Jboviand
De toekomst van Rotterdam
Cercis Siliquastrum.
2)e (taoqe hoed
LANGS DE STRAAT.
UIT EIGEN TUIN
7. A TERDAG 12 APRIL 1941
TT A A R L E M'S DAGBLAD
7
Er zal niet Amerikaansch
gebouwd worden.
Men rekent op
I 1.200.000 inwoners.
's-GRAVENIIAGE, 10 April. De gevolmachtig
de van den Rijkscommissaris voor de stad Rotter
dam dr. Völckers gaf in de dagelijksche perscon
ferentie te 's-Gravenhage een zeer interessante en
meesterlijke verhandeling over Rotterdam.
De stad Rotterdam, aldus dr. Völckers. heeft door
de oorlogshandelingen ontzettend geleden. 25000
woningen, die 80.000 inwoners huisvesting boden,
werden verwoest. Maar de stad, aldus ging dr. Völ
ckers voort, verdient alle hulde voor de energie,
waarmee zij dadelijk de problemen aanvatte. Reeds
den dag na de capitulatie vergaderden bij den heer
N. P. van der Mandele, president van de Kamer
van Koophandel, vele Rotterdamsche voormannen
om over den wederopbouw te beraadslagen. Op 18
Mei stond in de Nederlandsche bladen een oproep
van het stadsbestuur van Rotterdam om vracht
auto's, teneinde het puin weg te rijden. Den 20sten
Mei meldde de N. Rott. Crt, dat de stadsarchitect ir.
Witteveen de opdracht van het stadsbestuur had
ontvangen om een plan tot wederopbouw te ont
werpen. Sneller kan het niet. Dr. Völckers ver
klaarde, dat het aantrekkelijk is, boeiend, om in
zulk een stad werkzaam te zijn.
De opruimingswerkzaamheden werden in 6
maanden voltooid (Mei-November 1940). Tot
20.000 arbeiders waren daarmee gelijktijdig bezig.
Een getal van 2000 vrachtauto's voerde het puin
weg. Deels werd dit op vrij terrein in reserve ge
houden, deels voor het aanplempen van een stukje
van de Kralinger Plas ten behoeve van verbreeding
der straat aldaar gebruikt. Moeilijkheden die zich
met de arbeiders voordeden over loon en arbeids
voorwaarden werden opgelost door middel van een
tot dat doel ingestelden arbeiders-vextrouwensraad,
die uitnemend werkte.
Bij het begin van den wederopbouw kwam als
eerste nood-zakelijkheid naar voren het zakenleven
weer naar het centrum te trekken. Nood-winkels,
nood-zaken, nood-fabrieken werden gebouwd. De
Goudsche singêl, de Coolsingel hebben hun zaken
verkeer weer terug. De noodbouwwerken zijn vol
gens vast schema gebouwd. Het stadsbestuur is
bouwheer; het verhuurt de gebouwen van de
ondernemers. Vooi'ts hebben vele ondernemers
eigen noodgebouwen gezet*- De middelen hiertoe
werden door een stichting, de „Stichting 1940" ver
schaft, welke tot dusver leeriingen tot een totaal
bedrag van 23 millioen gulden verschaft.
Het wederopbouwplan is op 10 tot 30 jaar be
rekend. De stad heeft thans 620.000 inwoners. Som
migen schatten dat dit tot 2 millioen in de toe
komst zal stijgen. Die schatting schijnt voorshands
echter te hoog. Een havenstad is afhankelijk van
het zeeverkeer en al wat daarmee samenhangt.
Normaal en gezond is, dat Schiebroek, Hillegersberg
en IJselmonde bij de stad gevoegd worden. Het is
verwachten, dat zulks nog dit jaar geschieden zal.
Mogelijk volgen Schiedam en Vlaardingen later,
maar dit is nog niet zeker. De inlijving der drie
eerstgenoemde plaatsen voert het inwonertal tot
700.000 op. Verder zal het na den oorlog te wach-
Judasboom.
(foto Hendriks.)
Laat de naam, Judasboom, U niet afschrikken.
