Het Verwulft bestaat 350 jaar. W. avex JUilm~JUischeH~ Eigenaardigheden Koffie-branden. Over Paaschbrooden en Palmpaaschstokken BONERA-GOUDA V R IJ D A G 4 APRIL 1941 H X X RLE M'S D A G R L A D 3 Toen de Oude Gracht nog niet gedempt was. Het Verwulft te Haarlem beslaat 350 jaar. Geen jubilé om te vieren, maar toch wel belangwek kend genoeg om hier' even te herdenken. De Oude Gracht was in den eersten tijd van de vesting Haarlem de verdediging aan den Zuid kant. „Binnen de veste" beteekende in dien tijd de omgrenzing van een stukje stad dat nu inge sloten wordt door de Nassaustraat, Ridderstraat, Bakenessergracht, Spaarne, Ged. Oude Gracht en Nassaulaan (vroeger Kraaienhorstergracht)Geen wonder dat Haarlem spoedig te groot werd voor dit enge keurslijf. In het begin der 15e eeuw werd besloten de stad een uitleg aan den Zuidkant te geven. Er werd toen bij getrokken het stuk be grensd door de Voldersgracht, den Raamsingel, den Gasthuissingel en den Kampersingel. De oude Gracht kwam toen midden in de stad te liggen. Voor het verkeer te water dat. in dien tijd van vel belang was was dit een feit van be- jteekenis. De bruggen over die gracht waren nog (al vrij hoog, zoodat veel schepen uit het Spaarne Tcomend konden aanleggen voor de woningen der kooplieden die aan deze gracht woonden. In de 16e eeuw werd de stad opnieuw vergroot doordat een stuk aan den overkant van het Spaarne Oversp annen7 I lé'dooi tt" w»*' aus (Adv. Ingez. Med.) in Haarlem en omgeving De waterstoep aan de Bakenessergracht. (foto De Haas.) De begrippen over hygiëne veranderden in den loop der eeuwen. Ónze voorouders meen den dat water water was, zoodat zij er geen be swaar tegen hadden voor het brouwen van het bier water uit de stadsgrachten te scheppen. In de 17e eeuw kwam met evenwel tot het be sef dat dat grachtwater niet helder genoeg was voor dit doel. Daarom werd de Brouwersvaart gegraven die helderder water uit de duinstreek naar Haarlem bracht. Maar het water uit de grachten werd ook toen nog waardig gekeurd voor het wasschen van kleeren. Overal had nien stoepen waar door de vrouwen in staat waren gemakkelijk bij het water te komen om de wasch na te «poelen. Hierboven geven wij een waterstoep die op de Bakenessergracht bewaard gebleven is. Nu vin den wij de gracht wel mooi en schilderachtig, maar geen huismoeder zou het meer in haar hoofd halen daar haar wasch te gaan naspoe len. Het is ons alleen enkele jaren terug opgevallen, dat er een schoorsteenveger bezig was zijn pakje een beurt, te geven. Misschien had hij zich zóó zwart gemaakt dat hij zoo niet thuis durfde te komen en al vast buitenshuis een voorloopige reiniging toepaste! De Bakenessergracht is in de laatste 75 jaar als woonplaats bij de Haarlemmers minder in trek gekomen. Omstreeks het midden der 19e eeuw woonde een deel van de élite der stad aan die gracht. Er staan trouwens nog enkele patri ciërshuizen die daarvan het bewijs leveren, maar die huizen hebben in den loop der jaren een an dere bestemming gekregen. Toen de waterstoep nog gebruikt werd stonden er aan de Bakenes sergracht vrijwel alleen deftige huizen, waarin dienstboden in blauwe katoentjes voor het huis werk en de wasch zorgden. Voor'dit laatste nog slechts gedeeltelijk, want in vele gezinnen werd de dienstbode bijgestaan door een waschvrouw, dat was iemand die eens in de week kwam om zich in het bijzonder te wijden aan de wasch. Nu behoort dit alles