G
flftntil
Alfred de Musset en George Sand.
en avonturen van
Postgiro No's
ZATERDAG 5 APRIL 1941
PT A A R E E M'S D 'A' 'G B E A D
7
In den ban van Amor.
„Vanavond wordt mij de groote attractie van
Parijs, George Sand, opgediend; ik moet me wat
moed indrinken". Hoffelijk gezegd was het niet.
Maar Alfred de Musset, de elegante blonde dandy
met zijn kinderlijk pagegezicht was. met zijn 23
romantische jaren, wat modieus-cynisch en blasé
en, als veelbelovend dichter uit de „Cénacle" van
Victor Hugo, er niet afkeerig van, de zelfingeno
men houding van een man-der-wereld aan te ne
men, waarop zijn avontuurlijke jongelingsjaren
hem in zekeren zin recht gaven. Natuurlijk wist
hij allerlei van haar hoe zou het anders kun
nen: weinig markante figuren uit de Parijsche
kunstenaarswereld waren veelvuldiger over de
George Sand.
tong gegaan dan zij, de „groote George". Hij wist
van haar mislukte huwelijk met Casimir Dude-
vant, in wien zij met haar onstuiniigen levens
drang, die alleen in het rijk der fantasie ontlading
kon vinden, den Prins harer droomen zag; van de
bittere ontgoocheling die het echtelijk leven met
dezen goedmoedigen maar groven heereboer haar
had berokkend; van haar vlucht uit het burger
lijke, gebroken huwelijk in de wereld der schoone
letteren, waarin zij onder den naam van
George Sand glorierijk het hare had bijgedra
gen; van haar vluchtige, meer vriendschappelijke
dan amoureuze liaisons: met den jongen litera
tor Jules Sandeau, met Prosper Mérimée
Maar was er iets tot hem doorgedrongen van
dat andere: van den strijd, in stilte gestreden
tijdens de uren van eenzaamheid op haar kasteel
te Nohant uren waarin zij in een der afgele
gen bovenvertrekken aan brieven, die ware ge
dichten werden, al het verlangen van haar ge
kwetste dichterlijke hart toevertrouwde, terwijl
beneden haar echtgenoot met zijn vrienden lalde
en bralde? Wist hij van de vele romansf die zij in
verbeelding beleefd maar niet geschreven en van
dien éénen roman dien zij wél geschreven maar
verbrand had? Kende hij het lied van die storm
achtige gevoelszee, die in haar binnenste woelde
en schuimde? Begreep hij iets van den gelukshon-
ger die haar verbeelding prikkelde, ja geeselde tot
de extase van paradijsachtige volmaaktheid of
van dien kwellenden drang in haar, dien drang
tot vertroetelen, verzorgen, koesteren als een moe
der?
Knap naar de gangbare maatstaf van vrouwe
lijk schoon was ze niet: een kleine, strakgelijnde
verschijning, een gelige gelaatskleur, een vroeg
tijdig gerimpelde hals, een te forsch gezicht,
maar groote donkere oogen, oogen, met een gloed
die zegenend en onheilspellend bij beurten kon
zijn, en handen van volmaakte schoonheid. Bij
die eerste ontmoeting tijdens een souper door
BUloz aan de medewerkers der beroemde „Revue
des deux Mondes" aangeboden, moet de jonge
Musset met dichterlijke intuïtie, met het oog voor
het niet-alledaagsche, de ongewone bekoring van
die oogen en handen aldra bespeurd hebben: de
„groote attractie George Sand", met den spot der
zelfbewustheid door hem verwacht, nam zijn hart
in beslag om het nooit meer vrij te geven.
Rustig, al te kalm bijna voor zooveel zielsbewo-
genheid aan beide zijden, nam de proloog tot deze
tragedie van beider leven een aanvang: in literai
re brieven, waarvan de toon eerst na eenigen tijd
van hoffelijke hoogachting overging in waardee-
rende vriendschap en van deze in een passie, die
van de uitverkorene een idool maakte, en daar
mee tot cultus werd.
