Een eigenaardige aanbieding
De Ceertekerk te Utrecht
verdwijnt.
en avonturen van
DINSDAG 15 APRIt' 1941
KA ARE EM'S DAGBEAD
Er komt een ,,hof" voor in de plaats.
Ten aanzien van de Geertekerk te Utrecht,
waaraan in den laatsten tijd in de pers veel aan
dacht is -geschonken deelt men het A.N.P. van be
voegde zijde het volgende mede:
De kerk verdient uit een historisch oogpunt 'be
houden te blijven. Daarvoor is eohter een gebie
dende eisch, dat er een bestemming voor gevonden
wordt en dat ihet in overeenstemming met die be
stemming wordt hersteld en ingericht. Het bleek
de kerkvoogdij evenwel onmogelijk een dergelijke
bestemming te vinden. Vandaar dat zij inging op
een voorstel van de Vereenigde Gast- en Godshui
zen te Utrecht om het kerkgebouw aan haar te ver-
koopen met de bedoeling dat daarvoor in de plaats
overeenkomstig de plannen van den architect ir.
A. van der Steur te Rotterdam, een „hof" met
charitatieve bestemming zou worden gesticht. Ir.
van der Steur, die in zijn ontwerpen er naar ge
streefd heeft de nieuwe gebouwen in hun massa
werking en silhouet zooveel mogelijk te doen aan
passen aan den ouden toestand, heeft zich ook de
vraag gesteld of afbreken van de kerk zelf wel
moreel verantwoord is. Hij heeft deze vraag ech
ter zonder voorbehoud in bevestigenden zin be
antwoord.
Toen tegen 1 April jl. een beslissing onvermij
delijk was, omdat de Vereenigde Gast- en Gods
huizen vóór dien datum wenschten beslist te zien
of het plan van ir. Van der Steur wel of niet zou
kunnen worden uitgevoerd, heeft de secretaris
generaal van het departement van Opvoeding, We
tenschap en Cultuurbescherming, prof. Van Dam,
tenslotte in het verdwijnen van de kerk berust,
onder beding, dat het plan-Van der Steur wordt
•uitgevoerd.
Bij deze beslissing heeft de overweging gegolden,
dat, wanneer dit plan thans niet werd aanvaard,,
dit voor goed van de baan zou zijn (immers de
Vereenigde Gast_ en Godshuizen zouden dan el
ders gaan bouwen) zonder dat men daarvoor iets
anders in de plaats zou hebben gekregen dan de
toestand zooals die thans is. Het kan toch niet ver
antwoord worden geacht om uit de voor monu
mentenzorg beschikbare rijksmiddelen voor dit
oude gebouw zonder emplooi een belangrijk bedrag
beschikbaar te stellen, zoolang nog vele andere
monumenten van veel grooter beteeken is wegens
gebrek aan gelden moeten wachten. Men denke
b.v. aan de Stevenskerk te Nijmegen, de Oude Kerk
te Delft en zoovele andere.
Hieraan moet volledigheidshalve nog worden
toegevoegd, dat nadat de beslissing gevallen was
bij het departement van Opvoeding, Wetenschap en
Cultuurbescherming een mededeelimg inkwam,
waaruit bleek, dat er voor de kerk een gegadigde
bestond. Of deze, behalve over de koopsom ook
over middelen voor de restauratie beschikte bleek
daaruit niet. In ieder geval gaf dit schrijven geen
aanleiding meer om de eenmaal gevallen 'beslissing
te herroepen.
Uitbreiding van bet Haagsche
politiecorps.
De burgemeester van den Den Haag acht het, den
hoofdcommissaris gehoord, noodzakelijk, dat per
soneelsuitbreiding van de politie tot stand komt in
de volgende verdeeling: 3 inspecteurs van politie
eerste klasse; 7 inspecteurs van politie 2e klasse;
4 hoofd-brigadiers en 18 brigadiers van politie, als
mede 221 agenten ten behoeve van den surveil
lance-dienst en 40 ter versterking van den ver
keersdienst.
