G flftntil Alfred de Musset en George Sand. en avonturen van Postgiro No's ZATERDAG 5 APRIL 1941 PT A A R E E M'S D 'A' 'G B E A D 7 In den ban van Amor. „Vanavond wordt mij de groote attractie van Parijs, George Sand, opgediend; ik moet me wat moed indrinken". Hoffelijk gezegd was het niet. Maar Alfred de Musset, de elegante blonde dandy met zijn kinderlijk pagegezicht was. met zijn 23 romantische jaren, wat modieus-cynisch en blasé en, als veelbelovend dichter uit de „Cénacle" van Victor Hugo, er niet afkeerig van, de zelfingeno men houding van een man-der-wereld aan te ne men, waarop zijn avontuurlijke jongelingsjaren hem in zekeren zin recht gaven. Natuurlijk wist hij allerlei van haar hoe zou het anders kun nen: weinig markante figuren uit de Parijsche kunstenaarswereld waren veelvuldiger over de George Sand. tong gegaan dan zij, de „groote George". Hij wist van haar mislukte huwelijk met Casimir Dude- vant, in wien zij met haar onstuiniigen levens drang, die alleen in het rijk der fantasie ontlading kon vinden, den Prins harer droomen zag; van de bittere ontgoocheling die het echtelijk leven met dezen goedmoedigen maar groven heereboer haar had berokkend; van haar vlucht uit het burger lijke, gebroken huwelijk in de wereld der schoone letteren, waarin zij onder den naam van George Sand glorierijk het hare had bijgedra gen; van haar vluchtige, meer vriendschappelijke dan amoureuze liaisons: met den jongen litera tor Jules Sandeau, met Prosper Mérimée Maar was er iets tot hem doorgedrongen van dat andere: van den strijd, in stilte gestreden tijdens de uren van eenzaamheid op haar kasteel te Nohant uren waarin zij in een der afgele gen bovenvertrekken aan brieven, die ware ge dichten werden, al het verlangen van haar ge kwetste dichterlijke hart toevertrouwde, terwijl beneden haar echtgenoot met zijn vrienden lalde en bralde? Wist hij van de vele romansf die zij in verbeelding beleefd maar niet geschreven en van dien éénen roman dien zij wél geschreven maar verbrand had? Kende hij het lied van die storm achtige gevoelszee, die in haar binnenste woelde en schuimde? Begreep hij iets van den gelukshon- ger die haar verbeelding prikkelde, ja geeselde tot de extase van paradijsachtige volmaaktheid of van dien kwellenden drang in haar, dien drang tot vertroetelen, verzorgen, koesteren als een moe der? Knap naar de gangbare maatstaf van vrouwe lijk schoon was ze niet: een kleine, strakgelijnde verschijning, een gelige gelaatskleur, een vroeg tijdig gerimpelde hals, een te forsch gezicht, maar groote donkere oogen, oogen, met een gloed die zegenend en onheilspellend bij beurten kon zijn, en handen van volmaakte schoonheid. Bij die eerste ontmoeting tijdens een souper door BUloz aan de medewerkers der beroemde „Revue des deux Mondes" aangeboden, moet de jonge Musset met dichterlijke intuïtie, met het oog voor het niet-alledaagsche, de ongewone bekoring van die oogen en handen aldra bespeurd hebben: de „groote attractie George Sand", met den spot der zelfbewustheid door hem verwacht, nam zijn hart in beslag om het nooit meer vrij te geven. Rustig, al te kalm bijna voor zooveel zielsbewo- genheid aan beide zijden, nam de proloog tot deze tragedie van beider leven een aanvang: in literai re brieven, waarvan de toon eerst na eenigen tijd van hoffelijke hoogachting overging in waardee- rende vriendschap en van deze in een passie, die van de uitverkorene een idool maakte, en daar mee tot cultus werd. Vocht zij inderdaad tegen deze affectie, zooals ze aan haar vriend, den criticus Sainte-Beuve, schreef? Trachtte ze haar meer dan vriendschap pelijke gevoelens voor de Musset te bedwingen, ja te verdringen? Dan was het waarschijnlijk