieten; wie ook Ln tijden als deze de goede dingen van het leven niet weet te waardeeren, is een ondankbaar mensch. E. E. J.-P. Koolsoep. Mosselenstoofpot met groente. Chocolade met schuimpjes. RECEPTEN. Kooisoep. Deze soep wordt op de navolgende manier van een rest kool, bijvoorbeeld witte, gemaakt. Vermeng de rest al roerende met wat water en verdun ze daarna met melk, of met half melk half water tot de vereischte soepdikte. Voeg er daarna wat zout bij en geraspte kaas of een paar bouil lonblokjes en maak ze op .smaalc verder af met gehakte peterselie en selderij. Mosselenstoofpot met groente. Voor 4 personen. 2 K.G. aardappelen 1 K.G. mosselen 2 middelmatig groote stoofbieten. 100 gram (1 ons) molsla 40 gram (2 afgestreken eetlepels) boter 100 gram (1 ons) kwark - 1 ui, 1 appel, 1 dL. (1 kopje) melk zout, water. Borstel de mosselen schoon en kook ze in een weinig water tot de schelpen open gaan. Voeg 15 gram zout per halve liter water toe. Neem de mosselen uit de schelpen. Boen de aardappelen schoon, snijd ze in stukken en kook ze met een bodempje water en een weinig zout, gaar. Doe de mosselen, de melk en de boter erbij en stoof de massa gedurende 10 minuten op een zacht vuur, het liefste in een vuurvasten schotel. Stroop het vel van de bieten en schaaf ze in dunne plakken. Snipper dé ui, zoek de molsla uit en wasch ze goed schoon. Snijd den appel in kleine blokjes. Werk de bieten met de ui, den appel, de molsla en de kwark door elkander en maak het mengsel op smaak met wat zout en desgewenscht een weinig peper. DEN PAPIER-AFHAALDIENST valt het nu reeds op, hoeveel Nederlandsche huisvrouwen Jozo en Nezo gebruiken voor het zouten van de spijzen. Wie ben je? John Hardman, zei zacht de nu geheel ont nuchterde woesteling. Nu spreek op en zeg den jongen, hoe het je spijt dat je zoo roekeloos met die messen hebt omgesprongen. Het is mijn jongen en ik kan met hem doen wat ik wil, zou ik denken, viel de man kwaad uit. Ik deed hem zelfs in het geheel geen pijn. En het was slechts een deel van de voorstelling Bucky nam den revolver in de hand en richte den loop op zijn slachtoffer. Schiet niet weer op mij, smeekte de man angstig. De haan klikte en Buckey schoot op het ande re oor van den man. Zie zoo, meneer de branieschopper, nu kunt ge oorringen gaan dragen. Maar je schijnt heele maal niet van plan te zijn dezen armen jongen excuus te vragen is het wel? Met bevende stem stamelde de man een ver ontschuldiging. Beter laat dan nooit, Nu, ik zal dan de rets van m'n kogels maar bewaren, inplaats ze te verspillen aan jouw onwaardig persoon, hoewel het wellicht het beste was er nog een af te schie ten op je laffe hart. De man werd doodsbleek. U zult toch een arm, ongewapend man niet vermoorden? Als antwoord smeet de speurder het wapen op tafel en lachte minachtend, terwijl hij zich op den man wierp, die weliswaar een heel eind bo ven hem uitstak en wel tweemaal zoo zwaar was, doch zonder de minste moeite door Bucky O'Connor rondgedraaid en de deur uit geworpen werd. Het is per slot zonde aan hem nog begra feniskosten te verspillen, zei hij, en liep terug naar den jongen, die nog steeds bij de tafel zat. Hij begon weer wat op zijn verhaal te komen, hoewel z'n borst nog wild op en neer ging en met, een vod van een zakdoek z'n tranen moest dro gen. O'Connor merkte op, hoe zacht z'n handen waren en hoe fijn zijn gelaatstrekken. Die jongen ziet er uit als een schichtige Het Verordeningenblad bevat een besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van Financiën en van Binnenlandsche Zaken tot regeling voor het jaar 1941 van de gevolgen voor de provinciën, het gemeentefonds en de gemeen ten van de vervanging van de tot