De dag van den arbeid. Gevolgen van de Grieksche nederlaag WOENSDAG 30 APRIt 1941 HAARLEM'S DAGBLAD 5 Dc Amerikaansche hulp aan Engeland. Duitsche stem over de convooïkwestie. BERLIJN. 29 April. (A.N.P.) Deutsche Allge- meine Zeitung publiceert in het ochtendblad van heden een hoofdartikel van haar diplomatieken medewerker dr. Max Clauss over de Amerikaan- sche convooieering en net totale risico van de Amerïkaansche hulpverleening aan Engeland. Hij- schrijft: Tot de lonnageplannen van president Roosevelt behoort, naar onlangs uit New-York gemeld werd, de bouw van een nieuw type vrachtschip, dat ..goed kooper, sneller te bouwen en goed om tot zinken te brengen" zou zijn. Uit dit bericht spreekt duide lijk het totale Amerikaansche risico van de hulp verleening aan Engeland, de coiwooikwestie, welke nu in de Ver. Staten zoo sterk naar voren komt als gevolg van de verpletterende Britsche nederlaag op den Balkan, en tevens omdat Roosevelt terecht de ramp in Joego-Slavië en Griekenland als een eigen nederlaag aanvoelt en ten spoedigste zou willen compenseeren, is slechts een kant van de zaak. Van Engeland uit gezien, is de wensch, dat de Ameri kaansche marine aan de convooieering op den At- Iantischen Oceaan zal deelnemen, even dringend als begrijpelijk. Churchill, die tusschen angst voor invasie en vrees voor het „doorsnijden der levens lijn naar de Ver. Staten" zweeft, voelt zich daarom door Roosevelt's versterkte „neutraliteitspatrouil- le" geweldig opgelucht. De Amerikanen doen er echter goed aan, zich niet aan illusies over te ge ven en te bedenken, dat met of zonder gebruik van hun eigen oorlogsschepen, in convooï of afzonder lijk, alle oorlogsleveranties over den Atlantischen Oceaan uitsluitend „goed zijn om tot zinken ge bracht te worden". Het Duitsche operatiegebied op. onder en boven de zee, omvat het door Engelsche troepen weder rechtelijk bezette IJsland. Het strekt zich uit in het Noorden tot de kusten van Groenland en in het zuiden tot het gebied van de Azoren, voor zoo ver het de totale blokkade van het Britsche eiland zelf betreft. Dat het spel van Roosevelt met de il lusie, Amerikaansche schepen met oorlogsmateriaal door de Roode Zee te kunnen sturen een bewust zelfbedrog is, weten de Engelschen en Amerikanen drommels goed. De Amerikaansche hulp aan En geland staat onder de onverbiddelijke wet van de Duitsche tegenblokkade, welke de Führer op 30 Januari jl. duidelijk verkondigd heeft: „Wie meent. Engeland te kunnen helpen, moet wel weten, dat elk schip, met of zonder begeleiding, dat voor onze torpedobuizen komt, getorpedeerd wordt". De Führer zei dit met nadruk in verband met de Brit sche hoop op hulp uit Amerika. Hij heeft het Amerikaansche volle gezegd, dat het Duitsche volk nooit iets tegen het Amerikaansche continent ge wild heeft en ook thans niet wil, doch dat onze oor logvoering rekening gehouden heeft met de moge lijkheid van een Amerikaansche inmenging in het Éuropeesche conflict. Wanneer de Führer toen, bij het begin van het jaai', er over sprak, dat Europa zich tegen een Amerikaansche inmenging zal ver dedigen, heeft het aanschouwelijk onderricht op den Balkan inmiddels wel de geheele draagwijdte van deze aankondiging op niet mis te verstane wijze onderstreept. Het is tijd. dat elke Amerikaan weet. wat de scheepvaart van zijn land en den producten der be wapeningsindustrie te wachten staat wanneer de plannen van Roosevelt rijpen. Vlak voor de ontmoeting tusschen Roosevelt en den Canadeeschen minister-president,^ Mackenzie King, hebben de schrijvers Alsop en Kintner, die nauw contact onderhouden met