B
Een eigenaardige aanbieding
Schoonmaak-, verhuizings- en
huwelijksproblemen in oorlogstijd.
Ook voor
KORT NIEUWS.
Prunus Laurocerasus.
i 7 A" TERDAG 3 MEI 1941
H"K"ARTF.M'S D'A'GBEAD
Een distributieman
aan het woord.
Waarom krijgt de eene huisvrouw
wèl nieuwe gordijnen
en de andere niet
(Van een Haagschen correspondent).
Eeuwenlang heeft de wereld geloofd in de wan
kele waarheid van het spreekwoord: „Kleeren
maken den man". Nu komt daar opeens een char
mante chansonnière in een Haagsch cabaret de be
trekkelijkheid van deze waarheid bezingen door ons
in een aardig liedje te vertellen, dat niet de kleeren,
doch de punten den man maken, want een man
zonder-punten is een „heer", die sleohts „gekleed"
kan gaan met een hoogen hoed, een paar bretels,,
een paar sokophouders en een paar handschoenen,
eventueel in het koude jaargetijde gecompleteerd
met een paar bon-vrije oorvvarmers! En de distri-
butiedienst moest de juistheid hiervan bevesti
gen.
Wij leven dus in de eeuw der punten. Maar
ook de puntenkwestie heeft haar ups en downs.
In deze dagen is zij echter wel bijzonder actueel,
want het is nu immers lente! Ik heb zelf de lentt
gezien niet gevoeld toen ik gisteren, diep ge
doken in mijn winterjas, in een verlaten deftige
gtraat van ons onvolprezen Haagje een huis be
speurde zonder gordijnen voor de venscters en
tóch bewoond. Met wijd-geopende ramen, een wit
laken over de piano, een lap om de lamp, en zonder
meubels. Een struische dienstbode haalde hals
brekende toeren uit in de vensterbank van de eerste
étage, buitengaats zwaaiend met een stok, waaraan
een zeemlap bevestigd was, en binnengaatst stevig
vastgehouden door een mevrouw met een stofdoek
om het hoofd gewonden. Duidelijker kon het niet:
dit! was de Hollandsche lente in eigen persoon!
Toen ik langs dit lentefeest liep, hoorde ik me
vrouw tot de""dienstbode zegggen: „Begrijp jij nu,
waar die vergunning voor de nieuwe gordijnen
blijft?"
Dit is inderdaad een vraag, die actueel kan wor
den in dezen voorjaarstijd van rammelende emmers
zuigende dweilen en ratelende mattenkloppers.
Om daarover eens iets meer te hooren, ben ik
gaan praten met den heer Romswinkel, den chef
van de afdeeling „Consumenten" van het Centraal
^Distributiekantoor.
DE GORDIJNEN.
„Gordijnen zoo zegt de heer Romswinkel ons
degevraagd -zijn momenteel natuurlijk een artikel
waarvoor het publiek storm loopt. Doch helaas zijn
we genoodzaakt met de beperkte voorraden, die
er nog zijn, zoo zuinig mogelijk om te springen. Wij
weten nauwkeurig hoeveel vitrage er nog in Ne
derland voorhanden is; wij weten nauwkeurig hel
nog beschikbare aantal karpetten; wij zijn volkomen
op de hoogte van de houtvoorraden, de voorraden
aardappelen en graan; kortom wij weten hier alles
„van haver tot gort".
Maar om tot de schoonmaak-perikelen terug te
teer en, aldus vervolgt onze zegsman, er bestaat
dienaangaande nog heel wat misverstand. Zoo is
menige huisvrouw verbaasd, om niet te zeggen:
vertoornd, dat nu juist zij niet ih aanmerking komt
voor een stel nieuwe vitrage-gordijnen, terwijl op
*ei de aanvrage van haar vriendin welwillend is be-
Echikt. Men vergeet dan echter, dat de distributie
volgens vaste maatstaven te werk gaat. Het in-
ordj komen van een gezin speelt bijvoorbeeld een be
langrijke rol, alsook de huur van de woning e.d.
zeel Indien we met menschen te doen hebben, die een
vai inkomen genieten, dat boven een bepaald bedrag
is gelegen de grenzen hiervan houden we ge
heim dan deelen we hun mede, dat ze alleen
maar voor kunstzijde-gordijnen in aanmerking
komen. Kunstzijde-gordijnen worden er vandaag
aan den dag nog genoeg in ons land vervaardigd,
in tegenstelling met' vitrage-gordijnen, die bestaan
uit katoen, waarvan we practisch geen voorraad
meer hebben.