haar goede genius, die haar waarschuwde voor een smartelijk conflict, dat van zoo hoog gespan nen gevoelens als beiden koesterden wel het ge volg moest zijn. Deze twee zielen ze waren te zeer vervuld van eigen, harstochtelijke idealen, van een onverzadigbaar verlangen naar het ein deloos -volmaakte, ze waren te hevig bevangen door het romantische tumult des harten, dan dat 25e zich hadden kunnen versmelten in de onge repte klaarte van een harmonieus geluk. Kwel ling. verdlet om wat breekt, was voor hen als de voorjaarsstorm voor de boomknoppen: nooit zou het verhevenste en schoonste dat in hen leefde zulke onvergankelijke bloesems hebben gedragen ln proza- en verskunst zonder het innerlijk lijden dat den romanticus lief is. En zoo werden beiden, Alfred en George, elkanders noodlot en toch elkanders geluk, ondanks alle tranen en verwij ten, ondanks ontgoocheling en breuk. In December van het jaar hunner ontmoeting in 1833 scheepten zij zich te Marseille in voor een reis door Italië, die Venetië als einddoel had. Hier, in de stad der lagunen, hoopten zij hoe vurig nog in toegewijd samenzijn gene zing te kunnen vinden van de wonden die beider aardsche ondeugden in het bovenmenscheliilk ge- luksideaal geslagen hadden. Tóén al hadden zij het kunnen raden (en heimelijk wisten ze het ook welldat de extatische vreugde van dit lief- desverbond gedoemd was om te verdorren onder de brandende zon van hun verlangen: George Sand ziet in vervoering naar een Madonna van Bellini en koestert zich aan de warme liefderijk heid, die haar uit het beeld der Moeder Gods te- gemoetstroomt: de Musset gaat middelerwiil eieen wegen, zoekt een gezelschap waarin hij zijn Pa rijsche leven van artistieke ongebondenheid kan voortzetten. Tegenstellingen te over, gevoelens van eenzaamheid en wroeging aan beide kanten; en toch: een verteerende liefde voor elkander, een rede- en reddelooze liefde een noodlot. Kort daarna vocht Alfred met sloopende ijl koortsen; zijn fysiek en psychisch gevoelige hart, ondermijnd nog door veelvuldig drankgebruik, zijn van nature brooze gestel, hadden de emoties der laatste maanden niet kunnen verwerken. Met een angstig voorgevoel, dat nauwelijks verheelde hoe een droom de mooiste van haar ieugd dreig de te verwelken, vernle^eri* G^ora» ^ond den dichter, zorgzaam als een moeder, ja dubbel lief derijk sinds zij zich schuldbewust gevoelde: haar verhouding tot den behandelenden medicus, Dr. Pagello, had in enkele weken tijds de grenzen der vriendschappelijkheid overschreden en Alfred was er niet onkundig van gebleven. Wat een too- neelen: wederzijdsche beschuldigingen, uitbar stingen van jaloezie, eindelooze twisten Musset kon de kwelling niet langer doorstaan; nauwelijks hersteld vertrok hij naar Parijs, om George Sand en zichzelf te ontvluchten hopelooze poging. In een opwelling van edelmoedigheid, waartoe zijn liefde voor George hem de kracht schonk, had hij gemeend het bijna bovenmenschelijke te kun nen volbrengen: hij had George's en Pagello's handen in elkander gelegd met de woorden: „Jullie hebt elkaar lief, jullie hebt mij lief jullie hebt mij gered, lichaam en ziel Thuisgekomen viel hij in onmacht toen hij zijn moeder van zijn jammerlijke ervaring wilde ver tellen. „Ik twijfel of wij ooit nog gelieven kunnen worden. Maar wij hebben elkaar lief en de heer lijkste oogerfclikken van ons leven zullen diè blij ven welke wij vereenigd mochten beleven. Zoo schreef George Sand. En hij, de Musset, hoe stortte hij zijn overvolle, getroffen hart uit? „Ik heb met eigen handen mijn eerste jeugd, mijn luiheid en mijn ijdeiheid begraven" Alfred was een ander mensoh geworden. De Meimaand kwam; in de stilte van de