het Witte Huis, den toestand in Washington reeds zoodanig ge schilderd, dat Roosevelt voor groote beslissingen staat. De gebeurtenissen in de Middellandsche Zee en het Russisch-Japansehe pact hebben hem ge dwongen zijn plannen te bespoedigen. De grootste vraag is, hoe men sneller en veiliger oorlogsmate riaal naar Engeland kan brengen. Roosevelt's plan nen, zoo besluit Max Clauss, mogen er uitzien zoo- als zij willen, in werkelijkheid zullen zij slechts tot resultaat hebben, dat de Amerikaansche schepen snel en zeker tot zinken gebracht worden, want tusschen Engeland en Amerika ligt de versperring der Duitsche wapens overal op den loer. Italiaansch Opslagplaatsen op Malta bij luchtaanvallen vernield. ERGENS 'IN ITALIe, 29 April (3tefani). Weermachtsbericht no. 328 luidt als volgt: „Gisteren gedurende de eerste uren van den dag hebben Italiaansche viiogtuigen in scneer- vlucnten een aanval ondernomen op Malta en daarbij opslagplaatsen van oorlogsmaterialen ver nield. Vliegtuigen van het Duitsche vliegercorps hebben in de omgeving van de vlieghaven Calafrana twee Engelsche watervliegtuigen van het type Sunderland met mitrailleurvuur bestookt en in brand geschoten. In den nacht van 28 op 29 April hebben formaties van het Duitsche vliegercorps de luchthavens van Malta bestookt Branden en ontploffingen werden veroorzaakt en een vijande lijke kruiser werd getroffen door bommen van zwaar kaliber. In Noord-Afrika, ten noorden van Tobroek heb ben Italiaansche en Duitsche toestellen herhaalde malen fortificaties en batterijen getroffen en vijandelijke vliegtuigen op den grond met mitrail leurvuur bestookt. In de zóne van Solloem hebben Italiaansch-Duitsche verkenningsvliegtuigen ge voelige verliezen toegebracht aan den vijand. Uit Oost-Afrika niets van belang te melden". DE ONLUSTEN IN» BOMBAY. KABOEL, 29 April (D.N.B.) Over de reeds gemelde onlusten in Bombay, waarbij op den eer sten dag veertien dooden en 140 gewonden vielen, worden nog de volgende bijzonderheden bekend: Toen tijdens straatgevechten plotseling een jonge Indiër op het balcon van een huis verscheen en de Indiërs tot gemeenschappelijken strijd tegen de Engelsche onderdrukkers opriep, die de tegen stellingen tusschen Hindoes en Mohammedanen te hunnen gunste willen uitbuiten, keerde zich de ge heele volkswoede tegen de politie, die onmiddellijk de geheele wijk omsingelde en het vuur op de menigte opende. Er vielen zes dooden en twaalf gewonden. Het gelukte den jongen Indiër om te ontkomen. Waarschuwende woorden aan Zwitserland. Dr. Megerle herinnert aan Joego-Slavië. BERLIJN, 29 April. (D.N.B.) De diploma tieke medewerker van de „Börsenzeitung", dr. Karl Megerle. noodigt Zwitserland uit om „uit de Joego-Slavische catastrofe een les te trekken 'en eindelijk in te zien waarheen het kan leiden, wanneer tusschen de buitenlandsche politiek der regeering en de binnenlandsche politiek der pers en openbare meening een levensgevaarlijke tegenstelling bestaat, wanneer men het woord laat aan de straat en een regeering op onacht zame wijze toelaat dat de bevolking door anti-Du itsche invloeden tot een vonnis van zelf moord ten aanzien van de eigen en den wereld toestand wordt gebracht. Megerle zegt, hoe belangrijke dagbladen, par tijen organisaties en individueele personen in Zwitserland voortgaan partij te trekken voor de vijanden van Duitschland en Duitschland uit te dagen. „De vijanden van Duitschland wor den",. naar Megerle schrijft, „verheerlijkt, de vrienden vervolgd. Zoo is ook een moreele ter reur begonnen tegen de Zwïtsersche journalis ten die kortgeleden gast geweest