B Een eigenaardige aanbieding Schoonmaak-, verhuizings- en huwelijksproblemen in oorlogstijd. Ook voor KORT NIEUWS. Prunus Laurocerasus. i 7 A" TERDAG 3 MEI 1941 H"K"ARTF.M'S D'A'GBEAD Een distributieman aan het woord. Waarom krijgt de eene huisvrouw wèl nieuwe gordijnen en de andere niet (Van een Haagschen correspondent). Eeuwenlang heeft de wereld geloofd in de wan kele waarheid van het spreekwoord: „Kleeren maken den man". Nu komt daar opeens een char mante chansonnière in een Haagsch cabaret de be trekkelijkheid van deze waarheid bezingen door ons in een aardig liedje te vertellen, dat niet de kleeren, doch de punten den man maken, want een man zonder-punten is een „heer", die sleohts „gekleed" kan gaan met een hoogen hoed, een paar bretels,, een paar sokophouders en een paar handschoenen, eventueel in het koude jaargetijde gecompleteerd met een paar bon-vrije oorvvarmers! En de distri- butiedienst moest de juistheid hiervan bevesti gen. Wij leven dus in de eeuw der punten. Maar ook de puntenkwestie heeft haar ups en downs. In deze dagen is zij echter wel bijzonder actueel, want het is nu immers lente! Ik heb zelf de lentt gezien niet gevoeld toen ik gisteren, diep ge doken in mijn winterjas, in een verlaten deftige gtraat van ons onvolprezen Haagje een huis be speurde zonder gordijnen voor de venscters en tóch bewoond. Met wijd-geopende ramen, een wit laken over de piano, een lap om de lamp, en zonder meubels. Een struische dienstbode haalde hals brekende toeren uit in de vensterbank van de eerste étage, buitengaats zwaaiend met een stok, waaraan een zeemlap bevestigd was, en binnengaatst stevig vastgehouden door een mevrouw met een stofdoek om het hoofd gewonden. Duidelijker kon het niet: dit! was de Hollandsche lente in eigen persoon! Toen ik langs dit lentefeest liep, hoorde ik me vrouw tot de""dienstbode zegggen: „Begrijp jij nu, waar die vergunning voor de nieuwe gordijnen blijft?" Dit is inderdaad een vraag, die actueel kan wor den in dezen voorjaarstijd van rammelende emmers zuigende dweilen en ratelende mattenkloppers. Om daarover eens iets meer te hooren, ben ik gaan praten met den heer Romswinkel, den chef van de afdeeling „Consumenten" van het Centraal ^Distributiekantoor. DE GORDIJNEN. „Gordijnen zoo zegt de heer Romswinkel ons degevraagd -zijn momenteel natuurlijk een artikel waarvoor het publiek storm loopt. Doch helaas zijn we genoodzaakt met de beperkte voorraden, die er nog zijn, zoo zuinig mogelijk om te springen. Wij weten nauwkeurig hoeveel vitrage er nog in Ne derland voorhanden is; wij weten nauwkeurig hel nog beschikbare aantal karpetten; wij zijn volkomen op de hoogte van de houtvoorraden, de voorraden aardappelen en graan; kortom wij weten hier alles „van haver tot gort". Maar om tot de schoonmaak-perikelen terug te teer en, aldus vervolgt onze zegsman, er bestaat dienaangaande nog heel wat misverstand. Zoo is menige huisvrouw verbaasd, om niet te zeggen: vertoornd, dat nu juist zij niet ih aanmerking komt voor een stel nieuwe vitrage-gordijnen, terwijl op *ei de aanvrage van haar vriendin welwillend is be- Echikt. Men vergeet dan echter, dat de distributie volgens vaste maatstaven te werk gaat. Het in- ordj komen van een gezin speelt bijvoorbeeld een be langrijke rol, alsook de huur van de woning e.d. zeel Indien we met menschen te doen hebben, die een vai inkomen genieten, dat boven een bepaald bedrag is gelegen de grenzen hiervan houden we ge heim dan deelen we hun mede, dat ze alleen maar voor kunstzijde-gordijnen in aanmerking komen. Kunstzijde-gordijnen worden er vandaag aan den dag nog genoeg in ons land vervaardigd, in tegenstelling met' vitrage-gordijnen, die bestaan uit katoen, waarvan we practisch