Op Ontdekkingsreis
FLITSEN
tcAa.
Een Huistiran
ONDERDAG 20 FEBRUARI 1941
HAARLEM'S DAGBLAD
'3
ANNEER er iets gebeurt in de we
reld, dat de moeite waard is, gaat
de man-van-de-kranter met een be
seheiden blocnootje eii een potlood
iaar toe, doch de journaalfilmverslaggever
ijdt er in gezwinde vaart heen met geluids-
amera op een driepoot, eenige handcamera's,
aicrofoons, en zoo bij elkaar geteld ongeveer
0 meters snoer!
in de arbeidssfeer van...
dan wordt het resultaat van zijn arbeid heel
op vele witte doeken in de Nederlandsche
iscopen geprojecteerd.
Fijn dat je altijd op de beste plaats, boven op
tribune, en dan nog voor niets, naar voetbal-
dstrijden kunt zitten kijken" zal menigeen dik-
gedacht hebben, in het donkere ingewand
de cinema turend naar de beeldenflitsen.
Fijn, wat fijn?" stuift de journaalfilmoperateur
wanneer ik hem aan die gangbare meening
Inner. „Niks fijn! De voetbalwedstrijd is voor
altijd vervelend. Ik merk niets van de span-
ig, waarin al die duizenden menschen juichen.
!en en snikken.
fc ken maar één zorg: Er mag geen goal ge-
st worden! Wanneer de bal in een net belandt
moet ik 't ding ook in mijn lens hebben. Kijk
gaat eigenlijk zoo. We zijn bij den voetbal-
dstrijd met z'n drieën. Ik sta op het dak van
tribune, en twee „close-up-mannen" zijn bij de
len geposteerd. We werken steeds volgens het-
fde recept. Eerst het groote overzicht, dan de
allen en de kijkjes op de tribune, daarna de
rap.
'erwijl bij elk der doelen de cameramannen
lan met een even groote spanning als die,
larin de doelverdedigesr verkeeren echter met
;en ge stelde belangen, want de cameraman is
i tevreden wanneer de bal „zit" onverschillig
welk net. sta ik op het dak en volg door een
ra zoekertje den grilligen weg van den bal.
rerzeker je dat 't. een inspannend werkje is,
arbij ©een procent aandacht overschiet voor
t anders. Want dat bruine ding maakt rare
kesprongen, en je weet nooit waar 't naar toe
Toch moet het steeds in mijn telelens blij-
Tusschen mij en de twee collega's op het veld
itaat een nauwe zij het onzichtbare samenwer-
ig Want het gaat'er om, dat ik „het voorspel"
er van elke goal, die gemaakt wordt! Maar.
n moet niet denken dat de filmband de heele
dstrijd lang rolt. Ik zou het gezicht van mijn
ef dan wel eens willen zien. Neen, we moeten er
ens op letten dat zoo weinig mogelijk mate-
al verspild wordt. Dus je moet zoo langzamer-
nd een neus krijgen voc-r de goede momenten
wanneer men zich realiseert dat je bij voetbal
oit tevoren weet wat er gebeurt, dat een span-
r.de scrimmage niets behoeft op te leveren en
t op een oogenblik als er geen vuiltje aan de
:ht is eenklaps een doelpunt kan ontstaan, kan
en zich eenigermate den gemoedstoestand in-
nken van den operateur boven op het dak, en
.vleugeladjudanten" op het veld, die „zoo fijn
>r niks met de neus bovenop het spel kunnen
to"1
Tentoonstellingen (liefst die, waarvan het ge
raseerde geluid maakt bijvoorbeeld de ka-
riepietjes! want het gaat tenslotte om ge-
ids film!) vormen natuurlijk ook geliefd
en daarom ook wel een beetje afgegraasd
ihtterrein van den filmer. Nou is zoo'n evene
nt voor den man-van-de-krant meestal een
uleschilletje; een paar zijdjes papier gaan „niet
de napieren zitten" en het potloodstift slijt ook
et zoo geweldig dat het op een woord meer of
nder moet aankomen. Maar wanneer de film
auteur tijdens de officieele en niet altijd even
angrijke openingstoespraken dit laatste mag
toch wel zeggen? Het is in 't algemeen ge
geven, en een ieder kan zich desgewenscht tot
gunstige uitzonderingen rekenen, en zal dat
I doen ook! steeds de kostbare filmband
len liet
Hoe spelen ze 't dan toch klaar om de belang-
fcste passages uit toespraken op het witte doek
krijgen? Wanneer een spreker de speech op
pier heeft is dat tevoren wel uit te zoeken,
ter hoevelen spreken niet uit het hoofd? Wat
n? De zakdoek brengt uitkomst! De zakdoek?
derdaad.
