DIJKSTRA'S TOONZALD
De financiering van gemeenten en
provinciën in 1941.
Uit Wilde Gewesten
N.V. Holster
Het menu van den dag
H A A R E E.M'S DAGBEAD
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1941'
Regelen gesteld in verband met de vervanging der
bestaande inkomstenbelastingen.
't Staat als een paal boven water: eens en
heusch niet zoo héél lang meer zal 't duren!
komt de lente weer.
Sommige extra gevoelige of extra optimistisch
aangelegde gestellen hebben 't al gevoeld: die
koesterende zon op een terras of bij 't naar huis
fietsen met den wind in den rug. Die koesterende-
lentezon! Neen, een echt winterzonnetje is dit niet
meer, al schijnt het voorloopig nog bij drie
of vier graden onder nul.
En de huismoeder heft 't ook gevoeld, dat het
langzaam, maar onafwendbaar zeker, weer lente
wordt! Die was verbaasd en blij, dat haar wasch-
goed zoo heerlijk droogde.... buiten!
Voor 't eerst sinds langen tijd.
En daarom gaan onze gedachten vol nieuwe jolijt
uit naar het heerlijke voorjaar, dat achter dezen
donkeren winter wenkt. Naar het voorjaar met
alles wat daarmee v,erband houdt; niet het minst
naar de nieuwe voorjaarsmantels.
Een nieuwe voorjaarsmantel, gereed om op den
eersten zonnigen dag aan te trekken, een nieuwe
hoed met Paschen, een nieuw pittig taschje of
misschien een fleurig sjaaltje met een paar hand
schoenen.... 't zijn allemaal van die kleine, stille
vreugden, die 't leven der vrouw zeer werkelijk
blijder maken. Ofvoelt u zich daarboven
verheven? Dan zijn twee dingen mogelijk: óf u
bent, lieve onbekende, werkelijk te goed voor deze
wereld (wat niet zoo héél vaak voorkomt) óf
en dat lijkt me waarschijnlijker u bent er eigen-
Tijk nog lang. niet aan toe, uw kleedingprobleem
te beheerschen en daarom, als een echte vrouw,
doet u maar net of 't u allemaal niet schelen
kan!
't Kleedingprobleem beheerschen: dat is niet:
een zóó zware beurs hebben, dat men alles wat men
zoo tegenkomt, maar ad libitum kan aanschaffen.
Maar het is: met zoo weinig mogelijk misgrepen en
rouwkoopjes zoo goed en aardig, zoo correct en
passend mogelijk gekleed gaan. Het is, in één woord
goeden smaak openbaren, eigen zwakke punten
kennen en die weten te camoufleeren, eigen voor-
deelen van figuur en gezicht uitbuiten. Het is:
een eigen stijl hebben gevonden en zich daar altijd,
onherroepelijk aan houden.
Sommmige vrouwen moeten lang zoeken, voor
ze dit vaste punt hebben bereikt en tot zoover
is de weg der mode er een'van vallen en opstaan,
van tranen misschien weL
En daarna wordt dan de weg glad en geëffend,
bestraald door de zon der algemeene bewondering.
En 't budget zal aanmerkelijk voordeeliger uit
komen!!
Naar het Amerikaansch van
W. Mc. LEOD RAINE.
(Nadruk verboden.)
6)
En nu geacht publiek, zal ik voor uw ge-
Wil jij dus mijn doel zijn? Werkelijk? vroeg
hij, wild aan zijn lange snorren trekkend.
Heel graag zelfs.
De kerel stiet een vloek uit. Vooruit, ga dan
naast dien anderen jongen staan.
Met drie passen was Bucky bij den muur en
draaide zich om. Zie zoo, ga je gang, zei zijn
vriendelijke stem.
Hij leunde gemakkelijk tegen den muur en
zijn hand stak achteloos in den zak met den
revolver. Hij was zoo kalm en beheerscht als
men zich maar denken kon, doch de groote
gebruinde farmer, die juiSt naar voren was ge
drongen, merkte op. dat de harde, scherpe blik
ken geen moment zijn tegenstander los lieten.
