Jaar van groote
beslissingen aangebroken
J
Duitsche weermacht op maximum
sterkte uitgerust.
Voor lange avonden.
-DINSDAG 25 FEBRUA.RI 1941
HITLER'S REDE
TE MüNCHEN.
>1
ie,
tie,
Strijd der nationaal
socialistische partij
herdacht.
Het D.N.B. meldt uit München: Ter gelegenheid
van het feit, dat Maandag 21 jaar geleden de N.S.
D.A.P. werd opgericht heeft de Führer hier het
woord gevoerd tot zijn oude garde.
De Führer begon zijn rede weer met een uitge-
breiden terugblik te werpen op de opriohting der
partij en op de afkondiging van het partijprogram
ma, dat naar hij met nadruk zeide, in de sindsdien
vervlogen jaren op geen enkel punt gewijzigd is. Hij
vestigde de aandacht op het verschil tusschen deze
partij en alle andere partijen, hetgeen o.a. daarin
bestond dat de N.S.D.A.P. niet de belangen van
eenige laag lier bevolking wilde vertegenwoordi
gen, maar welbewust het Duitsche volk in het mid
delpunt van haar werk en haar strijd plaatste.
De burgerlijke en ook de Marxistische partijen,
zoo zeide Adolf Hitler, zijn toen reeds onvruohtmaar
geworden. Alleen door deze nieuwe beweging kon
de volkomen ontbinding van het Duitsche volk
'verhinderd worden. Voor ons, zoo voegde de
Führer hieraan nog toe, lag het schandelijke dictaat
van Versailles dat Duitschland tot slaaf wilde ma
ken en in den ondergang wilde storten. In twee
afgescheiden kampen verzette het Duitsche volk
zich tegen dit noodlottige dictaat. Beiire kampen
hoopten op internationale helpers. De burgerlijke
partijen hoopten op een vaag Volkenbondsidee, de
Marxisten op de roode internationale. Niemand
n h dacht aan het oude woord: Helpt u zelf, zoo helpt
1 ap; u God. Ik heb dit schandelijke dictaat van Ver-
'°ri sailles geheel m mij opgenomen en niets er van
vergeten. Ik heb het bladzijde voor bladzijde van
'r°f buiten geleerd. De tegenstanders, zoo vervolgde de
Führer, wilden een democratisch Duitschland, niet
om aan zulk een Duitschland later het dictaat kwijt
ar1 te schelden, maar zij hadden een democratisch
Duitschland noodig, omdat alleen zulk een Duitsch
land dit verdrag zou nakomen. Ik zelf heb er nooit
over in twijfel verkeerd dat op het oogenblik. waar
'op het Duitsche volk zijn binnenlandsche crisis had
overwonnen, het vervolgens als krachtig volk van
tachtig millioen zielen ook klaar zou spelen met de
crisis van buiten af.
Bij de schildering van den binnenlandsch-politïe-
ken strijd der partij in den tijd der oppositie, her
innerde Adolf Hitler er aan dat aan geen enkelen
sterveling zoo vaak de ondergang is aangekondigd
als toen aan hem. In dit opzicht, zoo zeide hij, ben
ik daarvoor immuun geworden Hij herinnerde aan
leugens en de laster van den tegenstander.
Thans, zoo voegde hij hieraan toe, voel ik mij op
mijn gemak, wanneer ik van het buitenland de vele
leugens en lasterpraatjes hoor.
léderen dag zou ik kunnen zeggen: Precies zooals
i dii*roe&er (Wie einst im Mai).
Indi De Führer herinnerde er voorts aan dat de be-
n or weging uit alle tegenslagen ook uit de grootste te
genslagen van het jaar 1923 sterker dan tevoren te
voorschijn is gekomen. Uit dezen harden strijd is in
de leiding van zijn beweging een keur van de beste
mannen voortgesproten. De geweldige revolutie die
ïoof wij in Duitschland verwekt hebben .zoo vervolgde
over de Führer, heeft de andere wereld volkomen in
'ega slaap gesust. Ook thans nog begrijpen die anderen
niet dat in Europa twee volken iets geweldig
nieuws tot stand gebracht hebben. Evenwijdig met
ons leidde ook de fascistische revolutie tot hetzelf
de resultaat. Tusschen beide revoluties bestaat niet
alleen een absolute identiteit van doel, doch ook
Naa van imdlMen en bovendien een vriendschap die
,n d meer beteekent dan een zuiver welbewust samen-
IEE
?an
gaan. Dat begrijpen onze tegenstanders nog niet.
