en avonturen van
eer
Uit Wilde Gewesten
HAARLEM'S DAGBLAD
„Effectenvernieuwingsbureau"
ingesteld.
's-GRAVENHAGE, (A.N.P.) Het Verordenin
genblad bevat een besluit van de secretarissen-
generaal van de departementen van financiën en
van justitie tot regeling van de vervanging van
waardepapieren, welke verloren gegaan dan wel
in die mate geschonden zijn. dat zij onverhandel
baar zijn geworden (effectenvernieuwingsbesluit
1941».
Overeenkomstig de bepalingen, in of krachtens
dit besluit gegeven, kunnen in de plaats van
waardepapieren, welke in die mate geschonden
zijn. dat zij onverhandelbaar zijn geworden, of
welke verloren gegaan zijn, nieuwe exemplaren
ter beschikking worden gesteld, waaraan recht
hebbenden dezelfde rechten zullen kunnen ont-
leenen als aan de oorspronkelijke stukken.
Deze terbeschikkingstelling van nieuwe exem
plaren geschiedt door tusschenkomst van een tot
dit doel ingesteld „effectenvernieuwingsbureau".
Dit bureau is een stichting, in het leven geroe
pen door den secretaris-generaal van het depar
tement van financiën.
De staat waarborgt de verplichtingen van het
bureau en kan aan hetzelve kasvoorschotten ver
leen en.
Het secretariaat van het bureau is opgedragen
aan de Vereeniging voor Effectenhandel te Am
sterdam. Het bureau zal gevestigd zijn Beurs
plein 5. Amsterdam. Het zal binnen weinige dagen
zijn arbeid aanvangen.
Dr. T. Goedewaagen aanschouwt
beeldhouwwerken.
De secretaris-generaal van het departement
van volksvoorlichting en kunsten, dr. T. Goede
waagen heeft een bezoek gebracht aan de ten
toonstelling van beeldhouwwerken, welke door
den kring van Nederlandsche beeldhouwers in
het Stedelijk Museum te Amsterdam is ingericht.
Dr. Goedewaagen. die vergezeld was van zijn
echtgenoote en den heer E. Gerdes, hoofd van de
afdeeling beeldende kunst van het departement
werd ontvangen door den directeur van de ge
meente-musea, jhr. D. C. Röell, die de bezoekers
vervolgens rondleidde over de tentoonstelling.
De secretaris-generaal bleef ruim anderhalf
uur in de expositie zalen en uitte meermalen
zijn waardeering over de ingezonden werken
van de Nederlandsche beeldhouwers. (A.N.P.)
„Kennemer volksverhalen".
Romantiek en werkelijkheid.
Mr. dr. A. de Goede heeft te Utrecht een lezing
gehouden voor de leden van het Nederlandsch
volkskundig genootschap over het onderwerp:
„Kennemer volksverhalen". Spreker beantwoordde
de vraag: Hoe heeft Kennemerland gepast in de
historie der volken om zich heen? In den tijd van
Karei de Groote, den tijd van de Lex Frisionum,
behoorde tot West Friesland het land tusschen het
Sincvaal en het Vlïe. Het Sincvaal is het Swin bij
Brugge. De Westfriezen waren steeds in strijd met
de Hollanders, dat waren de bewoners van Hol
land, dat oorspronkelijk gelegen was ïn de buurt
van Katwijk, waar tegenwoordig het waterschap
Rijnland zicht bevindt. Expansiedrang van Hol
land was de oorzaak van dit twisten. De graven van
Holland waren oorspronkelijk Friesche graven,
