Op Ontdekkingsreis FLITSEN tcAa. Een Huistiran ONDERDAG 20 FEBRUARI 1941 HAARLEM'S DAGBLAD '3 ANNEER er iets gebeurt in de we reld, dat de moeite waard is, gaat de man-van-de-kranter met een be seheiden blocnootje eii een potlood iaar toe, doch de journaalfilmverslaggever ijdt er in gezwinde vaart heen met geluids- amera op een driepoot, eenige handcamera's, aicrofoons, en zoo bij elkaar geteld ongeveer 0 meters snoer! in de arbeidssfeer van... dan wordt het resultaat van zijn arbeid heel op vele witte doeken in de Nederlandsche iscopen geprojecteerd. Fijn dat je altijd op de beste plaats, boven op tribune, en dan nog voor niets, naar voetbal- dstrijden kunt zitten kijken" zal menigeen dik- gedacht hebben, in het donkere ingewand de cinema turend naar de beeldenflitsen. Fijn, wat fijn?" stuift de journaalfilmoperateur wanneer ik hem aan die gangbare meening Inner. „Niks fijn! De voetbalwedstrijd is voor altijd vervelend. Ik merk niets van de span- ig, waarin al die duizenden menschen juichen. !en en snikken. fc ken maar één zorg: Er mag geen goal ge- st worden! Wanneer de bal in een net belandt moet ik 't ding ook in mijn lens hebben. Kijk gaat eigenlijk zoo. We zijn bij den voetbal- dstrijd met z'n drieën. Ik sta op het dak van tribune, en twee „close-up-mannen" zijn bij de len geposteerd. We werken steeds volgens het- fde recept. Eerst het groote overzicht, dan de allen en de kijkjes op de tribune, daarna de rap. 'erwijl bij elk der doelen de cameramannen lan met een even groote spanning als die, larin de doelverdedigesr verkeeren echter met ;en ge stelde belangen, want de cameraman is i tevreden wanneer de bal „zit" onverschillig welk net. sta ik op het dak en volg door een ra zoekertje den grilligen weg van den bal. rerzeker je dat 't. een inspannend werkje is, arbij ©een procent aandacht overschiet voor t anders. Want dat bruine ding maakt rare kesprongen, en je weet nooit waar 't naar toe Toch moet het steeds in mijn telelens blij- Tusschen mij en de twee collega's op het veld itaat een nauwe zij het onzichtbare samenwer- ig Want het gaat'er om, dat ik „het voorspel" er van elke goal, die gemaakt wordt! Maar. n moet niet denken dat de filmband de heele dstrijd lang rolt. Ik zou het gezicht van mijn ef dan wel eens willen zien. Neen, we moeten er ens op letten dat zoo weinig mogelijk mate- al verspild wordt. Dus je moet zoo langzamer- nd een neus krijgen voc-r de goede momenten wanneer men zich realiseert dat je bij voetbal oit tevoren weet wat er gebeurt, dat een span- r.de scrimmage niets behoeft op te leveren en t op een oogenblik als er geen vuiltje aan de :ht is eenklaps een doelpunt kan ontstaan, kan en zich eenigermate den gemoedstoestand in- nken van den operateur boven op het dak, en .vleugeladjudanten" op het veld, die „zoo fijn >r niks met de neus bovenop het spel kunnen to"1 Tentoonstellingen (liefst die, waarvan het ge raseerde geluid maakt bijvoorbeeld de ka- riepietjes! want het gaat tenslotte om ge- ids film!) vormen natuurlijk ook geliefd en daarom ook wel een beetje afgegraasd ihtterrein van den filmer. Nou is zoo'n evene nt voor den man-van-de-krant meestal een uleschilletje; een paar zijdjes papier gaan „niet de napieren zitten" en het potloodstift slijt ook et zoo geweldig dat het op een woord meer of nder moet aankomen. Maar wanneer de film auteur tijdens de officieele en niet altijd even angrijke openingstoespraken dit laatste mag toch wel zeggen? Het is in 't algemeen ge geven, en een