Vocht zij inderdaad tegen deze affectie, zooals
ze aan haar vriend, den criticus Sainte-Beuve,
schreef? Trachtte ze haar meer dan vriendschap
pelijke gevoelens voor de Musset te bedwingen,
ja te verdringen? Dan was het waarschijnlijk
haar goede genius, die haar waarschuwde voor
een smartelijk conflict, dat van zoo hoog gespan
nen gevoelens als beiden koesterden wel het ge
volg moest zijn. Deze twee zielen ze waren te
zeer vervuld van eigen, harstochtelijke idealen,
van een onverzadigbaar verlangen naar het ein
deloos -volmaakte, ze waren te hevig bevangen
door het romantische tumult des harten, dan dat
25e zich hadden kunnen versmelten in de onge
repte klaarte van een harmonieus geluk. Kwel
ling. verdlet om wat breekt, was voor hen als de
voorjaarsstorm voor de boomknoppen: nooit zou
het verhevenste en schoonste dat in hen leefde
zulke onvergankelijke bloesems hebben gedragen
ln proza- en verskunst zonder het innerlijk lijden
dat den romanticus lief is. En zoo werden beiden,
Alfred en George, elkanders noodlot en toch
elkanders geluk, ondanks alle tranen en verwij
ten, ondanks ontgoocheling en breuk.
In December van het jaar hunner ontmoeting
in 1833 scheepten zij zich te Marseille in
voor een reis door Italië, die Venetië als einddoel
had. Hier, in de stad der lagunen, hoopten zij
hoe vurig nog in toegewijd samenzijn gene
zing te kunnen vinden van de wonden die beider
aardsche ondeugden in het bovenmenscheliilk ge-
luksideaal geslagen hadden. Tóén al hadden zij
het kunnen raden (en heimelijk wisten ze het
ook welldat de extatische vreugde van dit lief-
desverbond gedoemd was om te verdorren onder
de brandende zon van hun verlangen: George
Sand ziet in vervoering naar een Madonna van
Bellini en koestert zich aan de warme liefderijk
heid, die haar uit het beeld der Moeder Gods te-
gemoetstroomt: de Musset gaat middelerwiil eieen
wegen, zoekt een gezelschap waarin hij zijn Pa
rijsche leven van artistieke ongebondenheid kan
voortzetten. Tegenstellingen te over, gevoelens
van eenzaamheid en wroeging aan beide kanten;
en toch: een verteerende liefde voor elkander,
een rede- en reddelooze liefde een noodlot.
Kort daarna vocht Alfred met sloopende ijl
koortsen; zijn fysiek en psychisch gevoelige hart,
ondermijnd nog door veelvuldig drankgebruik, zijn
van nature brooze gestel, hadden de emoties der
laatste maanden niet kunnen verwerken. Met een
angstig voorgevoel, dat nauwelijks verheelde hoe
een droom de mooiste van haar ieugd dreig
de te verwelken, vernle^eri* G^ora» ^ond den
dichter, zorgzaam als een moeder, ja dubbel lief
derijk sinds zij zich schuldbewust gevoelde: haar
verhouding tot den behandelenden medicus, Dr.
Pagello, had in enkele weken tijds de grenzen
der vriendschappelijkheid overschreden en Alfred
was er niet onkundig van gebleven. Wat een too-
neelen: wederzijdsche beschuldigingen, uitbar
stingen van jaloezie, eindelooze twisten Musset
kon de kwelling niet langer doorstaan; nauwelijks
hersteld vertrok hij naar Parijs, om George Sand
en zichzelf te ontvluchten hopelooze poging.
In een opwelling van edelmoedigheid, waartoe
zijn liefde voor George hem de kracht schonk, had
hij gemeend het bijna bovenmenschelijke te kun
nen volbrengen: hij had George's en Pagello's
handen in elkander gelegd met de woorden:
„Jullie hebt elkaar lief, jullie hebt mij lief jullie
hebt mij gered, lichaam en ziel
Thuisgekomen viel hij in onmacht toen hij zijn
moeder van zijn jammerlijke ervaring wilde ver
tellen. „Ik twijfel of wij ooit nog gelieven kunnen
worden. Maar wij hebben elkaar lief en de heer
lijkste oogerfclikken van ons leven zullen diè blij
ven welke wij vereenigd mochten beleven.
Zoo schreef George Sand. En hij, de Musset, hoe
stortte hij zijn overvolle, getroffen hart uit? „Ik
heb met eigen handen mijn eerste jeugd, mijn
luiheid en mijn ijdeiheid begraven" Alfred was
een ander mensoh geworden.
De Meimaand kwam; in de stilte van de Tuille-
rieën, in de schaduw van het jonge groen der
kastanjeboomen, werd het leed van een lyrisch
hart tot geluid, tot wellluidendheid, tot onsterfe
lijk poëem: Alfred de Musset dichtte de eerste
vier strophen van zijn „Meinacht" en, thuisgeko
men, ontstak hij twaalf kaarsen als ln een droom
en schreefTegen den morgen was de „Mei
nacht" voltooid.