geen voorraad meer hebben. Vitrage is niettemin aanzienlijker goedkooper in aanschaffing, zoodat we dit soort gordijnen voor de minder draagkrachtigen reserveeren. Het spreekt vanzelf, dat al behobrt men tot de minder draagkrachtigen, niettemin gecontroleerd dient te worden of de aanvrage gemotiveerd is. Vandaar dat de gemeentelijke distributiebureaux er controleurs op na houden om zich persoonlijk van de kenbaar gemaakte behoeften te overtuigen. Men kan uiteraard niet iedere aanvraag contro leeren, doch dank zij het feit, dat overal steek proeven plaats hebben, hebben we toch wel de garantie, dat er weinig geknoeid wordt. WAT IS EEN „VERSLETEN" KARPET. Ook bij het aanvragen van karpetvergunningen doen zich moeilijke dingen voor. Want wat de een een versleten karpet noemt, acht de ander nog best bruikbaar. Is een karpet kaal geworden, dan kan dat voor de distributie nog geen reden zijn om een vergunning voor een nieuw te verstrekken. Als maatstaf hebben we daarom aangenomen, dat het grondweefsel op verschillende plaatsen zichtbaar geworden moet zijn. Bovendien moet u niet den ken, dat wanneer iemand twee karpetten heeft, die in zoo'n desolation toestand verkeeren, hij dan ook twee vergunningen ontvangt. Want we zijn nu eenmaal gedwongen alle menschen, die het noodig hebben, iets te laten vernieuwen. Zoo kan men wel een vergunning krijgen voor het vernieuwen van een gespijkerd kleed voor één kamer, doch twee kamers tegelijk wordt ten allen tijde geweigerd. De Cocos-vloerbedekking is bijna volkomen uit geput en wordt daarom weer geheel gereserveerd voor de minder draagkrachtigen. Wel is waar is cocos belangrijk duurder dan verto bijvoorbeeld, doch daar staat tegenover, dat het eerstgenoemde veel langer meegaat en dus in wezen voordeeli- ger is. Linoleum, balatum en diverse kleedjes zijn niet :edistribueerd, zoodat het in dezen schoonmaaktijd hoofdzakelijk de vitrages, karpetten en cocos zijn, die de grootste problemen opwerpen. ALS MEN WIL VERHUIZEN ooi Groot zijn soms ook de moeilijkheden, die een verhuizing met zich brengt, daar men zich niet meer de weelde kan permitteeren om het een na het ander maar af te danken. Indien men in z'n oude huis een smallen traplooper bezat en men heeft voor de nieuwe woning een breeden noodig, dan stellen wij ons op het standpunt, dat men dien smallen maar moet handhaven. Dat staat wel niet zoo mooi, doch zij, wier looper totaal versleten is, gaan vóór bij de distributie. Heeft het nieuwe huis een kamer méér, dan zijn wij nu ook weer niet zóó schriel, dat we de menschen zonder gordijnen en kleeden laten zitten. In een dergelijk geval worden wel degelijk vergunningen verstrekt. Passen de sluit- gordijnen echter niet, dan moet men maar net zoo lang meten tot het wel zoo, ten naastenbij uit komt, terwijl op een aanvraag voor een stel gor dijnen, die men nogal eens voor suite-deuren pleegt te hangen, evenmin een vergunning wordt gegeven. Nieuwe gordijnen voor opklapbedden mogen niet meer gekocht worden, omdat we dit soort stcf- feering niet als streng noodzakelijk beschouwen. Met het aanvragen van sluitgordijnen moeten we overigens steeds extra op onze hoede zijn, want het vernuft van het publiek is tegenwoordig bij zonder groot. Een paar mooie velours-gordijnen zijn. om slechts één ding te noemen, al herhaaldelijk aangewend om er een paar aardige japonnetjes van te maken! En dat is natuurlijk de bedoeling niet. Daarvoor zijn de textielkaarten, waarmee een ieder rondkomen moet. HUWELIJKS-BEZWAREN. Tenslotte vertelt de heer Romswinkel ons nog een en ander van de problemen, waarmee de bruids paren van tegenwordig te worstelen hebben. Bij het aanvragen van een vergunning voor een uitzet speelt naast het bewijsje