ieder kan zich desgewenscht tot gunstige uitzonderingen rekenen, en zal dat I doen ook! steeds de kostbare filmband len liet Hoe spelen ze 't dan toch klaar om de belang- fcste passages uit toespraken op het witte doek krijgen? Wanneer een spreker de speech op pier heeft is dat tevoren wel uit te zoeken, ter hoevelen spreken niet uit het hoofd? Wat n? De zakdoek brengt uitkomst! De zakdoek? derdaad. Eere wien eere toekomt. Een ingenieur is op de dachte gekomen, en de filmoperateurs hebben een „filmritus" van gemaakt. .Weet je wat" zei de ingenieur „Wanneer ik in jn toespraak van plan ben wat belangrijks te ggen haal ik onopvallend mijn zakdoek voor en dag en snuit mijn neus «"des winters), of bet it voorhoofd (des zomers)". En sedertdient is de zakdoek bij vele sprekers, de „oogen en ooren der wereld" op zich ge- iht voelen, het teeken dat er wat belangrijks imt, „Zouden ze voortaan niet meteen bij die zak- ek kunnen beginnen en de rest overslaan?" Efcert de man-van-de-krant zijn collega-van- •film toe. Cameraman Wassenburg is nou niet bepaald van t formaat Clark Gable (u herinnert zich de film. sarin deze held-met-het-snorretje-en-de-lef in rol van cameraman de dolste, drieste capriolen kaalde?) en het bescheiden kantoor van Poly- °n„ droomerig weggedoken aan de boorde van t Spaarne, heeft niet de allure van een wolken- abber eener Amerikaansche filmmaatschappij, aar dat zegt niet dat cameraman Wassenburg »it eens wat je noemt een groot avontuur heeft, et risico en gevaar, want Gable of geen Gable, it dat betreft kan hij zijn mannetje staan; ook leven van een Nederlandschen cameraman kan "is aan een zijden draadje hangen! Zal ik eens rotwee van die draadjes vertellen? De cene was op de Zuiderzee; die lag toen 8 was één van die strenge winters dicht, en tesklaps hing er iemand aan de telefoon: „Of je «M jjsbreken? De „Friesland" gaat probeeren de vaargeul AmsterdamKampen open te maken" „Hoe lang zijn we d'r mee bezig" informeerde Wassenburg. „Nou, je kunt vanavond om een uur of tien weer thuis achter de kachel zitten". Welnu ik ging, ze zagen me thuis in vele lange dagen niet, en toen ik eindelijk opdook moest ik onder de dekens, uitgeput. We vertrokken om vijf uur in den morgen. Op den eersten dag had ik al meer dan genoeg bij elkaar gefilmd. Doch het ijs werd zoo dik dat we er niet door konden. We bleven den nacht over, en den tweeden dag legden we een kaartje. Toen brak de hel los, de koude hel. Een verschikkelijk ge kraak! De ijsschotsen schoven over de „Friesland" Hals over kop vluchtten we van boord. Ik kon nog mijn camera grijpen en toen was er nog één ge dachte: „Het veege lijf bergen". Eenzaam en ver laten zaten we op het ijs. Er kwam een vlieg machine, Hoera! We wuifden als gekken om de aandacht te trekken. Doch met schrik kwamen we tot het inzicht dat er meer menschen naar vliegmachi nes wuiven, zoodat dit niets bijzonders is. Ken je dat plaatje van de hand, die in het water zinkt, terwijl de achtersteven van een schip op den ach tergrond verdwijnt? Om een rilling van te krijgen. Wij kregen een rilling toen de vliegmachine voort' koerste. Er was geen eten voor me, en de kou telt dan dubbel als er niet meer is. En koud werd hel. want hoe moesten we warmte maken? Later kwam één van ons op het reddende idee; met kolengruis schreven we op het ijs: „Wij zinken". En toen het vliegtuig van den lijndienst weer voorbij kwam merkte de piloot deze noodkreet op. Hiermede is het relaas niet uit, maar de rest, over de