Bonnen die thans geldig zijn: De Twentsche Bank in 1940. KORT NIEUWS. Paedagogisch Volksconcert.; WOENSDAG 5 MAAKT 1941 HAARDE M'S DAGBLAD Dividend vastgesteld op 54 procent Aan het verslag van de Twentsche Bank N.V. over het jaar 1940 wordt het volgende ont leend: De rentewinst toont een vermeerdering ten op zichte van het jaar 1939 met ruim f 2.100.000, waarmede het vroegere niveau weer is bereikt. De winsten uit vreemde wissels en arbitrage bleven daarentegen ruim f 700.000 achter bij die van het vorige jaar. Practisch kwamen zij ge heel voort uit operaties van de eerste maanden van het jaar. De belooningen voor de bewerke lijke diensten van administratieven en informa tieven aard die wij uit hoofde van de deviezen- verordening en als intermediair in het clearing- verkeer hebben te verrichten, dekken bij verre niet de hiermede rechtstreeks gemoeide kos ten. De provisiewinst liep in vergelijking met het voorafgaande jaar eenigszins terug. De baten uit het effectenbedrijf brachten ondanks een stagnatie van ruim twee maanden in den beurshandel ten opzichte van 1939 eenig herstel. De post salarissen en tantièmes werd ca. f 200.000 hooger, welke verhooging geheel op reke ning der tantièmes komt. - De uitkomst van een actuarieele berekening van het pensioenfonds gaf aanleiding de stortingen in het fonds te verhoogen. De winst- en verliesrekening wijst een saldo winst aan van f 3.719.258.31. Voorgesteld wordt hiervan overeenkomstig al. 3 van art. 9 der statuten f 81.428.58 extra aan het statuaire reser vefonds toe te voegen en f 1.080.687.39 op nieuwe rekening over te brengen. Uit laatstgenoemd be drag zal te zijner tijd de aanslag in de winstbe lasting worden voldaan. Bij verdeeling volgens de bepalingen der sta tuten komt ter dispositie van aandeelhouders f 2.210.000, waaruit een dividend kan wórden uit gekeerd van 51/2 Pet. en aan het statutaire reser vefonds een bedrag van f 168.571.42. Het reservefonds zal dan in totaal bedragen f 10.750.000 tegen f 10.500.000 op 31 December Het dividend 1940 zal betaalbaar zijn op divi dendbewijs no. 31. De balans per 31 December 1940 luidt: Activa: Kas en kassiers f Nederlandsch schatkistpapier Ander overheidspapier Wissels Bankiers in binnen- en buitenland Effecten Syndicaten en diverse waarden Prolongatiën en voorschotten tegen effecten Debiteuren Deelnemingen (incL voorschotten) Gebouwen 8.711.268.86 164.126.016.43 10.161.741.55 331.199.97 12.113.516.60 4.456.671.02 999.588.94 18.368.645.45 49.785.364.59 1.597.612.46 4.000.100.— Tezamen f 274.651.625.87 Belegde reserve voor verleende pensioenen 1.697.941.31 Effecten van aandeelhouders in lèendepöt 13.151.850. Totaal f 289.501.317.18 Passiva: Kapitaal t 40.000.000.— Reserve 10.500.000. Deposito's op termijn 28.856.530.41 Crediteuren 179.981.032.26 Idem in vreemde valuta M 11.594.804.39 Saldo winst 3.719.258.81 (Verstrekte garanties f 14.476.455.52) (Geopende credieten 1.467.304.61) Tezamen Reserve voor verleende pensioenen Aandeelhouders voor effecten in leendepót 274.651.625.87 1.697.841.31 13.151.850.— Totaal f 289.501.317.18 Persoonsbewijzen voor hen die geen vaste verblijf plaats hebben. Bij beschikking'van den Secretaris-generaal van het departement van Binnenlandsohe Zaken is ten aanzien van het uitvoeringsbei uit „persoons bewijzen" o.a. het volgende bepaald: Ieder gerechtigde, die geacht kan worden te be- hooren tot de varende, rijdende of zwervende be volking, moet zich, ter verkrijging van een per soonsbewijs, eigener beweging vervoegen ter se cretarie der gemeente, ij* welker bevolkingsregister hij is opgenomen of, indien hij is opgenomen in het centrale bevolkingsregister, ten bureele van de Tijksinspectie. Een