en avonturen van eer Uit Wilde Gewesten HAARLEM'S DAGBLAD „Effectenvernieuwingsbureau" ingesteld. 's-GRAVENHAGE, (A.N.P.) Het Verordenin genblad bevat een besluit van de secretarissen- generaal van de departementen van financiën en van justitie tot regeling van de vervanging van waardepapieren, welke verloren gegaan dan wel in die mate geschonden zijn. dat zij onverhandel baar zijn geworden (effectenvernieuwingsbesluit 1941». Overeenkomstig de bepalingen, in of krachtens dit besluit gegeven, kunnen in de plaats van waardepapieren, welke in die mate geschonden zijn. dat zij onverhandelbaar zijn geworden, of welke verloren gegaan zijn, nieuwe exemplaren ter beschikking worden gesteld, waaraan recht hebbenden dezelfde rechten zullen kunnen ont- leenen als aan de oorspronkelijke stukken. Deze terbeschikkingstelling van nieuwe exem plaren geschiedt door tusschenkomst van een tot dit doel ingesteld „effectenvernieuwingsbureau". Dit bureau is een stichting, in het leven geroe pen door den secretaris-generaal van het depar tement van financiën. De staat waarborgt de verplichtingen van het bureau en kan aan hetzelve kasvoorschotten ver leen en. Het secretariaat van het bureau is opgedragen aan de Vereeniging voor Effectenhandel te Am sterdam. Het bureau zal gevestigd zijn Beurs plein 5. Amsterdam. Het zal binnen weinige dagen zijn arbeid aanvangen. Dr. T. Goedewaagen aanschouwt beeldhouwwerken. De secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten, dr. T. Goede waagen heeft een bezoek gebracht aan de ten toonstelling van beeldhouwwerken, welke door den kring van Nederlandsche beeldhouwers in het Stedelijk Museum te Amsterdam is ingericht. Dr. Goedewaagen. die vergezeld was van zijn echtgenoote en den heer E. Gerdes, hoofd van de afdeeling beeldende kunst van het departement werd ontvangen door den directeur van de ge meente-musea, jhr. D. C. Röell, die de bezoekers vervolgens rondleidde over de tentoonstelling. De secretaris-generaal bleef ruim anderhalf uur in de expositie zalen en uitte meermalen zijn waardeering over de ingezonden werken van de Nederlandsche beeldhouwers. (A.N.P.) „Kennemer volksverhalen". Romantiek en werkelijkheid. Mr. dr. A. de Goede heeft te Utrecht een lezing gehouden voor de leden van het Nederlandsch volkskundig genootschap over het onderwerp: „Kennemer volksverhalen". Spreker beantwoordde de vraag: Hoe heeft Kennemerland gepast in de historie der volken om zich heen? In den tijd van Karei de Groote, den tijd van de Lex Frisionum, behoorde tot West Friesland het land tusschen het Sincvaal en het Vlïe. Het Sincvaal is het Swin bij Brugge. De Westfriezen waren steeds in strijd met de Hollanders, dat waren de bewoners van Hol land, dat oorspronkelijk gelegen was ïn de buurt van Katwijk, waar tegenwoordig het waterschap Rijnland zicht bevindt. Expansiedrang van Hol land was de oorzaak van dit twisten. De graven van Holland waren oorspronkelijk Friesche graven, maar zij nemen de feodaliteit over, welke oorspron kelijk in Friesland onbekend was, en hun verove ringen werden voortgezet, in de eerste plaats in Kennemerland. Dat de Westfriezen oorspronkelijk ook in Katwijk en in Scheveningen woonden, blijkt uit het daar nog aanwezige strandfriesch en ook in het Utrechtsch dialect komen nog West-Friesche woorden voor. Het Westfriesch werd door de ge leerden Friso-Frankisch genoemd, Het oude ge bied is ook nog kenbaar aan denzelfden vorm van boerderij, welke men er vindt, en welke stolp of stjelp genoemd wordt. In 1840 werd Westfriesland een deel van de provincie Noord-Holland, terwijl het van 1795 tot 1840 nog Friesch was. Door deze verandering, stond het minimalisme op„ waardoor de namen Texelaars, Kennemers en Westfriezen een speciale beteekenis inhielden, ook al was de laatste naam beperkt tot de bewoners van het waterschap Westfriesland. Nu doet zich het tragische gebéuren voor dat na 1840 