De messenwerper aan de tafel streek zich met
onzekere hand over het hoofd, als om zijn be
nevelde gedachten weer te verzamelen; toen
nam hij het mes in de hand en wierp het blik
semsnel naar voren. Het staal drong wel 5 cen
timeters diep in het zachte hout, zoo dicht langs
Buckey' hoofd dat een droppel bloed uit zijn
oor op den grond viel.
Goed schot, zei de speurder kalm, maar op
hetzelfde oogenblik scheen de revolver uit zijn
zak in zijn hand gesprongen te zijn en zonder
zijn arm te bewegen vuurde Bucky.
Weer ging een bewonderend gemompel door
de menigte, want de kogel had netjes een
stukje van het oor van den messenwerper mee
genomen!
Als verdwaasd bracht hij zijn hand naar zijn
oor, trok die toen haastig en met bloed bevlekt
terug en bleef met starende oogen naar zijn
besmeurde vingers kijken. Dan richtte hij zijn
Laten we eens kijken wat het voorjaar 1941
voor ons brengt om ons die algemeene bewonde
ring ten deel te doen vallen.
Nummer 1 is een echte trotteur: een js om vlug
even aan te schieten als u een boodschap wilt gaan
doen of een ochtendwandelingetje gaat maken. Het
model, fijntjes getailleerd en met bandversiering
van voren is echter elegant genoeg om ook voor den
namiddag te kunnen dienen.
Bontkraag en lange manchetten maken, dat
deze jas ook op koele voorjaarsdagen prettig kleedt
De kraag is naar heerensnit geknipt wat iets pit
tigs geeft: de manchetten, of liever gezegd de on
dermouwen maken den indruk, afknoopbaar te
zijn, doch dit is maar een grapje, zooals de mode
ze zoo dikwijls brengt
Alle kleurenzijn bij dit aardige jasje mogelijk,
doch 't zal zeker heel mooi en lente-achtig staan
in een warm-roze-beige met bruin bont Het lustige
punthoedje is in dezelfde tint gekozen.
Nummer 2 is een gekleede mantel van vol
maakte coupe. Een slank, onberispelijk figuurtje
zal er zéér elegant in rondwandelen.
Het interessante van dezen mantel, die in donker
blauwe of grijze stof is gedacht, zijn de appliqué-
of stikselversieringen aan voorzijde en zakken. Men
kan deze zoo eenvoudig of zoo „rijk" kiezen als
men wil. Aan den achterkant gelijkvormige naden.
Tweemaal drie eenvoudige knoopjes vormen de
origineele sluiting en het grappige hoedje ver
hoogt nog het geestige effect van dezen jas.
Denkt u eraan: dit is voor een slank figuurtje,
terwijl de trotteur van zooeven vrijwel door ieder
een kan worden gedragen!
En tot slot een kleedingstuk, dat we allemaal
hard noodig zullen hebben als de Maartsche buien
komen. Sommigen vinden een regenmantel een saai
ding en omdat 't toch maar zoo'n saai ding is, wordt
er soms weinig aandacht aan besteed en is elk jasje,
dat iets meer kleur en model heeft dan een jute
zak, al goed genoeg. Gelukkig is dit idee van de
saaiheid des regenmantels er de laatste jaren wat
uitgegaan; getuige de aardige geruite, gespikkelde
en fraai gekleurde doorzichtige exemplaren.
Wij laten u hier een eenvoudige regenmantel
zien, die tegelijkertijd elegant is en geschikt voor
iederen leeftijd. De hoogopstaande raglanmouwen
zijn zeer modern, de dubbele zakken buitengewoon
practisch.
En is dit model niet alleraardigst, uitgevoerd in
wit met groote gekleurde knoopen?
blik op zijn nieuw slachtoffer, dat zoo'n onge
dachte verrassing voor hem was.