zijn van Duitschland en men heeft hen willen discrimi- neeren met veronderstellingen door hen „pel grims naar Duitschland" te noemen. Megerle keert zich vooral tegen den naar Zwit serland geëmigreerden theoloog prof. Karl Barth. Barth trekt in het land der Zwitsers rond. zoo schrijft hij. om in overvolle zalen on der ..theologisch kerkelijken dekmantel" tegen Duitschland te prediken. De betrekkingen van dezen theoloog en het Derde Rijtc zijn be- .kend. Wanneer desondanks de officieele meening der Zwitsersche autoriteiten het hem en anderen mo gelijk maakt tegen Duitschland te ageeren, heeft het geen zin meer verder met de Zwitser sche pers of andere instanties te twisten over het begrip der neutraliteit. Men moet constateeren dat klaarblijkelijk de krachten de overhand hebben behaald, die den indruk wil len wekken dat Zwitserland een onzekere k&nto- nist wil zijn in het nieuwe Europa en een vijand van Duitschland. „Op gelijke wijze", zoo verklaart Megerle, „is het proces der vernieling van de neutraliteit, van het vertrouwen en van de buitenlandsche poli tieke reputatie ook in zekere andere landen be gonnen". In dit opzicht wijst de schrijver ook op de ernstige waarschuwing die de Italiaansche pers Zwitserland heeft moeten toedienen. Ieder verstandig Zwitser weet, dat de toestand van zijn land op geen enkel gebied zoo is dat men zich deze buitenlandsche politieke luxe zou kunnen veroorloven. „De zaken zijn zoo ondrage lijk geworden", merkt Megerle tenslotte op, „dat gèenerlei verschuilen achter democratische vrij heid, geen uitvoerige en haarklovende uitlegging van de neutraliteit, vooral echter niet meer het onderscheid tusschen de correcte houding der regeering .en der z.g. niet-bindende houding der publieke meeningsuitingen aanvaard kan wor den. maar dat voor Zwitserland als geheel geldt wat Bismarck eens van vensterruiten zeide die door enkelingen worden ingeworpen, maar door allen duur moeten worden betaald. weermachtsbericht EéN BOLIVIAANSCH GEZANT VOOR DUITSCHLAND EN IT.ALlë SAMEN. LA PAZ, 29 April (A.N.P.De regeering van Bolivia heeft gisteren besloten de diplo matieke vertegenwoordiging bij de asmogend- heden tot slechts een gezant voor Duitschland en Italië te beperken. Deze gezant zal zijn standplaats nemen in Berlijn. WAT DE STAKING DOET VERLIEZEN. NEW-YORK. 29 April (A.N.P.) Volgens een overzicht van de „National Association of Ma- nufacturiers" zijn er voor de Amerikaansche in dustrie ruim drie millioen werkdagen in de laatste drie maanden als gevolg van de staking verloren gegaan, hetgeen een verhooging van 300 procent beteekent tegenover de stakingsverlie- zij in het overeenkomstige tijdperk van het vo rige jaar. De militaire gebeurtenissen te Duinkerken in liet afgeloopen jaar. Uiteenzetting van de Fransche radio. Het D.N.B. meldt uit Vichy: De Fransche radio van het onbezette gebied heeft interessante bij zonderheden verstrekt over de militaire gebeurte nissen van Duinkerken eind Mei en begin Juni van «het vorige jaar. Nadat de laatste Engelsche soldaat de Fransche kust bij Duinkerken verlaten had, liet de Brit sche Admiraliteit aan de Fransche Admiraliteit weten dat de inscheping der Fransche troepen in Duinkerken een te moeilijke en te riskante onder neming zou zijn, dat zes Engelsche torpedojagers tot ziniken gebracht wai'en, dat de Engelsche ma trozen vermoeid waren en dat de Engelsche ma rine daarom aan de redding van de te Duinker ken achtergebleven Fransche soldaten niet kon deelnemen. Verontwaardigd over deze mededee- ling, zoo vervolgde de Fransche radio, antwoordde admiraal Darlan dat de Fransche