POSTGIRO No's M WÊk Reizen en avonturen van Uit Wilde Gewesten y R IJ D A G 7 M A ART 1941' H A A R E E M'S D A 'G B L" A D Chiel de Boer zingt voor „de jongens" Een genotvolle middag in Groenendaal „De jongens" van het Kareol. zooals wij de Nederlandsche ex-soldaten, die in het Kareol verpleegd worden, in de wandeling noemen heb ben gistermiddag een dosis geestelijk medicijn geikregen van den bekenden wonderdokter Chiel de Boer en zijn assistenten Antoine Brusta en Zus de Groot. Ben comité te Heemstede onder voorzitterschap van Ds. D. Hagedoorn en met als secretaris Ohiel de Boer's vader jdie dus ook de Boer heet om met Chiel te gpréken) de historicus Dr. M. G. de Boer. had ervoor gezorgd dat er in het verver- schingshuis in het Groenendaalsche bosch door de Boer's cabaretgezelschap een uitvoering werd gegeven. Ds. D. Hagedoorn opende de uitvoering met een hartelijk welkomstwoord. Wel, het heeft gedaverd van den lach in het gezellige in typische de-Boer-stijl opgetrokken sjaaltje, en het aardige, misschien wel kenmer kende van Ohiel's befaamde woordspelingen is dat ze soms diep gaan. dat je even moet naden ken erover, zoodat de reactie uit de zaal pas na eenigen tijd komt. maar dan juist des te heviger wordt omdat een ieder er plezier in heeft dat ihij „er pas zoo laat achter komt!" Deze seconde stilte tusschen de „mop" en de reactie is een kostelijke belevenis, welke de humor van dezen vooraanstaanden cabaretier wel zeer eigen is. Overigens, in zijn geheel heeft het optreden van de Boer en zijn trawanten een zeer persoonlijk karakter. Een première was het gisteren natuur lijk niet, vele liedjes en eonferenceparten zijn reeds vele ikeeren over het voetlicht gekomen, doch het is juist zoo aardig dat de toehoorder bij een herhaalde voordracht der dolle woordspelin gen "hierin steeds nieuwe charmes ontdekt. Bij een „oude mop" is dat wat anders, die ihoor je eens en den tweeden keer ken je hém. De woord spelingen vooral omdat de Boer deze in „her ziene en uitgebreide uitgaven" ten gehoore brengt r— zijn steeds nieuw. Het liedje van den tuinslang •verkrijgt door zijn originaliteit welhaast een calbaret-historischen klank, en bijzonder geestig eenerzijds en fijntjes anderzijds blijven de schim men van Chiel, die hij met levendige liedjes be geleidt. De geschiedenis van den schurk en de maagd had bijzonder succes. De Kareol-ers zongen uit volle borst het „Neen neen, -duizendmaal neen" mee en deden zich ook bij andere gelegenheden vocaal van een goeden kaait kennen. Antoine Brusta. de man met het onbewogen ge zicht en den zeer beweeglijken geest, bracht een alleraardigst liedje, de levenshistorie van een sar dine en een sprot. Met zijn conference had hij eveneens groot succes. En Zus de Groot, die zoo fijntjes liedjes zingen kan, waarbij haar charmante warme stemgeluid zoo geheel en al afgestemd is op de intimiteit van de cabaret-omgeving, waagde het zoowaar om voor het front der „Jongens", die wat men noemt aan stevige kost gewend zijn, te treden met een kinderlijk-teer liedje uit haar repertoire, en zij won met vlag en wimpel der muze het pleit. In de pauze werden de Kareol-ers getracteerd op thee en gebak. Aan het slot van de voorstel ling dankte de geneesheer-directeur van het Kareol Ohiel de Boer en zijn gezelschap voor het door hun geboden genot. Want 100% genot was het! Zijn paard 30 maal geschopt. Wegens mishandeling van een paard had een 20-jarige veehandelaar te Rijswijk zich voor de Haagsche Rechtbank te verantwoorden. Een getuige verklaarde gezien te hebben, dat verdachte het paard 20 a 30 maal had geschopt met zijn met een klomp geschoeiden voet tegen borst, buik en in de knieholten. Verdachte zei geprobeerd te hebben het paard in beweging te krijgen, doch het bleef weiger achtig. Dit was niet de eerste maal, doch ook voor een ongeladen wagen weigerde het meermalen te trekken. De officier van justitie eischte 100 gulden boete subs. 50 dagen hechtenis. can de Winterhulp Nederland WinteAuIp Nederland, den Haag, No. 5553. Ais bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877* Stort op 5553 of 877 Winterhulp Nederland: breng licht in het leven uwer landgenooten. Doet uw plicht als Nederlander en geeft naar kunnen. 