expeditie naar Elburg een tocht waar je ook met volle maag en weluitgerust tegenop zou zien over den schipper, die van zijn stokje ging en wat al niet meer, zal ik je sparen. En die tweede zijden draad? Dat was op een Nederlandsche duikboot, waar ik filmen moest. Ik zat beneden, een kopje koffie te drinken. De kok vroeg me: „Nog een kopje, me neer?" En ik zei graag „Ja" en dacht: ik zal in- tusschen maar eens even aan dek gaan kijken of er al wat bijzonders voor mijn lens te krijgen is. Mijn tweede kopje koffie heb ik nooit gehad, en den armen kok zag ik nimmer weer. Juist op de plaats waar ik gezeten had, by het kombuis, werd de boot even later geramd. Nauwelijks was ik aan dek of ik zag den steven van een groot schip op ons afkomen. Men schreeuwde. De duikboot kreeg een ontzetten- den schok. Ik wist er af te springen en kon zwem mend den kant bereiken. Je begrijpt dat ik het eerste uur buiten Westen was. Dat is dan het relaas van de twee zijden draden. U ziet, lezer, het gevaar treedt op in de arbeids sfeer van den cameraman, óók van den Nederland schen cameraman. „Maar alsjeblieft geen sensatie!" hoor ik Was senburg reeds in het midden brengen. „Wij zoeken het gevaar niet koste wat wil om het publiek aan 't griezelen te krijgen, een drang, die zich in journaals in andere landen wel in velerlei sensationeele vor men heeft geuit. Maar tenslotte, mijn arbeidssfeer is overal waar wat bijzonders gebeurt. Wanneer er niets gebeurt ben ik niet van de partij. En wan neer er iets voorvalt dat anders dan gewoon is, dan gaat het honderd keeren goed, maar één keer tje kan het mis gaan. Dat is ons risico. Niets meer of minder dan het risico van alle gebeurtenissen. Niets bijzonders dus. Vind je wel? v. H. ROTTERDAMSCHE KINDEREN NAAR GRONINGEN. Ongeveer veertig kinderen, die dit het meest noodig hebben, gaan Vrijdagmorgen uit Rotter dam naar het rustige Groninger land om gezond heid op te doen. Al deze kinderen gaan naar Ap- pingedam, waar zij door liefderijke pleegouders eenigen tijd in huis worden opgenomen. Onder deze kinderen zijn ditmaal, bij hooge uitzonde' ring, eenige zeer kleine peuters, één is erbij van nauwelijks twee jaar oud, en twee kinderen zijn amper drie jaar. MEISJE DOOR TREIN OVERREDEN EN GEDOOD. MEPPEL. Woensdagmiddag om half zes kwam het veertienjarige meisje H. W. uit Kol derveen van familiebezoek uit Meppel. Op den onbewaakten overweg te Oosterboer werd zij door den sneltrein uit Groningen gegrepen en op slag gedood. „Het goed verlichte huis" te Eindhoven is de modelwoning inzake doelmatige electricïteits- besparing, waarbij de keuken een even doel treffend als charmant voorbeeld vormt. (Foto Het Zuiden) UIT mijn prille schooljaren herinner ik mij de historie van den man c.e tegenover zijn vrienden het sterke verhaal deed over de aanwezigheid in zijn tuin van een echo, die het met verheffing van stem gesproken woord een keer of zes duidelijk wist te herhalen. De vrienden behoorden blijkbaar niet tot het slag dat zich knollen voor citroenen laat aanpraten, want zij gaven den nadrukkelijken wensch te ken nen deze mededeeling aan de werkelijkheid te toet sen en een demonstratie van het niet-alledaagsche verschijnsel bij te wonen. Dit nu bracht den man in kwestie in een uitermate moeilijk parket, aange zien de waarheid was dat in den wijden omtrek van zijn huis geen spoor van een echo, laat staan van een zesvoudige, te bekennen viel. De nood scherpt het vernuft van den mensCh en ook deze mensch meende, na