verzoek van tot genoemde zwervende be volking behoorende gerechtigden om uitreiking van een persoonsbewijs wordt terstond in behande ling genomen, zonder dat tevoren een schriftelijke Uitnoodiging wordt gezonden. De vaststelling van identiteit, nationaliteit, bur gerlijken staat, beroep en signalement, geschiedt ten aanzien van deze bevolking met meer dan ge wone nauwkeurigheid. De gerechtigde is verplicht desgevorderd de noodige bewijzen omtrent zijn Identiteit te leveren. Aan tot de varende, rijdende of zwervende be volking behoorende gerechtigden, die, ten ge- moege van den burgemeester of den aangewezen ambtenaar eener andere gemeente dan die, in wel ker bevolkingsregister zij opgenomen zijn, aantoo- nen, wegens beroepsbezigheden of anderszins, niet dan ten koste van belangrijk geldelijk nadeel, bin nen den voor ce uitreiking bepaalden termijn, aan de hiervorcD bedoelde verplichting te kunnen vol doen, kan worden toegestaan een „aanvraagformu lier persoonsbewijs", model a (hetwelk als bijlage bij de beschikking is gevoegd) in te vullen. Het ingevulde en door den gerechtigde behoor lijk onderteekende aanvraagformulier wohdit op beide deelen te bestemder plaatse voorzien van een afdruk van diens rechterwijsvinger en van het ge meentestempel en begeleid van de beide voorge schreven photo's, aangeteekend toegezonden aan den burgemeester der gemeente, in welker bevol kingsregister de belanghebbende volgens zijn ver klaring opgenomen is of aan het hoofd der rijks inspectie. indien hij verklaard heeft te zijn opge nomen in het centrale bevolkingsregister. De burgemeester of het hoofd der rijksinspectie zendt tijdig voor het in de aanvrage vermelde tijd stip een ten name van een aanvrager gesteld en voor uitreiking onderteekend persoonsbewijs, be nevens een zooveel mogelijk ingevuld ontvangbe wijs, beide voorzien van de voorgeschreven photo, aangeteekend aan den burgemeester der gemeente, waar de aanvrager het stuk volgens zijn opgave in ontvangst zal nemen. De burgemeester der gemeente, waar de aanvra ger het persoonsbewijs volgens zijn opgave in ont vangst zal nemen zorgt voor het vaststellen van identiteit, nationaliteit, burgerlijken staat, beroep en signalement en doet het persoonsbewijs en het ontvangbewijs voor zooveel noodig aanvullen of wijzigen, nadat persoonsbewijs en ontvangbewijs op *5e voorgeschreven wijze zijn voorzien van de noo dige vingerafdrukken, van het rijkszegel, van de handteekeningen van belanghebbende en van de voreischte stempelafdrukken, wordt het persoons bewijs tegen betaling van de verschuldigde 4?ges dan wel kosteloos uitgereikt. Onbekende speelde rol bij fietsendiefstal. Maar politie kan hem niet vinden JUSTITIE GELOOFT VERHAAL NIET. AMSTERDAM. 4 Maart (A.NP.) „Ik ben in hooger beroep gekomen, omdat ik volkomen on schuldig ben", zoo verklaarde een 45-jarige ce- mentbewerker. recidivist, die vandaag voor het Gerechtshof te Amsterdam verscheen. Door de rechtbank te Haarlem was deze man tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij op 5 Augustus een fiets had gestolen. De fiets was door een student achter de St. Bavo-kerk te Haarlem gezet en behoorlijk afge sloten. Toen de jongeman na den kerkdienst bui ten kwam. bleek het rijwiel verdwenen. Denzelf den middag ging hij naar het politiebureau en tot zijn verbazing kon men hem daar reeds de fiets toonen. Die fiets was daar op min of meer toe vallige wijze gekomen. De politieagent B.. die op surveillance was. had namelijk in de omgeving van de St. Bavo-kerk een fietser gezien, die links reed. Hij had den man toegeroepen te stoppen, doch deze ging er in versneld tempo vandoor. De agent bedacht zich niet en zette onmiddellijk