4 - ytf - •'Hv -tr». .•"s*- K'wfï j.» --w 1 - Met den wederopbouw van Rhenen is een begin gemaakt. Op de plaats waar 28 ar beiders-woningen zullen komen worden nu de ruimten gegraven voor de fun deering. (Foto Pax-Holland) EEN BOEKENTENTOONSTELLING IN DE DA COSTA-KWEEKSCHOOL. Er zijn deze week heel wat boekententoonstel lingen te bewónderen en de Da Costakweekschool is niet achter willen blijven. In een der localifeiten is door de goede zorg van den heer Van Noort, die aan deze onderwijsinrichting Ned. Taal doceert, een verzameling boeken bijeengebracht, die in het afgeloopen jaar^verschenen zijn, waaraan een speciale expositie is toagevoegd, gewijd aan den overleden auteur Marsman; voorts wat boeken uit de oude doos en een aantal handschriften. Aldus heeft men een bezienswaardig geheel ver kregen, waar elk wat wils vindt en waarin natuur lijk in de eerste plaats de aandacht wordt ge vraagd voor het nieuwe boek Het is wat moeilijk, titels te gaan noemen. Het zou een armelijke greep uit deze weelde van honderden werken worden. Als we niettemin een enkele aanteekening maken is het, om te memoreer en. dat Cor Bruin met zijn „Stranjubter" en Ooms met zijn „Watermolen" aanwezig zijn zoo goed als Eekhout met zijn be werking van het oude Uilenspiegelgegeven. Anne H. Mulder is met haar Zeven eeuwen Nederlandsche Levenskunst zoo goed aanwezig als Rumeiland van Vestdijk en de historische roman wordt ge representeerd door Joh. Brouwer met „Philips Willem''. Een groot aantal gedichten is eveneens verza meld. Slauerhoff, Hoornink en Roland Holst, Hoek stra, van Geuns en Anthonie Donkerhet zijn er enkelen van de velen, hier aanwezig in hun smaakvolle uitgaven, die een sprekende tegenstel ling vormen met d£ erentfeste Helmers en Rhijnvis Feith, Betje WolfBekker en Nicolaas Beets, Simon Stijl en Muzenalmanakjes. Op overzichtelijke wijze is alles gerangschikt, zoodat het kijken allerminst vermoeit, maar ge legenheid biedt, zich rustig op de hoogte te stel len van het vele en het vele goede, hier bijeen gebracht. Een mooie gelegenheid voor de leerlin gen, hier kennis te nemen van wat ons land het laatste jaar aan literatuur voortbracht en tot. leer zame vergelijkingen te komen tusschen heden en verleden Wanthet is een tentoonstelling voor de school Publiek is de tentoonstelling niet. Dat is ongetwijfeld jammer, om de zorg en de voor bereiding, die deze expositie gevgrgd moet heb ben, voor het publiek, dat zeker belangstelling zou hebben getoond. Moge de heer Van Noort niettemin ervaren, dat zijn werk, zij het in klei nen kring, de waardeering ondervindt, die het in zoo ruime mate verdient! De bomaanval op Den Haag. Slachtoffers begraven. Donderdag zijn in Den Haag vijf slachtoffers ter aarde besteld, die bij den bomaanval door Engelsche vliegers op Zondag j.l. den dood heb ben gevonden. Reeds vroeg in den ochtend stonden groep jes van buurtbewoners in de omgeving van het R.K. Ziekenhuis aan het Westeinde, in welke buurt de bommen tevens zijn terechtgekomen. In de chapelle ardente, waar de beide kisten van het echtpaar v. d. Kroft met glazen deksel stonden opgebaard, speelden zich hartverscheu rende tooneelen af, teen de familie een laatsten groet aan hun bloedverwanten kwam brengen. Tegen tien uur werden de beide kisten naar buiten gedragen en in den rouwstoet geplaatst. Kransen van de buurtbewoners dekten de baar. Vervolgens zette de droeve stoet zich in bewe ging en reed naar de Jacob Catsstraat, waar het personeel van de Hus' Broodfabrieken, waar