Een brokje Oostelijke
voetbal-historie.
DONDERDAG 3 APRIL 1941
HAARD EM'S DAG BE AD
6
Spaït en SpeC j
Go-Ahead in moeilijkheden.
Elke sportclub, die aan een competitie deelneemt, maakt
het werd In deze rubriek nog onlangs met een aantal
voorbeelden aangetoond periodes van op- en neergang
door; het hangt van de leiding, de innerlijke kracht, de
aanwezigheid en de wijze van opkweeken der Jongere
leden af. of de dalende lijn der prestaties na korten of
langeren tijd weer een opwaartsche curve krijgt.
Soms komt de neergang plotseling en is dan niet zelden
te wijten aan het feit. dat men de ouder wordende spelers
van een succesvolle ploeg te lang handhaaft, waardoor
zij op een gegeven moment bijna allen tegelijk door Jonge
cn onervaren krachten moet worden vervangen. Onder de
dreiging van hel degradatiespook doet het bestuur In zulk
een geval dan dikwijls een beroep op veteranen uit den
glorietijd en met hun geroutineerde hulp gelukt het dan
wel eens het gevaar althans voor het loopende seizoen
tc wenden, natuurlijk zonder dat daardoor de oorzaak van
den achteruitgang wordt weggenomen. Op die wijze trach
ten thans o.a. K. F. C. en De Kennemers aan de onderste
plaats op de ranglijst te ontkomen en al zullen de Koo-
gers daar waarschijnlijk nipt ln slagen, zoo ziet de toe
komst er voor de club uit Beverwijk, die over de noodlge
reserves beschikt, voor het volgend Jaar rooskleuriger
uit.
Het Deventersche Go-ahead. de eerste Oostelijke
ecniging. die een Nederlandsch Kampioenschap behaalde
(1317) en deze prestatie ln 1922, '30 en '33 herhaalde, die
bovendien in totaal 14 maal aan den strijd om den natlo-
naion titel deelnam, verkeert thans eveneens in moeilijk
heden. De jaren, dat de roodgelen den toon aangaven en
voor Iedere club in den lande een welhaast onverslaan
bare tegenpartij vormden, zijn ■voorbij. Hulsman, Roetert.
de gebroeders De Kreek, Jan en Leo Halle hebben, de
een na den ander, de voetbalschoenen aan de wilgen ge
hangen en slechts linkshalf Roelofs en de vleugelspeler
De Vries zijn uit de kampioensploeg overgebleven.
Go-ahead is desondanks vrij onverwacht en eigenlijk
door een samenloop van omstandigheden, die karakte
ristiek ls voor den feilen,strijd en hel weinige onderlinge
krachtsverschil tusschen de clubs in de Oostelijke eerste
klasse ,op de onderste plaats beland. Eenlge maanden
geleden scheen A. G. O V. V., dat met ruimen achterstand
de roode lantaarn droeg, het kind van de rekening te
zullen worden, maar zooals bijna ieder seizoen werd ook
nu de strijd om de hoogste en laagste plaats in deze sectie
pas op het einde van de competitie beslist. Hoe onfor
tuinlijk de Deventernaren zijn geweest, blijkt voldoende
uit het feit, dat. nu alle clubs nog één wedstrijd voor den
boeg hebben, de nummers vijf tot en met negen op de
ranglijst met dertien punten alle gelijk- staan, terwijl
Go-ahead het met vijf overwinningen tot tien punten
heeft gebracht Het verschil tusschen Wageningen. dat op
de vijfde plaats troont, en de hekkeslulters, is dus wel
uiterst gering. Met dat al staan de degradatiewedstrijden
voor de deur en die zijn Juist in dit district bijzonder
zwaar. Slechts sporadisch is het in de laatste tien jaar
een eerste klasser geluk, haar plaats in den strijd met de
kampioenen van de lagere afdeeling te behouden en meer
malen waren beide gegadigden voor promotie haar de
haas. Achtereenvolgens moesten Be Quick (Zutphen).
Tubantia, Robur et Velocitas. P. E. C. (Zwolle), Vitesse.
Quick. Z. A. C.. Hengelo, S. C. H. en Enschedesche Boys
het onderspit delven en slechts vier van dit tiental slaag
den er in om zich na moeizamen strijd weer omhoog te
werken.
Indien Go-ahead zou degradeeren, zou een zoo belang
rijk sportcentrum als Deventer een tweede tijdperk van
voetbal-verval tegemoet gaan. Dertig jaar geleden verloor
het aloude Utile Dulci, dat met H F. C. tot de eerst ge
vestigde clubs van het land behoort, het eerste klasse
schap. na vele roemvolle wapenfeiten te hebben verricht.
Onder meer bracht U. D. het in 1908 onder aanvoerder-
JETJE WAS EEN KIESKEURIG
MEISJE.
Maar op bezoek bij de muizen kreeg ze een goede tes.
Van melkvelletjes en een rode gombal.
„.Tetje, maak voort, kind!" zei Moeder.
„Ja Moes" zei Jetje en ze zuchtte eens.
„Smaakt het je weer niet?" -vroeg Moeder.
„Och Jawel, maarzei, Jetje en ze boog zich voor
over naar het sneetje brood op haar bordje, stak één
spits vingertje uit, tot ze bijna het laagje boter raakte
„Moeder, mijn brood is nat!" zei Jetje en ze keek héél
verschrikt en héél verontwaardigd.