maar zij nemen de feodaliteit over, welke oorspron
kelijk in Friesland onbekend was, en hun verove
ringen werden voortgezet, in de eerste plaats in
Kennemerland. Dat de Westfriezen oorspronkelijk
ook in Katwijk en in Scheveningen woonden, blijkt
uit het daar nog aanwezige strandfriesch en ook in
het Utrechtsch dialect komen nog West-Friesche
woorden voor. Het Westfriesch werd door de ge
leerden Friso-Frankisch genoemd, Het oude ge
bied is ook nog kenbaar aan denzelfden vorm van
boerderij, welke men er vindt, en welke stolp of
stjelp genoemd wordt. In 1840 werd Westfriesland
een deel van de provincie Noord-Holland, terwijl
het van 1795 tot 1840 nog Friesch was. Door deze
verandering, stond het minimalisme op„ waardoor
de namen Texelaars, Kennemers en Westfriezen een
speciale beteekenis inhielden, ook al was de laatste
naam beperkt tot de bewoners van het waterschap
Westfriesland. Nu doet zich het tragische gebéuren
voor dat na 1840 ér een anti-Westfriesche beweging
ontstaat, de Kennemer beweging. Het is vooral de
dichter Hofdijk, geboren op 27 Juli 1816 in Alk
maar, die hoewel zelf van Westfriesche afstam
ming daar aan mededoet, gedreven door zijn be
langstelling voor romantiek. Hij beschouwde die
oude kasteelen in Kennemerland niet als dwang-
burchten om een vijand tot onderwerping te dwin
gen, maar hij zag alleen de zwierige ridders, die op
de valkenjacht gingen. Een rumoerige tijd van 300
jaar moet natuurlijk invloed gehad hebben op de
volksverhalen en op de sagen van die streek, maar
lit de Kennemer balladen van Hofdijk blijkt niets.
Er was een strijd tusschen het kaas- en broodvolk,
men had er de Hoeksche en Kabeljauwsche twis
ten. Maar in de balladen van Hofdijk vinden wij
alleen het standpunt van de Hollandsche ridders
ingenomen. Daardoor werd het werk van Hofdijk
anti-Westfriesch.
Een van de voornaamste attracties op de aanstaande Jaarbeurs te Utrecht zal de
demonstratie zijn van de Nederlandsche Textielnijverheid. De vier Nederlandsche
kunszijdespinnerijen zullen de nieuwste prestaties op het gebied van kunstzijde-
garens (rayon), van melkwol en oelvezel toonen. De laatste hand wordt aan een
van de machines gelegd.
(Foto Pax Holland)
VOOR DE KINDEREN
Soar I I A Gouiwicur.
n ,n avonturtn von Mi/nhwr Pr(H«6«/»
Tuitning non Aart van Ewlflt
De heng'laar met zijn nieuwen hoe».
Voelt zich vól frisschen, jongen moed.
Hij laat zich niet d' illusie rooven.
Dat hij zich nu wel kan verloven:
Dus vraagt hij Zuster Ursula
Zij accepteert en volgt hem dra.
Nu heeft men onzen braven held
Het zoet geheim al gauw verteld
„Wat ben 'k verheugd, dit nieuws te
hooren.
Zoo Dlij was 'k nimmer nog te vo. .-n;
Dit was altijd mijn liefste wensch:
Nu ben ik een gelukkig mensch."
MAANDAG 3 MAART 1941'
Bijeenkomst der N. S. D. A. P. in
Leiden.
Reichsredner Schönberg aan het woord.
LEIDEN, (A.N.P.) De Ortsgrupe Leiden
der N.S.D.A.P., Arbeitsbereich in den Niederlanden.
belegde Zaterdagavond in de groote Stadsgehoorzaal
een openbare vergadering, welke druk bezocht was.
