Het Verwulft bestaat 350 jaar.
W.
avex JUilm~JUischeH~
Eigenaardigheden
Koffie-branden.
Over Paaschbrooden en Palmpaaschstokken
BONERA-GOUDA
V R IJ D A G 4 APRIL 1941
H X X RLE M'S D A G R L A D
3
Toen de Oude Gracht nog niet gedempt was.
Het Verwulft te Haarlem beslaat 350 jaar. Geen
jubilé om te vieren, maar toch wel belangwek
kend genoeg om hier' even te herdenken.
De Oude Gracht was in den eersten tijd van
de vesting Haarlem de verdediging aan den Zuid
kant. „Binnen de veste" beteekende in dien tijd
de omgrenzing van een stukje stad dat nu inge
sloten wordt door de Nassaustraat, Ridderstraat,
Bakenessergracht, Spaarne, Ged. Oude Gracht en
Nassaulaan (vroeger Kraaienhorstergracht)Geen
wonder dat Haarlem spoedig te groot werd voor
dit enge keurslijf. In het begin der 15e eeuw werd
besloten de stad een uitleg aan den Zuidkant te
geven. Er werd toen bij getrokken het stuk be
grensd door de Voldersgracht, den Raamsingel,
den Gasthuissingel en den Kampersingel.
De oude Gracht kwam toen midden in de stad
te liggen. Voor het verkeer te water dat. in dien
tijd van vel belang was was dit een feit van be-
jteekenis. De bruggen over die gracht waren nog
(al vrij hoog, zoodat veel schepen uit het Spaarne
Tcomend konden aanleggen voor de woningen der
kooplieden die aan deze gracht woonden.
In de 16e eeuw werd de stad opnieuw vergroot
doordat een stuk aan den overkant van het Spaarne
Oversp
annen7
I lé'dooi tt" w»*' aus
(Adv. Ingez. Med.)
in Haarlem en omgeving
De waterstoep aan de Bakenessergracht.
(foto De Haas.)
De begrippen over hygiëne veranderden in
den loop der eeuwen. Ónze voorouders meen
den dat water water was, zoodat zij er geen be
swaar tegen hadden voor het brouwen van het
bier water uit de stadsgrachten te scheppen.
In de 17e eeuw kwam met evenwel tot het be
sef dat dat grachtwater niet helder genoeg was
voor dit doel. Daarom werd de Brouwersvaart
gegraven die helderder water uit de duinstreek
naar Haarlem bracht.
Maar het water uit de grachten werd ook
toen nog waardig gekeurd voor het wasschen
van kleeren. Overal had nien stoepen waar
door de vrouwen in staat waren gemakkelijk
bij het water te komen om de wasch na te
«poelen.
Hierboven geven wij een waterstoep die op de
Bakenessergracht bewaard gebleven is. Nu vin
den wij de gracht wel mooi en schilderachtig,
maar geen huismoeder zou het meer in haar
hoofd halen daar haar wasch te gaan naspoe
len. Het is ons alleen enkele jaren terug
opgevallen, dat er een schoorsteenveger bezig
was zijn pakje een beurt, te geven. Misschien
had hij zich zóó zwart gemaakt dat hij zoo niet
thuis durfde te komen en al vast buitenshuis
een voorloopige reiniging toepaste!
De Bakenessergracht is in de laatste 75 jaar als
woonplaats bij de Haarlemmers minder in trek
gekomen. Omstreeks het midden der 19e eeuw
woonde een deel van de élite der stad aan die
gracht. Er staan trouwens nog enkele patri
ciërshuizen die daarvan het bewijs leveren, maar
die huizen hebben in den loop der jaren een an
dere bestemming gekregen. Toen de waterstoep
nog gebruikt werd stonden er aan de Bakenes
sergracht vrijwel alleen deftige huizen, waarin
dienstboden in blauwe katoentjes voor het huis
werk en de wasch zorgden. Voor'dit laatste nog
slechts gedeeltelijk, want in vele gezinnen werd
de dienstbode bijgestaan door een waschvrouw,
dat was iemand die eens in de week kwam om
zich in het bijzonder te wijden aan de wasch.
