Haarlem's Dagblad Groote Steden. Achtervolging der Britsch-Grieksche troepen in Thessalië Aanval op Engelsche transportvloot. Doodvonnis voltrokken OpcaepüiQ Grieksche havenstad Volos ingenomen Wifie tennislesseii- Artikelen em. J 58e JAARGANG No. 17743 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant- Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zulder Bulten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082, Hoofdred. 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825. Soendaplein 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM DINSDAG 22 APRIL 1941 Abonnementen per week 0.26, per maand 1.15, per 3 maanden 3.42, franco per post 3.73, losse nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels 2.—, elke regel meer f 0.40 Reclames f 0.65 per regel Regeiabonnementstarleven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.70, elke regel meer 0.17Va Groent|es zie rubriek. Hoeveel groote steden zijn er in de wereld en hoeveel menschen wonen daar wel in? Verreweg de meeste menschen kunnen daar maar een vaag begrip van hebben. In ons land weten de meesten wel dat wij zelf drie van die centra rijk zijn maar dat zij ver in omvang worden overtroffen door bul- tenlandsche hoofdsteden als New-York, Berlijn, Londen, Parijs. Daar komt dan de gedachte bij dat er nog wel wat meer moeten zijn die Amsterdam's zielental van 800.000 overtreffen. Maar hoeveel en welke weet men zoo niet en als men tot zulke vra gen komt als de totale groote stads-bevolking der aarde wordt het veel te moeilijk. Het Berlijnsche tijdschrift Wirtschaft und Sta- tistik heeft het antwoord op deze en ermee samen hangende andere vragen gegeven. Er blijkt uit die antwoorden dat de snel stijgende industrialisatie van de negentiende en de twintigste eeuw, die een zoo groot deel van de bevolkingen naar de steden heeft gedreven, wel een vervaarlijke uitwerking moet hebben gehad. Want er zijn nu al ongeveer zevenhonderd steden in de wereld met honderd duizend en meer inwoners en daartoe behooren er maar eventjes negenendertig met meer dan een millioen! Die laatste groep is in ons land, een der dichtst bevolkte ter wereld, dus nog door geen en kele stad bereikt en ik vermoed dat het een teleur stelling is voor vele Amsterdammers, geneigd om hun geliefd Mokum als „wereldstad" te betitelen, dat het niet eens tot de veertig grootste bevolkings centra behoort, vermoedelijk zelfs niet tot de vijf tig grootste. Het begrip wereldstad houdt trouwens meer in dan een massa menschen in een massa huizen. Het bedoelt in het algemeen ook de cen tralisatie van een zeer belangrijk deel van 's lands activiteit: den zetel van het staatshoofd en de re geering dus ook van diplomatie, een belangrijke ha ven met uitgebreiden handel en groote industriëele bedrijven, een landelijk middenpunt van steden schoon, van wetenschap en kunst en gevoegd bij dit alles een zeker cosmopolitisme. Men ziet. natuurlijk in vredestijd, een wereldstad vooral als een bijenkorf van de veelzijdigste activiteit in den lande, die daardoor ook het maximum aan bezoekers uit andere landen trekt en daarmee een bijzonder beeld van veeltaligheid en schilderachtigheid in het menschelijk verkeer verwerft. In Nederland verkeeren wij in het bijzondere geval dat deze ver zameling over onze drie grootste steden verdeeld is en daarom kunnen wij m.i. niet op het bezit van een wereldstad bogen en is het vooruitzicht erop ook niet groottenzij de tijd nog eens mocht aanbreken waarin, zooals sommigen wel eens be pleit hebben, Amsterdam of Rotterdam regeerings- zetel zou worden. Maar dat is, vanwege de tradities van Den Haag, niet zoo licht