Silhouet 1941. Sp0* Een eigenaardige aanbieding Geen zwartgalligheid. Het fleurig accent. 'W Vilthaedzn^ v. AMERONGEN's Het menu van den da ZATERDAG 10 MEI 1941 H A A RLE M'S DAGBLAD Het beeld van de mode, dat ieder jaar veran dert, heeft ook deze lente weer een nieuw gelaat gekregen, een lieftallig, fleurig gezicht. Silhouet 1941 is vlot, sportief en rank, juist zooals ze al vele jaren was, maar ze heeft enkele details, die wij nog niet kenden, een lijntje, dat nieuw is, een paar schaduwen, die speciaal bij dit voorjaar en dézen zomer hooren. Het korte manteltje dat door de mode-ontwer pers als dé nouveauté voor het nieuwe seizoen wordt aanbevolen en dat wel niet zonder prac- tische bedoelingen ten tooneele zal gevoerd zyn de stoffen-schaarschte is natuurlijk niet vreemd aan de keuze van dit model geeft aan het silhouet 1941 een aparte charme. Het heeft iets zeer markants en het laat zooveel variaties toe, dat het gerust als een uitermate-ge- schikte vondst door de geheele vrouwenwereld mag begroet worden. Bovendien schept het idee van dat pittige, korte jasje, dat een nieuwe lijn doet ontstaan, heel veel mogelijkheden, die. vooral in onzen tijd van punten-problemen, haar eligen waarde hebben. Want gaat u maar eens na: hoeveel dames bezitten niet een keurige wollen jas van „jaren-geleden", die van onover troffen kwaliteit en dus onverslijtbaar is, maar die weggehangen werd, omdat de ouderwetsche coupe niet meer beviel of eenvoudig: omdat men nu eenmaal nu en dan iets anders aan wil hebben. Zoo'n óude mantel kan door een handige naaister al heel gemakkelijk omgetooverd worden in een leuk, getailleerd, kort jasje, dat volmaakt .dernier cri" is en dat 't voordeel heeft, van uit muntend materiaal vervaardigd te zijn. U wilt weten, hoe deze jasjes er eigenlijk uit zien? Welnu, luister dan maar: ze reiken ge woonlijk tot halverwege de knie en zijn gemaakt van stof, zijde, fluweel, peau-de-suède of geïm pregneerd linnen. Men ziet ze in luxe-uitvoe ringen: van gebrocheerd satijn, maar ook heel eenvoudig en sportief, dikwijls met groote, op- gestikte zakken in een afwijkende kleur, die de leeren tasschen duur geworden door gebrek aan grondstoffen tot op zekere hoogte moeten vervangen. Gewoonlijk zijn de manteltjes in het midden ingenomen en hebben ze een smal, recht ceintuurtje dat met een gesp gesloten wordt. Enkele modellen speciaal 'geschikt voor vrouwen met een niet al te smalle taille vallen los over de heupen en er zijn er ook, die heel kort zijn. Bij de simpelste, specimen wordt een sport- blouse of een wollen jumpertje en een vrij kort rokje gedragen. Ze kunnen bij alle mogelijke gelegenheden gebruikt worden: op reis, in de stad, aan het strand. Onder de meer-luxueuze soorten kan men een gekleede blouse of een fijn namiddag japonnetje van.kant of voile dragen, zoodra de mooie dagen komen. Wat aan deze werkelijk-allergenoeglijkste kle dingstukken opvalt, is het jeugdige, pretentie looze aspect, dat ook aan de kostbaarste model letjes iets prettig-nonchalants geeft. Maar dat zelfde aspect brengt mee dat ze eigenlijk niet voor officieele gelegenheden geschikt zijn. al doet men goed, tegenwoordig dergelijke uitspraken bij voorbaat met een korreltje zout te aanvaarden. Want het officieele is lang niet meer zoo dwin gend van allure als vroeger: de conventies zijn soepeler geworden en madame Etiquette heeft leeren geven en nemen. In elk geval, dames, schaft u voor het voorjaar en den zomer zoo'n plezierig, jongmakend, kort jasje aan of laat uw naaister er een voor u van een ouden mantel maken. U zult het zeker met genoegen dragen. De modellen die u ditmaal op deze pagina afge beeld vindt, zijn alle drie, naar wij meenen aan trekkelijk genoeg, om u naar een aardig, kort jasje- te doen verlangen. Allereerst ziet u een modelletje, dat het meest geschikt is voor een jong meisje: het heeft half-lange mouwen en vrij-breede revers en is vervaardigd van effen, lichtgrijze, wollen stof. Vervolgens, schetste onze mode-teekenares voor u een jasje van donkerbruine peau-de- suède, dat, gedragen op een kaneel-kleurigen rok een bijzonder mooi effect maakt. Een dergelijk Wie heeft ooit iets goeds bereikt in het leven met enkel en alleen maar somber te zijn! In tegendeel, sombere en zwartgallige mensehen steken heel