de achtervolging in, greep den man, doch dicht bij het bureau gekomen greep de arrestant eensklaps de fiets, wierp die voor de voeten van den politie man en ontkwam, doch werd later tooh gearres teerd. „Ik ben onschuldig", zei de man thans met na druk en hij begon den president een verhaal te vertellen, dat vol fantasie was. Hij had geen fiets gestolen, doch op verzoek van Marinus Huisman een rijwiel van Haarlem naar Amsterdam moeten brengen. Wie Marinus Huisman was. kon hij niet zeggen. Dat was de groote man achter de scher men, aan wiens bevelen hij gehoorzaamde. Ma rinus had hem meegenomen naar Haarlem. Daar moest hij een fiets halen en tegen een vergoeding van f 1.50 naar Amsterdam brengen, waar een zekere Bertus om 2 uur op het rijwiel zou staan wachten. Huisman ging dan weer met de tram naar huis. Een kostbare geschiedenis dus en een eenigszins omslachtige expeditie-methode. De president, mr. Jolles, wou er dan ook niets van gelooven en hij waarschuwde den man. die reeds vijfmaal wegens diefstal is veroordeeld, geen fabeltjes te vertellen. De cementbewerker wees de mogelijkheid van onwaarheid spreken echter met verontwaardiging van zich af en hij kleurde het verhaal nog ster ker door er nog eenige namen aan toe te voegen. De Procureur-generaal, Mr. van Dullemen, acht te het verhaal volkomen onaannemeliik. De ver dachte heeft geweigerd om Marinus Huisman te helpen zoeken, zoodat men kan aannemen, dat de mysterieuze Huisman in het geheel niet bestaat. De veroordeeling vond de procureur-generaal juist, irtaar de straf achtte hij te laag voor een man, die tien maal veroordeeld is, waaronder vijf maal wegens diefstal. Zoo'n straf is goed voor een beginneling, maar niet voor dezen recidivist. Het kan zijn dat de man psychopaat is. maar dan behoort er ook ernstig tegen hem te worden opgetreden. De Procureur- generaal eischte twee iaren gevangenisstraf, door te brengen in de bijzondere strafgevangenis te Scheveningen. - De verdediger, Mr. v. d. Berg, pleitte clementie en vroeg opsporing van „Huisman". Het hof zal 18 Maart uitspraak doen. Op den Raamweg te 's-Gravenhage ter hoogte van het K.L.M-gebouw is de 25-jarige mejuffrouw K. idlen H., uit de d'Aumeriestraat te Scheveningen door een motorwagen van de N.Z.H.T.M overre den en op slag gedood. De garage van den heer Vermeulen op de Laat te Alkmaar is door brand verwoest Toetreding tot den Arbeidsdienst. Ook gezinsvergoeding. Aan degenen, die op of na 1 Maart 1941 vrüwil lig tot den Arbeidsdienst toetreden, wordt naar het AN.P. meldt van rijkswege huisvesting, voeding en kleeding verstrekt en daarboven nog een zakgeld van f 0.25 per dag. Voorts wordt aan hen, die op 17 Februari 1941 gehuwd waren, toegekend een vergoeding voor on derhoud van hun gezin bedragende f 3 per dag, eventueel vermeerderd met f 0.30 per dag voor ieder wettig kind van hen of hun echtgenoote en voor ieder pleegkind, voor zoover deze kinderen den leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt (gezinsvergoeding) Om aanspraak te kunnen maken op die gezins vergoeding moet de vrijwilliger zoo spoedig mo gelijk aan den commandant van het kamp waar bij hij is ingedeeld, overleggen een door den bur gemeester der gemeente zijner inwoning afgegeven verklaring betreffende het gehuwd zijn en even tueel betreffende de kinderen beneden den leeftijd van 18 jaar. Aan ongehuwde vrijwilligers, die op 17 Februari 1941 kostwinner waren, kan worden toegekend een vergoeding, gelijk aan het bedrag, dat zij als kost winner plachten af te dragen met een maximum van f 3 per dag. Als kostwinner wordt beschouwd hij, die bij— 'draagt tot het noodzakelijke levensonderhoud van: zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie, zijn