„Kind, hoe kan dat nu?" En Moeder keek ook In de
richting, waar Jetje gewezen had en zag een heel, héél
klein druppeltje melk op het brood liggen. Het druppel
tje stond bol bóvenop de boter, 't was zeker daarnet bij
•t aan tafel gaan uit de beker gespat, die nogal vol was.
„Nu, boter cn melk, dat bijt elkaar niet" zei Moeder.
Maar Jetje was 't hier niet mee eens. Ze keek nog eens
zo boos cn zo zuur en riep: „maar dat kan ik niet opeten!
Bah. wie eet er nu nat brood!"
„Foei kind, bah zeggen en dat van het kostelijke
voedsel!"
Nu was het Moeders beurt om verontwaardigd te zijn.
„Eet" het vlug op, vooruit hoor!"
En dan bemoeide Moeder zich weer haastig met kleine
Bobble, die met z'n paplepel om zich heen zwaaide.
„Néé" zei Jetje en ze schoof haar bordje van zich af.
„Schaam jij je niet?" zei Moeder.
„Je moest vreselijk dankbaar zijn, dat je al dat heer
lijke brood nog krijg tl Foei!"
„Heerlijk brood? Nat brood!" mompelde het stoute
Jetje, en heel zachtjes omdat ze tóch wel een beetje
bang was, dat Moeder écht boos zou worden! fluisterde
ze er achteraan: „bah!"
„Ring!" ging de bel.
„Daar heb je Emmy al!" zei Moeder „en nu heb jij nog
Je brood niet op."
Emmy wgs Jetje's vriendinnetje, die haar iedere morgen
kwam halen en heel vaak zat het kieskeurige meisje dan
nog te eten. zodat ze al een paar keer te laat op school
gekomen waren.
„Mag ik mee?" riep Jetje.
„Ja. omdat je Emmy niet moogt laten wachten. Maar
ik verzeker je. dat je om twaalf uur dit brood opeet" zei
Moeder. „Zet het maar op 't bordje ln 't buffet, dan ver
geet ik het ntet."
Jetje was erg opgelucht, toen ze met Emmy, nog mooi
bijtijds, naar school staptje. „Ik heb lekker m'n brood
laten staan" zei ze. „Want het was nat, er zat melk op.
Ik eet geen nat brood, hoor!"
En zc nam zich voor het sneetje brood vast cn zeker
niet op te eten. al kwam er de grootste narigheid van.
•t Was bijna elke dag zo met Jetje: nu eens zat er een
velletje op de melk en dat bliefde de jongedame niet, dan
weer zat er een kluitje in de pap of was de chocola niet
zoet genoeg of verbeeldde ze zich. dat de groente te gaar
was. Moeder en Jetje hadden veel last van die kieskeurig
heid en Vader werd er gauw boos om.
Die zei: „Ja, we zullen een aparte kok nemen voor dc
freule".
En als Vader zoiets zei. dan zweeg Jetje maar, want dan
wist ze dat 't ernst was!
Jetje hoopte dus maar, dat Vader niet thuis kwam kof
fiedrinken. Maar dat was die dag juist wél het geval.
Net. toen ze gezellig zaten te babbelen met z'n drietjes,
dacht Moeder aan het sneetje brood van vanmorgen en
haalde het uit 't buffet.
„Kijk eens. kind" zei Moeder, terwijl ze 't bordje voor
Jetje neerzette. Enverbeeldde Jetje 't zich of was het
werkelijk zo. dat Moeder tegen Vader knipoogde?
Misschien verbeeldde ze 't zich alleen maar. maar ln
leder geval: ze werd er woedend om! Opeens, wit van
drift, duwde ze 't bordje met de „natte" boterham een
eind van zich af en riep: „Maar Ik eet het tóch niet op,
als u dót maar weet! Ik doe het niet!"
„Jetje!" zei Vader en stond op.
„Ja, Va?" ze) Jetje.
„Eet onmiddellijk dat brood op óf ga van tafel I"
„Nee" schudde Jetje.
„Mars!" zei Vader en hij pakte haar bij de arm.
jetje had al spijt, maar ze was koppig. Mei tranen ln de
Ogen zette ze haar beker melk op het bordje naast het
brood cn liep naar de deur. Moeder hield de deur voor
haar open, zonder iets te zeggen. Dóór werd Jetje nog
veel verdrietiger om. Moeder had best bij de deur nog-
eens kunnen zeggen: „kom Jetje, eet je nu je brood op?"
en dan had ze zich nog wel bedacht. Maar nu was 't te
laat.
Verdrietig en landerig slofte Jetje met het bordje naar
't naalkamertje. waar ze altijd haar brood moest'opeten,
als ze kieskeurig was geweest, 't Was er kaal cn kin cn
een beetje muf. want 't kamertje werd haast nooit ge
bruikt. Op de tafel lag een ongezellig groen kleed. Jetje
ïette er haar bordje op en zuchtte.