dat men aangeteekend is het salaris van den adspirant-echtgenoot een groote rol. Steeds moet het bruidje dan een bewijs mee brengen wat haar man straks op tafel kan leggen STAMSLA STAMSNU STOKSLA STOKSNIJ SPEK PRONK DOP CITROEN KIEVITS FLAGEOLET BRUINE WITTE TUIN bctui zacU* GROTERE OPBRENGST FIJNERE KWALITEIT A. TABERNAL ZOON HAGELINGERWEG 28, SANTPOORT, Tel. 8232 okeu (Adv. Ingez. Med.) om gelukkig te zijn. Voorts moet zij het huurcon tract toonen, omdat ook de huurprijs een factor is waarmee rekening gehouden wordt. Hoe meer men verdient en hoe duurder men woont, hoe langer het verlanglijstje is. Al spreekt hqt vanzelf, dat men het niet te gek moet maken, want dan wordt er heusch wel het noodige geschrapt! Wil zoo'n jong paar, dat op trouwen staat, tot het laatste oogenblik wachten met het huren van een woning, dan kan het dus niet op tijd zijn uitzet binnen hebbqn, evenmin als de stoffeering, omdat hiervoor het aantal kamers van te voren dient op gegeven te worden. Helaas wordt ook met de trouwerij nog al eens een poging ondernomen om de distributie om den tuin te leiden. Want de be geerten der jonge paren zijn vaak groot, terwijl de voorraden nu eenmaal voortdurend afnemen. Maar, zoo besloot onze zegsman vroolijk, vorloopig be hoeft niemand zich nog ongerust te maken, dat het trouwen zal moet worden stopgezet. Dat is geluk kig een van de weinige dingen, die nooit een pauze hebben gekend! Dc Loonbelasting. 's GRAVENHAGE, 2 Mei. De secretaris-gene raal van het departement van financiën heeft het volgende bepaald: Artikel 1. Regelingen krachtens welke een werknemer of ander gerechtigde, tegenover een werkgever, een fonds of een verzekeringsmaatschappij, aanspraak of mede aanspraak heeft op eenige andere uitkeering dan pensioen in den zin van artikel 6, letter c, van het besluit op de loonbelasting, kunnen desge vraagd voor de toepassing van de letters c. en d. van genoemd artikel door den secretaris-generaal van het departement van financiën, onder door hem te Stellen voorwaardén, worden aangewezen als pensioenregelingen in den zin van genoemde lei ter c. Artikel 2: Indien krachtens een overeenkomstig artikel 1 aangewezen regeling eenige andere uitkeering dan pensioen in den zin van artikel 6, letter c van meer genoemd besluit plaats heeft, wordt die uitkeering als loon aangemerkt, en is op die uitkeering artikel 10 van het besluit van toepassing. De uitvoering der Kinderbij»lagwet. Zij die recht op een hoogere uitkeering meenen te hebben. 's GRAVENHAGE, 2 Mei. Dengenen, die meenen krachtens de kinderbijslagwet aanspraak te kunnen maken op kinderbijslag of op een hoogere uitkeering dan hun is toegekend, wordt er op ge wezen. dat zij ter zake inlichtingen kunnen in winnen bij de instelling, waarbij hun werkgever zijn personeel heeft verzekerd ingevoige de ziekte wet, dus bij den Raad van Arbeid of bij een be- drijfsvereeniging. Mochten zij, ook nadat hun de gevraagde in lichtingen zijn verstrekt, meenen verdere aan spraken op uitkeering door een bedrijfsvereeniging te kunnen maken, dan kunnen zij zich met een klacht wenden tot het college van toezicht, Raam- weg 90, te 's Gravenhage. Duitsch Landsgerecht. DUITSCH-VIJANDIGE GESCHRIFTEN VERSPREID. 