marine bij de operaties van Duinkerken acht torpedojagers ver loren had en dat zeven andere torpedojagers zwaar beschadigd waren, dat de Fransche matro zen even vermoeid waren als hun Engelsche kame raden, doch dat de redding der Fransche solda ten in Vlaanderen moest wdVden voortgezet, zoo lang er nog een schip gereed lag. Admiraal Dar lan zond verder een boodschap aan Ohurchill. waarin hij hem te verstaan gaf dat het Engelsche leger des ochtends zijn woord gebroken had en dat de Engelsche marine eveneens op het punt stond de Fransche soldaten, die door hun dapper optre den den Engelschen soldaten den overtocht naar Engeland mogelijk hadden gemaakt, aan het lot over te laten. Op grond van dit krachtige protest heeft de Britsche marine toen bevel gekregen nog 48 uur aan het reddingswerk te blijven deel nemen. Op 1 Juni heeft de Engelsche admiraliteit admiraal Darlan opnieuw er van in kennis gesteld dat zij als gevolg van de geleden verliezen de operaties wenschte te staken, hetgeen beteekend zou hebben dat ruim 100.000 Fransche soldaten zouden zijn prijsgegeven. Pas na een nieuw scherp protest van Darlan konden weer Fransche solda ten uit Duinkerken op 3 Juni en in den nacht van 3 op 4 Juni geëvacueerd worden. Desondanks konden er slechts half zooveel Fransohen als En gelschen geëvacueerd worden. Commentaar is overbodig, zoo besloot de Fransche radio. De Führer en arbeiders hand in hand. (foto Hoffmann-StapO Dover niet vèrdrageiul geschut beschoten. Beschieting duurde zeven uur. Het D.NB. deelt mede dat verdragend geschut van het Duitsche leger Dinsdag langdurig militaire doelen bij Dover beschoten heeft. Van een artillerieduel kon bij deze beschieting geen sprake zijn, zoo wordt te Berlijn betoogd. Als Engelsche verdragende batterijen dit vuur hebben- beantwoord, dan kunnen haar schoten slechts in zee terecht gekomen zijn. De beschieting van Dover, zoo meldt Londen, is de zwaarste geweest sinds vorigen herst. Interessant is dat Londen van een artillerieduel spreekt, ofschoon aan de Fransche kust niet eenmaal een treffer is geconstateerd. Na de eerste drie uren hadden de Duitschérs hun afzonderlijke schoten door salvo's uit vier tot zes stukken vervangen, welke met tusschenpauzen van ongeveer drie minuten vuurden. De „Associated' Press" meldt uit Londen dat de beschieting van de Britsche kust bijna zeven uur heeft geduurd. In Dover is in den loop van den dag acht maal luchtalarm gemaakt. Het prijzenhof te Hamburg. Diverse confiscaties. HAMBURG, 29 April (D.N.B.) Het prijzen hof alhier heeft Vrijdag uitspraak gedaan wat be treft de ladingen en schepen van Zweedsche Ne- derlandsche en Engelsche nationaliteit. Het Zweedsche schip „Callia", dat in Bergen in beslag genomen is, en een lading stukgoederen aan boord had voor Londen, is geconfisceerd, als mede het overgrootste deel van de lading. Het Zweedsche schip „Framnaes", dat eveneens Noorwegen in beslag is genomen en onderweg was naar Hull met een voor het grootste deel uit con trabande bestaande lading, is geconfisceerd. Een gedeelte van de lading werd in beslag* genomen-. Het in Nederland in beslag genomen Engelsche motorjacht „Erika", werd geconfisceerd. Verder werden de Engelsche schepen „Ronwyn", „Luf- fowrth" en „Dido", die in Fransche havens in be slag zijn genomen, geconfisceerd. Het Engelsche schip „Hester", dat in een Fransche haven door de bemanning tot zinken gebracht en gelicht werd, is geconfisceerd. De uit steenkool en teer bestaande lading is eveneens geconfisceerd. De ladingen van de beide Nederlandsche schepen „Mercurius" en „Nyenburgh", bestaande uit