Tuille- rieën, in de schaduw van het jonge groen der kastanjeboomen, werd het leed van een lyrisch hart tot geluid, tot wellluidendheid, tot onsterfe lijk poëem: Alfred de Musset dichtte de eerste vier strophen van zijn „Meinacht" en, thuisgeko men, ontstak hij twaalf kaarsen als ln een droom en schreefTegen den morgen was de „Mei nacht" voltooid. „Maar ik heb zoo groot een smart geleden Dat zoo 'k er iets van had beleden, Mijn lult zou breken als een riet Wat verder nog? Vertellen van de herhaalde folterende pogingen tot hereeniging? Van het leed, elkander in liefde aangedaan? Van andere liaisons, waarmee zoowel de Musset als George Sand zich troostte? Geen daarvan evenaarde im mers de kortstondige oogenblikken van onverdeeld Alfred de Musset. (Foto's archief H. D.) geluk, die ze elkander geschonken hadden. Geen daarvan vermocht, wat het lot eens had verbon den, al leefde ook elk een eigen leven, te schei den. Het bleef zooals de Musset eens profetisch schreef: „Het nageslacht zal onze namen herha len als die van onsterfelijke gelieven. Nooit zal men van den een spreken zonder de andere te noemen. C. J. E. DINAUX. Sleutel weg? Tel. 11493 DeSleutelspecialist, L. Veerstr. 10 De KEMA en Philips „Bi-Arlita" lampen Wat is de KEMA f De groote gemeenten en de y k provincies van Nederland be- a I zitten eigen electrische netten. I Om de mogelijkheid te schep- pen, electrotechnlsch materiaal ie keuren, hebben zij samen een laboratorium gesticht. Dat laboratorium voor de Keuring P I van Electrotechnisch Materiaal g te Arnhem wordt kortheids halve met Kema aangeduid. I Het staat onder leiding van Prof. Ir. J. C. van Staveren. Door een daartoe aangewezen commissie van de Kema worden Ivoorschriften vastgesteld voor electrotechnisch materiaal. Iedere fabrikant kanzynkabels, i stofzuigers, schakelaars, strijk- bouten, gloeilampen, of wat dan I ook, aan de KEma opzenden en Ihet KEMA-laboratorlum stelt dan vast of aan deze voor schriften is voldaan. De eischen voor gloeilampen A zijn vele. Zij worden gekeurd k op veiligheid en lichtgevend y vermogen, op stroomverbruik, A blijvende helderheid en levens- K I duur. De Kema geeft Philips het H r recht te verklaren, dat de A Philips „Bi-Arlita" lampen aan alle eischen voldoen en dat de Bi-Arlitalampen, die U in W den winkel vindt, onder voort- M durende coritrole van het ak Kema-laboratorium staan. m, W N.V. PHILIPS' M wA. GLOEILAMPENFABRIEKEN rj& EINDHOVEN (Adv. Ingez. Med.) De waardebons van Winterhulp Nederland. Geldigheidsduur verlengd. 's-GRAVENHAGE, 4 April. De directeur-ge neraal van de stichting Winterhulp Nederland maakt bekend, dat de termijn, waarbinnen de waar debonnen series a, b, c, d en e bij de winkeliers en handelaren kunnen worden aangeboden, in af wijking van den op de voorzijde vermelden tekst, is verlengd tot uiterlijk 31 Mei 1941. De verzilvering van deze series waardebonnen bij alle banken en spaarbanken kan eveneens in afwijking van den op dc rugzijde vermelden tekst geschieden tot 31 Juli 1941. De banken en spaarbanken kunnen de ingewis selde waardebons uiterlijk den 15en Augustus 1941 inzenden bij de Kasvereeniging N.V. te Am sterdam. Deze maatregel is getroffen ln verband met het feit, dat uit het publiek de wensoh naar voren is gekomen over een ruimere periode in de gelegen heid te worden gesteld, op deze wijze goederen aan te koopen. OUD-LEERLINGEN VAN TUINBOUW- CURSUSSEN. De Ned. Bond van Vereenigingen van oud-leer lingen der tuinbouwcursussen Haarlem en Om streken houdt Dinsdagavond a.s. in „Spoorzicht" een vergadering. De heer A. Mulder zal spreken over „Cyclamen". (Adv. Ingez. Med.) EXAMENS. Nijverheidsonderwijs. Geslaagd voor de akte N VII mej. C. Rooden- burg te Haarlem. Nederlandsch-Duitsche cultuur- uitwisseling:. Tentoonstellingen en voordrachten te Keulen. 