tot het verleden. Nu de waterleiding gekomen is wordt het water van de grachten niet meer voor huishoudelijke doel einden gebruikt. In gezinnen van de gegoede burgerij wordt meestal ook niet meer gewasschen, alles, althans het groote goed, gaat naar de hleek. daarbij getrokken werd, zoodat de Spaarnwouder straat ook binnen de vesting kwam te liggen. De groote uitleg der stad in het Noorden dateert van 1671. Toen zijn de vestingmuur en de poorten van de NassaulaanRidderstraat verlegd naar den Schoter- en Kloppersingel, waardoor de zooge naamde Nieuwstad ontstond. Op druk verkeer was bij die zuidelijken uitleg niet gerekend, want de wegen langs de Oude Gracht waren smal. Vooral tusschen de Groote Houtstraat en de KoningstraatGierstraat. Daar om was het al noodig in 1591 de Oude Gracht op die plaats te bedekken met een steenen ge welf. Zoo ontstond het Verwulft, In 1869 moest worden overgegaan tot demping van de Oude Gracht en de Kraaienhorstergracht, wardoor een flinke breede verkeersweg in het waradoor der stad verkregen werd. Wij geven hierbij een teekening van het Ver wulft. Inzameling van afval te Utreclit begonnen. Zooals bekend heeft op 10 October van het vorige jaar de secretaris-generaal van het depar tement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart een verbod uitgevaardigd om oude materialen en afval stoffen te vernietigen, weg te werpen of zoodanig te bewaren, dat die stoffen niet meer gebruikt kun nen worden als grondsof voor de industrie. Tege lijkertijd is toen bepaald, dat de aflevering van deze oude materialen en afvalstoffen slechts mocht geschieden aan dep erkenden vakhandel. De meeste huisvrouwen, winkeliers en kleine be drijven moesten echter constateeren, dat de door hen bewaarde afvalstoffen niet of zeer onregelma tig werden, ingezameld. Het rijksbureau voor oude materialen en afval stoffen heeft thans de organisatie van die inzame ling zelf ter hand genomen. De gemeente Utrecht zal de eerste gemeente bo ven de 20.000 inwoners in Nederland zijn, waar met ingang van Donderdag deze georganiseerde inzameling is begonnen. Een indruk van het Duitsclic W interim! p werk AMSTERDAM, 2 April. Een redacteur van het ANP heeft den heer Tydeman, directeur van Win terhulp Nederland te Amsterdam naar zijn ervarin gen op zijn reis naar Witten in Westfalen opge daan, gevraagd. De heer Tydeman was vol lof over het resultaat van het winterhulpwerk aldaar en de groote, eensgezinde offervaardigheid van het Duit- sche volk. Op ongelooflijk spontane wijze offert de bevolking voor winterhulp, er is tusschen de col lectanten een edele wedijver om de bussen zoo spoedig mogelijk vol te krijgen. Het Duitsche volk geeft veel en met liefde, gedreven door een sterk ontwikkeld gemeenschapsgevoel en het diep ge wortelde besef, dat het een plicht is den burger, die steun behoeft, snel en krachtig te helpen. Een win terhulpdag in Duitschland het was de laatste collecte in dit seizoen aldus de heer Tydeman, is een feestdag. Ieder is op straat, er wordt mu ziek gemaakt, kortom er is „veel te doen". En blij heid en vreugde heerschen in de stad over het in de gelegenheid te zijn om te helpen. De bloempjes symbolen van de naderende lente, zijn in minder dan geen tijd uitverkocht. In een stad als Witten met 75.000 inwoners vliegen de 45.000 insignes weg. Men geeft vele, vele malen per dag aan een der 800 collectanten die in Witten op straat en in de