Na een kort openingswoord van den Ortsgruppen-
leiter, den heer Steffin, was het woord aan Reichs
redner Schönberg, die er allereerst op wees, dat
het tegenwoordig geslacht bij het beschouwen van
de situatie niet in de eerste plaats moet denken aan
de daaraan verbonden noodzakelijke ongemakken,
maar zich er van bewust moet zijn, dat wij leven in
het gewricht van 's werelds grootste revolutie. Toen
Adolf Hitler in 1933 de macht overnam, kwam hij
aan het hoofd van een innerlijk verdeeld en hope
loos verzwakt Duitschland. Dat was niet in de
eerste plaats het gevolg van veertien jaar Marxis
tisch bewind, de grondoorzaak lag veel verder en
dieper. Dat Duitschland in 1918 door den honger
gedreven den oorlog verloor, was de schuld van
de regeeringen, die ver voor 1918 en zelfs tijdens
het keizerlijke regime aan de macht waren. De
groote meerderheid van het Duitsche volk en van
de meeste Europeesche volken heeft den „goeden
ouden tijd", zooals Nederland dien o.a. wel beleefd
heeft, nooit gekend. Het Duitsch nationaal-socia-
lisme wil geenszins, zooals door zijn tegenstanders
wordt beweerd, de gewetensvrijheid aantasten. Het
laat iedereen vrij in zijn godsdienstige overtuiging,
doch het eischt, dat iedereen zich met dezelfde eer
lijkheid, waarmede hij zich tot zijn kerk wendt, ook
keert tot het geheele Duitsche volk. Hetzelfde vra
gen wij ook van de Nederlanders ten opzichte van
hun volk. Wij hebben het politiek katholicisme uit
geroeid en daarmede geen schade toegebracht aan
de katholieke kerk, doch deze alleen teruggebracht
tot de plaats, waar zij behoort te staan. De wereld
geschiedenis leert, dat telkens weer cultuurvolkeren
te gronde zijn gegaan als gevolg van den materia-
listischen geest, die o.a. door het Jodendom wordt
verbreid, welk lot ook door Duitschland zou zijn
gedeeld, als niet Adolf Hitler het van den rand
van den afgrond had weggerukt. Hitler's stelling-
name tegenover de Joden sproot niet voort uit
een zucht naar radicalisme, maar uit het histori
sche besef, dat de Jood de verderver van het volks
leven is. Acties van de vrij-metselarij en het poli
tiek katholicisme waren bovendien onvereenigbaar
met de verwerkelijking van zijn ideaal: een hechte
Duitsch volksgemeenschap. Zijn middelen om daar
toe te geraken beteekenden geenszins iets nieuws.
Integendeel, hij wilde zijn volk terugleiden tot de
natuurlijke levensbron, gegrondvest op het beginsel
dat ieder mensch heeft op arbeid.
Spr. besloot met te zeggen, dat eens heel Europa
Adolf Hitler dSnkbaar zal zijn. dat hij het conti
nent heeft verlost van de verfoeilijke plutocratie
en wij alleen, aldus spreker, weten, dat die dag
weldra zal aanbreken. En die wetenschap geeft
ons de overtuiging van onze overwinning.
Zeshonderd man W.A. en S.S.
naar Miinchen.
Afscheidswoord van Ir. Mussert.
Het A.N.P. meldt:
De leider van de N.S.B., ir. Mussert, heeft in de
'groote zaal van den Dierentuin te 's-Gravenhage
ongeveer 600 man van de W.A. en de S.S. ge
ïnspecteerd en toegesproken, voordat zij naar Mün-
chen vertrokken, waar zij zullen worden ingedeeld
bij de S.S.-Standarte Westland.
Binnenkort zullen nog 600 Nederlanders naar
München vertrekken, waarmede dan het Neder
landsche bataljon bij de Standarte Westland com
pleet is.
Ir. Musert sprak een afscheidswoord tot zijn
mannen.
„Gij zijt hier gekomen, aldus spreker, om u vrij
willig in te zetten in den grooten strijd van heden,
hetgeen beteekent, dat gij bereid zijt het hoogste,
dat gij bezit, uw leven, voor de nationaal-socialisti-
sche zaak te offeren. Ik ben' nu hier te midden van
u om afscheid te nemen om u een tot weerziens
toe te roeper* Gij kunt er van overtuigd zijn, dat
de band, welke ons bindt, onverwoestbaar is en
zeker nu overbrekelijker is dan ooit".