Eere wien eere toekomt. Een ingenieur is op de
dachte gekomen, en de filmoperateurs hebben
een „filmritus" van gemaakt.
.Weet je wat" zei de ingenieur „Wanneer ik in
jn toespraak van plan ben wat belangrijks te
ggen haal ik onopvallend mijn zakdoek voor
en dag en snuit mijn neus «"des winters), of bet
it voorhoofd (des zomers)".
En sedertdient is de zakdoek bij vele sprekers,
de „oogen en ooren der wereld" op zich ge-
iht voelen, het teeken dat er wat belangrijks
imt,
„Zouden ze voortaan niet meteen bij die zak-
ek kunnen beginnen en de rest overslaan?"
Efcert de man-van-de-krant zijn collega-van-
•film toe.
Cameraman Wassenburg is nou niet bepaald van
t formaat Clark Gable (u herinnert zich de film.
sarin deze held-met-het-snorretje-en-de-lef in
rol van cameraman de dolste, drieste capriolen
kaalde?) en het bescheiden kantoor van Poly-
°n„ droomerig weggedoken aan de boorde van
t Spaarne, heeft niet de allure van een wolken-
abber eener Amerikaansche filmmaatschappij,
aar dat zegt niet dat cameraman Wassenburg
»it eens wat je noemt een groot avontuur heeft,
et risico en gevaar, want Gable of geen Gable,
it dat betreft kan hij zijn mannetje staan; ook
leven van een Nederlandschen cameraman kan
"is aan een zijden draadje hangen! Zal ik eens
rotwee van die draadjes vertellen?
De cene was op de Zuiderzee; die lag toen
8 was één van die strenge winters dicht, en
tesklaps hing er iemand aan de telefoon: „Of je
«M jjsbreken? De „Friesland" gaat probeeren
de vaargeul AmsterdamKampen open te maken"
„Hoe lang zijn we d'r mee bezig" informeerde
Wassenburg.
„Nou, je kunt vanavond om een uur of tien weer
thuis achter de kachel zitten".
Welnu ik ging, ze zagen me thuis in vele lange
dagen niet, en toen ik eindelijk opdook moest ik
onder de dekens, uitgeput.
We vertrokken om vijf uur in den morgen. Op
den eersten dag had ik al meer dan genoeg bij
elkaar gefilmd. Doch het ijs werd zoo dik dat we
er niet door konden. We bleven den nacht over, en
den tweeden dag legden we een kaartje. Toen brak
de hel los, de koude hel. Een verschikkelijk ge
kraak! De ijsschotsen schoven over de „Friesland"
Hals over kop vluchtten we van boord. Ik kon nog
mijn camera grijpen en toen was er nog één ge
dachte: „Het veege lijf bergen". Eenzaam en ver
laten zaten we op het ijs. Er kwam een vlieg
machine, Hoera! We wuifden als gekken om de
aandacht te trekken. Doch met schrik kwamen we tot
het inzicht dat er meer menschen naar vliegmachi
nes wuiven, zoodat dit niets bijzonders is. Ken je
dat plaatje van de hand, die in het water zinkt,
terwijl de achtersteven van een schip op den ach
tergrond verdwijnt? Om een rilling van te krijgen.
Wij kregen een rilling toen de vliegmachine voort'
koerste. Er was geen eten voor me, en de kou telt
dan dubbel als er niet meer is. En koud werd hel.
want hoe moesten we warmte maken? Later kwam
één van ons op het reddende idee; met kolengruis
schreven we op het ijs: „Wij zinken". En toen het
vliegtuig van den lijndienst weer voorbij kwam
merkte de piloot deze noodkreet op. Hiermede is
het relaas niet uit, maar de rest, over de expeditie
naar Elburg een tocht waar je ook met volle maag
en weluitgerust tegenop zou zien over den
schipper, die van zijn stokje ging en wat al niet
meer, zal ik je sparen.