cafés hun goede werk verrichten. Amsterdam is tienmaal zoo groot en wij zouden verhoudingsge wijs 8000 man op straat moeten sturen met de col lectebussen. Helaas beschikken wij slechts over 1500 collectanten. De opbrengst in Duitschland is hoog, de vorige opbrengst heeft 30.000.000 r.m. bij elkaar gebracht, dat is per hoofd 37' j pfennig. Wit ten is nog 15 pet. boven het gemiddelde en haalt per inwoner ruim 42 pfennig. Amsterdam steekt daar wel erg tegen af. De hoogste collecte bracht hier 45.000 gulden op. op 800.000 inwoners, dat is gemiddeld ruim 5 ct. per inwoner. De andere col lecten te Amsterdam waren nog veel lager. ODD-AMSTERDAM. De typische ophaalbrug bij de Teertuinen gezien door een der bogen van het spoorwegviaduct. (Foto Pax Holland) E hadden nog wat koffie, zorgvuldig ge spaard en veilig in een koektrommel op geborgen. Daarin lagen ze nu te geuren en te glanzen, de groote, bruine koffie- boonen en bij het open maken van de trommel kreeg je een behaaglijke kriebeling in je neus als bij het betreden van een Arabisch koffiehuis. Helaas, erg lang hebben ze daar niet gelegen. Het schaamrood stijgt mij naar de kaken, zooals het vreemd spreekwoord zegt: want niet de kaken doch de wangen zijn schaamrood, maar goed. in ieder geval, ik schaam me als ik bedenk, dat het on zalige plan in mijn brein is ontstaan. Het was tij dens den verjaardag van een familielid, verbazing wekkend hoeveel familieleden er jarig z.ijn in één jaar. dat ik voor het eerst hoorde praten over koffiebranden. Zooals gemeenlijk was bet gesprek via den stand van de maan naar het eten overge sprongen en vandaar dat ook het koffiebranden ter tafel kwam. Er werd lang en deskundig over gediscussieerd en het einde was. dat er plotseling een Weremeusiaansche neiging over me waar dig werd en ik het recept vroeg. Dat werd gaarne gegeven en zorgvuldig, in mijn onnoozelheid meen de ik dat tenminste, genoteerd. Aoh, had ik maar meer acht geslagen op de valsche glimlachende ge zichten van de talrijke familieleden en kennissen, die natuurlijk allen enthousiast waren (waarschijn, lijk hadden ze zelf niet veel koffie meer) en me het dwaze plan nog vaster in mijn hoofd praatten. Breedvoerig werd me duidelijk gemaakt, dat je met het extract tweemaal zoolang kon doen en de smaak was werkelijk niet minder, nee, werkelijk niet, hoor! Maar laat ons verder zwijgen over deze koffiedwazen, ik hoop dat ze het lezen dan behoef ik niet naar den volgenden verjaardag en liever nagaan welke gevolgen dit rampzalige recept had. In de onwetendheid, die den man siert in derge lijke dingen, besloot ik mijn huisgenooten niets van het plan te vertellen. En op een middag van deze week, 'had ge dan in de keuken een adspirant en wat een .pooverè! culinarius kunnen zien zitten met een koffiemolen tusschen de knieën. De boo- nen zijn goed gemalen geweest, op die erkenning sta ik. Hierna volgde het branden van de suiker. Net zoolang tot er een blauwe walm afslaat stond er op het recept; dan de koffie bijgooien. Het duur de lang maar er kwam een blauwe walm en wat voor een! Ze steeg op naar het plafond en bleef daar hangen alles bedekkend, met een waas. die zich echter niet zoo verdikte dat de pan niet meer te onderscheiden was. En nog bemerkte de onnoo- zele hals, die dit neerschrijft niet. dat de zaken niet verliepen zooals ze dat behoorden te doen. Waarachtig, ik gooide de gemalen koffie, de zorg vuldig gespaarde, nog