Zij begrijpen niet dat, wanneer ik eenmaal een man
als vriend beschouw, ik dien man dan terzijde sta
en met deze houding geen handel drijf. Want ik
ben geen democraat en daarom ook geen zwende
laar. Ik ben ook geen O.W.'er, maar een man die
wenscht dat men hem na zijn dood de rechtvaar
digheid ten deel laat worden dat zijn geheele le
vensstrijd slechts diende voor een enkel groot
ideaal. Op dit gebied zou ik geen zwakte willen
toonen. Daarom bestaat er geen twijfel dat de banld
die de beide revoluties en de beide mannen met
elkaar verbindt onverbreekbaar is en dat wanneer-
het den eenen man slechter gaat, de andere heim zal
helpen. Bovendien zullen wij immer een gemeen -
schappelijken vijand verslaan. Er is een tijd ge
weest. waarin Italië zeer sterke vijandelijke krach
ten voor ons heeft vastgehouden. Talrijke Britsche
schepen zijn opgehouden en eveneens talrijke Brit
sche vliegtuigen in de Britsche koloniën van Noord-
Afrika alsmede talrijke strijdkrachten te land. Dat
was voor ons heel goed. Onze strijd ter zee kan nu
pas beginnen. De reden ligt in het feit dat wij eerst
de nieuwe bemanningen wilden opleiden voor de
duikbooten die thans komen. Dat zij thans komen
DEÜi gaan, daaraan behoeft men niet te twijfelen.
8 he DE ACTIE DER DUIKBOOTEN.
Juist twee uur geleden heb ik van den opperbe
velhebber der vloot het bericht ontvangen dat zoo
juist de rapporten zijn binnengekomen van twee
dagen, waarop strijdkrachten ter zee en duikbooten
215.000 ton tot zinken hebben gebraoht, waarvan
alleen door duikbooten 110.000 ton en daaronder
een geheel convooi dat gisteren vernietigd werd
met 125.000 ton.
De heeren zullen zich echter van Maart en
April af op heel andere dingen voorbereid moe
ten houden en dan zullen zij bemerken of wij
dezen winter weer geslapen hebben en wie zijn
tijd goed gebruikt heeft.
In deze lange maanden van tevoren, waarin wij
met zoo weinig duikbooten streden, beeft Italië
voor ons sterke krachten vastgehouden. Ons kan
het thans onverschillig zijn of onze Stuka's Engel
sche schepen in de Noordzee of in de Middellanri-
sche Zee kunnen aanvallen, het blijft steeds het
zelfde. Dit eene is zeker: Waar de Britten aan het
continent raken, zullen wij hen terstond tegemoet
treden en waar Britsche schepen zich vertoonen,
treden onze duikbooten daar tegen op totdat het
uur van de beslissing slaat. Wanneer mijn tegen
standers gelooven mij met den tijd te kunnen af
schrikken, zeg ik het volgende: Ik heb leeren wach
ten, maar in den tijd van het wachten heb ik nooit
geluierd. Wij hebben immers ook van 1923 af tien
jaar lang moeten wachten totdat wij eindelijk aan
de madht kwamen. Maar in die tien jaren hebben
Wij gewerkt. Wat hebben wij niet allemaal gedaan
en tot stand gebracht. Nooit stond bij ons echter
het doel voorop dat op den eersten maar of den
vijftienden Juni of den zeventienden September dit
of dat moest gebeuren. Dat weten alleen de journa
listen van onze tegenstanders Ook vroeger hebben
zil dat al geweten. In 1932 zeiden zij: Nu is het na
tionaal socialisme dood. De Führer heeft gewei
gerd, Hij is te lof of verantwoordelijkheid te dra
gen. Dat hebben deze scherpzinnige genieën ge
zegd die nu in Engeland zitten. Bij ons zijn ze
niet meer. Steeds nieuwe termijnen hebben zij
moeten noemen, totdat eindelijk de dag kwam
V'aarop wij de macht overnamen. Toen zeidei zij:
Nu hebben zij de fout gemaakt.