„Maar ik heb zoo groot een smart geleden
Dat zoo 'k er iets van had beleden,
Mijn lult zou breken als een riet
Wat verder nog? Vertellen van de herhaalde
folterende pogingen tot hereeniging? Van het
leed, elkander in liefde aangedaan? Van andere
liaisons, waarmee zoowel de Musset als George
Sand zich troostte? Geen daarvan evenaarde im
mers de kortstondige oogenblikken van onverdeeld
Alfred de Musset.
(Foto's archief H. D.)
geluk, die ze elkander geschonken hadden. Geen
daarvan vermocht, wat het lot eens had verbon
den, al leefde ook elk een eigen leven, te schei
den. Het bleef zooals de Musset eens profetisch
schreef: „Het nageslacht zal onze namen herha
len als die van onsterfelijke gelieven. Nooit zal
men van den een spreken zonder de andere te
noemen.
C. J. E. DINAUX.
Sleutel weg? Tel. 11493
DeSleutelspecialist, L. Veerstr. 10
De KEMA en
Philips „Bi-Arlita"
lampen
Wat is de KEMA f
De groote gemeenten en de y
k provincies van Nederland be- a
I zitten eigen electrische netten.
I Om de mogelijkheid te schep-
pen, electrotechnlsch materiaal
ie keuren, hebben zij samen
een laboratorium gesticht. Dat
laboratorium voor de Keuring P
I van Electrotechnisch Materiaal g
te Arnhem wordt kortheids
halve met Kema aangeduid. I
Het staat onder leiding van
Prof. Ir. J. C. van Staveren.
Door een daartoe aangewezen
commissie van de Kema worden
Ivoorschriften vastgesteld voor
electrotechnisch materiaal.
Iedere fabrikant kanzynkabels,
i stofzuigers, schakelaars, strijk-
bouten, gloeilampen, of wat dan I
ook, aan de KEma opzenden en
Ihet KEMA-laboratorlum stelt
dan vast of aan deze voor
schriften is voldaan.
De eischen voor gloeilampen
A zijn vele. Zij worden gekeurd k
op veiligheid en lichtgevend
y vermogen, op stroomverbruik,
A blijvende helderheid en levens- K
I duur.
De Kema geeft Philips het H
r recht te verklaren, dat de
A Philips „Bi-Arlita" lampen aan
alle eischen voldoen en dat de
Bi-Arlitalampen, die U in
W den winkel vindt, onder voort- M
durende coritrole van het
ak Kema-laboratorium staan. m,
W N.V. PHILIPS' M
wA. GLOEILAMPENFABRIEKEN
rj& EINDHOVEN
(Adv. Ingez. Med.)
De waardebons van Winterhulp
Nederland.
Geldigheidsduur verlengd.
's-GRAVENHAGE, 4 April. De directeur-ge
neraal van de stichting Winterhulp Nederland
maakt bekend, dat de termijn, waarbinnen de waar
debonnen series a, b, c, d en e bij de winkeliers
en handelaren kunnen worden aangeboden, in af
wijking van den op de voorzijde vermelden tekst,
is verlengd tot uiterlijk 31 Mei 1941.
De verzilvering van deze series waardebonnen
bij alle banken en spaarbanken kan eveneens in
afwijking van den op dc rugzijde vermelden tekst
geschieden tot 31 Juli 1941.
De banken en spaarbanken kunnen de ingewis
selde waardebons uiterlijk den 15en Augustus
1941 inzenden bij de Kasvereeniging N.V. te Am
sterdam.
Deze maatregel is getroffen ln verband met het
feit, dat uit het publiek de wensoh naar voren is
gekomen over een ruimere periode in de gelegen
heid te worden gesteld, op deze wijze goederen
aan te koopen.
OUD-LEERLINGEN VAN TUINBOUW-
CURSUSSEN.
De Ned. Bond van Vereenigingen van oud-leer
lingen der tuinbouwcursussen Haarlem en Om
streken houdt Dinsdagavond a.s. in „Spoorzicht"
een vergadering. De heer A. Mulder zal spreken
over „Cyclamen".
(Adv. Ingez. Med.)
EXAMENS.
Nijverheidsonderwijs.
Geslaagd voor de akte N VII mej. C. Rooden-
burg te Haarlem.