in de pan. En daarbij een vleugje zout en wat koffiesiroop. Daarna deed ik de deksel op de pan en liet de koffie en de suiker en de siroop en het vleugje zout tien minuten aan hun lot over. Bespaar me de beso'nrijving van de sterk riekende, klonterige, zwarte en aan de pan vastgekleefde massa, die ik na tien minuten terug vond. Het warme water IJ? liter, die er op werden ge- plenst konden de verbrande massa niet meer tot nieuw leven wekken, laat staan er een draaglijk koffie-extract van maken. Maar waar stond ook op het recept, dat je roeren moest? Echt weer de ka rakteristieke slordigheid van een vrouw om dat niet op te geven. Of wordt er verondersteld, dat iedereen zoo iets van zelf begrijpt! Ik heb het in ieder geval niet begrepen. En we hadden koffie, zorgvuldig gespaard.... We hadden EXAMENS. ACADEMISCHE OPLEIDING. Bevorderd aan de Gem. Universiteit van Am sterdam tot accountant: J. de Jong. Geslaagd voor het doctoraal klassieke letteren: A. W. J. Holleman. Vcor het candidaats rechten: A. G. Bes:er, A. A. K M. Povel en M. Klinkenberg. Voor het doctoraal rechten: mej. A. Dominicus, en H. L. Weurman, H. P. J. M. Berger, J. M. van der Flier. H. Ch. Kroes. N. L. C. Fonkert en J. T. M. van der Lugt. Voor den 52Sten Dagcursus aan de Eerste Ncdcrlandsche Slagersschool te Utrecht slaagde de heer S. E. J. v. d Peet te Haarlem. HET GEBLOKKEERDE MARKENBELASTING - BESLCIT 1941. Slechts de in het Verordeningenblad opgenomen authentieke volledige tekst van het geblokkeerde markenbelastingbesluit 2941 is doorslaggevend. De pogingen, om de bekende Amsterdamsche postzegelmarkt in een lokaal te kunnen onder brengen, hebben geen resultaat gehad, want de echte verzamelaars blijven hun plekje op den N.Z. Voorburgwal getrouw. Deze week werd zelfs op de stoepeif een levendige handel gedreven. (Foto Pax Holland) Enkele veelal in onbruik geraakte en vergeten, maar hier en daar nog in eere gehouden gebruiken van Palmpaschen worden in onder staand artikel verhaald. Wie onzer heeft in zijn jeugd de pakn- paasch gekend? Wie ziet zich zelf nog in zijn herinnering op. Palmzondag rondstappen met een stokje, waar bovenop een broodvogeltje zat, dat je met zijn krentenoog zoo schichtig aan kon kijken en fier de palmtakjes droeg op kop en rug? Menigeen zal dit jeugdgebruik thans tevergeefs in zijn woonplaats zoeken, want de palmpaasch vermindert met het jaar. In tal van plaatsen, waar zij 30 jaar geleden nog in eere werd ge houden, bijvoorbeeld in Dordrecht, Rotterdam, Vlissingen en Breda, is zij thans geheel uitgestor ven. In Friesland, waar destijds langs de geheele zeekust de Palmzondag door een kermis gevierd werd, komt de palmpaasch nu nog slechts in enkele plaatsjes voor. En hoe spoedig zal zij tot het ver leden behooren in verscheidene steden, waar men haar nog slechts sporadisch aantreft. bijvoor beeld in Naarden, Nijmegen, Zwartsluis, of wel uitsluitend in achterbuurten van Utrecht en Haarlem. Wie echter op het oogenblik de palmpaasch in ons land nog in haar fleur wil zien, die moet op Palmzondag eens een kijkje nemen in een Geldersch, Overijselsch of Drentsch dorpje, waar ieder kind zijn palmpaasch ontvangt. In dit ech te palmpaascng-me palmpaasch in een winkel. Men haalt alleen daags voor Palm zondag de zwaantjes en verdere broodversiering bij den bakker en dan zetten de ouders, broers of zusters het pronkstuk voor de kleintjes in elkaar. En als deze op Palmzondag