Die slaat alleen op den vorm van de bladeren, die
eenigszias op den judaspenning lijken. Ze zijn er
echter niet minder mooi om, met hun glanzend
donkergroenen bovenkant en licht blauwgroenen
onderkant en hun breeden hartvorm met afge-
ronden top. De jonge bladeren zijn vaak iets
roodachtig getint.
En de bloemen zijn wel zoo onvergelijkelijk
mooi. Ze lijken op vlinderbloemen van een prach
tige rosviolette kleur, die in bundels bijeen staan.
Ze verschijnen in A-pril-Mei, vóór de bladeren.
Wanneer Cercis Siliquastrum tegen een muur
Is opgeleid, lijkt hij op een prachtige paarsrose
bloeienden blauwen regen. Deze heester kan n.l.
heel goed als gevelversiering worden aangewend,
maar ook als alleenstaanden struik. In dit laat
ste geval groeit hij zeer breed uit.
Cercissoorten hebben behoefte aan een vrij
vruchtbaren zandgrond, die liefst wat kalkhou-
dend moet zijn. Verder is het zaak den struik een
beschuttende standplaats te geven. Wanneer we
hem tegen een gevel laten groeien, liefst tegen
een zuidmuur.
De vriigroeiende struik komt zeer mooi uit op
een gazon.
De bijzondere bladvorm geeft dezen heester ook
gedurende den zomer volop zijn sierwaarde Maar
in den bloei overtreft hij zich in schoonheid. Dan
Is het een waar feest van sïerliike bundels van
violet.rose vlindervormige bloemen, die weken
achtereen voor de mooist denkbare bloemenpracht
zorgen.
Er is ook een witte variëteit, Cercis Siliquastrum
album, die ook bijzonder mooi is tijdens den bloei.
Maar de rose variëteit wint het mijns Inziens toch
verre van haar.
Ook Cercis canadensis komt wel in onze tunien
voor, Deze stelt dezelfde voorwaarden als Cercis
Siliquastrum. De bloemen ziin iets kleiner en van
een iets lichter rose. De bladeren van deze struik
hebben geen afgeronden top. maar zijn aan den
top plotseling toegespitst.
Een enkele maal vinden we ook Cercis sinensis,
maar toch slechts als uitzondering. Deze heeft
donkervioletrose bloemen.
Dp Gereis Sillnuastmm dp mp«st. voorkomen-
do son'-t vqn dit, a"clop,,M TV» struik verdunt drwv
gijn onvallende schoonheid zeker zijn plaats in
•nze tuinen.
A- J. D.
Het eerste stalvee naar buiten. In West-Friesland zijn de hokkelingen reeds in de weide gebracht.
Op de plaatsen, waar nog weinig gras staat, worden de dieren met hooi bijgevoerd.
(Foto Pax Holland)
ten groote zeeverkeer het inwonertal sterk doen
stijgen, maar men moet hierin toch niet fantas
tisch worden. Wellicht is op 900.000, 1 millioen,
hoogstens 1.200.000 inwoners te rekenen. Deze
cijfers liggen in elk geval aan het opbouwplan ten
grondslag.
Hierbij is het groote probleem in een reeds be
staande stad met een belangrijke geschiedenis een
nieuwe binnenstad te scheppen. De eerste vraag is
hierbij het verkeer. Reeds voorheen was dit pro
bleem wegens de nauwe straten moeilijk. Er wordt
op gerekend breede straten (tot 52 M. toe) te schep
pen. Pleinen zullen zeer groot gemaakt worden
(Hofplein, Blaak) met groote pax-keergelegenheden.
Ook zal er groen in het centrum komen. Het groote
verkeer zal worden omgeleid. Wat de spoorwegen
betreft: het viaduct kan niet verdwijnen. Een om
legging van de spoorbaan om de stad heen zou
6 K.M. méér kosten en oneconomisch zijn. Maar
wel zal worden getracht het niet-schoone zooveel
mogelijk weg te werken. De rivierdijk, die tot
dusver een eindje in de stad lag, zoodat een deel
der stad af en toe overstroomingslast had, zal thans,
voorzoover dit het nieuwste gedeelte betreft, langs
den oever gelegd worden. De bruggen zullen hoo-
ger worden gelegd, zoodat grootere schepen door
aart verkrijgen.