lang gepeinsd te hebben, extra geslepen van zinnen uit de moeilijkheden opgere zen te zijn. Hij hield een korte ruggespraak met zijn knecht en noodigde vervolgens zijn vrienden kring uit nog denzelfden avond naar de krasse staaltjes van zijn echo met eigen ooren te komen luisteren. Of de instructies voor den knecht te vluchtig waren geweest, of dat deze laatste mis- sdhien door het lange zitten tusschen het vochtige geboomte wat grieperig was geworden, verhaalt de historie niet. Maar in ieder geval klonk den Iheer des huizes, toen hij in het bijzijn der vrienden met luider stemme de echo had toegeroepen „Tinus, ben je daar?" het ontstellende antwoord: „Ja me neer, al drie kwartier!" tegemoet. Aan dit verhaal uit het oude schoolboekje moet ik altijd met eenigen weemoed terugdenken, als in mijn huiskamer het geluid van een echo-gesprek doordringt. In zulke oogenblikken benijd ik den man uit het verhaaltje, ondanks het poovere fi guur dat hij tegenover zijn vrienden sloeg. Want de edho die zich tegen mijn huis aan den waterkant genesteld heeft is bittere werkelijkheid en dagelijks word ik herinnerd aan haar bestaan, dat ik nim mer gewenscht heb en waarvan ik nooit hoog zal opgeven tegenover mijn vrienden. Er gaat geen dag voorbij, of „mijn" echo werd ontdekt door Haarlem's spes patriae die gene zy>3e van het Spaarne als speelplaats heeft uitverkoren. In de zachte seizoenen varieert het kinderspel op deze plek tusschen ploeteren in het water, 't gooien van kiezelsteentjes naar argelooze roeiers en het con verseeren met de echo. Maar in dezen tijd van het jaar vallen de beide eerstgenoemde ontspanningen af en blijft slechts de echo oyer, tot groot misnoe gen van de omwonenden, die tot het onvrijwillige auditorium behooren. Zij kennen de echo als de groote rustverstoorster uit de omgeving, zij zijn veroordeeld dag in dag uit te luisteren naar het be ruchte vraag-en-antwoord-spel betreffende den burgemeester van Wezel en Jacoba van Beieren En juist het feit dat er nooit eenige afwisseling te bespeuren is m de dialogen-met-den-overkant doet hen de echo nog grondiger verfoeien. De echo is buiten kijf buurtvijand no. één. Ik houd van mijn huis, 5k houd van het water, maar de echo haat ik uit den grond van mijn hart En als ik hoor hoe voor de zooveelste maal aan de overzijde haar aanwezigheid ontdekt is, dan weet ik dat de landelijke rust aan den waterkant voor- loopig gestoord is. Dan zucht ik even en ik weet dat op dat oogenblik mijn buren met mij zuchten. J. H. V. Haarlemsche Kantonrechter Veehandelaar gaf gelegenheid tot frauduleuze varkeiisslachting. Met f 300.— boete bestraft. DE SLACHTER, WEGENS HERHALING, TOT HECHTENIS VEROORDEELD. Op 6 Januari werd ten huize van een vee handelaar te Haarlemmermeer een varken frauduleus geslacht. De veehandelaar, die Woensdag voor den kantoorrechter te Haar lem terecht gtond terzake van het gelegen heid verschaffen voor clandestien slachten werd veroordeeld tot de bijzonder hooge boete van f 300. Deze boete werd zoo hoog gesteld omdat zich in dit geval bijzondere omstandigheden voordeden. De veehandelaar ontkende namelijk geweten te hebben dat het varken in zijn perceel geslacht werd. En zijn huishoudster die bij het verhoor aan de controleurs van de landbouwcrisiswet gezegd had dat de veehandelaar van de slachting afwist, ontkende dit ter terechtzitting. De ambtenaar van het O.M. wees haar erop dat hij er niet voor zou terugschrikken haar wegens meineed in arrest te laten stellen, wanneer