dusver bestaan de belastingen naar het inkomen door één enkele inkomstenbelasting. Voorzieningen voor de provincies. In dit besluit is o.m. bepaald, dat Van de be voegdheid der provinciën tot heffing van opcen ten op de hoofdsom der tot dusver bestaande in komstenbelasting voor het laatst gebruik wordt gemaakt ten aanzien van het belastingjaar 1940/ 1941. Uit de opbrengst van de .nieuwe inkomstenbe lasting over het dienstjaar 1941 wordt aan elke provincie uitgekeerd: Een bedrag, gelijk aan 1/3 gedeelte van de zui vere opbrengst, die wegens de te haren behoeve geheven opcenten op de hoofdsom der inkomsten belasting over het boekingstijdvak 1940/1941 zou zijn verkregen, indien de inkomstenbelasting over het geheele belastingjaar 1940/1941 was geheven; een bedrag, gelijk aan 2:3 gedeelte van bedoelde zuivere opbrengst, vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller gelijk is aan het aantal opcen ten, dat de provincie blijkens de goedgekeurde provinciale begrooting voor het dienstjaar 1941 voornemens was te heffen op de hoofdsom der inkomstenbelasting over het belastingjaar 1941: 1942, en waarvan de noemer gelijk is aan het op die hoofdsom over het belastingjaar 1940.1941 ge heven aantal opcenten. Voorzieningen voor het gemeente fonds en voor de gemeenten. Uit de opbrengst van de nieuwe inkomstenbe lasting over het dienstjaar 1941 wordt ten bate van het begrootingsjaar 1 Mei 1940 tot en met 30 April 1941 van het gemeentefonds gebracht een bedrag, gelijk aan 1/3 gedeelte van de zuivere op brengst die als hoofdsom van de gemeentefonds- belasting over het boekingstijdvak 1940 1941 zou zijn verkregen, indien de gemeentefondsbelasting i over het geheele belastingjaar 1940/1941 was ge heven; dit bedrag wordt voor de toepassing van de wet van 15 Juli 1929 (Staatsblad no. 388) be schouwd als opbrengst der gemeentefondsbelas ting. Het begrootingsjaar van het gemeentefonds, dat aanvangt op l Mei 11)40. loopt tot en met 31 December 1941. De begrooting voor dit begroo- hngsjaar wordt gesplitst in twee afdeelingen. Voor het begrootingsjaar 1 Mei 1941 tot en met 31 December 1941 zullen als inkomsten van het gemeentefonds (eerste af deeling) gelden: een ge deelte Van de opbrengst van de inkomstenbelas ting, over het dienstjaar 1941 tot een bedrag, ge lijk aan 2/3 gedeelte van de in artikel 2 bedoelde zuivere opbrengst: 2/3 gedeelte van de zuivere op brengst van vijftig opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting, geheven op de aanslagen van hen, die belastingplichtig zijn volgens artikel 1 der wet op de vermogensbelasting 1892. Over het boekingstijdvak 1941/1942 het voordeelig saldo van het laats^afgesloten dienstjaar. De gemeenten ontvangen uit het gemeente fonds (eerste afdeeling) over het tijdvak van 1 Mei 1941 tot en met 31 December 1941 een uit keering, welke is samengesteld uit de volgende bestanddeelen: een bedrag, gelijk aan 2-3 gedeelte van de uitkeering, welke de gemeente over het tijdvak van 1 Mei 1940 tot en met 30 April 1941 per in de gemeentefondsbelasting aangeslagen in woner uit het gemeentefonds heeft ontvangen; een bedrag, gelijk aan vijftig procent van de jaarwedde van den burgemeester en den secre taris, volgens welke regeling, geldende op 1 Ja nuari 1941, welk bedrag nochtans de som van "tweeduizend gulden niet te boven gaat; een be drag, berekend met toepassing van de verdeelings- formule van het gemeentefonds, bij welke bereke ning de in artikel 4 onder 1 bedoelde uitkeering zal worden aangemerkt als opbrengst van de ge meentefondsbelasting. De bepalingen omtrent garantie en limiet, als mede die omtrent de financiering van de kosten, daaruit voortvloeiende, vastgesteld bij de wet van 