ér een anti-Westfriesche beweging ontstaat, de Kennemer beweging. Het is vooral de dichter Hofdijk, geboren op 27 Juli 1816 in Alk maar, die hoewel zelf van Westfriesche afstam ming daar aan mededoet, gedreven door zijn be langstelling voor romantiek. Hij beschouwde die oude kasteelen in Kennemerland niet als dwang- burchten om een vijand tot onderwerping te dwin gen, maar hij zag alleen de zwierige ridders, die op de valkenjacht gingen. Een rumoerige tijd van 300 jaar moet natuurlijk invloed gehad hebben op de volksverhalen en op de sagen van die streek, maar lit de Kennemer balladen van Hofdijk blijkt niets. Er was een strijd tusschen het kaas- en broodvolk, men had er de Hoeksche en Kabeljauwsche twis ten. Maar in de balladen van Hofdijk vinden wij alleen het standpunt van de Hollandsche ridders ingenomen. Daardoor werd het werk van Hofdijk anti-Westfriesch. Een van de voornaamste attracties op de aanstaande Jaarbeurs te Utrecht zal de demonstratie zijn van de Nederlandsche Textielnijverheid. De vier Nederlandsche kunszijdespinnerijen zullen de nieuwste prestaties op het gebied van kunstzijde- garens (rayon), van melkwol en oelvezel toonen. De laatste hand wordt aan een van de machines gelegd. (Foto Pax Holland) VOOR DE KINDEREN Soar I I A Gouiwicur. n ,n avonturtn von Mi/nhwr Pr(H«6«/» Tuitning non Aart van Ewlflt De heng'laar met zijn nieuwen hoe». Voelt zich vól frisschen, jongen moed. Hij laat zich niet d' illusie rooven. Dat hij zich nu wel kan verloven: Dus vraagt hij Zuster Ursula Zij accepteert en volgt hem dra. Nu heeft men onzen braven held Het zoet geheim al gauw verteld „Wat ben 'k verheugd, dit nieuws te hooren. Zoo Dlij was 'k nimmer nog te vo. .-n; Dit was altijd mijn liefste wensch: Nu ben ik een gelukkig mensch." MAANDAG 3 MAART 1941' Bijeenkomst der N. S. D. A. P. in Leiden. Reichsredner Schönberg aan het woord. LEIDEN, (A.N.P.) De Ortsgrupe Leiden der N.S.D.A.P., Arbeitsbereich in den Niederlanden. belegde Zaterdagavond in de groote Stadsgehoorzaal een openbare vergadering, welke druk bezocht was. Na een kort openingswoord van den Ortsgruppen- leiter, den heer Steffin, was het woord aan Reichs redner Schönberg, die er allereerst op wees, dat het tegenwoordig geslacht bij het beschouwen van de situatie niet in de eerste plaats moet denken aan de daaraan verbonden noodzakelijke ongemakken, maar zich er van bewust moet zijn, dat wij leven in het gewricht van 's werelds grootste revolutie. Toen Adolf Hitler in 1933 de macht overnam, kwam hij aan het hoofd van een innerlijk verdeeld en hope loos verzwakt Duitschland. Dat was niet in de eerste plaats het gevolg van veertien jaar Marxis tisch bewind, de grondoorzaak lag veel verder en dieper. Dat Duitschland in 1918 door den honger gedreven den oorlog verloor, was de schuld van de regeeringen, die ver voor 1918 en zelfs tijdens het keizerlijke regime aan de macht waren. De groote meerderheid van het Duitsche volk en van de meeste Europeesche volken heeft den „goeden ouden tijd", zooals Nederland dien o.a. wel beleefd heeft, nooit gekend. Het Duitsch nationaal-socia- lisme wil geenszins, zooals door zijn tegenstanders wordt beweerd, de gewetensvrijheid aantasten. Het laat iedereen vrij in zijn godsdienstige overtuiging, doch het eischt, dat iedereen zich met dezelfde eer lijkheid, waarmede hij zich tot zijn kerk wendt, ook keert tot het geheele Duitsche volk. Hetzelfde vra gen wij ook van de Nederlanders ten opzichte van hun volk. Wij hebben het politiek katholicisme uit geroeid en daarmede geen schade toegebracht aan de katholieke kerk, doch deze alleen teruggebracht tot de plaats, waar zij behoort te staan. De wereld geschiedenis leert, dat telkens weer cultuurvolkeren te gronde zijn gegaan als gevolg van den materia- listischen geest, die o.a. door het Jodendom wordt verbreid, welk lot ook door Duitschland zou zijn gedeeld, als niet Adolf Hitler