Een eigenaardige aanbieding
Reizen en avonturen van Mijnheer Frikkebeen
VfcïJDAG 4 A PR It 1941'
HAARLEM'S DAGBLAD
4
W"'W!"y"y
Jan Sluyters en jhr. Röell, directeur van het Stedelijk Museum te Amsterdam,
temidden van de schilderijen van den kunstenaar, die Zaterdag de tentoonstel
ling zullen vormen ter eere van zijn zestigsten verjaardag.
(Foto Pax Holland)
HAARLEMSCHE RECHTBANK
DIEFSTAL VAN COSTUUM-
STOFFEN.
Veertien dagen geleden had zich voor de Haar-
lemsche Rechtbank te verantwoorden een kleerma
ker uit Aalsmeer, die verdacht werd een partij
costuumstoffen ter waarde van f 3000 te hebben
gestolen. Tegen hem werd twee jaar gevangenis
straf geëischt. De Rechtbank veroordeelde hem
vanmorgen tot l'A jaar met aftrek van de voorloo-
pige hechtenis.
Tegen den man, die het grootste deel van het ge
stolen goed van den kieermaker had overgenomen
om te probeeren, de stoffen aan den man te bren
gen. eischte de Officier een jaar gevangenisstraf.
De Rechtbank veroordeelde hem tot acht maanden,
eveneens met aftrek.
Een groentehandelaar uit Haarlemmermeer, die
de costuumstoffen tegen een belooning van f 125
vervoerde, hoorde acht maanden gevangenisstraf
tegen zich eisonen. Hij kreeg vanmorgen vier
maanden gevangenisstraf met aftrek.
De Officier had ook acht maanden geëischt te
gen een kleermaker, die f 200 als belooning voor
zijn verkoopsbemiddeling had ontvangen. De Recht
bank veroordeelde hem tot vijf maanden met af
trek.
De commissïormair, die het grootste deel van de
partij had opgekocht en tegen wien zes maanden
geëischt was, werd vrijgesproken.
DIEFSTAL VAN EEN VARKEN.
Hedenmorgen had zich eerst een inwoner van
Zaandam te verantwoorden wegens diefstal van een
varken op 23 Januari jl. uit een schuur te West-
zaan. De waarde was f 350.
De Officier eischte een gevangenisstraf van zes
maanden..
De verdediger Mr. Steketee schetste de goede
hoedanigheden van. dezen verdachte, die hem be
loofd had, hierna geen misstap te zullen doen en
de sohade te vergoeden. De over 'hem uitgebrachte
rapporten luiden unaniem zeer gunstig, daarom
vroeg pleiter, de lichtst mogelijke straf te willen
opleggen.
De President merkte op, dat de verdachte zich
ook al eens aan smokkelarij had sohuldig gemaakt.
♦,Zoo kom je van het een op het ander".
RIJWIELDIEVEN VOOR DE
RECHTBANK.
Een andere Zaandammer werd beschuldigd, dat
hij ten nadeele van een stadgenoot een rijwiel uit
een fietsenstalling had gestolen.
De Officier eischte anderhalf jaar gevangenis
straf.
Mr. Stomps vestigde er de aandacht op, dat deze
verdachte in behoeftige omstandigheden verkeert.
Hij heeft geen werk en geen steun. „Ook bezit hij
geen middelen om zijn schulden te betalen. Daar
door kwam hij tot zijn wanhoopsdaad, wat natuur
lijk niet goed te keuren, maar wel te begrijpen is".
Mr. Stomps bepleitte de uiterste clementie.
Een chauffeur uit Aalsmeer had zich eveneens
aan diefstal van een rijwiel schuldig gemaakt; dat
8tond onder de warande van een café.
Verdachte zei, dat hij de fiets gestolen had, om
dat hij geen goeden band had.
De President merkte op, dat hij een paar dagen
later een nieuwen band had gekregen. „Waarom
heb je de fiets toen niet teruggestuurd?"
Verdachte antwoordde, dat hij dit niet had kun
nen doen. omdat hij eenige dagen op reis was.
Toen hij hoorde, dat er een politiezaak van ge
maakt was, had hij het karretje ergens neergezet,
maar toen was het ie laat. De President vond deze
daad zeer onverstandig.