tweehonderd ton steenkool en vierduizend ton stijfsel bestemd voor vijandige havens, werden geconfisceerd. Churchill onderteekent de overeenkomst met de Vereenigde Staten, waarbij Enge land verschillende steunpunten in den Atlantischen Oceaan aan Amerika afstaat. tfoto Weltbild-Pax Holland) Generaal Tsolakoglu vormt een nieuwe Grieksclie regeering. Van voortzetting van den oorlog kan geen sprake meer zijn." Beroep op het volk. BOEKAREST, 30 April (D.N.B.) De Atheen- sche zender heeft Dinsdagavond gemeld dat onder voorzitterschap van generaal Tsolakoglu een nieuwe Grieksche regeering is gevormd. Deze regeering heeft, naar radio Athene meldt, een oproeping gericht tot het Grieksche volk, waarin o.a. gezegd wordt: ,Na de bezetting van Athene door de Duitschérs, na de vlucht van de Engelschen en na het vertrek van den koning uit het land, kan geen sprake meer zijn van een voort zetting van den oorlog. Het Grieksche volk moet de feiten nemen, zooals ze in werkelijkheid zijn. Wij hebben een sterke en autoritaire regeering noo- dig, weshalve ik besloten heb de nieuwe regeering in overeenstemming met de generaals van het Grieksche leger te vormen. Deze steunt op den wil van het Grieksche volk. Het doel der regeering het ongelukkige volk en land de veiligheid te schenken. Ieder van u zal er naar streven om door zijn loyaliteit de regeering te helpen die er uit al haar krachten naar streeft de zware lasten die de oorlog heeft veroorzaakt, uit den weg te ruimen. Dezelfde redenen, die mij indertijd dwongen u de opdracht te geven de wapens neer te leggen, toen ik tezamen met u streed en de kansloosheid van den strijd zag, geven mij aanleiding u thans op te roepen mij te volgen om ons geliefde vaderland weer op te bouwen en nutteloos bloedvergieten te ver mijden. Onbeïnvloed door vreemde en egoïstische belangen, maar alleen in het belang van het volk zelf, willen wij er naar streven dat Griekenland weer zal leven en dat het volk arbeid en vrede zal worden verzekerd. Ik verlaat mij op de vaderlands liefde yan ieder uwer". Churchill kondigt debat over den oorlogstoestand aan. Vorming van een klein oorlogskabinet afgewezen. Naar Reuter meldt heeft de Britsche minister president Churchill gisteren in het Lagerhuis ver klaard dat het vast staat dat het land geen berich ten over den oorlogstoestand wenscht te verne men, die de gevaren voor de troepen zouden kun nen vergrooten op een oogenblik dat riskante kritieke operaties worden ondernomen. Churchill legde deze verklaring af in een discussie over een „reorganisatie der kabinetsmachinerie" en een al gemeen debat over den oorlogstoestand. Een der gelijk debat, aldus zeide Churchill, kan bij de eer ste bijeenkomst van het parlement na deze week worden gehouden. Dit debat, waarin Eden een be langrijk aandeel zal hebben, zou worden besloten, aldus Churchill, met het aannemen van de volgende motie: „Het Huis keurt de politiek der regeering, nl. het zenden van hulp naar Griekenland, zonder aoht te slaan op het risico, goed en vei-klaart te vertrouwen dat onze operaties in het Midden- Oosten en op alle andere oorlogstooneelen door regeering ipet de grootste kracht zullen worden voortgezet". Tevoren had Churchill een voorstel tot het vor men van een kleiner oorlogskabinet met ministers zonder portefeuille en met deelneming van staats lieden als den Australischen premier Menzies van de hand gewezen. „Het verlangen naar een debat in het Lagerhuis neemt in Londensche parlementaire kringen met den dag toe", schrijft de Londensche correspondent van het Zweedsche blad „Nya Dagligt Allehanda". De parlementsleden