4 Maart 1935 (Staatsblad no. 74) blijven onver minderd van kracht. Van de bevoegdheid der gemeenten tot heffing van opcenten op de hoofdsom der gemeentefonds- belasting wordt voor het laatst gebruik gemaakt ten aanzien van het belastingjaar 1940/1941. Uit de opbrengst van de nieuwe inkomstenbe lasting over het dienstjaar 1941 wordt aan het gemeentefonds, begrootingsjaar 1 Mei 1941 tot en met 31 December 1941 (tweede afdeeling), een uitkeering gedaan tot het bedrag, dat als zuivere opbrengst van vijf en zeventig opcenten op de gemeentefondsbelasting zou zijn verkregen over het boekingstijdvak 1940/1941, indien de gemeen tefondsbelasting over het geheele belastingjaar 1940/1941 was geheven. Ten laste van het begrootingsjaar 1 Mei 1941 tot en met 31 December 1941 van het gemeente fonds (tweede afdeeling) wordt uit de in het eer haas en is te goed om als doel te dienen voor zoo'n schavuit. Het lijkt me een boy, die een echt moederskind zou zijn en het beste thuis is; veel te goed en te gevoelig voor die harde wereld. Ik wil er wat om verwedden, dat het een wees is. Nog eens streelde hij den jongen over het krulhaar. Kom, kop op, jongen. Het ergste hebben we gehad en ik geloof dat het de moeite niet waard is, er meer woorden over vuil te maken. Die man is je vader niet, is het wel? De jongen keek met z'n donkere oogen vol vertrouwen in de blauwe van den ander. Neen, hij is mijn oom én mijn meester. We leven hier in een vrij land, mijn jongen. Als je niet wilt, hoef je dezen man volstrekt niet te dienen als of hij je meester was. De behuilde oogen van den jongen werden groot van schrik. U kent hem niet; als Mj woedend is, wordt hij verschrikkelijk. Dat denk ik niet, antwoordde Bucky. Hij is de lafste kerel, dien ik ooit heb gezien. Bijt van je af en hij doet niets. De Jongen stroopte zwijgend de mouw van zijn Mexicaansch hemd op en toonde een groot litteeken op zijn arm. Dit heeft hij gedaan, toen hij ook eens woedend op me was. Vanmor gen nog heb ik hem gesmeekt, me vrij te laten, maar hij sloeg me en was als gek en toen hij zoo ging drinken, was ik bang dat hij weer zóó woedend zou worden, dat hij me met een dei- messen zou raken. Bucky keek naar het diepe litteeken in den arm en toen naar het gezicht van den jongen verwonderd en vragend. Hoe lang ben je al bij hem? O, al heel lang; van dat ik een kleine jongen was af. Nadat mijn vader en nioeder in Orleans aan gele koorts waren gestorven, heeft hij me bij zich genomen. Zijn vrouw heeft ook een hekel aan me, maar ze hebben me nu een maal noodig voor die messenwerperij. Dan vermoed ik dat je graag von beiden zou ontslagen zijn? Hoe heet- je? Frank Hardman. Maar op de aanplakbiljet- tei heb ik allerlei namen. ste lid bedoelde uitkeering een uitkeering aa gemeenten gedaan, waarvan het bedrag voor gemeente gelijk is aan de zuivere opbrengst met inachtneming van het door de gemeente het belastingjaar 1940/1941 geheven aantal centen zou zijn verkregen wegens heffing opcenten op de .gemeentefondsbelasting ovei boekingstijdvak 1940/1941, indien de gemec fondsbelasting over het geheele belasting 1940/1941 was geheven. Het verschil tusschen deze beide in de hie voorafgaande twee alinea's genoemde uitkef gen uit dat fonds wordt met toevoeging vai op de rijksbegrooting voor het dienstjaar 1941 dat doel uitgetrokken bedragen bestemd aanvullenden steun aan gemeenten, volgens i len, door de secretarissen-generaal van de partementen van Financiën en van Binnenli sche Zaken te stellen. Deze aanvullende s komt ten laste van de tweede afdeeling van begrooting voor het gemeentefonds voor het grootingsjaar 1 Mei 1941 tot en met 31 Decei 1941. Voor het jaar 1942 en volgende jaren zal aa