Ze keek naar het brood en voelde eraan met haar vin
schap van Plüym tot eeii beslissingswedstrijd om den na-
tionalen titel, nadat de belde eerste matches tegen het
Haagsche Quick in gelijke spelen waren geëindigd. Reeds
een jaar later begon de neergang van deze pioniers en
als bewijs daarvan zij hieronder het ranglijstje van de
toenmalige Oostelijke eerste klasse aan het einde van het
seizoen 1908'09 afgedrukt, zooals ik dat onlangs tusschen
vergeelde paperassen ontdekte.
Wilhelmlna 12 8 1 3 39—24 17
Vitesse 12 7 2 3 41—13 18
t Zesde 12 7 1 4 23—20 15
u. D. 12 6 3 3 23—25 15
P. W. 12 4 1 7 27—28 9
G. V. C. 11 3 2 6 15—34 8
Quick 11 J 0 10 8—32 2
Dit lijstje werd In de „Arnhemsche Courant" gepubli
ceerd enkele dagen na den beslissenden strijd de eerste
voetbalmatch, dien lk bijwoonde tusschen Vitesse en
Wilhelmlna in het Gelderseh Haagje, een strijd, die in
een l—l gelijk spel eindigde. Een week tevoren had de
ontmoeting tusschen de Arnhemmers voor wie de later
welbekende H. F. C.'ers Jan Laan toen middenvoor speel
de en' de studentenclub G. V. C. te Wageningen een
zelfde resultaat gehad, doch Vitesse had tegen het niet
toekenen van een strafschop protest aahgeteekend. Han
gende dit protest schreef bovengenoemd blad het volgen
de commentaar op den competitiestand, waaruit men kan
opmaken, dat het vroeger toch wel een tikje gemoedelijker
toeging dan tegenwoordig.
„Het bestuur der A. V. en A. C. „Vitesse" heeft in hare
(sic!) vergadering van Maandagavond j.l. besloten om. in
geval het door haar ingediende protest naar aanleiding
van het niet toekennen van een strafschop in den wed
strijd G. V. C.—Vitesse te Wageningen op Zondag 28
Maart J.l. mocht worden toegewezen, waardoor Vitesse en
niet Wilhelmlna kampioen van Oost-Nederland zou zijn.
aan de Bossche vereeniging voor te stellen, met toestem
ming van het bestuur van den N. V. B„ nogmaals een
beslissingswedstrijd te Arnhem te komen spelen. Voor
waar een sympathiek besluit".
Zoover kwam het niet; Wilhelmlna behield den titel, ve-r
loor twee maal van het Rotterdamsche Sparta en het vol
gen seizoen wasQuick (Nijmegen), de hekkesluiter
van een jaar tevoren, kampioen. De roodzwarten weerden
zich zelfs zoo goed. dat zij slechts met 3—2 en 2—0 van het
sterke H. V. V. verloren, zoodat Breero gelijk had, toen
hij zeide: ,,'t kan verkeeren". Daarna kwam G. V. C.
tweemaal tegen Sparta aan bod en Vitesse moest tot
1913 wachten, alvorens zij den strijd met de Rotterdam
mers kon aanbinden, om daarin twee keer met 2—1 te
worden geklopt. Als sprekend voorbeeld van de gemoede
lijkheid uit die dagen moge worden vermeld, dat de stu
denten-voetballers van G. V. C. per Jan Plezier uit Wa
geningen naar Arnhem kwamen om hun opvolgers in het
kampioenschap aan te moedigen. Op het feestelijk ver
sierde rijtuig prijkte een groot bord met de woorden;
„Leve Vitesse".
Intusschen was eerst P. W. en daarna U. D. het kind
van de rekening geworden en' toen in 1913 ccn Zuidelijke
eerste klasse werd ingesteld, viel de Oostelijke afdeeling
uit elkaar, 't Zesde, de club. samengesteld uit onder
officieren van het zesde regiment te Breda en Wilhelmlna
werden zeer tegen hun zin in het nieuw gevormde district
ondergebracht en beide vereenigingen hebben deze onvrij
willige „overplanting" met degradatie moeten boeten.
Eerstgenoemde club ls reeds lang ter ziele.
Terwijl de boven geschetste gebeurtenissen plaats von
den. kwamen andere clubs aan de poort naar de eerste
klasse kloppen. Eerst was het O. D. O. (Arnhem), toen
Robur et Velocitas, daarna Tubantia. de vereeniging van
den thans in onze stad gevestigden N. V. B.-official Kep-
pels. en tenslotteGo ahead. O. D. O. bereikte bijna
het doel. maar werd ln een beslissingswedstrijd door Wil-
helmina geslagen, waarna de meeste spelers naar Vitesse
overgingen en de roodgele vlag spoedig voor goed moest
worden gestreken. Robur was. mede dank zij den. op
jeugdigen leeftijd gestorven, goalgetter De Jong. fortuin
lijker en de gebroeders Nijhoff brachten ook Tubantia ln
de hoogste afdeeling. Toen kwam Go-ahead als de opvolg
ster van U. D. cn reeds in 1616 behaalde de Deventer
volksclub haar eerste Oostelijke kampioenschap. Thans is,
het 25 jaar later en terwijl de roodgelen degradatie
wedstrijden moeten spelen, doet U. D een goeden gooi
naar het kampioenschap van.... de derde klasse.
Inderdaad: 't kan verkeeren!
CRITICUS.
HET SCHOOLVOETBALTOURNOOI.