Nederlandsch-Duitsche cultuur-
uitwisseling:.
Tentoonstellingen en voordrachten te Keulen.
's-GRAVENHAGE, 4 April. Het departement
■ran volksvoorlichting en kunsten schrijft het A.
N. P. het volgende:
In het kader van de Nederlandsch-Duitsche cul
tuuruitwisseling zullen te Keulen een reeks ten
toonstellingen worden gegeven. Als eerste in deze
reeks van gebeurtenissen op cultureel gebied zal
een kunsttentoonstelling worden gehouden, welke
op 16 April a.s. in aanwezigheid van dr T Goede-
waagen, secretaris-generaal van het departement
atv volksvoorlichting en kunsten zal worden ge
opend.
De laatste jaren exposeerde de Nederlandsche
beeldende kunst in vele landen, echter slechts bij,
hooge uitzondering in Duitschland. Dit is zeer te
betreuren, want juist de Duitschers weten de Ne
derlandsche beeldende kunst zoo goed te waardee-
ren.
Het is daarom van groote beteekenis. dat de
Rijkscommissaris, rijksminister Seyss Inquart. het
initiatief heeft genomen tot het houder, van boven
genoemde kunsttentoonstelling, opdat Duitschland
meer kennis neme van de Nederlandsche beelden
de kunst.
In verband met de a.s. tentoonstelling bracht dr,
Seyss Inquart hedenmorgen een bezoek aan het
departement van volksvoorlichting cn kunsten,
waar de voor deze tentoonstelling bestemde kunst
werken thans zijn verzameld.
Nadat de verschillende afdeelingshoofden en de
aanwezige schilders door dr. Goedewaagen aan
den Rijkscommissaris waren voorgesteld, werd een
aantal schilderijen getoond, waarbij de heer Ed.
Gerdes. hoofd van de afdeeling bouwkunst, beel
dende kunsten en kunstnijverheid, een toeliohting
verstrekte. De Rijkscommissaris en mevrouw Seyss
Inquart toonden veel belangstelling voor de ge
toonde kunstwerken en gaven verscheidene keeren
blijk van hun bewondering. Na afloop weiden ver-
verschingen aangeboden.
PAARDENHANDELAREN.
De Algemeene Bond van Paardenhandelaren
die 800 leden telt hield een vergadering voor de
leden van deze provincie, om te geraken tot op
richting van een afdeeling van den Bond.
Na eenige besprekingen werd besloten een af
deeling van deze provincie op te richten. In het
bestuur werden gekozen: P. Bakker. Purmerend,
voorzitter; C. J31okmaker, Amsterdam, secretaris:
P. van Reeuwijk. Hoofddorp. Besloten werd op
Woensdag 23 April opnieuw een vergadering te be
leggen en wel in Alkmaar, voor uitbreiding van dit
bestuur en andere huishoudelijke aangelegenheden.
De afdeeling Noord-Holland telt bij de oprichting
130 leden.
PROF. DR. FR. W. SCHICHT OVERLEDEN.
•s-GRAVENHAGE. 4 April. Naar wij verne
men is den eersten April 1941 te Berlijn overleden
professor dr. Friedrich Wilhelm Schucht. oud-
hoogleeraar in de geologie en bodemkunde aan de
Landbouw-hoogesehool te Berlijn, voorzitter van
de internationale bodemkundige vereeniging. re
dacteur van het tijdschrift van deze vereeniging
„Bodenkundliche forschungen", voorzitter van de
Duitsche bodemkundige vereeniging en „Vertrauens
mann in forschungsdienst".
Prof. Schucht werd 26 November 1870 geboren.
In prof. Schucht verliest de internationale bodem
kunde en in het bijzonder de Duitsche bodemkun
de een harer beste beoefenaren.
NEDERLANDSCHE KINDEREN NAAR
DUITSCHLAND
AMSTERDAM, 4 April. Vanmorgen is met den
trein van 7.06 uur de eerste groep Nederlandsche
kinderen voor een vacantie naar Duitschland ver
trokken. Woensdag aanvaardden de moeders van
groote gezinnen de reis naar de Mutterheimen in
Westfalen. Thans volgden de jongens en meisjes, die
een vacantie in een gezond oord noodig hebben. Op
het Centraalstation te Amsterdam was het een druk
te van belang. Vijftig jongens en meisjes namen af
scheid van hun ouders en het was in het geheel
geen droevig afscheid. Het vooruitzicht vier tot zes
weken te mogen doorbrengen in de prachtige na
tuur werkte integendeel stimuleerend en de stem
ming onder het groepje kinderen was dan ook voor
treffelijk.