Nu behoort dit alles tot het verleden. Nu de
waterleiding gekomen is wordt het water van
de grachten niet meer voor huishoudelijke doel
einden gebruikt. In gezinnen van de gegoede
burgerij wordt meestal ook niet meer gewasschen,
alles, althans het groote goed, gaat naar de
hleek.
daarbij getrokken werd, zoodat de Spaarnwouder
straat ook binnen de vesting kwam te liggen.
De groote uitleg der stad in het Noorden dateert
van 1671. Toen zijn de vestingmuur en de poorten
van de NassaulaanRidderstraat verlegd naar den
Schoter- en Kloppersingel, waardoor de zooge
naamde Nieuwstad ontstond.
Op druk verkeer was bij die zuidelijken uitleg
niet gerekend, want de wegen langs de Oude
Gracht waren smal. Vooral tusschen de Groote
Houtstraat en de KoningstraatGierstraat. Daar
om was het al noodig in 1591 de Oude Gracht
op die plaats te bedekken met een steenen ge
welf. Zoo ontstond het Verwulft,
In 1869 moest worden overgegaan tot demping
van de Oude Gracht en de Kraaienhorstergracht,
wardoor een flinke breede verkeersweg in het
waradoor der stad verkregen werd.
Wij geven hierbij een teekening van het Ver
wulft.
Inzameling van afval te Utreclit
begonnen.
Zooals bekend heeft op 10 October van het
vorige jaar de secretaris-generaal van het depar
tement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart een
verbod uitgevaardigd om oude materialen en afval
stoffen te vernietigen, weg te werpen of zoodanig
te bewaren, dat die stoffen niet meer gebruikt kun
nen worden als grondsof voor de industrie. Tege
lijkertijd is toen bepaald, dat de aflevering van
deze oude materialen en afvalstoffen slechts mocht
geschieden aan dep erkenden vakhandel.
De meeste huisvrouwen, winkeliers en kleine be
drijven moesten echter constateeren, dat de door
hen bewaarde afvalstoffen niet of zeer onregelma
tig werden, ingezameld.
Het rijksbureau voor oude materialen en afval
stoffen heeft thans de organisatie van die inzame
ling zelf ter hand genomen.
De gemeente Utrecht zal de eerste gemeente bo
ven de 20.000 inwoners in Nederland zijn, waar
met ingang van Donderdag deze georganiseerde
inzameling is begonnen.
Een indruk van het Duitsclic
W interim! p werk
AMSTERDAM, 2 April. Een redacteur van het
ANP heeft den heer Tydeman, directeur van Win
terhulp Nederland te Amsterdam naar zijn ervarin
gen op zijn reis naar Witten in Westfalen opge
daan, gevraagd. De heer Tydeman was vol lof over
het resultaat van het winterhulpwerk aldaar en de
groote, eensgezinde offervaardigheid van het Duit-
sche volk. Op ongelooflijk spontane wijze offert de
bevolking voor winterhulp, er is tusschen de col
lectanten een edele wedijver om de bussen zoo
spoedig mogelijk vol te krijgen. Het Duitsche volk
geeft veel en met liefde, gedreven door een sterk
ontwikkeld gemeenschapsgevoel en het diep ge
wortelde besef, dat het een plicht is den burger, die
steun behoeft, snel en krachtig te helpen. Een win
terhulpdag in Duitschland het was de laatste
collecte in dit seizoen aldus de heer Tydeman,
is een feestdag. Ieder is op straat, er wordt mu
ziek gemaakt, kortom er is „veel te doen". En blij
heid en vreugde heerschen in de stad over het in
de gelegenheid te zijn om te helpen. De bloempjes
symbolen van de naderende lente, zijn in minder
dan geen tijd uitverkocht. In een stad als Witten
met 75.000 inwoners vliegen de 45.000 insignes weg.
