POSTGIRO No's
M
WÊk
Reizen en avonturen van
Uit Wilde Gewesten
y R IJ D A G 7 M A ART 1941'
H A A R E E M'S D A 'G B L" A D
Chiel de Boer zingt
voor „de jongens"
Een genotvolle middag in Groenendaal
„De jongens" van het Kareol. zooals wij de
Nederlandsche ex-soldaten, die in het Kareol
verpleegd worden, in de wandeling noemen heb
ben gistermiddag een dosis geestelijk medicijn
geikregen van den bekenden wonderdokter Chiel
de Boer en zijn assistenten Antoine Brusta en
Zus de Groot.
Ben comité te Heemstede onder voorzitterschap
van Ds. D. Hagedoorn en met als secretaris Ohiel
de Boer's vader jdie dus ook de Boer heet om
met Chiel te gpréken) de historicus Dr. M. G. de
Boer. had ervoor gezorgd dat er in het verver-
schingshuis in het Groenendaalsche bosch door
de Boer's cabaretgezelschap een uitvoering werd
gegeven.
Ds. D. Hagedoorn opende de uitvoering met een
hartelijk welkomstwoord.
Wel, het heeft gedaverd van den lach in het
gezellige in typische de-Boer-stijl opgetrokken
sjaaltje, en het aardige, misschien wel kenmer
kende van Ohiel's befaamde woordspelingen is
dat ze soms diep gaan. dat je even moet naden
ken erover, zoodat de reactie uit de zaal pas na
eenigen tijd komt. maar dan juist des te heviger
wordt omdat een ieder er plezier in heeft dat ihij
„er pas zoo laat achter komt!" Deze seconde
stilte tusschen de „mop" en de reactie is een
kostelijke belevenis, welke de humor van dezen
vooraanstaanden cabaretier wel zeer eigen is.
Overigens, in zijn geheel heeft het optreden van
de Boer en zijn trawanten een zeer persoonlijk
karakter. Een première was het gisteren natuur
lijk niet, vele liedjes en eonferenceparten zijn
reeds vele ikeeren over het voetlicht gekomen,
doch het is juist zoo aardig dat de toehoorder bij
een herhaalde voordracht der dolle woordspelin
gen "hierin steeds nieuwe charmes ontdekt. Bij
een „oude mop" is dat wat anders, die ihoor je
eens en den tweeden keer ken je hém. De woord
spelingen vooral omdat de Boer deze in „her
ziene en uitgebreide uitgaven" ten gehoore brengt
r— zijn steeds nieuw. Het liedje van den tuinslang
•verkrijgt door zijn originaliteit welhaast een
calbaret-historischen klank, en bijzonder geestig
eenerzijds en fijntjes anderzijds blijven de schim
men van Chiel, die hij met levendige liedjes be
geleidt.
De geschiedenis van den schurk en de maagd
had bijzonder succes. De Kareol-ers zongen uit
volle borst het „Neen neen, -duizendmaal neen"
mee en deden zich ook bij andere gelegenheden
vocaal van een goeden kaait kennen.
Antoine Brusta. de man met het onbewogen ge
zicht en den zeer beweeglijken geest, bracht een
alleraardigst liedje, de levenshistorie van een sar
dine en een sprot. Met zijn conference had hij
eveneens groot succes.
En Zus de Groot, die zoo fijntjes liedjes zingen
kan, waarbij haar charmante warme stemgeluid
zoo geheel en al afgestemd is op de intimiteit
van de cabaret-omgeving, waagde het zoowaar
om voor het front der „Jongens", die wat men
noemt aan stevige kost gewend zijn, te treden met
een kinderlijk-teer liedje uit haar repertoire, en
zij won met vlag en wimpel der muze het pleit.
In de pauze werden de Kareol-ers getracteerd
op thee en gebak. Aan het slot van de voorstel
ling dankte de geneesheer-directeur van het
Kareol Ohiel de Boer en zijn gezelschap voor het
door hun geboden genot. Want 100% genot was
het!