In Utrecht voegden zich de kinderen uit andere
nlaatsen bij het gezelschap en in totaal reisden 112
"nngens en meisjes naar de vacantie-oorden, waar
zij een prettigen en voor hun gezondheid ook nutti
gen tijd zullen doorbrengen. (A.N.P.)
VOOR DE KINDEREN
a Gouerrntur
lunn «x Mi,.U PrM,b~«
ig van Aarl i-on Ewtjk.
Een onderhoud met
S.S.-onderstormleider
Wolffram
Maar eind'lijk neemt de ziekte 'n keer
En Ursula is beter weer.
Zij gaat nu Prikkebeen weer plagen
En martelt hem met duizend vragen.
,.'t Kapellen-vangen is ook uit".
Zoo zegt zij eind lijk nood loos luid.
Het is den goeden Prikkebeen.
Of hem een leelijk spook verscheen:
Dus Ursula wil wéér bediUen
Hij staat van narigheid te rillen,
Hij voelt zich ziek, zijn hoofd doet pijn:
Hij zou het Uefst nu dood maar zijn.
De taak van de Nederlandsche S.S.
In verband met de marschen. welke de Neder
landsche S.S. dit weekeinde zal houden te Gro
ningen en Leeuwarden, had een redacteur van de
V P B. een onderhoud met den plaatsvervangend-
leider der S.S., den heer J. P. Wolffram te Utrecht,
Hieraan ontleenen wij het volgende:
..De Nederlandsche S.S.", aldus onderstormleider
Wolffram. die vóór de capitulatie als reserve 1ste
luitenant bij de derde verkenningsgroep van het
2e luchtvaartregiment diende, „heeft tot taak de
positieve Germaansche waarden in het Nederland
sche volk te behoeden en te bewaren. Dit blijkt
reeds aanstonds uit de selectie, welke op de can-
didaten voor het corps wordt toegepast. De jonge
man, die tot de S.S. wil toetreden, wordt niet al
leen volgens zeer strenge maatstaven gekeurd op
een ongezonde lichamelijke gesteldheid, doch ook
op afstamming Tot de Nederlandsche S.S. kunnen
alleen Nederlanders behooren. wier afstamming van
het jaar 1800 af zuiver arisch is. Voor de leiders
gaan wij zelfs nog vijftig jaar verder terug. Bij dit
onderzoek^ is reeds gebleken, dat menige jongen
van eenvoudige afkomst van heel wat beter, zui
verder afstamming is dan candidaten uit de zooge
naamde „betere standen". Ook wat zijn karakter
betreft moet de candidaat aan zware eischen vol
doen. Tot zijn voornaamste karaktereigenschap
pen rekenen wij: trouw, oprechtheid, gehoorzaam
heid. plichtsgevoel, opgewektheid.
Uit deze zware eischen. welke bij de vorming
reeds worden gesteld, vloeit voort, dat de S. S.-man
een voorbeeld moet geven van de Germaansche
levenshouding en levensbeschouwing, welke hij bo_
vendien met het woord en de daad moet kunnen
verdedigen. De Germaansche gedachte kan niet an
ders leven dan in een nationaal-socialistischc samen
leving.
Daar voor den S.S.-man het positieve ras-ele
ment echter voorop staat, wordt bij zijn opleiding
niet zoozeer aandacht geschonken aan de kleine
dingen der dagelijksche politiek, doch eerder aan
de groote kwesties van volksgezondheid en erfge-
zondheidsleer, die, hoe ingewikkeld ook op het
eerste gezicht, een groote aantrekkingskracht op
onze mannen, die in opleiding zijn, blijken uit to
oefenen."
„Hoe geschiedt de opleiding zelf?"
„Gebaseerd op leidersbeginsel en kameraadschap.
De eigenschappen, die reeds in bepaalde mate aan
wezig moeten zijn, voordat een jongeman tot do
opleiding wordt toegelaten, worden natuurlijk op
alle manieren bevorderd. De opleiding geschiedt in
kleine groepen, wat de kameraadschap zeer ten
goede komt. Er wordt bijzondér veel gedaan aan
lichamelijke opvoeding, sport en exercitie. De gees
telijke scholing besteedt veel aandacht aan hel
Nederlandsche volkseigene: er wordt veel gedaan
aan heemkunde, volkskunde, enz. De S.S. zoekt
namelijk de gemeenschappelijke Germaansche
waarden der volkeren naar voren te brengen, doch
niet om in communistischen zin de karakte
ristieke verschillen, welke er bestaan, te vervlak
ken. Voorts trachten wij den mannen een eigen stijl
van houding en optreden bij te brengen, die uit
munt door eenvoud, bescheidenheid, waardigheid
en correctheid. De exercitie-oefeningen spelen
daarbij een belangrijke rol.
