Oxalis Acetosella. IN DEN BAN VAN AMOR. De hark. Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkebeen Marceline Desbordes. kind werd vaderloos in het stedelijk geboorteregis ter ingeschreven; „hij", de heerlijkste van allen, had zich onder voorwendsel uit de voeten gemaakt; hij had het verachtelijkste aller spelen het spel met een mensehelijk hart ten einde gespeeld en ging zijns weegs. Een leven had hij ontluisterd, een geluk verdobbeld, een hart vertreden maar zonder het te willen en te weten had hij van een middelmatige actrice een groot dichteres gemaakt. Enkele jaren van pijnigend wachten, van kwel lende vrees en vertroostende hoop werden beloomi met een hereeniging, maar één die te kort van duur, te arm aan vreugde, te bruusk van einde was. om goed te kunnen maken wat een trouw breuk aan onheil had aangericht. Toen „hij" ten tweede male verraad pleegde aan hun „huwelijk" was het een afscheid voor goed. Al wat deze liefde aan bittere ervaring schonk, gaf zij aan het leven terug in de taal der schoonheid; niets verzweeg zij aan haar biechtvrouwe, de Muse behalve den naam van hem, die haar dit alles had aangedaan. Een heele meute van commentatoren heeft zich op het spoor gezet van dezen ontrouwen minnaar; op sensatie beluste letterkundige kroniekschrijvers meenden, schiftend en speurend, vergelijkend en combineerend, den naam van Marceline's tegen speler te kunpen onthullen, blijkbaar niet besef fend dat deze angstvallig bewaarde anonimiteit zinvoller is dan het resultaat van een literair-histo- rische identiteitsjacht. Voor Marceline bleef „hij" immer in haar verzen „Olivier" heeten laat ons dat genoeg zijn. Nieuw leed volgde het doorstane op den voet: Martjeline verloor in een korte spanne tijds haar trouwste vriendin, haar vader haar kind. Juist in deze jaren van troostelooze eenzaamheid trad tot het Brusselsche tooneelgezelschap waarvan Marce line deel uitmaakte, een jeune-premier toe, mid delmatig speler, voornaam mensch, even edel van uiterlijk als van inborst: Prosper Valmore. In* menige rol gaf hij Marceline als partner het sleutel woord: liefde; en wat spel was voor het voetlicht nam vorm aan, vaster en vaster, in zijn hart. Zeven jaren jonger was hij dan Marceline, die het leed te scherp op het gelaat te lezen stond, dan dat ze nog van jeugdig schoon kon droomen. Voorzich tig, met het teerste tasten van het gevoel, trachtte hij Marceline's hart, dat al zooveel pijnlijke lit- teekens droeg, te nadej-en. Ze weerde af, Marceline ze kón, ze durfde niet te gelooven. „Probeer mijn ziel niet met gevoel te vervullen ik heb te veel geleden en, treurig als ik ben, deug ik niet meer voor de liefde". Zoo schrijft ze, met de pen maar gansch anders zijn de gedachten die zij heel heime lijk koestert ditmaal niet te vergeefs. Een vlinder, .goud-bruin gekleurd als de herfstbladeren, was onverhoeds neergestreken, op haar hand; Marceline staarde ernaar, ze durfde zich haast niet verroeren, uit vrees hem te verjagen. Maar, o wonder, hij bleef, een menschenleven lang; en alleen de aan blik al, de zekerheid van zijn aanwezigheid, ver zachtte de slagen, die het lo4# nog voor haar in petto had: oom en zusters, kinderen en vriendin gingen haar voor, vanuit dit leven naar dat andere, het Rjjk Gods, waarin ze zoo innig geloofde. Ar moede. schrijnender nog dan voorheen, was haar deel. Maar éelukkig kon ze zijn, omdat ze hèm gelukkig zag, hem: Valmore. Niet vanwege den lof dien de dichters haar toezwaaiden: Alexandre Dumas, Auguste Barbier verzuimden niet haar, de „pauvre hirondelle sous sa tuile" hulde te komen betuigen; Balzac verwaardigde zich, de ettelijke