En die tweede zijden draad?
Dat was op een Nederlandsche duikboot, waar ik
filmen moest. Ik zat beneden, een kopje koffie te
drinken. De kok vroeg me: „Nog een kopje, me
neer?" En ik zei graag „Ja" en dacht: ik zal in-
tusschen maar eens even aan dek gaan kijken of er
al wat bijzonders voor mijn lens te krijgen is. Mijn
tweede kopje koffie heb ik nooit gehad, en den
armen kok zag ik nimmer weer. Juist op de plaats
waar ik gezeten had, by het kombuis, werd de boot
even later geramd. Nauwelijks was ik aan dek of ik
zag den steven van een groot schip op ons afkomen.
Men schreeuwde. De duikboot kreeg een ontzetten-
den schok. Ik wist er af te springen en kon zwem
mend den kant bereiken. Je begrijpt dat ik het
eerste uur buiten Westen was.
Dat is dan het relaas van de twee zijden draden.
U ziet, lezer, het gevaar treedt op in de arbeids
sfeer van den cameraman, óók van den Nederland
schen cameraman.
„Maar alsjeblieft geen sensatie!" hoor ik Was
senburg reeds in het midden brengen. „Wij zoeken
het gevaar niet koste wat wil om het publiek aan
't griezelen te krijgen, een drang, die zich in journaals
in andere landen wel in velerlei sensationeele vor
men heeft geuit. Maar tenslotte, mijn arbeidssfeer
is overal waar wat bijzonders gebeurt. Wanneer er
niets gebeurt ben ik niet van de partij. En wan
neer er iets voorvalt dat anders dan gewoon is,
dan gaat het honderd keeren goed, maar één keer
tje kan het mis gaan. Dat is ons risico. Niets meer
of minder dan het risico van alle gebeurtenissen.
Niets bijzonders dus. Vind je wel?
v. H.
ROTTERDAMSCHE KINDEREN NAAR
GRONINGEN.
Ongeveer veertig kinderen, die dit het meest
noodig hebben, gaan Vrijdagmorgen uit Rotter
dam naar het rustige Groninger land om gezond
heid op te doen. Al deze kinderen gaan naar Ap-
pingedam, waar zij door liefderijke pleegouders
eenigen tijd in huis worden opgenomen. Onder
deze kinderen zijn ditmaal, bij hooge uitzonde'
ring, eenige zeer kleine peuters, één is erbij van
nauwelijks twee jaar oud, en twee kinderen zijn
amper drie jaar.
MEISJE DOOR TREIN OVERREDEN EN
GEDOOD.
MEPPEL. Woensdagmiddag om half zes
kwam het veertienjarige meisje H. W. uit Kol
derveen van familiebezoek uit Meppel. Op den
onbewaakten overweg te Oosterboer werd zij
door den sneltrein uit Groningen gegrepen en
op slag gedood.
„Het goed verlichte huis" te Eindhoven is de
modelwoning inzake doelmatige electricïteits-
besparing, waarbij de keuken een even doel
treffend als charmant voorbeeld vormt.
(Foto Het Zuiden)
UIT mijn prille schooljaren herinner ik mij
de historie van den man c.e tegenover
zijn vrienden het sterke verhaal deed over
de aanwezigheid in zijn tuin van een
echo, die het met verheffing van stem gesproken
woord een keer of zes duidelijk wist te herhalen.