Ondanks de tijdsomstandigheden is het aantal inschrij
vingen voor het Paaschtournooi der scholieren van 111
tot 118 gestegen. Daar niet zooveel terreinen beschikbaar
zijn als in vorige jaren, moeten de verliezers-wedstrijden
ln de afdeelingen D. cn E. vervallen. Er hebben zich
zooals trouwens elk Jaar gebeurt enkele scheidsrechters
aangemeld voor het lelden van matches op Zaterdagmid
dag cn Zondag (Eersten Paaschdag). Ten overvloede zij
hier nogmaals medegedeeld, dat het tournooi juist dan
onderbroken wordt, zoodat deze aanmeldingen zonder
meer ter zijde moeten worden gelegd. Om teleurstellingen
tc voorkomen, leze men met aandacht de programma-
indeeling in ons blad.
Dammen
Om liet damkampioenschap van
Kennemerland.
Dukel wint twee partijen en is zeker van
het kampioenschap der hoofdklasse.
Het damtournooi om het kampioenschap van Kennemer
land werd te Santpoort voortgezet.
De uitslagen luiden als volgt:
Hoofdklasse: B. Dukel wint van Bakhuys; H. v. d.
Heljde wint van Dinkgréve: P. C. Bals wint van Ouden
dijk; A. J. Buyck wint van H. Diederiks.
De uitslagen van de Dinsdagavond in Hotel Kennemer-
hof gespeelde partijen luiden-als volgt:
Hoofdklasse: P. C. Bals wint van Dinkgreve; B. Dukel
wint van H. Diederiks; A. J. Buyck remise met H. v. d.
Heijde; H. Laros wint van Bakhuys.
Eerste klasse: Snel verliest van Koetsier; T. Hoek wint
van Wesselius; Janssen verliest van Wesselius; J. v. Stra
ten in gewonnen stelling afgebroken met Koetsier,
Tweede klasse: Buren wint van 't Hart; Selderbeek
afgebroken met Zuiderduin; Kok verliest van Ott.
In de hoofdklasse is Dukel vrijwel zeker van het kam
pioenschap. Met acht partijen Is het tournooi geëindigd
cn de D. C. I—J.er moet allee nog spelen tegen Buyck uit
Santpoort. Deze partij wordt a.s. Maandagavond in Sant
poort gespeeld. Dukel heeft aan remise voldoende, om zich
veilig te stellen voor de eerste plaats. De tweede en derde
plaats is belangrijk voor de meestcrwedstrijden. Hier
voor komen in aanmerking Bais, Beverwijk, Laros, IJmul-
den cn Buyck, Santpoort.
De stgnd der hoofdklasse luidt:
gesp. gew. rem. verl. pnt.
1. B. Dukel 7 6 1 0 13
2. P. C. Bais 8 3 4 1 10
3. A. J. Buyck 6 3 2 1- 8
4. Laros 5 3 117
5. v. d. Heijde 7 2 3 2 7
6. Dinkgreve 7 2 14 5
7. Diederiks 6 2 0 4 4
8. Bakhuys 6 114 3
9. Oudendijk 6 0 15 1
Eerste klasse:
Hoek 4 3 10 7
Snel 5 2 12 5
v. Straten 3 2 0 1 4
Koetsier 2 2 0 0 4
Janssen 3 0 0 3 0
Wesselius 5 10 4 2
Tweede klasse:
Buren 5 4 10 9
Selderbeek 4 3 10 7
Ott 5 2 3 0 7
't Hart 5 12 2 4
Kok 6 114 3
Zuiderduin 4 0 2 2 2
Steutel 5 0 2 3 2
Selderbeek staat ln zijn afgebroken partij tegen Zuider
duin zeer gunstig, zoodat de spanning in deze klasse nog
volop aanwezig is.
Maandagavond wordt het tournooi in Santpoort voort
gezet.
Zooals wij reeds hebben medegedeeld, is de inschrijving
voor de wedstrijden om de persoonlijke kampioenschap
pen van Haarlem 1941 tevens voorwedstrijden kam
pioenschap van Noord-Holland en wedstrijd om den
meestertitel van den Nederlandschen Dambond thans
opengesteld.
Er wordt gespeeld in drie klassen, namelijk: hoofd-,
eerste en tweede klasse.
Voor het eerst in de geschiedenis dezer wedstrijden zal
een moyenne-systeem worden ingevoerd, waarbij werd
bepaald, dat spelers die dit jaar met een moyenne van
minstens 1.33 eindigen, volgend jaar in een hoogere klasse
zullen moeten uitkomen, terwijl spelers, die beneden een
moyenne van 40 blijven, naar een lagere klasse zullen
degradeeren.
Hoewel de titelhouder P. van Dartelen aanvankelijk
het voornemen had dit Jaar zijn titel niet te verdedigen
het zware programma dat deze speler achter den rug
heeft was hierdoor wel een voldoende excuus kan wor
den gemeld, dat hij alsnog besloten heeft dit jaar toch
aan de Haarlemsche kampioenswedstrijden deel te nemen.
Bovendien hebben J. B. Sluiter Jr. en J. W. .van Darte
len (beiden oud-kampioen van Haarlem) ook voor deze
wedstrijden ingeschreven.
Wij brengen nog in herinnering, dat de Inschrijving
Vrijdag 4 April a.s. sluit bij den heer P. H. Meure, Over-
tonweg 20 te Haarlem-Noord.