Vitrage is niettemin aanzienlijker goedkooper in
aanschaffing, zoodat we dit soort gordijnen voor
de minder draagkrachtigen reserveeren.
Het spreekt vanzelf, dat al behobrt men tot de
minder draagkrachtigen, niettemin gecontroleerd
dient te worden of de aanvrage gemotiveerd is.
Vandaar dat de gemeentelijke distributiebureaux
er controleurs op na houden om zich persoonlijk
van de kenbaar gemaakte behoeften te overtuigen.
Men kan uiteraard niet iedere aanvraag contro
leeren, doch dank zij het feit, dat overal steek
proeven plaats hebben, hebben we toch wel de
garantie, dat er weinig geknoeid wordt.
WAT IS EEN
„VERSLETEN" KARPET.
Ook bij het aanvragen van karpetvergunningen
doen zich moeilijke dingen voor. Want wat de een
een versleten karpet noemt, acht de ander nog best
bruikbaar. Is een karpet kaal geworden, dan kan
dat voor de distributie nog geen reden zijn om een
vergunning voor een nieuw te verstrekken. Als
maatstaf hebben we daarom aangenomen, dat het
grondweefsel op verschillende plaatsen zichtbaar
geworden moet zijn. Bovendien moet u niet den
ken, dat wanneer iemand twee karpetten heeft, die
in zoo'n desolation toestand verkeeren, hij dan
ook twee vergunningen ontvangt. Want we zijn nu
eenmaal gedwongen alle menschen, die het noodig
hebben, iets te laten vernieuwen. Zoo kan men
wel een vergunning krijgen voor het vernieuwen
van een gespijkerd kleed voor één kamer, doch twee
kamers tegelijk wordt ten allen tijde geweigerd.
De Cocos-vloerbedekking is bijna volkomen uit
geput en wordt daarom weer geheel gereserveerd
voor de minder draagkrachtigen. Wel is waar is
cocos belangrijk duurder dan verto bijvoorbeeld,
doch daar staat tegenover, dat het eerstgenoemde
veel langer meegaat en dus in wezen voordeeli-
ger is.
Linoleum, balatum en diverse kleedjes zijn niet
:edistribueerd, zoodat het in dezen schoonmaaktijd
hoofdzakelijk de vitrages, karpetten en cocos zijn,
die de grootste problemen opwerpen.
ALS MEN WIL
VERHUIZEN
ooi
Groot zijn soms ook de moeilijkheden, die een
verhuizing met zich brengt, daar men zich niet meer
de weelde kan permitteeren om het een na het
ander maar af te danken. Indien men in z'n oude
huis een smallen traplooper bezat en men heeft voor
de nieuwe woning een breeden noodig, dan stellen
wij ons op het standpunt, dat men dien smallen
maar moet handhaven. Dat staat wel niet zoo mooi,
doch zij, wier looper totaal versleten is, gaan vóór
bij de distributie. Heeft het nieuwe huis een kamer
méér, dan zijn wij nu ook weer niet zóó schriel,
dat we de menschen zonder gordijnen en kleeden
laten zitten. In een dergelijk geval worden wel
degelijk vergunningen verstrekt. Passen de sluit-
gordijnen echter niet, dan moet men maar net
zoo lang meten tot het wel zoo, ten naastenbij uit
komt, terwijl op een aanvraag voor een stel gor
dijnen, die men nogal eens voor suite-deuren pleegt
te hangen, evenmin een vergunning wordt gegeven.