's-GRAVENHAGE, 4 April. Het departement ■ran volksvoorlichting en kunsten schrijft het A. N. P. het volgende: In het kader van de Nederlandsch-Duitsche cul tuuruitwisseling zullen te Keulen een reeks ten toonstellingen worden gegeven. Als eerste in deze reeks van gebeurtenissen op cultureel gebied zal een kunsttentoonstelling worden gehouden, welke op 16 April a.s. in aanwezigheid van dr T Goede- waagen, secretaris-generaal van het departement atv volksvoorlichting en kunsten zal worden ge opend. De laatste jaren exposeerde de Nederlandsche beeldende kunst in vele landen, echter slechts bij, hooge uitzondering in Duitschland. Dit is zeer te betreuren, want juist de Duitschers weten de Ne derlandsche beeldende kunst zoo goed te waardee- ren. Het is daarom van groote beteekenis. dat de Rijkscommissaris, rijksminister Seyss Inquart. het initiatief heeft genomen tot het houder, van boven genoemde kunsttentoonstelling, opdat Duitschland meer kennis neme van de Nederlandsche beelden de kunst. In verband met de a.s. tentoonstelling bracht dr, Seyss Inquart hedenmorgen een bezoek aan het departement van volksvoorlichting cn kunsten, waar de voor deze tentoonstelling bestemde kunst werken thans zijn verzameld. Nadat de verschillende afdeelingshoofden en de aanwezige schilders door dr. Goedewaagen aan den Rijkscommissaris waren voorgesteld, werd een aantal schilderijen getoond, waarbij de heer Ed. Gerdes. hoofd van de afdeeling bouwkunst, beel dende kunsten en kunstnijverheid, een toeliohting verstrekte. De Rijkscommissaris en mevrouw Seyss Inquart toonden veel belangstelling voor de ge toonde kunstwerken en gaven verscheidene keeren blijk van hun bewondering. Na afloop weiden ver- verschingen aangeboden. PAARDENHANDELAREN. De Algemeene Bond van Paardenhandelaren die 800 leden telt hield een vergadering voor de leden van deze provincie, om te geraken tot op richting van een afdeeling van den Bond. Na eenige besprekingen werd besloten een af deeling van deze provincie op te richten. In het bestuur werden gekozen: P. Bakker. Purmerend, voorzitter; C. J31okmaker, Amsterdam, secretaris: P. van Reeuwijk. Hoofddorp. Besloten werd op Woensdag 23 April opnieuw een vergadering te be leggen en wel in Alkmaar, voor uitbreiding van dit bestuur en andere huishoudelijke aangelegenheden. De afdeeling Noord-Holland telt bij de oprichting 130 leden. PROF. DR. FR. W. SCHICHT OVERLEDEN. •s-GRAVENHAGE. 4 April. Naar wij verne men is den eersten April 1941 te Berlijn overleden professor dr. Friedrich Wilhelm Schucht. oud- hoogleeraar in de geologie en bodemkunde aan de Landbouw-hoogesehool te Berlijn, voorzitter van de internationale bodemkundige vereeniging. re dacteur van het tijdschrift van deze vereeniging „Bodenkundliche forschungen", voorzitter van de Duitsche bodemkundige vereeniging en „Vertrauens mann in forschungsdienst". Prof. Schucht werd 26 November 1870 geboren. In prof. Schucht verliest de internationale bodem kunde en in het bijzonder de Duitsche bodemkun de een harer beste beoefenaren. NEDERLANDSCHE KINDEREN NAAR DUITSCHLAND AMSTERDAM, 4 April. Vanmorgen is met den trein van 7.06 uur de eerste groep Nederlandsche kinderen voor een vacantie naar Duitschland ver trokken. Woensdag aanvaardden de moeders van groote gezinnen de reis naar de Mutterheimen in Westfalen. Thans volgden de jongens en meisjes, die een vacantie in een gezond oord noodig hebben. Op het Centraalstation te Amsterdam was het een druk te van belang. Vijftig jongens en meisjes namen af scheid van hun ouders en het was in het geheel geen droevig afscheid. Het vooruitzicht vier tot zes weken te mogen doorbrengen in de prachtige na tuur werkte integendeel stimuleerend en de stem ming onder het groepje kinderen was dan ook voor treffelijk. In Utrecht voegden zich de kinderen uit andere nlaatsen bij het gezelschap en in totaal reisden 112 "nngens en meisjes naar de vacantie-oorden, waar zij een prettigen en voor hun gezondheid ook nutti gen tijd zullen doorbrengen. (A.N.P.) VOOR DE KINDEREN a Gouerrntur lunn «x Mi,.U PrM,b~« ig van Aarl i-on Ewtjk. Een onderhoud met S.S.