treden van de steile trap op te klimmen om haar te begroeten; Lamartine wijdde haar een vers van vele coupletten; Sainte-Beuve was in haar armelijk milieu, dat ze vaak dagenlang niet kon verlaten bij gebrek aan schoenen, een veel geziene gast. Deze vereering, deze roem, zij had ze niet gewild, nog minder gezocht ze zong immers simpel en trouw hartig wat het leven haar op den smartenweg in fluisterde en zoo was het nu eenmaal: waar doornen staken, ontbloeiden rozen. „Zoolang men nog geven kan, kan men niet sterveri". Marceline beleed dien versregel met de daad van haar leven. Opgebrand als een der acht kaarsen die ze eens in de kerk ontstak ter eere van haar overleden verwanten, doofde ze het licht van haar liefde, den 23sten Juli 1859. Op het kerkhof te Montmartre rust ze niet als „heroïne" van een tragedie, nog minder als een der „groote minnaressen" als Vrouw, die offerend liefhad, als Marceline Desbordes-Valmore, die aan het eind van haar doornig levenspad de onsterfelijk heid als hemelsch geschenk ontving C. J. E. DINAUX. Sleutel weg? Tel. 11493 DeSleutelspecialist.L.Veerstr.lO Menschen hebben indien zij althans den tijd van de poëzie des levens en der jonkheid te boven zijn een hekel aan de duisternis. Wij willen zien wat er rondom ons is! Maar dat is niet altijd mogelijk in dezen tijd van verplichte verduiste ring. Nu moeten wij. als de maan verstoppertje speelt, in donker op straat wandelen, tastend onzen weg zoeken. Ook als wij althans op den dag daaraan niet gedaoht hebben in het donker in de schuur kolen scheppen. Want de kachel wil niet wachten tot de volgende morgen is aangebroken Hij eischt onverbiddelijk kolen, of laat" ons onbarmhartig in de kou zitten. Dat kolen scheppen in het donker is geen plezierig werkje. Al leven wij in den tijd dat de zwabber en de dweil hoogtij vieren, de schoonmaakwoede van menige vrouw bepaalt zich in dezen tijd nog tot het huis, de schuur komt pas later aan de beurt. Daarom staat men soms voor onaangename verrassingen, spinnen dje neiging vertoonen om een plaatsje op je hoofd te zoeken om aldus naar binnen gedragen te worden, muizen of ratten die over je kolenschop haasje over spelen, enzoovoort. Over dat enzoovoort gaat het nu. Mevrouw zou 's avonds nog even kolen halen, mijnheer was verkouden en kon deswege geen galante ridder zijn. De keukendeur piepte, de schuurdeur kraakte en toen Mijnheer hoorde een angstkreet van zijn ega. Help!, help! Zijn vrouw was in levensgevaar. Was ze aangevallen door een inbreker die zich in de schuur verborgen had? Neen een muis kon het niet zijn, want daarvoor was zijn vrouw, in tegen stelling met vele harer sekse-genooten niet bang. En toch die gil Ondanks zijn verkoudheid snelde mijnheer naar de sdhuur. Maar toen hij de keuken uit was, botste hij in het donker al tegen haar aan. Ge lukkig zij leefde, kon loopen, maar nog niet spre ken. In 'de keuken, na een glaasje water, kwam zij bij. „Toen ik de schuurdeur opende, kreeg ik meteen een klap tegen mijn hoofd, er moet een inbreker in de schuur gestaan hebben." Dat was in verstaanbare taal overgebracht de inhoud van het relaas, dat bij stukjes en beetjes en gepaard met zenuwschokken en angsttrekkin gen, over haar trillende lippen kwam. Mijnheer was bang voor het restantje kolen dat nog zoo goed van pas zou komen nu het koud bleef. Hij haalde de goedgekeurde blauwe verduis teringslantaarn, plus een knuppel, en ging op inspectie uit. iii de schuur was niets bijzonders te zien. Alleen zat een muisje boven op de kolen rustig toilet te maken. Was de inbreker al ontsnapt? Daar viel een blauw lichtstraaltje op een hark op den