De dag van den arbeid.
Gevolgen van de
Grieksche nederlaag
WOENSDAG 30 APRIt 1941
HAARLEM'S DAGBLAD
5
Dc Amerikaansche hulp aan
Engeland.
Duitsche stem over de convooïkwestie.
BERLIJN. 29 April. (A.N.P.) Deutsche Allge-
meine Zeitung publiceert in het ochtendblad van
heden een hoofdartikel van haar diplomatieken
medewerker dr. Max Clauss over de Amerikaan-
sche convooieering en net totale risico van de
Amerïkaansche hulpverleening aan Engeland. Hij-
schrijft:
Tot de lonnageplannen van president Roosevelt
behoort, naar onlangs uit New-York gemeld werd,
de bouw van een nieuw type vrachtschip, dat ..goed
kooper, sneller te bouwen en goed om tot zinken
te brengen" zou zijn. Uit dit bericht spreekt duide
lijk het totale Amerikaansche risico van de hulp
verleening aan Engeland, de coiwooikwestie, welke
nu in de Ver. Staten zoo sterk naar voren komt als
gevolg van de verpletterende Britsche nederlaag op
den Balkan, en tevens omdat Roosevelt terecht de
ramp in Joego-Slavië en Griekenland als een eigen
nederlaag aanvoelt en ten spoedigste zou willen
compenseeren, is slechts een kant van de zaak. Van
Engeland uit gezien, is de wensch, dat de Ameri
kaansche marine aan de convooieering op den At-
Iantischen Oceaan zal deelnemen, even dringend
als begrijpelijk. Churchill, die tusschen angst voor
invasie en vrees voor het „doorsnijden der levens
lijn naar de Ver. Staten" zweeft, voelt zich daarom
door Roosevelt's versterkte „neutraliteitspatrouil-
le" geweldig opgelucht. De Amerikanen doen er
echter goed aan, zich niet aan illusies over te ge
ven en te bedenken, dat met of zonder gebruik van
hun eigen oorlogsschepen, in convooï of afzonder
lijk, alle oorlogsleveranties over den Atlantischen
Oceaan uitsluitend „goed zijn om tot zinken ge
bracht te worden".
Het Duitsche operatiegebied op. onder en boven
de zee, omvat het door Engelsche troepen weder
rechtelijk bezette IJsland. Het strekt zich uit in
het Noorden tot de kusten van Groenland en in
het zuiden tot het gebied van de Azoren, voor zoo
ver het de totale blokkade van het Britsche eiland
zelf betreft. Dat het spel van Roosevelt met de il
lusie, Amerikaansche schepen met oorlogsmateriaal
door de Roode Zee te kunnen sturen een bewust
zelfbedrog is, weten de Engelschen en Amerikanen
drommels goed. De Amerikaansche hulp aan En
geland staat onder de onverbiddelijke wet van de
Duitsche tegenblokkade, welke de Führer op 30
Januari jl. duidelijk verkondigd heeft: „Wie meent.
Engeland te kunnen helpen, moet wel weten, dat
elk schip, met of zonder begeleiding, dat voor onze
torpedobuizen komt, getorpedeerd wordt". De
Führer zei dit met nadruk in verband met de Brit
sche hoop op hulp uit Amerika. Hij heeft het
Amerikaansche volle gezegd, dat het Duitsche volk
nooit iets tegen het Amerikaansche continent ge
wild heeft en ook thans niet wil, doch dat onze oor
logvoering rekening gehouden heeft met de moge
lijkheid van een Amerikaansche inmenging in het
Éuropeesche conflict. Wanneer de Führer toen, bij
het begin van het jaai', er over sprak, dat Europa
zich tegen een Amerikaansche inmenging zal ver
dedigen, heeft het aanschouwelijk onderricht op
den Balkan inmiddels wel de geheele draagwijdte
van deze aankondiging op niet mis te verstane wijze
onderstreept.
Het is tijd. dat elke Amerikaan weet. wat de
scheepvaart van zijn land en den producten der be
wapeningsindustrie te wachten staat wanneer de
plannen van Roosevelt rijpen.