A. G. NOORDHUIS OVERLEDEN!
Naar wij vernemen ls te Groningen in den ouderdom
van 43 jaar overleden de bekende hoofdklasse-speler en
problemist A. G. Noordhuis. De overledene nam ln het
damleven der provincie Grpningen een zeer vooraan
staande plaats in en was o.m. verscheidene malen kam
pioen van de stad en provincie Groningen.
Als problemist genoot hij een internationale vermaard
heid en vele zijner composities werden in problemlsten-
wedstrijden bekroond.
Uit de beide ontmoetingen, welke de Haarlemsche Dam
club tegen zijn vereeniging, het Damgenoolschap „Het
Noorden" te Groningen, speelde, is hij ook bij de Haar
lemsche damspelers bekend als een sympathiek en eerlijk
strijder met meer dan gewone damkwallteiten.
Voetbal
HET SPEL DER CLUBS UIT
HAARLEM EN OMGEVING.
Beschouwingen over tic laatste vijf
seizoenen.
DE KENNEMERS.
Deze stoere club uit Beverwijk speelt nog niet lang in
de tweede klas. Jarenlang heeft zij in de derde klas rond
gedoold en zooals het met zooveel clubs het geval is. ge
schiedde ook met haar: heel wat moeilijkheden moesten
worden overwonnen, eer het kampioenschap van de afdee
ling behaald was. doch dan kwam nog dat kleine, maar
o zoo zware promotle-competitietje, waarin tal van clubs,
die zoo gaarne hoorgerop wilden, struikelden.
Zoo speelden de Wijker Jongens in het seizoen l922/'23 in
de derde klasse C en ontmoetten daar o.a. reeds Bloe-
mendaal en Watergraafsmeer, die ze thans in de tweede
klas bestrijden, enden tegenwoordigen eerste-klasser
V. S. V. Het was een afdeeling van acht clubs, zoodat
slechts veertien wedstrijden gespeeld moesten worden.
Veel tijd om zich nog eens te herstellen, was er dus niet.
De Kennemers eindigden op de vierde plaats met een ge
middelde van 1.—. En ln het volgende seizoen konden de
Kennemers het nog niet tot het kampioenschap brengen;
ook ditmaal was de vierde plaats hun deel.
Eerst in het seizoen 1928/'29 kwamen de Wijkers in aan
merking voor het spelen van promotiewedstrijden; het
ging tegen V V. A. en Alphen. De buit was echter voor
de Amsterdammers. Men liet in Beverwijk den moed
echter nog lang niet zakken, want in het volgende seizoen
voerden de Kennemers een verwoeden strijd tegen de
Volewijckers om de eerste plaats, die de Amsterdammers
met slechts één punt voorsprong in bezit namen.
Het kampioenschap werd behaald in 1931 met de volgen
de fraaie cijfers: gesp. 18, gew. 16, gelijk 0, verl. 2, punten
32, vóór 82 goals, tegen 34, gem. 1.77. De promotie mocht
helaas nog niet volgen, want in 1931/'32 werd nog steeds
ln de derde klas gespeeld, waar wederom de tweede
plaats werd bezet met 22 punten; dat was één punt min
der dan O. S. V., die de vlag dus kon uitsteken.
Het verhaal over de Kennemers dreigt een beetje een-
gers en weer zei ze hardop „bah!". Ja, nu was het drup
peltje melk natuurlijk in het brood gezakt en dus moest
het nu echt nat zijn. Jetje griezelde en keek met gefronst
voorhoofd naar de beker melk. Zie je wel, dacht ze 't niet?
Daar zat een dik vel op! Jetje had geen lepeltje om 't er
af Ie halen, dus deed ze dat maar met haar vingers. En
ze legde het velletje op de rand van haar bordje en wilde
de melk opdrinken, want ze begon nu toch echt een
beetje trek te krijgen Maar brr, die melk was lauw! Nu,
van lauwe melk hield Jetje helemaal niet. Als 't nu nog
ijskoude óf warme melk was, maar lauw....
De prachtige roomvla werd over de gombalpudding
gedaan.
Hè. Jetje werd echt verdrietig en haar maagje knorde.
Uit de zak van haar schortje haalde ze een klein pa
piertje en in dat papiertje zal een mooie, vuurrode gom
bal. net een klein tulbandje.
Zou ze die dan maar opeten?
Jetje keek ernaar, rook er eens aan en toennee",
zei Jetje, „bah, er zitten haartjes aan, lk zie 't duidelijk."
En de gombal werd op 't bordje gelegd, naast het brood
en het velletje van de melk.
't Was doodstil in 't kleine naalkamertje, waar de zon
warm naar binnen scheen. Doodstil en vervelend. Jetje
hing landerig op haar stoel en telde de blokken ln het
kleed: blauw, geel, rood bruin
En toenPiep, piep!" riep een bits stemmetje en een
klein bedrijvig muisje kwam aangetrippeld, holde rake
lings aan Jetje's voeten voorbij en was vlug als de wind
op de tafel gekomen. Het snuffelde aan het brood, aan
het velletje en ook aan de gombal en toen ging het op de
achterpootjes zitten en riep nogeens, kort en fel: „Piep,
piep! Plep-piep-piep!"