Wat de architectuur betreft: in elk geval moet
vermeden worden, dat er Amerikaansch zou wor
den gewerkt. Leelijke bouwsels, gelijk men die
soms in snel groeiende steden ziet, moeten ver
meden worden. Het was een zeer goede gedachte
van ir. Witteveen voorop te stellen, dat een Rotter
dammer, die in 1950 zijn stad terug zou zien na ze
vóór Mei 1940 verlaten te hebben, zijn eigen stad
zou moeten hervinden, hoezeer ook veranderd. De
molen op het Oostplein blijft, het raadhuis, het
postkantoor enz. ze blijven en noodigen om daar
omheen een stad te groepeeren, die opnieuw een
echt Rotterdam zal zijn, in dezen geest wordt de
architectuur geleid.
Bij de Kralingsche Plas komen in een nieuwe
wijk een 800-tal woningen te midden van veel
groen. In de binnenstad zullen een 800010.00 wo
ningen komen. De andere van de 25.000 verwoeste
huizen vinden hun vervangers in Vreewijk, IJsel
monde, Blijdorp.
De havens der stad ontvingen in vredestijd 14.000
zeeschepen per jaar. Dat beteekent, dat gemiddeld
elke 20 minuten een schip den Waterweg op of af
gaat. De Rijn- en binnenscheepvaart omvatte
200.000 schepen per jaar, dit is 700 per dag. Rotter
dam heeft een goede toekomst.
Na den oorlog zal er een gewéldige honger naar
grondstoffen zijn, zoodat een groot verkeer te
wachten is. De havens verwerkten voor den oorlog
42 millioen ton per jaar. De massa-goederen (kolen,
erts, koren, hout) namen hiervan 32 millioen ton.
de stukgoederen hadden met 10 millioen ton ook
een groot aandeel in het vertier. Het ware niet
practisch de havens te verdeelen, n.l. voor ieder
doel een speciale haven te bestemmen. Zeehavens
moeten veelzijdig zijn. Het verkeer is een wankel
moedig vriend. Goed dat heden komt kan morgen
soms een anderen weg gaan. De vereischte veelzij
digheid bestaat. Ze blijve aldus bestaan. De havens,
die door de oox-logshandelingen niet geleden hebben,
kunnen voorts hun capaciteit tot 50 millioen ton per
jaar opvoeren. Derhalve is het nog niet noodig
thans nieuwe havens te ontwerpen, ofschoon bij
eventueele behoefte natuurlijk in de noodige ruimte
•oorzien is. Over de tarieven, de groote factor, kan
thans nog niet met vruchtbaarheid gesproken wor
den. Dit onderwerp blijve bewaard tot het einde
van den oorlog. (A.N.P.)
Er is een tijd geweest dat de hooge hoed een ge
wild artikel was. Een halve eeuw geleden liep elke
dominé in een gekleede zwarte jas, het hoofd ge
dekt door den hoogen hoed. De catechiseermeesters
deden daarvoor niet onder. De dokters ging in hun
coupétje met dzelfde kleedij der deftigheid visites
bij hun patiënten maken; alleen de gekleede jas was
bij sommigen door een jaquet vervangen. Er waren
zelfs schoolmeesters die met de hooge zijden naar
school gingen. Op Zondag was het aantal hooge
hoeden dat zich op den weg vertoonde nog veel
grooter. Niet alleeen de dominé maar ook de ouder
lingen, diakenen en collectanten, zelfs vele kerk
gangers, droegen den glimmenden dop.