Ten behoeve van de aanstelling, de uniformee-
ring en de uitrusting van het nieuwe personeel, de
aanschaffing van 293 rijwielen en 6 rijwielrekken,
alsmede de inrichting van enkele bureaux voor
het nieuwe superieure personeel verzoekt de bur
gemeester voor het tijdvak van 1 Juni 1941 tot 1
Januari 1942 een crediet van f 459.395. Gelden voor
aanschaffing van twaalf motorrijwielen zullen te
zijner tijd worden aangevraagd.
Nederlandsche kunst te Keulen.
KEULEN, 12 April (A.N.P.) Van 16 April tot
31 Mei a.s. zal in de zalen van het Keulsche kunst
genootschap een tentoonstelling van moderne
Nederlandsche kunst gehouden worden. Deze ten
toonstelling is tot stand gekomen na een oproeping
van den Nederlandschen secretaris-generaal voor
volksvoorlichting en kunsten tot de Nederlandsche
kunstschilders en de voorbereidingen daartoe
zijn geschied onder voortdurende bevordering der
afdeeling volksvoorlichting en propaganda bij het
rijkscommissariaat voor de bezette Nederlandsche
gebieden.
Op den dag der opening van de tentoonstelling en
tijdens den geheelen duur der téntoostelling zullen
te Keulen talrijke cultureele bijeenkomsten van
Nederlandsche kunstenaars en geleerden plaats
hebben.
Op 17 April wordt een concert gegeven door het
welbekende Nederlandsche Zepparoni-kwartet.
Tijdens het verdere verloop der tentoonstelling
zal een aantal geleerden naar Keulen komen om
lezingen te houden. Voorts zal een Nederlandsche
dansgroep volksdansen vertoonen en zal de be
kende Nederlandsche dirigent Eduard van Beinum
het stedelijk orkest leiden.
Warme maaltijden voor
1000 menschen.
Belangrijk initiatief te Groningen.
Aan duizend menschen^e Groningen zal gedu
rende twee maanden dagelijks een warme maal
tijd worden verstrekt, waarvan de kosten voor de
helft door de afdeeling Groningen van de stichting
Winterhulp zullen worden betaald en voor de an
dere helft door de commissie tot spijsuitdeeling. Dit
is in het kort de voor vele Groningers zeer verheu
gende mededeeling, welke de burgemeester van
Groningen, mr. P. W. J. H. Cort van der Linden,
op een persconferentie ten stadhuize deed.
Zou het, nu de voedselschaarschte grooter wordt,
speciaal bij de armeren niet mogelijk zijn in de
daarvoor in aanmerking komende gezinnen eenige
hulp te verstrekken, zoo vroeg de provinciaal di
recteur van de stichting Winterhulp, de heer H. J.
Klaassens, zich af.
Deze sympathieke gedachte was voor den burge
meester aanleiding onmiddellijk met de plaatselijke
adviseeringscommissie voor de Winterhulp te over
leggen op welke wijze aan de daarvoor benoodigde
gelden gekomen kan worden.
Een zeer oude liefdadige commissie uit de ge
meente de commissie tot spijsuitdeeling werd
bereid gevonden om terstond finaneieelen steun te
verleenen. Deze commissie is reeds zeer oud. Zij be
stond reeds voor 1914 en vele jaren achtereen heeft
zij menigeen maaltijden verstrekt. Uit haar ter be
schikking staande fondsen heeft zij thans een be
drag van 3500 gulden toegezegd. Dit bedrag zal
worden besteed, zoodra de centrale overheid haar
goedkeuring aan deze toezegging zal hebben ver
leend.
Uit de kas van Winterhulp wordt eveneens een
bedrag van 3500 gulden beschikbaar gesteld. Deze
7000 gulden stellen de plaatselijke afdeeling van de
stichting Winterhulp in staat om aan niet minder
dan 1000 menschen voor den duur van twee maan
den kosteloos voedsel te verstrekken.
Winterhulp koop voor deze menschen een abon
nement op de centrale keuken, welke nu eenmaal
ten behoeve van de geheele bevolking gesticht
wordt en niet, zooals ten onrechte gemeend wordt,
voor de minder financieel draagkrachtigen is.