Men geeft vele, vele malen per dag aan een der
800 collectanten die in Witten op straat en in de
cafés hun goede werk verrichten. Amsterdam is
tienmaal zoo groot en wij zouden verhoudingsge
wijs 8000 man op straat moeten sturen met de col
lectebussen. Helaas beschikken wij slechts over
1500 collectanten. De opbrengst in Duitschland is
hoog, de vorige opbrengst heeft 30.000.000 r.m. bij
elkaar gebracht, dat is per hoofd 37' j pfennig. Wit
ten is nog 15 pet. boven het gemiddelde en haalt
per inwoner ruim 42 pfennig. Amsterdam steekt
daar wel erg tegen af. De hoogste collecte bracht
hier 45.000 gulden op. op 800.000 inwoners, dat is
gemiddeld ruim 5 ct. per inwoner. De andere col
lecten te Amsterdam waren nog veel lager.
ODD-AMSTERDAM. De typische ophaalbrug
bij de Teertuinen gezien door een der bogen van
het spoorwegviaduct.
(Foto Pax Holland)
E hadden nog wat koffie, zorgvuldig ge
spaard en veilig in een koektrommel op
geborgen. Daarin lagen ze nu te geuren
en te glanzen, de groote, bruine koffie-
boonen en bij het open maken van de trommel
kreeg je een behaaglijke kriebeling in je neus als
bij het betreden van een Arabisch koffiehuis.
Helaas, erg lang hebben ze daar niet gelegen. Het
schaamrood stijgt mij naar de kaken, zooals het
vreemd spreekwoord zegt: want niet de kaken doch
de wangen zijn schaamrood, maar goed. in ieder
geval, ik schaam me als ik bedenk, dat het on
zalige plan in mijn brein is ontstaan. Het was tij
dens den verjaardag van een familielid, verbazing
wekkend hoeveel familieleden er jarig z.ijn in één
jaar. dat ik voor het eerst hoorde praten over
koffiebranden. Zooals gemeenlijk was bet gesprek
via den stand van de maan naar het eten overge
sprongen en vandaar dat ook het koffiebranden
ter tafel kwam. Er werd lang en deskundig over
gediscussieerd en het einde was. dat er plotseling
een Weremeusiaansche neiging over me waar
dig werd en ik het recept vroeg. Dat werd gaarne
gegeven en zorgvuldig, in mijn onnoozelheid meen
de ik dat tenminste, genoteerd. Aoh, had ik maar
meer acht geslagen op de valsche glimlachende ge
zichten van de talrijke familieleden en kennissen,
die natuurlijk allen enthousiast waren (waarschijn,
lijk hadden ze zelf niet veel koffie meer) en me het
dwaze plan nog vaster in mijn hoofd praatten.
Breedvoerig werd me duidelijk gemaakt, dat je
met het extract tweemaal zoolang kon doen en de
smaak was werkelijk niet minder, nee, werkelijk
niet, hoor! Maar laat ons verder zwijgen over deze
koffiedwazen, ik hoop dat ze het lezen dan behoef
ik niet naar den volgenden verjaardag en liever
nagaan welke gevolgen dit rampzalige recept had.
In de onwetendheid, die den man siert in derge
lijke dingen, besloot ik mijn huisgenooten niets van
het plan te vertellen. En op een middag van deze
week, 'had ge dan in de keuken een adspirant en
wat een .pooverè! culinarius kunnen zien zitten
met een koffiemolen tusschen de knieën. De boo-
nen zijn goed gemalen geweest, op die erkenning
sta ik. Hierna volgde het branden van de suiker.
Net zoolang tot er een blauwe walm afslaat stond
er op het recept; dan de koffie bijgooien. Het duur
de lang maar er kwam een blauwe walm en wat
voor een! Ze steeg op naar het plafond en bleef
daar hangen alles bedekkend, met een waas. die
zich echter niet zoo verdikte dat de pan niet meer
te onderscheiden was. En nog bemerkte de onnoo-
zele hals, die dit neerschrijft niet. dat de zaken
niet verliepen zooals ze dat behoorden te doen.