Dat beteekende: „Kinderen, komen jullie dan toch hel
pen! Er valt hier iets te bikken!" En 't gekke van 't geval
was, dat Jetje precies de muizentaal verstond. Ze was
dan ook niets verwonderd, toen ze gekrabbel hoorde bij
't gaatje achter de kachel en rits roets wel zeven Jonge
muisjes te voorschijn zag komen.
„Ha, zijn jullie daar?" riep de Moedermuis, „kijk eens,
wat ik hier allemaal vind! Een rijkdom, een weelde ge
woonweg!"
En toen was 't een gepiep en gekwetter van belang.
„Is er geen onraad!" vroeg een klein, angstig meisjes
muisje.
„Welnee: Het mensenmeisje zit doodstil, ze slaapt zeker.
En ze lust al dat heerlijke eten toch niet, dus mogen we
't gerust hebben. Kijk jongens, eerst brengen we die
mooie, rode pudding in veiligheid. Vooruit ieder een
eindje!"
Dat gebeurde. De gombal werd voorzichtig naar de
rand van de tafel gerold en toen naar beneden gegooid,
waar twee muisjes hem opvingen. En toen ging het in
optocht naar het gaatje, de toegangsdeur tot het muizen
hol.
„Wat een pracht pudding, hè?" hoorde Jetje de muisjes
fluisteren. „Wat een heerlijke pudding voor Snuffeltje's
verjaardag!" En de stoet ging voorbij en verdween in
het hol.
Maar even later waren ze rits roets alweer terug
om het brood te halen. Daar deden ze zich eerst eens
flink aan te goed en de korstjes werden in 't hol ge
sleept. En tenslotte begonnen ze met z'n drieën aan het
velletje te trekken, zodat het van 't bordje losliet. Toen
werd het door twee flinke jongensmuizen opgerold
net als een kostbaar tapijt tussen hen in naar 't hol ge
dragen.
Toen Jetje dat zag, kon ze zich heus niet langer be
dwingen! Ze boog zich zover mogelijk naar 't holletje
toe en riep:
„Maar.... maar wat doen jullie dóór nu toch mee? Met
een velletje?"
De muisjes Hepen niet weg, zoals Jetje' gedacht had. Ze
lachten en fluisterden geheimzinnig en de moedermuis
zei: „Kom mee, mensenmeisje; als je belooft, dat je ons
geen kwaad zult doen, dan zullen wij 't je laten zien.
En toen ging Jetje op visite in het' muizenhuis. Heb je
ooit zoiets leuk§ gehoord? En daar de muizendagen maar
één uurtje duren, was het al direct „morgen" en de ver
jaardag van Snuffeltje.
Of Jetje pret had? Reusachtig, dat kun Je je voorstel
len! En weet je wat de muizenmoeder van het velletje
maakte? Een prachtige roomvla en die werd over de heer
lijke gombalpudding gedaan. En Jetje, 't kieskeurige
Jetje, at er ook een stukje van en 't smaakte haar heer
lijk. Wat vond ze zichzelf toen een flauw, kinderachtig
kind!
Alleen heeft Jetje nooit begrepen, hoe ze later weer
opeens in het naalkamertje op haar stoel zat en hoe
mogelijk was geweest, dat ze door zo'n héél klein gaatje
was gekropen!
Begrijpen jullie het?
R. DE RUYTER—V. d. FEER.
tonlg te worden, maar dat ls niet onze schuld; als zij ln
het seizoen één wedstrijd inecr gewonnen hadden, zou
O. S. V. het hun weer niet hebben afgesnoept. De eind
cijfers waren toen:
gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-t. gem.
O. S. V. 18 16 0 2 32 79—32 1.77
Kennemers 18 15 1 2 31 78—25 1.72
In 1934/'35 plaatsen de Wijkers zich weer No. 1; thans in
de derde klasse A. Merkwaardigerwijs werden door de
Kennemers evenals in het vorig seizoen 78 doelpunten
gescoord Dit gaf natuurlijk hoop voor de komende pro
motiecompetitie. maar wederom werd verkeerd gemikt;
thans toonde U. V. S. zich sterker.
Maar eindelijk werd dan toch het beoogde doel be
reikt, zij het ook na een extra zwaren strijd. Dat was in
1935/'36, toen hadden de Kennemers en Zandvoort elk 28
punten aan het einde van het seizoen. Hier moest dus een
beslissingswedstrijd den doorslag geven. De schaal sloeg
door ten gunste van de Wijkers.
Die hadden dus weer een goede kans. een plaatsje in de
tweede klas te veroveren. De strijd ging tegen Olympia
en V. I. O. S. De Beverweker club zegevierde met zeven
punten uit vier wedstrijden en promoveerde naar de
tweede klas!
De beslissende strijd werd Zondag 28 Juni dus toen de
zomer al zijn intrede had gedaan gespeeld tegen Olym
pia. Het werd een zeer enerveerende kamp, die door de
Kennemers met 3—2 gewonnen werd.
Deze zege bracht aan de Kennemers de welverdiende
promotie. Het was Steeman, die met het winnende doel
punt zulk een geweldige vreugde in Beverwijk ver
oorzaakte.
Het elftal, dat de Kennemers in de tweede klas bracht,
was als volgt samengesteld:
Van Urk,
Duiveman, Van der Bos,
Effern, Dlnkla, Van der Wal,
Veenstra, Horeman, Groot, Steeman, Brethouwer.