Vlak voor de ontmoeting tusschen Roosevelt en
den Canadeeschen minister-president,^ Mackenzie
King, hebben de schrijvers Alsop en Kintner, die
nauw contact onderhouden met het Witte Huis,
den toestand in Washington reeds zoodanig ge
schilderd, dat Roosevelt voor groote beslissingen
staat. De gebeurtenissen in de Middellandsche Zee
en het Russisch-Japansehe pact hebben hem ge
dwongen zijn plannen te bespoedigen. De grootste
vraag is, hoe men sneller en veiliger oorlogsmate
riaal naar Engeland kan brengen. Roosevelt's plan
nen, zoo besluit Max Clauss, mogen er uitzien zoo-
als zij willen, in werkelijkheid zullen zij slechts tot
resultaat hebben, dat de Amerikaansche schepen
snel en zeker tot zinken gebracht worden, want
tusschen Engeland en Amerika ligt de versperring
der Duitsche wapens overal op den loer.
Italiaansch
Opslagplaatsen op Malta bij
luchtaanvallen vernield.
ERGENS 'IN ITALIe, 29 April (3tefani).
Weermachtsbericht no. 328 luidt als volgt:
„Gisteren gedurende de eerste uren van den
dag hebben Italiaansche viiogtuigen in scneer-
vlucnten een aanval ondernomen op Malta en
daarbij opslagplaatsen van oorlogsmaterialen ver
nield. Vliegtuigen van het Duitsche vliegercorps
hebben in de omgeving van de vlieghaven Calafrana
twee Engelsche watervliegtuigen van het type
Sunderland met mitrailleurvuur bestookt en in
brand geschoten. In den nacht van 28 op 29 April
hebben formaties van het Duitsche vliegercorps de
luchthavens van Malta bestookt Branden en
ontploffingen werden veroorzaakt en een vijande
lijke kruiser werd getroffen door bommen van
zwaar kaliber.
In Noord-Afrika, ten noorden van Tobroek heb
ben Italiaansche en Duitsche toestellen herhaalde
malen fortificaties en batterijen getroffen en
vijandelijke vliegtuigen op den grond met mitrail
leurvuur bestookt. In de zóne van Solloem hebben
Italiaansch-Duitsche verkenningsvliegtuigen ge
voelige verliezen toegebracht aan den vijand.
Uit Oost-Afrika niets van belang te melden".
DE ONLUSTEN IN» BOMBAY.
KABOEL, 29 April (D.N.B.) Over de reeds
gemelde onlusten in Bombay, waarbij op den eer
sten dag veertien dooden en 140 gewonden vielen,
worden nog de volgende bijzonderheden bekend:
Toen tijdens straatgevechten plotseling een jonge
Indiër op het balcon van een huis verscheen en
de Indiërs tot gemeenschappelijken strijd tegen
de Engelsche onderdrukkers opriep, die de tegen
stellingen tusschen Hindoes en Mohammedanen te
hunnen gunste willen uitbuiten, keerde zich de ge
heele volkswoede tegen de politie, die onmiddellijk
de geheele wijk omsingelde en het vuur op de
menigte opende. Er vielen zes dooden en twaalf
gewonden. Het gelukte den jongen Indiër om te
ontkomen.
Waarschuwende woorden aan
Zwitserland.
Dr. Megerle herinnert aan Joego-Slavië.
BERLIJN, 29 April. (D.N.B.) De diploma
tieke medewerker van de „Börsenzeitung", dr.
Karl Megerle. noodigt Zwitserland uit om „uit
de Joego-Slavische catastrofe een les te trekken
'en eindelijk in te zien waarheen het kan leiden,
wanneer tusschen de buitenlandsche politiek
der regeering en de binnenlandsche politiek der
pers en openbare meening een levensgevaarlijke
tegenstelling bestaat, wanneer men het woord
laat aan de straat en een regeering op onacht
zame wijze toelaat dat de bevolking door
anti-Du itsche invloeden tot een vonnis van zelf
moord ten aanzien van de eigen en den wereld
toestand wordt gebracht.
Megerle zegt, hoe belangrijke dagbladen, par
tijen organisaties en individueele personen in
Zwitserland voortgaan partij te trekken voor de
vijanden van Duitschland en Duitschland uit
te dagen. „De vijanden van Duitschland wor
den",. naar Megerle schrijft, „verheerlijkt, de
vrienden vervolgd. Zoo is ook een moreele ter
reur begonnen tegen de Zwïtsersche journalis
ten die kortgeleden gast geweest zijn van
Duitschland en men heeft hen willen discrimi-
neeren met veronderstellingen door hen „pel
grims naar Duitschland" te noemen.
