Haarlem's Dagblad
Groote Steden.
Achtervolging der
Britsch-Grieksche
troepen in Thessalië
Aanval op Engelsche
transportvloot.
Doodvonnis
voltrokken
OpcaepüiQ
Grieksche havenstad
Volos ingenomen
Wifie tennislesseii-
Artikelen em.
J
58e JAARGANG No. 17743
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-
Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zulder Bulten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082, Hoofdred. 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
DINSDAG 22 APRIL 1941
Abonnementen per week 0.26, per maand 1.15,
per 3 maanden 3.42, franco per post 3.73, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels
2.—, elke regel meer f 0.40 Reclames f 0.65 per
regel Regeiabonnementstarleven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.70, elke regel meer
0.17Va Groent|es zie rubriek.
Hoeveel groote steden zijn er in de wereld en
hoeveel menschen wonen daar wel in? Verreweg
de meeste menschen kunnen daar maar een vaag
begrip van hebben. In ons land weten de meesten
wel dat wij zelf drie van die centra rijk zijn maar
dat zij ver in omvang worden overtroffen door bul-
tenlandsche hoofdsteden als New-York, Berlijn,
Londen, Parijs. Daar komt dan de gedachte bij dat
er nog wel wat meer moeten zijn die Amsterdam's
zielental van 800.000 overtreffen. Maar hoeveel en
welke weet men zoo niet en als men tot zulke vra
gen komt als de totale groote stads-bevolking der
aarde wordt het veel te moeilijk.
Het Berlijnsche tijdschrift Wirtschaft und Sta-
tistik heeft het antwoord op deze en ermee samen
hangende andere vragen gegeven. Er blijkt uit die
antwoorden dat de snel stijgende industrialisatie
van de negentiende en de twintigste eeuw, die een
zoo groot deel van de bevolkingen naar de steden
heeft gedreven, wel een vervaarlijke uitwerking
moet hebben gehad. Want er zijn nu al ongeveer
zevenhonderd steden in de wereld met honderd
duizend en meer inwoners en daartoe behooren er
maar eventjes negenendertig met meer dan een
millioen! Die laatste groep is in ons land, een der
dichtst bevolkte ter wereld, dus nog door geen en
kele stad bereikt en ik vermoed dat het een teleur
stelling is voor vele Amsterdammers, geneigd om
hun geliefd Mokum als „wereldstad" te betitelen,
dat het niet eens tot de veertig grootste bevolkings
centra behoort, vermoedelijk zelfs niet tot de vijf
tig grootste. Het begrip wereldstad houdt trouwens
meer in dan een massa menschen in een massa
huizen. Het bedoelt in het algemeen ook de cen
tralisatie van een zeer belangrijk deel van 's lands
activiteit: den zetel van het staatshoofd en de re
geering dus ook van diplomatie, een belangrijke ha
ven met uitgebreiden handel en groote industriëele
bedrijven, een landelijk middenpunt van steden
schoon, van wetenschap en kunst en gevoegd bij
dit alles een zeker cosmopolitisme. Men ziet.
natuurlijk in vredestijd, een wereldstad vooral als
een bijenkorf van de veelzijdigste activiteit in den
lande, die daardoor ook het maximum aan bezoekers
uit andere landen trekt en daarmee een bijzonder
beeld van veeltaligheid en schilderachtigheid in
het menschelijk verkeer verwerft. In Nederland
verkeeren wij in het bijzondere geval dat deze ver
zameling over onze drie grootste steden verdeeld
is en daarom kunnen wij m.i. niet op het bezit van
een wereldstad bogen en is het vooruitzicht erop
ook niet groottenzij de tijd nog eens mocht
aanbreken waarin, zooals sommigen wel eens be
pleit hebben, Amsterdam of Rotterdam regeerings-
zetel zou worden. Maar dat is, vanwege de tradities
van Den Haag, niet zoo licht denkbaar.
Na deze uitweiding terugkeerend naar de aan
gehaalde steden-statistiek der wereld ontleen ik er
aan, dat de zevenhonderd steden met honderddui
zend en meer inwoners gezamenlijk meer dan 250
millioen inwoners herbergen, hetgeen zoo ongeveer
een achtste van het menschdom is. Een verwonder
lijk groot gedeelte, dat men eigenlijk nog aanzien
lijk zou moeten verhoogen als men het percentage
van de stedelingen op aarde wilde aanduiden. Want
ook in vele steden die minder dan 100.000 inwoners
hebben wonen nog millioenen typische stedelingen,
waarmee ik menschen bedoel wier arbeid en be
langstelling op het stadsleven gericht zijn en die
met het leven van den landman weinig of geen
contact hebben.