De groote farmer, die nu heelemaal vooraan
stond, bekeek de twee mannen aandachtig,
met een spottend lachje op zijn open gelaat.
Kom, laten we doorspelen, stelde de speur
der vroolijk voor.
Maar zijn tegenstander had er genoeg van.
Bitter moest hij zijn nederlaag aanvaarden,
woedend om eigen lafhartigheid. Loop naar de
hel, ik vecht niet met jongens, snauwde hij
woedend.
Zoo?
Bucky liep op hem toe met den lichten tred
van iemand, die als op springveeren loopt. Zijn
blik bleef strak op den ander gevestigd, ter
wijl hij hem plotseling het mes uit de hand trok.
Maak den riem los, beval hij.
Men zegt vaak dat het oog het scherpste wa
pen ter wereld is. Deze twee nu vochten zwijgend
tot de beste won, want de blik van den messen
werper was niet bestand tegen de sterke moe
dige oogen van Bucky. Zijn hand greep onzeker
naar den riem.
Een oogenblik later maakte hij den gesp Tos en
de riem viel hard op den vloer.
En nu opgemarcheerd naar den muür. De
zen kant uit. Armen uitstrekken. Zoo is het
goed. En zoo blijven staan, tot ik den knaap
van de messen heb bevrijd.
Hij nam alle messen, die den jongen omsloten,
weg en bracht den halfbewusteloozen knaap
naar een stoel naast de speeltafel. Maar hij
bleef aldoor zóó staan en loopen, dat hij den
geweldenaar in het oog kon houden.
De jongen viel op den stoel neer en bedekte zijn
gezicht met de handen, terwijl hij in snikken
uitbarstte.
De speurder streek zacht over het krullend haar
Maak je maar niet bezorgd, beste jongen.
Het is nu voorbij en die jakhals zal je niet langer
plagen. Is het niet zoo?
Bij deze woorden liep hij snel op den mes
senwerper toe. Je hebt er spijt van, niet waar?
Kom, spreek op, alsjeblieft.
Hij wachtte op antwoord, zijn blik strak ge
richt op het opgezette gezicht dat vertrok van
angst.
BELOFTE VAN VOORJAAR
Wat zijn we al blij geweest met dien eenen dag
met zomerwarmte zonder vorst, die óns opeens het
voorjaar deed voelen, ook al was er nog een ve
nijnig kil streekje door den westenwind gemengd.
En wat zijn er een wijze hoofden aan het schud
den geraakt over die vreugde die we zeker nog
zouden moeten bezuren, want wat is nu de eerste
helft van Februari nog anders dan midden in den
winter! En het kan immers zelfs in April en Mei
nog geweldig koud zijn,
En wat zijn er blijkbaar veel enkele zwaluwen
gezien, die nog geen lente maken, o nee, nog lang
niet.
Maar intussehen zit er ditzelfde oogenblik een
deftige, zwartgejaste merel in den tuin, die al eens
een schuchter haaltje op zijn heele uitgebreide fluit
register probeert, en het klinkt zoo onmiskenbaar
voorjaarsachtig, dat alle kou, wind en regen die
we nog krijgen zullen, ten spijt, toch de belofte van
de snel naderende lente blijft bestaan.
Het doet er ook niet zooveel toe, hoeveel kou en
hoeveel regen er nog komen moet, voor dat de
tweede voorjaarsdag in Februari belooft de
overlevering ons er niet vier in deze maand? ons
komt verrassen; het komt er veel meer op aan, dat
het begin er is en dat wij op eens na al die kou en
duisternis van de paar laatste maanden het besef
hebben, dat het nu beter gaat worden, iederen dag
wat meer en dat elke vier en twintig uren ons
dichter bij het nieuwe leven in de natuur brengen.