het van den rand van den afgrond had weggerukt. Hitler's stelling- name tegenover de Joden sproot niet voort uit een zucht naar radicalisme, maar uit het histori sche besef, dat de Jood de verderver van het volks leven is. Acties van de vrij-metselarij en het poli tiek katholicisme waren bovendien onvereenigbaar met de verwerkelijking van zijn ideaal: een hechte Duitsch volksgemeenschap. Zijn middelen om daar toe te geraken beteekenden geenszins iets nieuws. Integendeel, hij wilde zijn volk terugleiden tot de natuurlijke levensbron, gegrondvest op het beginsel dat ieder mensch heeft op arbeid. Spr. besloot met te zeggen, dat eens heel Europa Adolf Hitler dSnkbaar zal zijn. dat hij het conti nent heeft verlost van de verfoeilijke plutocratie en wij alleen, aldus spreker, weten, dat die dag weldra zal aanbreken. En die wetenschap geeft ons de overtuiging van onze overwinning. Zeshonderd man W.A. en S.S. naar Miinchen. Afscheidswoord van Ir. Mussert. Het A.N.P. meldt: De leider van de N.S.B., ir. Mussert, heeft in de 'groote zaal van den Dierentuin te 's-Gravenhage ongeveer 600 man van de W.A. en de S.S. ge ïnspecteerd en toegesproken, voordat zij naar Mün- chen vertrokken, waar zij zullen worden ingedeeld bij de S.S.-Standarte Westland. Binnenkort zullen nog 600 Nederlanders naar München vertrekken, waarmede dan het Neder landsche bataljon bij de Standarte Westland com pleet is. Ir. Musert sprak een afscheidswoord tot zijn mannen. „Gij zijt hier gekomen, aldus spreker, om u vrij willig in te zetten in den grooten strijd van heden, hetgeen beteekent, dat gij bereid zijt het hoogste, dat gij bezit, uw leven, voor de nationaal-socialisti- sche zaak te offeren. Ik ben' nu hier te midden van u om afscheid te nemen om u een tot weerziens toe te roeper* Gij kunt er van overtuigd zijn, dat de band, welke ons bindt, onverwoestbaar is en zeker nu overbrekelijker is dan ooit". Spreker gewaagde van de revolutie van het oogenblik, waarin twee werelden botsen. Duizenden Nederlanders vergaten hun historie, vergaten de groote plaats, welke hun vaderland in de geschie denis heeft ingenomen en schaarden zich aan de zijde van hen, van wie zij geen goeds te vervrachten hadden. De nationaal-socialisten, aldus spreker, zagen wel wat er aan den gang was. Zij wilden zich inzetten met geheel hun bestaan. „Wij moeten wel begrijpen, dat met den afloop van dezen oorlog ryet alleen het nationaal-socialisme staat of valt, maar ook ons volk". Tilburg heeft 100.000 inwoners. TILBURG. Het inwonertal van Tilburg heeft de honderdduizend bereikt. De 100.000ste is Maria Gertruda Antonia van Gooi, dochter van het echtpaar GooiJanssen. De burgemeester, mr. J. van de Mortel, heeft namens de gemeente een spaarbankboekje met honderd gulden aangeboden. Namens tal van firma's en particulieren werden geschenken aan geboden. Naar het Amerikaansch van W. Mc. LEOD RAINE. (Nadruk verboden.) 19) Niet bepaald, meneer. Maar het is zeer wel mogelijk dat u vleugels zult hebben binnen vier- en-twintig uur, was het scherpe antwoord. Als het waar is, lijkt me dat heel interes sant. En mag ik thans weten waaraan ik uw bezoek dank? Ik beantwoord slechts uw bezoek en wel zoo vlug als me eenigszins mogelijk is, want ik ben nauwelijks tien minuten in de stad. U zult dus stellig mijn stiptheid bewonderen. O, stipt bent u zeker luitenant; dat heb ik al opgemerkt bij het overgeven van uw .revolver, dat deed u ook gedwee als een lam. Bucky lachte spottend en jongensachtig, hoe wel hij best begreep dat hij aan de genade van den kleinen officier overgeleverd en zijn dood vonnis zoo goed als geteekend was. Maar Chaves vouwde met theatraal gebaar de armen over elkaar en keek den Amerikaan streng aan. Miguel, ontwapen den gevangene beval hij. Zoo, ben ik een gevangene? vroeg Bucky hard. En waarom dat, als ik mag vragen, lui tenant? Wegens oproer maken en muiterij tegen het