Het Duitsche tijdschrift geeft de volgende speci
ficatie ten aanzien van de stadsbevolkingen in ver
schillende landen:
„Het land met de relatief grootste stadsbevolking
is Australië. Bijna de helft van het totale inwonertal
(47,5%) is hier in de groote steden opeengehoopt.
Een soortgelijken toestand treft men aan in Groot-
Brittannië (54,3%). Ook in Argentinië is het ver-
houdingscijfer hoog (31,6%), voorts in Nieuw-Zee-
land (31,4%) en in de Vereenigde Staten (28,8%),
eenzelfde verhouding overigens als in het Duitsche
rijk (eveneens 28,8%); iets geringer is de verhou
ding in Nederland (27,7%) en in het eigenlijke
Japan (27%). En in België, Frankrijk. Denemarken.
Italië, Spanje, Letland, Canada en de Unie van
Zuid-Afrika woont er in de groote steden altijd nog
rond een vijfde deel van de totale bevolking".
Overigens blijft het hierbij een feit dat de stede
lingen in aantal ver in de minderheid zijn.
Er is aan het artikel een statistiek verbonden om
trent de negenendertig reeds genoemde grootste
steden der wereld, die elk meer dan een millioen
inwoners tellen. In sommige gevallen worden twee
getallen bij een stad opgegeven, namelijk in geval
len waarin de aanwas van voorsteden onder apart
bestuur een soort Groot-New York. Groot-Parijs
enz. buiten de eigenlijke stadsgrenzen heeft doen
uitdijen. Zelfs zonder dien aanwas is New-York het
grootste bevolkingscentrum ter wereld. Het telt
7.380.000 inwoners; Groot New-York bereikt het
vervaarlijke totaal van elf millioen.
Tweede in bevolkingstotaal is de Japansche hoofd
stad Tokio met 6.458,000. Dan volgen het eigenlijke
Londen (natuurlijk naar cijfers uit vredestijd bere
kend) met ruim vier millioen (Groot-Londen
8.700.000), Groot Parijs met 4.963.000 (het eigen
lijke Parijs 2.830.000), Berlijn met 4.339.000, Moskou
met 4.137.000, Shanghai met 3.486.000. Chicago met
3.385.000 enz, Rekent men de groote aanwassen
van sommige hoofdsteden mede dan is na New-
York nr. 2 in omvang Groot Londen, waarop Tokio.
Groot-Parijs en Berlijn volgen. Laat men de voor
steden. die bestuursrechtelijk geen eenheid met de
eigenlijke stad vormen, buiten beschouwing dan
volgen op New-York als tweede Tokio en als der
de Berlijn.
Het zal misschien velen verwonderen dat tot de
39 grootste steden der wereld zulke steden behoo
ren als Osaka (Japan) met meer dan drie millioen
inwoners, Philadelphia (V.S.) met 1.835.000, Detroit
(V.S.) dat precies tweemaal zooveel inwoners telt
als Amsterdam, Mexico-City (bijna anderhalf mil
lioen), Caïro (Egypte) (1.329.000), Nagoya (Japan)
(1.224 000). Sao Paulo (Brazilië (1.168.000), Kyoto
(Japan) (1.160.000) en Nanking (China) (1.019.000).
Het is zeker een belangwekkende statistiek. R. P,
Als het weer goed blijft cn de volgende Zondag zijn naam eer aandoet zal men heel
wat bollenvelden in bloei kunnen zien. Hier boven ziet men een veelbelovend
begin: een paar velden met bloeiende hyacinten aan den Vlaamschc Weg.