Nieuwe gordijnen voor opklapbedden mogen niet
meer gekocht worden, omdat we dit soort stcf-
feering niet als streng noodzakelijk beschouwen.
Met het aanvragen van sluitgordijnen moeten we
overigens steeds extra op onze hoede zijn, want
het vernuft van het publiek is tegenwoordig bij
zonder groot. Een paar mooie velours-gordijnen zijn.
om slechts één ding te noemen, al herhaaldelijk
aangewend om er een paar aardige japonnetjes van
te maken! En dat is natuurlijk de bedoeling niet.
Daarvoor zijn de textielkaarten, waarmee een ieder
rondkomen moet.
HUWELIJKS-BEZWAREN.
Tenslotte vertelt de heer Romswinkel ons nog
een en ander van de problemen, waarmee de bruids
paren van tegenwordig te worstelen hebben. Bij het
aanvragen van een vergunning voor een uitzet
speelt naast het bewijsje dat men aangeteekend is
het salaris van den adspirant-echtgenoot een groote
rol. Steeds moet het bruidje dan een bewijs mee
brengen wat haar man straks op tafel kan leggen
STAMSLA
STAMSNU
STOKSLA
STOKSNIJ
SPEK
PRONK
DOP
CITROEN
KIEVITS
FLAGEOLET
BRUINE
WITTE
TUIN
bctui zacU*
GROTERE OPBRENGST
FIJNERE KWALITEIT
A. TABERNAL ZOON
HAGELINGERWEG 28, SANTPOORT, Tel. 8232
okeu
(Adv. Ingez. Med.)
om gelukkig te zijn. Voorts moet zij het huurcon
tract toonen, omdat ook de huurprijs een factor
is waarmee rekening gehouden wordt. Hoe meer men
verdient en hoe duurder men woont, hoe langer
het verlanglijstje is. Al spreekt hqt vanzelf, dat
men het niet te gek moet maken, want dan wordt
er heusch wel het noodige geschrapt!
Wil zoo'n jong paar, dat op trouwen staat, tot het
laatste oogenblik wachten met het huren van een
woning, dan kan het dus niet op tijd zijn uitzet
binnen hebbqn, evenmin als de stoffeering, omdat
hiervoor het aantal kamers van te voren dient op
gegeven te worden. Helaas wordt ook met de
trouwerij nog al eens een poging ondernomen om
de distributie om den tuin te leiden. Want de be
geerten der jonge paren zijn vaak groot, terwijl de
voorraden nu eenmaal voortdurend afnemen. Maar,
zoo besloot onze zegsman vroolijk, vorloopig be
hoeft niemand zich nog ongerust te maken, dat het
trouwen zal moet worden stopgezet. Dat is geluk
kig een van de weinige dingen, die nooit een pauze
hebben gekend!
Dc Loonbelasting.
's GRAVENHAGE, 2 Mei. De secretaris-gene
raal van het departement van financiën heeft het
volgende bepaald:
Artikel 1.
Regelingen krachtens welke een werknemer of
ander gerechtigde, tegenover een werkgever, een
fonds of een verzekeringsmaatschappij, aanspraak
of mede aanspraak heeft op eenige andere uitkeering
dan pensioen in den zin van artikel 6, letter c, van
het besluit op de loonbelasting, kunnen desge
vraagd voor de toepassing van de letters c. en d.
van genoemd artikel door den secretaris-generaal
van het departement van financiën, onder door hem
te Stellen voorwaardén, worden aangewezen als
pensioenregelingen in den zin van genoemde lei
ter c.
Artikel 2:
Indien krachtens een overeenkomstig artikel 1
aangewezen regeling eenige andere uitkeering dan
pensioen in den zin van artikel 6, letter c van meer
genoemd besluit plaats heeft, wordt die uitkeering
als loon aangemerkt, en is op die uitkeering artikel
10 van het besluit van toepassing.