Waarachtig, ik gooide de gemalen koffie, de zorg
vuldig gespaarde, nog in de pan. En daarbij een
vleugje zout en wat koffiesiroop. Daarna deed ik
de deksel op de pan en liet de koffie en de suiker
en de siroop en het vleugje zout tien minuten aan
hun lot over. Bespaar me de beso'nrijving van de
sterk riekende, klonterige, zwarte en aan de pan
vastgekleefde massa, die ik na tien minuten terug
vond.
Het warme water IJ? liter, die er op werden ge-
plenst konden de verbrande massa niet meer tot
nieuw leven wekken, laat staan er een draaglijk
koffie-extract van maken. Maar waar stond ook op
het recept, dat je roeren moest? Echt weer de ka
rakteristieke slordigheid van een vrouw om dat
niet op te geven. Of wordt er verondersteld, dat
iedereen zoo iets van zelf begrijpt! Ik heb het in
ieder geval niet begrepen.
En we hadden koffie, zorgvuldig gespaard....
We hadden
EXAMENS.
ACADEMISCHE OPLEIDING.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit van Am
sterdam tot accountant: J. de Jong. Geslaagd voor
het doctoraal klassieke letteren: A. W. J. Holleman.
Vcor het candidaats rechten: A. G. Bes:er, A. A.
K M. Povel en M. Klinkenberg.
Voor het doctoraal rechten: mej. A. Dominicus,
en H. L. Weurman, H. P. J. M. Berger, J. M. van
der Flier. H. Ch. Kroes. N. L. C. Fonkert en J. T.
M. van der Lugt.
Voor den 52Sten Dagcursus aan de Eerste Ncdcrlandsche
Slagersschool te Utrecht slaagde de heer S. E. J. v. d
Peet te Haarlem.
HET GEBLOKKEERDE MARKENBELASTING -
BESLCIT 1941.
Slechts de in het Verordeningenblad opgenomen
authentieke volledige tekst van het geblokkeerde
markenbelastingbesluit 2941 is doorslaggevend.
De pogingen, om de bekende Amsterdamsche
postzegelmarkt in een lokaal te kunnen onder
brengen, hebben geen resultaat gehad, want de
echte verzamelaars blijven hun plekje op den
N.Z. Voorburgwal getrouw. Deze week werd zelfs
op de stoepeif een levendige handel gedreven.
(Foto Pax Holland)
Enkele veelal in onbruik geraakte
en vergeten, maar hier en daar
nog in eere gehouden gebruiken
van Palmpaschen worden in onder
staand artikel verhaald.
Wie onzer heeft in zijn jeugd de pakn-
paasch gekend? Wie ziet zich zelf nog in zijn
herinnering op. Palmzondag rondstappen met een
stokje, waar bovenop een broodvogeltje zat, dat
je met zijn krentenoog zoo schichtig aan kon kijken
en fier de palmtakjes droeg op kop en rug?
Menigeen zal dit jeugdgebruik thans tevergeefs
in zijn woonplaats zoeken, want de palmpaasch
vermindert met het jaar. In tal van plaatsen,
waar zij 30 jaar geleden nog in eere werd ge
houden, bijvoorbeeld in Dordrecht, Rotterdam,
Vlissingen en Breda, is zij thans geheel uitgestor
ven. In Friesland, waar destijds langs de geheele
zeekust de Palmzondag door een kermis gevierd
werd, komt de palmpaasch nu nog slechts in enkele
plaatsjes voor. En hoe spoedig zal zij tot het ver
leden behooren in verscheidene steden, waar men
haar nog slechts sporadisch aantreft. bijvoor
beeld in Naarden, Nijmegen, Zwartsluis, of wel
uitsluitend in achterbuurten van Utrecht en
Haarlem.
Wie echter op het oogenblik de palmpaasch in
ons land nog in haar fleur wil zien, die moet
op Palmzondag eens een kijkje nemen in een
Geldersch, Overijselsch of Drentsch dorpje, waar
ieder kind zijn palmpaasch ontvangt. In dit ech
te palmpaascng-me palmpaasch
in een winkel. Men haalt alleen daags voor Palm
zondag de zwaantjes en verdere broodversiering
bij den bakker en dan zetten de ouders, broers of
zusters het pronkstuk voor de kleintjes in elkaar.