andere bloed- en aanverwanten in den twee den graad, zijn pleegouders of degenen in wier on derhoud hij ingevolge rechterlijk vonnis moet voor zien. Om aanspraak te kunnen maken op de laatst bedoelde vergoeding moet dfe vrijwilliger zoo spoe dig mogelijk overleggen door den burgemeester der gemeente zijner inwoning afgegeven bewijsstukken, waaruit de toekenning der vergoeding kan worden beoordeeld. EEN BIJEENKOMST VAN DEN STAF. Om den geboortedag van den Nederlandsdhen Arbeidsdienst niet geheel ongemerkt te laten voor bijgaan, heeft de commapdant. majoor Breunese, zijn medewerkers uitgenoodigd tot een bescheiden, doch stemmige herdenkingsbijeenkomst. In deze bijeenkomst hield majoor Breunese een korte toespraak, waarin hij zijn vreugde uitsprak over het feit, dat de Nederlandsche Arbeidsdienst Dinsdag tot stand was gekomen. „Ik wil niet ontkennen', aldus de heer Breunese, „dat de Nederlandsche Arbeidsdienst thans nog een zeer zwak plantje is en dat er nog veel moet worden gedaan om het te doen groeien tot een krachtigen boom, doch ik ben optimist. Wanneer wij in Nederland hand aan hand en schouder aan schouder werken om tezamen deze onderneming te doen slagen, dan zal hij slagen. Thans reeds is ver dere groei in zicht. De volgende week zullen er reeds dubbel zooveel kampen zijn als thans, en in October of November zal voor al de 10 a 12.000 jonge mannen, waarmee wij den arbeidsdienst op vrijwillige basis willen starten, legeringsruimte zijn gevonden. Deze materieele dingen echter blijven bijzaak; het gaat om den geest en bovenal een geest waar van de leiding is bezield. Wanneer in alle leidingen een warm hart klopt voor het vaderland, dan zul len wij slagen. Wij moeten in den opbouw van den arbeidsdienst toonen. wat een Nederlander vermag, wanneer hij zijn schouders onfier eigen zaak zet ieder voor zich doch met elkaar tot heil van het dierbaar vaderland". (A.N.P.) Succes voor Henk BaiKngs. Naar wij vernemen is Henk Badings' „Inlei ding tot een treurspel" door een internationale jury gekozen, om uitgevoerd te worden op het muziek feest van de „International Society for contem porary music" dat in Mei te New-York zal plaats hebben. Nabij de plaats, waar de inpoldering van de Twiske benoorden Amsterdam is begonnen, wachten de baggermolens op het graven van den toegang tot het terrein waar de machines haar arbeid zullen kunnen aanvangen. De Twiske is een veengebied tusschen Landsmeer en Oostzaan. Het in te polderen gebied is ongeveer 600 H.A. groot, (Foto Pax Holland) De inpoldering van de iwiske benoorden Amsterdam is begonnen. Op het platte land onder Ilpcndam zijn vele arbeiders te werk gesteld en deze week zijn de eerste spaden gestoken. (Foto Pax Holland) BROOD. BON 05 Geldig van 24 Febr t.m. 9 Maart. BON 06 Geldig van 3 t.m. 16 Maart. 100 gr. brood of 100 gr. roggebrood. BON 5 (Bloemkaart) Geldig t.m. 23 Maart 50 gr. brood. SUIKER BON 06 Geldig van 1/ Febr t.m. 16 Maart. 1 K.G. suiker. KOFFIE EN THEE BON 02 van de nieuwe bon kaart algemeen" van 3 Febr t.m. 16 Maart 125 gr. koffie of 50 gr. thee. VLEESCH EN VLEESCHWAREN BON 05 „vleesch" van de Vleeschkaart. Geldig van 27 Febr. t.m. 12 Maart 100 gr. rund-, kalfs- of varkens- vleesch (been inbegrepen) of ongesmolten vet of een rantsoen vleescliwaren. BON 05 „worst of vleesch- 1varen". Geldig van 27 Febr. t.m. 12 Maart 75150 gram vleeschwaren. BON 05 Geldig van 27 Febr. t.m. 12 Maart. BOTER EN VETTEN BON 6 Boter- en Vetkaart. Geldig van 3 t.m. 16 Maart 250 gr. boter of margarine. BON 05 Boter- en Veikaart Geldig i>an 24 Febr. t.m. 9 Maart. 250 gram boter of margarine of 200 gram vet. EIEREN BON 12 „Bonkaart Alge meen". Geldig van 24 Febr t.m. 9 Maart. BON 81 Bonkaart Alge meen". Geldig van 3 t.m. 16 Maart. 