van alle partijen wenschen dringend hun meening over den algemeenen toe stand te zeggen. Een geheele reeks leden verlangt bovendien een wijziging in de regeering en de be perking van het Britsch oorlogskabinet tot drie a vier ministers zonder portefeuille. Daar Churchill noch het aantal der naar Griekenland overge brachte Engelsche troepen, noch hun verliezen heeft kunnen opgeven, wenschen de leden van het Engelsche Lagerhuis van rechts tot links dat hun klaren wijn op dit punt geschonken zal worden, vooral ook wat betreft de vraag, op wiens aanra den tot den veldtocht in Griekenland besloten is. 'rief uit Londen (via Stockholm) De invloed op de situatie in Noord Afrika. LONDEN, April (V.P.B.) Het kan in Londen niet meer ontkend worden, dat de toestand in het Oostelijke bekken van de Mid dellandsche Zee door het verlies van Grieken land een dreigend karakter heeft aangenomen. Dit heeft Churchill dan ook moeten toegeven in zijn radiorede, welke hij Zondagavond heeft gehouden. Hij heeft het Britsche volk onom wonden moeten verklaren dat het van de zijde van Griekenland niets meer te hopen heeft. De Engelsche pers is zich niet te buitengegaan aan uitvoerige mededeelingen over den staat van zaken in Griekenland. Af en toe heeft men aanwijzingen kunnén vinden in de berich ten van oorlogscorrespondenten dat de Pelopo- nesus niet geschikt was voor een krachtdadige verdediging en dat vermoedelijk het eiland Kreta de volgende verdedigingslinie zou vor men. Daarbij wordt er speciaal de aandacht op gevestigd dat Kreta, naast Alexandria, het voornaamste steunpunt vormt voor de Engelsche vloot in de Oostelijke Middellandsche Zee. Tegelijkertijd geeft men echter in toonaange vende Engelsche kringen toe dat rekening moet worden gehouden met verscherping van den oorlog in de lucht boven dit gebied, omdat de Duitschérs er in geslaagd zijn talrijke vlieg velden in Griekenland te veroveren. Deze kun nen dienen om de belangrijkev steunpunten in het Oostelijke bekken van de Middellandsche Zee, met inbegrip van Alexandrië en het Suez- kanaal te bestoken. Wat den toestand in Noord-Afrika betreft, troost men zich met de gedachte dat de zandstormen, die daar om dezen tijd van het jaar woeden, er toe, zullen bijdragen om den aanval van den tegenstander te vertragen. Het zou natuurlijk zeer wenschelijk zijn een deel van de Engelsche en eventueel ook Grieksche troepen uit Griekenland naar Afrika ie kun nen overbrengen om de Britsche strijdkrach ten te versterken. Afgezien nog van de vraag of dit mogelijk zal blijken doet zich een andere kwestie op: Kunnen deze troepen eventueel hun materiaal vervoeren? Dit is, te oordeelen naar betrouwbare berichten, zoo goed als on mogelijk. Ontslag van Lindbergh aanvaard. Roosevelt's uitlatingen in een deel der pers veroordeeld. Uit Washington meldt het D.N.B.: Het ministerie van oorlog heeft de ontslagaanvrage van kolonel Lindbergh aanvaard. De pers veroordeelt voor een deel de uitlatingen van Roosevelt over Lindbergh scherp. De president had, naar men weet, Lindbergh vergeleken met de verraders uit den burgeroorlog. Zoo schrijft Johnson in de „New York World Telegram": als iemand door een zoo hooggeplaatste persoonlijkheid als Roosevelt een verrader wordt genoemd, alleen omdat hij tegen deelneming van de Vereenigde Staten aan den oorlog is, dan is het met de vrij heid van meeningsuiting gedaan en verkeert de democratie in gevaar. In een hoofdartikel zegt dit blad dat Lindbergh thans denzelfden moreelen moed aan den dag heeft gelegd als bij zijn Oceaan- vlucht. Het blad eisch verdraagzaamheid ook tegen over