We zijn er nog niet, zult u nu zeker ook zeggen,
denk eens aan al de kou en moeilijkheden die wij
bij de huidige brandstoffenschaarschte nog kun
nen krijgen; als het weer nog eens omslaat, en de
wind opnieuw uit den Oosthoek gaat waaien, is het
meteen weer volop winter.
Dat is allemaal waar, maar zelfs die kou kan niet
verhinderen -dat wij den goeden kant uitgaan, dat
de allerergste duisternis voorbij is, zoodat binnen
kort het dagelijksche werk weer op de normale
tijden kan beginnen en dat de periode van winter-
sche kou tenminste is te overzien.
Wie het geluk heeft om buiten te wonen, voelt
die voorjaarsbelofte al heel duidelijk in de lucht;
woont u echter in een straat, wellicht op een bo
venhuis, trek dan eens op een niet kouden dag
naar buiten en laat deze belofte van de lente op
u inwerken, teneinde het ook zeker en vast te we
ten: we gaan den goeden kant weer uit.
Is u dit teveel romantiek, ook goed, luister dan
als goede huisvrouw naar uw medehuisvrouwen en
verlustig u aan de verhalen van mevrouw A die
al „van den zolder af" is, of van mevrouw B die
zoo juist begonnen is.
Waarmee?
Met de schoonmaak natuurlijk, die voor de meer
nuchter aangelegden onder ons een even zoete
verwachting van de lente beteekent als voor de
poëtisdhen het gefluit van een vogel of het eerste
sneeuwklokje.
Nu de tijd moeilijk en vol angstige smart is, kan.
de tegenstelling met iets goeds des te grooter zijn,
maar laten wij er dan ook meer aan hechten en
van genieten; wie ook Ln tijden als deze de goede
dingen van het leven niet weet te waardeeren, is
een ondankbaar mensch. E. E. J.-P.
Koolsoep.
Mosselenstoofpot met groente.
Chocolade met schuimpjes.
RECEPTEN.
Kooisoep.
Deze soep wordt op de navolgende manier van
een rest kool, bijvoorbeeld witte, gemaakt.
Vermeng de rest al roerende met wat water en
verdun ze daarna met melk, of met half melk half
water tot de vereischte soepdikte. Voeg er daarna
wat zout bij en geraspte kaas of een paar bouil
lonblokjes en maak ze op .smaalc verder af met
gehakte peterselie en selderij.
Mosselenstoofpot met groente.
Voor 4 personen.
2 K.G. aardappelen
1 K.G. mosselen
2 middelmatig groote stoofbieten.
100 gram (1 ons) molsla
40 gram (2 afgestreken eetlepels) boter
100 gram (1 ons) kwark -
1 ui, 1 appel,
1 dL. (1 kopje) melk
zout, water.
Borstel de mosselen schoon en kook ze in een
weinig water tot de schelpen open gaan. Voeg
15 gram zout per halve liter water toe. Neem de
mosselen uit de schelpen. Boen de aardappelen
schoon, snijd ze in stukken en kook ze met een
bodempje water en een weinig zout, gaar. Doe de
mosselen, de melk en de boter erbij en stoof de
massa gedurende 10 minuten op een zacht vuur, het
liefste in een vuurvasten schotel. Stroop het vel
van de bieten en schaaf ze in dunne plakken.
Snipper dé ui, zoek de molsla uit en wasch ze
goed schoon. Snijd den appel in kleine blokjes. Werk
de bieten met de ui, den appel, de molsla en de
kwark door elkander en maak het mengsel op
smaak met wat zout en desgewenscht een weinig
peper.
DEN PAPIER-AFHAALDIENST
valt het nu reeds op, hoeveel Nederlandsche
huisvrouwen Jozo en Nezo gebruiken voor het
zouten van de spijzen.
Wie ben je?
John Hardman, zei zacht de nu geheel ont
nuchterde woesteling.
Nu spreek op en zeg den jongen, hoe het je
spijt dat je zoo roekeloos met die messen hebt
omgesprongen.