De uitvoering der Kinderbij»lagwet.
Zij die recht op een hoogere uitkeering
meenen te hebben.
's GRAVENHAGE, 2 Mei. Dengenen, die
meenen krachtens de kinderbijslagwet aanspraak
te kunnen maken op kinderbijslag of op een hoogere
uitkeering dan hun is toegekend, wordt er op ge
wezen. dat zij ter zake inlichtingen kunnen in
winnen bij de instelling, waarbij hun werkgever
zijn personeel heeft verzekerd ingevoige de ziekte
wet, dus bij den Raad van Arbeid of bij een be-
drijfsvereeniging.
Mochten zij, ook nadat hun de gevraagde in
lichtingen zijn verstrekt, meenen verdere aan
spraken op uitkeering door een bedrijfsvereeniging
te kunnen maken, dan kunnen zij zich met een
klacht wenden tot het college van toezicht, Raam-
weg 90, te 's Gravenhage.
Duitsch Landsgerecht.
DUITSCH-VIJANDIGE
GESCHRIFTEN VERSPREID.
's GRAVENHAGE, 2 Mei. Drie Amsterdammers
hebben zich voor het Landsgerecht moeten verant
woorden wegens verspreiding van geschriften met
een voor Duitschland vijandige strekking. Een van
het drietal had in October een verhaaltje onder
den titel „Vrij Nederland" en een gedicht in resp.
tien en vijf exemplaren aan de beide andere man
nen gegeven, welke schrifturen kennelijk schimpend
voor de bezettingsoverheid waren. Hij had m totaal
55 exemplaren van die geschriften in bezit gehad
erkende dat de inhoud beleedigend was en wilde
er daarom maar af zijn, doch beging de fout deze
geschriften ter hand te stellen aan derden, in
plaats van ze te verbranden of op andere wijze te
vernietigen. De tweede van het drietal had vijf
exemplaren verspreid en was wel zoo verstandig
geweest de rest te verbranden, de derde had de
exemplaren niet verder verspreid.
Nadat Staatsanwalt dr. Seiler straffen van resp.
8, 8 en 6 maanden had geëischt, veroordeelde
rechter Joppich de mannen onderscheidenlijk tot
6, 6 en 5 maanden, onder aftrek van voorarrest. De
rechter wees nog op de domheid, met zulke ge
dichten en verhaaltjes een papieren oorlog te willen
voeren. (A.N.P.)
EXAMENS.
ANALYST.
Bij het onlangs gehouden analyst-examen van
De Nederlandsche Chemische Vereeniging, slaagden
uit Haarlem en omgeving de dames: H. Duiker, L.
Germeraad. A. de Klerk, E. Knol. J. Noë, M. Plaisier
I. Putz, A. Schoorl, L. v. d. Stad. W. v. Walen en
de heeren: A. Hijner, P. A. Hoogendoorn, G. Moes,
A. N. Poelman en A. H. Presburg, leerlingen van
den Haarlemschen Analysten-cursus.
Uit een villa aan den Amersfoortschen weg
te Bussum is een zeer belangrijk bedrag aan geld
ontvreemd.
De 25-jarige L. Vons uit Vlaardingen is
vermoedelijk in de haven geloopen tengevolge
van de duisternis en verdronken.
Uit een kelder van den koopman A. te
Maastricht is een partij van 1200 K.G. aard
appelen gestolen.
De politie te Heerlen heeft twee beruchte rij-
wieldieven uit Heerlerheide aangehouden, die in
een maand zestien rijwielen hebben gestolen.
Laurierkers.
De laurierkers is een heester, die niet uilsluitend
voor zijn bloei wordt aangeplant. Veelal is die bloei
maar iets bijkomstigs en ;s zijn hoofdopdracht om
een minder mooie plek in den tuin achter zijn dichte
bladerdek te verbergen. Daar de plant wintergroen
is, kan ze deze bedekkende functie dus gedurende
het geneele jaar vervullen.