denkbaar. Na deze uitweiding terugkeerend naar de aan gehaalde steden-statistiek der wereld ontleen ik er aan, dat de zevenhonderd steden met honderddui zend en meer inwoners gezamenlijk meer dan 250 millioen inwoners herbergen, hetgeen zoo ongeveer een achtste van het menschdom is. Een verwonder lijk groot gedeelte, dat men eigenlijk nog aanzien lijk zou moeten verhoogen als men het percentage van de stedelingen op aarde wilde aanduiden. Want ook in vele steden die minder dan 100.000 inwoners hebben wonen nog millioenen typische stedelingen, waarmee ik menschen bedoel wier arbeid en be langstelling op het stadsleven gericht zijn en die met het leven van den landman weinig of geen contact hebben. Het Duitsche tijdschrift geeft de volgende speci ficatie ten aanzien van de stadsbevolkingen in ver schillende landen: „Het land met de relatief grootste stadsbevolking is Australië. Bijna de helft van het totale inwonertal (47,5%) is hier in de groote steden opeengehoopt. Een soortgelijken toestand treft men aan in Groot- Brittannië (54,3%). Ook in Argentinië is het ver- houdingscijfer hoog (31,6%), voorts in Nieuw-Zee- land (31,4%) en in de Vereenigde Staten (28,8%), eenzelfde verhouding overigens als in het Duitsche rijk (eveneens 28,8%); iets geringer is de verhou ding in Nederland (27,7%) en in het eigenlijke Japan (27%). En in België, Frankrijk. Denemarken. Italië, Spanje, Letland, Canada en de Unie van Zuid-Afrika woont er in de groote steden altijd nog rond een vijfde deel van de totale bevolking". Overigens blijft het hierbij een feit dat de stede lingen in aantal ver in de minderheid zijn. Er is aan het artikel een statistiek verbonden om trent de negenendertig reeds genoemde grootste steden der wereld, die elk meer dan een millioen inwoners tellen. In sommige gevallen worden twee getallen bij een stad opgegeven, namelijk in geval len waarin de aanwas van voorsteden onder apart bestuur een soort Groot-New York. Groot-Parijs enz. buiten de eigenlijke stadsgrenzen heeft doen uitdijen. Zelfs zonder dien aanwas is New-York het grootste bevolkingscentrum ter wereld. Het telt 7.380.000 inwoners; Groot New-York bereikt het vervaarlijke totaal van elf millioen. Tweede in bevolkingstotaal is de Japansche hoofd stad Tokio met 6.458,000. Dan volgen het eigenlijke Londen (natuurlijk naar cijfers uit vredestijd bere kend) met ruim vier millioen (Groot-Londen 8.700.000), Groot Parijs met 4.963.000 (het eigen lijke Parijs 2.830.000), Berlijn met 4.339.000, Moskou met 4.137.000, Shanghai met 3.486.000. Chicago met 3.385.000 enz, Rekent men de groote aanwassen van sommige hoofdsteden mede dan is na New- York nr. 2 in omvang Groot Londen, waarop Tokio. Groot-Parijs en Berlijn volgen. Laat men de voor steden. die bestuursrechtelijk geen eenheid met de eigenlijke stad vormen, buiten beschouwing dan volgen op New-York als tweede Tokio en als der de Berlijn. Het zal misschien velen verwonderen dat tot de 39 grootste steden der wereld zulke steden behoo ren als Osaka (Japan) met meer dan drie millioen inwoners, Philadelphia (V.S.) met 1.835.000, Detroit (V.S.) dat precies tweemaal zooveel inwoners telt als Amsterdam, Mexico-City (bijna anderhalf mil lioen), Caïro (Egypte) (1.329.000), Nagoya (Japan) (1.224 000). Sao Paulo (Brazilië (1.168.000), Kyoto (Japan) (1.160.000) en Nanking (China) (1.019.000). Het is zeker een belangwekkende statistiek. R. P, Als het weer goed blijft cn de volgende Zondag zijn naam eer aandoet zal men heel wat bollenvelden in bloei kunnen zien. Hier boven ziet men een veelbelovend begin: een paar velden met bloeiende hyacinten aan den Vlaamschc Weg. (foto De Haas) In