Zij, die een gratis abonnement krijgen, komen
tegelijk met die menschen in de rij te staan, die een
maaltijd voor eigen rekening ophalen. Aan niets zal
een ander kunnen zien, dat het bewuste abonne
ment kosteloos is uitgereikt. Het stempel van saam-
hoorigheid zal op deze voedseluitreiking worden
gedrukt.
Tijdons duisternis geen losloopende
honden in Den Haag.
Aan den gemeenteraad van Den Haag is
een wijziging van de algemeene poli
tieverordening aangeboden, waarbij o.a. het
volgende wordt bepaald: Op of aan de openbare
straat mogen geen ladders geplaatst of gebruikt
worden tenzij maatregelen zijn getroffen om te
voorkomen, dat zij omvallen of uitglijden; het
is verboden honden op de openbare straat zon
der toezicht te laten losloopen tusschen een
half uur na zonsondergang en een half uur voor
zonsondergang. Dit houdt verband met het
feit; dat de politie met gunstiger gevolg kan
optreden inzake de regeling om verontreiniging
van trottoirs door honden tegen te gaan; het is
verboden bij vorst of ijzel of na sneeuwval op de
straat glijbanen te maken dan wel op andere
wijze gladheid van het wegdek te veroorzaken
of te vergrooten..
VOORJAARSTENTOONSTELLING
„ARTI ET AMICITIAE".
De voorjaarstentoonstelling van schilderijen en
beeldhouwwerken van de kunstenaarsleden van Arti
et Amicitiae is in de kunstzalen der maatschappij
te Amsterdam geopend. Tot de aanwezigen behoor
den de Commissaris der provincie Noord-Holland,
mr. A. Backer en de burgemeester van Amsterdam,
de heer E. J. Voüte.
De verguld zilveren medaille der maatschappij
is toegekend aan D. B. Nanninga voor het schilderij
„Oud-Amsterdam", de eerste premie aan Bart Peizel
voor diens kinderportret en de tweede premie aan
Marinus Vreugde voor zij inzending in hout ge
sneden naakt.
TOETREDING TOT HET N.V.V.
's GRAVENHAGE, 12 April. In aansluiting
op het bericht betreffende de toetreding van
werkloozen tot het N.V.V. wordt medegedeeld, dat
deze toetreding alleen kan plaats hebben indien
zij niet in strijd is met de statuten der aangesloten
organen of met bepalingen vastgelegd in de col
lectieve arbeidsovereenkomsten.
Slot defect? Tel. 11493
DeSleutelspecialist, L.Veerstr.lO
(Adv. Ingez. Med.)
In den tijd, dat de schapen lammeren hebben te voeden, wordt ter versterking
haver gegeven. Reeds van verre bemerken de dieren den baas, wanneer deze met
,zijn lekkernij komt aandragen en zij loopen hem blatond tegemoet, om te zorgen,
dat zij een voldoende portie bemachtigen.
(Foto Pax Holland)
INBREKERSBENDE TE LEIDEN
GE ARRE S TËERD.
De Leidsche politie is er in geslaagd de heele
inbrekersbende te arresteeren die zich ongeveer
twee weken geleden schuldig had gemaakt aan
diverse diefstallen, waarbij een geldbedrag van
700 gulden, benevens 500 pond thee en ruim 100
pond koffie werd ontvreemd. Na moeilijke naspo
ringen zijn thans zes personen aangehouden,
meerendeels oude bekenden van de politie, die een
bekentenis hebben afgelegd. Er zijn nog verschil
lende personen aangehouden wegens heling.
De partij koffie kon in haar geheel worden op
gespoord. Van de thee -kon slechts 24 pond worden
achterhaald.
VOOR DE KINDEREN
Kijk, hoe zij iedereen verrast,
Daar klimt zij zoomaar in den mast:
Zij roept men kan 't van verre
hooren -
„Och, lieve broer, ik kom niet storen,
Alleen: 'k wil zoo graag bij Je zijn,
Je houding «doet mij waarlijk pijn."
Maar Prikkebeen is reeds geland.
Hij trekt zijn bootje op het strand.
Hij wil in deze schoone dreven
Met Pieternel gelukkig leven:
„Mevrouw," zegt Prikkebeen en lacht.
„Nu ga 'k weer op de vlinderjacht."