De Officier eischte drie maanden gevangenis
straf.
FRAUDULEUS SLACHTEN
VAN VARKENS.
Vervolgens hadden zich inwoners van Assen-
delft, Krommenie en Haarlemmermeer te verant
woorden wegens het frauduleus slachten van var
kens en het vervoer daarvan. Zij waren in hooger
beroep gegaan van vonnissen van den Kantonrech
ter omdat zij de hun opgelegde straf te hoog von
den.
Tn de meeste zaken eischte de Officier bevesti
ging van de vonnissen; in. een enkel geval verzwa
ring van straf.
De President gaf den verdachten den dringenden
raad, met deze handelingen op te houden. Hoewel
•ik bang ben, dat dit niet gebeurt, zal aan dat frau
duleus slachten van varkens toch een eind moeten
komen".
ZWAAR LICHAMELIJK LETSEL
DOOR SCHULD.
door MABEL-GRUNDY.
Vertaald door
E. GRIESE-KETS DE VRIES.
16)
Zij schoof de honig en de marmelade heel dicht
bij het bord van tante Sophia en nog wel vóór tante
Sophia er van gebruiken wilde, vóór haar laatste
mondvol spek was ingeslikt (en op de een of andere
manier had zij ondanks zichzelf haar spek overijld
verorberd, zich er van bewust, dat dit meisje be-
geerig zat te wachten, om haar de dingen op te
dringen). Ten lange leste werd tante Sophia er
bijkans misselijk van. Als zij at, was zij gesteld
op elleboogruimte; zij was gesteld op behoorlijke
ruimte rond haar bord om dan naar believen de
honing of de boter of de marmelade of de water
kan naar zich toe te trekken. Zij hield er niet
van, dat deze ingrediënten om zoo te zeggen op
haar schoot zaten, en op het laatst kon zij het niet
langer onder zich houden, dit Whiff te zeggen.
„O, het spijt me toch zoo", zei Whiff, haar stereo
tiepe gezegd.
„Het benauwt me", zei tante Sophia.
„Natuurlijk", gaf Whiff berouwvol toe, en griste
de boter weg, juist toen tante Sophia op het punt
stond ze te gebruiken en zette ze buiten haar
bereik aan het andere eind van de tafel.
„Wil je mij de boter even aangeven, Christo
pher?" zei tante Sophia en Quinton dacht onder het
aanreiken aan martelaren en kerkers, teneinde
hem te helpen zijn lachen in te houden. Hij durfde
Whiff niet aan te kijken, hoewel hij het graag
wilde, en het was niet zoo verrassend, dat hij een
dergelijken wenseh koesterde, want in een jurk
van zachtlila katoen met een hooggesloten kraagje
zag zij er net zoo lief en frisch uit als de morgen
zelf.
Toen Quinton haar bij het begroeten zijn eersten
haastigen en schuwen blik had toegeworpen, had
hij vastgesteld, dat alle blonde meisjes aan het ont
bijt lila zouden moeten dragen en dat er op dc tafel
vazen met bedauwde lila seringen moesten staan,
terwijl e»n gevoel van lichten toorn bezit van hem
smallen rijweg, waar de botsing heeft plaats gehad,
een andere auto, die daar stil stond, het verkeer
belemmerde.
De President was van oordeel, dat verdachte op
dezen weg, die ook glad was, te snel gereden had.
Een bejaarde schipper werd als getuige gehoord.
„Kunt u ook zeggen, hoe hard verdachte reed
toen het ongeluk gebeurde?", vroeg de President
hem.
„Nou, edelachtbare, heel hard ging hel niet".
„Ja, wat noemt u hard? De één noemt 40 K.M.
hard, een ander 80 en een derde vindt dat er pas
hard gereden wordt als er een snelheid van over de
100 K.M. gereden wordt. Rijdt u zelf auto?"
„Gelukkig niet!" (Gelach).
„U zoudt er trouwens nu niet veel kans voor krij
gen. met het gebrek aan benzine".
Getuige bleef volhouden, dat de snelheid niet
hard was, ook toen de President hem op de betee
ken is van den eed wees.