Hoewel deze heester 's winters ook zijn blader
tooi houdt, is hij toch niet volkomen winterhard.
Bij strenge winters vriest hij sterk terug. Wel be
staan er eenige winterharde variëteiten, die dus,
wat dat betreft, boven de soort zelf zijn aan te be
velen.
LAURIERKERS.
(Foto Hendriks).
Ook als groene achtergrond kan de laurierkers
goede diensten bewijzen, b.v. voor vroegbloeic .de
heesters, die bloem dragen vóór het blad. Een
bloeiénde kornoelje-struik of een Forcythia zullen
oneindig veel aan schoonheid winnen, wanneer hun
wazige ijle bloementooi een donkergroenen achter
grond heeft.
Ook zal in een groepje coniferen de laurierkers
vaak een aardige afwisseling vormen, met zijn
groote langwerpige, donkergroen glanzende, leer
achtige bladeren.
De bloei van de laurierkers, al is die dan meestal
niet de reden voor het planten van den struik, is
lang niet onaardig. Het zijn kleine witte bloemen,
die in Mei opengaan aan de opstaande okselstan-
dige trossen en die bij sommige variëteiten, als P.
L. schipkaensis. heerlijk geuren.
In den vorm en de grootte van de bladeren ligt
meestal het verschil der variëteiten. Ook wel in
den vorm van den struik als geheel.
P. L. caucasica is rechtop groeiend evenals P. L.
Reijnvaanii, terwijl P. L. schipkaensis breed en
kruipend groeit.
Winterhard zijn- P L. caucasica. P. L. schipkaen
sis Mischeana en P. L. serbica. Prunus Laurocera
sus verlangt een vochtigen humushoudenden bodem
en heeft niet veel behoefte aan licht. Ze groeit uit
stekend op donkere plaatsen onder boomen.
Veeleischend is de struik dus niet.
A. J. D.
BURGEMEESTER VAN WILLEMSTAD
BENOEMD.
Bij beschikking van den secretaris-generaal
van het departement van binnenlandsche zaken
is F. H. Wanninkhof met ingang van 15 Mei
tot burgemeester van de gemeente Willemstad
benoemd. De heer Wanninkhof is luitenant-kolo
nel op nonactiviteit. Hij werd te Deventer gebo
ren 4 Maart 1888.
Voor de Kinderen
WAT IK NIET LUST, ZAL II] OOK NIET HEBBEN I
(Teekenmgen H. Kannegietcr).
„Zeg eens Jan. sta je te snoepen? Denk je
niet aan Teddy Trix? Kun je zoo je vriend
vergeten? Dan ben jij een vent van niks!
Kom, laat mij een keertje proeven, laat me
toch niet hunk'rend staan. Als Je niets voor
hem kunt missen, kijkt je hond Je nooit
meer aan!"
„Kom, welaan dan. beste Teddy, hier, daar
heb je ook een hap. Sta nu niet zoo mal te
kijken, 't Is voor jou. het ls geen grap! Toe
dan toch! Pak aan en gauw wat! Baas.ie
spaart het uit zijn mond. Wel, hoe heb ik
het nu met je? Wat ben jij een rare hond!"
Teddy heeft er aan geroken, maar de geur
bevalt hem niet. En hij keert zich vol ver
achting zoo je op dit plaatje ziet van
zijn baasje af. die rakker, 't Is voor hem
niet goed genoeg. Droog biscuit wil hij niet
hebben, 't is om „lekkers" dat hij vroeg.
Maarwat gaat er nu gebeuren? Roept
Jan is —het heusch dc kat? 't Zou wel
weer geen wonder wezen als dat beest die
rommel at. Even heel opmerkzaam wezen,
kijken wat ons poesje doet. Ja, daar komt
zij. sluipend, gluipend, met haar valsche
kattesnoet!
door MABEL-GRUNDY.