ze hardnekkig ontkennen bleef. De controleurs bleven erbij dat de huishoud ster stellig gezegd had dat de heer des huizes naar het slachten was gaan kijken. „Dat heb ik nooit gezegd", zei de huishoudster. Nadat de kantonrechter haar de gelegenheid had gegeven in afzondering na te denken over de ernstige gevolgen van een meineed werd zij op nieuw verhoord. Zij bekende nu dat ze de vee handelaar de deur had zien binnengaan van de plaats, waar geslacht werd. De slachter zelf trouwens, een pluimveehande laar, had den veehandelaar gezien. „Maar ik weet niet of hij mij gezien heeft", zei hij. De veehan delaar zelf ontkende zelfs tijdens het gebeurde thuis te zijn geweest! De ambtenaar van het O.M. achtte het tenlste gelegde evenwel reeds op grond der getuigenver klaringen bewezen en eischte f 400 subs 2 maanden. Het vonnis luidde: f 300 subs 2 maanden. De pluimveehandelaar werd in 1939 reeds bij herhaling wegens overtreding van de vleeschkeu- ringswet gestraft. Thans zei de ambtenaar wegens deze hernieuwde overtreding van deze wet het in voorraad hebben van ongekeurd vleesch niet anders dan hechtenisstraf te kunnen eischen en wel 2 weken. Terzake van frauduleuze slachting van een varken werd f 50- boete geëischt Deze verdachte werd veroordeeld tot 1 week hechtenis en f 30 subs 15 dagen. Twee gebroeders die het vleesch vervoerden, werden veroordeeld tot boeten van f 40 en ver beurdverklaring van het vleesch, en de voerman, die den wagen vor het vervoer afstond, werd be boet met f 15 subs. 10 dagen. Nog laai ijs in het IJselmeèr. Schepen komen er met moeite door. De stoomschepen „Friesland" en „Holland" van de N.V. reederij Koppe te Amsterdam, die gis terochtend om vyf uur van Amsterdam vertrokken zijn met bestemming resp. naar Lemmer en Zwolle, hebben hun doel bereikt. Tezamen zijn zij naar Ketel gevaren, waar de „Zuiderzee" van dezelfde reederij wachtte. De „Holland" is doorgevaren naar Zwolle, terwijl de „Zuiderzee" en de „Friesland" gezamen lijk den tocht naar Lemmer voortzetten. Hier zijn zij om kwart over acht gisteravond aangekomen. De tocht viel niet mee. Het ijs was taaier dan men had verwacht, vooral op het traject Amsterdam Urk. Van Ketel naar Lemmer is het IJselmeer aan de noordzijde tamelijk ijsvrij. Het is de bedoeling, dat een regelmatige dienst wordt hervat. No. 234 Jantje dragen 1. Zegt: natuurlijk wil pappie je dra gen, als je moe bent. 2. Zwaait Jantje op zijn schouder. 3. Schuift zijn hoed recht die Jantje in disorde gebracht heeft. 4. rrobeert zich uit de greep die Jantje in zijn angst om te vallen heeft toegepast, te bevrij den. 5. Slaagt daarin en grijpt Jantje die geïnteresseerd is ge raakt in een hond, nog net op tijd. 6. Krijgt hem in veiliger positie, maar raakt er zijn hoed bij kwijt. 7. Brengt hem over naar anderen schouder, waar Jan tje er plezier in krijgt zijn oor te kietelen. 8. Besluit dat het beter is als Jantje op eigen beenen staat. Bestaan er in dezen modernen tijd nog huis tirannen? Tot heden betwijfelden wij het, maar nu weten wij dat er althans één is. En dat is een geweldige Het maandblad „Moeder" heeft een rubriek „Tusschen man en vrouw". Daarin kunnen moe ders vragen stellen over moeilijkheden tusschen echtgenooten en dan speelt de redacteur Prof. dr. J. Waterink te Amsterdam voor Salomo. Nu schrijft een moeder o,a.: „De moeilijkheid waarmede wij zitten is de vol gende: Mijn man en ik kunnen het over het algemeen heel goed met elkaar vinden. Maar wij hebben nogal eens een enkele