de heer Van der Kroft en vroeger ook zijn vrouw werkzaam waren, stond opgesteld. Namens de di rectie en personeel werden vier kransen aan de baren gehecht. Op de R.K. Begraafplaats aan de Binck- horstlaan was de belangstelling eveneens zeer groot. In de rouwkapel verrichtte kapelaan Trouw borst de absoute, waarna de heer P. C. Wesse- ling in opdracht van den burgemeester van Den Haag twee palmtakken aan de groeve legde. Toen werd de beaarding verricht, waarna een familielid voor de belangstelling heeft be dankt. Op de Algemeene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan werden ook drie slachtoffers ter aarde besteld. Tegen elf uur kwam de stoet met het stoffe lijk overschot van den 62-jarigen heer H. H. Walther op de begraafplaats aan. Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door jhr. Six, die in naam van den burgemees ter een krans op het graf legde. Bij de groeve speelde zich een hartroerend ta fereel af, toen de echtgenoote van haai- man af scheid moest nemen. Een broer dankte voor de belangstelling. Te één uur arriveerde het rijtuig met het lijkje van het éénjarig kindje G. H. v. d. Kolk, met .de diepbedroefde ouders. Op het kistje lag een tak witte seringen. Bij de groeve sprak de heer L. v. d. Wulp, namens het gemeentebestuur woorden van deel neming en legde namens den burgemeester bloe men neer. Snikkend verlieten de ouders het kerkhof. Even later had op dezelfde begraafplaats de teraardebestelling plaats van den 12-jarigen W. van Dijk. Zijn klasgenooten schaarden zich om het graf, waar ook vele buurtbewoners zich verzamelden. Het hoofd van de Ned. Herv. School las eenige gedeelten uit den Bijbel, waar na de familieleden en schoolvriendjes bloemen op de kist strooiden. Toen zongen de kinderen een Psalmvers. VOOR DE KINDEREN Noor I A Gou. ornour fttk.n on monfurrn van Mlink.tr P'lli.b Taalding van Aarl van Eu'ijl. De kleine, dikke hengelaar Volgt vliig ter been het vreemde paar. Hij denkt: „Er komen ongelukken. Dat vrouwmensch scheurt mijn vriend aan stukken, 'k Kan hier niet blijven, 't is te mal, Ik vrees, dat zij hem kwaaddoen zal." 102. Maar ook de kaperkapitein Wil bij de overromp'ling zijn: Dus gaat hij ook maar mee aan 't draven, Vergeet de pret'ge, vell'ge haven. Wordt purperrood van boozen schrik En schreeuwt en maakt zich vreesTijk dik Mr. E. Heringa legde namens het gemeen bestuur een palmtak op de kist. Hij sprak kele troostwoorden tot de nabestaanden. Een bloedverwant dankte voor de belangs! ling. De 22-jarige L. A. M. Staallekker, werd Nieuw Eik en Duinen begraven. Hier was a; wezig ir. Van Hoytema namens het gemeen bestuur van den Haag. In de aula speelde de heer Gravelotte tr< muziek, waarna aan het graf de heer Van te ma een krans namens de Gemeente legde. Bij alle plechtigheden was het college secretarissen-generaal vertegenwoordigd. Secretaris-generaal van Justitie, j Krijgt nieuwe bevoegdheid. Het verordeningenblad van Donderdag vat de volgende verordening van den Rijkscc missaris voor het bezette Nederlandsche bied: Artikel 1: De secretaris-generaal van het partement van Justitie wordt gemachtigd, b nen de grenzen van zijn bevoegdheid besch kingen te geven, welke volgens het vroeg Nederlandsche recht in den vorm van een ninklijk besluit moesten worden gegeven. Artikel 2: Gelijktijdig met de beslissing, doeld in artikel 1 kan de secretaris-gener van het departement van Justitie bepalen, en tot op welk tijdstip deze beslissing terugw kende kracht heeft, wanneer dit, gezien de c standigheden van elk geval afzonderlijk, noo of redelijk is. Terugwerkende kracht kan ech niet worden verleend tot vóór 25 Mei 194( Artikel 3: De Rijkscommissaris voor het zette Nederlandsche gebied behoudt zich recht voor, in een bepaald geval de in de at kelen 1 en 2 bedoelde bevoegdheden zelf. te oefenen. Artikel 4: Deze verordening treedt in werk op den