Vertaald door
E. GRIESE-KETS DE VRIES.
40)
„Vermetel", meende Whiff. „Welnu, laat ik u dan
zeggen, omdat ik u een huis heb aan te bieden,
waarvan ik het wagen mag te beweren, dat het
in ieder opzicht te verkiezen is boven dat van den
heer Lamb', zij sprak met ontwapenende openhai-tig-
heid; ,een huis behoorlijk boven den zeespiegel
op drogen, zandigen grond, waar rheumatiek een
groote onbekende is. maar ik kan het niet met po
sitieve zekerheid zeggen, ofschoon ik wel kan be
weren, dat ik er nog nooit iemand in een rolstoel
heb ontmoet, of iemand, die mank liep
„Het kan in de vingers zitten. Ik loop niet
mank, maar kijk eens naar mijn vingers''.
Whiff bekeek ze en zuchtte. ,Even erg", zei ze.
Mevrouw Redpath wachtte, maar Whiff stapte
van het onderwerp rheumatiek af en roerde andere
dingen aan.
,,Het uitzicht is op het zuiden, het is gelijkvloers,
heeft lichte, frissche keukens, een proviciekamer
op het noorden, overal electrisch licht, met trek-
schakelaars boven de bedden".
„En waar is dat huis?" vroeg mevrouw Redpath.
maar op een toon, die duidelijk te kennen gaf, dat
zij heelemaal niet in het bestaan er van geloofde
of nauwelijks geloofde.
„Putney. Vlak bij de Heath".
„En te huur? Onder geen omstandigheid wil ik
koopen".
„Te huur". Whiff leunde terug in haar stoel en
mevrouw Redpath deed hetzelfde.
„Het behoort aan een vriend van mij, een mijn
heer Quinton, den vriend, voor wien ik nu in Rus-
cott op zoek ben naar een huis. Net als u wil hij
niet van het zijne scheiden tot hij een ander heef1
gevonden". In haar verlangen niet te begeerig te
lijken, streelde zij onverschillig over een porceleinen
beestje op een tafeltje vlak bij. „Hy trekt er uit,
omdat hij meer buiten wil zijn. Hij wil een tuin
en een kerseboom en musschen en merels, die wor
men pikken op een grasveld. Ik zie, dat u een
prachtig grasveld hebt".
„Op een afstand ziet het er mooi uit, maar het
zit vol plantago's".
„Maar zitten er ook wormen?"
„Millioenen", zei mevrouw Redpath; „om heel
eerlijk te zijn, vroeg in het voorjaar is het gras
veld één groote wormenhoop. Wat verlangt uw
vriend nog meer?"
„Zijn eigen fruit en groente. Aardbeien, die in
de zon warm stoven; erwten op dauw-ochtenden"
„De merels pikken al de aardbeien weg en iedere
schil van erwten wordt geledigd door spreeuwen"
zei mevrouw Redpath.
„Nog iets anders?"
„Rozen, die zich langs het huis slingeren, aan alle
kanten velden, fraaie kronkelende, smalle land
wegen, al de vrede en rust van het platteland. Hij
heeft jai-enlang bij Londen gewoond, nu verlangt
hij andere dingen dan winkels en huizen".
„Arme, misleide man", mevrouw Redpath stond
op en belde. „U krijgt thee" zei ze. „Ik heb de
mijne vroeg gedronken en die Lamb vermoeide me.
Rozen slingeren zich soms, zooals u het zoo schil
derachtig voorstelt, maar niet vaak. Als ze niet
worden aangetast door de luis, hebben ze te lijden
van meeldauw en je bent altijd met ze bezig
mesten of afdekken, of snoeien, of inspuiten, of
opbinden. Als je rozen houdt, heb je geen rust. Ik
meende, zooals uw vriend meent, vrede te vinden
in een tuin" zij sloot de oogen „dat was enkele
jaren geleden, toen ik jonger en sterker was
nu verlang ik naar de stad te gaan voor een
rustkuur".
Whiff zag haar kans en greep ze. „Kom dan",
reip ze opstaand, „kom op staanden voet het huis
van mijnheer Quinton zien".
Mevrouw Redpath opende de oogen.