's GRAVENHAGE, 2 Mei. Drie Amsterdammers hebben zich voor het Landsgerecht moeten verant woorden wegens verspreiding van geschriften met een voor Duitschland vijandige strekking. Een van het drietal had in October een verhaaltje onder den titel „Vrij Nederland" en een gedicht in resp. tien en vijf exemplaren aan de beide andere man nen gegeven, welke schrifturen kennelijk schimpend voor de bezettingsoverheid waren. Hij had m totaal 55 exemplaren van die geschriften in bezit gehad erkende dat de inhoud beleedigend was en wilde er daarom maar af zijn, doch beging de fout deze geschriften ter hand te stellen aan derden, in plaats van ze te verbranden of op andere wijze te vernietigen. De tweede van het drietal had vijf exemplaren verspreid en was wel zoo verstandig geweest de rest te verbranden, de derde had de exemplaren niet verder verspreid. Nadat Staatsanwalt dr. Seiler straffen van resp. 8, 8 en 6 maanden had geëischt, veroordeelde rechter Joppich de mannen onderscheidenlijk tot 6, 6 en 5 maanden, onder aftrek van voorarrest. De rechter wees nog op de domheid, met zulke ge dichten en verhaaltjes een papieren oorlog te willen voeren. (A.N.P.) EXAMENS. ANALYST. Bij het onlangs gehouden analyst-examen van De Nederlandsche Chemische Vereeniging, slaagden uit Haarlem en omgeving de dames: H. Duiker, L. Germeraad. A. de Klerk, E. Knol. J. Noë, M. Plaisier I. Putz, A. Schoorl, L. v. d. Stad. W. v. Walen en de heeren: A. Hijner, P. A. Hoogendoorn, G. Moes, A. N. Poelman en A. H. Presburg, leerlingen van den Haarlemschen Analysten-cursus. Uit een villa aan den Amersfoortschen weg te Bussum is een zeer belangrijk bedrag aan geld ontvreemd. De 25-jarige L. Vons uit Vlaardingen is vermoedelijk in de haven geloopen tengevolge van de duisternis en verdronken. Uit een kelder van den koopman A. te Maastricht is een partij van 1200 K.G. aard appelen gestolen. De politie te Heerlen heeft twee beruchte rij- wieldieven uit Heerlerheide aangehouden, die in een maand zestien rijwielen hebben gestolen. Laurierkers. De laurierkers is een heester, die niet uilsluitend voor zijn bloei wordt aangeplant. Veelal is die bloei maar iets bijkomstigs en ;s zijn hoofdopdracht om een minder mooie plek in den tuin achter zijn dichte bladerdek te verbergen. Daar de plant wintergroen is, kan ze deze bedekkende functie dus gedurende het geneele jaar vervullen. Hoewel deze heester 's winters ook zijn blader tooi houdt, is hij toch niet volkomen winterhard. Bij strenge winters vriest hij sterk terug. Wel be staan er eenige winterharde variëteiten, die dus, wat dat betreft, boven de soort zelf zijn aan te be velen. LAURIERKERS. (Foto Hendriks). Ook als groene achtergrond kan de laurierkers goede diensten bewijzen, b.v. voor vroegbloeic .de heesters, die bloem dragen vóór het blad. Een bloeiénde kornoelje-struik of een Forcythia zullen oneindig veel aan schoonheid winnen, wanneer hun wazige ijle bloementooi een donkergroenen achter grond heeft. Ook zal in een groepje coniferen de laurierkers vaak een aardige afwisseling vormen, met zijn groote langwerpige, donkergroen glanzende, leer achtige bladeren. De bloei van de laurierkers, al is die dan meestal niet de reden voor het planten van den struik, is lang niet onaardig. Het zijn kleine witte bloemen, die in Mei opengaan aan de opstaande okselstan- dige trossen en die bij sommige variëteiten, als P. L. schipkaensis. heerlijk geuren. In den vorm en de grootte van de bladeren ligt meestal het verschil der variëteiten. Ook wel in den vorm van den struik als geheel. P. L. caucasica is rechtop groeiend evenals P. L. Reijnvaanii, terwijl P. L. schipkaensis breed en kruipend groeit. Winterhard zijn- P L. caucasica. P. L. schipkaen sis Mischeana en P. L. serbica. Prunus Laurocera sus verlangt een vochtigen humushoudenden bodem en heeft niet veel behoefte aan licht. Ze groeit uit stekend op donkere plaatsen onder boomen. Veeleischend is de struik dus niet. A. J. D. BURGEMEESTER VAN WILLEMSTAD BENOEMD. Bij beschikking van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is F. H. Wanninkhof met ingang van 15 Mei tot burgemeester van de gemeente Willemstad benoemd. De heer Wanninkhof is luitenant-kolo nel op nonactiviteit. Hij