De vrienden behoorden blijkbaar niet tot het slag
dat zich knollen voor citroenen laat aanpraten,
want zij gaven den nadrukkelijken wensch te ken
nen deze mededeeling aan de werkelijkheid te toet
sen en een demonstratie van het niet-alledaagsche
verschijnsel bij te wonen. Dit nu bracht den man
in kwestie in een uitermate moeilijk parket, aange
zien de waarheid was dat in den wijden omtrek
van zijn huis geen spoor van een echo, laat staan
van een zesvoudige, te bekennen viel. De nood
scherpt het vernuft van den mensCh en ook deze
mensch meende, na lang gepeinsd te hebben, extra
geslepen van zinnen uit de moeilijkheden opgere
zen te zijn. Hij hield een korte ruggespraak met
zijn knecht en noodigde vervolgens zijn vrienden
kring uit nog denzelfden avond naar de krasse
staaltjes van zijn echo met eigen ooren te komen
luisteren. Of de instructies voor den knecht te
vluchtig waren geweest, of dat deze laatste mis-
sdhien door het lange zitten tusschen het vochtige
geboomte wat grieperig was geworden, verhaalt de
historie niet. Maar in ieder geval klonk den Iheer
des huizes, toen hij in het bijzijn der vrienden met
luider stemme de echo had toegeroepen „Tinus,
ben je daar?" het ontstellende antwoord: „Ja me
neer, al drie kwartier!" tegemoet.
Aan dit verhaal uit het oude schoolboekje moet
ik altijd met eenigen weemoed terugdenken, als in
mijn huiskamer het geluid van een echo-gesprek
doordringt. In zulke oogenblikken benijd ik den
man uit het verhaaltje, ondanks het poovere fi
guur dat hij tegenover zijn vrienden sloeg. Want de
edho die zich tegen mijn huis aan den waterkant
genesteld heeft is bittere werkelijkheid en dagelijks
word ik herinnerd aan haar bestaan, dat ik nim
mer gewenscht heb en waarvan ik nooit hoog zal
opgeven tegenover mijn vrienden. Er gaat geen
dag voorbij, of „mijn" echo werd ontdekt door
Haarlem's spes patriae die gene zy>3e van het
Spaarne als speelplaats heeft uitverkoren. In de
zachte seizoenen varieert het kinderspel op deze
plek tusschen ploeteren in het water, 't gooien van
kiezelsteentjes naar argelooze roeiers en het con
verseeren met de echo. Maar in dezen tijd van het
jaar vallen de beide eerstgenoemde ontspanningen
af en blijft slechts de echo oyer, tot groot misnoe
gen van de omwonenden, die tot het onvrijwillige
auditorium behooren. Zij kennen de echo als de
groote rustverstoorster uit de omgeving, zij zijn
veroordeeld dag in dag uit te luisteren naar het be
ruchte vraag-en-antwoord-spel betreffende den
burgemeester van Wezel en Jacoba van Beieren
En juist het feit dat er nooit eenige afwisseling te
bespeuren is m de dialogen-met-den-overkant doet
hen de echo nog grondiger verfoeien. De echo is
buiten kijf buurtvijand no. één.
Ik houd van mijn huis, 5k houd van het water,
maar de echo haat ik uit den grond van mijn hart
En als ik hoor hoe voor de zooveelste maal aan de
overzijde haar aanwezigheid ontdekt is, dan weet
ik dat de landelijke rust aan den waterkant voor-
loopig gestoord is. Dan zucht ik even en ik weet
dat op dat oogenblik mijn buren met mij zuchten.
J. H. V.
Haarlemsche Kantonrechter
Veehandelaar gaf gelegenheid tot
frauduleuze varkeiisslachting.
Met f 300.— boete bestraft.
DE SLACHTER, WEGENS HERHALING, TOT
HECHTENIS VEROORDEELD.
Op 6 Januari werd ten huize van een vee
handelaar te Haarlemmermeer een varken
frauduleus geslacht. De veehandelaar, die
Woensdag voor den kantoorrechter te Haar
lem terecht gtond terzake van het gelegen
heid verschaffen voor clandestien slachten
werd veroordeeld tot de bijzonder hooge boete
van f 300.
Deze boete werd zoo hoog gesteld omdat zich
in dit geval bijzondere omstandigheden voordeden.
De veehandelaar ontkende namelijk geweten te
hebben dat het varken in zijn perceel geslacht
werd. En zijn huishoudster die bij het verhoor aan
de controleurs van de landbouwcrisiswet gezegd
had dat de veehandelaar van de slachting afwist,
ontkende dit ter terechtzitting. De ambtenaar van
het O.M. wees haar erop dat hij er niet voor
zou terugschrikken haar wegens meineed in arrest
te laten stellen, wanneer ze hardnekkig ontkennen
bleef. De controleurs bleven erbij dat de huishoud
ster stellig gezegd had dat de heer des huizes
naar het slachten was gaan kijken. „Dat heb ik
nooit gezegd", zei de huishoudster.