Thessalië jagen de Duitschers in voortdu- renden aanval de in verwarring gebrachte Grieksch-Engelsche strijdkrachten op. Na den tocht door het bergland ten Noordoosten van den Pindus worden zoo deelt het D.N.B. mede Grieken en Engelschen weer tot den strijd gedwongen. Ondanks deze ondubbelzinni ge situatie laat het Grieksche weermachtsbe- richt, dat Reuter pas bekend gemaakt heeft, de Duitschers met zware verliezen afgeslagen en zelfs tot achter de oorspronkelijke stellin gen teruggedreven worden. Jn feite zijn, naar te Berlijn verklaard wordt, op geen enkele plaats Duitsche troepen verslagen of terugge dreven. Robert Frazer heeft voor de Londensche radio medegedeeld dat de Duitschers de gealiieerden in Griekenland verder terugdringen. De situatie is ernstig, maar zij komt niet onverwacht. De Brit ten zijn met open oogen naar Griekenland gegaan. Zij waren op de hoogte van de Duitsche superiori teit en de grens van de mogelijkheden om tegen stand te bieden. Het Britsche besluit om hulp aan Griekenland te bieden, is in de eerste plaats ge nomen om tijd te winnen voor versterkingen en andere maatregelen in Egypte. Door den Balkan oorlog is dit doel bereikt. De Britsche divisies, aldus verneemt het D.N.B. voorts van bevoegde zijde, zijn bezig Griekenland te ontvluchten. Gevechtsformaties var, het lucht- wapen zijn er gistermiddag in geslaagd, in het zee gebied tusschen de eilanden Euboea en Kreta een deel der vijandelijke transportvloot doeltreffend aan te vallen. Vijf met Britsche troepen beladen transportschepen van tezamen 23.000 br.t. werden tot zinken gebracht. Twee andere schepen met te zamen 5.000 br.t., die eveneens met Britsche troe pen beladen waren en in de richting van het eiland Kreta trachtten te ontkomen, leden door bomtref- fers zware schade en bleven met slagzij liggen. Voorts werden nog twee transportschepen met te zamen 12.000 br.t. beschadigd. Bovendien brachten Duitsche gevechtsvliegtuigen ten westen van Kreta een koopvaardijschip van 3.000 br.t. tot zinken, dat deel uitmaakte van een krachtig beschermd vijan delijk convooi. DE TIMES ZIET GEEN MOGE LIJKHEID DEN DUITSCHEN OPMARSCH TE STUITEN. NFW-YORK. 22 April. (D.N.B.) Ten aanzien van den militairen toestand op den Balkan schrijft de Londensche Times dat er geen hoop meer is dat Evenmin kan men hopen dat de Duitschers in de Britsche troepen een rustpauze zullen krijgen. Griekenland kunnen worden gestuit. De Duitsche bombardements- en gevechtsvliegtuigen zetten de achtervolging der Britsche troeper. en transporten onafgebroken voort. Van tiid tot tiid gelukt het de R.A.F. wel een aanval af te weren, de Engelschen hebben echter niet voldoende toestellen om overal te zijn. De Engelsche troepen moeten zich over het algemeen met machinegeweren op vrachtauto's te vreden stellen voor de afweer der Duitsche vliegers. 's-GRAVENHAGE, 22 April. De S.S.- en hoogere Polizeiführer maakt het volgende be kend: Het S.S.- en Polizeifeldgericht veroordeelde Meinhard Natt uit Arnhem wegens het verboden bezit van een wapen ter dood. De veroordeelde had van een politiebeambte in de badinrichting het dienstpistool gestolen en dit doen verdwijnen. Hij erkende, de verordening van het opperbevel der weermacht gekend te hebben, volgens welke het onbevoegd bezit van wapenen met den dood bestraft wordt. Hij heeft ook ae herhaalde waar schuwingen van den bevelhebber der weermacht in Nederland in de pers en in openbaar aange plakte bekendmakingen, met name zijn laatste waarschuwing, gekend, dat met de scherpste straf fen gerekend moest worden en dat de rechtsin stanties de opdracht gekregen hadden, geen cle mentie meer te laten