Spreker gewaagde van de revolutie van het
oogenblik, waarin twee werelden botsen. Duizenden
Nederlanders vergaten hun historie, vergaten de
groote plaats, welke hun vaderland in de geschie
denis heeft ingenomen en schaarden zich aan de
zijde van hen, van wie zij geen goeds te vervrachten
hadden. De nationaal-socialisten, aldus spreker,
zagen wel wat er aan den gang was. Zij wilden
zich inzetten met geheel hun bestaan. „Wij moeten
wel begrijpen, dat met den afloop van dezen oorlog
ryet alleen het nationaal-socialisme staat of valt,
maar ook ons volk".
Tilburg heeft 100.000 inwoners.
TILBURG. Het inwonertal van Tilburg heeft
de honderdduizend bereikt. De 100.000ste is Maria
Gertruda Antonia van Gooi, dochter van het
echtpaar GooiJanssen.
De burgemeester, mr. J. van de Mortel, heeft
namens de gemeente een spaarbankboekje met
honderd gulden aangeboden. Namens tal van
firma's en particulieren werden geschenken aan
geboden.
Naar het Amerikaansch van
W. Mc. LEOD RAINE.
(Nadruk verboden.)
19)
Niet bepaald, meneer. Maar het is zeer wel
mogelijk dat u vleugels zult hebben binnen vier-
en-twintig uur, was het scherpe antwoord.
Als het waar is, lijkt me dat heel interes
sant. En mag ik thans weten waaraan ik uw
bezoek dank?
Ik beantwoord slechts uw bezoek en wel
zoo vlug als me eenigszins mogelijk is, want ik
ben nauwelijks tien minuten in de stad. U zult
dus stellig mijn stiptheid bewonderen.
O, stipt bent u zeker luitenant; dat heb ik
al opgemerkt bij het overgeven van uw .revolver,
dat deed u ook gedwee als een lam.
Bucky lachte spottend en jongensachtig, hoe
wel hij best begreep dat hij aan de genade van
den kleinen officier overgeleverd en zijn dood
vonnis zoo goed als geteekend was.
Maar Chaves vouwde met theatraal gebaar de
armen over elkaar en keek den Amerikaan
streng aan. Miguel, ontwapen den gevangene
beval hij.
Zoo, ben ik een gevangene? vroeg Bucky
hard. En waarom dat, als ik mag vragen, lui
tenant?
Wegens oproer maken en muiterij tegen het
gouvernement. En verder is het den gevangene
'verboden te spreken.
Maai* nu had hij toch buiten den waard ge
rekend, want de tegenpartij had niet voör niets
de imponeérendste heerschersoogen van heel
Arizona en hoewel hij schijnbaar onverschil
lig en onbewogen bleef, was er toch iets in de
staalblauwe oogen, dat Chaves waarschuwde
dat hij zijn meester had gevonden. De Mexicaan
kon zich heimelijk verheugen over de zoetheid
van zijn wraak, diep in zijn hart wist en begreep
hij, dat hij zelfs op dit oogenblik geen meester
was van den toestand.
En verder is het den gevangene verboden
te spreken, herhaalde Bucky spottend. Maar
hij zal stellig spreken, meneer, want er zijn een
massa dingen die hij zielsgraag wil weten. Al
lereerst hoe u hier zoo plotseling en snel op komt
duiken.
De ij delheid van het luitenant je won het van
zijn deftigheid; hij had zoo'n prachtige kans
zichzelf wat in de zon te zetten, dat hij zich liet
verleiden tot een fraaie redevoering.
Meneer, geen enkele Chaves vergeet ooit
een beleediging. Vannacht hebt u, een gewone
Amerikaan, mij, den luitenant Ferdinand Cha
ves, grof beleedigd, hoewel ik van edel Casti-
liaansch bloed ben. Ik hem mezelf beloofd, te
spuwen op jouw sterren en strepen! Het uur dei-
wrake is voor mij gekomen.
Bucky deed een stap vooruit. Zijn oogen wa
ren hard als staal.
Pas op!
Snel keerde Chaves zich om, zonder precies '-e
begrijpen, maar even had hij een visioen van
twee bruine sterke handen om zijn hals, die hem
als een citroen zouden uitpersen.