B'nnen zes weken of hooestens drie maanden is
hot met de nationaal socialisten afgeloopen. En in
den oorlog doen ze het net zoo. Het zijn dezelfde
lieden, dezelfde profeten en politieke wichelroede
lopers die thans in het Engelsche propaganda-
mmisterie en in het Engelsche ministerie van
buitenlandsche zaken zijn aangesteld. Ik behoef
slechts aan een beroemde uitspraak ven een groo-
ten Britsdien staatsman te herinneren, die nog en
kele dagen voor den negenden April 1940 verklaar
de: God zij dank, zij hebben de autobus gemist. Of
aan een uitspraak van den Engelschen opperbevel
hebber: Eenige maanden geleden was ik bezorgd,
thans hebben zij den tijd voorbij laten gaan. Bo
vendien heeft hij uitsluitend jonge generaals. Dat
is zijn fout. Enkele weken later heeft deze gene
raal zijn ontslag genomen, waarschijnlijk was hij
ook nog te jong. Ook thans bepalen zij weer ter
mijnen. In het najaar zeiden zij: Wanneer er thans
geen landing komt, is alles in orde. In het voorjaar
1941 zal Engeland bet offensief op het vaste land
nemen. Ik blijf op bet Britsche offensief wadhten.
Zij hebben het naar ergens anders verplaatst.
Wij moeten hen achterna loopen om hen te vinden.
Maar wij zullen ze vinden, waar zij ook heengaan.
En wij zullen ze ook daar vinden, waar kle slag
vpor hen de vernietigendste uitwerking zal hebben.
De Führer herinnerde er aan dat hij van de we
reld niets anders verlangd heeft dan dat zij aan
Adolf Hitler.
(Foto Stapf)
Duitschland dezelfde rechten zal geven. Zoo heb
ben wij, zoo zeflie hij, steeds nieuwe voorstellen
aan de wereld gedaan Er zijn dingen die Duitsch
land hebben moet omdat wij willen leven. Het is
onmogelijk dat een volk, dat reeds 38 millioen vier
kante kilometer bezat, van een ander nog eens 2^
millioen vierkante kilometer afneemt. En het is
daarbij onverdraaglijk voortdurend onlier voogdij
van deze volken te staan en ons te laten voorschrij
ven welke economische politiek wij moeten voeren.
Wij voeren de economische politiek die van nut is
voor het Duitsche vol'k. Ik meng mij ook niet in
de zaken van anderen. Wanneer zij op zakken goud
willen gaan zitten, laat zij hun gang gaan.
Maar wanneer men zegt: „Doet u het ook", dan
zal ik mij er voor hoeden om voor de Duitsohe
werkkracht dood gould te koopen. Ik heb de Duit
sche arbeidskracht, de producten van het Duitsohe
leven op het spel gezet en het resultaat van onze
economische politiek getuigt voor ons en niet voor
de goudstatem. Zeer zeker hebben wij achter onze
economische politiek ook de geordende kracht en
de discipline van de natie geplaatst. De economi
sche strijd heeft opgehouden. Uiteraard was daar
toe een algemeen sociaal fundament noodig. Men
kan thans geen staten meer opbouwen op een ka-
pi tal istischen grondslag. Op den duur ontwaken de
volken en wanneer men meent door den oorlog het
ontwaken der volken te kunnen verhinderen, dan
meent men verkeerd, want daardoor wordt het ont
waken juist bespoedigd. Deze staten zullen weg
zinken in financieele catastrofes, welke den grond
slag van hun eigen financieele kracht zullen ver
nietigen.
ECONOMISCHE POLITIEK
DER TOEKOMST.
Uit dezen oorlog zal niet de gouden standaard
als overwinnaar haar intrede doen. En zij zullen
onder elkaar den voor haar noodigen handel drijven.
De volken zullen het in de toekomst van de hand
wijzen om van een bankier voorschriften in ont
vangst te moeten nemen over hun handelspol;tiek.
Zij zullen de handelspolitiek voeren, die voo- hen
goed is. En wij kunnen gerust zeggen: Duitsch
land is een geweldige economische factor, niet alleen
als producent maar ook als consument. Wij VNV<en
een groot afzetgebied maar wij zijn-ook de ot-
ste koopers. Wij hebben niets tegen de andere we
reld gehad. Nooit heb ik verlangd dat Amerika of
Engeland een ander ons goud zou schenken.