Zijn paard 30 maal geschopt.
Wegens mishandeling van een paard had een
20-jarige veehandelaar te Rijswijk zich voor de
Haagsche Rechtbank te verantwoorden.
Een getuige verklaarde gezien te hebben, dat
verdachte het paard 20 a 30 maal had geschopt
met zijn met een klomp geschoeiden voet tegen
borst, buik en in de knieholten.
Verdachte zei geprobeerd te hebben het paard
in beweging te krijgen, doch het bleef weiger
achtig. Dit was niet de eerste maal, doch ook voor
een ongeladen wagen weigerde het meermalen te
trekken.
De officier van justitie eischte 100 gulden boete
subs. 50 dagen hechtenis.
can de Winterhulp Nederland
WinteAuIp Nederland, den Haag,
No. 5553. Ais bank der Winterhulp
Nederland is aangewezen de Kasver-
eeniging N.V. Amsterdam No. 877*
Stort op 5553 of 877
Winterhulp Nederland: breng licht in
het leven uwer landgenooten.
Doet uw plicht als Nederlander en geeft
naar kunnen.
4 -
ytf - •'Hv -tr».
.•"s*- K'wfï j.»
--w 1 -
Met den wederopbouw van Rhenen is een begin gemaakt. Op de plaats waar 28 ar
beiders-woningen zullen komen worden nu de ruimten gegraven voor de fun
deering. (Foto Pax-Holland)
EEN BOEKENTENTOONSTELLING IN DE
DA COSTA-KWEEKSCHOOL.
Er zijn deze week heel wat boekententoonstel
lingen te bewónderen en de Da Costakweekschool
is niet achter willen blijven. In een der localifeiten
is door de goede zorg van den heer Van Noort,
die aan deze onderwijsinrichting Ned. Taal doceert,
een verzameling boeken bijeengebracht, die in het
afgeloopen jaar^verschenen zijn, waaraan een
speciale expositie is toagevoegd, gewijd aan den
overleden auteur Marsman; voorts wat boeken
uit de oude doos en een aantal handschriften.
Aldus heeft men een bezienswaardig geheel ver
kregen, waar elk wat wils vindt en waarin natuur
lijk in de eerste plaats de aandacht wordt ge
vraagd voor het nieuwe boek Het is wat moeilijk,
titels te gaan noemen. Het zou een armelijke greep
uit deze weelde van honderden werken worden.
Als we niettemin een enkele aanteekening maken
is het, om te memoreer en. dat Cor Bruin met zijn
„Stranjubter" en Ooms met zijn „Watermolen"
aanwezig zijn zoo goed als Eekhout met zijn be
werking van het oude Uilenspiegelgegeven. Anne
H. Mulder is met haar Zeven eeuwen Nederlandsche
Levenskunst zoo goed aanwezig als Rumeiland
van Vestdijk en de historische roman wordt ge
representeerd door Joh. Brouwer met „Philips
Willem''.
Een groot aantal gedichten is eveneens verza
meld. Slauerhoff, Hoornink en Roland Holst, Hoek
stra, van Geuns en Anthonie Donkerhet zijn
er enkelen van de velen, hier aanwezig in hun
smaakvolle uitgaven, die een sprekende tegenstel
ling vormen met d£ erentfeste Helmers en Rhijnvis
Feith, Betje WolfBekker en Nicolaas Beets,
Simon Stijl en Muzenalmanakjes.
Op overzichtelijke wijze is alles gerangschikt,
zoodat het kijken allerminst vermoeit, maar ge
legenheid biedt, zich rustig op de hoogte te stel
len van het vele en het vele goede, hier bijeen
gebracht. Een mooie gelegenheid voor de leerlin
gen, hier kennis te nemen van wat ons land het
laatste jaar aan literatuur voortbracht en tot. leer
zame vergelijkingen te komen tusschen heden en
verleden Wanthet is een tentoonstelling voor
de school Publiek is de tentoonstelling niet. Dat
is ongetwijfeld jammer, om de zorg en de voor
bereiding, die deze expositie gevgrgd moet heb
ben, voor het publiek, dat zeker belangstelling
zou hebben getoond. Moge de heer Van Noort
niettemin ervaren, dat zijn werk, zij het in klei
nen kring, de waardeering ondervindt, die het in
zoo ruime mate verdient!