1 ei. PEULVRUCHTEN BON 15 Bonkaart Alge meen". Geldig van 24 Febr t.m. 30 Maart. 500 gr. peul vruchten. KAAS BON 15 en 14 Bonkaart Algemeen". Geldig van 24 Febr. t.m. 23 Maart elk 100 gram. MEEL EN GRUTTERSWAREN BON 11 „Bonkaart Alge meen". Geldig van 24 Febr t.m. 23 Maart 250 gr rijsi of rijstemeel of rijstebloem of gruttemaal. BON 07 Bonkaart Alge meen". Geldig van 21 Febr tjn. 20 April. 250 gram havermout of havervlokken of haverbloem of aardappel- meelvlokken of gort o< gortmout of grutten. BON 08 „Bonkaart Alge meen". Geldig van 24 Febr t.m. 20 April. 250 gram gort of gortemeel of gr utten BON 09 Bonkaart Alge meen". Geldig van 24 Febr t.m. 20 April. 100 gram macaroni of vermicelli of spaghetti. BON 10 ..Bonkaart Alge meen". Geldig van 21 Febr t.m. 20 April 100 grari maï zena of griesmeel of sago of aardappelmeel of ryststijf- sel of kookstijfsel of glans- stijfsel of puddingpoeder o1 puddingsauspoeder. BON 5 (Bloemkaart). Gel dig t.m. 23 Maart 35 gram tarwemeel of tarwebloem of roggemeel of roggebloem of zelfrijzend bakmeel. KOEK EN GEBAK BON 05 (Broodkaart) Geldig van 24 Febr. t.m. 9 Maart BON 06 Geldig van 3 t.m. 16 Maart. 1 rantsoen gebak. BON 5 (Bloemkaart). Geldig t.m. 23 Maart l/a rantsoen gebak. 1 rantsoen ontbijtkoek 160 gr., speculaas 140 gr., andere koekjes 200 gr., bis cuit en wafels 90 grbe schuit 75 gr., cake 300 gr., taart 600 gr., gebakjes 600 gr„ kortaebnk 500 gr., klein korstgebak 400 gr. SCHEERZEEP BON 117 T.m. 30 April 50 gr. scheerzeep of I tube scheercrême of 1 pot scheer zeep. KATTENBROOD BON 9 T.m. 31 Maart V-> kg. Kattenbrood wordt alleen verstrekt voor raskatten. ZEEP BON 16 nieuwe „Bonkaart Algemeen". T.m. 30 Maart 150 gr. toiletzeep of 120 gr. huishoudzeep of 200 gram zachte zeepioude samenstel ling) of 150 gram zachte zeep of 300 gr. zachte zeep- pasta of 250 gram zeep poeder of 125 gr. zeepvlok ken of 250 gr. zelfwerkende waschmiddelen of 200 gram vloeibare zeep of 600 gram waschpoeder. BRANDSTOFFEN BONS 15, 16. 17 Bonkaart distributie haarden en kachels 1 eenheid. Geldig t.m. 31 Maart. BONS 11, 12, 13 geldig t.m. 14 Maart. (Op deze bons geen turf). Briketten. 1 eenheid 100 K.G. steenkoolbriketten of 250 K.G. turfbriketten of 75 K.G. turf af val). BONS 55 t.m. 41 Bonkaart distributie centrale verwar ming, 1 eenheid. Geldig t.m. 31 Maart. BONS 25 t.m. 32 Geldig t.m. 14 Maart. (Op deze bons geen turf). Bons gemerkt „brandstof fen één eenheid, vijfde pe riode" en „cokes één 'een heid vijfde periode" geldig van 1 t.m. 31 Maart. Bons 4e periode nog geldig t.m. 14 Maart. Bon „Generator-anthraciet eerste periode" 1 HX. an- tliracietnootjes V. Bon „Generator-turf eerste periode" 50 stuks baggerturf Geldig t.m. 31 Maart. PETROLEUM ZEGELPERIODE 9 (alleen voor hen, die uitsluitend op petroleum kunnen koken) van 24 Febr. t.m. 20 April 2 L. ZEGEL 'ERIODE E Geldig van 24 Febr. t.m. 31 Maart. HONDENBROOD BON 9 T.m. 31 Maart Groep 1 en 2: 10 K.G. Gr. 3: 8 K.G. Gr. 4: 5 K.G. Gr. 5: 4 K.G. Gr. 6: 3 K.G. Honden brood wordt alleen verstrekt voor groote rashonden of ingeval men meer dan één hond heeft. Schilderijen door Maria Keiling Beeldhouwwerk door T. Böhnke /n het Frans Hals museum Ditmaal een tentoonstelling, die vooral bij de vrienden van de levende natuur bijval zal vin den. Voor de schilderes is het Natura Artis Ma- gistra (de natuur leermeesteres der Kunst) nog meer dan een loutere leuze: met het Amsterdam- sohe zoölogisch-botanisohe genootschap van dien naam is haar aritstieke faam al sinds jaren ver bonden, zoodat men zelfs zoo ver gaan kon, haar (in Plasschaert's sohilderslijst) als de teekenares van Artis