En als deze op Palmzondag wakker worden, is
het eerste, wat zij zien, de feestelijk en smakelijk
getooide palmpaasch, die voor hun bed tusschen
twee stoelen staat ingeklemd of in het middelste
gat van een stoof gestoken is. Wanneer de kinderen
dit geschenk aan hun ouders of familie gaan laten
zien, dan krijgen zij daarvoor vaak wat lekkers of
ook wel geld. Hier en daar komt het ook wel voor,
dat zij bij hun familie palmpaschen gaan af
halen.
Na deze bezoeken vereenigen zich alle gelukkige
bezitters en bezitsters twee aan twee tot een om
megang, waarbij zij de palmpaasch met beide han
den voor zich uitdragen. Onafgebroken zingen zij
hierbij het palmpaaschliedje. Eerst trekken zij
naar het huis van den burgemeester of van den
dominee, waar elk kind een paar koekjes ont
vangt. Het ophalen van geld en lekkers langs de
huizen schijnt vroeger algemeen met deze op
tocht verbonden geweest te zijn, waarop nog het
liedje duidt:
Haentien op 'n stokkien,
Bedelt om 'n brokkien,
Bedelt om 'n brokkien brood,
Anders gect het haentien dood.
De optocht zelf duurt ongeveer een uur. Van
wege het zingen, dat er bij plaats heeft, moet hij
voor of na kerktijd gehouden worden.
Vroeger was zoo'n palmpaasch-optocht een
groote feestelijkheid: de geheele stad was dan in
feesttooi, bijvoorbeeld te Alkmaar, waar eenige
honderden kinderen aan den ommegang deel
namen. Natuurlijk was ook de jeugd zelf in feest-
des gestoken en vaak kwam het voor dat de meisjes
weer of geen weer, dien dag geheel in het wit
moesten zijn. Nog komt het wel voor, dat men
de kinderen op dien dag hun nieuwe apkjes aan
trekt. Ook de volwassen mensdien zijn dan liefst
op hun „paasch-besl" gekleed. Wat den leeftijd
der deelnemers betreft, het zijn nu nog maar de
heel jonge kinderen, die men met de palmpaasch
op straat ziet loopen. De ouderen willen ze nog
wel hebben, maar vertoonen zich er niet mee
buitenshuis.
Als regel krijgen de kleintjes er geen meer,
wanneer zij naar school gaan. Wel loopen gewoon
lijk de ouders broers of zusters in de optocht mee,
om te helpen dragen, wanner de zware palmpaasch
voor de kleine handjes te zwaar wordt en om
de papieren vlaggetjes van tijd tot tijd weer op hun
plaats te steken. Van jaar tot jaar worden de
deelnemers echter jonger, en zelfs ziet men alleen
wel de kinderen in de kinderwagens met een palm
paasch in de handjes.
Komen de kinderen van deze ommegang thuis,
dan wordt de palmpaasch ergens neergezet, meestal
in het middelste gat van een stoof. Is zoo'n palm-
paaschje klein van afmetingen, dan wordt hij wel
in een bloempot voor het venster gezet. Het
spreekt van zelf, dat tijdens de ommegang al eens
gesnoept wordt en menig rozijntje verdwijnt, doch
gewoonlijk .heeft eerst in den namiddag de echte
plundering 'plaats. Als dan de vijgen, sinaasappelen
suikergoed, enz. zijn opgesmuld, dan blijft alleen
het brood over. Hiervan wordt in sommige plaat
sen 's avonds of den volgenden dag pap gekookt.
En dan is van al die heerlijkheid nog alleen het
stokje met wat papieren uitknipsels over. dat dan
gewoonlijk door moeder zorgvuldig tot het vol
gend jaar bewaard wordt. Geen wonder, want
een goede palmpaaschstok is niet gemakkelijk te
vinden: hier moet het een tweetand, daar een
drietand, elders weer een dennetak zijn.