Velen worden afgewezen.
„Heeft de zware keuring niet ten gevolge, dat
velen worden afgewezen0"
„Inderdaad blijkt gemiddeld 60 tot 70 pCt. der
candidaten ongeschikt. Doch dat is bij de zware
eischen, welke wij stellen ten opzichte van licha
melijke gesteldheid, karakter en afstamming, ook
niet te verwonderen De kern. welke op deze wijze
gevormd moet worden en die noodzakelijk is
voor de instandhouding van ons volk moet vol
maakt zuiver zijn. Trouwens, ten gevolge van het
afstammingsonderzoek, dat zeer veel tijd in beslag
neemt, kan definitieve opname in de S.S. in de
praktijk in de meeste gevallen toch pas in den loop
van het derde opleidingsjaar plaats vinden."
„Welke zijn de leeftijdsgrenzen?"
„Van 10 tot 30 jaar, maar het liefst hebben wij
nog candidaten tusschen de achttien en vijfentwin
tig. Wanneer ouderen willen toetreden; is daar
voor een speciale vergunning noodig, die maar in
enkele bijzondere gevallen wortd verleend. Voor
hen, die de groot-Germaansche gedachte, zooals
die in de S.S. tot uitdrukking komt, willen steunen,
doch zelf geen actief lid kunnen worden, bestaat
de mogelijkheid, als begunstigend lid mede te
werken".
Gelden de eischen voor den S.S.-man, wat be
treft zijn afstamming en lichamelijke gesteldheid,
ook voor zijn vrouw of aanstaande vrouw?"
~a, want de S.S. Is niet slechts een bond van mannen,
doch ook een bond van sibben, De taak: het bewaken en
behoeden van de wereldbeschouwing, die uiteindelijk
leidt tot de nationaal-soclalistlsche samenleving, brengt
dit met zich mede. Waar andere politieke stroomingen
ten gronde zijn gegaan door gebrek aan zelfreiniging en
bezinning op de grondslagen van haar Idee, daar wil de
een orde zijn. die dit wél Poet voor het natlonaal-
soclalisme."
STEDELIJK ORKEST UIT DüSSELDORF.
Op Donderdag 24 April zal het Stedelijk Or
kest te Düsseldorf een orkestuitvoering geven
ln het Concertgebouw te Haarlem, onder leiding
van Generalmusikdirektor prof. Hugo Balzer. De
Düsseldorfer Opera heeft ook in het seizoen
1940 met zeer groot succes voorstellingen
in ons land gegeven: in November 1939 Ri
chard Wagner's Walküre; in April 1940
Richard Wagner's „Tannhauser".
R. K. ZWEM VEREENIGING V. O. Z.
Op Zaterdag 19 April a.s. viert „V. O. Z." haar „Jaar
feest" voor haar leden en lntroducé's ln Hötel „De
Leeuwerik" Kruisstraat en wel des middags van 2—41,^ uur
een „Kinderfeest" voor haar Junioren en Introducés, waar
bij een bekend goochelaar en humorist, voordrachten en
tractaties op het programma staan, en des avonds van
6—11 uur een „Soirée-Dansante" voor haar senioren en
lntroducées. waarbij de band „The Margians" de dansmu
ziek zal verzorgen en een bekend humorist als conferan-
cler zal optreden terwijl verder vele attracties voor een
prettige afwisseling zullen zorgen. De leeftijdsgrens Is
16 Jaar.
van de Winterhulp Nederland
Winterhulp Nederland, Den Haag
No. 5553. Als bank der Winterhulp
Nederland is aangewezen de Kasver
eeniging N.V. Amsterdam No. 877
Stort op 5553 of 877
Dr. E. Heldring:
„Er is geen twijfel aan, dat deze win
ter grooter ontberingen dan gewoonlijk
voor ons land zal brengen Wie den nood
lijdenden landgenooten daarin door een
gave aan Winterhulp tegemoet komen kan
doe dit naar zijn vermogen."