Het is mijn jongen en ik kan met hem
doen wat ik wil, zou ik denken, viel de man
kwaad uit. Ik deed hem zelfs in het geheel
geen pijn. En het was slechts een deel van de
voorstelling
Bucky nam den revolver in de hand en
richte den loop op zijn slachtoffer.
Schiet niet weer op mij, smeekte de man
angstig.
De haan klikte en Buckey schoot op het ande
re oor van den man.
Zie zoo, meneer de branieschopper, nu kunt
ge oorringen gaan dragen. Maar je schijnt heele
maal niet van plan te zijn dezen armen jongen
excuus te vragen is het wel?
Met bevende stem stamelde de man een ver
ontschuldiging.
Beter laat dan nooit, Nu, ik zal dan de rets
van m'n kogels maar bewaren, inplaats ze te
verspillen aan jouw onwaardig persoon, hoewel
het wellicht het beste was er nog een af te schie
ten op je laffe hart.
De man werd doodsbleek. U zult toch een
arm, ongewapend man niet vermoorden?
Als antwoord smeet de speurder het wapen op
tafel en lachte minachtend, terwijl hij zich op
den man wierp, die weliswaar een heel eind bo
ven hem uitstak en wel tweemaal zoo zwaar
was, doch zonder de minste moeite door
Bucky O'Connor rondgedraaid en de deur uit
geworpen werd.
Het is per slot zonde aan hem nog begra
feniskosten te verspillen, zei hij, en liep terug
naar den jongen, die nog steeds bij de tafel
zat.
Hij begon weer wat op zijn verhaal te komen,
hoewel z'n borst nog wild op en neer ging en met,
een vod van een zakdoek z'n tranen moest dro
gen.
O'Connor merkte op, hoe zacht z'n handen
waren en hoe fijn zijn gelaatstrekken.
Die jongen ziet er uit als een schichtige
Het Verordeningenblad bevat een besluit van
de secretarissen-generaal van de departementen
van Financiën en van Binnenlandsche Zaken tot
regeling voor het jaar 1941 van de gevolgen voor
de provinciën, het gemeentefonds en de gemeen
ten van de vervanging van de tot dusver bestaan
de belastingen naar het inkomen door één enkele
inkomstenbelasting.
Voorzieningen voor de provincies.
In dit besluit is o.m. bepaald, dat Van de be
voegdheid der provinciën tot heffing van opcen
ten op de hoofdsom der tot dusver bestaande in
komstenbelasting voor het laatst gebruik wordt
gemaakt ten aanzien van het belastingjaar 1940/
1941.
Uit de opbrengst van de .nieuwe inkomstenbe
lasting over het dienstjaar 1941 wordt aan elke
provincie uitgekeerd:
Een bedrag, gelijk aan 1/3 gedeelte van de zui
vere opbrengst, die wegens de te haren behoeve
geheven opcenten op de hoofdsom der inkomsten
belasting over het boekingstijdvak 1940/1941 zou
zijn verkregen, indien de inkomstenbelasting over
het geheele belastingjaar 1940/1941 was geheven;
een bedrag, gelijk aan 2:3 gedeelte van bedoelde
zuivere opbrengst, vermenigvuldigd met een breuk,
waarvan de teller gelijk is aan het aantal opcen
ten, dat de provincie blijkens de goedgekeurde
provinciale begrooting voor het dienstjaar 1941
voornemens was te heffen op de hoofdsom der
inkomstenbelasting over het belastingjaar 1941:
1942, en waarvan de noemer gelijk is aan het op
die hoofdsom over het belastingjaar 1940.1941 ge
heven aantal opcenten.
Voorzieningen voor het gemeente
fonds en voor de gemeenten.