Verdachte merkte op, dat hij den motorwielrijder
eerst zag. toen deze naast de stilstaande auto ver
scheen. Hij had direct het stuur naar rechts omge
gooid. met het gevolg dat zijn wagen omsloeg.
„Heb je. toen je zag wat er gebeurd was, nog
geholpen?"
Verdachte antwoordde bevestigend.
De President beduidde hem. dat hij niet links op
den weg mag komen, als hij niet eerst kan zien of
er wat van den anderen kant komt.
De Officier schetste de situatie op den weg, toen
het ongeluk gebeurde. De weg was glad en er wa
ren twee obstakels. Voorzichtigheid was dus drin
gend geboden. Volgens spreker reed de motorwiel
rijder behoorlijk rechts, maar de verdachte had,
wanneer hij niet hard had gereden, volop gelegen
heid, de situatie te overzien. De man heeft het
stuur omgegooid en geremd; toch kon hij zich niet
uit de situatie redden, omdat hij te snel reed. Hij
reed roekeloos en onvoorzichtig. Spreker eischte
een maand gevangenisstraf en ontzegging van het
recht om met een auto te rijden voor den tijd van
een jaar.
Mr. Kokosky Jr. uit Amsterdam wensdhte den
hoofdgetuige, mede namens zijn cliënt, geluk met
het feit-, dat hij er zoo goed is afgekomen. Pleiter
vond de dagvaarding te sober, omdat daarin niet
precies gezegd is, op welke plaats in de groote ge
meente Haarlemmermeer het ongeluk heeft plaats
gehad. Ook om eenige juridische bezwaren was
pleiter van oordeel, dat verdachte op deze dagvaar
ding niet veroordeeld kon worden. Overigens merk
te Mr. Kokosky op, dat de schuld van het ongeluk
niet aan verdachte geweten kan worden, maar aan
een ongelukkigen samenloop van de omstandighe
den. Hij wilde ook niet gelooven, dat de man, die
een kalme rijder en ook in het dagfclijksch leven
een kalm man is, te hard gereden heeft. Wegens
twijfel aan sdhuld meende pjeiter, dat verdaohte
zal moeten worden vrijgesproken.
De Rechtbank zal over veertien dagen uitspraak
doen.
VOOR DE KINDEREN^
nam, dat asters en nog wat stokrozen het middel
punt vormden. Hij vergat, dat het Augustus was en
seringen al een paar maanden hadden afgedaan.
Hij talmde met zijn ontbijt en toen "VSTtiiff zich uit
sloofde, om vriendelijk en attent jegens tante So
phia te zijn, wierp hij steelsche, korte blikken naar
de lila jurk en het glanzende haar in den ochtend-
zonneschijn, en het zedig profiel. Hij ontdekte, door
een toevallig vertrekken van haar mondhoeken, dat
zij poogde een lach te onderdrukken en achteruit
leunend, dacht hij met misnoegen aan het lus-
hangen in een propvollen trein, aan zijn kantoor en
Macnab; met groot misnoegen dacht hij aan Mac-
nab en aan het geplaag dat hij gedwongen zou zijn.
den geheelen dag door van zijn spottenden compag
non te verduren over het „meisje in het grijs",
zooals Macnab juffrouw Woffran gedoopt had.
„Wordt het geen tijd om te gaan, Christopher?"
vroeg tante Sophia, terwijl zij hem voor den twee
den keer zijn servet zag opvouwen, als een excuus
óm te treuzelen.
„Ja", antwoordde hij.
„Waarom ga je dan-niet?"
„Ik heb niet zoo'n haast. Het is Zaterdag".
„Te meer reden voor je, om vroeg te zijn, daar
je het kantoor weer vroeg verlaat. Waar wandel
je vanmiddag naar toe?"
Nu was het de gewoonte van Quinton om op Za
terdag een langen tocht te maken naar buiten, al
leen om van tante Sophia weg te komen, maar hij
was van plan vandaag met deze gewoonte te breken.
Hij had het plan opgevat, om naar huis te komen
en juffrouw Woffran behulpzaam te zijn bij haar
pogingen om tante Sophia „kwijt te raken"; hij
voelde, dat hij niet anders kon. Het was niet fair
tegenover het meisje, om haar alleen een dergelijk
lastig karwei te laten opknappen. „Eendracht maakt
macht" hield hij zichzelf voor, terwijl hij aan zijn
servet zal te frommelen en het in drieën vouwde
in plaats van in vieren, waardoor het dun en lang
werd en neiging vertoonde uit den ring te glippen.