Megerle keert zich vooral tegen den naar Zwit
serland geëmigreerden theoloog prof. Karl
Barth. Barth trekt in het land der Zwitsers
rond. zoo schrijft hij. om in overvolle zalen on
der ..theologisch kerkelijken dekmantel" tegen
Duitschland te prediken. De betrekkingen van
dezen theoloog en het Derde Rijtc zijn be-
.kend.
Wanneer desondanks de officieele meening der
Zwitsersche autoriteiten het hem en anderen mo
gelijk maakt tegen Duitschland te ageeren,
heeft het geen zin meer verder met de Zwitser
sche pers of andere instanties te twisten
over het begrip der neutraliteit. Men moet
constateeren dat klaarblijkelijk de krachten de
overhand hebben behaald, die den indruk wil
len wekken dat Zwitserland een onzekere k&nto-
nist wil zijn in het nieuwe Europa en een vijand
van Duitschland.
„Op gelijke wijze", zoo verklaart Megerle, „is
het proces der vernieling van de neutraliteit, van
het vertrouwen en van de buitenlandsche poli
tieke reputatie ook in zekere andere landen be
gonnen". In dit opzicht wijst de schrijver ook
op de ernstige waarschuwing die de Italiaansche
pers Zwitserland heeft moeten toedienen. Ieder
verstandig Zwitser weet, dat de toestand van
zijn land op geen enkel gebied zoo is dat men
zich deze buitenlandsche politieke luxe zou
kunnen veroorloven. „De zaken zijn zoo ondrage
lijk geworden", merkt Megerle tenslotte op, „dat
gèenerlei verschuilen achter democratische vrij
heid, geen uitvoerige en haarklovende uitlegging
van de neutraliteit, vooral echter niet meer het
onderscheid tusschen de correcte houding der
regeering .en der z.g. niet-bindende houding der
publieke meeningsuitingen aanvaard kan wor
den. maar dat voor Zwitserland als geheel geldt
wat Bismarck eens van vensterruiten zeide die
door enkelingen worden ingeworpen, maar door
allen duur moeten worden betaald.
weermachtsbericht
EéN BOLIVIAANSCH GEZANT VOOR
DUITSCHLAND EN IT.ALlë SAMEN.
LA PAZ, 29 April (A.N.P.De regeering
van Bolivia heeft gisteren besloten de diplo
matieke vertegenwoordiging bij de asmogend-
heden tot slechts een gezant voor Duitschland
en Italië te beperken. Deze gezant zal zijn
standplaats nemen in Berlijn.
WAT DE STAKING DOET VERLIEZEN.
NEW-YORK. 29 April (A.N.P.) Volgens een
overzicht van de „National Association of Ma-
nufacturiers" zijn er voor de Amerikaansche in
dustrie ruim drie millioen werkdagen in de
laatste drie maanden als gevolg van de staking
verloren gegaan, hetgeen een verhooging van 300
procent beteekent tegenover de stakingsverlie-
zij in het overeenkomstige tijdperk van het vo
rige jaar.
De militaire gebeurtenissen te
Duinkerken in liet afgeloopen jaar.
Uiteenzetting van de Fransche radio.
Het D.N.B. meldt uit Vichy: De Fransche radio
van het onbezette gebied heeft interessante bij
zonderheden verstrekt over de militaire gebeurte
nissen van Duinkerken eind Mei en begin Juni
van «het vorige jaar.
Nadat de laatste Engelsche soldaat de Fransche
kust bij Duinkerken verlaten had, liet de Brit
sche Admiraliteit aan de Fransche Admiraliteit
weten dat de inscheping der Fransche troepen in
Duinkerken een te moeilijke en te riskante onder
neming zou zijn, dat zes Engelsche torpedojagers
tot ziniken gebracht wai'en, dat de Engelsche ma
trozen vermoeid waren en dat de Engelsche ma
rine daarom aan de redding van de te Duinker
ken achtergebleven Fransche soldaten niet kon
deelnemen. Verontwaardigd over deze mededee-
ling, zoo vervolgde de Fransche radio, antwoordde
admiraal Darlan dat de Fransche marine bij de
operaties van Duinkerken acht torpedojagers ver
loren had en dat zeven andere torpedojagers
zwaar beschadigd waren, dat de Fransche matro
zen even vermoeid waren als hun Engelsche kame
raden, doch dat de redding der Fransche solda
ten in Vlaanderen moest wdVden voortgezet, zoo
lang er nog een schip gereed lag. Admiraal Dar
lan zond verder een boodschap aan Ohurchill.