Afscheidsreceptie Oberregierungsrat
Hushahn.
Persattaché van het Duitsche gezantschap.
's-GRAVENHAGE, 11 April 1941. De Raad
van Voorlichting der Nederlandsche Pers heeft gis.
teren in hotel „De Twee Steden" in Den Haag ter
gelegenheid van het vertrek van den pers-attaohé
van het Duitsche gezantschap, Oberregierungsrat
H. Hushahn, een afscheidsreceptie gehouden.
De directeur van het perswezen, de heer N.
Oosterbaan, bracht tot uitdrukking, met welk een
leedwezen het departement van Volksvoorlichting
en Kunsten den heer Hushahn ziet vertrekken juist
nu de samenwerking zooveel had gewonnen aan
stemming en sfeer. De goede wensehen van het
departement zullen den heer Hushahn ook op zijn
militairen loopbaan vergezellen want hij trekt niet
alleen voor zijn vaderland ten strijde, doch ook
voor de toekomst van Nederland. Velen onzer land-
genooten zijn nog te sterk onder den indruk van
de voor-oorlogsche hetzecampagne, om dit te be
grijpen, doch de historie zal aantoonen, dat deze
Germaansohe overwinning ook ons volk ten zegen
zal strekken. Spr. wenschte den heer Hushahn ten
slotte wel sterkte in den strijd, die hem wacht en
een behouden thuiskomst in zijn tweede vaderland.
Drs. W. Goedhuys sprak als algemeen secretaris
van den Raad van Voorlichting, daar de voorzitter
van den Raad, secretaris-generaal dr. T. Goede-
waagen, in verband met ambtsbezigheden, elders
was.
Spr. zeide o,m.: het past den Raad van Voorlich
ting ongetwijfeld om den scheidenden persattaehé,
die bij zijn totstandkoming en vorming nauw be
trokken was, te huldigen. Zijn rustige en welover
wogen adviezen waren, van het grootste belang,
zonder dat zij ooit het vuur van het enthousiasme
doofden. De heer Hushahn hoort bij de Nederland-L
sehe pers en nu hij in den eindstrijd van zijn va
derland, welke ook voor de toekomst van het onze'
van zooveel gewicht zal blijken, zijn leven gaat wa
gen, kan hij er zeker van zijn, dat wij hem met ons
hart vergezellen.
De hoofdredacteur van het „Utreohtsch Dag- j
blad", dr. Loohuis, bedankte den heer Hushahn
voor alles wat hij voor 10 Mei voor de kameraden- 1
journalisten heeft gedaan.
De heer Wouter B. D. Hulstijn. onderstreepte de
woorden van den vorigen spreker namens de hoofd
redactie der Vereenigde Persbureau* en uit naam
der naar objectieve waarheid strevende journalis
ten, die reeds gedurende vele jaren relatie onder
houden met den scheidenden functionaris. Spreker
bracht in herinnering, hoe men den heer Hushahn
innerlijk heeft leeren waardeeren, zooals hij uiter
lijk is, breed, stoer en onverzettelijk, moeilijk te
beïnvloeden.
De heer Hushahn stelde vast, dat het hem in
deze dagen wel moeilijk is gemaakt, afscheid te
nemen van de Nederlandsche pers. Hij is thans om
ringd door mannen, die jarenlang in lief en leed
zijn vrienden zijn geweest en terugziend op deze
jaren, is hij er van overtuigd, dat hier een band
is ontstaan tusschen hem en deze kameraden, wel
ke bestendiger zal blijken dan de meeste vriend
schapsbanden tusschen menschen onderling.
De heer Hushahn bedankte tenslotte voor de ka
meraadschap welke hij heeft mogen ondervinden
van deze mannen die zich nooit huichelaars getoond)
hebben. Persoonlijk heeft spr. zich altijd meer strij
der dan diplomaat gevoeld en hij stelt het op prijs,
dat hij als zoodanig in de herinnering der Neder- i
landsche perskameraden zal blijven leven.
Bij de hierna volgende afscheidsreceptie maak
ten velen van de gelegenheid gebruik den heer
Hushahn de hand te drukken. (A.N.P.)
door MABEL-GRUNDY.