provinciën, het gemeentefonds en de gemeei een aandeel in de opbrengst van de inkoms belasting worden uitgekeerd, waarvan de ver; ding nader zal worden vastgesteld. SAMENKOMST. Zondag 16 Februari a.s. zal er een buitenger samenkomst plaats vinden in gebouw Stads Ei gelisatie, Lange Heerenstraat 6. De heer J Smink, prediker op Gererformeerden grondslag spreken over het onderwerp: „Heeft God in di tijd bemoeienis met de wereld?" Deze samenkomsten vangen aan 10 uur v.m 5 n.m. GEVONDEN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smedestra Haarlem tusschen 11 en 13 uur. Terug te bekomen bij: Kok, Voorduinstraat 28, bar jet; Oostenbroek, Tempeliersstraat 38, broche; 1 Gaelstr, IA rd, hanudsch'oen, na 18 u.; De Nijs, Sperw 50, distributiekaart; v. Zanen, Baan 17, portemonnale Heemskerk, Jan Steenstraat 31, portemonnaie i Coops, Koninginneweg 100. portemonnaie m. i.; Mo man. van Nesstraat 95, pet; van Dam, Duinoordstra; portemonnaie m. 1.; Massop, Bantamstraat 106, sleutel Een goed huismiddeltjf tegen griep, hoest en verkoudheid. Geen enkel middel brengt sneller verlichl dan dit eenvoudige recept. Vraag aan apotheker of drogist een 30 grams-flesc Vervus (dubbel geconcentreerd). Vermeng thuis met een kwart liter heet water en een e lepel suiker. Het resultaat is een flinke kw; liter-flesch doelmatige medicijn, ook i geschikt voor de kinderen. Dosis: 3 tot 8 Ji een theelepel; 8 tot 12 jaar: een dessertle volwassenen: een eetlepel (telkens na de voornaamste maaltijden en vóór het naar gaan). Haal de 30 gram Vervus in huis (vi gestelde prijs: 76 cent) en maak het vand nog klaar. Knip dit receptje uit en bew het goed. (Adv. Ingez .Mei Centrale Verwarmini AUTOM. OLIE - KOLENSTOOKINR. SANITAIRE INSTALLATIES. (Adv Inge? Med Wel, Frank, hoe zou het je lijken op boerderij te gaan wonen? Zou hij dan niet te weten komen waar was? vroeg de jongen angstig. Zeg maar eerst of je er lust in hebt. Ik een boerderij waar je van harte welkom zo zijn. Ik zou hard werken en alles aan wil pakken en ik zou er voor zorgen dat men last of onkosten voor me heeft, want ik eet r veel en zou alles met werken verdienen! Buckey glimlachte. Ik denk dat ze alles i je op zult eten. wel kunnen missen, zonder in het armenhuis te komen. Het is daar l goedkoop leven en ik zal je er morgen hei brengen. U bent goed voor me. Maar als u wat ik allemaal heb gedaan, dan zoudtu me s! lig niet vragen, met u mee te gaan. En toch- ik kan en mag u er niets meer van zeggen, h kelde de jongen. O. dat is ook heelemaal niet noodig; vandaag af begin je een nieuw leven, nietwaï Ja, meneer. Noem me maar Bucky. Ja meneer, ja Bucky bedoel ik. Op hetzelfde óogenblik werd er een hand den schouder van den speurder gelegd. Joi man, ik wil u even spreken, zei zacht een stf Bliksemsnel had de luitenant zich omgekee de -hand aan den trekker. De man, die hem toegesproken had, was groote farmer die den „Zilveren Dollar" bini gekomen was, juist op tijd, om O'Connor's ov winning te zien. Nu stond hij tegeno Buckv's wapen en lachte zacht. Berg je rev ver gerust weg vriend; het is een heel vreedza! onderhoud, dat ik met u wilde hebben. Hoewel ze elkaar nooit hadden ontmoet, v elk van hen toch terstond wat voor soort a hij voor zich had. In orde; als je me spreken wilt, reken ik op. dat ik veilig ben. zei de speurder rustig. We zullen naar de speelzaal boven gai Mr. O'Connor. (Wordt vervolgd); (Adv. Ingez .Med.) Zoudt U, nu het voorjaar aankomt, 1 middelpunt van Uw kamer niet eens voorzie De VERLICHTING verhoogt de gezellighf van Uw interieur bieden U een rijk gesorteerde collect) SPAARNE No. 65 t/o. Ged. Oude Gracl (Adv. Ingez .Met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6