De bomaanval op Den Haag.
Slachtoffers begraven.
Donderdag zijn in Den Haag vijf slachtoffers
ter aarde besteld, die bij den bomaanval door
Engelsche vliegers op Zondag j.l. den dood heb
ben gevonden.
Reeds vroeg in den ochtend stonden groep
jes van buurtbewoners in de omgeving van het
R.K. Ziekenhuis aan het Westeinde, in welke
buurt de bommen tevens zijn terechtgekomen.
In de chapelle ardente, waar de beide kisten
van het echtpaar v. d. Kroft met glazen deksel
stonden opgebaard, speelden zich hartverscheu
rende tooneelen af, teen de familie een laatsten
groet aan hun bloedverwanten kwam brengen.
Tegen tien uur werden de beide kisten naar
buiten gedragen en in den rouwstoet geplaatst.
Kransen van de buurtbewoners dekten de baar.
Vervolgens zette de droeve stoet zich in bewe
ging en reed naar de Jacob Catsstraat, waar het
personeel van de Hus' Broodfabrieken, waar de
heer Van der Kroft en vroeger ook zijn vrouw
werkzaam waren, stond opgesteld. Namens de di
rectie en personeel werden vier kransen aan de
baren gehecht.
Op de R.K. Begraafplaats aan de Binck-
horstlaan was de belangstelling eveneens zeer
groot.
In de rouwkapel verrichtte kapelaan Trouw
borst de absoute, waarna de heer P. C. Wesse-
ling in opdracht van den burgemeester van Den
Haag twee palmtakken aan de groeve legde.
Toen werd de beaarding verricht, waarna een
familielid voor de belangstelling heeft be
dankt.
Op de Algemeene Begraafplaats aan de
Kerkhoflaan werden ook drie slachtoffers ter
aarde besteld.
Tegen elf uur kwam de stoet met het stoffe
lijk overschot van den 62-jarigen heer H. H.
Walther op de begraafplaats aan.
Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd
door jhr. Six, die in naam van den burgemees
ter een krans op het graf legde.
Bij de groeve speelde zich een hartroerend ta
fereel af, toen de echtgenoote van haai- man af
scheid moest nemen.
Een broer dankte voor de belangstelling.
Te één uur arriveerde het rijtuig met het
lijkje van het éénjarig kindje G. H. v. d. Kolk,
met .de diepbedroefde ouders. Op het kistje
lag een tak witte seringen.
Bij de groeve sprak de heer L. v. d. Wulp,
namens het gemeentebestuur woorden van deel
neming en legde namens den burgemeester bloe
men neer. Snikkend verlieten de ouders het
kerkhof.
Even later had op dezelfde begraafplaats de
teraardebestelling plaats van den 12-jarigen W.
van Dijk. Zijn klasgenooten schaarden zich om
het graf, waar ook vele buurtbewoners zich
verzamelden. Het hoofd van de Ned. Herv.
School las eenige gedeelten uit den Bijbel, waar
na de familieleden en schoolvriendjes bloemen
op de kist strooiden. Toen zongen de kinderen
een Psalmvers.
VOOR DE KINDEREN
Noor I A Gou. ornour
fttk.n on monfurrn van Mlink.tr P'lli.b
Taalding van Aarl van Eu'ijl.
De kleine, dikke hengelaar
Volgt vliig ter been het vreemde paar.
Hij denkt: „Er komen ongelukken.
Dat vrouwmensch scheurt mijn vriend
aan stukken,
'k Kan hier niet blijven, 't is te mal,
Ik vrees, dat zij hem kwaaddoen zal."