werd te Deventer gebo ren 4 Maart 1888. Voor de Kinderen WAT IK NIET LUST, ZAL II] OOK NIET HEBBEN I (Teekenmgen H. Kannegietcr). „Zeg eens Jan. sta je te snoepen? Denk je niet aan Teddy Trix? Kun je zoo je vriend vergeten? Dan ben jij een vent van niks! Kom, laat mij een keertje proeven, laat me toch niet hunk'rend staan. Als Je niets voor hem kunt missen, kijkt je hond Je nooit meer aan!" „Kom, welaan dan. beste Teddy, hier, daar heb je ook een hap. Sta nu niet zoo mal te kijken, 't Is voor jou. het ls geen grap! Toe dan toch! Pak aan en gauw wat! Baas.ie spaart het uit zijn mond. Wel, hoe heb ik het nu met je? Wat ben jij een rare hond!" Teddy heeft er aan geroken, maar de geur bevalt hem niet. En hij keert zich vol ver achting zoo je op dit plaatje ziet van zijn baasje af. die rakker, 't Is voor hem niet goed genoeg. Droog biscuit wil hij niet hebben, 't is om „lekkers" dat hij vroeg. Maarwat gaat er nu gebeuren? Roept Jan is —het heusch dc kat? 't Zou wel weer geen wonder wezen als dat beest die rommel at. Even heel opmerkzaam wezen, kijken wat ons poesje doet. Ja, daar komt zij. sluipend, gluipend, met haar valsche kattesnoet! door MABEL-GRUNDY. Vertaald door E. GRIESE-KETS DE VRIES. 40) „Vermetel", meende Whiff. „Welnu, laat ik u dan zeggen, omdat ik u een huis heb aan te bieden, waarvan ik het wagen mag te beweren, dat het in ieder opzicht te verkiezen is boven dat van den heer Lamb', zij sprak met ontwapenende openhai-tig- heid; ,een huis behoorlijk boven den zeespiegel op drogen, zandigen grond, waar rheumatiek een groote onbekende is. maar ik kan het niet met po sitieve zekerheid zeggen, ofschoon ik wel kan be weren, dat ik er nog nooit iemand in een rolstoel heb ontmoet, of iemand, die mank liep „Het kan in de vingers zitten. Ik loop niet mank, maar kijk eens naar mijn vingers''. Whiff bekeek ze en zuchtte. ,Even erg", zei ze. Mevrouw Redpath wachtte, maar Whiff stapte van het onderwerp rheumatiek af en roerde andere dingen aan. ,,Het uitzicht is op het zuiden, het is gelijkvloers, heeft lichte, frissche keukens, een proviciekamer op het noorden, overal electrisch licht, met trek- schakelaars boven de bedden". „En waar is dat huis?" vroeg mevrouw Redpath. maar op een toon, die duidelijk te kennen gaf, dat zij heelemaal niet in het bestaan er van geloofde of nauwelijks geloofde. „Putney. Vlak bij de Heath". „En te huur? Onder geen omstandigheid wil ik koopen". „Te huur". Whiff leunde terug in haar stoel en mevrouw Redpath deed hetzelfde. „Het behoort aan een vriend van mij, een mijn heer Quinton, den vriend, voor wien ik nu in Rus- cott op zoek ben naar een huis. Net als u wil hij niet van het zijne scheiden tot hij een ander heef1 gevonden". In haar verlangen niet te begeerig te lijken, streelde zij onverschillig over een porceleinen beestje op een tafeltje vlak bij. „Hy trekt er uit, omdat hij meer buiten wil zijn. Hij wil een tuin en een kerseboom en musschen en merels, die wor men pikken op een grasveld. Ik zie, dat u een prachtig grasveld hebt". „Op een afstand ziet het er mooi uit, maar het zit vol plantago's". „Maar zitten er ook wormen?" „Millioenen", zei mevrouw Redpath; „om heel eerlijk te zijn, vroeg in het voorjaar is het gras veld één groote wormenhoop. Wat verlangt uw vriend nog meer?" „Zijn eigen fruit en groente. Aardbeien, die in de zon warm stoven; erwten op dauw-ochtenden" „De merels pikken al de aardbeien weg en iedere schil van erwten wordt geledigd door spreeuwen" zei mevrouw Redpath. „Nog iets anders?" „Rozen, die zich langs het huis slingeren, aan alle kanten velden, fraaie kronkelende, smalle land wegen, al de vrede en rust van het platteland. Hij heeft jai-enlang bij Londen gewoond, nu verlangt hij