wakker worden, is het eerste, wat zij zien, de feestelijk en smakelijk getooide palmpaasch, die voor hun bed tusschen twee stoelen staat ingeklemd of in het middelste gat van een stoof gestoken is. Wanneer de kinderen dit geschenk aan hun ouders of familie gaan laten zien, dan krijgen zij daarvoor vaak wat lekkers of ook wel geld. Hier en daar komt het ook wel voor, dat zij bij hun familie palmpaschen gaan af halen. Na deze bezoeken vereenigen zich alle gelukkige bezitters en bezitsters twee aan twee tot een om megang, waarbij zij de palmpaasch met beide han den voor zich uitdragen. Onafgebroken zingen zij hierbij het palmpaaschliedje. Eerst trekken zij naar het huis van den burgemeester of van den dominee, waar elk kind een paar koekjes ont vangt. Het ophalen van geld en lekkers langs de huizen schijnt vroeger algemeen met deze op tocht verbonden geweest te zijn, waarop nog het liedje duidt: Haentien op 'n stokkien, Bedelt om 'n brokkien, Bedelt om 'n brokkien brood, Anders gect het haentien dood. De optocht zelf duurt ongeveer een uur. Van wege het zingen, dat er bij plaats heeft, moet hij voor of na kerktijd gehouden worden. Vroeger was zoo'n palmpaasch-optocht een groote feestelijkheid: de geheele stad was dan in feesttooi, bijvoorbeeld te Alkmaar, waar eenige honderden kinderen aan den ommegang deel namen. Natuurlijk was ook de jeugd zelf in feest- des gestoken en vaak kwam het voor dat de meisjes weer of geen weer, dien dag geheel in het wit moesten zijn. Nog komt het wel voor, dat men de kinderen op dien dag hun nieuwe apkjes aan trekt. Ook de volwassen mensdien zijn dan liefst op hun „paasch-besl" gekleed. Wat den leeftijd der deelnemers betreft, het zijn nu nog maar de heel jonge kinderen, die men met de palmpaasch op straat ziet loopen. De ouderen willen ze nog wel hebben, maar vertoonen zich er niet mee buitenshuis. Als regel krijgen de kleintjes er geen meer, wanneer zij naar school gaan. Wel loopen gewoon lijk de ouders broers of zusters in de optocht mee, om te helpen dragen, wanner de zware palmpaasch voor de kleine handjes te zwaar wordt en om de papieren vlaggetjes van tijd tot tijd weer op hun plaats te steken. Van jaar tot jaar worden de deelnemers echter jonger, en zelfs ziet men alleen wel de kinderen in de kinderwagens met een palm paasch in de handjes. Komen de kinderen van deze ommegang thuis, dan wordt de palmpaasch ergens neergezet, meestal in het middelste gat van een stoof. Is zoo'n palm- paaschje klein van afmetingen, dan wordt hij wel in een bloempot voor het venster gezet. Het spreekt van zelf, dat tijdens de ommegang al eens gesnoept wordt en menig rozijntje verdwijnt, doch gewoonlijk .heeft eerst in den namiddag de echte plundering 'plaats. Als dan de vijgen, sinaasappelen suikergoed, enz. zijn opgesmuld, dan blijft alleen het brood over. Hiervan wordt in sommige plaat sen 's avonds of den volgenden dag pap gekookt. En dan is van al die heerlijkheid nog alleen het stokje met wat papieren uitknipsels over. dat dan gewoonlijk door moeder zorgvuldig tot het vol gend jaar bewaard wordt. Geen wonder, want een goede palmpaaschstok is niet gemakkelijk te vinden: hier moet het een tweetand, daar een drietand, elders weer een dennetak zijn. Wat het uiterlijk der palmpaschen betreft, overal in het palmpaaschgebied vindt men als eenvou digste vorm het simpele broodvogeltje, dat in den regel een langhalzig zwaantje