Kortom, de hooge hoed was in dien tijd de dracht
voor elkeen die deftig wilde zijn. Het was een on
misbaar onderdeel van iedere garderobe, op week
dagen liep de schoenmaker met een pet om de
laarzen die gerepareerd moesten worden bij zijn
klanten te halen.droeg de schoorsteenveger zijn
witte hoofddoek, maar op Zondag glom hun hooge
hoed even deftig als die van den dominé of den
dokter. Als een gelukkige vader zijn pas geboren
kind bij den ambtenaar van den Burgerlijken Stand
moest aangeven, deed hij die expeditie met zijn
hoogen hoed. Trouwens die ambtenaar droeg hem
altiid als teeken van waardigheid.
Nu heeft de hooge hoed zijn populariteit vol
komen ingeboet. Alleen bij begrafenisplechtig
heden en trouwfeesten ziet men hem nog dragen,
maar ook dat vermindert.
Het gebeurde dezer dagen op een verkooping
te Haarlem. Eei'st waren er stoelen, tafels, kasten,
ledikanten en ander huisraad geveild. Toen kon
digde de afslager aan: nummer zooveel, een hooge
hoed. De knecht kwam aandragen met een hoeden
doos en daar kwam het artikel uit dat een anderen
eigenaar zocht.
Dames en heeren! een mooie, zoo goed als nieuwe
hooge hoed. Wie wil er deftig uit zien? zoo
vroeg de afslager.
De menigte in het verkooplokaal zweeg eerst
Toen klonk er gelach, de een ried den ander aan
den hoed te koopen. „Klaas dat is iets voor jou
als je Zondags met je vrouw gaat wandelen!" Maar
Klaas liet het over aan Hein om den hoed te
koopen voor het geval hij nog eens een baantje
kreeg als aapjeskoetsier.
Eenige personen pasten den hoed op om te
demonstreeren hoe die stond. Het algemeene oor
deel was vol lof, maar iedereen wilde een ander
er mee gelukkig maken.
Geen pretjes, zei de afslager, ik moet een koo-
per hebben. Zonder bon is die hoed te koop. Wie
biedt een gulden?
Geen antwoord.
Dus geen gulden waard? Dan maar twee kwart
jes.. Wie wil er deftig uitzien voor een halven
gulden?
Geen liefhebber meldde zich aan!
Toen gaf de afslager het op. De hooge hoed werd
gezet onder niet-vei-koopbare artikelen.
De onmogelijkste artikelen en voorwerpen vinden
meestal op een veiling een kooper, maar deze hooge
hoed moest de beleediging ondei-gaan niet begeerd
te woi'den.
Het bewijs dat de hooge hoed definitief heeft
afgedaan. VAN T.
De triomftocht van een hit
De met een aftandsche, magere hit bespannen
groentekar stond stil voor een huis in een eenvou
dige, stille zijstraat.
Een niet geheel bedaagde juffrouw, wier schon
kig lijf gehuld was in een zéér hobbezakkig, ver
schoten oehtendjak, dat in lang vervlogen dagen
wellicht eens paars was geweest, stond nevens den
wagen en was in een hevig debat gewikkeld met
den eigenaar van kar en hit. Een „debat" kon men
het eigenlijk niet noemen, want de juffrouw voerde
vrijwel alleen het woord en wel op zoodanig rappe
en levendige wijze, dat elke poging van den groen
teboer om ook een duit in 't zakje te doen reeds
mislukte op het moment, dat de man zijn mond
opendeed. Hij beperkte zich dan tenslotte ook tot
het maken van heftige en uiterst energieke ge
baren, welke in hevigheid en plastisch uitdrukkings
vermogen eohter in belangrijke mate werden over
troffen door het gebarenspel van de juffrouw, die
bij elk woord een ruk aan haar eivormig hoofd
gaf. waardoor haar tot een gansche menigte pa
pillotjes verwerkte haardos telkens in wilde be
roering geraakte.
Middenin een sahier niet te stuiten woorden
stroom brak de spraakzame juffer plotseling haar
monoloog af en stapte resoluut op de groentekar
toe. Lichtelijk steunend en kreunend zette zij een
pantoffelvoet op het opstapje en klom moeizaam
naar den bok. Daar aangekomen, ving zij onver
wijld aan in den tamelijk overvloedigen voorraad
groenten en vruchten te graaien.
