Een brokje Oostelijke voetbal-historie. DONDERDAG 3 APRIL 1941 HAARD EM'S DAG BE AD 6 Spaït en SpeC j Go-Ahead in moeilijkheden. Elke sportclub, die aan een competitie deelneemt, maakt het werd In deze rubriek nog onlangs met een aantal voorbeelden aangetoond periodes van op- en neergang door; het hangt van de leiding, de innerlijke kracht, de aanwezigheid en de wijze van opkweeken der Jongere leden af. of de dalende lijn der prestaties na korten of langeren tijd weer een opwaartsche curve krijgt. Soms komt de neergang plotseling en is dan niet zelden te wijten aan het feit. dat men de ouder wordende spelers van een succesvolle ploeg te lang handhaaft, waardoor zij op een gegeven moment bijna allen tegelijk door Jonge cn onervaren krachten moet worden vervangen. Onder de dreiging van hel degradatiespook doet het bestuur In zulk een geval dan dikwijls een beroep op veteranen uit den glorietijd en met hun geroutineerde hulp gelukt het dan wel eens het gevaar althans voor het loopende seizoen tc wenden, natuurlijk zonder dat daardoor de oorzaak van den achteruitgang wordt weggenomen. Op die wijze trach ten thans o.a. K. F. C. en De Kennemers aan de onderste plaats op de ranglijst te ontkomen en al zullen de Koo- gers daar waarschijnlijk nipt ln slagen, zoo ziet de toe komst er voor de club uit Beverwijk, die over de noodlge reserves beschikt, voor het volgend Jaar rooskleuriger uit. Het Deventersche Go-ahead. de eerste Oostelijke ecniging. die een Nederlandsch Kampioenschap behaalde (1317) en deze prestatie ln 1922, '30 en '33 herhaalde, die bovendien in totaal 14 maal aan den strijd om den natlo- naion titel deelnam, verkeert thans eveneens in moeilijk heden. De jaren, dat de roodgelen den toon aangaven en voor Iedere club in den lande een welhaast onverslaan bare tegenpartij vormden, zijn ■voorbij. Hulsman, Roetert. de gebroeders De Kreek, Jan en Leo Halle hebben, de een na den ander, de voetbalschoenen aan de wilgen ge hangen en slechts linkshalf Roelofs en de vleugelspeler De Vries zijn uit de kampioensploeg overgebleven. Go-ahead is desondanks vrij onverwacht en eigenlijk door een samenloop van omstandigheden, die karakte ristiek ls voor den feilen,strijd en hel weinige onderlinge krachtsverschil tusschen de clubs in de Oostelijke eerste klasse ,op de onderste plaats beland. Eenlge maanden geleden scheen A. G. O V. V., dat met ruimen achterstand de roode lantaarn droeg, het kind van de rekening te zullen worden, maar zooals bijna ieder seizoen werd ook nu de strijd om de hoogste en laagste plaats in deze sectie pas op het einde van de competitie beslist. Hoe onfor tuinlijk de Deventernaren zijn geweest, blijkt voldoende uit het feit, dat. nu alle clubs nog één wedstrijd voor den boeg hebben, de nummers vijf tot en met negen op de ranglijst met dertien punten alle gelijk- staan, terwijl Go-ahead het met vijf overwinningen tot tien punten heeft gebracht Het verschil tusschen Wageningen. dat op de vijfde plaats troont, en de hekkeslulters, is dus wel uiterst gering. Met dat al staan de degradatiewedstrijden voor de deur en die zijn Juist in dit district bijzonder zwaar. Slechts sporadisch is het in de laatste tien jaar een eerste klasser geluk, haar plaats in den strijd met de kampioenen van de lagere afdeeling te behouden en meer malen waren beide gegadigden voor promotie haar de haas. Achtereenvolgens moesten Be Quick (Zutphen). Tubantia, Robur et Velocitas. P. E. C. (Zwolle), Vitesse. Quick. Z. A. C.. Hengelo, S. C. H. en Enschedesche Boys het onderspit delven en slechts vier van dit tiental slaag den er in om zich na moeizamen strijd weer omhoog te werken. Indien Go-ahead zou degradeeren, zou een zoo belang rijk sportcentrum als Deventer een tweede tijdperk van voetbal-verval tegemoet gaan. Dertig jaar geleden verloor het aloude Utile Dulci, dat met H F. C. tot de eerst ge vestigde clubs van het land behoort, het eerste klasse schap. na vele roemvolle wapenfeiten te hebben verricht. Onder meer bracht U. D. het in 1908 onder aanvoerder- JETJE WAS EEN KIESKEURIG MEISJE. Maar op bezoek bij de muizen kreeg ze een goede tes. Van melkvelletjes en een rode gombal. „.Tetje, maak voort, kind!" zei Moeder. „Ja Moes" zei Jetje en ze zuchtte eens. „Smaakt het je weer niet?" -vroeg