Maar nu, met dc oogen van tante Sophia op hem
gericht, waagde hij het niet uit te spreken, wat
zijn voornemen was geweest, hoewel hij iets on
verstaanbaars mompelde over het weer, dal te
warm was om te gaan wandelen, en hij stond op
en schoof zijn stoel achteruit, en liep naar de deur
en keek naar Whiff, en toen hij haar oogen ont-
Tcgcirwcrking van voedsel-
voorzieningsmaatregelen.
Streng Ingrijpen van overheidswege.
's-GRAVENHAGE, 3 April. Het rijksbureau
voor de voedsel voorziening in oorlogstijd deelt het
volgende mede: Een eras tig geval van tegenwer
king der overheidsmaatregelen op het gebied der
voedselvoorziening is onlangs door den Centralen
Crisis-Controledienst in samenwerking met de Am-
sterdamsche politie aan het licht gebracht.
Dc Nederlandsche Zuïvelcentrale heeft eenigen
tijd geleden bij handelaren van mager melkpoeder
een deel van hun voorraad geblokkeerd. Deze voor
raad moest derhalve ter beschikking van de cen
trale blijven. Bij controle naar de hoedanigheid van
het poeder bleek echter, dat bij de firma P. Bindt
en Zn. te Amsterdam een gedeelte niet meer aan
wezig was. Tegen het uitdrukkelijk gestelde ver
bod in, heeft deze handelaar een gedeelte verhan
deld, terwijl een ander deel tot „kunstroom" was
verwerkt. Voorts bleek, dat het restant, een aan
zienlijke hoeveelheid, deels op zeer onvoldoende
wijze was bewaard, waardoor bederf in de hand
was gewerkt, deels zelfs moedwillig was bescha
digd. Het nog bruikbare poeder is onmiddellijk bij
den handelaar weggehaald en de volgende" maat-
gelen zijn genomen: schorsing der firma als ge
organiseerde bij de Zuivelcentrale alsmede instel
ling van een tuchtrechtelijke vervolging.
Voorts is tegen de verantwoordelijke personen
proces-verbaal opgemaakt en de nog onder de
firma berustende voorraden zijn in beslag geno
men.
Uit het voorgaande blijkt, dat belanghebbenden
er goed aan doen zich aan de gestelde voorschrif
ten te houden, aangezien zij zich anders aan stren
ge maatregelen blootstellen.
If' I (A.N.P.)
Jiact Tlieuws
De 40-jarige schipper de L. uit Brussel, is
op de Maas nabij Mook verdronken.
Op de Willemsbrug te Rotterdam is Woens
dagavond een tot nu toe onbekende man doodge
reden.
De heer Willem Vrijland, die onlangs 103
jaar oud geworden is, is in zijn woning aan de
Hoofdstraat te Schiedam ontslapen.
moeite, wendde hij de zijne vlug af en liet ze op
de scheiding van tante Sophia's haar rusten, een
plek, waarop hij ze allerminst wenschte te laten
rusten, maar hij moest ze toch ergens op vestigen
en toen holde hij weg.
„Hij zal zijn trein missen", zei tante Sophia
toen hij een oogenblik later op het tuinpad zicht
baar werd, waarlangs hij zich haastte, en toen
Whiff sympathiek antwoordde: „O, wat jammer!"
snauwde zij: „Natuurlijk'. Zij was zoo snauwerig,
omdat zij het heelemaal niet tegen Whiff had ge
had; zij zat alleen hardop tegen zichzelf te praten,
een gewoonte, die zij had aangenomen, omdat zij
zooveel alleen was, en het ergerde haar, dat dit
meisje zich er mee bemoeide.
„U hoeft niet te wachten, als u klaar bent", zei
ze, „ik talm graag met mijn ontbijt, maar dat is
voor u geen aanleiding om te blijven".