Van haar hooge standplaats af vertoonde zij den
onthutsten groenteboer om beurten, op de wijze
van een overijverigen standwerker, fleurig-oranje
sinaasappeltjes, bloedroode bieten en paars aan-
loopende ï-oode kooien. Zii betastte onder het los
laten van een nieuwen woordenvloed de gansche
kleurige groenten- en vruchtenschat. stak telkens
hoonend-triomfantelijk een of ander exemplaar in
de hoogte en zette ondertusschen onvermoeid haar
peroratie voort, waarbij zij den thans geheel ver
bijsterden groenteman, die van het trottoir af met
open mond omhoog staarde als zoekend naar de
bron van zooveel overborrelend spraakwater, ken
nelijk aan ziin verstand trachtte te brengen, dat
de qualiteit van zijn waar haar inziens omgekeerd
evenredig was aan de hoogte van zijn prijzen.
De groentebaas stond duidelijk paf. maar als een
verstandige zonder twijfel in den echtelijke staat
verkeerend man liet hij deze nieuwe woorden-
bandjir zwijgend en zonder protest over zich heen
gaan. Maar hij zou niet ongewroken blijven! Zijn
oude, trouwe hit had al eenige malen het hoofd half
opzij gewend .en valsch geloensoht naar het kijvende
vrouwspersoon daar boven op den bok.
En toen een vrachtauto onder luidruchtig en
schel claxongeloei voorbij denderde, gebeurde het.
De ouwe hit verhief in een quasi-jeugdlffen kui
tenflikker zijn vier houterige beenen tegelijk van
de straatkeien en ging er daarop plotseling van
door in een vriendelijk sukkeldrafje, dat weldra
zelfs overging in een blijmoedig handgalopje.
De groentekar slingerde vroolijk ratelend achter
de dartele hit aan. op den bok met zich meevoe
rend een hobbezakkig vrouwspersoon, dat zich
angstig met één hand aan de leuning van den bok
astklemde. met de andere hand de teugels van de
hit trachtte te grijpen en ondertusschen om beur
ten luide om hulp gilde en dan weer haar kwaad
aardigheid tegen groenteboeren en hun hitten
luchtte.
Zoo maakten de wagen en de vrouw de joyeuse
entrée in de drukke winkelstraat om den hoek.
Het geheel trok onmiddellijk en volledig de alge
meene aandacht
De hit. hoewel duidelijk teekenen van vermoeid
heid aan den dag leggend, 'hinnikte vroolijk en
briesohte als een heusch ros, de kar slingerde en
over de straat rolden appelen, sinaasappelen, aard
appelen en kooien en de juffrouw gilde en
'ohreeuwde onverpoosd, onvermoeid, ononderbro
ken en ongegeneerd, hetgeen den hit echter leek
aan te vuren tot nog grooter spoed en nog zotter
capriolen.
En deze zonderlinge zegetocht van een simpelen
hit en èen krakenden groentewagen, waarop als
menner een zeldzaam vrouwelijk vei-schijnsel. zou
nog best een tijdje hebben kunnen voortduren,
ware het niet, dat bij een zijstraat plotseling de
stoere figuur van den groenteboer, die inderhaast
een fiets blijkt te hebben geleend, was opgedo
ken. om met een handige beweging de teugels bij
het bit te grijpen en den hit met een sohok tot
stilstand te brengen. Het amechtige dier stond te
trillen op zijn houterige staken, maar een vroo-
liike griinslach spleet zijn met schuim bedekte ka
ken vaneen.
De groenteboer klopte hem vriendelijk op den
•hals en blikte omhoog naar den bok.
De juffrouw daarboven richtte zich met inspan
ning van alle krachten nog eenmaal op in haar volle
lenete. Zii schudde energiek haar papillot jeshoofd.
haalde diep adem stak een gebalde vuist uit in de
richting van hit, groentebaas en grijnzende men
senmenigte en ving aan: „Leelijke. dooie sijsjes-
lijmerleelijke"Toen bleken haar de krach_
ten te begeven en ontfermde een welkome flauwte
zich over haar overspannen geest.