Nadat de kantonrechter haar de gelegenheid
had gegeven in afzondering na te denken over de
ernstige gevolgen van een meineed werd zij op
nieuw verhoord. Zij bekende nu dat ze de vee
handelaar de deur had zien binnengaan van de
plaats, waar geslacht werd.
De slachter zelf trouwens, een pluimveehande
laar, had den veehandelaar gezien. „Maar ik weet
niet of hij mij gezien heeft", zei hij. De veehan
delaar zelf ontkende zelfs tijdens het gebeurde
thuis te zijn geweest!
De ambtenaar van het O.M. achtte het tenlste
gelegde evenwel reeds op grond der getuigenver
klaringen bewezen en eischte f 400 subs 2 maanden.
Het vonnis luidde: f 300 subs 2 maanden.
De pluimveehandelaar werd in 1939 reeds bij
herhaling wegens overtreding van de vleeschkeu-
ringswet gestraft. Thans zei de ambtenaar wegens
deze hernieuwde overtreding van deze wet het
in voorraad hebben van ongekeurd vleesch niet
anders dan hechtenisstraf te kunnen eischen en
wel 2 weken. Terzake van frauduleuze slachting
van een varken werd f 50- boete geëischt
Deze verdachte werd veroordeeld tot 1 week
hechtenis en f 30 subs 15 dagen.
Twee gebroeders die het vleesch vervoerden,
werden veroordeeld tot boeten van f 40 en ver
beurdverklaring van het vleesch, en de voerman,
die den wagen vor het vervoer afstond, werd be
boet met f 15 subs. 10 dagen.
Nog laai ijs in het IJselmeèr.
Schepen komen er met moeite door.
De stoomschepen „Friesland" en „Holland"
van de N.V. reederij Koppe te Amsterdam, die gis
terochtend om vyf uur van Amsterdam vertrokken
zijn met bestemming resp. naar Lemmer en Zwolle,
hebben hun doel bereikt. Tezamen zijn zij naar Ketel
gevaren, waar de „Zuiderzee" van dezelfde reederij
wachtte. De „Holland" is doorgevaren naar Zwolle,
terwijl de „Zuiderzee" en de „Friesland" gezamen
lijk den tocht naar Lemmer voortzetten. Hier zijn
zij om kwart over acht gisteravond aangekomen.
De tocht viel niet mee. Het ijs was taaier dan men
had verwacht, vooral op het traject Amsterdam
Urk. Van Ketel naar Lemmer is het IJselmeer aan
de noordzijde tamelijk ijsvrij. Het is de bedoeling,
dat een regelmatige dienst wordt hervat.
No. 234
Jantje dragen
1. Zegt: natuurlijk
wil pappie je dra
gen, als je moe
bent.
2. Zwaait Jantje
op zijn schouder.
3. Schuift zijn
hoed recht die
Jantje in disorde
gebracht heeft.
4. rrobeert zich
uit de greep die
Jantje in zijn angst
om te vallen heeft
toegepast, te bevrij
den.
5. Slaagt daarin
en grijpt Jantje die
geïnteresseerd is ge
raakt in een hond,
nog net op tijd.
6. Krijgt hem in
veiliger positie, maar
raakt er zijn hoed
bij kwijt.
7. Brengt hem
over naar anderen
schouder, waar Jan
tje er plezier in
krijgt zijn oor te
kietelen.
8. Besluit dat het
beter is als Jantje
op eigen beenen
staat.
Bestaan er in dezen modernen tijd nog huis
tirannen? Tot heden betwijfelden wij het, maar
nu weten wij dat er althans één is. En dat is een
geweldige
Het maandblad „Moeder" heeft een rubriek
„Tusschen man en vrouw". Daarin kunnen moe
ders vragen stellen over moeilijkheden tusschen
echtgenooten en dan speelt de redacteur Prof. dr.
J. Waterink te Amsterdam voor Salomo.
Nu schrijft een moeder o,a.:
„De moeilijkheid waarmede wij zitten is de vol
gende:
Mijn man en ik kunnen het over het algemeen
heel goed met elkaar vinden. Maar wij hebben
nogal eens een enkele maal verschil van mee
ning over de opvoeding van de kinderen. Mijn man
is erg precies en nu hou ik ook wel van orde en
correctheid, maar ik heb toch den indruk, dat
kinderen niet onder alle omstandigheden zoo
precies kunnen zijn als vader het wel wil.