dag van haar afkondiging'. Nieuwe burgemeesters en regeerinj) commissarissen. Donderdag beëedigd. Donderdagmorgen heeft de Rijkscommisss voor het bezette Nederlandsche gebied, Rij minister Dr. Seyss-Inquart de op grond van a: kei 1 van zijn Verordening nr 3/1940 betreffe: de uitoefening van de regeeringsbevoegdheden Nederland benoemde burgemeesters-regeeringscc missarissen van Amsterdam, en Haarlem resp. heeren E. J. Voüte en S. L. A. Plekker eedigd. Tevens waren aanwezig de burgemeester-j geeringscommissaris van Hilversum, Jhr. Mr. Erj von Bönninghausen en C. van Ravenswaay, wel laatste tevoren reeds door den, secretaris-genen van het departement van Binnenlandsche Zatt Mr. Frederiks, Was beëedigd. Vóór de plechtige beëediging wendde de Rij» commissaris zich tot de nieuwbenoemde buri meesters en regeeringscommissarissen o.a. met j volgende woorden: „Gij hebt wegens uw benoeming tot burgemeesi- den eed volgens de Nederlandsche Grondwet afj leggen Ik zou voorop willen stellen, dat uw i noeming niet als represaille op de gebeurtenisi van de laatste dagen beschouwd moet wordt welke wij van het standpunt van de bezette» mogendheid niet begroeten en die van het stat punt van het Nederlandsche volk te betreuren zi Uw benoeming en de vervulling van uw taak - er op gericht, dat dergelijke gebeurtenissen in toekomst worden vermeden. De voornaamste t« van de regeeringscommissarissen echter moet zij aldus vervolgde de Rijkscommissaris, „het oor I het volk te luisteren te leggen, de behoeften het volk na te gaan en het volk in zijn eigen lang met sterke hand te leiden, want het volk wenscht den verstandigen en krachtigen leider, buitengewone maatregel van uw bnoeming" is den tegenwoordigen toestand geboren. Het is taak de belangen van het Nederlandsche volk overeenstemming te brengen met de noodzaj lijkheden, welke uit het feit der bezetting het land voortvloeien. Wanneer gij deze taak vt moogt te vervullen, zult gij zeker eens de wai deering uwer landgenooten deelachtig worden",] Na het afleggen van den eed wenschten de Rij] commissaris en de bij de eedaflegging tegf woordige commissaris-generaal den nieuwbem den regeeringscommissarissen en burgemees! succes bij het vervullen van hun verantwoorde!" taak. (A.N.PJ De kinderbijslag. Geldt in sommige gevallen niet als loon. Bij besluit van den secretaris-generaal v het departement van Sociale Zaken zijn in Invaliditeitswet, de Ongevallenwet, de Lan en Tuinbouw-ongevallenwet en de Ziekten wijzigingen aangebracht, waarbij wordt paald, dat als loon volgens die wetten niet geil de kinderbijslag, dien de verzekerde ontv; ingevolge de kinderbijslagwet of ingevcflge kinderbijslagregeling welke als bijzondere geling in den zin dier wetten is erkend. Naar het Amerikaansch van W. Mc. LEOD RAINE. (Nadruk verboden.) 23) O'Halloran slikte een lachje in, want de gou verneur had den spijker op den kop geslagen. Onate zou secretaris worden onder Valdez! De gouverneur keerde zich naar O'Halloran. —Ik ben overtuigd meneer. Als u me wilt toe staanHij liep naar zijn schrijftafel, ont sloot die en haalde er een perkament uit, dat hij den Ier- toeslingerdé. Dit is mijn aanstelling als gouverneur; dus sta me toe ze u te overhan digen voor de nieuwe partij. Als u zoo gK>ed wilt zijn een paar briefjes te schrijven, zal ik een boodschap sturen aan ge neraal Carlo en een aan kolonel Gabilonda, om te vragen of zij hier komen; me dunkt, de za ken moeten maar zoo vlug mogelijk worden, af gedaan. Megales zing zitten en schreef twee briefjes, die hij O'Halloran gaf en deze Het beide naai de plaats van bestemming brengen. Gabilonda werd aangediend en Generaal Carlo volgde hem op de hielen. De laatste keek verbaasd naar O'Halloran. Waar hebt u hem gevangen, Excellentie? vroeg hij. Ik heb hem niet gevangen; hij heeft mij gevangen en, indirect ook u generaal. Om kort te gaan, lachte