voorstelt. Daarnaast is de haan de meest gebruikelijke benaming, maar men spreekt ook van eendjes, gansjes, duif jes. kippen en hennetjes. Naast dezen allereenvou- digsten vorm van palmpaschen, heeft men voor de meergegoeden allerlei variaties, die tot twee hoofdtypen terug te brengen zijn. In de eerste plaats heeft men den langen stok, die allerlei lekkernijen, als sinaasappelen, krenten broodjes, vijgen, stukken peperkoek oorboort. Bij het maken van deze palmpaschen worden dè lekkernijen één voor één naai- naar boven gescho ven in een volgorde, die in iedere plaats vaststaat, maar in de plaatsen onderling verschilt. Boven aan komt natuurlijk de zwaan. In de doorregen lekkernijen zijn symmetrisch aan weerskanten bonte, papieren vlaggetjes gestoken tot versiering. Onder aan den stok moet een handbreedte vrij blijven, om het dragen te vergemakkelijken. Verder heeft men de vlechtvormige brood- krans, gewoonlijk krakeling maar ook wol rad of wiel genoemd. Hierbij onderscheidt men weel de palmpaasch op den stok of de palmpaasch op den tak. Bij de palmpaasch op den stok wordt de broodkrans horizontaal gedragen. Hiertoe be vestigt men boven op den stok wer horizontaal gekruiste latten, met pinnen op de uiteinden en op het kruispunt, op welke pinnen de krans ge drukt wordt. Daar boven op steekt men dan vaak weer de zwaantjes. De gegoeden hebben drie broodkransen vaak boven elkaar. Zoo'n rijkversierde palmpaasch is wel ander halve meter hoog en kost al gauw een rijksdaalder. Bij de palmpaasch op den tak, wordt dc brood- krakeling vertikaal bevestigd. Verder is alle ver siering precies hetzelfde W. i Pepermunt van Bonera (Adv. Ingez. Med.) HELEN CRAIC Een jaar geleden had niemand in Amerika nog van Helen Craig gehoord, nu is zij de ster van Broadway en prijkt haar naam in felle schittering en kleur op de lichtreclames en aan plakbiljetten van New-York's befaamde amuse mentswij k. En dat alles terwijl zij in het stuk waarin zij optreedt maar één woord behoeft uit te spreken, nl. „Johnny". Het klinkt ongeloof waardig maar uit de mededeeliugen. die United Press over dit geval doet, zal u blijken dat de roem van miss Helen Craig op zeer ver klaarbare feiten berust. De hierboven geciteerde uitroep vormt het slot van het tooneelstuk „Johnny Belinda'' en in de drie bedrijven die eraan voorafgaan beeldt de actrice het tragische leven uit van een doofstom me vrouw. Tot dat laatste oogenblik komt er geen woord van haar lippen, maar haar gebarentaal is. alle zwijgzaamheid ten spijt, zoo welsprekend en aangrijpend bovendien dat geen enkel détail van de handeling aan het publiek ontgaat. De intrige bestaat hierin dat het een bekwamen arts tenslotte gelukt de jonge vrouw het spraakvermogen terug te geven en 't is begrij pelijk dat haar eerste woord de naam is van den man aan wien zij haar liefde geschonken heeft. Dit merkwaardige stuk staat nu al sedert Sep tember op het programma van een der groote theaters en nog altijd heeft het de volle belang stelling van het Amenkaansche publiek. De snelle stijging van Helen Craig uit de onbe kendheid naar den hoogsten top van den roem is iets waarmede de Amerikaansche bladen zich natuurlijk druk bezighouden. In uitvoerige beschouwingen wordt den lezers verteld dat miss Helen, dochter van een employé der Ana conda Copper, vijf jaar geleden het kantoor van een theaterdirecteur binnenliep, op zoek naar een „baantje". Harry Wagstaff Bribbels, de