„Nu?"
„Ja. op dit oogenblik".
„Maar het is half vier".
„Om twintig over vier gaat er een trein naar de
stad. Ik heb bij de garage naast het postkantoor
een taxi besteld, die hier om vier uur zal zijn. Tegen
zes uur zullen we aan het huis van mijnheer
Quinton zjjn en kunt den trein van acht uur vijf
endertig van Victoria terug nemen en thuis zijn
om
„Maar waarom die haast?" kwam mevrouw
Radpath tusschenbeide. „Heb ik u niet verteld,
dat ik niet gehaast en opgejaagd wil worden? Ik
weiger ie worden gehaast. Wel, u bent nog erger
dan mijnheer Lamb". Zij was vreeselijk gegriefd.
„Ik weet niet, waar de wereld toe komt. Om dezen
tijd van den dag naar de stad gaan! Het ïs een
ongerijmd voorstel".
„Maar absoluut noodzakelijk, als u ook maar
de geringste kans wilt hebben, om het huis te be
machtigen, een greintje kans", zei Whiff met
kalme, maar zeer plechtige stem en met een zachten
tik op den rug van het porceleinen beest bij ieder
woord. „Het zit zoo. Mijnheer Quinton heeft juist
vanmiddag (Whiff wist, dat zij op Quinton kon
rekenen wat betrof het opvolgen van haar aan
wijzingen) een advertentie voor het huis aan drie
van de grootste dagbladen gezonden: hij heeft het
ook laten inschrijven bij de voornaamste Londen-
sche huizenmakelaars. Het huis is te huur. Begrijpt
u de beteekenis van die woorden: te huur. Morgen
ochtend zal Putney overstelpt, verzwolgen worden
niet door de zee, maar door een ziedende men-
schenmassa. Ik mag dit huis wel, zelfs als de tuin
en de rozen en de vogels vermoeiend zijn. Ik wil
het hebben. Voor mijn vriend. Dus geef ik u de
kans op het zijne. U zei, dat het aan de eerste de
beste persoon zou overgaan, die u een huis bezorgde
Koml"
Het tweede meisje kwam binnen met een blad
en scheen verrast, toen zij haar meesteres besluite
loos en in verwarde opwinding in haar stoel zag
schommeleij.
„Ik zal geen tijd hebben voor thee'.
Whiff keek op haar horloge. „U hebt een kwar
tier tijd en tien minuten om u aan te kleeden". Zij
glimlachte overredend. „En mag ik terwijl u zich
kleedt de rest van het huis zien?"
„Dat mag u", snauwde mevrouw Redpath. „Ik
heb nog nooit een lastiger jong wezen ontmoet
zelfs mijnheer Lamb is.niet zóór erg! Ik voel me
beslist ziek".
Haar blik logenstrafte haar mededeeling, toen zij
vlug wat lekkernijen verorberde en een gloeiend
kopje thee uitdronk, want haar wangen hadden
een blos en haar oogen glansden van opwinding.
Om nauwkeurig te zijn, zij genoot in hooge mate,
en dat zag Whiff. Zij was een taaie oude dame en
kwiek en actief en toen zij in den trein zaten,
duurde het zelfs nog twee volle minuten voor hij
vertrok.
HOOFDSTUK XXVII
Inmiddels was Quinton aan den gang geweest.
Binnen een uur na de ontvangst van Whiff's tele
fonische boodschap had hij overeenkomstig haar
bevel de drie advertenties bezorgd, was in een
taxi rondgevlogen naar vier van de meest bekende
huizenmakelaars, die hem bijna om zijn hals vielen
van vreugde, toen zij vernamen, dat hij een huis
te verhuren had: en nu was hij bezig met het op
scharrelen van de keukenmeid en Panton, die samen
op kamers woonden in Fulham, daar de keuken
meid geen thuis had en Panton bezwaar maakte
tegen Islington met „de lente voor de deur".