„O, dat doet ik graag", antwoordde Whiff en
terwijl de altijd aanwezige glimlach haar trekken
opnieuw verhelderde, staarde tante Sophia met een
kwalijk verholen kreun door het venster en
wenschte, dat er iemand zou komen om dit meisje
weg te vagen.
„Dit is zoo'n gezellige kamer. Ik ben dol op een
zonnige eetkamer. De eetkamer van mevrouw
Paddie was zoo somber en rook altijd naar gekruide
zalm. Ik geloof, dat gekruide zalm wel lekker
smaakt, maar akelig ruikt".
Tante Sophia probeerde zoo luidruchtig mogelijk
haar toast te verorberen. Ze wenschte duidelijk
kenbaar te maken, dat gekruide zalm haar geen
belang inboezemde, maar ondanks dat vervolgde
Whiff:
„Nu deze kamer lijkt vol bloemen (het aantal
rozen en asters in het midden was een zeer schamel
beetje en had vier pence gekost, door Panton ge
kocht) en zonneschijn. Ik veronderstel, dat het zij
raam op het Oosten ligt".
„Het kan niet op het Westen liggen, als de zon
er op dit uur doorheen schijnt, en daar de voorzijde
op het Zuiden ligt kan dit niet anders dan het
Oosten zijn", zei tante Sophia. „Wat zou het anders
moeten wezen".
„Niets", gaf Whiff opgeruimd toe. ..Het was een
domme vraag".
„Dat was het", zei tante Sophia, en hervatte
haar geknabbel.
Uitkeering van bijdragen in
huisraadschade-
Met de uitkeering van de bijdragen in de
door oorlogsgeweld geleden schade aan huis
raad enz. is dezer dagen een begin gemaakt,
maar dit wil niet zeggen, dat men nu binnen
één of twee weken hiermede gereed zal zijn. De
bijdragen" zullen in twee gelijke gedeelten wor
den uitbetaald. Er worden waardebonnen van
f 25, f 10 en f 1 uitgegeven.
De winkeliers kunnen de bonnen op verschil
lende wijzen te gelde maken, hetzij door storting
op hun eigen postrekening, hetzij door storting
op hun bankrekening, hetzij door inzending aan
het Centraal Verrekenkantoor van de afdeeling
oorlogsschade van het departement van finan
ciën
Whiff sloeg een anderen koers in.
„Wat zullen we vandaag doen?" vroeg zij en om
ringde tante Sophia opnieuw met de boter, honing,
marmelade, waterkan en brood.
„Dóén?"
„Ja. U en ik".
„Ik weet niet, wat u bedoelt".
„Doet u op Zaterdag geen leuke dingen? Dat
doen toch de meeste menschen. Het is een vrije
middag en overal heerscht een feestelijke stemming.
Ik dacht zoo, dat het wel aardig zou zijn, als u
er. ik samen ook feestelijk konden zijn. U hebt wat
feestelijkheid noodig, u bent zooveel alleen ge
weest'. Whiff schoof nog meer dingen naar het
bord van tante Sophia: een schaaltje basterdsuiker
die Quinton voor zijn havenmout gebruikt had, zijn
kannetje koude melk voor de pap, wat vleesch in
blik. „Ik zou het prettig vinden, als we samen
naar den dierentuin gingen".
„De dierentuin?" Tante Sophia herhaalde de
woorden automatisch. Zij wilde ze niet herhalen,
maar ze ontsnapten haar; ze vielen van haar tong,
die vreemd en slap aandeed en niet in staat zichzelf
in bedwang te houden. De dierentuin! Zij, Sophia
Dimsdale! De dierentuin op een gloeienden Augus
tusdag, met dit onuitstaanbare, glimlachende meisje!
De dierentuin, ver weg aan het andere eind van
de stad, met een lucht van warme leeuwen en
tijgers, en zich krabbende apen! Zij voelde be
hoefte naar afzondering, naar immuniteit voor dit
meisje, dat volkomen op haar scheen te zitten.
Met een wijden zwaai van haar rechterarm en een
gevoel van verstikking in haar luchtpijp scheerde
tante Sophia de boter en de waterkan en de toast
en alle andere dingen, die rond haar stonden op
gehoopt, weg, en spande zich in, om op de been
te komen.