directeur, was zeer getroffen door haar ver schijning en optreden en hij besprak met den auteur Elmer Harris de mogelijkheid haar een rol te geven in Harres' tooneelstuk „Johnny Be linda". Vier jaar lang hoorde de toekomstige actrice niets van haar sollicitatie. Toen werd haar het aanbod gedaan. Mr. Bribbels voegde er de waarschuwing bij dat de bewuste rol een stu dietijd van zes maanden zou vergen en dat het stuk misschien maar een levensduur van en kele dagen beschoren zou zijn, ingeval de erttiek ongunstig zou uitvallen. Miss Craig aan vaardde het risicoen slaagde. Moord te Holten wordt nader onderzocht. Weduwe zegt thans verdachten tc herkennen. In den nacht van 11 op 12 April 1939 het was op Tweeden Paaschdag werd in een buurt schap onder de gemeente Holten een afschuwelijke roofoverval gepleegd op het bejaarde echtpaar Lee- link, waarbij de man zoo zwaar werd mishandeld dat hij kort daarop overleed. De vrouw werd ernstig gewond, doch zij bracht er, na een langdurige ver pleging, het leven af. Het echtpaar woonde in een zeer afgelegen boe renhoeve onder de gemeente Holten. In den bc- treffenden nacht hoorde de 63-jarige vrouw, die ge woontegetrouw nog kousen zat te breien, kort na middernacht geklop op de deur. Haar man was reeds naar bed. Toen zij vroeg wie er was werd bui ten geroepen: ,.de zoon van den veldwachter, doe eens even open". Zij deed dit, doch werd door de indringers met een knuppel neergeslagen. De mannen drongen ver volgens de woning binnen en mishandelden den 73- jarigen landbouwer. Deze weigerde te zeggen waar het geld was. De man werd zoodanig met het deksel van een melkbus geslagen dat hij dood bleef. Als verdacht van dezen roofoverval werden ge arresteerd de 30-jarige klompenmaker G. V.. en de 45-jarige koopman H. H. Th. D.. beiden uit Deven ter, die evenwel hardnekkig ontkenden aan dezen roofmoord schuldig te zijn. De officier van justitie bij de Almelosche recht bank achtte na een zeer uitvoerig getuigenverhoor hun schuld bewezen en eischte tegen beiden levens lange gevangenisstraf. De rechtbank te Almelo sprak hen echter vrij en gelastte hun onmiddellijke invrijheidstelling. Tegen dit vonnis teekende de officier hooger beroep aan. Donderdag stonden beiden voor het Arnhemsche gerechtshof terecht. Het verhoor van de 63-jarige weduwe van den vermoorden L. bracht het verrassende feit aan het licht., dat zij thans verklaarde de beide verdachten als de indringers te herkennen. President: „Lijken deze twee verdachten op do mannen die 's avonds bij jullie waren?" Getuige: „Zij lijken er wel op". President: Heeft die dikke jou geslagen?" Getuige: „Hij was het". President: „Maar waarom heb je dit in Almelo niet gezegd?" Getuige: „Ik durfde het niet". Nadat het Hof in raadkamer was geweest, deel de de president mede. dat het Hof geen termen aanwezig vond om dc gevangenneming van de bei de verdachten te gelasten en dat besloten was de zaak terug te wijgen naar den rechter-commissaris. ONTVOERD MEISJE TERUGGEVONDEN. GRONINGEN, 3 April. Het. 5-jarige meisje Wietske Piersma, dat Dinsdag door haar moeder en haar grootmoeder werd ontvoerd is teruggevon den bii familie te Zuid-Laren De Gronmgsche recherche heeft het kind naar den vader, wien het bij de rechterlijke uitspraak in het echtscheidingsproces is toegewezen, terug gebracht- Moeder en grootmoeder zijn op vrije voe ten gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5