grond. Dat was een ongewone plaats, an ders stond die netjes tegen den wand. En toen begreep mijnheer de situatie. Hij had 's middags in den tuin gewerkt en de hark wat nonchalant neergezet. Zijn vrouw was op de ijzeren tanden gestapt en daardoor was de steel teruggeslagen en had haar den opstopper gegeven. Die was natuurlijk flink aangekomen: de theorie van den hefboom had zijn practische waarde maar weer bewezen. Mijnheer snelde naar binnen om zijn vrouw ge rust te stellen. De kolen waren veilig, er was geen inbreker, de hark was de schuldige! Mevrouw begreep het eerst niet. maar toen hij het gedemonstreerd had. was de twijfel verdie nen. Zii was intusschen den schrik zoover te boven gekomen dat zij op haar beurt conclusies gine trekken. Ja. maar dat kan alleen als die hark midden in de schuur gestaan heeft. Wie heeft haar het laatst gebruikt? Mijnheer keek een beetje schuldbewust naar de buil die het voorhoofd van mevrouw ontsierde. (Adv. Ingez. Med.) 1500 kinderen uil de Jordaan gaan hij Kras eten. Een confectie-fabrikant te Amsterdam, die onbekend wenscht te blijven, heeft aan Winterhulp een belangrijk bedrag ter beschik king gesteld met het verzoek dit geld uitsluitend te besteden voor het verstrekken van een war men maaltijd aan en zoo groot mogelijk aantal kinderen uit de Jordaan. Het Stedelijk bureau van de W.H.N. te Amsterdam stelt deze sympa thieke geste, die wellicht in andere stadsdeelen navolging vondt, natuurlijk zeer op prijs en heeft terstond maatregelen getroffen om aan het verzoek van den milden gever te voldoen. Dientengevolge zal op Zaterdag 26 April a.s. aan 1500 kinderen van 712 jaar, afkomstig van de volksscholen uit de Jordaan en omge ving in de groote zalfen van Krasnapolski te Amsterdam een warme maaltijd worden aange boden. Voorts is voor dezen dag een heel pro gramma vastgesteld, zoodat de kleinen van des morgens half elf tot 's avonds worden bezig gehouden. Te Amersfoort werd Vrijdag de eerste bijenmarkt in de provincie Utrecht gehouden. Een der korvei wordt met deskundig oog gemonsterd. (Foto Pax Holland) Het vraagstuk van Leiden's drinkwatervoorziening opgelost. Goede voorraad gevormd. LEIDEN. 18 April. Ongeveer een jaar ge leden werd in het waterwinningsgebied der Leid- sche Duinwater Maatschappij.nl. de Katwijk- sche Duinen, als eerste toepassing hier te lande een bevloeiïngssysteem in werking gesteld, dat beoogde een einde te maken aan het water tekort, waaraan de L. D. M. van haar oprichting af heeft geleden en dat langzamerhand cata- strophale afmetingen begon aan te nemen, in dien zin. dat herhaaldelijk het'water-kapitaal het diepwater moest worden aangesproken, waarvan verzouting van verscheidene bronnen het gevolg was. Het rrieuwe systeem, is voor den ontwerper, ir P. C. Lindbergh, directeur der L. D. M. een vol ledig succes gebleken, want thans, na een jaar. is mede door de nieuwe uitbreidingswerken langs de zeezijde, die medehelpen het bovenwa ter te winnen, een zoo groote overvloed van wa ter in de duinen aanwezig, dat ondanks de wa ter-onttrekking de grondwaterstanden in de duinen voortdurend blijven stijgen, waardoor groote waterreserves worden gevormd en de diep- water-onttrekking geheel kon worden stopgezet. De resultaten hebben de verwachtingen verre overtroffen. Er is rond een millioen kub. meter water ingepompt, dat op snelle wijze in het zand is weggezakt en waardoor de grondwaterstan den in het bevloeiïngsgebied op sommige plaatsen met vijf meter zijn gestegen. Doordat een gedeelte van dit water naar de waterwin- middelen afvloeit, zijn de waterstanden daarin ongekend hoog, hetgeen weer een verhooging