Dit hit hinnikte triomfantelijk en een tikje
wraakzuchtig. J. VAN Z.
VOOR DE KINDEREN
Waf zuster Ursula daar ziet.
Vergeel zij heel haar leven niet:
Haar broeder op de witte golven
En door het schuimend nat bedolven.
En naast hem Juffer Picternel.
Alsof 't zoo hoort, gezond en wel
Dat Is te veel voor Ursula.
Zij vliegt op slag het tweetal na.
Zij wil den booswicht achterhalen,
Hij zal zijn schelmstuk duur betalen.
Zij schreeuwt en krijscht om Pietemei.
En vraagt niet: „Lukt mij zooiets wel."
Een hoekje van onzen tuin houden we apart voor
kruiden. Zelfs in den kleinsten tuin is hiervoor nog
wel plaats te vinden en de huisvrouw heeft cr
voortdurend veel gemak van. In de eerste plaats
komt voor onzen kruidentuin wel de peterselie in
aanmerking.
Wanneer we de witte wortelpuntjes zien verschij
nen. zaaien we het heei ondiep en dun op een re-
ge! uit. Het duurt tamelijk lang voor het zaad op
komt. Peterselie wordt in de halfschaduw gezaaid,
omdat de blaadjes dan langer groen en friseh blij
ven.
Een ander keukenkruid dat nu gezaaid kan wor
den is de kervel. Deze groeit bij voorkeur in een
vetten, goed losgemaakten bodem.
Ook boonenkruid wordt nu gezaaid. Wie dragon
of bieslook wil hebben, koopt hiervan planten en
poot ze op een onderlingen afstand van 30 c.M. uit.
Een toekruid dat vooral door kinderen gi'aag met
wat suiker en citroensap op de boterham gegeten
wordt, is de tuinkers of sterkers. We kunnen tuin
kers den heelen zomer door zaaien en op lederen
grond. Een attractie voor kinderen is om het zaad
in den vorm van hun voorletters uit te zaaien. De
breedte van de letter moet dan minstens 10 c.M.
zijn.
Een gewas dat zoowel in ons kruidenhoekje als in
onzen eigenlijken groentetuin thuis hoort is de ui.
De amateur waagt zich liever niet aan het zaaien
van uien, maar koopt pootuïen, waarvan er zoowat
50 in een ons gaan. De uien worden op afstanden
van 25 c.M. tussChen en 12 a 15 c.M. in de rijen
uitgeplant, We kunnen heel goed tusschen twee
rijen sla een rij uien pooten. We zaaien de rijen sla
in dit geval wat verder uit elkaar dan gewoonlijk.
Omdat de oogsttijd van uien al in Juli-Augustus
valt, kunnen we den grond later nog voor andere
gewassen als andijvie gebruiken.
Schorsen eer en worden ook omstreeks dezen tijd
gezaaid. Zij groeien het best in een voedzamen
zandgrond, die echter niet versch bemest mag zijn.
De bodem moet diep omgewerkt worden. Op een te
vasten grond gaan de wortels vertakken en worden
daardoor onbruikbaar.
Daar schorseneeren niet verplant kunnen worden,
zaaien we ze dun uit op rijen, die 25 c.M. van
elkaar liggen. Het zaad komt nas na pl.m. 3 weken
boven den grond. We nemen bij voorkeur de soort
Russische reuzen, waarvan we 12 gr. zaad per 10
M2. noodig hebben en waarvan we 12 K.G. kunnen
oogsten.
In April worden de aardappelen uitgepoot. Nu
wil het noodlot dat juist dit veel begeerde product
den liefhebber-tuinier nogal eens teleurstelling be
zorgt. Er zijn nl. gronden waar door verschillende
redenen jaar op jaar zieke aardappelen worden ge
oogst. Is er in uw naaste omgeving een boer of
tuinder, vraag hem dan eens hoe zijn bevindingen
hiermee zijn. En anders het eerste jaar maar met
een niet te groote hoeveelheid probeeren.