de groote Ier, het 6pel is uit, generaal! Maar het leger dan? U bent toch geen overwinnaar geworden zonder strijd en ge vecht? Dat is toch zoo. Kijkt u maar eens naar dit papier, generaal en vertel me dan eens, waar voor wij nog het leger noodig zouden hebben. De helft van uw officieren is al naar den vijand ovexgeloopenonder hen zelfs de patriot Onate, dien ge hier ziet. Ik geloof er niets van, barstte Carlo uit. Zien is gelooven, generaal, antwoordde O'Halloran, die Onate een wenk gaf. De kolonel verliet de kamer en even later klonk een bel. Wat beteekent dat?, vroeg Carlo. Dat beduidt; te wapen, generaal! Het be teekent dat het oude in Chihuahua heeft afge daan en de nieuwe regeering begint. Leve Val- dez! Niet zonder strijd, schreeuwde de generaal opeens de kamer uitrennend. O'Halloran lachte. Ik ben bang dat het hem niet meer zal lukken! In afwachting van zijn terugkomst zou ik u willen verzoeken. Exel- lentie, kolonel Gabilonda op te dragen, ons de gevangenis over te geven. U hoort wat de nieuwe dictator zegt, kolo nel? vroeg Megales. Excuseer mij, Excellentie, maar een ge schreven bevel Zou u van de verantwoordelijkheid ontlas ten? In orde. Ik zal een bevel schrijven. Terwijl hij schreef, klonk van de binnen plaats een duidelijk gejuich „„Leve Valdez" en ook een ander geschreeuw, dat Megales deed verbleken. Dood aan den tyran, dood aan Megales! herhaalde de gouverneur, nadat het even stil was geworden. Ik vrees, meneer de dictator, dat het u niet zal lukken mij 'tegen zoo'n woedende beestenmassa te beschermen. Ik zal u hier levend uitbrengen of ik zal mee gaan vechten voor u. De gouverneur ging naar zijn schrijftafel terug en vervolgde den brief met vaste hand. Ik geloof, dat dit uw verantwoordelijkheid zal opheffen, kolonel. Op dit oogenblik kwam generaal Carlo weer binnen, met verwrongen gezicht. O'Halloran had snel nagedacht. Gouveneur, ik geloof dat het voor u en generaal Carlo het veiligst is een paar dagen in de gevangenis door te brengen. Ik zal mijn vriend O'Connor de bewaking opdragen met een betrouwbare wacht, dan heeft niemand er mee te maken, waar u beiden verborgen bent. Het verblijf zal niet heel aangenaam noch ruim zijn, maar Ik elk geval ruimer dan die, welke we zou den moeten betrekken, als we uw voorstel niet aannemen. Snel deelde O'Halloran de orders uit, nam vijf sterke vertrouwde mannen en maakte zich gereed heen te gaan. Maar nog voor ze de kamer uit waren, kwamen Juan Valdez en Carmencita Megales binnenstormen. Waar gaat u heen? Het is al te laat, want het paleis is omsingeld, schreeuwde de jonge man, kijk maar. Opgewonden strekte hij een arm naar het venster uit. Er zijn duizenden en duizenden oproerlingen, die om het leven van den gouverneur en generaal Carlo roepen. Carlo beefde als een blad, maar Megales glim lachte tegen O'Halloran met een cynisch lachje. Carmencita vloog snikkend in de armen van haar vader, maax Megales gaf haar over aan den man, die van haar hield. Mee naar mijn privé-bureau, daar is een geheime deur; kom, generaal, we hebben nog een kansje, beval hij kort. O'Halloran keek naar het kleine troepje dat zich naar het bureau haastte. Megales schoof de schrijftafel uit den hoek drukte op een veer, waardoor een paneel uit den wand sprong. Car lo, een en al angst en zenuwen, sprong direct in de opening. Megales rukte hem terug. - Een oogenblik, gene raal; dames gaan altijd voor. Kom, Carmen cita. Carlo volgde haar op den voet, daarop volgde de gouverneur en tenslotte Gabilonda, die even met O'Halloran had gefluisterd. Het paneel werd weer gesloten en Valdez en O'Halloran schoven de schrijftafel weer op de oude plaats, juist toen Garcia kwam binnenstor men met de boodschap dat het gepeupel niet lan ger tegengehouden kon worden. O'Halloran wierp onmiddellijk de balcondeuren open en stapte op het bordes. Vlug schoot hij driemaal