102. Maar ook de kaperkapitein
Wil bij de overromp'ling zijn:
Dus gaat hij ook maar mee aan 't
draven,
Vergeet de pret'ge, vell'ge haven.
Wordt purperrood van boozen schrik
En schreeuwt en maakt zich vreesTijk
dik
Mr. E. Heringa legde namens het gemeen
bestuur een palmtak op de kist. Hij sprak
kele troostwoorden tot de nabestaanden.
Een bloedverwant dankte voor de belangs!
ling.
De 22-jarige L. A. M. Staallekker, werd
Nieuw Eik en Duinen begraven. Hier was a;
wezig ir. Van Hoytema namens het gemeen
bestuur van den Haag.
In de aula speelde de heer Gravelotte tr<
muziek, waarna aan het graf de heer Van
te ma een krans namens de Gemeente
legde.
Bij alle plechtigheden was het college
secretarissen-generaal vertegenwoordigd.
Secretaris-generaal van Justitie, j
Krijgt nieuwe bevoegdheid.
Het verordeningenblad van Donderdag
vat de volgende verordening van den Rijkscc
missaris voor het bezette Nederlandsche
bied:
Artikel 1: De secretaris-generaal van het
partement van Justitie wordt gemachtigd, b
nen de grenzen van zijn bevoegdheid besch
kingen te geven, welke volgens het vroeg
Nederlandsche recht in den vorm van een
ninklijk besluit moesten worden gegeven.
Artikel 2: Gelijktijdig met de beslissing,
doeld in artikel 1 kan de secretaris-gener
van het departement van Justitie bepalen,
en tot op welk tijdstip deze beslissing terugw
kende kracht heeft, wanneer dit, gezien de c
standigheden van elk geval afzonderlijk, noo
of redelijk is. Terugwerkende kracht kan ech
niet worden verleend tot vóór 25 Mei 194(
Artikel 3: De Rijkscommissaris voor het
zette Nederlandsche gebied behoudt zich
recht voor, in een bepaald geval de in de at
kelen 1 en 2 bedoelde bevoegdheden zelf.
te oefenen.
Artikel 4: Deze verordening treedt in werk
op den dag van haar afkondiging'.
Nieuwe burgemeesters en regeerinj)
commissarissen.
Donderdag beëedigd.
Donderdagmorgen heeft de Rijkscommisss
voor het bezette Nederlandsche gebied, Rij
minister Dr. Seyss-Inquart de op grond van a:
kei 1 van zijn Verordening nr 3/1940 betreffe:
de uitoefening van de regeeringsbevoegdheden
Nederland benoemde burgemeesters-regeeringscc
missarissen van Amsterdam, en Haarlem resp.
heeren E. J. Voüte en S. L. A. Plekker
eedigd.
Tevens waren aanwezig de burgemeester-j
geeringscommissaris van Hilversum, Jhr. Mr. Erj
von Bönninghausen en C. van Ravenswaay, wel
laatste tevoren reeds door den, secretaris-genen
van het departement van Binnenlandsche Zatt
Mr. Frederiks, Was beëedigd.
Vóór de plechtige beëediging wendde de Rij»
commissaris zich tot de nieuwbenoemde buri
meesters en regeeringscommissarissen o.a. met j
volgende woorden:
„Gij hebt wegens uw benoeming tot burgemeesi-
den eed volgens de Nederlandsche Grondwet afj
leggen Ik zou voorop willen stellen, dat uw i
noeming niet als represaille op de gebeurtenisi
van de laatste dagen beschouwd moet wordt
welke wij van het standpunt van de bezette»
mogendheid niet begroeten en die van het stat
punt van het Nederlandsche volk te betreuren zi
Uw benoeming en de vervulling van uw taak -
er op gericht, dat dergelijke gebeurtenissen in
toekomst worden vermeden. De voornaamste t«
van de regeeringscommissarissen echter moet zij
aldus vervolgde de Rijkscommissaris, „het oor I
het volk te luisteren te leggen, de behoeften
het volk na te gaan en het volk in zijn eigen
lang met sterke hand te leiden, want het volk
wenscht den verstandigen en krachtigen leider,
buitengewone maatregel van uw bnoeming" is
den tegenwoordigen toestand geboren. Het is
taak de belangen van het Nederlandsche volk
overeenstemming te brengen met de noodzaj
lijkheden, welke uit het feit der bezetting
het land voortvloeien. Wanneer gij deze taak vt
moogt te vervullen, zult gij zeker eens de wai
deering uwer landgenooten deelachtig worden",]
Na het afleggen van den eed wenschten de Rij]
commissaris en de bij de eedaflegging tegf
woordige commissaris-generaal den nieuwbem
den regeeringscommissarissen en burgemees!