Aanvankelijk waren de prestaties in de nieuwe omge
ving niet slecht, want de club eindigde een seizoen daar
na op de vierde plaats en liet o.a. H. F. C. en Bloemendaal
onder zich. En in l937/'38 werd zelfs de tweede plaats
met fraaie cijfers veroverd, maar zij had drie punten min
der dan de kampioen D. W. V. .Daarna werd het minder;
het volgende seizoen zakten de Kennemers naar de vijfde
plaats; ln de noodcompetltle van l939/'40 naar de zesde en
in dit seizoen kan men hun naam in de onderste regionen
vinden. Zij voelen blijkbaar gelukkig niets voor degra
datie, want j.l. Zondag stuurden ze den vroegeren eerste
klasser Hilversum met. een gevoelige 5—1 nederlaag naar
huis terug.
Met belangstelling zullen we de verrichtingen van de
Kennemers blijven gadeslaan.
J. H. D. K.
Roeien
„Moeder, mijn brood Is
KWIKSTAARTJES LIEF EN LEED
Met de schoonmaak heb ik laatst ook mijn balconnetje
duchtig schoongemaakt. Ik nam ook de plantenbakken
eraf en hield het prachtige nestje, dat een kwikstaartjes
paartje het vorige jaar gebouwd had. even in de hand.
Het zat tussen 't balconnetje en een bloemtak gedrukt,
op een beschut plekje.
Ik dacht toen nog eens terug aan al het pleizier, dat we
met die kwikstaartjes hebben beleefd.
Begin Mei kwamen ze opeens aanvliegen en vestigden
zich in bet nestje, dat er nog zat van 't vorig jaar. Maar
't huis was natuurlijk leeg en ook verwaarloosd In die
lange winter, 't Moest dus eerst hoognodig worden opge
knapt. Heel wat halmpjes, strootjes, mos en veertjes wer
den aangesleept vóór het gezellige kamertje voor de jon
gen gereed was. En kijk, al heel gauw lagen er toen
eitjes in en reeds in de laatste week van Mei had de blijde
gebeurtenis plaats: vijf roze vogelkindertjes lagen in 't
nest. Wat 'waren de ouders blij! Helemaal opgewonden
zaten ze om de beurt op de rand van 't nest te voeren.
De dikke gele snavels stonden maar voortdurend wijd
open en de oude vogels waren onvermoeid aan 't slepen.
Het moedertje was de Ijverigste van de twee: ze vloog
wel twee keer tegen de vader één keer. En vader rustte
ook nog wel eens een poosje uit en zong dan een deuntje
van „tsiku, tsiku."
Ook had de Moeder de taak het nest schoon te houden.
Telkens als een van de kindertjes iets Het vallen, nam
ze het witte „ietsje" in de snavel en droeg het weg.
Och, och, wat groeiden die Jonge kwikstaartjes vlug!
n ze waren ook erg zacht en vriendelijk onder elkaar,
ls een van hen eens een bizonder grote hap kreeg, begon
hij er direct van uit te delen aan zijn broertjes en zusjes.:
Dat gaat bij andere vogelsoorten weieens heel anders toe,
bij spreeuwen en merels b.v. hebben soms hele vechtpar
tijen in 't nest plaats.
Al na twaalf dagen zaten de kleintjes op de nestrand
en klapten met de vleugels. De moeder vloog heen
weer, ze wilde de kinderen het vUegen voordoen. Ze wipte
vleugelklappend op 't randje van de plantenbak heen en
weer, terwijl ze een zacht liedje zong. Dat ging nog twee
dagen zo door, maar op de 14e dag, toen ik toevallig al
om half vijf wakker was, zag ik, dat het vogelmoedertje
maar steeds heen en weer vloog tussen het nest en de
daar vlak bij gelegen eikeboom. Vader zat op de planten
bak met z'n staart te wippen, klapte met de vleugels en
sjilpte luid. Waarschijnlijk sprak hij de kleintjes moed ln
om de grote stap te wagen.
En toenopeens vatte een der kleine vogels moed en
vloog naar zijn moedeiK En riu waagden de anderen ook
het avontuur.
Ze kwamen nool» meer in het nest terug. Nog een paar
dagen zag ik ze in de tuin en in hel weiland en ze werden
door de ouders nog flink verwend.
Maar dan vlogen ze ver weg.
Ik hoop nu maar, dat ze dit voorjaar terugkomen.
EEN ZEEREIS IN EEN
BROUWKETEL
In de zomer van het jaar 1558 zaten te Königsberg een
paar burgers en schippers gezellig bij een potje bier. Het
gesprek liep vooral over de gevaarlijkheid van de scheep
vaart ln het Frische Haff, dat vol zandbanken lag. Allen
waren 't erover eens, dat het uitvaren van het Haff geen
peuleschilletje was en dat het heel wat zeemanskunst
eiste om dit er goed af te brengen.
Allenop één na. Want de bierbrouwer Rummelaff
beweerde, dat 't de moeite niet waard was om over de
praten en dat hü wel ln staat was. in een van zijn kope
ren brouwketels van Königsberg naar Danzig te varen!