Dat hebben wij niet noodig. Dat mogen zij houden.
Maar wij voeren onze economische politiek niet
No. 46. TOO VERDRIEHOEK.
Een tragisch ongeluk bij het overzetten van een vlot over het Albert-Kanaal in
België kostte dertig kinderen het leven. Op de plaats des onheils bespreken
omwonenden het droef gebeuren.
(Foto Weltbild.)
volgens de wensohen van de bankiers in New-York
of Londen, maar uitsluitend volgens de belangen
van het Duitsche volk. En op dit punt ben ik een
fanatiek socialist, die altijd slechts de gezamen
lijke belangen van zijn volk voor oogen houdt. Ik
ben niet de knecht van een der internationale bank-
consortia. Ik ben aan geen enkele kapitalistische
groep iets verplicht. Onze beweging is een Duit
sche volksbeweging. Wij hebben daarom verplich
tingen aan het Duitsche volk. Zijn belangen geven
richting aan onze economische politiek.
Wanneer de andere wereld zegt: dus dan oorlog,
dan kan ik slechts zeggen: Goed, ik wil den oorlog
niet, maar de vroomste kan niet in vrede leven,
wanneer het den boozen buurman niet bevalt. Ik
behoor niet tot diegenen die beginnen te jamme
ren, wanneer zij zulk een oorlog zien aankomen.
Steeds heb ik nieuwe voorstellen aan Engeland en
Frankrijk gedaan, maar steeds heeft men die met
spot en hoon van de hand gewezen en er om ge
lachen. Toen ik bemerkte dat de tegenpartij het
conflict wilde, heb ik datgene gedaan wat ik als
nationaal-socialist als oude strijder ook in de partij
steecs deed: terstond heb ik een afweer instrument
gevormd.
DE WEERMACHT.
Zooals ik vroeger al gezegd heb moeten wij
sterk genoeg zijn om niet alleen slagen van de
tegenpartij af te weren, maar ook terstond te ver
gelden. Zoo heb ik ook het staatspolitieke instru
ment van de Duitsche weermacht gevormd, niet om
slagen in ontvangst te nemen, maar om, wan
neer het niet anders gaat, ook slagen uit te
deelen. Een Amerikaansche generaal heeft nog
slechts enkele dagen geleden voor de commissie
van onderzoek uit het Congres verklaard dat
Churchill hem in 1936 persoonlijk verzekerd heeft:
Duitschland wordt ons te machtig, het moet ver
nietigd worden. Ik zal alles in het werk stellen
om met deze vernietiging te beginnen. Ik heb voor
Churchill gewaarschuwd, vervolgde de Führer.
Zoodra ik echter merkte dat in Engeland een be
paalde kliek, aangevuurd door het Jodendom, be
wust en vastberaden tot den oorlog ophitste en
naar den oorlog dreef, heb ik op hetzelfde oogen
blik van mijn kant alle voorbereidingen getrof
fen om de Duitsche natie te bewapenen. Ik heb
dat grondig gedaan. Wanneer thans de anderen
zeggen: Wij doen dit en dat, dan kan ik slechts
zeggen: ik heb het al gedaan. Zij vertellen mij
geen sprookjes want ik ben deskundig, specialist
in bewapeningsaangelegenheden. Ik weet heel
precies wat men van menschen kan maken en wat
men er niet van kan maken. Ik heb tijdig het
Duitsche volk daarop ingesteld.
Ik kan ook Europa er op instellen en doe het
ook. Ik zie het conflict met kalmte tegemoet, moge
slechts de andere partij het met dezelfde kalmte
tegemoet zien. Ik steun daarbij op de beste weer
macht ter wereld, op de beste weermacht die het
Duitsche volk ooit bezeten heeft. Zij is numeriek
sterk, wat de wapens betreft maximaal uitgerust,
wat de leiding betreft, beter dan ooit te voren. Wij
hebben een corps van jeugdige leiders dat thans
grootendeels niet alleen zijn waarde in den oorlog
bewezen heeft doch ook met roem overdekt is.
Een garde uitgelezen mannen voert de beste sol
daten ter wereld met de beste wapens ter wereld
aan en achter deze soldaten en leiders staat het ge
heele Duitsche volk.