succes bij het vervullen van hun verantwoorde!"
taak.
(A.N.PJ
De kinderbijslag.
Geldt in sommige gevallen niet als loon.
Bij besluit van den secretaris-generaal v
het departement van Sociale Zaken zijn in
Invaliditeitswet, de Ongevallenwet, de Lan
en Tuinbouw-ongevallenwet en de Ziekten
wijzigingen aangebracht, waarbij wordt
paald, dat als loon volgens die wetten niet geil
de kinderbijslag, dien de verzekerde ontv;
ingevolge de kinderbijslagwet of ingevcflge
kinderbijslagregeling welke als bijzondere
geling in den zin dier wetten is erkend.
Naar het Amerikaansch van
W. Mc. LEOD RAINE.
(Nadruk verboden.)
23)
O'Halloran slikte een lachje in, want de gou
verneur had den spijker op den kop geslagen.
Onate zou secretaris worden onder Valdez!
De gouverneur keerde zich naar O'Halloran.
—Ik ben overtuigd meneer. Als u me wilt toe
staanHij liep naar zijn schrijftafel, ont
sloot die en haalde er een perkament uit, dat hij
den Ier- toeslingerdé. Dit is mijn aanstelling
als gouverneur; dus sta me toe ze u te overhan
digen voor de nieuwe partij.
Als u zoo gK>ed wilt zijn een paar briefjes te
schrijven, zal ik een boodschap sturen aan ge
neraal Carlo en een aan kolonel Gabilonda, om
te vragen of zij hier komen; me dunkt, de za
ken moeten maar zoo vlug mogelijk worden, af
gedaan.
Megales zing zitten en schreef twee briefjes,
die hij O'Halloran gaf en deze Het beide naai
de plaats van bestemming brengen.
Gabilonda werd aangediend en Generaal
Carlo volgde hem op de hielen. De laatste keek
verbaasd naar O'Halloran. Waar hebt u hem
gevangen, Excellentie? vroeg hij.
Ik heb hem niet gevangen; hij heeft mij
gevangen en, indirect ook u generaal.
Om kort te gaan, lachte de groote Ier, het
6pel is uit, generaal!
Maar het leger dan? U bent toch geen
overwinnaar geworden zonder strijd en ge
vecht?
Dat is toch zoo. Kijkt u maar eens naar dit
papier, generaal en vertel me dan eens, waar
voor wij nog het leger noodig zouden hebben. De
helft van uw officieren is al naar den vijand
ovexgeloopenonder hen zelfs de patriot Onate,
dien ge hier ziet.
Ik geloof er niets van, barstte Carlo uit.
Zien is gelooven, generaal, antwoordde
O'Halloran, die Onate een wenk gaf.
De kolonel verliet de kamer en even later klonk
een bel.
Wat beteekent dat?, vroeg Carlo.
Dat beduidt; te wapen, generaal! Het be
teekent dat het oude in Chihuahua heeft afge
daan en de nieuwe regeering begint. Leve Val-
dez!
Niet zonder strijd, schreeuwde de generaal
opeens de kamer uitrennend.
O'Halloran lachte. Ik ben bang dat het
hem niet meer zal lukken! In afwachting van
zijn terugkomst zou ik u willen verzoeken. Exel-
lentie, kolonel Gabilonda op te dragen, ons de
gevangenis over te geven.