Vertaald door
E. GRIESE-KETS DE VRIES.
24)
Hij stond op. „Ik zal een kalmeerend drankje
«turen", zei hij, Quinton aansprekend, „geef het om
de twee uur. Laat haar diëeet houden: geen vleesch
of iets van prikkenden aard. Stop haar voeten in
warm water; dat zal het bloed uit haar hoofd doen
stroomen. Wat zachte massage van de ledematen
kan ook van nut zijn. Als zij het juffrouw Woffran
wilde toestaanUit het bed kwam een vreemd,
gesmoord geluid; hij staarde in het rond, maar me
vrouw Dimsdale was vlugger dan hij; haar ge
zicht was volmaakt kalm, haai- oogen ontmoetten
de zijne onvervaard, haar lippen waren stil.
„Goedendag", zei hij, en nam haar trage hand.
„Ik kom morgen nog eens kijken. Tracht een goed
patiënte te zijn. Wij zullen u helpen, als u'ons wilt
helpen" hij glimlachte tegen haar, alsof zij een
ondeugend, onhandelbaar kind was „en we zullen
u «poedig in orde hebben. Goeden dig, mijnheer
Quinton. Neen, geeft u geen moeite. Ik kom er wel
uit".
Maar Quinton ging mee. Voor geen honderd
pond zou hij nu alleen met tante Sophia willen
blijven; zelfs voor geen duizend.
Toen zij de deur achter zich gesloten hadden,
hoorden z» binnen een vlugge beweging, toen het
snelle omt™aaien van een sleutel.
„Ze schijnt een bijdehande vrouw", merkte doktei
Felspar op. „Ik vrees, dat dit een lange geschiedenis
zal worden, mijnheer Quinton en een lastige. Als
zij weigert de deur open te doen, moet u het slot
forceeren en als zij tegen vanavond niet opknapt
zal ik een verpleegster voor u zien te krijgen. Een
hoogst belangwekkend geval" hij wreef verrukt
in zijn handen „een buitengewoon belangwek
kend geval. Ik zal om ongeveer vijf uur nog eens
aankomen en naar haar kijken. Tot ziens".
HOOFDSTUK XVII.
Vaststellend, dat tante Sophia onder geen enkel
voorwendsel haar deur wilde openen, dat zij wei
gerde te spreken, hoe hij ook pleitte, dat haar lunch
onaangeroerd op 'n blad buiten de deur bleef staan,
evenals haar medicijn, was Quinton tot de over
tuiging gekomen, dat het doelloos was om thuis te
blijven. Op zoo'n mooien dag zou dat louter tijdver
spilling zijn en hij dacht, dat tante Sophia, wanneer
zij absoluut alléén zou zijn en volkomen aan haar
lot overgelaten, eerder haar verstand terug zou
kunnen krijgen; verder vond hij, dat juffrouw
Woffran, die na drie of vier dagen opsluiting
binnenshuis bleek zag, hard behoefte had aan een
uitstapje.
Hij roerde het onderwerp ietwat schroomvallig
aan. Zijn verlegenheid, die voor haar vriendschap
pelijkheid en ongedwongenheid op .de vlucht was
gegaan, keerde oogenblikkelijk terug. Hun geza
menlijk werk, het verdrijven van tante Sophia,
was een zakelijk iets, samen een tocht gaan onder
nemen naar buiten hij had een bekoorlijk plaats
je in Surrey op het oog, dat hij haar wilde laten
zien zou een genoegen zijn. Zou zij bereid zijn tot
een dergelijke expeditie na zoo'n korte kennis
making? Hij voelde, dat hij rood werd bij het
noemen van het dorpje in Surrey en den trein,
dien zij moesten pakken om er te komen; en in
plaats van Whiff aan te kijken, toen hij het voorstel
deed, staarde hij naar de bamboe tafel van tante
Sophia.
Zij aarzelde. Mocht mevrouw Dimsdale verlaten
worden? Was het veilig? Quinton vroeg: „Hoe
veilig?"
„Zou zij niet uit het raam springen in een
opwelling van onbeheerschte woede?"