gouvernement. En verder is het den gevangene 'verboden te spreken. Maai* nu had hij toch buiten den waard ge rekend, want de tegenpartij had niet voör niets de imponeérendste heerschersoogen van heel Arizona en hoewel hij schijnbaar onverschil lig en onbewogen bleef, was er toch iets in de staalblauwe oogen, dat Chaves waarschuwde dat hij zijn meester had gevonden. De Mexicaan kon zich heimelijk verheugen over de zoetheid van zijn wraak, diep in zijn hart wist en begreep hij, dat hij zelfs op dit oogenblik geen meester was van den toestand. En verder is het den gevangene verboden te spreken, herhaalde Bucky spottend. Maar hij zal stellig spreken, meneer, want er zijn een massa dingen die hij zielsgraag wil weten. Al lereerst hoe u hier zoo plotseling en snel op komt duiken. De ij delheid van het luitenant je won het van zijn deftigheid; hij had zoo'n prachtige kans zichzelf wat in de zon te zetten, dat hij zich liet verleiden tot een fraaie redevoering. Meneer, geen enkele Chaves vergeet ooit een beleediging. Vannacht hebt u, een gewone Amerikaan, mij, den luitenant Ferdinand Cha ves, grof beleedigd, hoewel ik van edel Casti- liaansch bloed ben. Ik hem mezelf beloofd, te spuwen op jouw sterren en strepen! Het uur dei- wrake is voor mij gekomen. Bucky deed een stap vooruit. Zijn oogen wa ren hard als staal. Pas op! Snel keerde Chaves zich om, zonder precies '-e begrijpen, maar even had hij een visioen van twee bruine sterke handen om zijn hals, die hem als een citroen zouden uitpersen. En wil je weten wat ik allemaal heb ge- -daan? Ik heb met de vlugheid en stiptheid van een echten Chaves gehandeld; ik heb eenvou dig een wagen genomen en ben met mijn man netjes langs de baan van Northern gereden en ik heb hier alle hotels getelefoneerd en ge vraagd waar Amerikanen verblijf hielden. Toen ben ik als de wind hierheen, gegaan en heb je lieve vriend gearresteerd, die al naar de ge vangenis is gebracht, waar je zelf ook heen gaat. Dat is heel vriendelijk van u, generaal, spotte Bucky ironisch, maar het is bijna al te vriendelijk van u mij zooveel uitleg te geven en het is heelemaal niet noodig zooveel moeite voor me te doen. Als ik het goed heb begrepen hebt u dus mijn vriend gearrsteerd? Hij vroeg het onverschillig, maar zijn hart bonsde van schrik. Ja, hij is nu al in de gevangenis en je gaat er zelf ook direct heen. Mannen, brengt dezen kerel naar den commandant. Mocht Bucky al plan tot ontvluchten gehad hebben, thans gaf hij dit geheel op, want hij wenschte niets vuriger dan ook naar de - - vangenis te gaan, naar zijn makker. Er was echter bij de ongelukkige situatie coch nog een gelukje en wel dit: de trotsche lui tenant, vervuld van wraakgedachten, had alleen bepeinsd hoe hij den man, die hem zoo had beleedigd en tegenover zijn minderen belache lijk had gemaakt, kon vangen. En zoozeer was hij daarvan vervuld geweest, dat hij verzuimd had zijn superieuren met het gebeurde in kennis te stellen met het gevolg dat inmiddels de buit gemaakte geweren veilig verborgen waren. Bucky vertrouwde op zijn vriend O'Halloran. die er wel yoor zou zorgen dat hij niet te lang opgesloten bleef en die in elk geval een goed kameraad was en zou doen wat mogelijk was. En er zou stellig wel iets onverwachts gebeuren om hem te verlossen, zoodat alles goed zou afloopen. O'Connor was voor zichzelf niet al te bang. Hij had wel voor heeter vuren gestaan. Maar zijn kleine vriend, voor wie hij zijn leven over had, moest gauw bevrijd worden, wat er ook mocht gebeuren. De speurder werd terstond voor generaal Carlo gebracht, den bevelvoerder van Chihuahua en na een streng verhoor werd hij in de gevange nis gevoerd. De indruk dien O'Connor van Carlo kreeg, was niet bepaald bemoedigend. Hij had een wreed onaangenaam gezicht en kreeg in den Yaqui-oorlog den bijnaam van „Je slager" door zijn onmenschelijke. genadelooze behande ling der gevangenen. Als Bucky