En wil je weten wat ik allemaal heb ge-
-daan? Ik heb met de vlugheid en stiptheid van
een echten Chaves gehandeld; ik heb eenvou
dig een wagen genomen en ben met mijn man
netjes langs de baan van Northern gereden en
ik heb hier alle hotels getelefoneerd en ge
vraagd waar Amerikanen verblijf hielden.
Toen ben ik als de wind hierheen, gegaan en heb
je lieve vriend gearresteerd, die al naar de ge
vangenis is gebracht, waar je zelf ook heen gaat.
Dat is heel vriendelijk van u, generaal,
spotte Bucky ironisch, maar het is bijna al te
vriendelijk van u mij zooveel uitleg te geven en
het is heelemaal niet noodig zooveel moeite voor
me te doen. Als ik het goed heb begrepen hebt
u dus mijn vriend gearrsteerd?
Hij vroeg het onverschillig, maar zijn hart
bonsde van schrik.
Ja, hij is nu al in de gevangenis en je gaat
er zelf ook direct heen. Mannen, brengt dezen
kerel naar den commandant.
Mocht Bucky al plan tot ontvluchten gehad
hebben, thans gaf hij dit geheel op, want hij
wenschte niets vuriger dan ook naar de - -
vangenis te gaan, naar zijn makker.
Er was echter bij de ongelukkige situatie
coch nog een gelukje en wel dit: de trotsche lui
tenant, vervuld van wraakgedachten, had alleen
bepeinsd hoe hij den man, die hem zoo had
beleedigd en tegenover zijn minderen belache
lijk had gemaakt, kon vangen. En zoozeer was hij
daarvan vervuld geweest, dat hij verzuimd had
zijn superieuren met het gebeurde in kennis te
stellen met het gevolg dat inmiddels de buit
gemaakte geweren veilig verborgen waren.
Bucky vertrouwde op zijn vriend O'Halloran.
die er wel yoor zou zorgen dat hij niet te lang
opgesloten bleef en die in elk geval een goed
kameraad was en zou doen wat mogelijk was. En
er zou stellig wel iets onverwachts gebeuren om
hem te verlossen, zoodat alles goed zou afloopen.
O'Connor was voor zichzelf niet al te bang. Hij
had wel voor heeter vuren gestaan. Maar zijn
kleine vriend, voor wie hij zijn leven over had,
moest gauw bevrijd worden, wat er ook mocht
gebeuren.
De speurder werd terstond voor generaal Carlo
gebracht, den bevelvoerder van Chihuahua en
na een streng verhoor werd hij in de gevange
nis gevoerd. De indruk dien O'Connor van Carlo
kreeg, was niet bepaald bemoedigend. Hij had
een wreed onaangenaam gezicht en kreeg in
den Yaqui-oorlog den bijnaam van „Je slager"
door zijn onmenschelijke. genadelooze behande
ling der gevangenen.
Als Bucky even genadeloos werd behandeld
als die menschen werd het tijd zijn testament
te maken en hij had helaas alle reden dit te
vreezen, want reeds dienzelfden dag werd hij
voor den krijgsraad geroepen. In theorie had
Megales alle recht Bucky ter dood te veroordee-
len en de speurder kreeg den indruk, dat de
oude sluwe gouverneur dit ook gaarne zou doen,
om dan later een serie verontschuldigingen aan
de Amerikaansche regeering te zenden over het
bij ongeluk dooden van een Amerikaansch bur
ger
Vóór Bucky in zijn cel werd gebracht, was hij
gefouilleerd en ingeschreven en toen hij den ci
pier door de ondergrondsche gangen volgde, zag
Projectielen zijn geen speelgoed!