Moeder. „Och Jawel, maarzei, Jetje en ze boog zich voor over naar het sneetje brood op haar bordje, stak één spits vingertje uit, tot ze bijna het laagje boter raakte „Moeder, mijn brood is nat!" zei Jetje en ze keek héél verschrikt en héél verontwaardigd. „Kind, hoe kan dat nu?" En Moeder keek ook In de richting, waar Jetje gewezen had en zag een heel, héél klein druppeltje melk op het brood liggen. Het druppel tje stond bol bóvenop de boter, 't was zeker daarnet bij •t aan tafel gaan uit de beker gespat, die nogal vol was. „Nu, boter cn melk, dat bijt elkaar niet" zei Moeder. Maar Jetje was 't hier niet mee eens. Ze keek nog eens zo boos cn zo zuur en riep: „maar dat kan ik niet opeten! Bah. wie eet er nu nat brood!" „Foei kind, bah zeggen en dat van het kostelijke voedsel!" Nu was het Moeders beurt om verontwaardigd te zijn. „Eet" het vlug op, vooruit hoor!" En dan bemoeide Moeder zich weer haastig met kleine Bobble, die met z'n paplepel om zich heen zwaaide. „Néé" zei Jetje en ze schoof haar bordje van zich af. „Schaam jij je niet?" zei Moeder. „Je moest vreselijk dankbaar zijn, dat je al dat heer lijke brood nog krijg tl Foei!" „Heerlijk brood? Nat brood!" mompelde het stoute Jetje, en heel zachtjes omdat ze tóch wel een beetje bang was, dat Moeder écht boos zou worden! fluisterde ze er achteraan: „bah!" „Ring!" ging de bel. „Daar heb je Emmy al!" zei Moeder „en nu heb jij nog Je brood niet op." Emmy wgs Jetje's vriendinnetje, die haar iedere morgen kwam halen en heel vaak zat het kieskeurige meisje dan nog te eten. zodat ze al een paar keer te laat op school gekomen waren. „Mag ik mee?" riep Jetje. „Ja. omdat je Emmy niet moogt laten wachten. Maar ik verzeker je. dat je om twaalf uur dit brood opeet" zei Moeder. „Zet het maar op 't bordje ln 't buffet, dan ver geet ik het ntet." Jetje was erg opgelucht, toen ze met Emmy, nog mooi bijtijds, naar school staptje. „Ik heb lekker m'n brood laten staan" zei ze. „Want het was nat, er zat melk op. Ik eet geen nat brood, hoor!" En zc nam zich voor het sneetje brood vast cn zeker niet op te eten. al kwam er de grootste narigheid van. •t Was bijna elke dag zo met Jetje: nu eens zat er een velletje op de melk en dat bliefde de jongedame niet, dan weer zat er een kluitje in de pap of was de chocola niet zoet genoeg of verbeeldde ze zich. dat de groente te gaar was. Moeder en Jetje hadden veel last van die kieskeurig heid en Vader werd er gauw boos om. Die zei: „Ja, we zullen een aparte kok nemen voor dc freule". En als Vader zoiets zei. dan zweeg Jetje maar, want dan wist ze dat 't ernst was! Jetje hoopte dus maar, dat Vader niet thuis kwam kof fiedrinken. Maar dat was die dag juist wél het geval. Net. toen ze gezellig zaten te babbelen met z'n drietjes, dacht Moeder aan het sneetje brood van vanmorgen en haalde het uit 't buffet. „Kijk eens. kind" zei Moeder, terwijl ze 't bordje voor Jetje neerzette. Enverbeeldde Jetje 't zich of was het werkelijk zo. dat Moeder tegen Vader knipoogde? Misschien verbeeldde ze 't zich alleen maar. maar ln leder geval: ze werd er woedend om! Opeens, wit van drift, duwde ze 't bordje met de „natte" boterham een eind van zich af en riep: „Maar Ik eet het tóch niet op, als u dót maar weet! Ik doe het niet!" „Jetje!" zei Vader en stond op. „Ja, Va?" ze) Jetje. „Eet onmiddellijk dat brood op óf ga van tafel I" „Nee" schudde Jetje. „Mars!" zei Vader en hij pakte haar bij de arm. jetje had al spijt, maar ze was koppig. Mei tranen ln de Ogen zette ze haar beker melk op het bordje naast het brood cn liep naar de deur. Moeder hield de deur voor haar open, zonder iets te zeggen. Dóór werd Jetje nog veel verdrietiger om. Moeder had best bij de deur nog- eens kunnen zeggen: „kom Jetje, eet je nu je brood op?" en dan had ze zich nog wel bedacht. Maar nu was 't te laat. Verdrietig en landerig slofte Jetje met het bordje naar 't naalkamertje. waar ze altijd haar brood moest'opeten, als ze kieskeurig was geweest, 't Was er kaal cn kin cn een beetje muf. want 't kamertje werd haast nooit ge bruikt. Op de tafel lag een ongezellig groen kleed. Jetje ïette er haar bordje op en zuchtte. Ze keek naar het brood en voelde eraan met haar vin schap van Plüym tot eeii beslissingswedstrijd om den na- tionalen