van de grondwaterstanden in het geheele duin gebied heeft veroorzaakt. Naast de zeer belangrijke voordeelen voor de watervoorziening, welke voor een onbepaald aan tal jaren verzekerd mag worden geacht, worden ook de belangen van den landbouw en de bloem bollenteelt door de bevloeiing in aanzienlijke mate gediend. En tenslotte ondervinden ook de duinflora en -fauna den gunstigen invloed der bevloeiïng. Bepalingen inzake den handel in non-f erroinelalen. De secretaris-generaal van Handel, Nij verheid en Scheepvaart heeft een beschikking getroffen tot regeling van den handel in afval- materiaal van non-ferrometalen. Krachtens art. 2 van deze beschikking mogen kleinhande laren en exporthandelaren uitsluitend oude me talen in- en verkoopen, indien zij lid zijn van de Vereeniging van Nederlandsche groot handelaren in metaal afvallen. Verder wordt be paald: Leurders moeten de door hen verza melde of verkregen oude metalen binnen 2 we ken aan een kleinhandelaar verkoopen. Ver koop aan andere afnemers Is verboden. Verjaardag van den Fiilircr. 's-G-RAVENHAGE. 18 April. Op of om 20 April, verjaardag van den Führer, vinden ook in ons land verschillende feestelijkheden plaats. Behalve enkele grootere vergaderingen noe men we op Zondagmiddag (1212.45 uur) een concert op het Plein te Den Haag. waaraan door alle deelen van de weermacht wordt medege werkt. Te Tilburg vindt reeds Zaterdag in den vroegen namiddag een sportfeest van de weer macht plaats. In den Haag zal Zaterdag op het Binnenhof een appèl van het Haagsche gar nizoen worden gehouden. Twee vleesclilooze dagen per week in restauranis. 's-GRAVENHAGE, 18 April Naar van bevoegde zijde wordt medegedeeld, ligt het in het voornemen om per week twee dagen aan te wijzen, en wel de Dinsdag en de Vrijdag, waarop in restaurants geen vleesch zal mogen worden verstrekt. Altijd succes met TABERNAL'S betere ZADEN Op aanvrage verstrekken wi j bij iedere zaadbestel ling van f 2.- of meer een handi ge kweek wi jze voor groenten enz. gratis. ZAADHANDEL A. TABERNAL ZOON, Santpoort Telef. 8232, Hagelingerweg 28. Opgericht 1889. (Adv. Ingez. Med.) haart:em's dagbeab VOOR DE KINDEREN Wie is dat toch, die kleine teere verschijning, die een ieder doet denken aan de ongerepheid van een blanke bloem, ingetogen bloeiend met zulk een eenvoud en natuurlijke bekoring, dat al wie er het oog op laat vallen zich wel mild gestemd en blij verrast moet voelen? Marceline heet de zeventienjarige, geboortig uit Douai. uit Noordelijk Frankrijk dus. het land van Verlaine en Ver- haeren en Rodenbach Marceline Desbordes. Al zei de naam te dien tijde nog niets, de roman dien ze beleefd had en de daarmee schril contrasteeren- de lieftalligheid van haar gestalte spraken genoeg tot de verbeelding der welwillende ingezetenen van Lille- om het welslagen van een weldadigheidscon cert, te haren bate gegeven, te verzekeren. Marceline Desbordes. (Teekening door Constant Desbordes omstreeks 1820). Het was geen romantisch opgesmukt verhaal, dat van de bittere wederwaardigheden dezer prille jeugd verteld werd: de Revolutie, die de adel lijke karossen op stal en hun bezitters buiten het land zette, had vader Desbordes, wapenschilder van beroep, het brood uit den mond gestooten en moeder Cathérine in wanhoop doen besluiten gel- delijken steun te gaan zoeken bij een ver familie lid, een rijken planter in Guadeloupe. Met het jongste der kinderen, de wat teere Marceline, trok Cathérine Desbordes door het Fransche land, gel den inzamelend voor den overtocht naar het rijk van belofte. De kleine Marceline zong en danste lang niet onverdienstelijk, maar de baten