gelden. Het vonnis werd den 21sten April 1941 in den vroegen morgenstond met den kogel voltrokken. Het Haarlemschc Stadsbeeld. Alleen ontsierende reclame zal worden tegengegaan. Zooals men zich wellicht herinneren zal, is door den gemeenteraad van Haarlem in het najaar van 1940 een verordening vastgesteld waardoor ontsie rende reclame in deze gemeente in de toekomst geweerd kan worden. Voor alle reclames die een grootere oppervlakte hebben dan een V2 vierkan ten meter, is namelijk vergunning van het ge meentebestuur vereischt. Voor bestaande recla mes werd een overgangstermijn gesteld die op 1 Juli 1941 geëindigd zal zijn. Dat wil dus zeggen, dat de Haarlemmers die nu aan hun perceelen reclames hebben die afzon derlijk of tezamen meer oppervlakte beslaan dan V2. vierkanten meter, na 1 Juli a.s. een vergunning moeten hebben. Wij hebben ten Stadhuize geïnformeerd wat de bedoeling is. Daarbij werd ons medegedeeld, dat van het begin af heeft voorgezeten de nieuwe verordening zeer soepel toe te passen. Vermoede lijk zal het wel niet noodig zijn dat elk die recla mes heeft die boven de maat zijn een vergunning moet vragen. Er is namelijk al gedacht over de mogelijkheid eenige deskundige ambtenaren een inspectie in de stad te laten houden om vast te stellen welke ontsierende reclames verwijderd moeten worden. Aan alle andere eigenaars van reclame zou dan zonder meer een vergunning ge geven kunnen worden. Deze wijze van werken zou den ingezetenen veel ongemak besparen. Den ambtenaren trouwens ook, want anders worden zij bedolven onder een lawine van aanvragen voor vergunningen. Als ongewenschte zal, zoo nam onze zegsman als zeker aan, alleen aangemerkt worden reclame die in ieders oog ontsierend is, In het bijzonder had hij daarbij 'het oog op borden die dwars over tuinen zijn gezet, het stadsbeeld storen en in het bijzonder een ergernis voor de buren zijn die zich het uitzicht benomen zien Wij maakten de volgende opmerking: Tenge volge van de verplichte verduistering hebben zeer vele winkeliers luiken voor hun zaken laten maken. Die luiken zijn meestal voorzien van groote reclames die betrekking hebben op het bedrijf. Als die in de toekomst zouden moeten verdwijnen, zou dit aan het Stadsbeeld niet ten goede komen. Juist die reclames ontnemen aan de luiken het sombere karakter. Het antwoord was: Uit de feiten is af te leiden, dat het gemeentebestuur er ook zoo over denkt. De meeste van de reclames op de luiken vallen onder de bestaande precarioverordening. zoodat de gemeente, op grond van het feit. dat de meeste luiken even buiten het perceel uitsteken en dus boven gemeentegrond hangen, daarvoor preca riorechten zou kunnen heffen. Daar het hier meestal groote oppervlakten geldt, zouden het flinke bedragen worden die daarvoor verschuldigd zijn. Het gemeentebestuur heeft er evenwel niet aan gedacht deze luiken en reclames onder de precarioverordening te laten vallen. Nu de meeste winkeliers reeds moeilijke tijden doormaken is het ongewenscht hen nieuwe lasten op te leggen, temeer omdat die luiken aangebracht moesten worden in verband met de bijzondere tijdsomstandigheden. Op het Stadhuis is men bovendien ook van meening dat het aanbrengen van behoorlijke reclames op die luiken den aooa- schen aanblik verlevendigt, zoodat daaraan geen belemmeringen in den weg gelegd moeten worden. Antwoordtelegram van Führer aan Rijkscommissaris. •s-GRAVENHAGE, 21 April. Op lijn iet den Führer gerichten gelukwensch heeft de Rijkscom missaris voor het bezette Nederlandsche gebied, Rijksminister Seyss-Inquart het volgende telegra fische antwoord ontvangen: „Voor uw vriendelijke woorden en de voor