De dierentuin! Zij sloot haar oogen. Zij sloot ze,
teneinde het beeld van Whiff uit te sluiten, die
nog steeds zat te glimlachen. Zij zou er de voor
keur, beslist de voorkeur aan hebben gegeven, als
er een hyena tegen haar zou hebben staan glim
lachen.
Zij begaf zich naar de deur en Whiff volgdr
haar. Zij liep naar de zitkamer en Whiff wee
achter haar. Zij ging zitten en zette haar voeten
op het voetenbankje en haar bril op haar neus
en zou juist de courant opnemen, toen zij ontdekte,
Maatregelen tegen het ingooien
van ruiten.
's-GRAVENHAGE, 3 April. In verband met
de omstandigheid, dat herhaaldelijk uit politie
ke motieven vernielingen van vensterruiten
voorkomen, heeft de hoogere S.S.- en politie
leider, Commissaris-géneraal voor de open
bare veiligheid, op grond van de verordening
van den Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied betreffende het opleg
gen van prestaties (Verordening no. 7-1941) be
paald, dat ter bestrijding van dit euvel de door
deze wandaden veroorzaakte schade nadat de
vergoeding zal zijn voorgeschoten uit de ge
meentekas, zal worden verhaald op de daders.
Bij gebreke van bekende daders blijft de scha
devergoeding ten laste der gemeente, behou
dens dat de burgemeester bevoegd zal zijn, die
vergoeding te verhalen op personen, die het in
werpen van vensterruiten bevorderen of goed
keuren of van wie op grond van hun daden of
van hun uitlatingen, mede in verband met hun
bekende politieke gezindheid, aan te nemen is
dat zij handelingen als die waardoor de schade
is aangericht bevorderen of goedkeuren.
Degenen bij wie ruiten mochten worden ver
nield behooren hiervan onverwijld aangifte te
doen bij de dichtstbijzijnde Nederlandsche poli-
tie-instantie.
Deze regeling wordt geacht met ingang van
20 Februari j.l. in werking te zijn getreden.
(A.N.P.)
BESTUURSCOMMISSIE WIER ING ERMEER.
Bij besluit van de secretarissen-generaal van de
departementen van Waterstaat en van Binnen-
landsche zaken is mr. A. J. Backer, op zijn verzoek j
als lid der bestuurscommissie, bedoeld in artiikel
3 sub b. van de wet van 31 Mei 1937 tot instelling
van een openbaar lichaam voor de Ingepolderde I
Wieringermeer en nader aan te wijzen ingepolder- 1
de of nog in te polderen gedeelten van het IJsel- 1
meer, eervol ontslagen.
3200 blikjes gecondenseerde mellc
gehamsterd.
Verd. tot 500.boete veroordeeld.
ASSEN, 3 April. Voor dep politierechter te As
sen stond gisteren wegens overtreding der ham-
sterwet terecht J. T. uit Assen bij wien de crisis
ambtenaren in samenwerking met de marechaus
see eenigen tijd geleden een enorme hoeveelheid
van allerlei artikelen in beslag hebben genomen.
Verd. bekende wel maar meende, dat talrijke arti
kelen, die in beslag waren genomen, aan hem te
ruggegeven moesten worden, omdat zij waren op
geslagen in den tijd, toen zulks nog geoorloofd was.
Na bestudeering van de rekeningen kwam de po
litierechter tot de conclusie dat een klein gedeelte
inderdaad aan verdachte terug gegeven moest wor
den. Dit gedeelte bestond uit hoeveelheden Vim,
Henco, Imi en chloor, alsmede 170 fleschjes Hali-
tran- en 50 flesschen levertraan. Verder 165 liter
tomatensoep, en hoeveelheden rijwielbanden, zool
leer, zeep en scheerzeep. Voor de openbare behan
deling had de officier reeds besloten tot teruggave
van 400 busjes gecondenseerde melk, waardoor er
echter nog 2800 van deze busjes onder beslag
I bleven.