titel, nadat de belde eerste matches tegen het Haagsche Quick in gelijke spelen waren geëindigd. Reeds een jaar later begon de neergang van deze pioniers en als bewijs daarvan zij hieronder het ranglijstje van de toenmalige Oostelijke eerste klasse aan het einde van het seizoen 1908'09 afgedrukt, zooals ik dat onlangs tusschen vergeelde paperassen ontdekte. Wilhelmlna 12 8 1 3 39—24 17 Vitesse 12 7 2 3 41—13 18 t Zesde 12 7 1 4 23—20 15 u. D. 12 6 3 3 23—25 15 P. W. 12 4 1 7 27—28 9 G. V. C. 11 3 2 6 15—34 8 Quick 11 J 0 10 8—32 2 Dit lijstje werd In de „Arnhemsche Courant" gepubli ceerd enkele dagen na den beslissenden strijd de eerste voetbalmatch, dien lk bijwoonde tusschen Vitesse en Wilhelmlna in het Gelderseh Haagje, een strijd, die in een l—l gelijk spel eindigde. Een week tevoren had de ontmoeting tusschen de Arnhemmers voor wie de later welbekende H. F. C.'ers Jan Laan toen middenvoor speel de en' de studentenclub G. V. C. te Wageningen een zelfde resultaat gehad, doch Vitesse had tegen het niet toekenen van een strafschop protest aahgeteekend. Han gende dit protest schreef bovengenoemd blad het volgen de commentaar op den competitiestand, waaruit men kan opmaken, dat het vroeger toch wel een tikje gemoedelijker toeging dan tegenwoordig. „Het bestuur der A. V. en A. C. „Vitesse" heeft in hare (sic!) vergadering van Maandagavond j.l. besloten om. in geval het door haar ingediende protest naar aanleiding van het niet toekennen van een strafschop in den wed strijd G. V. C.—Vitesse te Wageningen op Zondag 28 Maart J.l. mocht worden toegewezen, waardoor Vitesse en niet Wilhelmlna kampioen van Oost-Nederland zou zijn. aan de Bossche vereeniging voor te stellen, met toestem ming van het bestuur van den N. V. B„ nogmaals een beslissingswedstrijd te Arnhem te komen spelen. Voor waar een sympathiek besluit". Zoover kwam het niet; Wilhelmlna behield den titel, ve-r loor twee maal van het Rotterdamsche Sparta en het vol gen seizoen wasQuick (Nijmegen), de hekkesluiter van een jaar tevoren, kampioen. De roodzwarten weerden zich zelfs zoo goed. dat zij slechts met 3—2 en 2—0 van het sterke H. V. V. verloren, zoodat Breero gelijk had, toen hij zeide: ,,'t kan verkeeren". Daarna kwam G. V. C. tweemaal tegen Sparta aan bod en Vitesse moest tot 1913 wachten, alvorens zij den strijd met de Rotterdam mers kon aanbinden, om daarin twee keer met 2—1 te worden geklopt. Als sprekend voorbeeld van de gemoede lijkheid uit die dagen moge worden vermeld, dat de stu denten-voetballers van G. V. C. per Jan Plezier uit Wa geningen naar Arnhem kwamen om hun opvolgers in het kampioenschap aan te moedigen. Op het feestelijk ver sierde rijtuig prijkte een groot bord met de woorden; „Leve Vitesse". Intusschen was eerst P. W. en daarna U. D. het kind van de rekening geworden en' toen in 1913 ccn Zuidelijke eerste klasse werd ingesteld, viel de Oostelijke afdeeling uit elkaar, 't Zesde, de club. samengesteld uit onder officieren van het zesde regiment te Breda en Wilhelmlna werden zeer tegen hun zin in het nieuw gevormde district ondergebracht en beide vereenigingen hebben deze onvrij willige „overplanting" met degradatie moeten boeten. Eerstgenoemde club ls reeds lang ter ziele. Terwijl de boven geschetste gebeurtenissen plaats von den. kwamen andere clubs aan de poort naar de eerste klasse kloppen. Eerst was het O. D. O. (Arnhem), toen Robur et Velocitas, daarna Tubantia. de vereeniging van den thans in onze stad gevestigden N. V. B.-official Kep- pels. en tenslotteGo ahead. O. D. O. bereikte bijna het doel. maar werd ln een beslissingswedstrijd door Wil- helmina geslagen, waarna de meeste spelers naar Vitesse overgingen en de roodgele vlag spoedig voor goed moest worden gestreken. Robur was. mede dank zij den. op jeugdigen leeftijd gestorven, goalgetter De Jong. fortuin lijker en de gebroeders Nijhoff brachten ook Tubantia ln de hoogste afdeeling. Toen kwam Go-ahead als de opvolg ster van U. D. cn reeds in 1616 behaalde de Deventer volksclub haar eerste Oostelijke kampioenschap. Thans is, het 25 jaar later en terwijl de roodgelen degradatie wedstrijden moeten spelen, doet U. D een goeden gooi naar het kampioenschap van.... de derde klasse. Inderdaad: 't kan verkeeren! CRITICUS. HET