waarin hij hem te verstaan gaf dat het Engelsche
leger des ochtends zijn woord gebroken had en dat
de Engelsche marine eveneens op het punt stond
de Fransche soldaten, die door hun dapper optre
den den Engelschen soldaten den overtocht naar
Engeland mogelijk hadden gemaakt, aan het lot
over te laten. Op grond van dit krachtige protest
heeft de Britsche marine toen bevel gekregen
nog 48 uur aan het reddingswerk te blijven deel
nemen. Op 1 Juni heeft de Engelsche admiraliteit
admiraal Darlan opnieuw er van in kennis gesteld
dat zij als gevolg van de geleden verliezen de
operaties wenschte te staken, hetgeen beteekend
zou hebben dat ruim 100.000 Fransche soldaten
zouden zijn prijsgegeven. Pas na een nieuw scherp
protest van Darlan konden weer Fransche solda
ten uit Duinkerken op 3 Juni en in den nacht
van 3 op 4 Juni geëvacueerd worden. Desondanks
konden er slechts half zooveel Fransohen als En
gelschen geëvacueerd worden. Commentaar is
overbodig, zoo besloot de Fransche radio.
De Führer en arbeiders hand in hand.
(foto Hoffmann-StapO
Dover niet vèrdrageiul geschut
beschoten.
Beschieting duurde zeven uur.
Het D.NB. deelt mede dat verdragend geschut
van het Duitsche leger Dinsdag langdurig militaire
doelen bij Dover beschoten heeft.
Van een artillerieduel kon bij deze beschieting
geen sprake zijn, zoo wordt te Berlijn betoogd. Als
Engelsche verdragende batterijen dit vuur hebben-
beantwoord, dan kunnen haar schoten slechts in
zee terecht gekomen zijn. De beschieting van Dover,
zoo meldt Londen, is de zwaarste geweest sinds
vorigen herst. Interessant is dat Londen van een
artillerieduel spreekt, ofschoon aan de Fransche
kust niet eenmaal een treffer is geconstateerd.
Na de eerste drie uren hadden de Duitschérs hun
afzonderlijke schoten door salvo's uit vier tot zes
stukken vervangen, welke met tusschenpauzen van
ongeveer drie minuten vuurden.
De „Associated' Press" meldt uit Londen dat de
beschieting van de Britsche kust bijna zeven uur
heeft geduurd. In Dover is in den loop van den
dag acht maal luchtalarm gemaakt.
Het prijzenhof te Hamburg.
Diverse confiscaties.
HAMBURG, 29 April (D.N.B.) Het prijzen
hof alhier heeft Vrijdag uitspraak gedaan wat be
treft de ladingen en schepen van Zweedsche Ne-
derlandsche en Engelsche nationaliteit.
Het Zweedsche schip „Callia", dat in Bergen
in beslag genomen is, en een lading stukgoederen
aan boord had voor Londen, is geconfisceerd, als
mede het overgrootste deel van de lading. Het
Zweedsche schip „Framnaes", dat eveneens
Noorwegen in beslag is genomen en onderweg was
naar Hull met een voor het grootste deel uit con
trabande bestaande lading, is geconfisceerd. Een
gedeelte van de lading werd in beslag* genomen-.
Het in Nederland in beslag genomen Engelsche
motorjacht „Erika", werd geconfisceerd. Verder
werden de Engelsche schepen „Ronwyn", „Luf-
fowrth" en „Dido", die in Fransche havens in be
slag zijn genomen, geconfisceerd. Het Engelsche
schip „Hester", dat in een Fransche haven door
de bemanning tot zinken gebracht en gelicht werd, is
geconfisceerd. De uit steenkool en teer bestaande
lading is eveneens geconfisceerd. De ladingen van
de beide Nederlandsche schepen „Mercurius" en
„Nyenburgh", bestaande uit tweehonderd ton
steenkool en vierduizend ton stijfsel bestemd voor
vijandige havens, werden geconfisceerd.