maal verschil van mee ning over de opvoeding van de kinderen. Mijn man is erg precies en nu hou ik ook wel van orde en correctheid, maar ik heb toch den indruk, dat kinderen niet onder alle omstandigheden zoo precies kunnen zijn als vader het wel wil. Om een voorbeeld te noemen: Vader wil, dat de kinderen, als ze thuiskomen, hun schoolboeken niet alleen op hun kamertje leggen, maar die ook alle precies op 'hun eigen plaatsje in de kast zet ten. Wanneer de kinderen nu hun boeken naar hun kamertje brengen en ze op een stapeltje op hun tafeltje leggen, dan geeft dit, als Vader het ziet, altijd weer „mot". Ik denk over deze dingen een beetje milder. Op dezelfde manier gaat het met andere dingen. Verleden week 's avonds was het half negen. Ons veertienjarig dochtertje moet dan naar bed. De klok sloeg half negen en toen lei ze met een zucht het bock weg en zei: „Hè, jammer, het is net zoo mooi!" Ze lei het boek op de plaats waar het hoort, streelde toen de poes nog even en ging toen naar Vader cm een nachtzoen te geven. Toen zei Vader: „Dank je wel, het is over half negen. Ik wil pre cies gehoorzaamd worden of ik wil heelemaal niet gehoorzaamd worden." Toen was ons dochtertje een beetje verbaasd en zei: „Maar ik ben toch om half neeen opgehouden met lezen om naar bed te gaan". Toen zei mijn man: „Als jij gehoorzaam was. dan had je niet eerst het slaan van de klok afgewacht." Ik vind dit te ver gaan. Ik denk. dat er niet veel gezinnen zijn. waar de meisjes van veertien jaar zonder eenige waarschuwing als de klok half nesten slaat een spannend boek wegleggen. Dit geval heeft nog al een scène gegeven tusschen mijn man en mij toen ons dochtertje weg was. Mijn man zegt: Gehoorzaamheid is stipt of het is geen gehoorzaamheid. En zoo gaat het met heel veel dingen. En nu kan ik eigenlijk moeilijk tegen mijn rr.3n rede neeren, want als wij het precies nemen heeft hij gelijk. Mijn man redeneert zoo: Mien zoo heet ons dochtertje van 14 jaar) heeft in ieder geval een minuut van den tijd na half negen, die haar niet meer toekwam, nog om gezeurd. Zij he^ft de kat geaaid en haar boek weggelegd. Dat had vóór half negen moeten gebeuren. Én nu zegt mijn man: of ik een cer.t steel of een gulden, ik ben altijd een dief. En of ik ongehoorzaam ben op een minuut of op een uur, ik ben altijd ongehoorzaam. Ook hebben wij hetzelfde in de verhouding tegenover elkaar. Wanneer iets in een winkel f 3.10 kost of f 2.95 en ik heb het ongeluk te zeggen, dat ik er f 3 voor betaald heb. dan noemt mijn man dat liegen. Mijn man is zelf in huis ook altijd verschrikkelijk precies. Hij zit soms een uur te zoeken omdat hij weten wil als hij iets vertelt of het nu op een Woensdag of op een Donderdag ge weest is in de vacantie, dat wij een wandeltocht maakten. Het geeft nogal eens conflicten met mijn man, ook in vereenigingsleven en zoo iets. Men vindt mijn man lastig Maar redelijk moet ik hem wel gelijk geven en toch heb ik wel het gevoel, dat men met kinderen een beetje anders moet rede neeren. Gaarne zouden wij uw raad eens over dit geval hebben." Prof. Waterink zegt in zijn antwoord o.a.: „Ronduit gezegd, de vader is een aller-ongemak- kelijkst mensch. Hli vindt zich zelf verschrikkelijk gewichtig, maar hij is alleen gewichtig in het vliegenvangen, in jDietluttigheden. Hij is vreese- Iijk bang, dat hij iets loslaat van de gelegenheden waarbij hij door het onderstrepen van pietluttig heden zijn gezag kan toonen. Zijn voorbeeldig gehoorzaam dochtertje maakt