AMSTERDAM. (A.N.P.) Hoe gevaarlek het
is, projectielen als speelgoed te beschouwen, heeft
een jeugdige Amsterdammer tot zijn schade moe
ten ondervinden. Twee jongens hadden aan de
overzijde van het IJ een projectiel gevonden en
één van hen kwam op de onzalige gedachte het
voorwerp door te zagen. Zijn poging had fatale
gevolgen, want het projectiel ontplofte. De zes
tienjarige jongen liep daarbij ernstige oog verwon
dingen op alsmede verwondingen aan de beide
handen en het hoofd. Het slachtoffer is van de
Dotterbloemstraat, waar het ongeval zich af
speelde, overgebracht naar het Wilhelminagast-
huis.
hij bij het licht van de lantaarn, dat het vocht
van de muren droop. Het was een vreeselijk ver
blijf voor menschelijke wezens, maar de jonge
Amerikaan wist, dat hij hier slechts kort zou
blijven en dat hij of vrij zou zijn of tot de gcJg
zou worden veroordeeld.
Aan het einde van een nauwe kronkelende
gang, die naar beneden afliep ontsloot de cipier
met een geweldigen sleutel een zware ijzeren
deur en een andere bewaker, die Buckey op de
hielen volgde, gooide hem naar binnen. Hij viel
twee of drie treedjes af en kwam met een smak
op den vloer terecht. Van boven kwam een ho
nend lachen en de deur viel in het slot, zoodat
hij alleen, bleef in het donker. Moeilijk ging
Bucky op zijn knieën liggen en wilde juist over
eind komen toen een geluid hem stil deed neer
liggen. Van den anderen kant van de cel klonk
een diep zuchten en een siddering voer O'Con
nor door de leden. Zouden ze hem met het een
of ander beest in het donker hebben opgesloten,
dat hem aan stukken zou scheuren? Of was het
het zuchten van een ander slachtoffer?
Op eens klonk uit het duister een bevende zach
te stem: Bent u ook een gevangene, me
neer?
Bucky kon zijn verlichting en vreugde niet be
dwingen en zijn harde, overspannen lach maakte
hem zelf duidelijk hoe bang hij was geweest.
Die stem, die hem gelukkig maakte, zou hij uit
duizenden herkend hebben. Tastend kroop hij
in die richting.
Och kameraad, ik dacht nog wel dat je
een booze geest of zoo iets was, lachte hij.
Ben jij dat, Bucky? Bijna juichend klonk
de vraag.
Goed geraden. Ik ben Buckey.
Meteen voelde hij haar handen en trachtte in
de groote donkere oogen te zien, die hij op zich
gevestigd wist. Ik kan je niet eens zien krul-
lebol, maar toch weet ik zeker dat jij het bent.
Ik zal als een blinde met mijn hand over je ge
zicht moeten voelen, lachte hij en deed het
ook.
Eerst trok ze wat verlegen en schuw terug,
maar de innige klank in haar stem toonde hem
dat ze niet beleedigd was. Ik kan jou wel zien,
Bucky. Zijn naam zei ze zacht en innig met 'n
Slot defect? Tel. 11491
DeSleutelspeclalist.L. Veerstr. 1(
(Adv Ingez. Med.
Britsche luchtaanvallen op
Nederlandsch grondgebied.
Vijf personen gedoi
verscheidene gewondi
's GRAVENHAGE, (A.N.P.) In tegenstell
met -voorafgaande dagen, vonden in den nacht v
Vrijdag op Zaterdag en mrgenuren van Zaterö
weer Engelsche luchtaanvallen op ons land pla:
Deels yerden deze door het actief tijdig ingrijp
van de Duitsche afweer afgeslagen. Op e
plaats werd een Engelsch bombardementsvliegt:
neergeschoten, dat geheel uitbrandde. Aan vi
schillende vliegtuigen gelukte het echter, Nedi
landsch gebied binnen te vliegen Een aan
brisant- en brandbommen werden omlaag
worpen. In een plaats in het Westen werden
woonhuizen vernield en vijf andere zwaar besef
digd Hierbij werden helaas vijf civiele person
gedood, vier andere zwaar, twee andere licht j
wond.
Voorts werd op andere plaatsen een half doz
woonhuizen vernield, een dozijn andere zwi
beschadigd. Op een andere plaats werd een vi
keers-werk beschadigd. Voorts berden bescha
gingen aan een aantal gebouwen aangebrat
door granaatsplinters en door het springen v
ruiten. Eenige woningen werden als voorzii
tigheidsmaatregel ontruimd.