(foto De Haas)
In Thessalië jagen de Duitschers in voortdu-
renden aanval de in verwarring gebrachte
Grieksch-Engelsche strijdkrachten op. Na den
tocht door het bergland ten Noordoosten van
den Pindus worden zoo deelt het D.N.B.
mede Grieken en Engelschen weer tot den
strijd gedwongen. Ondanks deze ondubbelzinni
ge situatie laat het Grieksche weermachtsbe-
richt, dat Reuter pas bekend gemaakt heeft,
de Duitschers met zware verliezen afgeslagen
en zelfs tot achter de oorspronkelijke stellin
gen teruggedreven worden. Jn feite zijn, naar
te Berlijn verklaard wordt, op geen enkele
plaats Duitsche troepen verslagen of terugge
dreven.
Robert Frazer heeft voor de Londensche radio
medegedeeld dat de Duitschers de gealiieerden in
Griekenland verder terugdringen. De situatie is
ernstig, maar zij komt niet onverwacht. De Brit
ten zijn met open oogen naar Griekenland gegaan.
Zij waren op de hoogte van de Duitsche superiori
teit en de grens van de mogelijkheden om tegen
stand te bieden. Het Britsche besluit om hulp aan
Griekenland te bieden, is in de eerste plaats ge
nomen om tijd te winnen voor versterkingen en
andere maatregelen in Egypte. Door den Balkan
oorlog is dit doel bereikt.
De Britsche divisies, aldus verneemt het D.N.B.
voorts van bevoegde zijde, zijn bezig Griekenland
te ontvluchten. Gevechtsformaties var, het lucht-
wapen zijn er gistermiddag in geslaagd, in het zee
gebied tusschen de eilanden Euboea en Kreta een
deel der vijandelijke transportvloot doeltreffend
aan te vallen. Vijf met Britsche troepen beladen
transportschepen van tezamen 23.000 br.t. werden
tot zinken gebracht. Twee andere schepen met te
zamen 5.000 br.t., die eveneens met Britsche troe
pen beladen waren en in de richting van het eiland
Kreta trachtten te ontkomen, leden door bomtref-
fers zware schade en bleven met slagzij liggen.
Voorts werden nog twee transportschepen met te
zamen 12.000 br.t. beschadigd. Bovendien brachten
Duitsche gevechtsvliegtuigen ten westen van Kreta
een koopvaardijschip van 3.000 br.t. tot zinken, dat
deel uitmaakte van een krachtig beschermd vijan
delijk convooi.
DE TIMES ZIET GEEN MOGE
LIJKHEID DEN DUITSCHEN
OPMARSCH TE STUITEN.
NFW-YORK. 22 April. (D.N.B.) Ten aanzien
van den militairen toestand op den Balkan schrijft
de Londensche Times dat er geen hoop meer is dat
Evenmin kan men hopen dat de Duitschers in
de Britsche troepen een rustpauze zullen krijgen.
Griekenland kunnen worden gestuit. De Duitsche
bombardements- en gevechtsvliegtuigen zetten de
achtervolging der Britsche troeper. en transporten
onafgebroken voort. Van tiid tot tiid gelukt het de
R.A.F. wel een aanval af te weren, de Engelschen
hebben echter niet voldoende toestellen om overal
te zijn. De Engelsche troepen moeten zich over het
algemeen met machinegeweren op vrachtauto's te
vreden stellen voor de afweer der Duitsche vliegers.
's-GRAVENHAGE, 22 April. De S.S.- en
hoogere Polizeiführer maakt het volgende be
kend:
Het S.S.- en Polizeifeldgericht veroordeelde
Meinhard Natt uit Arnhem wegens het verboden
bezit van een wapen ter dood. De veroordeelde
had van een politiebeambte in de badinrichting
het dienstpistool gestolen en dit doen verdwijnen.
Hij erkende, de verordening van het opperbevel
der weermacht gekend te hebben, volgens welke
het onbevoegd bezit van wapenen met den dood
bestraft wordt. Hij heeft ook ae herhaalde waar
schuwingen van den bevelhebber der weermacht
in Nederland in de pers en in openbaar aange
plakte bekendmakingen, met name zijn laatste
waarschuwing, gekend, dat met de scherpste straf
fen gerekend moest worden en dat de rechtsin
stanties de opdracht gekregen hadden, geen cle
mentie meer te laten gelden.
Het vonnis werd den 21sten April 1941 in den
vroegen morgenstond met den kogel voltrokken.
Het Haarlemschc Stadsbeeld.
Alleen ontsierende reclame zal worden
tegengegaan.