Temidden van dit volk en als zijn kern staat
de nationaal socialistische beweging die een orga
nisatie is waartegenover men in democratische lan
den niets beters kan plaatsen doch die haar even
knie nog slechts vindt in het fascisme. Volk en
weermacht, partij en staat, zij zijn thans een ondeel
bare eenheid. Geen macht ter wereld kan deze
structuur meer losmaken of uiteen rijten. Alleen
dwazen kunnen zich verbeelden dat het jaar 1918
zich kan herhalen. Onze democratieën koesterden
altijd hoop op een binnenlandsche politieke ont
binding. Daarvan leefden zij vroeger en thans weer.
Zij zeggen: binnen zes weken tijds is er in Duitsch
land revolutie, maar zij weten niet wie die revo
lutie zal maken. De revolutionnairen zijn n.l. bij ons
De andere revolutionnairen van het slag Thomas
De Japausche minister-president Konoye tijdens zijn rede voor de afgevaar
digden over de buitenlandsche politiek zijner regcering.
(Foto Weltbild.).
Mann zijn zoo ver mogelijk weggereisd van hun
toekomstig slagveld. Wie dus de revolutie moet
maken ik weet het niet; hoe zij gemaakt wordt,
dat weet ik ook niet. Slechts één ding weet ik:
dat er in Duitschland slechts een paar dwazen
kunnen zijn die aan revolutie denken. Die zitten
echter achter slot en grendel.
Vervolgens zeggen de anderen: de winter zal
Duitschland op dc knieën dwingen. Ach, het Duit
sche volk is tamelijk bestand tegen den winter, het
heeft reeds vele duizenden winters doorgemaakt.
Dan zeggen zij weer: er zal honger komen. Op dat
punt hebben wij voorzorgsmaatregelen genomen,
want wij kennen de vriendelijke gevoelens van
onze tegenstanders jegens medemenschen. Wij
weten dat de honger daar eerder komt dan bij
ons. Vervolgens beroepen zij zich op den tijd die
moet helpen. De tijd helpt echter altijd slechts
diegene die werkt. En in Duitschland wordt ge
werkt. Alles welbeschouwd zijn al deze vage ver
wachtingen terecht naïef. Het Duitsche volk heeft
een ontwikkeling van vele duizenden jaren achter
zich; in deze tijden heeft ons volk de zwaarste
slagen van het noodlot doorstaan. Het zal alles door
staan wat heden en toekomst het brengen, even
als het het verleden doorstaan heeft Maar het
zal alles nog beter te bovenkomen, omdat er wel
altijd een Duïtsch volk geweest is, maar niet altijd
de Duitsche eenheid van thans. Er heeft ook niet
altijd de leiding bestaan die het Duitsche volk thans
bezit. Ik heb het reeds met vele democratische
tegenstanders opgenomen. Tot dusver ben ik altijd
nog als overwinnaar uit dezen strijd te voorschijn
gekomen. Ik geloof dat ook deze strijd niet onder
andere omstandigheden plaats vindt, d.w.z. dat de
sterkteverhouding dezelfde is als toen.
Ik ben de Voorzienigheid dankbaar dat, nu deze
strijd eenmaal niet langer kon uitblijven, hij
tijdens mijn leven is uitgebroken en op een tijd,
waarin ik mij nog flink en sterk voel. En juist
thans voel ik mij heel monter. De lente komt die
wij allen begroeten. De tijd breekt weer aan, waar
in men de krachten kan meten. Ilc weet dat ondanks
de vreeselijke hardheid van den strijd op dit oogen
blik millioenen Duitsche soldaten net zoo denken
als ik. Wij hebben een jaar achter ons van onge
looflijke successen, ook van zware offers niet
gezien in het algemeen, maar toch in het afzonder
lijk verband. Wij weten echter dat wij niets cadeau
hebben gekregen, doch dat ontelbare Duitsche
mannen aan het front met de grootste dapperheid
het leven op het spel hebben gezet en nog onver
stoorbaar op het spel zetten. Wat zoovele van onze
mannen presteeren, heeft men nog nooit meege
maakt. Nog nooit waren er betere en dapperder
soldaten. Wij, oude nationaal socialisten, zijn bij
zonder trotsch op hen, want wij zijn toch niet an
ders dan een enkele oude frontpartij van den
wereldoorlog. Voor deze oude nationaal socialis
ten was het een geweldige voldoening thans dat
gene werkelijkheid te zien worden waarvoor zij
toen goed en bloed hebben veil gehad zonder iets
te kunnen bereiken. Zij zijn trotsch op hun zoons,
op de jonge soldaten van het derde rijk.