even genadeloos werd behandeld als die menschen werd het tijd zijn testament te maken en hij had helaas alle reden dit te vreezen, want reeds dienzelfden dag werd hij voor den krijgsraad geroepen. In theorie had Megales alle recht Bucky ter dood te veroordee- len en de speurder kreeg den indruk, dat de oude sluwe gouverneur dit ook gaarne zou doen, om dan later een serie verontschuldigingen aan de Amerikaansche regeering te zenden over het bij ongeluk dooden van een Amerikaansch bur ger Vóór Bucky in zijn cel werd gebracht, was hij gefouilleerd en ingeschreven en toen hij den ci pier door de ondergrondsche gangen volgde, zag Projectielen zijn geen speelgoed! AMSTERDAM. (A.N.P.) Hoe gevaarlek het is, projectielen als speelgoed te beschouwen, heeft een jeugdige Amsterdammer tot zijn schade moe ten ondervinden. Twee jongens hadden aan de overzijde van het IJ een projectiel gevonden en één van hen kwam op de onzalige gedachte het voorwerp door te zagen. Zijn poging had fatale gevolgen, want het projectiel ontplofte. De zes tienjarige jongen liep daarbij ernstige oog verwon dingen op alsmede verwondingen aan de beide handen en het hoofd. Het slachtoffer is van de Dotterbloemstraat, waar het ongeval zich af speelde, overgebracht naar het Wilhelminagast- huis. hij bij het licht van de lantaarn, dat het vocht van de muren droop. Het was een vreeselijk ver blijf voor menschelijke wezens, maar de jonge Amerikaan wist, dat hij hier slechts kort zou blijven en dat hij of vrij zou zijn of tot de gcJg zou worden veroordeeld. Aan het einde van een nauwe kronkelende gang, die naar beneden afliep ontsloot de cipier met een geweldigen sleutel een zware ijzeren deur en een andere bewaker, die Buckey op de hielen volgde, gooide hem naar binnen. Hij viel twee of drie treedjes af en kwam met een smak op den vloer terecht. Van boven kwam een ho nend lachen en de deur viel in het slot, zoodat hij alleen, bleef in het donker. Moeilijk ging Bucky op zijn knieën liggen en wilde juist over eind komen toen een geluid hem stil deed neer liggen. Van den anderen kant van de cel klonk een diep zuchten en een siddering voer O'Con nor door de leden. Zouden ze hem met het een of ander beest in het donker hebben opgesloten, dat hem aan stukken zou scheuren? Of was het het zuchten van een ander slachtoffer? Op eens klonk uit het duister een bevende zach te stem: Bent u ook een gevangene, me neer? Bucky kon zijn verlichting en vreugde niet be dwingen en zijn harde, overspannen lach maakte hem zelf duidelijk hoe bang hij was geweest. Die stem, die hem gelukkig maakte, zou hij uit duizenden herkend hebben. Tastend kroop hij in die richting. Och kameraad, ik dacht nog wel dat je een booze geest of zoo iets was, lachte hij. Ben jij dat, Bucky? Bijna juichend klonk de vraag. Goed geraden. Ik ben Buckey. Meteen voelde hij haar handen en trachtte in de groote donkere oogen te zien, die hij op zich gevestigd wist. Ik kan je niet eens zien krul- lebol, maar toch weet ik zeker dat jij het bent. Ik zal als een blinde met mijn hand over je ge zicht moeten voelen, lachte hij en deed het ook. Eerst trok ze wat verlegen en schuw terug, maar de innige klank in haar stem toonde hem dat ze niet beleedigd was. Ik kan jou wel zien, Bucky. Zijn naam zei ze zacht en innig met 'n Slot defect? Tel. 11491 DeSleutelspeclalist.L. Veerstr. 