De politierechter veroordeelde verdachte tot
f 500 boete, subs. 50 dagen hechtenis met verbeurd
verklaring van de in beslaggenomen goederen met
de uitzonderingen als boven aangegeven. De le
vertraan beschouwde hij als medicijn en werd niet
verbeurd verklaard.
dat Whiff er al half bezit van had genomen en wel
van de plaatjespagina, die tante Sophia onverander
lijk het eerst inkeek; ook had zij het pennemes
ter hand genomen en met een tikje afwezigheid
zat zij ermee op de bamboe tafel te tikken, het
geen op mevrouw Dimsdale's zenuwen werkte.
„Houd op", riep zü
„Waarmee?"
„Tikken".
„Tikte ik?"
Tante Sophia wendde haar blikken af; zij wist,
dat de stralende glimlach op komst was en zij
kon die niet verdragen. „Natuurlijk tikte u, met
mijn pennemes. Leg het alstublieft neer en ik zou
graag de andere helft van de courant hebben: Ik
heb er bezwaar tegen, dat het ochtendblad uit el
kaar gerukt wordt".
„Wat gedachteloos van me. Het spijt me zoo
Whiff duwde en propte de krant zoo dicht mogelijk
onder mevrouw Dimsdale's neus, dat mevrouw
Dimsdale genoodzaakt was haar hoofd achterover te
houden, om er niet mee in aanraking te komen.
„Ik heb opgemerkt, dat de meeste menschen het
eerst naar de plaatjes in de krant kijken. Ik vind
het het beste gedeelte van de krant. Is dat badende
meisje niet kostelijk? „Een schalksche Zeenymf".
Whiff leunde over tante Sophia's schouder en oefen
de langzamerhand, heel voorzichtig, druk uit op
dien schouder, terwijl enkele verdwaalde haarlok
ken de wang van deze dame beroerden en kittel
den. „En kijk dit eens: „Pomona in den Boom
gaard". Een stevig buitenmeisje, dat fruit plukt".
„Ik weet niet,, waar u het over hebt". Met een
plotselingen ruk onttrok tante Sophia haar schou
der aan Whiff's omringende tegenwoordigheid, en
uitte iets als een snik. Zij wist niet, of zij op het
punt stond te gillen of flauw te vallen, maar wel
wist zij, dat zij of het een of het ander moest
doen, tenzij dit meisje haar onmiddellijk verliet
of, schitterende inval, zij haar zou verlaten. Zij
zou opstaan, zij zou de kamer verlaten, zou naar
haar eigen kamer gaan of naar de keuken, om daar
orders te geven, ofschoon deze al den vorigen dag
waren gegeven op Vrijdag bespraken zij en de
keukenmeid de maaltijden voor het weekeinde
maar zij zou nog meer orders verzinnen, het menu
wijzigen, champignonsaus bij de lamscoteletten in-
lasschen...» (Wordt vervolgd)
Donderdag had zich te verantwoorden een inwo
ner van Amsterdam, die beschuldigd werd, in No
vember jl. zóó roekeloos met een auto te hebben
gereden, dat hij den bestuurder van een lioht imo-
tor-transportrijwiel in de Haarlemmermeer aan
reed, waardoor deze een schedelbreuk kreeg. Ge-
mum en tijd moest hij in het Diaconessenhuis te
Amsterdam verpleegd worden.
„En hoe gaat het nu met u?", vroeg de president
aan den gekwetste, die nu als getuige gehoord
werd.
„Het gaat nogal, edelachtbare".
„Kunt u uw werk weer verrichten?"
„Neen, slechts voor vijftig procent. Maar de
dokter zegt, dat het weer heelemaal in orde komt".
Verdachte zei. dat hij met een snelheid van hoog
stens 25 a 30 K.M. gereden had en dat op den
N«r A GouvtrniUt.
RiHtn tn aifjnlurtn van Miinhttr PrlHibm%
Tt*Lining ven Aart van EuHik.
Dc tocht heeft haar geen goed gedaan:
Zij blijft op 't dek beteuterd staan:
Zij zegt: „Had ik het voor het kiezen,
'k Zou niet voortdurend blijven niezen,
Maar "k ben verkouden, ziek en nat.
Dat komt van zoo'n langdurig bad."
En Prikkebeen zit nu weldra
Bij 't bed der arme Ursula:
Zij is te ziek, om veel te praten
En moet 't bedillen elnd'Ujk laten
Zij rilt van koorts en narigheid
En zucht en steunt en klaagt en schreit.