Churchill onderteekent de overeenkomst met de Vereenigde Staten, waarbij Enge
land verschillende steunpunten in den Atlantischen Oceaan aan Amerika afstaat.
tfoto Weltbild-Pax Holland)
Generaal Tsolakoglu vormt een
nieuwe Grieksclie regeering.
Van voortzetting van den oorlog
kan geen sprake meer zijn."
Beroep op het volk.
BOEKAREST, 30 April (D.N.B.) De Atheen-
sche zender heeft Dinsdagavond gemeld dat onder
voorzitterschap van generaal Tsolakoglu een nieuwe
Grieksche regeering is gevormd.
Deze regeering heeft, naar radio Athene meldt,
een oproeping gericht tot het Grieksche volk,
waarin o.a. gezegd wordt: ,Na de bezetting van
Athene door de Duitschérs, na de vlucht van de
Engelschen en na het vertrek van den koning uit
het land, kan geen sprake meer zijn van een voort
zetting van den oorlog. Het Grieksche volk moet
de feiten nemen, zooals ze in werkelijkheid zijn.
Wij hebben een sterke en autoritaire regeering noo-
dig, weshalve ik besloten heb de nieuwe regeering
in overeenstemming met de generaals van het
Grieksche leger te vormen. Deze steunt op den wil
van het Grieksche volk. Het doel der regeering
het ongelukkige volk en land de veiligheid te
schenken. Ieder van u zal er naar streven om door
zijn loyaliteit de regeering te helpen die er uit al
haar krachten naar streeft de zware lasten die de
oorlog heeft veroorzaakt, uit den weg te ruimen.
Dezelfde redenen, die mij indertijd dwongen u de
opdracht te geven de wapens neer te leggen, toen ik
tezamen met u streed en de kansloosheid van den
strijd zag, geven mij aanleiding u thans op te roepen
mij te volgen om ons geliefde vaderland weer op
te bouwen en nutteloos bloedvergieten te ver
mijden. Onbeïnvloed door vreemde en egoïstische
belangen, maar alleen in het belang van het volk
zelf, willen wij er naar streven dat Griekenland
weer zal leven en dat het volk arbeid en vrede zal
worden verzekerd. Ik verlaat mij op de vaderlands
liefde yan ieder uwer".
Churchill kondigt debat over den
oorlogstoestand aan.
Vorming van een klein oorlogskabinet
afgewezen.
Naar Reuter meldt heeft de Britsche minister
president Churchill gisteren in het Lagerhuis ver
klaard dat het vast staat dat het land geen berich
ten over den oorlogstoestand wenscht te verne
men, die de gevaren voor de troepen zouden kun
nen vergrooten op een oogenblik dat riskante
kritieke operaties worden ondernomen. Churchill
legde deze verklaring af in een discussie over een
„reorganisatie der kabinetsmachinerie" en een al
gemeen debat over den oorlogstoestand. Een der
gelijk debat, aldus zeide Churchill, kan bij de eer
ste bijeenkomst van het parlement na deze week
worden gehouden. Dit debat, waarin Eden een be
langrijk aandeel zal hebben, zou worden besloten,
aldus Churchill, met het aannemen van de volgende
motie: „Het Huis keurt de politiek der regeering,
nl. het zenden van hulp naar Griekenland, zonder
aoht te slaan op het risico, goed en vei-klaart te
vertrouwen dat onze operaties in het Midden-
Oosten en op alle andere oorlogstooneelen door
regeering ipet de grootste kracht zullen worden
voortgezet".
Tevoren had Churchill een voorstel tot het vor
men van een kleiner oorlogskabinet met ministers
zonder portefeuille en met deelneming van staats
lieden als den Australischen premier Menzies van
de hand gewezen.
„Het verlangen naar een debat in het Lagerhuis
neemt in Londensche parlementaire kringen met
den dag toe", schrijft de Londensche correspondent
van het Zweedsche blad „Nya Dagligt Allehanda".