aan te duiden. In ieder geval hebben dieren en bloemen steeds haar grootste belangstelling gehad en van de eerste vooral de vogels, welker portretten ze ge geven heeft in den zin, die den ornitholoog (vo gelkenner) in de eerste plaats zal bevredigen. Hetzelfde geldt voor de talrijke bloemstukken die hier geëxposeerd zijn: ze zijn zóó, ik zou haast zeggen: notarieel omschreven, dat de kweeker of bloemist er zijn vreugde aan beleven zal, doch degeen wien het alleen om zuiver schilderen te doen is lichtelijk wordt teleurgesteld. Een lange wand vol van deze zaken maakt een bonten, van weinig discipline getuigenden indruk en men kan zich afvragen of het werk van mejuffr. Kelting het wel verdraagt, in grooten getale tegelijk te worden geëxposeerd. Haar kleurigheid heeft iets nuchters, wat in een enkel werk minder oovalt, doch en masse gepresenteerd, banaal wordt. En dat is jammer, want, men gaat daardoor de ver diensten over 't hoofd zien. Daar zijn vooral bij de diervoorstellingen een groot aantal waarvan men ook, afgezien van het biologische, een zuiver picturaal genoegen kan hebben. Waar de schil deres in haar jeugd van de lessen en wenken van Allebé kan geprofiteerd hebben (die een tijd van zijn leven ook gaarne in Artis placht te studeeren) zou men diens verfijnden smaak in achtergron den en entourage van eenige werken hier willen herkennen. Men vindt ze aan den korten achter wand. Meer nog dan in de „Witte pauw", overi gens een der belangrijkste doeken ter exDositie, is in den Zilverreiger, rechts daarvan aenlaat.st. een geslaagde poging te zien. het prachtige dier in een omgeving van verdroomd landschaps- schoon te zetten, waardoor de voorstelling ook als schilderij interessanter werd. Telkens komt men, langs de wanden wandelend, werken van Marie Kelting tegen waarin eenzelfde oplossing Is na gestreefd. De zuiver-documentaire diertèekening is dan opgenomen in een haar omringende sfeer van meer dichterlijken kiifc or> een geval (zooals in Duivenpaar b.v.) en de voorstelling mist dan het karakter van werk voor een dierenatlas of schoolprent. De genegenheid der schilderes voor onze gevederde vr'enden is overal duidelijk waar neembaar en zorgvuldig aangekweekt: hier en daar voert die cenegenheid tot een stemming- gevend kunstwerk. Haar echtgenoot, de,beeldhouwer Böhncke. Ls In wezen inuulsiever en geeft zich vriier in zijn uitingen. Ziin liefde voor het dier is niet minder groot dan die der schilderes, doch hij ziet zijn su jetten meer als gemoedsmensch en minder als portrettist. Daardoor gaat er vaak lets van zoo'n groep uit dat ons boeten en bekoren kan. hoewel de vormgeving misschien minder rehoolsch-ver- ant.woord is. Doch daar heeft een Rodin zich ook niet in de eerste plaats om bekommerd. Die ver antwoording van den vorm gaat bij een impres sionist als Böhncke ongetwijfeld is. vaak schuil onder een schijnbare zorgeloosheid. Waarmee niet gezegd wil zijn dat Böhncke Rodin's gelijke is, doch wel dat men zijn werk niet met minder aan dacht moet bekijken op deze expositie dan dat van zijn kleuriger en misschien aantrekkelijker partner. J. H. DE BOIS. MUZIEK, Op het Dinsdagavond gegeven Paedagogisch Concert voerde Marinus Adam met het orkest der H.O.V. t.wee werken uit: de Suite in b kl. t. van Joh. Seb. Bach en de Eerste Symphonie, op. 21:1 van Ludwig van Beethoven. j, Suite en Symphonie: twee onderling verwante muzikale kunstvormen. Marinus Adam wees er bij 1 zijn mondelinge inleidingen op, dat de Symphonie c uit de Suite ontstaan is en dat, zooals men vaak zegt in de Symphonie „suitengeest" heerscht. Is naar r den vorm de Suite een aaneenschakeling van dans vormen, veelal voorafgegaan door een niet uit den e