Zij hadden geweigerd volkomen werkloos te zijn,
elk van hen ging twee of drie dagen per week uit,
als noodhulp. Dat mijnheer haar niet wilde toestaan
als verzorgsters van zijn eigen leege huis op te
treden, beschouwden zij als niets minder dan tegen
stand en eigenzinnigheid, zoo niet als feitelijke
krankzinnigheid. Een vrouw te betalen, om vuur
in de kamers te gaan aanleggen en tweemaal per
week de ramen open te zetten, waarbij nog hun
eigen kostgeld kwam, was een roekelooze geldver
spilling, die haar slechts met hoon vervulde.
Toen zij hadden aangedrongen op toestemming,
om deze plichten waar te nemen en Quinton met
rood gezicht gehumd had (hoe kon hij uitleggen, dat
hij vreesde, dat mevrouw Dimsdale zich toegang zou
verschaffen, als de keukenmeid en Panton werden
aangehouden) en had gezegd, dat hij reeds een
afspraak met een juffrouw Horner had gemaakt,
die beter gehandhaafd kon blijven, maar dat hij
ze vriendelijk voor hun aanbod dankte, kwam
het haar voor, alsof de dingen steeds „zonderlinger
en zonderlinger" werden.
„Er is een geheim", zei Panton.
„Eii een, dat we niet kunnen onthullen", sprak de
keukenmeid, „dus is het nutteloos, onzen tijd te
verknoeien het te probeeren. We moeten maar
hopen, dat we den een of anderen dag een ander
huis krijgen, zelfs al is het buiten".
Zij werden al verzoend met het idee van buiten,
zoolang zij bij Quinton konden zijn. Zij wisten dat zij
nooit een anderen patroon zooals hij zou vinden,
en hoe langer zij en Panton van hem gescheiden
waren, hoe meer zij wisten, dat zij van hem
hielden.
Zij waren verbaasd, toen hij hen opzocht, en zoo
opgewonden bleek te zijn. Zij zaten juist aan de
thee. toen de taxi voor het huis stilhield. Toen hij
uiteenzette, wat hij van ze verlangde, stonden zij
al gereed met hun hoed op nog voor hij tot dri«
kon tellen.
In het geheim verwonderden zij zich over al
deze toebereidselen om de bekoorlijkheden van het
huis te vergrooten. Van hetgeen zij gehoord hadden,
zouden de menschen overal op afvliegen, zoolang
het overeind stond en onderdak bood. Echter.
Wel, het was weer een geheim.
Zij werkten goed. Spoedig knetterde het vuur in
de kachels, stoflagen waren verwijderd, vlug waren
de stoffers, zwabbers en tapijtschuiers gehanteerd.
„Die schoonmaakster" zeiden ze tegen elkaar, „was
geen zes stuivers per dag waard; „de hoeveelheid
spinrag was geweldig".
Terwijl zij werkten, doorzocht hij de Putney High
Street voor bloemen en slenterde toen door het
huis in afwachting van de komst van Whiff, terwijl
hij zijn fantasie, om aan de dingen de laatste hand
te leggen, in daden omzette, zooals het opschudden
van bedkussens, het anders leggen van sierkussens
en het onverschillig rondstrooien van boeken op
„huiselijke" manier, maar die Panton zoodra hij zijn
hielen gelicht, had prompt in hun oorspronkeïijken
toestand terugbracht. „De kussens in bed" vertelde
zij aan de keukenmeid, kunnen wel liggen wachten
op menschen met asthma, hij heeft ze allemaal
tegen het hoofdeinde van het bed gepropt en vree
selijk gekreukt. Ik kan me niet indenken waarom
er al die drukte wordt gemaakt voor dat mensch,
dat met juffrouw Woffran meekomt. Zij kan er van
op aan. dat ze het in ieder geval nemen zal, als zij
tenslotte een huis wil hebben: en dan ben ik
benieuwd, waar zij gaat wonen? Ik zie in de krant,
dat de menschen in afgedankte kippenhokken
huizen".
(Wordt vervolgd)