hij tot een opstandig kind of hij slaat haar gees telijk kapot. Het is geen wonder dat deze man in vereenigin- gen nogal eens last geeft. Je bent. met zoo'n man ook opgescheept als je hem als lid in een vereeni- ging hebt!" Tot den vader zegt de schrijver: Gij zlit dage lijks bezig met het buitenste van den drinkbeker te reinigen, maar van binnen heerscht er de dood". UITVOERING VAN „HAARLEM'S TRIO". Haarlem's trio. bestaande tilt de heeren Jac. Zwaan, piano. Philip S Vlessir.g, cello en Jan Hocben. viool, zal op 23 Februari des middags een recital geven in de bovenzaal van het Gem. Con certgebouw te Haarlem. Voorpostenbooten in het Kanaal. Ook kleine, goed uitgeruste vaartuigen nemen aan de tochten deel. (Foto Weltbild) Verklaring van „Het Driemanschap" Naar aanleiding van geruchten over oncenigheid. Het Driemanschap van De Nederlandsche Unie deelt in het jongste nummer van ,De Unie" aan de leden het volgende mede: „De laatste weken zijt gij verontrust door ge ruchten omtrent moeilijkheden, welke tusschen ons waren gerezen. Die geruchten waren deels onjuist en zeker allen verkeerd gekleurd. Vandaar onze verklaring. „De verschillen in inzicht, die tusschen ons ge rezen waren, betroffen geenszins onze beginselen, zooals neergelegd in onze program. Daarin zijn wij van den beginne af eensgezind geweest en geble ven. Zij waren ook niet van persoonlijken aard. Wij kunnen u thans zeggen, dat wij de moeilijk heden, welke wij te overwinnen hadden, inderdaad hebben overwonnen. „Gij hebt ons in het vorig jaar uw vertrouwen gegeven, dat wij u vroegen, toen wij als ploeg nog moesten bewijzen, wat wij waard waren. Daarvoor zijn wij u erkentelijk. Thans vragen wij uw ver trouwen en uw steun om ons werk in het belang van land en volk te kunnen voortzetten." PRIJVERHOOG ING PENSIONBEDRIJF. 's-GRAVENHAGE. In aansluiting op de laatste persberichten omtrent de doorberekening der omzetbelasting door pensionhouders deelt de Nederlandsche vakbond van pensionhouders ons het volgende mede: De omzetbelasting mag volgens het nieuwe be sluit niet meer afzonderlijk in rekening worden gebracht. Voor het verhaal van deze belasting op den gast werd het dus noodzakelijk den prijs te verhoogen, waarvoor van den directeur *'oor het rijksbureau voor het hotel-, café, restau rant- en pensionbedrljf toestemming werd ver kregen met de volgende percentages: a. Bedrijven, die vroeger de tarieven exclusief omzetbelasting berekenden mogen de prijzen met 5 pet. verhoogen. b. Bedrijven, die vroeger de tarieven inclusief omzetbelasting berekenden en op langen termijn verhuren mogen deze tarieven met 2lh pet. ver hoogen. c. Bedrijven, die vroeger de tarieven inclusief omzetbelasting berekenden en op korten ter mijn verhuren mogen deze tarieven met V/2 pet. verhoogen. VALSCII BANKBILJET AANGEBODEN. 's-GRAVENHAGE. Een inwoner van Leiden was beschuldigd van poging tot oplichting door middel van een ongeldig Duitsch bankbiljet van 500 mark. Hij was op 12 November j.l. met dit biljet gekomen bij de Ned. Bank te Leiden, waar hem werd medegedeeld, dat dit niet kon worden inge wisseld. Den volgenden dag gaf hij het biljet in betaling aan een kleermaker, wien hij geld schuldig was voor eenige coupons stof voor heerencostuums. De officier van justitie achtte het ten laste ge legde bewezen en eischte' op 6 Februari j.l. vier maanden gevangenisstraf. Heden heeft de rechtbank den man overeenkom stig dezen eisch veroordeeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5