Lindbergh. De „New York Sun" schrijft dat Roosevelt zoowel historisch als menschelijk een vergissing heeft be gaan als hij Lindbergh met verraders vergelijkt. Lindbergh's opvattingen zijn reeds voorheen juist gebleken, toen hij rapport uitbracht over de situ atie in Europa. Het ontslag van Lindbergh is het onvermijdelijke resultaat van een niet te veront schuldigen misbruik van de groote machtspositie, die Roosevelt bezit. In tegenstelling tot deze opvattingen bepleit de „New York Post" Lindbergh's verdwijning uit de weermacht die geen officier kan gebruiken, die „defaitistische propaganda voert".. Duitsclilaiid en Turkije, Te Berlijn niets bekend omtrent reis van Inönü. Van welingelichte zijde wordt uit Berlijn aan het A.N.P. gemeld: Van een reis van den president der Turksche republiek Inönü naar Duitschland is te Berlijn niets bekend. Evenmin is iets bekend over een dergelijke reis van andere Turksche staatslieden. Op een vraag van Buitenlandsche zijde werd het bovenstaande gisteren in de Wilhelmstrasse geantwoord. (ftadio 5' ^xoqmmma DONDERDAG 1 MEI 1941. Nederlandsch Programma. HILVERSUM I, 415.5 M. 6.45 Gramofoonmuziek 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8 15 Dagopening (voorbereid door het Vryz.-Prot. Kerkcomité). 8.25 Gewijde muziek (opn.). 3 45 Orgelspel. 9.15 Voor de huisvrouw. 9.18 Gramofoonmuziek. 10.00 Frans Wouters en zijn orkest en gramofoonmuziek. 11.00 Voor boeren en plattelanders. 11.20 Viool, piano en gramofoonmuziek 12.00 Omroeporkest. 12.42 Atmanak. 12 45 B. N.( O. Nieuws- en economische bet ichten. 1.00 Ensemble Amende. 1.35 De Ramblers. 2.10 Voor de vrouw. 2.30 De Arnhemsche orkestverconiglng en solist. 3.00—3.15 Gramofoonmuziek. 4.0C Gramfoonmuzlck. 4.30 Cyclus „Muziekcentra in het verleden" (met gramotoonplnten). 5.15 B N. O. Nieuws-, economische en beursberichten. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.40 Ensemble ..De Jonge Acht" en so list 6.15 Cyclus „Sport en lichamelijke opvoeding". 6 30 Radlotooneel. 7 00 B. N. O. Vragen van den dag. 7.15 Rot- terdamsch Philharmonlhch Orkest (opn.). 8,00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Berichten. Engelsch. 8.45 Concert voor de Duitsche Weermacht. 9 40 Gramofoonmuziek. 9.45 B. N .O. Engelsche berichten. 10.00 B. N. O. Nieuwsberichten, sluiting. Nederlandsch Programma. HILVERSUM II, 301.5 M. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek, n.oo B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgen dienst (voorbereid1 door de Christ Radio-Stichting). 10,20 Gramofoonmuziek. 11.30—11.45 Declamatie. 12.00 Berichten. 12.15 Het orkest „Malando" en solist. 12.45 B. N. O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 Ensemble Bandi Balogh met plano-lntermezzi. 2.00 Zang met planobege leiding en gramofoonmuziek. 2.30 Omroeporkest 2.30 Om- reporkest en moderne zangdeclamatle met gitaar begelei ding. 3.30, Vreugde stonden aan zlekensponden. 4.00 Orgel spel en zang. 4.30 Voor de Jeugd. 5.00 Christ, lectuur (voorbereid door de Christ. Radio-Stlchttng). 5.15 B. N. O. Nieuws-, economische en beursberichten. 5 30 Omroep orkest. 6.00 Causerie over weefkunst. 6.15 Amabllc-sextet. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 B. N .O. Persoverzicht voor binnen- en buitenland. 7.15 Gramofoonmuziek. 7.30 Ensem ble Bandi Balogh. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek of spiegel van den dag. 8.20 Omrocp- symphonie-orkest en soliste. 9.50 Cyclus „Wij cn onza historie". 9.25 Omroepsymphonle-orkest. 10.00 B. N\ O, Nieuwsberichten, sluiting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 7