achtereen zijn revolver af om de aan dacht te trekken en de boodschap, dat de dolle roode Ier O'Halloran allen iets te zeggen had. verspreidde zich als een loopend vuurtje. Van alle kanten kwam het opgewonden volk aanloo- pen om te luisteren. Hij sprak Mexicaansch, vlug en duidelijk en zijn sterke stem bereikte allen. Vrienden van en strijders vóór de heerlijke vrijheid, het uur waarvoor we gewerkt en gebe den hebben is aangebroken! En het bewind "an ons land is eindelijk in patriottische handen ge komen. Een uur geleden zijn de tyran Megales en Carlo uit het paleis gevlucht, te paard ge sprongen en in de richting der grenzen verdwe nen. Een gehuil van woede, als de kreten van een stervenden tijger, klonk door de stilte van den avond. Maar de vervolging is reeds in vollen gang. want de beste ruiters zijn achter hen aan gezon den. We verwachten dan ook dat de tyrannen vóór morgen in onze handen zullen vallen. Maal laat ons intusschën toonen, dat we de veroverde vrijheid ten volle waard zijn!' Laat ons dus niet gaan muiten en plunderen, maar laten we den grooten president in de hoofdstad van Mexico bewijzen, dat de onderdrukkers niet door schur ken zijn verdreven, maai- door weldenkende en welwillende menschen. De kolossale Ier merkte wel dat zijn gehoor 't absoluut niet met hem eens was en opeens kreeg hij een schitterend idee. Maar één heiligen plicht hebben we nog te vervullen, mijn medeburgers en vrienden. Ik zie al aan uw gezichten dat ge begrijpt en met me eens bent. Vooruit dan, patriotten, naar het plein en laat ons daar naar beneden halen en aan gruizelementen slaan het standbeeld van den duivel Megales, dat onze mooie stad ontsiert. Een tweede gehuil klonk op en alles holde naar het middenplein in groote golvende groepen... Hoofdstuk XV. IN DE GEVANGENIS. De vluchtelingen zochten hun weg, eerst door den steenen muur, toen een trapje af van een paar treedjes, die naar een tweeden gang voer de en toen liepen ze eenige honderden meters onder den grond verder, tot ze stuitten op een steenen muur, die den weg volkomen afsloot. Megales rekte zich wat uit en ging aan een touw hangen dat naar beneden bungelde j langzaam draaide hij een stuk in het metselwej om, zoodat aan beide kanten een opening kw groot genoeg om een man door te laten. Ze kwamen ten slotte in een kleine kaffi^ eenvoudig maar aardig gemeubeld met drie eei voudige stoelen, een bed, een tafel en een drej soir en ook zelfs een fornuis. Megales glimlachte. Ik ben de eenige leve: de mensch die van het bestaan van dit verbil afweet. Maar ik begrijp toch niet goed. hoe we 'hij uit kunnen komen, tenzij dan langs denzelfdj weg als we gekomen zijn, zei Gabilonda. tfj voor sommigen van ons een gevaarlijke ondo neming is! Megales liep naar den deur, maakte met d handen een opening tusschen wand en vloer drukte op een betonnen plaat. Langzaam we: de muur terug en zij keken in een iets lager ds van de gevangenisgang, de gang die naar de van Bucky en zijn liefste voerde. Maar dat brengt ons nog maar alleen de eene gevangenis in de andere, merkte de neraal op. We zijn hier net zoo goed op sloten. Ook daarin is voorzien. De zijtak van de t nel hierheen voert naar de rivier en met gereedschappen die daar klaar liggen kan binnen tien minuten een uitgang graven. Blijven we voorloopig hier? vroeg de doca ter van den gouverneur. We zuilen hier stellig voorloopig moew blijven of in elk geval in de cellen hieronder. Ei spijt me wel, Carmencita, maai- op het oogenbij zijn we wel alleen hier veilig, besliste Megaij kort. Het gezicht van Gabilonda klaarde op. bedenk me daar nog iets van belang, gouve. neur. Die jonge Amerikaan, O'Connor, is i aangesteld als bewaker van de gevangenis. Ik s hem terstond vrij laten en hier brengen, ds. kunt u met hem over uw vrijheid praten. (Wordt vervolgd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6