van een comediantentroep zijn karig en het leven is hard en wisselvallig; zoo duurde het twee lange, zware jaren alvorens het passagegeld bijeenverdiend was. Het werd een bange reis naar Guadeloupe, want er woedde oorlog en onzeker mocht het dus heeten of het schip de overzijde wel bereiken zou. Wat een ongeluk bij zooveel geluk: de tocht wordt goed volbracht, maar de haven is nog niet in zicht of het gerucht" dringt door dat de negers in op stand zijn gekomen* de eigendommen der blanken verwoest en henzelf gedood of verdreven heb ben. Vergeefsche reis dus! Moeder Desbordes over leeft de jammerlijke ontgoocheling niet lang: de gele koorts bereidt haar een graf in den vreemde. En Marceline? Figuurlijk en letterlijk ziet ze de wereld rondom zich ineenstorten: een vreeselijke aardbeving teistert de stad, een jammerende me nigte trekt door de vernielde straten de ver schrikking van deze reis schijnt geen einde te willen nemen. Vol ontbering is ook de terugtocht; wie weet of Marceline haar eer tegenover den schaamteloozen scheepskapitein wel had kunnen verdedigen als de matrozen haar niet in bescher ming hadden genomen. En zoo stond ze dan weer op Franschen bodem, een zorgenkind dat zijn jeugd had geofferd aan het noodlot der armoede en al meer tranen had geschreid dan menig volwassen sterveling in een heel leven. Nu kon ze, dank zij de milddadigheid der Lille'sche ingezetenen ten minste het ouderlijke huis in Douai weer berei ken. Hoe van harte blij ze is, teruggekeerd te zijn in den familieki'ing, lang kan, lang mag ze jfli er niet blijven: voor één mond meer aan den disch is de schamele kost ontoereikend. Zoo gaat ze dan weer een kleine actrice in de wereld der groote tragedie, gevierd in de rol die het evenbeeld blijkt van haar leven; die van de weerlooze, de lijdende- onschulóige, de asschepoester, aan wie de schui mende geluksbeker voorbijgaat en die daarbij west te glimlachen in tranen. O ze behoeft zich geen geweld aan te doen om de gekrenkte, gekwetste, de paria in geluksland te spelen: ze behoeft alleen maar zichzelf te zijn.... Vandaar de lof dien men haar toezwaait voor de ongekunsteldheid harer voordracht, voor de liefelijkheid van haar stem, die aan innigheid vergoedt wat hij aan omvang tekortschiet ze weten het wel, de orkestleden en spelen uit eerbied voor de innemende actrice pianissimo* ook daar desnoods waar het fortissimo behoort te zijn.... „De menschen werpen mij bloemen toe en ze weten niet, dat ik met honger naar huis ga". Met honger van lichaam en ziel. Ze kent niet anders, ze verwacht niet anders: zoo is het leven voor haar. Achterdocht kwelt haar dan ook, zoodra het een gunstiger wending schijnt te willen nemen. Want het tooneelspel dreigde werkelijkheid te worden en wee den spelers, die hun spel te leven krijgen. Een jeugdig dichter heeft haar van liefde gesproken en daarbij alle listen der verleidingskunst aangewend: oogenspel en verlokkende stembuigingen, bewonderend-door dringende blikken en vleiende woordjes. Marceline Ie vertrouwd zeer wel met de ontbering des harten en brute bejegening, mar niet door de zoetheden n des levens Marceline is een gemakkelijke prooi voor deze streelende aanbidding; ze luisterde niet alleen met ooren en verstand, maar met heel haar hunkerende ziel. Wel waarschuwde haar een vrouwelijk instinct, dat het met deze liefdesbetui ging niet gansch en al^n orde is, maar wat ver mag een afwijzend verstand tegen een hart dat gelooven moet, omdat het anders gedoemd is te Verkwijnen? Nog ontwijkt ze hem, in een bovenmenschelijk; pogen zichzelf te redden door hem te ontvluchten. Maar de geroutineerde minnaar