andere dingen dan winkels en huizen". „Arme, misleide man", mevrouw Redpath stond op en belde. „U krijgt thee" zei ze. „Ik heb de mijne vroeg gedronken en die Lamb vermoeide me. Rozen slingeren zich soms, zooals u het zoo schil derachtig voorstelt, maar niet vaak. Als ze niet worden aangetast door de luis, hebben ze te lijden van meeldauw en je bent altijd met ze bezig mesten of afdekken, of snoeien, of inspuiten, of opbinden. Als je rozen houdt, heb je geen rust. Ik meende, zooals uw vriend meent, vrede te vinden in een tuin" zij sloot de oogen „dat was enkele jaren geleden, toen ik jonger en sterker was nu verlang ik naar de stad te gaan voor een rustkuur". Whiff zag haar kans en greep ze. „Kom dan", reip ze opstaand, „kom op staanden voet het huis van mijnheer Quinton zien". Mevrouw Redpath opende de oogen. „Nu?" „Ja. op dit oogenblik". „Maar het is half vier". „Om twintig over vier gaat er een trein naar de stad. Ik heb bij de garage naast het postkantoor een taxi besteld, die hier om vier uur zal zijn. Tegen zes uur zullen we aan het huis van mijnheer Quinton zjjn en kunt den trein van acht uur vijf endertig van Victoria terug nemen en thuis zijn om „Maar waarom die haast?" kwam mevrouw Radpath tusschenbeide. „Heb ik u niet verteld, dat ik niet gehaast en opgejaagd wil worden? Ik weiger ie worden gehaast. Wel, u bent nog erger dan mijnheer Lamb". Zij was vreeselijk gegriefd. „Ik weet niet, waar de wereld toe komt. Om dezen tijd van den dag naar de stad gaan! Het ïs een ongerijmd voorstel". „Maar absoluut noodzakelijk, als u ook maar de geringste kans wilt hebben, om het huis te be machtigen, een greintje kans", zei Whiff met kalme, maar zeer plechtige stem en met een zachten tik op den rug van het porceleinen beest bij ieder woord. „Het zit zoo. Mijnheer Quinton heeft juist vanmiddag (Whiff wist, dat zij op Quinton kon rekenen wat betrof het opvolgen van haar aan wijzingen) een advertentie voor het huis aan drie van de grootste dagbladen gezonden: hij heeft het ook laten inschrijven bij de voornaamste Londen- sche huizenmakelaars. Het huis is te huur. Begrijpt u de beteekenis van die woorden: te huur. Morgen ochtend zal Putney overstelpt, verzwolgen worden niet door de zee, maar door een ziedende men- schenmassa. Ik mag dit huis wel, zelfs als de tuin en de rozen en de vogels vermoeiend zijn. Ik wil het hebben. Voor mijn vriend. Dus geef ik u de kans op het zijne. U zei, dat het aan de eerste de beste persoon zou overgaan, die u een huis bezorgde Koml" Het tweede meisje kwam binnen met een blad en scheen verrast, toen zij haar meesteres besluite loos en in verwarde opwinding in haar stoel zag schommeleij. „Ik zal geen tijd hebben voor thee'. Whiff keek op haar horloge. „U hebt een kwar tier tijd en tien minuten om u aan te kleeden". Zij glimlachte overredend. „En mag ik terwijl u zich kleedt de rest van het huis zien?" „Dat mag u", snauwde mevrouw Redpath. „Ik heb nog nooit een lastiger jong wezen ontmoet zelfs mijnheer Lamb is.niet zóór erg! Ik voel me beslist ziek". Haar blik logenstrafte haar mededeeling, toen zij vlug wat lekkernijen verorberde en een gloeiend kopje thee uitdronk, want haar wangen hadden een blos en haar oogen glansden van opwinding. Om nauwkeurig te zijn, zij genoot in hooge mate, en dat zag Whiff. Zij was een taaie oude dame en kwiek en actief en toen zij in den trein zaten, duurde het zelfs nog twee volle minuten voor hij vertrok. HOOFDSTUK XXVII Inmiddels was Quinton aan den gang geweest. Binnen een uur na de ontvangst van Whiff's tele fonische boodschap had hij overeenkomstig haar bevel de drie advertenties bezorgd, was in een taxi rondgevlogen naar vier van de meest bekende huizenmakelaars, die hem bijna om