Zooals men zich wellicht herinneren zal, is door
den gemeenteraad van Haarlem in het najaar van
1940 een verordening vastgesteld waardoor ontsie
rende reclame in deze gemeente in de toekomst
geweerd kan worden. Voor alle reclames die een
grootere oppervlakte hebben dan een V2 vierkan
ten meter, is namelijk vergunning van het ge
meentebestuur vereischt. Voor bestaande recla
mes werd een overgangstermijn gesteld die op 1
Juli 1941 geëindigd zal zijn.
Dat wil dus zeggen, dat de Haarlemmers die nu
aan hun perceelen reclames hebben die afzon
derlijk of tezamen meer oppervlakte beslaan dan
V2. vierkanten meter, na 1 Juli a.s. een vergunning
moeten hebben.
Wij hebben ten Stadhuize geïnformeerd wat de
bedoeling is. Daarbij werd ons medegedeeld, dat
van het begin af heeft voorgezeten de nieuwe
verordening zeer soepel toe te passen. Vermoede
lijk zal het wel niet noodig zijn dat elk die recla
mes heeft die boven de maat zijn een vergunning
moet vragen. Er is namelijk al gedacht over de
mogelijkheid eenige deskundige ambtenaren een
inspectie in de stad te laten houden om vast te
stellen welke ontsierende reclames verwijderd
moeten worden. Aan alle andere eigenaars van
reclame zou dan zonder meer een vergunning ge
geven kunnen worden. Deze wijze van werken zou
den ingezetenen veel ongemak besparen. Den
ambtenaren trouwens ook, want anders worden
zij bedolven onder een lawine van aanvragen voor
vergunningen.
Als ongewenschte zal, zoo nam onze zegsman
als zeker aan, alleen aangemerkt worden reclame
die in ieders oog ontsierend is, In het bijzonder
had hij daarbij 'het oog op borden die dwars over
tuinen zijn gezet, het stadsbeeld storen en in het
bijzonder een ergernis voor de buren zijn die zich
het uitzicht benomen zien
Wij maakten de volgende opmerking: Tenge
volge van de verplichte verduistering hebben zeer
vele winkeliers luiken voor hun zaken laten
maken. Die luiken zijn meestal voorzien van groote
reclames die betrekking hebben op het bedrijf.
Als die in de toekomst zouden moeten verdwijnen,
zou dit aan het Stadsbeeld niet ten goede komen.
Juist die reclames ontnemen aan de luiken het
sombere karakter.
Het antwoord was: Uit de feiten is af te leiden,
dat het gemeentebestuur er ook zoo over denkt.
De meeste van de reclames op de luiken vallen
onder de bestaande precarioverordening. zoodat
de gemeente, op grond van het feit. dat de meeste
luiken even buiten het perceel uitsteken en dus
boven gemeentegrond hangen, daarvoor preca
riorechten zou kunnen heffen. Daar het hier
meestal groote oppervlakten geldt, zouden het
flinke bedragen worden die daarvoor verschuldigd
zijn. Het gemeentebestuur heeft er evenwel niet
aan gedacht deze luiken en reclames onder de
precarioverordening te laten vallen.
Nu de meeste winkeliers reeds moeilijke tijden
doormaken is het ongewenscht hen nieuwe lasten
op te leggen, temeer omdat die luiken aangebracht
moesten worden in verband met de bijzondere
tijdsomstandigheden. Op het Stadhuis is men
bovendien ook van meening dat het aanbrengen
van behoorlijke reclames op die luiken den aooa-
schen aanblik verlevendigt, zoodat daaraan geen
belemmeringen in den weg gelegd moeten worden.
Antwoordtelegram van Führer
aan Rijkscommissaris.
•s-GRAVENHAGE, 21 April. Op lijn iet den
Führer gerichten gelukwensch heeft de Rijkscom
missaris voor het bezette Nederlandsche gebied,
Rijksminister Seyss-Inquart het volgende telegra
fische antwoord ontvangen:
„Voor uw vriendelijke woorden en de voor mij
ter gelegenheid van mijn verjaardag uitgesproken
goede wenschen zeg ik u mijn hartelijken dank.
Met Duitscnen groet
ADOLF HITLER".
Duitsch
weermachtsbericht
Pas bij Metzovon door de
Duitschers genomen.