heeft nog andere pijlen op zijn liefdesboog; hij speelt de ontgoochel de, de ontmoedigde, vergiet tranen van melancho- lischen levensafkeer, van wanhoop en smart. Lief de als-troost zal deze vrouw hem wel niet onthouden. Nu, hij speelt goed: Marceline, arm aan vreugde, eenzaam -in het leven, is ontwaakt in gloeiende hevige liefde, waarin ze het edelste, schoonste, ver- hevenste dat ze in haar hart bergt, wil schenken uit innige dankbaarheid voor deze onverwachte zegening, deze goedheid der aarde. Een leven lang zal dat zoo blijven: dat ze gelukkig is zoolang ze kan geven, zonder te verwachten, zonder terug te verlangen. Marceline leeft in een roes van gêluk, de eerste en de laatste, en zóó overvol is ze van zaligheid dat ze er ontlading voor zoekt en vindt in haar verzen zoo was het nu eenmaal met haar gesteld: tranen van verrukking en tranen van leed kristalliseerden tot kleine parelen van dichtkunst. Lange duur was deze extase niet beschoren. Hun Witte klaverzuring. (foto Hastings) 173. Maar ook de dikke hengelaar Wordt zuster Ursula gewaar. Ook hij is in een wip verdwenen, IHU rept zijn korte, vlugge beenen Door 't mulle duinzand naar den top En hijgt en blaast, maar geelt met op. Het is met eenigen schroom dat ik dit teere fijne plantje onder de tuinplanten noem. Het kan in den tuin gekweekt worden, zeer zeker. Maar gemak kelijk gaat dat niet. De witte klaverzuring is een echte schaduwplant en hoort thuis in vochtige bos- schen. De wortelstok is zeer dun en bijna draad vormig. Al deze eigenschappen maken, dat het moeilijk is om aan alle eischen van de plant te voldoen. Maar heeft u een vochtig schaduwrijk plekje boschgrond in den tuin en is het eenmaal gelukt om den teeren wortelstok zonder te veel kwetsuren over te brengen, dan is het een alleraardigst plantje. De blaadjes zijn drietallig, hartvormig en doen wel eenigszïns denken aan klaverblaadjes. Wan neer we er op bijten, smaken ze duidelijk zuur. Aan den onderkant zijn de blaadjes mooi paarsachtig rood aangeloopen. De mooie vijftallige bloemkroon is wit maar vaak ook iets roseachtig en roodgeaderd, met gele vlekken aan den voet. Vaak komen die cleitogame bloemen voor, die zaden vormen zonder zich geopend te hebben. De open bloem is zeer mooi van vorm, een wijd- uitstaand sierlijk klokje op een. dunnen ranken steel en ook het kleurpatroon is heel fijn en mooi. De in verhouding tot de bloem vrij groote bla deren zijn vaak eenigszins hangend en gevouwen en daarbovenuit staan dan de wijde, korte bloemen met hun mooie rondgerande bloembladen. In het bosch zijn deze teere planten met hun dichten bladerengroei en heldere bloemen telkens weer een verrassing. Ook de gesloten bloem is mooi en fijn, een lang smal bloempje aan een zeer dunnen steel, dat door zijn kleur steeds helder afsteekt, tegen het mooie groen van de bladeren. De bloeitijd valt van April tot Mei. Het is werkelijk een uitzonderlijk mooi plantje, dat het wel waard is dat we er eenige moeite voor doen om het in onze onmiddellijke omgeving te laten groeien en bloeien. Maar, zooals gezegd, makkelijk is het niet om deze bij uitstek teere plant met den zeer dunnen teeren wortelstok te verplanten. Een omgeving* die zooveel mogelijk, met die van het bosch overeenkomt, zal de beste standplaats zijn dat beteekent behalve goede boschgrond. veel schaduw en vocht. - 'A. J. D, 174. Ons drietal, nu geheel ontdaan. Denkt: „Lieve help. hoe moet dat gaan?" Zij kijken naar de wilde baren, (Naar Ursula's verwaaide haren. Het zweet gutst hun al langs 'i gelaat. Zij weten met zich zeii geen raad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 11