zijn hals vielen van vreugde, toen zij vernamen, dat hij een huis te verhuren had: en nu was hij bezig met het op scharrelen van de keukenmeid en Panton, die samen op kamers woonden in Fulham, daar de keuken meid geen thuis had en Panton bezwaar maakte tegen Islington met „de lente voor de deur". Zij hadden geweigerd volkomen werkloos te zijn, elk van hen ging twee of drie dagen per week uit, als noodhulp. Dat mijnheer haar niet wilde toestaan als verzorgsters van zijn eigen leege huis op te treden, beschouwden zij als niets minder dan tegen stand en eigenzinnigheid, zoo niet als feitelijke krankzinnigheid. Een vrouw te betalen, om vuur in de kamers te gaan aanleggen en tweemaal per week de ramen open te zetten, waarbij nog hun eigen kostgeld kwam, was een roekelooze geldver spilling, die haar slechts met hoon vervulde. Toen zij hadden aangedrongen op toestemming, om deze plichten waar te nemen en Quinton met rood gezicht gehumd had (hoe kon hij uitleggen, dat hij vreesde, dat mevrouw Dimsdale zich toegang zou verschaffen, als de keukenmeid en Panton werden aangehouden) en had gezegd, dat hij reeds een afspraak met een juffrouw Horner had gemaakt, die beter gehandhaafd kon blijven, maar dat hij ze vriendelijk voor hun aanbod dankte, kwam het haar voor, alsof de dingen steeds „zonderlinger en zonderlinger" werden. „Er is een geheim", zei Panton. „Eii een, dat we niet kunnen onthullen", sprak de keukenmeid, „dus is het nutteloos, onzen tijd te verknoeien het te probeeren. We moeten maar hopen, dat we den een of anderen dag een ander huis krijgen, zelfs al is het buiten". Zij werden al verzoend met het idee van buiten, zoolang zij bij Quinton konden zijn. Zij wisten dat zij nooit een anderen patroon zooals hij zou vinden, en hoe langer zij en Panton van hem gescheiden waren, hoe meer zij wisten, dat zij van hem hielden. Zij waren verbaasd, toen hij hen opzocht, en zoo opgewonden bleek te zijn. Zij zaten juist aan de thee. toen de taxi voor het huis stilhield. Toen hij uiteenzette, wat hij van ze verlangde, stonden zij al gereed met hun hoed op nog voor hij tot dri« kon tellen. In het geheim verwonderden zij zich over al deze toebereidselen om de bekoorlijkheden van het huis te vergrooten. Van hetgeen zij gehoord hadden, zouden de menschen overal op afvliegen, zoolang het overeind stond en onderdak bood. Echter. Wel, het was weer een geheim. Zij werkten goed. Spoedig knetterde het vuur in de kachels, stoflagen waren verwijderd, vlug waren de stoffers, zwabbers en tapijtschuiers gehanteerd. „Die schoonmaakster" zeiden ze tegen elkaar, „was geen zes stuivers per dag waard; „de hoeveelheid spinrag was geweldig". Terwijl zij werkten, doorzocht hij de Putney High Street voor bloemen en slenterde toen door het huis in afwachting van de komst van Whiff, terwijl hij zijn fantasie, om aan de dingen de laatste hand te leggen, in daden omzette, zooals het opschudden van bedkussens, het anders leggen van sierkussens en het onverschillig rondstrooien van boeken op „huiselijke" manier, maar die Panton zoodra hij zijn hielen gelicht, had prompt in hun oorspronkeïijken toestand terugbracht. „De kussens in bed" vertelde zij aan de keukenmeid, kunnen wel liggen wachten op menschen met asthma, hij heeft ze allemaal tegen het hoofdeinde van het bed gepropt en vree selijk gekreukt. Ik kan me niet indenken waarom er al die drukte wordt gemaakt voor dat mensch, dat met juffrouw Woffran meekomt. Zij kan er van op aan. dat ze het in ieder geval nemen zal, als zij tenslotte een huis wil hebben: en dan ben ik benieuwd, waar zij gaat wonen? Ik zie in de krant, dat de menschen in afgedankte kippenhokken huizen". (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 11