1( (Adv Ingez. Med. Britsche luchtaanvallen op Nederlandsch grondgebied. Vijf personen gedoi verscheidene gewondi 's GRAVENHAGE, (A.N.P.) In tegenstell met -voorafgaande dagen, vonden in den nacht v Vrijdag op Zaterdag en mrgenuren van Zaterö weer Engelsche luchtaanvallen op ons land pla: Deels yerden deze door het actief tijdig ingrijp van de Duitsche afweer afgeslagen. Op e plaats werd een Engelsch bombardementsvliegt: neergeschoten, dat geheel uitbrandde. Aan vi schillende vliegtuigen gelukte het echter, Nedi landsch gebied binnen te vliegen Een aan brisant- en brandbommen werden omlaag worpen. In een plaats in het Westen werden woonhuizen vernield en vijf andere zwaar besef digd Hierbij werden helaas vijf civiele person gedood, vier andere zwaar, twee andere licht j wond. Voorts werd op andere plaatsen een half doz woonhuizen vernield, een dozijn andere zwi beschadigd. Op een andere plaats werd een vi keers-werk beschadigd. Voorts berden bescha gingen aan een aantal gebouwen aangebrat door granaatsplinters en door het springen v ruiten. Eenige woningen werden als voorzii tigheidsmaatregel ontruimd. Het Verbond van Nederlandsche Journalisten. Kring Noord-Brabant opgeric Het A.N.P. meldt: In restaurant „Lohengrin" 's Hertogenbosch heeft onder leiding van den hi H. C. M. Wijffels de constitueerende vergader; plaats gehad van den kring Noord-Brabant v het Verbond van Nederlandsche journalisten. heer P. J. van Megchelen, Verbondsvoorzitt heeft op deze bijeenkomst, welke druk bezocht w en ook door den verbondssecretaris, den heer Lei buch werd bijgewoond, een rede uitgesprokf waarin hij de totstandkoming van de nieui journalistenorganisatie schetste en sprak over taak, welke de man van de krant in de nieu' maatschappij zal hebben te veryullen en wel zijn positie daarin zal zijn. Hij wees op de wenschelijkheid niet te aarzelt maar deel te nemen aan het positieve en gemee schappelijke werk van den opbouw. Een ei? gewestelijke kring zal het daarbij gemakkelijk maken het verschil in opvattingen'over de wij waarop de taak moet worden uitgevoerd, te nivi leeren. Hij schetste daarna de verantwoordeli; heid van iederen journalist individueel als vorm van de openbare meening en verzekerde, dat grond van zijn positie en verantwoordelijkheid journalist in de toekomst een grootere erkenni zal genieten dan in het verleden het geval w Tenslotte installeerde hij met het uitspreken v zijn vertrouwen in diens kwaliteiten den heer Wijffels, hoofdredacteur van het Noord-BrabahU dagblad „Het Huisgezin" te Den Bosch, tot krii voorzitter en de heeren A. J. Zoetmulder, hoo! redacteur van het Eindhovensch dagblad te Eir hoven en J. Schils, redacteur van het dagb! voor Noord-Brabant en Zeeland te Breda tot z adjuncten. lieve intonatie, toch een beetje plagend. jou kan ik wel zien. omdat ik hier al langer b en dus gewend aan de duisternis. Ik geloof i ik hier al een jaar zit. Je kunt je niet indenkt hoe blij ik ben je te zien. Niet blijer dan ik ^antwoordde hij vrooli Het is den toegangsprijs dubbel en dwars waai om jou hier te vinden, mijn lieve meisje. Ineens vergat hij alles wat nog tusschen Iv stond de schijn di$n ze beiden op hadden f houden en het feit. dat hij wist dat zij geen jo gen was. Maar ook zij vergat alles en beió voelden hetzelfde op dat oogenblik. Ik wist wel, dat jij begrepen had dat ik een meisje bc fluisterde ze. En je wist méér dan dat alleen, zei vroolijk uitdagend. Ze trok haar handen uit de zijne en leidde he naar een bank. Ga zitten, meneer. Er zijn e paar dingen, die ik u nog nader verklaren moet Waarom denk je eigenlijk, dat ik met je naar Mexico ben gegaan? Dat weet ik niet. Hij begreep niet pree! waar ze heen wilde. Ik denk dat je bang- was voor Hardmaa Ach, dat was ik niet, tenminste niet zoo e als je wel denkt. En ik wist dat ik gauw vei'; zou zijn op de boerderij van de Mackenzie's. Waarom ging je dan wel mee? Kan je de reden niet raden? Nee, ik weet geen andere reden, als die op hebt gegeven. Denk dan. eens goed na. Waarom kwam naar Chihuahua? Om de bende van Wolf Leroy te vangen om Dave Henderson uit de gevangenis te bi vrijden. Misschien is er wel een reden, waarom ik hem uit de gevangenis wil hebben, een n geldiger reden dan de jouwe. Dat snap ik niet. Hoe kan er nu vb jou een reden zijn en nog wel een betere? kent hem toch niet en hij is al in de gevangen ongeveer van jou geboorte af. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6