BERLIJN, 21 April (D.N.B.) Het opperbe-
bel van de weermacht maakt bekend;
„In Griekenland zijn de Duitsche troepen bij
de achtervolging van den verslagen vijand "er
voorbij Larissa naar het zuiden doorgedrongen.
Andere strijdkrachten namen bij den opmarsch
over het Pindus-gebergte naar 't westen den meer
dan 1500 meter hoogen pas bij Metzovon.
In Albanië hebben de Italiaansche troepen
bij het oprukken op vele plaatsen de Grieksche
grens bereikt. Het luchtwapen heeft aan de
Grieksche Oostkust Britsche troepentransport
schepen met goed resultaat bestreden. In den
hoek van Volos werd een vijandelijk koopvaar
dijschip van omstreeks 7000 b.r.t. door bommen
vernietigd. Bij Chalkis kregen twee groote trans
portschepen zware treffers. Jagers schoten Za
terdag vijf Britsche gevechtsvliegtuigen en een
jachtvliegtuig zonder eigen verliezen neer.
In het gebied van de Middellandsche Zee aeft
een formatie Duitsche gevechtsvliegtuigen - in
een vijandelijk convooi een groot transport
schip door voltreffers van het zwaarste kalibe'*
tot zinken gebracht.
Duitsche en Italiaansche gevechtsvliegtui
gen vielen in den afgeloopen nacht weer de ha
ven van La Valetta op Malta met goed resul
taat aan.
In Noord-Afrika zijn hernieuwde met steun
van pantserwagens ondernomen vijandelijke
aanvallen op Solloem en van Tobroek uit afge
slagen. Duitsche jagers schoten hier in lucht
gevechten vier jagers van het type Hurricane
neer. Luchtdoelartillerie haalde een Britsch ge
vechtsvliegtuig omlaag.
Voor de Britsche Oostkust is een koopvaarder
van 3000 bjr.t. door een bom getroffen. Op het
verlies daarvan kan gerekend worden. In
Noord-oost Schotland werd een fabrieksinstal-
latie in scheervlucht met bommen bestookt. Bij
luchtgevechten boven het kanaal en voor de
monding van de Theems verloor de vijand twee
jagers van het type Spitfire, boven de Britsche
Zuidwestkust een gevechtsvliegtuig. Marine
artillerie nam vijandelijke vrachtschepen ter
hoogte van Dover onder vuur.
De vijand heeft in den afgeloopen nacht met
vrij zwakke strijdkrachten op verscheidene
plaatsen in Noordwest- en West-Duitschland
bommen uitgeworpen, die uitsluitend woningen
beschadigden en eenige slachtoffers onder de
burgerbevolking maakten. Luchtdoelartillerie
schoot een van de aanvallende vliegtuigen
neer.
In de gevechten ten noorden van Agram heeft
ritmeester Sachenbacher zich 13 April onder
scheiden door met zijn escadron fietsers J.oor
vastberaden aanpakken een vijandelijken divi
siestaf gevangen te nemen, waardoor hij de
overgave van het gros van deze divisie, om
streeks 12.000 man, bewerkstelligde".
DE LINIE TRIKKALA—LARISSA.
BERLIJN, 21 April. (D.N.B.) In aanvulling
op het weermachtbericht van Zondag verneemt het
D.N.B. het volgende: Voor het Engelsche front zijn
de Duitsche stoottroepen na de zware doorbraak-
gevechten der laatste dagen over een breed front
in de Thessalische laagvlakte afgedaald en hebben
zij de linie TrikkalaLarissa reeds overschreden.
Bij de achtervolging kwam de kracht van het
Duitsche luchtwapen bij de aanvallen op de terug
tochtswegen en het achterland van de Engelsch-
Grieksche legercorpsen goed tot haar recht. Op
den grooten straatweg van Trikkala naar
Larissa, die als eenige dwarsverbinding achter langs
het Engelsche front loopt, alsmede op de van Larissa
naar het zuiden loopende hoofdverkeerswegen
vielen Duitsche gevechtsvliegtuigen en duikbom
menwerpers de terugwijkende Engelsche marsch-
en voertuigen colonnes met bommen en de boord-
wapens aan. De uitwerking van deze onstuimige
en voortdurend herhaalde aanvallen op de wegen
die overvol waren met Engelsche troepen, was
vernietigend.