Het Verbond van Nederlandsche
Journalisten.
Kring Noord-Brabant opgeric
Het A.N.P. meldt: In restaurant „Lohengrin"
's Hertogenbosch heeft onder leiding van den hi
H. C. M. Wijffels de constitueerende vergader;
plaats gehad van den kring Noord-Brabant v
het Verbond van Nederlandsche journalisten.
heer P. J. van Megchelen, Verbondsvoorzitt
heeft op deze bijeenkomst, welke druk bezocht w
en ook door den verbondssecretaris, den heer Lei
buch werd bijgewoond, een rede uitgesprokf
waarin hij de totstandkoming van de nieui
journalistenorganisatie schetste en sprak over
taak, welke de man van de krant in de nieu'
maatschappij zal hebben te veryullen en wel
zijn positie daarin zal zijn.
Hij wees op de wenschelijkheid niet te aarzelt
maar deel te nemen aan het positieve en gemee
schappelijke werk van den opbouw. Een ei?
gewestelijke kring zal het daarbij gemakkelijk
maken het verschil in opvattingen'over de wij
waarop de taak moet worden uitgevoerd, te nivi
leeren. Hij schetste daarna de verantwoordeli;
heid van iederen journalist individueel als vorm
van de openbare meening en verzekerde, dat
grond van zijn positie en verantwoordelijkheid
journalist in de toekomst een grootere erkenni
zal genieten dan in het verleden het geval w
Tenslotte installeerde hij met het uitspreken v
zijn vertrouwen in diens kwaliteiten den heer
Wijffels, hoofdredacteur van het Noord-BrabahU
dagblad „Het Huisgezin" te Den Bosch, tot krii
voorzitter en de heeren A. J. Zoetmulder, hoo!
redacteur van het Eindhovensch dagblad te Eir
hoven en J. Schils, redacteur van het dagb!
voor Noord-Brabant en Zeeland te Breda tot z
adjuncten.
lieve intonatie, toch een beetje plagend.
jou kan ik wel zien. omdat ik hier al langer b
en dus gewend aan de duisternis. Ik geloof i
ik hier al een jaar zit. Je kunt je niet indenkt
hoe blij ik ben je te zien.
Niet blijer dan ik ^antwoordde hij vrooli
Het is den toegangsprijs dubbel en dwars waai
om jou hier te vinden, mijn lieve meisje.
Ineens vergat hij alles wat nog tusschen Iv
stond de schijn di$n ze beiden op hadden f
houden en het feit. dat hij wist dat zij geen jo
gen was. Maar ook zij vergat alles en beió
voelden hetzelfde op dat oogenblik. Ik wist
wel, dat jij begrepen had dat ik een meisje bc
fluisterde ze.
En je wist méér dan dat alleen, zei
vroolijk uitdagend.
Ze trok haar handen uit de zijne en leidde he
naar een bank. Ga zitten, meneer. Er zijn e
paar dingen, die ik u nog nader verklaren moet
Waarom denk je eigenlijk, dat ik met je
naar Mexico ben gegaan?
Dat weet ik niet. Hij begreep niet pree!
waar ze heen wilde.
Ik denk dat je bang- was voor Hardmaa
Ach, dat was ik niet, tenminste niet zoo e
als je wel denkt. En ik wist dat ik gauw vei';
zou zijn op de boerderij van de Mackenzie's.
Waarom ging je dan wel mee?
Kan je de reden niet raden?
Nee, ik weet geen andere reden, als die
op hebt gegeven.
Denk dan. eens goed na. Waarom kwam
naar Chihuahua?
Om de bende van Wolf Leroy te vangen
om Dave Henderson uit de gevangenis te bi
vrijden.
Misschien is er wel een reden, waarom
ik hem uit de gevangenis wil hebben, een n
geldiger reden dan de jouwe.
Dat snap ik niet. Hoe kan er nu vb
jou een reden zijn en nog wel een betere?
kent hem toch niet en hij is al in de gevangen
ongeveer van jou geboorte af.
(Wordt vervolgd.).