De parlementsleden van alle partijen wenschen
dringend hun meening over den algemeenen toe
stand te zeggen. Een geheele reeks leden verlangt
bovendien een wijziging in de regeering en de be
perking van het Britsch oorlogskabinet tot drie
a vier ministers zonder portefeuille. Daar Churchill
noch het aantal der naar Griekenland overge
brachte Engelsche troepen, noch hun verliezen
heeft kunnen opgeven, wenschen de leden van het
Engelsche Lagerhuis van rechts tot links dat hun
klaren wijn op dit punt geschonken zal worden,
vooral ook wat betreft de vraag, op wiens aanra
den tot den veldtocht in Griekenland besloten is.
'rief uit Londen
(via Stockholm)
De invloed op de situatie
in Noord Afrika.
LONDEN, April (V.P.B.) Het kan in
Londen niet meer ontkend worden, dat de
toestand in het Oostelijke bekken van de Mid
dellandsche Zee door het verlies van Grieken
land een dreigend karakter heeft aangenomen.
Dit heeft Churchill dan ook moeten toegeven in
zijn radiorede, welke hij Zondagavond heeft
gehouden. Hij heeft het Britsche volk onom
wonden moeten verklaren dat het van de zijde
van Griekenland niets meer te hopen heeft.
De Engelsche pers is zich niet te buitengegaan
aan uitvoerige mededeelingen over den staat
van zaken in Griekenland. Af en toe heeft
men aanwijzingen kunnén vinden in de berich
ten van oorlogscorrespondenten dat de Pelopo-
nesus niet geschikt was voor een krachtdadige
verdediging en dat vermoedelijk het eiland
Kreta de volgende verdedigingslinie zou vor
men. Daarbij wordt er speciaal de aandacht op
gevestigd dat Kreta, naast Alexandria, het
voornaamste steunpunt vormt voor de Engelsche
vloot in de Oostelijke Middellandsche Zee.
Tegelijkertijd geeft men echter in toonaange
vende Engelsche kringen toe dat rekening
moet worden gehouden met verscherping van
den oorlog in de lucht boven dit gebied, omdat
de Duitschérs er in geslaagd zijn talrijke vlieg
velden in Griekenland te veroveren. Deze kun
nen dienen om de belangrijkev steunpunten in
het Oostelijke bekken van de Middellandsche
Zee, met inbegrip van Alexandrië en het Suez-
kanaal te bestoken.
Wat den toestand in Noord-Afrika betreft,
troost men zich met de gedachte dat de
zandstormen, die daar om dezen tijd van het
jaar woeden, er toe, zullen bijdragen om den
aanval van den tegenstander te vertragen. Het
zou natuurlijk zeer wenschelijk zijn een deel
van de Engelsche en eventueel ook Grieksche
troepen uit Griekenland naar Afrika ie kun
nen overbrengen om de Britsche strijdkrach
ten te versterken. Afgezien nog van de vraag
of dit mogelijk zal blijken doet zich een andere
kwestie op: Kunnen deze troepen eventueel
hun materiaal vervoeren? Dit is, te oordeelen
naar betrouwbare berichten, zoo goed als on
mogelijk.
Ontslag van Lindbergh aanvaard.
Roosevelt's uitlatingen in een deel der pers
veroordeeld.
Uit Washington meldt het D.N.B.: Het ministerie
van oorlog heeft de ontslagaanvrage van kolonel
Lindbergh aanvaard.
De pers veroordeelt voor een deel de uitlatingen
van Roosevelt over Lindbergh scherp. De president
had, naar men weet, Lindbergh vergeleken met
de verraders uit den burgeroorlog. Zoo schrijft
Johnson in de „New York World Telegram": als
iemand door een zoo hooggeplaatste persoonlijkheid
als Roosevelt een verrader wordt genoemd, alleen
omdat hij tegen deelneming van de Vereenigde
Staten aan den oorlog is, dan is het met de vrij
heid van meeningsuiting gedaan en verkeert de
democratie in gevaar. In een hoofdartikel zegt dit
blad dat Lindbergh thans denzelfden moreelen
moed aan den dag heeft gelegd als bij zijn Oceaan-
vlucht. Het blad eisch verdraagzaamheid ook tegen
over Lindbergh.
De „New York Sun" schrijft dat Roosevelt zoowel
historisch als menschelijk een vergissing heeft be
gaan als hij Lindbergh met verraders vergelijkt.