Quinton antwoordde droog, dat als zij tot een
dergelijk waagstuk zou overgaan, zij eerst veilig
heidsmaatregelen zou nemen door haar veeren bed
op den grond te gooien.
Zou het dan veilig zijn voor de keukenmeid?
wilde Whiff daarna weten.
Quinton wees er op, dat zijn tante tot nu toe geen
gevaarlijke vrouw was geweest. De keukenmeid
was al heel wat jaren in haar dienst en heel goed
in staat, op zichzelf te passen.
„Maar zij kan olotseling symptomen van waan
zin vertoonen".
Quinton dacht niet, dat het zoo'n vaart zoü loo
pen als eenmaal de oorzaak van haar hersenafwij
king verwyderd was en wist, dat deze afwijking
slechts een tijdelijk karakter had, dan voorspelde
hij, zou zij wel weer spoedig normaal worden.
„U bedoelt, als ik verwijderd zou zijn?"
„Precies. Maar natuurlijk slechts voor een paar
uur".
„Maar hoe komt zij op de hoogte van mijn tijde
lijke afwezigheid?"
„Ik zal het haar mededeelen door het sleutelgat",
antwoordde Quinton.
„Heel goed dan. Ik zou het dolgraag willen. Ik
smacht naar de buitenlucht". Zij ging zich kleeden
voor dit uitstapje.
Quinton ging tante Sophia van hun voorgenomen
plan op de hoogte brengen.
Er kwam geen antwoord
„Bent u wakker?"
Stilte.
„Tante Sophia, als u wakker bent, wil ik u zeg
gen, dat we waarschijnlijk pas laat terug zullen
zijn; zeker niet voor zeven uur. Juffrouw Woffran
is sinds ze hier kwam niet buiten geweest en ik ge
loof, dat een beetje frissche lucht haar goed zal
doen".
Nog geen antwoord.
„Uw lunch en medicijn staan buiten de deur, en
het is erg jammer, dat u koppig weigert ze te ge
bruiken of iemand toe te laten, zoo niet juffrouw
Woffran, dan tenminste de keukenmeid of mij".
Stilte als het graf.
Toen verloor Quinton zijn goede humor:
„Tante Sophia, als u weigert de deur van het
slot te doen bij onze terugkomst en juffrouw Woff
ran binnen te laten, zal ik genoodzaakt zijn de deur
open te laten breken. Hoort u?"
Toen kwam er antwoord, kort en bondig, als een
schot uit een machinegeweer: „Laat ze naar de
andere wereld loopen, die juffrouw Woffran"
Quinton stond een oogenblik verstomd van hevige
verbazing. Nooit tevoren had hij van tante Sophia
verwacht, dat ze zooiets zou zeggen. Humeurig was
zij vroeger wel eens geweest, maar zulke taal!
Boos ging hij de trap af. Het kleine beetje ge
negenheid, dat hij nog voor haar gevoeld had, was
nu verdwenen. De verwensching bonsde tegen zijn
trommelvliezen als hagelsteenen tegen vensterrui
ten. Tante Sophia moest weg, zei hij woest tegen
zichzelf. Zij moest weg, zijn huis uit en gauw.
Zij zou er zich niet gemakkelijk uit laten werken.
Zij verbeeldde zich, dat zij haar huid kon redden,
dat ze zich kon beschermen door zich in bed te
verschuilen, zooals een egel zich oprolt, met zijn-
staart of armen of beenen of wat een egel dan
bezit, onder zijn stekels als de grimmige dood. Maar
juist zooals egels verwijderd worden, zóó zou tante
Sophia verwijderd worden, zelfs wanneer hijzelf
haar lichaam uit haar bed zou moeten lichten en
haar de trap af en in een taxi zou moeten dragen
en naar een station zou moeten brengen en in een
trein tillen en op reis sturen naar naar St.
Ives.
Toen Quinton over de woorden „St. Ives" strui
kelde, stond hij stil op de trap en overdacht ze
nog eens, en herhaalde ze met stijgend genoegen.
St. Ives, een lief klein huisje, heelemaal van haar
zelf, dat zij steeds gemeubileerd verhuurd had se
dert zij op Lavender Lodge neergedaald was en
zich aan hem had vastgehecht als een stale aan haar
huis. St. Ives was een heel eind weg, een dag reizen.