Uit de opbrengst van de nieuwe inkomstenbe
lasting over het dienstjaar 1941 wordt ten bate
van het begrootingsjaar 1 Mei 1940 tot en met 30
April 1941 van het gemeentefonds gebracht een
bedrag, gelijk aan 1/3 gedeelte van de zuivere op
brengst die als hoofdsom van de gemeentefonds-
belasting over het boekingstijdvak 1940 1941 zou
zijn verkregen, indien de gemeentefondsbelasting i
over het geheele belastingjaar 1940/1941 was ge
heven; dit bedrag wordt voor de toepassing van
de wet van 15 Juli 1929 (Staatsblad no. 388) be
schouwd als opbrengst der gemeentefondsbelas
ting.
Het begrootingsjaar van het gemeentefonds,
dat aanvangt op l Mei 11)40. loopt tot en met 31
December 1941. De begrooting voor dit begroo-
hngsjaar wordt gesplitst in twee afdeelingen.
Voor het begrootingsjaar 1 Mei 1941 tot en met
31 December 1941 zullen als inkomsten van het
gemeentefonds (eerste af deeling) gelden: een ge
deelte Van de opbrengst van de inkomstenbelas
ting, over het dienstjaar 1941 tot een bedrag, ge
lijk aan 2/3 gedeelte van de in artikel 2 bedoelde
zuivere opbrengst: 2/3 gedeelte van de zuivere op
brengst van vijftig opcenten op de hoofdsom der
vermogensbelasting, geheven op de aanslagen van
hen, die belastingplichtig zijn volgens artikel 1
der wet op de vermogensbelasting 1892. Over het
boekingstijdvak 1941/1942 het voordeelig saldo
van het laats^afgesloten dienstjaar.
De gemeenten ontvangen uit het gemeente
fonds (eerste afdeeling) over het tijdvak van 1
Mei 1941 tot en met 31 December 1941 een uit
keering, welke is samengesteld uit de volgende
bestanddeelen: een bedrag, gelijk aan 2-3 gedeelte
van de uitkeering, welke de gemeente over het
tijdvak van 1 Mei 1940 tot en met 30 April 1941
per in de gemeentefondsbelasting aangeslagen in
woner uit het gemeentefonds heeft ontvangen;
een bedrag, gelijk aan vijftig procent van de
jaarwedde van den burgemeester en den secre
taris, volgens welke regeling, geldende op 1 Ja
nuari 1941, welk bedrag nochtans de som van
"tweeduizend gulden niet te boven gaat; een be
drag, berekend met toepassing van de verdeelings-
formule van het gemeentefonds, bij welke bereke
ning de in artikel 4 onder 1 bedoelde uitkeering
zal worden aangemerkt als opbrengst van de ge
meentefondsbelasting.
De bepalingen omtrent garantie en limiet, als
mede die omtrent de financiering van de kosten,
daaruit voortvloeiende, vastgesteld bij de wet van
4 Maart 1935 (Staatsblad no. 74) blijven onver
minderd van kracht.
Van de bevoegdheid der gemeenten tot heffing
van opcenten op de hoofdsom der gemeentefonds-
belasting wordt voor het laatst gebruik gemaakt
ten aanzien van het belastingjaar 1940/1941.
Uit de opbrengst van de nieuwe inkomstenbe
lasting over het dienstjaar 1941 wordt aan het
gemeentefonds, begrootingsjaar 1 Mei 1941 tot en
met 31 December 1941 (tweede afdeeling), een
uitkeering gedaan tot het bedrag, dat als zuivere
opbrengst van vijf en zeventig opcenten op de
gemeentefondsbelasting zou zijn verkregen over
het boekingstijdvak 1940/1941, indien de gemeen
tefondsbelasting over het geheele belastingjaar
1940/1941 was geheven.
Ten laste van het begrootingsjaar 1 Mei 1941
tot en met 31 December 1941 van het gemeente
fonds (tweede afdeeling) wordt uit de in het eer
haas en is te goed om als doel te dienen voor
zoo'n schavuit. Het lijkt me een boy, die een
echt moederskind zou zijn en het beste thuis
is; veel te goed en te gevoelig voor die harde
wereld. Ik wil er wat om verwedden, dat het een
wees is.