Wat het uiterlijk der palmpaschen betreft, overal
in het palmpaaschgebied vindt men als eenvou
digste vorm het simpele broodvogeltje, dat in den
regel een langhalzig zwaantje voorstelt. Daarnaast
is de haan de meest gebruikelijke benaming,
maar men spreekt ook van eendjes, gansjes, duif
jes. kippen en hennetjes. Naast dezen allereenvou-
digsten vorm van palmpaschen, heeft men voor de
meergegoeden allerlei variaties, die tot twee
hoofdtypen terug te brengen zijn.
In de eerste plaats heeft men den langen stok, die
allerlei lekkernijen, als sinaasappelen, krenten
broodjes, vijgen, stukken peperkoek oorboort. Bij
het maken van deze palmpaschen worden dè
lekkernijen één voor één naai- naar boven gescho
ven in een volgorde, die in iedere plaats vaststaat,
maar in de plaatsen onderling verschilt. Boven
aan komt natuurlijk de zwaan. In de doorregen
lekkernijen zijn symmetrisch aan weerskanten
bonte, papieren vlaggetjes gestoken tot versiering.
Onder aan den stok moet een handbreedte vrij
blijven, om het dragen te vergemakkelijken.
Verder heeft men de vlechtvormige brood-
krans, gewoonlijk krakeling maar ook wol rad
of wiel genoemd. Hierbij onderscheidt men weel
de palmpaasch op den stok of de palmpaasch op
den tak. Bij de palmpaasch op den stok wordt
de broodkrans horizontaal gedragen. Hiertoe be
vestigt men boven op den stok wer horizontaal
gekruiste latten, met pinnen op de uiteinden en
op het kruispunt, op welke pinnen de krans ge
drukt wordt. Daar boven op steekt men dan vaak
weer de zwaantjes. De gegoeden hebben drie
broodkransen vaak boven elkaar.
Zoo'n rijkversierde palmpaasch is wel ander
halve meter hoog en kost al gauw een rijksdaalder.
Bij de palmpaasch op den tak, wordt dc brood-
krakeling vertikaal bevestigd. Verder is alle ver
siering precies hetzelfde
W.
i
Pepermunt van Bonera
(Adv. Ingez. Med.)
HELEN CRAIC
Een jaar geleden had niemand in Amerika nog
van Helen Craig gehoord, nu is zij de ster
van Broadway en prijkt haar naam in felle
schittering en kleur op de lichtreclames en aan
plakbiljetten van New-York's befaamde amuse
mentswij k. En dat alles terwijl zij in het stuk
waarin zij optreedt maar één woord behoeft uit
te spreken, nl. „Johnny". Het klinkt ongeloof
waardig maar uit de mededeeliugen. die United
Press over dit geval doet, zal u blijken dat de
roem van miss Helen Craig op zeer ver
klaarbare feiten berust.
De hierboven geciteerde uitroep vormt het
slot van het tooneelstuk „Johnny Belinda'' en in
de drie bedrijven die eraan voorafgaan beeldt de
actrice het tragische leven uit van een doofstom
me vrouw. Tot dat laatste oogenblik komt er geen
woord van haar lippen, maar haar gebarentaal
is. alle zwijgzaamheid ten spijt, zoo welsprekend
en aangrijpend bovendien dat geen enkel détail
van de handeling aan het publiek ontgaat. De
intrige bestaat hierin dat het een bekwamen
arts tenslotte gelukt de jonge vrouw het
spraakvermogen terug te geven en 't is begrij
pelijk dat haar eerste woord de naam is van den
man aan wien zij haar liefde geschonken heeft.
Dit merkwaardige stuk staat nu al sedert Sep
tember op het programma van een der groote
theaters en nog altijd heeft het de volle belang
stelling van het Amenkaansche publiek.
De snelle stijging van Helen Craig uit de onbe
kendheid naar den hoogsten top van den roem
is iets waarmede de Amerikaansche bladen
zich natuurlijk druk bezighouden. In uitvoerige
beschouwingen wordt den lezers verteld dat
miss Helen, dochter van een employé der Ana
conda Copper, vijf jaar geleden het kantoor
van een theaterdirecteur binnenliep, op zoek
naar een „baantje". Harry Wagstaff Bribbels,
de directeur, was zeer getroffen door haar ver
schijning en optreden en hij besprak met den
auteur Elmer Harris de mogelijkheid haar een
rol te geven in Harres' tooneelstuk „Johnny Be
linda".