U hoort wat de nieuwe dictator zegt, kolo
nel? vroeg Megales.
Excuseer mij, Excellentie, maar een ge
schreven bevel
Zou u van de verantwoordelijkheid ontlas
ten? In orde. Ik zal een bevel schrijven.
Terwijl hij schreef, klonk van de binnen
plaats een duidelijk gejuich „„Leve Valdez" en
ook een ander geschreeuw, dat Megales deed
verbleken.
Dood aan den tyran, dood aan Megales!
herhaalde de gouverneur, nadat het even stil was
geworden. Ik vrees, meneer de dictator, dat het
u niet zal lukken mij 'tegen zoo'n woedende
beestenmassa te beschermen.
Ik zal u hier levend uitbrengen of ik zal
mee gaan vechten voor u.
De gouverneur ging naar zijn schrijftafel
terug en vervolgde den brief met vaste hand.
Ik geloof, dat dit uw verantwoordelijkheid zal
opheffen, kolonel.
Op dit oogenblik kwam generaal Carlo weer
binnen, met verwrongen gezicht.
O'Halloran had snel nagedacht. Gouveneur,
ik geloof dat het voor u en generaal Carlo het
veiligst is een paar dagen in de gevangenis
door te brengen. Ik zal mijn vriend O'Connor
de bewaking opdragen met een betrouwbare
wacht, dan heeft niemand er mee te maken,
waar u beiden verborgen bent. Het verblijf zal
niet heel aangenaam noch ruim zijn, maar
Ik elk geval ruimer dan die, welke we zou
den moeten betrekken, als we uw voorstel niet
aannemen.
Snel deelde O'Halloran de orders uit, nam
vijf sterke vertrouwde mannen en maakte zich
gereed heen te gaan. Maar nog voor ze de kamer
uit waren, kwamen Juan Valdez en Carmencita
Megales binnenstormen.
Waar gaat u heen? Het is al te laat, want
het paleis is omsingeld, schreeuwde de jonge
man, kijk maar. Opgewonden strekte hij een
arm naar het venster uit. Er zijn duizenden en
duizenden oproerlingen, die om het leven van
den gouverneur en generaal Carlo roepen.
Carlo beefde als een blad, maar Megales glim
lachte tegen O'Halloran met een cynisch lachje.
Carmencita vloog snikkend in de armen van
haar vader, maax Megales gaf haar over aan den
man, die van haar hield.
Mee naar mijn privé-bureau, daar is een
geheime deur; kom, generaal, we hebben nog
een kansje, beval hij kort.
O'Halloran keek naar het kleine troepje dat
zich naar het bureau haastte. Megales schoof
de schrijftafel uit den hoek drukte op een veer,
waardoor een paneel uit den wand sprong. Car
lo, een en al angst en zenuwen, sprong direct
in de opening.
Megales rukte hem terug. - Een oogenblik, gene
raal; dames gaan altijd voor. Kom, Carmen
cita.
Carlo volgde haar op den voet, daarop volgde
de gouverneur en tenslotte Gabilonda, die even
met O'Halloran had gefluisterd.
Het paneel werd weer gesloten en Valdez en
O'Halloran schoven de schrijftafel weer op de
oude plaats, juist toen Garcia kwam binnenstor
men met de boodschap dat het gepeupel niet lan
ger tegengehouden kon worden.
O'Halloran wierp onmiddellijk de balcondeuren
open en stapte op het bordes. Vlug schoot hij
driemaal achtereen zijn revolver af om de aan
dacht te trekken en de boodschap, dat de dolle
roode Ier O'Halloran allen iets te zeggen had.
verspreidde zich als een loopend vuurtje. Van
alle kanten kwam het opgewonden volk aanloo-
pen om te luisteren.
Hij sprak Mexicaansch, vlug en duidelijk en
zijn sterke stem bereikte allen.