Rijksmaarschalk Göring biedt Hitler in diens Hoofdkwartier zijn gelukwenschrn
aan ter gelegenheid van den 52sten ver jaardag van den Führer.
(foto Pressehoffmann)
Der Deutsche Wehrmacbtkommandant der Stadt
Haarlem teilt mit:
Heute Nacht vom 20 bis zum 21 April 1941
gegen 23.15 Uhr ist vor dein Hause Prinsen Bolwerk
12 ein Deutscher Wehrmachtsangehöriger ohne
jeden Anlass von hinten durch den Kopf ge-
schossen worden.
Die Tater sind zwei Zivilisten in hellen Manteln
die ihm lange gefolgt sind und dann in Richtung
Jansweg flüchteten.
Es wird erwartet, dass sich die Tater binnen 24
Stunden melden oder ermittelt werden. Nach Ablauf
dieser Frist geht die gesamte Verantwortung mit
allen ihren Folgen auf die ganze Stadt Haarlem
mit allen ihren angrenzenden Nachbargemeinden
über.
Der Deutsche Wehrmachtkommandant,
gez. FLöL.
Hauptmann.
Vertaling.
De Duitsche Weermachtscommandant te Haarlem
deelt mede:
Hedennacht van 20 op 21 April 1941, te om
streeks 23.15 uur is voor het perceel Prinsen Bol
werk 12 alhier een lid van de Duitsche Weermacht
zonder eenige aanleiding van achteren door het
hoofd geschoten. De daders zijn twee burgers, ge
kleed in lichte jassen, die hem lang gevolgd hebben
en in de richting Jansweg zyn gevlucht.
Er wordt verwacht, dat de daders zich binnen
24 uur zullen aanmelden of ontdekt worden. Na af
loop van dezen termijn komt de volle verantwoor
delijkheid met al haar gevolgen te rusten op de ge-
heele stad Haarlem en de randgemeenten.
De Duitsche Weer mach tscommmandant
gez. FLöL.
Hauptmann.
Naar aanleiding van het bovenstaande verzoekt
de Commissaris van Politie te Haarlem met den
meesten aandrang, dat de dader(s) zich terstond
by zjjn politie meldt (melden) en dat ieder, die
omtrent deze daad inlichtingen kan geven, zich
onmiddellijk aanmeldt.
Het is absoluut noodzakelijk, dat iedereen mede
werkt en dat aan dezen oproep gehoor wordt ge
geven, omdat anders de gevolgen door Haarlem
en de randgemeenten zullen moeten worden ge
dragen.
Da Commmissaris van Politie,
E. H. TENCKINCK.
HAARLEM, 21 April 1941.
Nader deelde de politie ons hedenmorgen mede,
dat de hierboven genoemde burgers niet beiden een
lichte jas droegen. De man, die een lichte jas aan
had, is 1.90 M. lang en de ander, gekleed in donkere
jas,'1.77 M.
f 5000 BELOONING UITGELOOFD.
De gemeente Haarlem looft een bedrag van f 5000
uit aan hem (haar of hen) die aan de politie zoo
danige aanwijzingen geeft (geven), dat de dader(s)
van den aanslag ontdekt wordt (worden).
BERLIJN, 22 April (D.N.B.) Bij het ach
tervolgen van den verslagen vijand hebben de
Duitsche troepen op 21 April Lama en de ha
venstad Volos ten zuidoosten van Larissa in
genomen.
ut uieuiiq utoovden.
In dit nummer beginnen wij een serie wen-
ken op tennisgebied onder den titel Wijze
fennislessen in weinig woorden. Schrijver is
de bekende Haarlemsche tennisleeraarde
heer C. M. M. Constandse. Zoowel beginners
als geoefenden zullen deze deskundige wen
ken zeker met aandacht lezen ener op
de tennisbaan profijt van trekken. In den
regel zal de serie op Dinsdag verschijnen.
HEDEN8 PAGINA'S
R. P.: Groote steden.
P. Gasus: Troost.
D.: Iets over runen
Voor lange avonden.
pag. 1
pag. 3
pag. 3
pag. 5
v. H-: Op ontdekkingsreis in de ar
beidssfeer van den stationschef.
pag. 3
J. B. Schuil: Vreugde en Arbeid: Met
volle vaart de Lente in. pag. 3
C. M. M. Constandse: Wijze tennis-
lessen in weinig woorden, jxrp. 6