Vier jaar lang hoorde de toekomstige actrice
niets van haar sollicitatie. Toen werd haar het
aanbod gedaan. Mr. Bribbels voegde er de
waarschuwing bij dat de bewuste rol een stu
dietijd van zes maanden zou vergen en dat
het stuk misschien maar een levensduur van en
kele dagen beschoren zou zijn, ingeval de erttiek
ongunstig zou uitvallen. Miss Craig aan
vaardde het risicoen slaagde.
Moord te Holten wordt nader
onderzocht.
Weduwe zegt thans verdachten tc herkennen.
In den nacht van 11 op 12 April 1939 het
was op Tweeden Paaschdag werd in een buurt
schap onder de gemeente Holten een afschuwelijke
roofoverval gepleegd op het bejaarde echtpaar Lee-
link, waarbij de man zoo zwaar werd mishandeld
dat hij kort daarop overleed. De vrouw werd ernstig
gewond, doch zij bracht er, na een langdurige ver
pleging, het leven af.
Het echtpaar woonde in een zeer afgelegen boe
renhoeve onder de gemeente Holten. In den bc-
treffenden nacht hoorde de 63-jarige vrouw, die ge
woontegetrouw nog kousen zat te breien, kort na
middernacht geklop op de deur. Haar man was
reeds naar bed. Toen zij vroeg wie er was werd bui
ten geroepen: ,.de zoon van den veldwachter, doe
eens even open".
Zij deed dit, doch werd door de indringers met
een knuppel neergeslagen. De mannen drongen ver
volgens de woning binnen en mishandelden den 73-
jarigen landbouwer. Deze weigerde te zeggen waar
het geld was. De man werd zoodanig met het deksel
van een melkbus geslagen dat hij dood bleef.
Als verdacht van dezen roofoverval werden ge
arresteerd de 30-jarige klompenmaker G. V.. en de
45-jarige koopman H. H. Th. D.. beiden uit Deven
ter, die evenwel hardnekkig ontkenden aan dezen
roofmoord schuldig te zijn.
De officier van justitie bij de Almelosche recht
bank achtte na een zeer uitvoerig getuigenverhoor
hun schuld bewezen en eischte tegen beiden levens
lange gevangenisstraf.
De rechtbank te Almelo sprak hen echter vrij en
gelastte hun onmiddellijke invrijheidstelling. Tegen
dit vonnis teekende de officier hooger beroep aan.
Donderdag stonden beiden voor het Arnhemsche
gerechtshof terecht.
Het verhoor van de 63-jarige weduwe van den
vermoorden L. bracht het verrassende feit aan het
licht., dat zij thans verklaarde de beide verdachten
als de indringers te herkennen.
President: „Lijken deze twee verdachten op do
mannen die 's avonds bij jullie waren?"
Getuige: „Zij lijken er wel op".
President: Heeft die dikke jou geslagen?"
Getuige: „Hij was het".
President: „Maar waarom heb je dit in Almelo
niet gezegd?"
Getuige: „Ik durfde het niet".
Nadat het Hof in raadkamer was geweest, deel
de de president mede. dat het Hof geen termen
aanwezig vond om dc gevangenneming van de bei
de verdachten te gelasten en dat besloten was de
zaak terug te wijgen naar den rechter-commissaris.
ONTVOERD MEISJE TERUGGEVONDEN.
GRONINGEN, 3 April. Het. 5-jarige meisje
Wietske Piersma, dat Dinsdag door haar moeder
en haar grootmoeder werd ontvoerd is teruggevon
den bii familie te Zuid-Laren
De Gronmgsche recherche heeft het kind naar
den vader, wien het bij de rechterlijke uitspraak
in het echtscheidingsproces is toegewezen, terug
gebracht- Moeder en grootmoeder zijn op vrije voe
ten gesteld.