SCHOOLVOETBALTOURNOOI. Ondanks de tijdsomstandigheden is het aantal inschrij vingen voor het Paaschtournooi der scholieren van 111 tot 118 gestegen. Daar niet zooveel terreinen beschikbaar zijn als in vorige jaren, moeten de verliezers-wedstrijden ln de afdeelingen D. cn E. vervallen. Er hebben zich zooals trouwens elk Jaar gebeurt enkele scheidsrechters aangemeld voor het lelden van matches op Zaterdagmid dag cn Zondag (Eersten Paaschdag). Ten overvloede zij hier nogmaals medegedeeld, dat het tournooi juist dan onderbroken wordt, zoodat deze aanmeldingen zonder meer ter zijde moeten worden gelegd. Om teleurstellingen tc voorkomen, leze men met aandacht de programma- indeeling in ons blad. Dammen Om liet damkampioenschap van Kennemerland. Dukel wint twee partijen en is zeker van het kampioenschap der hoofdklasse. Het damtournooi om het kampioenschap van Kennemer land werd te Santpoort voortgezet. De uitslagen luiden als volgt: Hoofdklasse: B. Dukel wint van Bakhuys; H. v. d. Heljde wint van Dinkgréve: P. C. Bals wint van Ouden dijk; A. J. Buyck wint van H. Diederiks. De uitslagen van de Dinsdagavond in Hotel Kennemer- hof gespeelde partijen luiden-als volgt: Hoofdklasse: P. C. Bals wint van Dinkgreve; B. Dukel wint van H. Diederiks; A. J. Buyck remise met H. v. d. Heijde; H. Laros wint van Bakhuys. Eerste klasse: Snel verliest van Koetsier; T. Hoek wint van Wesselius; Janssen verliest van Wesselius; J. v. Stra ten in gewonnen stelling afgebroken met Koetsier, Tweede klasse: Buren wint van 't Hart; Selderbeek afgebroken met Zuiderduin; Kok verliest van Ott. In de hoofdklasse is Dukel vrijwel zeker van het kam pioenschap. Met acht partijen Is het tournooi geëindigd cn de D. C. I—J.er moet allee nog spelen tegen Buyck uit Santpoort. Deze partij wordt a.s. Maandagavond in Sant poort gespeeld. Dukel heeft aan remise voldoende, om zich veilig te stellen voor de eerste plaats. De tweede en derde plaats is belangrijk voor de meestcrwedstrijden. Hier voor komen in aanmerking Bais, Beverwijk, Laros, IJmul- den cn Buyck, Santpoort. De stgnd der hoofdklasse luidt: gesp. gew. rem. verl. pnt. 1. B. Dukel 7 6 1 0 13 2. P. C. Bais 8 3 4 1 10 3. A. J. Buyck 6 3 2 1- 8 4. Laros 5 3 117 5. v. d. Heijde 7 2 3 2 7 6. Dinkgreve 7 2 14 5 7. Diederiks 6 2 0 4 4 8. Bakhuys 6 114 3 9. Oudendijk 6 0 15 1 Eerste klasse: Hoek 4 3 10 7 Snel 5 2 12 5 v. Straten 3 2 0 1 4 Koetsier 2 2 0 0 4 Janssen 3 0 0 3 0 Wesselius 5 10 4 2 Tweede klasse: Buren 5 4 10 9 Selderbeek 4 3 10 7 Ott 5 2 3 0 7 't Hart 5 12 2 4 Kok 6 114 3 Zuiderduin 4 0 2 2 2 Steutel 5 0 2 3 2 Selderbeek staat ln zijn afgebroken partij tegen Zuider duin zeer gunstig, zoodat de spanning in deze klasse nog volop aanwezig is. Maandagavond wordt het tournooi in Santpoort voort gezet. Zooals wij reeds hebben medegedeeld, is de inschrijving voor de wedstrijden om de persoonlijke kampioenschap pen van Haarlem 1941 tevens voorwedstrijden kam pioenschap van Noord-Holland en wedstrijd om den meestertitel van den Nederlandschen Dambond thans opengesteld. Er wordt gespeeld in drie klassen, namelijk: hoofd-, eerste en tweede klasse. Voor het eerst in de geschiedenis dezer wedstrijden zal een moyenne-systeem worden ingevoerd, waarbij werd bepaald, dat spelers die dit jaar met een moyenne van minstens 1.33 eindigen, volgend jaar in een hoogere klasse zullen moeten uitkomen, terwijl spelers, die beneden een moyenne van 40 blijven, naar een lagere klasse zullen degradeeren. Hoewel de titelhouder P. van Dartelen aanvankelijk het voornemen had dit Jaar zijn titel niet te verdedigen het zware programma dat deze speler achter den rug heeft was hierdoor wel een voldoende excuus kan wor den gemeld, dat hij alsnog besloten heeft dit jaar toch aan de Haarlemsche kampioenswedstrijden deel te nemen. Bovendien hebben J. B. Sluiter Jr. en J. W. .van Darte len (beiden oud-kampioen van Haarlem) ook voor deze wedstrijden ingeschreven. Wij brengen nog in herinnering, dat de Inschrijving Vrijdag 4 April a.s. sluit bij den heer P. H. Meure, Over- tonweg 20 te Haarlem-Noord. A. G. NOORDHUIS OVERLEDEN! Naar wij vernemen ls te Groningen in den ouderdom van 43 jaar overleden de bekende hoofdklasse-speler en problemist A. G. Noordhuis. De overledene nam ln het damleven der provincie