mij ter gelegenheid van mijn verjaardag uitgesproken goede wenschen zeg ik u mijn hartelijken dank. Met Duitscnen groet ADOLF HITLER". Duitsch weermachtsbericht Pas bij Metzovon door de Duitschers genomen. BERLIJN, 21 April (D.N.B.) Het opperbe- bel van de weermacht maakt bekend; „In Griekenland zijn de Duitsche troepen bij de achtervolging van den verslagen vijand "er voorbij Larissa naar het zuiden doorgedrongen. Andere strijdkrachten namen bij den opmarsch over het Pindus-gebergte naar 't westen den meer dan 1500 meter hoogen pas bij Metzovon. In Albanië hebben de Italiaansche troepen bij het oprukken op vele plaatsen de Grieksche grens bereikt. Het luchtwapen heeft aan de Grieksche Oostkust Britsche troepentransport schepen met goed resultaat bestreden. In den hoek van Volos werd een vijandelijk koopvaar dijschip van omstreeks 7000 b.r.t. door bommen vernietigd. Bij Chalkis kregen twee groote trans portschepen zware treffers. Jagers schoten Za terdag vijf Britsche gevechtsvliegtuigen en een jachtvliegtuig zonder eigen verliezen neer. In het gebied van de Middellandsche Zee aeft een formatie Duitsche gevechtsvliegtuigen - in een vijandelijk convooi een groot transport schip door voltreffers van het zwaarste kalibe'* tot zinken gebracht. Duitsche en Italiaansche gevechtsvliegtui gen vielen in den afgeloopen nacht weer de ha ven van La Valetta op Malta met goed resul taat aan. In Noord-Afrika zijn hernieuwde met steun van pantserwagens ondernomen vijandelijke aanvallen op Solloem en van Tobroek uit afge slagen. Duitsche jagers schoten hier in lucht gevechten vier jagers van het type Hurricane neer. Luchtdoelartillerie haalde een Britsch ge vechtsvliegtuig omlaag. Voor de Britsche Oostkust is een koopvaarder van 3000 bjr.t. door een bom getroffen. Op het verlies daarvan kan gerekend worden. In Noord-oost Schotland werd een fabrieksinstal- latie in scheervlucht met bommen bestookt. Bij luchtgevechten boven het kanaal en voor de monding van de Theems verloor de vijand twee jagers van het type Spitfire, boven de Britsche Zuidwestkust een gevechtsvliegtuig. Marine artillerie nam vijandelijke vrachtschepen ter hoogte van Dover onder vuur. De vijand heeft in den afgeloopen nacht met vrij zwakke strijdkrachten op verscheidene plaatsen in Noordwest- en West-Duitschland bommen uitgeworpen, die uitsluitend woningen beschadigden en eenige slachtoffers onder de burgerbevolking maakten. Luchtdoelartillerie schoot een van de aanvallende vliegtuigen neer. In de gevechten ten noorden van Agram heeft ritmeester Sachenbacher zich 13 April onder scheiden door met zijn escadron fietsers J.oor vastberaden aanpakken een vijandelijken divi siestaf gevangen te nemen, waardoor hij de overgave van het gros van deze divisie, om streeks 12.000 man, bewerkstelligde". DE LINIE TRIKKALA—LARISSA. BERLIJN, 21 April. (D.N.B.) In aanvulling op het weermachtbericht van Zondag verneemt het D.N.B. het volgende: Voor het Engelsche front zijn de Duitsche stoottroepen na de zware doorbraak- gevechten der laatste dagen over een breed front in de Thessalische laagvlakte afgedaald en hebben zij de linie TrikkalaLarissa reeds overschreden. Bij de achtervolging kwam de kracht van het Duitsche luchtwapen bij de aanvallen op de terug tochtswegen en het achterland van de Engelsch- Grieksche legercorpsen goed tot haar recht. Op den grooten straatweg van Trikkala naar Larissa, die als eenige dwarsverbinding achter langs het Engelsche front loopt, alsmede op de van Larissa naar het zuiden loopende hoofdverkeerswegen vielen Duitsche gevechtsvliegtuigen en duikbom menwerpers de terugwijkende Engelsche marsch- en