-onderstormleider Wolffram Maar eind'lijk neemt de ziekte 'n keer En Ursula is beter weer. Zij gaat nu Prikkebeen weer plagen En martelt hem met duizend vragen. ,.'t Kapellen-vangen is ook uit". Zoo zegt zij eind lijk nood loos luid. Het is den goeden Prikkebeen. Of hem een leelijk spook verscheen: Dus Ursula wil wéér bediUen Hij staat van narigheid te rillen, Hij voelt zich ziek, zijn hoofd doet pijn: Hij zou het Uefst nu dood maar zijn. De taak van de Nederlandsche S.S. In verband met de marschen. welke de Neder landsche S.S. dit weekeinde zal houden te Gro ningen en Leeuwarden, had een redacteur van de V P B. een onderhoud met den plaatsvervangend- leider der S.S., den heer J. P. Wolffram te Utrecht, Hieraan ontleenen wij het volgende: ..De Nederlandsche S.S.", aldus onderstormleider Wolffram. die vóór de capitulatie als reserve 1ste luitenant bij de derde verkenningsgroep van het 2e luchtvaartregiment diende, „heeft tot taak de positieve Germaansche waarden in het Nederland sche volk te behoeden en te bewaren. Dit blijkt reeds aanstonds uit de selectie, welke op de can- didaten voor het corps wordt toegepast. De jonge man, die tot de S.S. wil toetreden, wordt niet al leen volgens zeer strenge maatstaven gekeurd op een ongezonde lichamelijke gesteldheid, doch ook op afstamming Tot de Nederlandsche S.S. kunnen alleen Nederlanders behooren. wier afstamming van het jaar 1800 af zuiver arisch is. Voor de leiders gaan wij zelfs nog vijftig jaar verder terug. Bij dit onderzoek^ is reeds gebleken, dat menige jongen van eenvoudige afkomst van heel wat beter, zui verder afstamming is dan candidaten uit de zooge naamde „betere standen". Ook wat zijn karakter betreft moet de candidaat aan zware eischen vol doen. Tot zijn voornaamste karaktereigenschap pen rekenen wij: trouw, oprechtheid, gehoorzaam heid. plichtsgevoel, opgewektheid. Uit deze zware eischen. welke bij de vorming reeds worden gesteld, vloeit voort, dat de S. S.-man een voorbeeld moet geven van de Germaansche levenshouding en levensbeschouwing, welke hij bo_ vendien met het woord en de daad moet kunnen verdedigen. De Germaansche gedachte kan niet an ders leven dan in een nationaal-socialistischc samen leving. Daar voor den S.S.-man het positieve ras-ele ment echter voorop staat, wordt bij zijn opleiding niet zoozeer aandacht geschonken aan de kleine dingen der dagelijksche politiek, doch eerder aan de groote kwesties van volksgezondheid en erfge- zondheidsleer, die, hoe ingewikkeld ook op het eerste gezicht, een groote aantrekkingskracht op onze mannen, die in opleiding zijn, blijken uit to oefenen." „Hoe geschiedt de opleiding zelf?" „Gebaseerd op leidersbeginsel en kameraadschap. De eigenschappen, die reeds in bepaalde mate aan wezig moeten zijn, voordat een jongeman tot do opleiding wordt toegelaten, worden natuurlijk op alle manieren bevorderd. De opleiding geschiedt in kleine groepen, wat de kameraadschap zeer ten goede komt. Er wordt bijzondér veel gedaan aan lichamelijke opvoeding, sport en exercitie. De gees telijke scholing besteedt veel aandacht aan hel Nederlandsche volkseigene: er wordt veel gedaan aan heemkunde, volkskunde, enz. De S.S. zoekt