Grpningen een zeer vooraan staande plaats in en was o.m. verscheidene malen kam pioen van de stad en provincie Groningen. Als problemist genoot hij een internationale vermaard heid en vele zijner composities werden in problemlsten- wedstrijden bekroond. Uit de beide ontmoetingen, welke de Haarlemsche Dam club tegen zijn vereeniging, het Damgenoolschap „Het Noorden" te Groningen, speelde, is hij ook bij de Haar lemsche damspelers bekend als een sympathiek en eerlijk strijder met meer dan gewone damkwallteiten. Voetbal HET SPEL DER CLUBS UIT HAARLEM EN OMGEVING. Beschouwingen over tic laatste vijf seizoenen. DE KENNEMERS. Deze stoere club uit Beverwijk speelt nog niet lang in de tweede klas. Jarenlang heeft zij in de derde klas rond gedoold en zooals het met zooveel clubs het geval is. ge schiedde ook met haar: heel wat moeilijkheden moesten worden overwonnen, eer het kampioenschap van de afdee ling behaald was. doch dan kwam nog dat kleine, maar o zoo zware promotle-competitietje, waarin tal van clubs, die zoo gaarne hoorgerop wilden, struikelden. Zoo speelden de Wijker Jongens in het seizoen l922/'23 in de derde klasse C en ontmoetten daar o.a. reeds Bloe- mendaal en Watergraafsmeer, die ze thans in de tweede klas bestrijden, enden tegenwoordigen eerste-klasser V. S. V. Het was een afdeeling van acht clubs, zoodat slechts veertien wedstrijden gespeeld moesten worden. Veel tijd om zich nog eens te herstellen, was er dus niet. De Kennemers eindigden op de vierde plaats met een ge middelde van 1.—. En ln het volgende seizoen konden de Kennemers het nog niet tot het kampioenschap brengen; ook ditmaal was de vierde plaats hun deel. Eerst in het seizoen 1928/'29 kwamen de Wijkers in aan merking voor het spelen van promotiewedstrijden; het ging tegen V V. A. en Alphen. De buit was echter voor de Amsterdammers. Men liet in Beverwijk den moed echter nog lang niet zakken, want in het volgende seizoen voerden de Kennemers een verwoeden strijd tegen de Volewijckers om de eerste plaats, die de Amsterdammers met slechts één punt voorsprong in bezit namen. Het kampioenschap werd behaald in 1931 met de volgen de fraaie cijfers: gesp. 18, gew. 16, gelijk 0, verl. 2, punten 32, vóór 82 goals, tegen 34, gem. 1.77. De promotie mocht helaas nog niet volgen, want in 1931/'32 werd nog steeds ln de derde klas gespeeld, waar wederom de tweede plaats werd bezet met 22 punten; dat was één punt min der dan O. S. V., die de vlag dus kon uitsteken. Het verhaal over de Kennemers dreigt een beetje een- gers en weer zei ze hardop „bah!". Ja, nu was het drup peltje melk natuurlijk in het brood gezakt en dus moest het nu echt nat zijn. Jetje griezelde en keek met gefronst voorhoofd naar de beker melk. Zie je wel, dacht ze 't niet? Daar zat een dik vel op! Jetje had geen lepeltje om 't er af Ie halen, dus deed ze dat maar met haar vingers. En ze legde het velletje op de rand van haar bordje en wilde de melk opdrinken, want ze begon nu toch echt een beetje trek te krijgen Maar brr, die melk was lauw! Nu, van lauwe melk hield Jetje helemaal niet. Als 't nu nog ijskoude óf warme melk was, maar lauw.... De prachtige roomvla werd over de gombalpudding gedaan. Hè. Jetje werd echt verdrietig en haar maagje knorde. Uit de zak van haar schortje haalde ze een klein pa piertje en in dat papiertje zal een mooie, vuurrode gom bal. net een klein tulbandje. Zou ze die dan maar opeten? Jetje keek ernaar, rook er eens aan en toennee", zei Jetje, „bah, er zitten haartjes aan, lk zie 't duidelijk." En de gombal werd op 't bordje gelegd, naast het brood en het velletje van de melk. 't Was doodstil in 't kleine naalkamertje, waar de zon warm naar binnen scheen. Doodstil en vervelend. Jetje hing landerig op haar stoel en telde de blokken ln het kleed: blauw, geel, rood bruin En toenPiep, piep!" riep een bits stemmetje en een klein bedrijvig muisje kwam aangetrippeld, holde rake lings aan Jetje's voeten voorbij en was vlug als de wind op de tafel gekomen. Het snuffelde aan het brood, aan het velletje en ook aan de gombal en toen ging het op de achterpootjes zitten en riep nogeens, kort en fel: „Piep, piep! Plep-piep-piep!" Dat beteekende: „Kinderen, komen jullie dan toch hel pen! Er valt hier iets te bikken!" En 't gekke van 