Waarschijnlijk had de bierbrouwer wel een glaasje te
veel gedronken, toen hij zo aan 't opscheppen sloeg, maar
de anderen hielden hem aan zijn woord en gingen hoge
weddenschappen aan Rummelaff ging er grif op in: hij
moest en zou in een brouwketel naar Danzig varen!
De volgende morgen was zijn ijver wel een beetje be
koeld. maar toen hij dacht aan de grote sommen, die hij
zou verspelen als hij terugkrabbelde, besloot hij, het
waagstuk toch maar te gaan volbrengen.
En dus ging Rummelaff op 11 Augustus 1553, ten aan-
schouwe van een geweldige mensenmassa op reis. Hij liet
zijn koperen brouwketel ln 't water zakken, pakte twee
riemen en een flinke voorraad proviand er in en zette af.
Toen hij met het gevaarlijk schommelende vaartuig zee
koos klonk een oorverdovend gejuich en getier van de
opgewonden menigte en men wedde honderd tegen één,
dat hij na een paar meter de tocht zou opgeven.
Maar 't kwam anders uit. Eerst gleed hij de diepe Pre-
gel af, dan voer hij veertien mijlen ver door het Frische
Haff en tenslotte kwam hij door de Nogat en de Weichsel
te Danzig aan. zeer tot verbazing van de inwoners, die
nog nooit zo'n vreemdsoortig vaartuig ln hun haven had
den zien binnenlopen.
De burgemeester van Danzig gaf een feestmaaltijd te
zijner eere cn liet trompetten en pauken aanrukken om
hem feestelijk uitgeleide te doen, toen hij een paar dagen
later met zijn brouwketel op een gewoon kustschlp naar
Königsberg terugkeerde.
Rummelaff streek in zijn woonplaats vergenoegd het
erlljk verdiende geld op, maar verklaarde toch. dat hij
voor honderdmaal zoveel niet nogeens zo'n avontuurlijke
tocht zou willen wagenl
DE PORTEFEUILLE.
Mijnheer Knops heeft zijn portefeulUe verloren. Alles
zit erin: zijn geld, broodkaarten, vleeschkaarten, identi
teitsbewijs enz.
Mijnheer Knops zit te peinzen, waar hij die dag zoal
geweest is. Dan fietst hij naar de spaarbank «n naar 't
postkantoor, naar de sigarenwinkel, naar de bloemen
winkel, het café, den kapper.
Maar tevergeefs: niemand heeft zijn portefeulUe ge
vonden. Met vermoeide knieën sleept hij zich naar huls.
Maar mevrouw Knops trekt een blij gezicht. „Verbeeld
Je" zegt ze „ik heb 't bureau voor gevonden voorwerpen
opgebeld cn Je portefeuille ls terecht!"
Maar mijnheer Knops schudt treurig het hoofd.
„Dat kan niet!" zegt hij „want op 't bureau voor gevons
den voorwerpen ben lk helemaal niet geweeatl" -u
Wandelsport
AVOND-VIERDAAGSCHE.
Reeds thans wordt de aandacht gevestigd op de door den
N. H. W. B. te organiseeren Avond-Vierdaagsche, die dit
jaar wordt gehouden op 18, 19, 20 en 21 Juni a.s. Voor
Haarlem en omgeving hebben ln het comité van uitvoe
ring zitting genomen de heeren:
H. H. Winters, Heussensstraat 104, Haarlem N„ algemeen
leider; A. Senden, Zaanenlaan 55. Haarlem N., bestuurder
N. W. B.; P. J. Janbroers, Dr. Schaepmanstraat 67, Haar
lem O.; E. v. d. Hooff, Prof. v. d. Waalsstraat 35, Haar
lem W.; P. C. Westra. Kruidbergerweg 19, Santpoort
(station); A. Selhorst, Graaf Willemstraat 13, Haarlem O.,
lid der Pers en Propaganda Commissie N. H. W. B.
Vereenigingen en individueelen worden aangeraden
deze avonden reeds nu voor deze Tochten te reserveeren.
Len van den N. W. B. ontvangen op 't inschrijfgeld een
aanzienlijke reductie.
DE LAGAWEDSTRÏJDEN GAAN NIET DOOR.
Naar wij vernemen zullen de wedstrijden van Laga, wel
ke op 17 en 18 Mei vastgesteld waren geen doorgang vin
den, daar verschillende ploegen pas sinds korten tijd weer
met de oefeningen begonnen zijn.
SCHOOLTJE SPELEN.
Wiesje is aan 't schooltje spelen
Met haar poppen Riet en Jet.
Ook het beertje en de slaappop
Heeft ze op een plaats gezet.
Met een oude bril van vader,
In de hand een liniaal.
Leert ze ernstig aan haar kind'ren
'n Les van Nederlandse taal.
„Jet, je moet het goed onthouden:
HU krijgt altijd stam t
Kind'ren, zeg dat nu eens samen:
Goed! Zeg Lijs, doe jij niet mee?
Foei, je mag niet zitten suffen,
Want dan krijg Je zeker straf
Kom, nu gaan we vlug aan 't reek'nen,
Anders komt niet één som af."
En zo speelt Wies heel de morgen
Met haar poppen groot en klein
Pas als Moes haar roept voor 't eten
Zucht ze „Hè, wat was dat fijnl"
TRUUS KLEINMEIJER.
i Oud 12 jaar.