voertuigen colonnes met bommen en de boord- wapens aan. De uitwerking van deze onstuimige en voortdurend herhaalde aanvallen op de wegen die overvol waren met Engelsche troepen, was vernietigend. Rijksmaarschalk Göring biedt Hitler in diens Hoofdkwartier zijn gelukwenschrn aan ter gelegenheid van den 52sten ver jaardag van den Führer. (foto Pressehoffmann) Der Deutsche Wehrmacbtkommandant der Stadt Haarlem teilt mit: Heute Nacht vom 20 bis zum 21 April 1941 gegen 23.15 Uhr ist vor dein Hause Prinsen Bolwerk 12 ein Deutscher Wehrmachtsangehöriger ohne jeden Anlass von hinten durch den Kopf ge- schossen worden. Die Tater sind zwei Zivilisten in hellen Manteln die ihm lange gefolgt sind und dann in Richtung Jansweg flüchteten. Es wird erwartet, dass sich die Tater binnen 24 Stunden melden oder ermittelt werden. Nach Ablauf dieser Frist geht die gesamte Verantwortung mit allen ihren Folgen auf die ganze Stadt Haarlem mit allen ihren angrenzenden Nachbargemeinden über. Der Deutsche Wehrmachtkommandant, gez. FLöL. Hauptmann. Vertaling. De Duitsche Weermachtscommandant te Haarlem deelt mede: Hedennacht van 20 op 21 April 1941, te om streeks 23.15 uur is voor het perceel Prinsen Bol werk 12 alhier een lid van de Duitsche Weermacht zonder eenige aanleiding van achteren door het hoofd geschoten. De daders zijn twee burgers, ge kleed in lichte jassen, die hem lang gevolgd hebben en in de richting Jansweg zyn gevlucht. Er wordt verwacht, dat de daders zich binnen 24 uur zullen aanmelden of ontdekt worden. Na af loop van dezen termijn komt de volle verantwoor delijkheid met al haar gevolgen te rusten op de ge- heele stad Haarlem en de randgemeenten. De Duitsche Weer mach tscommmandant gez. FLöL. Hauptmann. Naar aanleiding van het bovenstaande verzoekt de Commissaris van Politie te Haarlem met den meesten aandrang, dat de dader(s) zich terstond by zjjn politie meldt (melden) en dat ieder, die omtrent deze daad inlichtingen kan geven, zich onmiddellijk aanmeldt. Het is absoluut noodzakelijk, dat iedereen mede werkt en dat aan dezen oproep gehoor wordt ge geven, omdat anders de gevolgen door Haarlem en de randgemeenten zullen moeten worden ge dragen. Da Commmissaris van Politie, E. H. TENCKINCK. HAARLEM, 21 April 1941. Nader deelde de politie ons hedenmorgen mede, dat de hierboven genoemde burgers niet beiden een lichte jas droegen. De man, die een lichte jas aan had, is 1.90 M. lang en de ander, gekleed in donkere jas,'1.77 M. f 5000 BELOONING UITGELOOFD. De gemeente Haarlem looft een bedrag van f 5000 uit aan hem (haar of hen) die aan de politie zoo danige aanwijzingen geeft (geven), dat de dader(s) van den aanslag ontdekt wordt (worden). BERLIJN, 22 April (D.N.B.) Bij het ach tervolgen van den verslagen vijand hebben de Duitsche troepen op 21 April Lama en de ha venstad Volos ten zuidoosten van Larissa in genomen. ut uieuiiq utoovden. In dit nummer beginnen wij een serie wen- ken op tennisgebied onder den titel Wijze fennislessen in weinig woorden. Schrijver is de bekende Haarlemsche tennisleeraarde heer C. M. M. Constandse. Zoowel beginners als geoefenden zullen deze deskundige wen ken zeker met aandacht lezen ener op de tennisbaan profijt van trekken. In den regel zal de serie op Dinsdag verschijnen. HEDEN8 PAGINA'S R. P.: Groote steden. P. Gasus: Troost. D.: Iets over runen Voor lange avonden. pag. 1 pag. 3 pag. 3 pag. 5 v. H-: Op ontdekkingsreis in de ar beidssfeer van den stationschef. pag. 3 J. B. Schuil: Vreugde en Arbeid: Met volle vaart de Lente in. pag. 3 C. M. M. Constandse: Wijze tennis- lessen in weinig woorden, jxrp. 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 1