't geval was, dat Jetje precies de muizentaal verstond. Ze was dan ook niets verwonderd, toen ze gekrabbel hoorde bij 't gaatje achter de kachel en rits roets wel zeven Jonge muisjes te voorschijn zag komen. „Ha, zijn jullie daar?" riep de Moedermuis, „kijk eens, wat ik hier allemaal vind! Een rijkdom, een weelde ge woonweg!" En toen was 't een gepiep en gekwetter van belang. „Is er geen onraad!" vroeg een klein, angstig meisjes muisje. „Welnee: Het mensenmeisje zit doodstil, ze slaapt zeker. En ze lust al dat heerlijke eten toch niet, dus mogen we 't gerust hebben. Kijk jongens, eerst brengen we die mooie, rode pudding in veiligheid. Vooruit ieder een eindje!" Dat gebeurde. De gombal werd voorzichtig naar de rand van de tafel gerold en toen naar beneden gegooid, waar twee muisjes hem opvingen. En toen ging het in optocht naar het gaatje, de toegangsdeur tot het muizen hol. „Wat een pracht pudding, hè?" hoorde Jetje de muisjes fluisteren. „Wat een heerlijke pudding voor Snuffeltje's verjaardag!" En de stoet ging voorbij en verdween in het hol. Maar even later waren ze rits roets alweer terug om het brood te halen. Daar deden ze zich eerst eens flink aan te goed en de korstjes werden in 't hol ge sleept. En tenslotte begonnen ze met z'n drieën aan het velletje te trekken, zodat het van 't bordje losliet. Toen werd het door twee flinke jongensmuizen opgerold net als een kostbaar tapijt tussen hen in naar 't hol ge dragen. Toen Jetje dat zag, kon ze zich heus niet langer be dwingen! Ze boog zich zover mogelijk naar 't holletje toe en riep: „Maar.... maar wat doen jullie dóór nu toch mee? Met een velletje?" De muisjes Hepen niet weg, zoals Jetje' gedacht had. Ze lachten en fluisterden geheimzinnig en de moedermuis zei: „Kom mee, mensenmeisje; als je belooft, dat je ons geen kwaad zult doen, dan zullen wij 't je laten zien. En toen ging Jetje op visite in het' muizenhuis. Heb je ooit zoiets leuk§ gehoord? En daar de muizendagen maar één uurtje duren, was het al direct „morgen" en de ver jaardag van Snuffeltje. Of Jetje pret had? Reusachtig, dat kun Je je voorstel len! En weet je wat de muizenmoeder van het velletje maakte? Een prachtige roomvla en die werd over de heer lijke gombalpudding gedaan. En Jetje, 't kieskeurige Jetje, at er ook een stukje van en 't smaakte haar heer lijk. Wat vond ze zichzelf toen een flauw, kinderachtig kind! Alleen heeft Jetje nooit begrepen, hoe ze later weer opeens in het naalkamertje op haar stoel zat en hoe mogelijk was geweest, dat ze door zo'n héél klein gaatje was gekropen! Begrijpen jullie het? R. DE RUYTER—V. d. FEER. tonlg te worden, maar dat ls niet onze schuld; als zij ln het seizoen één wedstrijd inecr gewonnen hadden, zou O. S. V. het hun weer niet hebben afgesnoept. De eind cijfers waren toen: gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-t. gem. O. S. V. 18 16 0 2 32 79—32 1.77 Kennemers 18 15 1 2 31 78—25 1.72 In 1934/'35 plaatsen de Wijkers zich weer No. 1; thans in de derde klasse A. Merkwaardigerwijs werden door de Kennemers evenals in het vorig seizoen 78 doelpunten gescoord Dit gaf natuurlijk hoop voor de komende pro motiecompetitie. maar wederom werd verkeerd gemikt; thans toonde U. V. S. zich sterker. Maar eindelijk werd dan toch het beoogde doel be reikt, zij het ook na een extra zwaren strijd. Dat was in 1935/'36, toen hadden de Kennemers en Zandvoort elk 28 punten aan het einde van het seizoen. Hier moest dus een beslissingswedstrijd den doorslag geven. De schaal sloeg door ten gunste van de Wijkers. Die hadden dus weer een goede kans. een plaatsje in de tweede klas te veroveren. De strijd ging tegen Olympia en V. I. O. S. De Beverweker club zegevierde met zeven punten uit vier wedstrijden en promoveerde naar de tweede klas! De beslissende strijd werd Zondag 28 Juni dus toen de zomer al zijn intrede had gedaan gespeeld tegen Olym pia. Het werd een zeer enerveerende kamp, die door de Kennemers met 3—2 gewonnen werd. Deze zege bracht aan de Kennemers de welverdiende promotie. Het was Steeman, die met het winnende doel punt zulk een geweldige vreugde in Beverwijk ver oorzaakte. Het elftal, dat de Kennemers in de tweede klas bracht, was als volgt samengesteld: Van Urk, Duiveman, Van der Bos, Effern, Dlnkla, Van