VOOR GROOTE
BESLISSINGEN.
Wij staan voor een nieuw gevechtsjaar.
Wij weten allemaal dat het groote beslissin
gen zal brengen en blikken met vast ver
trouwen in de toekomst. Wij hebben de hardste
school doorloopen die menschen doorloopen
kunnen en weten dat deze groote offers niet
tevergeefsch waren, want wij gelooven hier ook
aan een rechtvaardigheid.
De Voorzienigheid heeft ons niet tevergeefs dezen
wonderbaren weg laten opgaan. Ik heb op den
dag der oprichting van de beweging het volgende
gezegd:
Ons volk heeft wonderbare overwinningen be
haald maar toen is het ondankbaar geworden en
heeft zich de straf van de Voorzienigheid op de
hals gehaald. Wij waren er toen van overtuigd dat,
wanneer ons volk weer vlijtig en achtenswaardig
wordt, wanner elke Duitscher vor zij volk op
komt en niet voor zichzelf alleen, dan zal eens het
uur komen, waarop God de Heer onze beproeving
voor geëindigd verklaart en wanneer dan het lot
ons nog eens naarhet slagveld roept, dan zal
zijn zegen berusten bij hen die den zegen in harden
arbeid van tientallen jaren verdiend hebben. En
dat kan ik thans zeggen, zoo besloot de Führer
zijn redevoering, die steeds weer met zeer grooten
bijval werd onderbroken, wanneer ik naar mijn
tegenstanders kijk in andere landen, dan wordt het
mij niet bang te moede bij het afwegen van mijn
gevoelens. Wie zijn zij, deze egoïsten? Elk van
hen komt slechts op voor de belangen van zijn
stand. Achter hen allen staat of wel de Jood of
wel de eigen geldzak. Zij zijn allen niets dan geld-
verdieners. Zij leven van de winst van dezen oor
log. Daarop kan geen zegen rusten. Tegenover deze
lieden treed ik op als niets anders dan de strijdei
voor mijn volk. Voor dit volk kom ik op en ik
ben er van overtuigd dat evenals deze strijd door
de Voorzienigheid gezegend werd, hij ook in de
toekomst gezegend zal zijn. 21 jaar geleden kwam
ik ook voor mijn volk op als een onbekende en
in deze 21 jaar is er een nieuwe wereld ontstaan.
De weg van thans naar de toekomst zal gemakke
lijker zijn dan de weg van 24 Februari 1920 tot
heden op deze plek. Zoo zie ik met een fanatiek
vertrouwen de toekomst tegemoet. Het geheele
volk staat thans aangetreden. Ik weet dat wan
neer het commando „voorwaarts marsch" weer
klinkt, alles optrekt.
BIJEENKOMST IN HET
HOFBRaUHAUS.
Hitier heeft zijn rede uitgesproken in de feest
zaal van het oude Hofbrauhaus te München, op
dezelfde plek waar 21 jaar geleden de N.S.D AT.
met de afkondiging der 25 stellingen van haar par
tijprogramma werd opgericht. De bijeenkomst werd
o.a. bijgewoond door de ministers Frick, Ley en rijks-
sta: houder von Epp. Toen de Führer de zaal be
trad bevonden zich Rudolf Hess en Himmler in
zijn gezelschap. Minister van Staat Wagner sprak
het welkomstwoord uit.
Van links naar rechts en van boven naar be
neden woorden in te vullen van. de volgende be-
teekenis:
1. Binnenkort.
2. Hoofdbestanddeel van olie.
3. Eertijds schatplichtige onderdanen van den
Sultan van Turkije.
4. Veter.
5. Meisjesnaam.
6. Deel van een ontkenning (Fransöh).
Te gebruiken letters: aaaaaaeeeeegg
iij lllnnnnrrsss.
OPLOSSING VORIGE OPGAVE
No. 45.
ROZET-PUZZLE.