Nog eens streelde hij den jongen over het
krulhaar.
Kom, kop op, jongen. Het ergste hebben we
gehad en ik geloof dat het de moeite niet waard
is, er meer woorden over vuil te maken. Die man
is je vader niet, is het wel?
De jongen keek met z'n donkere oogen vol
vertrouwen in de blauwe van den ander. Neen,
hij is mijn oom én mijn meester.
We leven hier in een vrij land, mijn jongen.
Als je niet wilt, hoef je dezen man volstrekt
niet te dienen als of hij je meester was.
De behuilde oogen van den jongen werden
groot van schrik. U kent hem niet; als Mj
woedend is, wordt hij verschrikkelijk.
Dat denk ik niet, antwoordde Bucky. Hij is
de lafste kerel, dien ik ooit heb gezien. Bijt
van je af en hij doet niets.
De Jongen stroopte zwijgend de mouw van
zijn Mexicaansch hemd op en toonde een groot
litteeken op zijn arm. Dit heeft hij gedaan,
toen hij ook eens woedend op me was. Vanmor
gen nog heb ik hem gesmeekt, me vrij te laten,
maar hij sloeg me en was als gek en toen hij
zoo ging drinken, was ik bang dat hij weer zóó
woedend zou worden, dat hij me met een dei-
messen zou raken.
Bucky keek naar het diepe litteeken in den arm
en toen naar het gezicht van den jongen
verwonderd en vragend.
Hoe lang ben je al bij hem?
O, al heel lang; van dat ik een kleine
jongen was af. Nadat mijn vader en nioeder in
Orleans aan gele koorts waren gestorven, heeft
hij me bij zich genomen. Zijn vrouw heeft ook
een hekel aan me, maar ze hebben me nu een
maal noodig voor die messenwerperij.
Dan vermoed ik dat je graag von beiden
zou ontslagen zijn? Hoe heet- je?
Frank Hardman. Maar op de aanplakbiljet-
tei heb ik allerlei namen.
ste lid bedoelde uitkeering een uitkeering aa
gemeenten gedaan, waarvan het bedrag voor
gemeente gelijk is aan de zuivere opbrengst
met inachtneming van het door de gemeente
het belastingjaar 1940/1941 geheven aantal
centen zou zijn verkregen wegens heffing
opcenten op de .gemeentefondsbelasting ovei
boekingstijdvak 1940/1941, indien de gemec
fondsbelasting over het geheele belasting
1940/1941 was geheven.
Het verschil tusschen deze beide in de hie
voorafgaande twee alinea's genoemde uitkef
gen uit dat fonds wordt met toevoeging vai
op de rijksbegrooting voor het dienstjaar 1941
dat doel uitgetrokken bedragen bestemd
aanvullenden steun aan gemeenten, volgens i
len, door de secretarissen-generaal van de
partementen van Financiën en van Binnenli
sche Zaken te stellen. Deze aanvullende s
komt ten laste van de tweede afdeeling van
begrooting voor het gemeentefonds voor het
grootingsjaar 1 Mei 1941 tot en met 31 Decei
1941.
Voor het jaar 1942 en volgende jaren zal aa
provinciën, het gemeentefonds en de gemeei
een aandeel in de opbrengst van de inkoms
belasting worden uitgekeerd, waarvan de ver;
ding nader zal worden vastgesteld.
SAMENKOMST.
Zondag 16 Februari a.s. zal er een buitenger
samenkomst plaats vinden in gebouw Stads Ei
gelisatie, Lange Heerenstraat 6. De heer J
Smink, prediker op Gererformeerden grondslag
spreken over het onderwerp: „Heeft God in di
tijd bemoeienis met de wereld?"
Deze samenkomsten vangen aan 10 uur v.m
5 n.m.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smedestra
Haarlem tusschen 11 en 13 uur.