der Wal, Veenstra, Horeman, Groot, Steeman, Brethouwer. Aanvankelijk waren de prestaties in de nieuwe omge ving niet slecht, want de club eindigde een seizoen daar na op de vierde plaats en liet o.a. H. F. C. en Bloemendaal onder zich. En in l937/'38 werd zelfs de tweede plaats met fraaie cijfers veroverd, maar zij had drie punten min der dan de kampioen D. W. V. .Daarna werd het minder; het volgende seizoen zakten de Kennemers naar de vijfde plaats; ln de noodcompetltle van l939/'40 naar de zesde en in dit seizoen kan men hun naam in de onderste regionen vinden. Zij voelen blijkbaar gelukkig niets voor degra datie, want j.l. Zondag stuurden ze den vroegeren eerste klasser Hilversum met. een gevoelige 5—1 nederlaag naar huis terug. Met belangstelling zullen we de verrichtingen van de Kennemers blijven gadeslaan. J. H. D. K. Roeien „Moeder, mijn brood Is KWIKSTAARTJES LIEF EN LEED Met de schoonmaak heb ik laatst ook mijn balconnetje duchtig schoongemaakt. Ik nam ook de plantenbakken eraf en hield het prachtige nestje, dat een kwikstaartjes paartje het vorige jaar gebouwd had. even in de hand. Het zat tussen 't balconnetje en een bloemtak gedrukt, op een beschut plekje. Ik dacht toen nog eens terug aan al het pleizier, dat we met die kwikstaartjes hebben beleefd. Begin Mei kwamen ze opeens aanvliegen en vestigden zich in bet nestje, dat er nog zat van 't vorig jaar. Maar 't huis was natuurlijk leeg en ook verwaarloosd In die lange winter, 't Moest dus eerst hoognodig worden opge knapt. Heel wat halmpjes, strootjes, mos en veertjes wer den aangesleept vóór het gezellige kamertje voor de jon gen gereed was. En kijk, al heel gauw lagen er toen eitjes in en reeds in de laatste week van Mei had de blijde gebeurtenis plaats: vijf roze vogelkindertjes lagen in 't nest. Wat 'waren de ouders blij! Helemaal opgewonden zaten ze om de beurt op de rand van 't nest te voeren. De dikke gele snavels stonden maar voortdurend wijd open en de oude vogels waren onvermoeid aan 't slepen. Het moedertje was de Ijverigste van de twee: ze vloog wel twee keer tegen de vader één keer. En vader rustte ook nog wel eens een poosje uit en zong dan een deuntje van „tsiku, tsiku." Ook had de Moeder de taak het nest schoon te houden. Telkens als een van de kindertjes iets Het vallen, nam ze het witte „ietsje" in de snavel en droeg het weg. Och, och, wat groeiden die Jonge kwikstaartjes vlug! n ze waren ook erg zacht en vriendelijk onder elkaar, ls een van hen eens een bizonder grote hap kreeg, begon hij er direct van uit te delen aan zijn broertjes en zusjes.: Dat gaat bij andere vogelsoorten weieens heel anders toe, bij spreeuwen en merels b.v. hebben soms hele vechtpar tijen in 't nest plaats. Al na twaalf dagen zaten de kleintjes op de nestrand en klapten met de vleugels. De moeder vloog heen weer, ze wilde de kinderen het vUegen voordoen. Ze wipte vleugelklappend op 't randje van de plantenbak heen en weer, terwijl ze een zacht liedje zong. Dat ging nog twee dagen zo door, maar op de 14e dag, toen ik toevallig al om half vijf wakker was, zag ik, dat het vogelmoedertje maar steeds heen en weer vloog tussen het nest en de daar vlak bij gelegen eikeboom. Vader zat op de planten bak met z'n staart te wippen, klapte met de vleugels en sjilpte luid. Waarschijnlijk sprak hij de kleintjes moed ln om de grote stap te wagen. En toenopeens vatte een der kleine vogels moed en vloog naar zijn moedeiK En riu waagden de anderen ook het avontuur. Ze kwamen nool» meer in het nest terug. Nog een paar dagen zag ik ze in de tuin en in hel weiland en ze werden door de ouders nog flink verwend. Maar dan vlogen ze ver weg. Ik hoop nu maar, dat ze dit voorjaar terugkomen. EEN ZEEREIS IN EEN BROUWKETEL In de zomer van het jaar 1558 zaten te Königsberg een paar burgers en schippers gezellig bij een potje bier. Het gesprek liep vooral over de gevaarlijkheid van de scheep vaart ln het Frische Haff, dat vol zandbanken lag. Allen waren 't erover eens, dat het uitvaren van het Haff geen peuleschilletje was en dat het heel wat zeemanskunst eiste om dit er goed af te brengen. Allenop één na. Want de bierbrouwer Rummelaff beweerde, dat 't de moeite niet waard was om over de praten en dat hü wel ln staat was. in een van zijn kope