Aardappelen worden op regels uitgepoot. die 50
c.M. uit elkaar liggen. In de rij worden de aard-
aupelen op 40 c.M. afstand en 8 c.M. diepte gelegd.
We maken de plantgaten door middel van een
poothout: d.i. een naar onderen toe aangepunte
stok, waaraan zioh op ruim 8 c.M. hoogte een
dwarslatje bevindt en dat een handvat heeft als van
een schop. Het hout wordt telkens tot aan het
dwai-slatje in den grond getrapt.
Zoodra onze rijserwten boven den grond komen
en een paar blaadjes hebben gevormd, maken we
eert aanvang met het plaatsen van het rijshout. De
hoogte van het rijshout is afhankeliik van de hoog
te van de erwtensoort, die we gezaaid hebben en
varieert van pl.m 70 c.M. tot 2 M.. plus het stuk
dat in den grond gestoken wordt. Het rijshout
wordt aan twee kanten plat gemaakt door de over
tollige takken weg te snijden. Verder punten we
het rijs van onderen aan om het makkelijk in den
grond te kunnen steken.
In het midden van iederen dubbelen regel erw
ten. de regels die 20 c.M. uit elkaar liggen, wordt
een regel rijshout geplaatst. We steken het rijshout
vooral diep in den grond en nemen alleen stevig
rijs, want anders zou het wel eens kunnen gebeu
ren dat van den zomer na een onweersbui de heele
zaak tegen den grond lag. We kunnen inplaats van
riishout ook grofmazig kippengaas gebruiken. We
brengen het gaas dan aan stevige palen tot op de
gewenschte hoogte aan.
De in dezen tijd van het jaar in den handel ge
brachte planten voor den teelt van roode en witte
kool. is kool die zomers geoogst wordt. De z.g. be-
waarkool wordt pas in Juni geplant, we wachten
dus liever tot dien tijd.
Indien we groenten als sla. raapstelen en spina
zie gedurende langeren tijd willen oogsten, zaaien
we er telkens wanneer 't laatste zaaisel boven den
grond staat weer wat van.
J. J. L.
Altijd succes met TABERNAL'S
betere ZADEN
Op aanvrage verstrekken
wij bi j iedere zaadbestel
ling van f 2.- of meer een
handi ge kweekwi jze voor
groenten enz. gratis.
ZAADHANDEL
A. TABERNAL ZOON, Santpoort
Tclef. 8232, Hagelingcrweg 28. Opgericht 1889.
(Adv. Ingez. Med.)
Eierprijzen vastgesteld.
Het rijksbureau voor de voedselvoorziening In
oorlogstijd maakt bekend: Begin November 1940
werden maximumprijzen vastgesteld voor den ver
koop van eieren. Het lag daarbij in de bedoeling
de groote prijsschommelingen, zooals deze vroe
ger optraden, onmogelijk te maken en slechts te
onderscheiden tusschen een z.g. winterprijs en een
„zomer"-prijs. In het algemeen zal de winterprijs
iets hooger liggen dan de prijs, die geldt in den
tijd van de grootste productie. Intusschen zijn on
langs de veevoederprijzen verhoogd. Van een ver-
hooging van den winterprijs op eieren is echter
afgezien, o.a. omdat thans tot vaststelling van
een zomerprijs is overgegaan, waarin met de
nieuwe veevoederprijzen volledig kon worden re
kening gehouden.
De winkelprijzen zijn thans met inbegrip van
de omzetbelasting vastgesteld voor:
Klasse I (eieren van ten minste 65 gram) op
9 cent per stuk.
Klasse n (eieren van ten minste 60 gram) op
8V2 cent per stuk.
klasse m (eieren van ten minste 55 gram) op
8 cent per stuk.
Klasse IV (eieren van ten minste 50 gram) op
7V2 cent per stuk.
Klasse V (eieren van ten minste 45 grami op
7 cent per stuk.*
Klasse VI (eieren van ten hoogte 45 gram) 00
fl'/a cent per stuk.