MEN MOET DE HUID NIET VERKOOFEN
A
A
A
I
A
V
E
V
V
N
K
N
D
M
E
R
E
E
I
R
D
A
I
N
B
R
N
L
E
R
L
A
M
I
S
W
L
E
A
G
T
I
E
T
E
A
L
D
0
E
N
D
E
L
AL
EER
DE BEER
GESCHOTEN
IS
E N
R T
Italiaansch
weermachtsbericht
Een vijandelijke viootbasis
gebombardeerd.
Vijandelijk vloofeskader
aangevallen.
ERGENS IN ITALIë, 24 Februari Stefani) Het
262ste communique van het Italiaansche hoofd
kwartier luidt:
„Aan het Grieksche front bedrijvigheid van
patrouilles en artillerie aan weerszijden. Onze
luchtmachtafdeelingen hebben militaire installaties,
wegen, bruggen en achterwaartsche verbindingen
van den vijand met succes gebombardeerd. In ge
vechten met vijandelijke jagers hebben onze jacht
vliegtuigen vijf Glosters neergeschoten Drie onzer
bommenwerpers zijn niet teruggekeerd
In Noord-Afrika zijn hevige vijandelijke aan
vallen op Dzjarahoeb opnieuw gestrand op den
hardnekkigen tegenstand onzer heldhaftige troe
pen. Onze vliegtuigen hebben met goed gevolg
vijandelijke troepen en strijdmiddelen in de zóne
van Koefra gebombardeerd. Afdeelingen van het
Duitsche vliegercorps hebben eenige vijandelijke
bases in Libye aangevallen. Verscheidene zware
auto's van den vijand geraakten in brand; een vlieg
tuig werd op den grond vernield. Een vijandelijke
viootbasis is op doeltreffende wijze gebombar
deerd.
Een andere afdeeling Duitsche vliegtuigen heeft
in het Oosten der Middellandsche Zee een op-
stoomend vijandelijk vlooteskader aangevallen en
een groote eenheid, waarvan het type niet kon
worden waargenomen, zeer ernstig getroffen. Dit
schip is waarschijnlijk tot zinken gebracht. In
de Aegeïsche Zee hebben onze vliegtuigen met
succes vijandelijke militaire installaties op het
eiland Mytylinl gebombardeerd.
In Oost-Afrika hebben twee onzer compagnieën
ten Westen van Zilmani in den Soedan een aan
val gedaan op numeriek sterken vijandelijke af
deelingen, die zich na hardnekkigen tegenstand
moesten terugtrekken met zware verliezen aan
menschen en materiaal. Aan den benedenloop van
de Joeba duurden de gevechten voort.
Onze vliegtuigen hebben vijandelijke installaties
en troepen in de Joebazóne gebombardeerd. Onze
jagers hebben een vliegtuig van het type Hur
ricane neergeschoten".
Luchtaanval op schip.
Ondergang vrijwel zeker.
BERLIJN, (D.N.B.) Een vliegtuig der Duit
sche gewapende verkenning heeft in den loop van
den Zondag voor de Zuidpunt van Ierland een
vrachtschip van 4000 b.r.t., dat naar Engeland op
weg was, met succes aangevallen. Een bomtreffer
richtte op het achterschip groote verwoestingen
aan en maakte het schip stuurloos. Door drie
andere treffers werd de scheepswand beschadigd,
zoodat het .schip na korten tijd aanzienlijke slag
zij vertoonde. De beschadigingen zijn zoo ernstig,
dat de ondergang van het schip vrijwel zeker is.
De Japanscli—Iiulo-Chineesche
onderhandelingen.
TOKIO, (D.N.B.) De minister van Buiten
landsche Zaken Matsoeoka heeft in den Rijksdag
verklaard, dat Japan over verschillende econo
mische vraagstukken met Fransch Indo Ohina
besprekingen voert en dat in de rijstkwestle de
Japanse he eischen door Fransch Indochina aan
genomen zijn en thans in de praktijk verwezen
lijkt worden.
Naast die over economische vraagstukken gaan
de besprekingen over de bemiddeling tusschen
Thailand en Fransch Indochina voort. Hierbij zijn
echter nog enkele moeilijkheden te overwinnen,
In het algemeen gezien is de houding van Fransch
Indochina bil deze onderhandelingen tegemoet
komend.