Terug te bekomen bij: Kok, Voorduinstraat 28, bar
jet; Oostenbroek, Tempeliersstraat 38, broche; 1
Gaelstr, IA rd, hanudsch'oen, na 18 u.; De Nijs, Sperw
50, distributiekaart; v. Zanen, Baan 17, portemonnale
Heemskerk, Jan Steenstraat 31, portemonnaie i
Coops, Koninginneweg 100. portemonnaie m. i.; Mo
man. van Nesstraat 95, pet; van Dam, Duinoordstra;
portemonnaie m. 1.; Massop, Bantamstraat 106, sleutel
Een goed huismiddeltjf
tegen griep, hoest en
verkoudheid.
Geen enkel middel brengt sneller verlichl
dan dit eenvoudige recept. Vraag aan
apotheker of drogist een 30 grams-flesc
Vervus (dubbel geconcentreerd). Vermeng
thuis met een kwart liter heet water en een e
lepel suiker. Het resultaat is een flinke kw;
liter-flesch doelmatige medicijn, ook i
geschikt voor de kinderen. Dosis: 3 tot 8 Ji
een theelepel; 8 tot 12 jaar: een dessertle
volwassenen: een eetlepel (telkens na de
voornaamste maaltijden en vóór het naar
gaan). Haal de 30 gram Vervus in huis (vi
gestelde prijs: 76 cent) en maak het vand
nog klaar. Knip dit receptje uit en bew
het goed.
(Adv. Ingez .Mei
Centrale Verwarmini
AUTOM. OLIE - KOLENSTOOKINR.
SANITAIRE INSTALLATIES.
(Adv Inge? Med
Wel, Frank, hoe zou het je lijken op
boerderij te gaan wonen?
Zou hij dan niet te weten komen waar
was? vroeg de jongen angstig.
Zeg maar eerst of je er lust in hebt. Ik
een boerderij waar je van harte welkom zo
zijn.
Ik zou hard werken en alles aan wil
pakken en ik zou er voor zorgen dat men
last of onkosten voor me heeft, want ik eet r
veel en zou alles met werken verdienen!
Buckey glimlachte. Ik denk dat ze alles i
je op zult eten. wel kunnen missen, zonder
in het armenhuis te komen. Het is daar l
goedkoop leven en ik zal je er morgen hei
brengen.
U bent goed voor me. Maar als u
wat ik allemaal heb gedaan, dan zoudtu me s!
lig niet vragen, met u mee te gaan. En toch-
ik kan en mag u er niets meer van zeggen, h
kelde de jongen.
O. dat is ook heelemaal niet noodig;
vandaag af begin je een nieuw leven, nietwaï
Ja, meneer.
Noem me maar Bucky.
Ja meneer, ja Bucky bedoel ik.
Op hetzelfde óogenblik werd er een hand
den schouder van den speurder gelegd. Joi
man, ik wil u even spreken, zei zacht een stf
Bliksemsnel had de luitenant zich omgekee
de -hand aan den trekker.
De man, die hem toegesproken had, was
groote farmer die den „Zilveren Dollar" bini
gekomen was, juist op tijd, om O'Connor's ov
winning te zien. Nu stond hij tegeno
Buckv's wapen en lachte zacht. Berg je rev
ver gerust weg vriend; het is een heel vreedza!
onderhoud, dat ik met u wilde hebben.
Hoewel ze elkaar nooit hadden ontmoet, v
elk van hen toch terstond wat voor soort a
hij voor zich had.
In orde; als je me spreken wilt, reken ik
op. dat ik veilig ben. zei de speurder rustig.
We zullen naar de speelzaal boven gai
Mr. O'Connor.
(Wordt vervolgd);
(Adv. Ingez .Med.)
Zoudt U, nu het voorjaar aankomt, 1
middelpunt van Uw kamer niet eens voorzie
De VERLICHTING verhoogt de gezellighf
van Uw interieur
bieden U een rijk gesorteerde collect)
SPAARNE No. 65
t/o. Ged. Oude Gracl
(Adv. Ingez .Met