Lindbergh's opvattingen zijn reeds voorheen juist
gebleken, toen hij rapport uitbracht over de situ
atie in Europa. Het ontslag van Lindbergh is het
onvermijdelijke resultaat van een niet te veront
schuldigen misbruik van de groote machtspositie,
die Roosevelt bezit.
In tegenstelling tot deze opvattingen bepleit de
„New York Post" Lindbergh's verdwijning uit de
weermacht die geen officier kan gebruiken, die
„defaitistische propaganda voert"..
Duitsclilaiid en Turkije,
Te Berlijn niets bekend omtrent reis van
Inönü.
Van welingelichte zijde wordt uit Berlijn aan het
A.N.P. gemeld:
Van een reis van den president der Turksche
republiek Inönü naar Duitschland is te Berlijn niets
bekend. Evenmin is iets bekend over een dergelijke
reis van andere Turksche staatslieden. Op een vraag
van Buitenlandsche zijde werd het bovenstaande
gisteren in de Wilhelmstrasse geantwoord.
(ftadio 5'
^xoqmmma
DONDERDAG 1 MEI 1941.
Nederlandsch Programma. HILVERSUM I, 415.5 M.
6.45 Gramofoonmuziek 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00
Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. O.
Nieuwsberichten. 8 15 Dagopening (voorbereid door het
Vryz.-Prot. Kerkcomité). 8.25 Gewijde muziek (opn.). 3 45
Orgelspel. 9.15 Voor de huisvrouw. 9.18 Gramofoonmuziek.
10.00 Frans Wouters en zijn orkest en gramofoonmuziek.
11.00 Voor boeren en plattelanders. 11.20 Viool, piano en
gramofoonmuziek 12.00 Omroeporkest. 12.42 Atmanak.
12 45 B. N.( O. Nieuws- en economische bet ichten. 1.00
Ensemble Amende. 1.35 De Ramblers. 2.10 Voor de vrouw.
2.30 De Arnhemsche orkestverconiglng en solist. 3.00—3.15
Gramofoonmuziek. 4.0C Gramfoonmuzlck. 4.30 Cyclus
„Muziekcentra in het verleden" (met gramotoonplnten).
5.15 B N. O. Nieuws-, economische en beursberichten. 5.30
Gramofoonmuziek. 5.40 Ensemble ..De Jonge Acht" en so
list 6.15 Cyclus „Sport en lichamelijke opvoeding". 6 30
Radlotooneel. 7 00 B. N. O. Vragen van den dag. 7.15 Rot-
terdamsch Philharmonlhch Orkest (opn.). 8,00 B. N. O.
Nieuwsberichten. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Berichten.
Engelsch. 8.45 Concert voor de Duitsche Weermacht. 9 40
Gramofoonmuziek. 9.45 B. N .O. Engelsche berichten. 10.00
B. N. O. Nieuwsberichten, sluiting.
Nederlandsch Programma. HILVERSUM II, 301.5 M.
6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00
Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek, n.oo B. N. O.
Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgen
dienst (voorbereid1 door de Christ Radio-Stichting). 10,20
Gramofoonmuziek. 11.30—11.45 Declamatie. 12.00 Berichten.
12.15 Het orkest „Malando" en solist. 12.45 B. N. O.
Nieuws- en economische berichten. 1.00 Ensemble Bandi
Balogh met plano-lntermezzi. 2.00 Zang met planobege
leiding en gramofoonmuziek. 2.30 Omroeporkest 2.30 Om-
reporkest en moderne zangdeclamatle met gitaar begelei
ding. 3.30, Vreugde stonden aan zlekensponden. 4.00 Orgel
spel en zang. 4.30 Voor de Jeugd. 5.00 Christ, lectuur
(voorbereid door de Christ. Radio-Stlchttng). 5.15 B. N. O.
Nieuws-, economische en beursberichten. 5 30 Omroep
orkest. 6.00 Causerie over weefkunst. 6.15 Amabllc-sextet.
6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 B. N .O. Persoverzicht voor
binnen- en buitenland. 7.15 Gramofoonmuziek. 7.30 Ensem
ble Bandi Balogh. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15
Gramofoonmuziek of spiegel van den dag. 8.20 Omrocp-
symphonie-orkest en soliste. 9.50 Cyclus „Wij cn onza
historie". 9.25 Omroepsymphonle-orkest. 10.00 B. N\ O,
Nieuwsberichten, sluiting.