namelijk de gemeenschappelijke Germaansche waarden der volkeren naar voren te brengen, doch niet om in communistischen zin de karakte ristieke verschillen, welke er bestaan, te vervlak ken. Voorts trachten wij den mannen een eigen stijl van houding en optreden bij te brengen, die uit munt door eenvoud, bescheidenheid, waardigheid en correctheid. De exercitie-oefeningen spelen daarbij een belangrijke rol. Velen worden afgewezen. „Heeft de zware keuring niet ten gevolge, dat velen worden afgewezen0" „Inderdaad blijkt gemiddeld 60 tot 70 pCt. der candidaten ongeschikt. Doch dat is bij de zware eischen, welke wij stellen ten opzichte van licha melijke gesteldheid, karakter en afstamming, ook niet te verwonderen De kern. welke op deze wijze gevormd moet worden en die noodzakelijk is voor de instandhouding van ons volk moet vol maakt zuiver zijn. Trouwens, ten gevolge van het afstammingsonderzoek, dat zeer veel tijd in beslag neemt, kan definitieve opname in de S.S. in de praktijk in de meeste gevallen toch pas in den loop van het derde opleidingsjaar plaats vinden." „Welke zijn de leeftijdsgrenzen?" „Van 10 tot 30 jaar, maar het liefst hebben wij nog candidaten tusschen de achttien en vijfentwin tig. Wanneer ouderen willen toetreden; is daar voor een speciale vergunning noodig, die maar in enkele bijzondere gevallen wortd verleend. Voor hen, die de groot-Germaansche gedachte, zooals die in de S.S. tot uitdrukking komt, willen steunen, doch zelf geen actief lid kunnen worden, bestaat de mogelijkheid, als begunstigend lid mede te werken". Gelden de eischen voor den S.S.-man, wat be treft zijn afstamming en lichamelijke gesteldheid, ook voor zijn vrouw of aanstaande vrouw?" ~a, want de S.S. Is niet slechts een bond van mannen, doch ook een bond van sibben, De taak: het bewaken en behoeden van de wereldbeschouwing, die uiteindelijk leidt tot de nationaal-soclalistlsche samenleving, brengt dit met zich mede. Waar andere politieke stroomingen ten gronde zijn gegaan door gebrek aan zelfreiniging en bezinning op de grondslagen van haar Idee, daar wil de een orde zijn. die dit wél Poet voor het natlonaal- soclalisme." STEDELIJK ORKEST UIT DüSSELDORF. Op Donderdag 24 April zal het Stedelijk Or kest te Düsseldorf een orkestuitvoering geven ln het Concertgebouw te Haarlem, onder leiding van Generalmusikdirektor prof. Hugo Balzer. De Düsseldorfer Opera heeft ook in het seizoen 1940 met zeer groot succes voorstellingen in ons land gegeven: in November 1939 Ri chard Wagner's Walküre; in April 1940 Richard Wagner's „Tannhauser". R. K. ZWEM VEREENIGING V. O. Z. Op Zaterdag 19 April a.s. viert „V. O. Z." haar „Jaar feest" voor haar leden en lntroducé's ln Hötel „De Leeuwerik" Kruisstraat en wel des middags van 2—41,^ uur een „Kinderfeest" voor haar Junioren en Introducés, waar bij een bekend goochelaar en humorist, voordrachten en tractaties op het programma staan, en des avonds van 6—11 uur een „Soirée-Dansante" voor haar senioren en lntroducées. waarbij de band „The Margians" de dansmu ziek zal verzorgen en een bekend humorist als conferan- cler zal optreden terwijl verder vele attracties voor een prettige afwisseling zullen zorgen. De leeftijdsgrens Is 16 Jaar. van de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, Den Haag No. 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver eeniging N.V. Amsterdam No. 877 Stort op 5553 of 877 Dr. E. Heldring: „Er is geen twijfel aan, dat deze win ter grooter ontberingen dan gewoonlijk voor ons land zal brengen Wie den nood lijdenden landgenooten daarin door een gave aan Winterhulp tegemoet komen kan doe dit naar zijn vermogen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 11