Haar heelemaal naar St. Ives krijgenQuinton
was nu in de hal, waar Whiff op hem stond te
wachten, maar doordat hij zoo in beslag werd ge
nomen door St. Ives, zag hij haar eerst niet; zij
stond gedeeltelijk in de schaduw van den hoogen
paraplustandaard en zij sloeg hem met geamu
seerde blikken gade.
Hij liep naar den standaard om een stok te pak
ken en toen zag hij haar en in een oogwenk was
zijn geprikkelde stemming bedaard, en werd zijn
v/ezen doorstroomd door een gevoel van vreugde.
Een oogenblik tevoren leek de atmosfeer van het
huis hem geladen met den verspreiden reuk van
afkoelend gekookt schapenvleesch; er was gekookt
schapenvleesch bij de lunch geweest, en nu leek
het hem of een zacht en zuiver zuidelijk koeltje,
doordrongen van den geur van viooltjes, het huis
was komen binnenwaaien. Dit viooltjes-visioen
werd opgeroepen door het feit, dat de witte mous
selinen jurk van Whiff bezaaid was met vioolmotie
ven, in overvloed aanwezig op de rechte, slanke
rok, en het typische lijfje, en nog meer viooltjes
versierden den schaduwgevenden hoed, die gedeel
telijk Whiff's lachende oogen verborg.
„Weer nieuwe moeilijkheden?" vroeg zij, toen zij
uit het huis in den zonneschijn stapten.
Hij knikte met zijn hoofd, onderwijl met vreugde
constateerend, hoe bekoorlijk de viooltjes op haar
boe- harmonieerden met de bloemen op haar jurk,
„Wat is er?"
„Zij wordt onmogelijk. Zij weigert beslist haar
deur te openen en braakt grove taal uit.
Whiff barstte in lachen uit.
„Niets om te lachen", zei Quinton somber. „Als
zij ons er niet in laat, hoe kunnen wij haar er dan
uitkrijgen?"
„Het klinkt als een strikvraag, maar honger zal I
haar wel meegaande maken, als wij flink optreden".
„U bedoelt
„Weigeren om voedsel boven te brengen, tenzij
ze de deur open doet".
„Zij kan ons op de een of andere.manier om den j
tuin leiden; ze zal 's nachts naar de provisiekamer
gaan. U weet niet, hoe slim tante Soptia is. Zij won
het altijd van mij, juffrouw Woffran, altijd".
Whiff zag, dat zijn neerslachtigheid te groot was, i
om weggelachen te worden, dus leidde ze het ge-
'sprek langzaam in andere banen en tegen den tijd, j
dat hun treinsreis ten einde was en zij aan het oude
marktstadje Bramling waren aangekomen (het
station voor Ruscatt, het bekoorlijke Surrey-dorp, 1
dat het doel der reis was), was tante Sophia ver-
geten en was Quinton weer eens een opgewekt j
man.
Hij stelde voor thee te drinken in het „Witte j
Hert", een oude hei-berg met eiken wanden en I
balken-zolder, voor zij Bramling zouden verlaten
en hun anderhalve mijls wandeling naar Ruscott
zouden aanvangen. De thee werd opgediend in een
zeer lage ruimte met eiken paneelen, tafels met
gebogen pooten en enkele mooie gravures, die de
muren .versierden; de zolder werd gedragen door
zwarteilcen balken en het van latwerk voorziene
venster keek uit op de Hoogstraat, nog voorzien
van „kinderhoofdjes". Het blauwe, met wilgen ge
decoreerde porcelein, dat er antiek uitzag, maar
het waarschijnlijk niet was, kwam prachtig uit op
de donkere tafel, die niet door een kleed bedekt
was en Whiff in haar aardige, aparte, gebloemde
jurk, gezeten in een hooggerugden stoel, voltooide
het beeld volkomen, zei Quinton in zich zelf, met
zijn zin voor mooie dingen. Zij was de voltooiing van
het vertrek, en geen andere decoratie zou de roo-
mige blankheid van haar huid en den helderen I
glans van heur haar onder den rand van haar hoed
zou kunnen verhoogen. (Wordt vervolgd)