Om een voorbeeld te noemen: Vader wil, dat de
kinderen, als ze thuiskomen, hun schoolboeken
niet alleen op hun kamertje leggen, maar die ook
alle precies op 'hun eigen plaatsje in de kast zet
ten. Wanneer de kinderen nu hun boeken naar
hun kamertje brengen en ze op een stapeltje op
hun tafeltje leggen, dan geeft dit, als Vader het
ziet, altijd weer „mot". Ik denk over deze dingen
een beetje milder.
Op dezelfde manier gaat het met andere dingen.
Verleden week 's avonds was het half negen. Ons
veertienjarig dochtertje moet dan naar bed. De
klok sloeg half negen en toen lei ze met een zucht
het bock weg en zei: „Hè, jammer, het is net zoo
mooi!" Ze lei het boek op de plaats waar het hoort,
streelde toen de poes nog even en ging toen naar
Vader cm een nachtzoen te geven. Toen zei Vader:
„Dank je wel, het is over half negen. Ik wil pre
cies gehoorzaamd worden of ik wil heelemaal niet
gehoorzaamd worden." Toen was ons dochtertje
een beetje verbaasd en zei: „Maar ik ben toch om
half neeen opgehouden met lezen om naar bed
te gaan". Toen zei mijn man: „Als jij gehoorzaam
was. dan had je niet eerst het slaan van de klok
afgewacht."
Ik vind dit te ver gaan. Ik denk. dat er niet veel
gezinnen zijn. waar de meisjes van veertien jaar
zonder eenige waarschuwing als de klok half
nesten slaat een spannend boek wegleggen. Dit
geval heeft nog al een scène gegeven tusschen
mijn man en mij toen ons dochtertje weg was.
Mijn man zegt: Gehoorzaamheid is stipt of het
is geen gehoorzaamheid.
En zoo gaat het met heel veel dingen. En nu
kan ik eigenlijk moeilijk tegen mijn rr.3n rede
neeren, want als wij het precies nemen heeft hij
gelijk. Mijn man redeneert zoo: Mien zoo heet
ons dochtertje van 14 jaar) heeft in ieder geval
een minuut van den tijd na half negen, die haar
niet meer toekwam, nog om gezeurd. Zij he^ft de
kat geaaid en haar boek weggelegd. Dat had vóór
half negen moeten gebeuren. Én nu zegt mijn
man: of ik een cer.t steel of een gulden, ik ben
altijd een dief. En of ik ongehoorzaam ben op een
minuut of op een uur, ik ben altijd ongehoorzaam.
Ook hebben wij hetzelfde in de verhouding
tegenover elkaar. Wanneer iets in een winkel f 3.10
kost of f 2.95 en ik heb het ongeluk te zeggen, dat
ik er f 3 voor betaald heb. dan noemt mijn man
dat liegen. Mijn man is zelf in huis ook altijd
verschrikkelijk precies. Hij zit soms een uur te
zoeken omdat hij weten wil als hij iets vertelt of
het nu op een Woensdag of op een Donderdag ge
weest is in de vacantie, dat wij een wandeltocht
maakten.
Het geeft nogal eens conflicten met mijn man,
ook in vereenigingsleven en zoo iets. Men vindt
mijn man lastig Maar redelijk moet ik hem wel
gelijk geven en toch heb ik wel het gevoel, dat
men met kinderen een beetje anders moet rede
neeren. Gaarne zouden wij uw raad eens over dit
geval hebben."
Prof. Waterink zegt in zijn antwoord o.a.:
„Ronduit gezegd, de vader is een aller-ongemak-
kelijkst mensch. Hli vindt zich zelf verschrikkelijk
gewichtig, maar hij is alleen gewichtig in het
vliegenvangen, in jDietluttigheden. Hij is vreese-
Iijk bang, dat hij iets loslaat van de gelegenheden
waarbij hij door het onderstrepen van pietluttig
heden zijn gezag kan toonen.