Vrienden van en strijders vóór de heerlijke
vrijheid, het uur waarvoor we gewerkt en gebe
den hebben is aangebroken! En het bewind "an
ons land is eindelijk in patriottische handen ge
komen. Een uur geleden zijn de tyran Megales
en Carlo uit het paleis gevlucht, te paard ge
sprongen en in de richting der grenzen verdwe
nen.
Een gehuil van woede, als de kreten van een
stervenden tijger, klonk door de stilte van den
avond.
Maar de vervolging is reeds in vollen gang.
want de beste ruiters zijn achter hen aan gezon
den. We verwachten dan ook dat de tyrannen
vóór morgen in onze handen zullen vallen. Maal
laat ons intusschën toonen, dat we de veroverde
vrijheid ten volle waard zijn!' Laat ons dus niet
gaan muiten en plunderen, maar laten we den
grooten president in de hoofdstad van Mexico
bewijzen, dat de onderdrukkers niet door schur
ken zijn verdreven, maai- door weldenkende en
welwillende menschen.
De kolossale Ier merkte wel dat zijn gehoor 't
absoluut niet met hem eens was en opeens kreeg
hij een schitterend idee.
Maar één heiligen plicht hebben we nog te
vervullen, mijn medeburgers en vrienden. Ik
zie al aan uw gezichten dat ge begrijpt en met
me eens bent. Vooruit dan, patriotten, naar
het plein en laat ons daar naar beneden halen
en aan gruizelementen slaan het standbeeld van
den duivel Megales, dat onze mooie stad ontsiert.
Een tweede gehuil klonk op en alles holde naar
het middenplein in groote golvende groepen...
Hoofdstuk XV.
IN DE GEVANGENIS.
De vluchtelingen zochten hun weg, eerst door
den steenen muur, toen een trapje af van een
paar treedjes, die naar een tweeden gang voer
de en toen liepen ze eenige honderden meters
onder den grond verder, tot ze stuitten op een
steenen muur, die den weg volkomen afsloot.
Megales rekte zich wat uit en ging aan een
touw hangen dat naar beneden bungelde j
langzaam draaide hij een stuk in het metselwej
om, zoodat aan beide kanten een opening kw
groot genoeg om een man door te laten.
Ze kwamen ten slotte in een kleine kaffi^
eenvoudig maar aardig gemeubeld met drie eei
voudige stoelen, een bed, een tafel en een drej
soir en ook zelfs een fornuis.
Megales glimlachte. Ik ben de eenige leve:
de mensch die van het bestaan van dit verbil
afweet.
Maar ik begrijp toch niet goed. hoe we 'hij
uit kunnen komen, tenzij dan langs denzelfdj
weg als we gekomen zijn, zei Gabilonda. tfj
voor sommigen van ons een gevaarlijke ondo
neming is!
Megales liep naar den deur, maakte met d
handen een opening tusschen wand en vloer
drukte op een betonnen plaat. Langzaam we:
de muur terug en zij keken in een iets lager ds
van de gevangenisgang, de gang die naar de
van Bucky en zijn liefste voerde.
Maar dat brengt ons nog maar alleen
de eene gevangenis in de andere, merkte de
neraal op. We zijn hier net zoo goed op
sloten.
Ook daarin is voorzien. De zijtak van de t
nel hierheen voert naar de rivier en met
gereedschappen die daar klaar liggen kan
binnen tien minuten een uitgang graven.
Blijven we voorloopig hier? vroeg de doca
ter van den gouverneur.
We zuilen hier stellig voorloopig moew
blijven of in elk geval in de cellen hieronder. Ei
spijt me wel, Carmencita, maai- op het oogenbij
zijn we wel alleen hier veilig, besliste Megaij
kort.
Het gezicht van Gabilonda klaarde op.
bedenk me daar nog iets van belang, gouve.
neur. Die jonge Amerikaan, O'Connor, is i
aangesteld als bewaker van de gevangenis. Ik s
hem terstond vrij laten en hier brengen, ds.
kunt u met hem over uw vrijheid praten.
(Wordt vervolgd^