dans dus aan de bewegingskunst onstane Ouver- 0 ture: onder „suitengeest" heeft men den geest van d aristocratische of hoofsche verstrooiingsmuziek te verstaan. Deze geest heerscht in de dansvormen van Bach's, in zijn Köthener tijd geschreven b mineur- Suite voorzeker. Nergens is daarin de gekozen 'K vorm slechts van secundaire beteekenis, als dragef s van hoogere denkbeelden of diepere gemoedsuitin' gen: elk stuk schildert met fijnen humor en grooï bevalligheid den geest der toenmalige voornantf 6 kringen. De kunstvaardigheid van de canonischl 1 stemvoering in de Sarabande zal misschien den meesten van het hoofsche auditorium wel onop- r gemerkt voorbijgegaan zijn; zij dringt zich dan ook volstrekt niet op en de schoonheid der melodische lijn is zeer goed te genieten zonder dat men de imiteerende bas volgt. En ook het in vrijen fuga- tischen vorm gevatte middendeel der als inleidings stuk fungeerende „Fransche Ouverture" heeft het lichte karakter der overige deelen. Dat zou niet altijd zóó bij Bach blijven. In zijn later, in zijn Leipziger jaren geschreven Orkest suites heerscht de geest van hof en salon niet meer, evenmin als b.v. in zijn Partita's voor klavier, die ten opzichte zijner Fransche Suites eenzelfde ver schil van karakter toonen. Daar, in die D majeur- Suites spreekt Bach zijn eigen taal, en schroomde hij niet om de diepste roerselen van zijn gemoed in de overgeleverde vormen te openbaren. Wil men voorbeelden, dan mogen het hemlsche Air uit de eerste D maj .-Suite en de niet" minder schoone Allemande uit de 4e Qartita (eveneens in D ma jeur) daarvoor aangehaald worden. Maar in de andere deelen spreekt Bach niet meer tot een be perkten kring van aanzienlijken, maar tot het ge- heele volk. En zoo kon het ook gebeuren, dat een uit 1783 dateerend bericht vermeldde, dat bij een volksfeest in de buurt van Leipzig „het orkest er wakker op los streek, met Sonates (r= Suites) van .Bach begon en met straatdeuntjes eindigde". De Suites van Bach waren dus in dien tijd „populair". Maar het zou een halve eeuw duren, eer Mendels sohn het waagde om ze (in 1838) in de concertzaal te importeeren. Een soortgelijken overgang ziet men als men Beethoven's Symphonieën vergelijkt met die zijner groote voorgangers Haydn en Mozart. Bij dezen was, de Symphonie nog hoofdzakelijk een vorm van voor name verstrooiingskunst; het persoonlijk gemoeds leven, dat uit een enkele, vooral van Mozart, spreekt, vond in zijn tijd volstrekt geen algemeen® waardeering. Maar Beethoven trad reeds met zijn in 1800 voor het eerst uitgevoerde Eerste Sympho nie buiten de vroegere perken en sprak van de tri bune tot breede kringen: in zijn 24 jaar later ge schreven Negende wendde hij zich tot de geheele menschheid. In zijn Eerste is dit alles nog maar aangeduid. Doch zijn onafhankelijkheid blijkt reeds uit de ver vanging der deftige Menuet door een voortstor mend Scherzo, dat nog slechts in naam, niet in feite, een Menuet is. Het bovenstaand is geen verslag van wat Adam gezegd heeft maar een aanvulling daarvan. Mijn verslag over de muzikale vertolkingen kan kort zijn. Het strijkersensemble van ons orkest produ ceerde een mooie klankeenheid in Bach's Suite; de rhythmische preciesheid van het samenspel had echter nog grooter kunnen zijn. Johan Spies speelde de belangrijke fluitsolo's met de welluidendheid en technische zekerheid, die we van hem gewend zijn: alleen het kleine verschil in stemming tusschen de fluit en de strijkers werkte af en toe nadeelig. Beet hoven's Eerste Symphonie werd vlot gespeeld en vond veel waardeering, die ook aan den solofluitist der Suite geschonken was. K. DE JONG,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 8