Zijn voorbeeldig gehoorzaam dochtertje maakt
hij tot een opstandig kind of hij slaat haar gees
telijk kapot.
Het is geen wonder dat deze man in vereenigin-
gen nogal eens last geeft. Je bent. met zoo'n man
ook opgescheept als je hem als lid in een vereeni-
ging hebt!"
Tot den vader zegt de schrijver: Gij zlit dage
lijks bezig met het buitenste van den drinkbeker
te reinigen, maar van binnen heerscht er de
dood".
UITVOERING VAN „HAARLEM'S TRIO".
Haarlem's trio. bestaande tilt de heeren Jac.
Zwaan, piano. Philip S Vlessir.g, cello en Jan
Hocben. viool, zal op 23 Februari des middags een
recital geven in de bovenzaal van het Gem. Con
certgebouw te Haarlem.
Voorpostenbooten in het Kanaal. Ook kleine,
goed uitgeruste vaartuigen nemen aan de tochten
deel.
(Foto Weltbild)
Verklaring van „Het Driemanschap"
Naar aanleiding van geruchten over oncenigheid.
Het Driemanschap van De Nederlandsche Unie
deelt in het jongste nummer van ,De Unie" aan
de leden het volgende mede:
„De laatste weken zijt gij verontrust door ge
ruchten omtrent moeilijkheden, welke tusschen
ons waren gerezen. Die geruchten waren deels
onjuist en zeker allen verkeerd gekleurd. Vandaar
onze verklaring.
„De verschillen in inzicht, die tusschen ons ge
rezen waren, betroffen geenszins onze beginselen,
zooals neergelegd in onze program. Daarin zijn wij
van den beginne af eensgezind geweest en geble
ven. Zij waren ook niet van persoonlijken aard.
Wij kunnen u thans zeggen, dat wij de moeilijk
heden, welke wij te overwinnen hadden, inderdaad
hebben overwonnen.
„Gij hebt ons in het vorig jaar uw vertrouwen
gegeven, dat wij u vroegen, toen wij als ploeg nog
moesten bewijzen, wat wij waard waren. Daarvoor
zijn wij u erkentelijk. Thans vragen wij uw ver
trouwen en uw steun om ons werk in het belang
van land en volk te kunnen voortzetten."
PRIJVERHOOG ING PENSIONBEDRIJF.
's-GRAVENHAGE. In aansluiting op de
laatste persberichten omtrent de doorberekening
der omzetbelasting door pensionhouders deelt de
Nederlandsche vakbond van pensionhouders ons
het volgende mede:
De omzetbelasting mag volgens het nieuwe be
sluit niet meer afzonderlijk in rekening worden
gebracht. Voor het verhaal van deze belasting
op den gast werd het dus noodzakelijk den prijs
te verhoogen, waarvoor van den directeur *'oor
het rijksbureau voor het hotel-, café, restau
rant- en pensionbedrljf toestemming werd ver
kregen met de volgende percentages:
a. Bedrijven, die vroeger de tarieven exclusief
omzetbelasting berekenden mogen de prijzen
met 5 pet. verhoogen.
b. Bedrijven, die vroeger de tarieven inclusief
omzetbelasting berekenden en op langen termijn
verhuren mogen deze tarieven met 2lh pet. ver
hoogen.
c. Bedrijven, die vroeger de tarieven inclusief
omzetbelasting berekenden en op korten ter
mijn verhuren mogen deze tarieven met V/2 pet.
verhoogen.
VALSCII BANKBILJET AANGEBODEN.
's-GRAVENHAGE. Een inwoner van Leiden
was beschuldigd van poging tot oplichting door
middel van een ongeldig Duitsch bankbiljet van
500 mark. Hij was op 12 November j.l. met dit biljet
gekomen bij de Ned. Bank te Leiden, waar hem
werd medegedeeld, dat dit niet kon worden inge
wisseld.
Den volgenden dag gaf hij het biljet in betaling
aan een kleermaker, wien hij geld schuldig was
voor eenige coupons stof voor heerencostuums.
De officier van justitie achtte het ten laste ge
legde bewezen en eischte' op 6 Februari j.l. vier
maanden gevangenisstraf.
Heden heeft de rechtbank den man overeenkom
stig dezen eisch veroordeeld.