ren brouwketels van Königsberg naar Danzig te varen! Waarschijnlijk had de bierbrouwer wel een glaasje te veel gedronken, toen hij zo aan 't opscheppen sloeg, maar de anderen hielden hem aan zijn woord en gingen hoge weddenschappen aan Rummelaff ging er grif op in: hij moest en zou in een brouwketel naar Danzig varen! De volgende morgen was zijn ijver wel een beetje be koeld. maar toen hij dacht aan de grote sommen, die hij zou verspelen als hij terugkrabbelde, besloot hij, het waagstuk toch maar te gaan volbrengen. En dus ging Rummelaff op 11 Augustus 1553, ten aan- schouwe van een geweldige mensenmassa op reis. Hij liet zijn koperen brouwketel ln 't water zakken, pakte twee riemen en een flinke voorraad proviand er in en zette af. Toen hij met het gevaarlijk schommelende vaartuig zee koos klonk een oorverdovend gejuich en getier van de opgewonden menigte en men wedde honderd tegen één, dat hij na een paar meter de tocht zou opgeven. Maar 't kwam anders uit. Eerst gleed hij de diepe Pre- gel af, dan voer hij veertien mijlen ver door het Frische Haff en tenslotte kwam hij door de Nogat en de Weichsel te Danzig aan. zeer tot verbazing van de inwoners, die nog nooit zo'n vreemdsoortig vaartuig ln hun haven had den zien binnenlopen. De burgemeester van Danzig gaf een feestmaaltijd te zijner eere cn liet trompetten en pauken aanrukken om hem feestelijk uitgeleide te doen, toen hij een paar dagen later met zijn brouwketel op een gewoon kustschlp naar Königsberg terugkeerde. Rummelaff streek in zijn woonplaats vergenoegd het erlljk verdiende geld op, maar verklaarde toch. dat hij voor honderdmaal zoveel niet nogeens zo'n avontuurlijke tocht zou willen wagenl DE PORTEFEUILLE. Mijnheer Knops heeft zijn portefeulUe verloren. Alles zit erin: zijn geld, broodkaarten, vleeschkaarten, identi teitsbewijs enz. Mijnheer Knops zit te peinzen, waar hij die dag zoal geweest is. Dan fietst hij naar de spaarbank «n naar 't postkantoor, naar de sigarenwinkel, naar de bloemen winkel, het café, den kapper. Maar tevergeefs: niemand heeft zijn portefeulUe ge vonden. Met vermoeide knieën sleept hij zich naar huls. Maar mevrouw Knops trekt een blij gezicht. „Verbeeld Je" zegt ze „ik heb 't bureau voor gevonden voorwerpen opgebeld cn Je portefeuille ls terecht!" Maar mijnheer Knops schudt treurig het hoofd. „Dat kan niet!" zegt hij „want op 't bureau voor gevons den voorwerpen ben lk helemaal niet geweeatl" -u Wandelsport AVOND-VIERDAAGSCHE. Reeds thans wordt de aandacht gevestigd op de door den N. H. W. B. te organiseeren Avond-Vierdaagsche, die dit jaar wordt gehouden op 18, 19, 20 en 21 Juni a.s. Voor Haarlem en omgeving hebben ln het comité van uitvoe ring zitting genomen de heeren: H. H. Winters, Heussensstraat 104, Haarlem N„ algemeen leider; A. Senden, Zaanenlaan 55. Haarlem N., bestuurder N. W. B.; P. J. Janbroers, Dr. Schaepmanstraat 67, Haar lem O.; E. v. d. Hooff, Prof. v. d. Waalsstraat 35, Haar lem W.; P. C. Westra. Kruidbergerweg 19, Santpoort (station); A. Selhorst, Graaf Willemstraat 13, Haarlem O., lid der Pers en Propaganda Commissie N. H. W. B. Vereenigingen en individueelen worden aangeraden deze avonden reeds nu voor deze Tochten te reserveeren. Len van den N. W. B. ontvangen op 't inschrijfgeld een aanzienlijke reductie. DE LAGAWEDSTRÏJDEN GAAN NIET DOOR. Naar wij vernemen zullen de wedstrijden van Laga, wel ke op 17 en 18 Mei vastgesteld waren geen doorgang vin den, daar verschillende ploegen pas sinds korten tijd weer met de oefeningen begonnen zijn. SCHOOLTJE SPELEN. Wiesje is aan 't schooltje spelen Met haar poppen Riet en Jet. Ook het beertje en de slaappop Heeft ze op een plaats gezet. Met een oude bril van vader, In de hand een liniaal. Leert ze ernstig aan haar kind'ren 'n Les van Nederlandse taal. „Jet, je moet het goed onthouden: HU krijgt altijd stam t Kind'ren, zeg dat nu eens samen: Goed! Zeg Lijs, doe jij niet mee? Foei, je mag niet zitten suffen, Want dan krijg Je zeker straf Kom, nu gaan we vlug aan 't reek'nen, Anders komt niet één som af." En zo speelt Wies heel de morgen Met haar poppen groot en klein Pas als Moes haar roept voor 't eten Zucht ze „Hè, wat was dat fijnl" TRUUS KLEINMEIJER. i Oud 12 jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 10