gemakkelijk anderen met hun eigen stemming aan, en het is bovendien erg goedkoop, om maar bij de pakken neer te zitten en de zwartste vooruitzichten voor de waar>heid aan te nemen. Veel moeilijker is het om in moeilijke tijden de Lichtplekken aan den zwarten hemel op te zoe ken. en daaruit de hoop te koesteren voor een ge matigd, maar dan ook altijd alleszins gerecht vaardigd optimisme. En wat een voldoening om ook anderen een grootere dosis moed te hebben verschaft, en daarbij nog de gedachte te hebben dat dit alles niet alleenstaand is, maar gerugge- steund wordt door de meening van vele anderen. Moeilijk is voor de huisvrouw de kwestie van de dagelijksche maaltijden, van de kleeding en van de verzorging van haar gezin; moeilijk is voor het hoofd van dat gezin de .behandeling van zijn zaken in een tijd van beperkingen als deze. maar wie er somber bij gaat zitten kijken, komt zeker niet tot een oplossing van de vele moeilijk heden. Nog erger wordt het wanneer de zwartkijkers zich aan voorspellingen gaan wagen over wat er in de naaste of in de verre toekomst zal gaan ge beuren. waarmee niet alleen het heden moeilijker wordt dan noodzakelijk is, maar waarbij ook de hoop op een betere toekomst de bodem wordt ingeslagen. Het mag dan nu al moeilijk zijn met de levensmiddelen je zult eens zien, over een tijdje wordt 't nog veel erger, beweren zij, maar als je aan ze vraagt hoe ze daaraan komen, hebben ze er in negen en negentig van de honderd ge vallen seen enkel overtuigend bewijs van. Ze zijn alleen maar somber en om zelf van een deel van die somberheid verlost te worden, praten zij er met iedereen over, wat hun zelf wat oplucht, maar wat al die anderen in een diepe put duwt. Dit is natuurlijk vooral het geval met menschen die er meer van schijnen te weten dan de mees ten van ons, en die daarvan nu misbruik maken om anderen het leven even zwart te doen zien als zij dat zelf doen. Bij al dat sombere komt nog iets anders: wie wat bereiken wil, ook in moeilijkheden, moet niet alleen maar zwartgallig zijn; geen sterveling heeft een onderneming ooit tot een goed resul taat kunnen brengen,, als hij niet geloofde in zijn eigen kundigheden, er dus een zekere mate van optimisme op na hield, die hem tot het einde toe bijbleef. Tenslotte voor alle zwarte toekomst-voorspel lers nog dit: wanneer de moeilijkheden toenemen, gaat dit bijna altijd geleidelijk, en men kan dan verbaasd staan over het aanpassingsvermogen van den mensch, waardoor hij zich weet te voegen naar de veranderingen die hij noodgedwongen moet ondergaan. Maar behalve dat aanpassingsvermogen speelt ook zijn vindingrijkheid een zeer belangrijke rol, en wanneer hij m e t zijn optimisme aldus gewa pend is, overwint hij de moeilijkheden op een wijze, zooals hij dat zelf niet eens voor mogelijk had gehouden. Mij dunkt dat er daarom alle reden is om de toekomst met vertrouwen en rustig optimisme tegemoet te zien. E. E. J.—P (Teekeningen .MariaChrisanti.)j manteltje staat heel gekleed, ook. aL.is hk. voor sportieve doeleinden eveneens zeer ge schikt en al kan het heel goed een regenbuitje verdragen. Ten slotte toonen wij u nog een wijde, korte jas van geruit materiaal, hoog aan den hals ge sloten en van een lange rij groote knoopen voor zien. Een echte, fleurige lentemantel, die slanke vrouwen ongetwijfeld flatteeren zal. MARIA CHRISAN'TÏ. KLEINE TIPS VOOR DE HUISVROUW. Wat we met citroenen allemaal kun- nen doen. Gelukkig, de citroenen worden weer goedkoo- per! We bedenken nu met dankbaarheid, wat we met een citroen wel allemaal kunnen doen. Een paar voorbeelden: Bij verharding van de huid (eeltknobbeltjes) aan handen of voeten kunnen we niet beter doen dan er een verbandje met citroensap op leggen. Langzamerhand zal dan het eelt verdwijnen. Zijn na een wandeling onze voeten moe en branderig geworden? Inwrijven met citroensap! Wratten die wonderlijke groeisels, die komen en gaan naar believen verdwijnen soms als men er een schijfje citroen oplegt en dit enkele malen vernieuwt. Verschillende soorten vlekken behandelt men met succes met citroensap. Inktvlekken b.v., als ze versch zijn, gaan er meestal na even better met citroensap uit. Hebt u kou gevat? En glas citroensap met een flinke schep suiker zoo heet mogelijk opdrinken en dan meteen onder de wol. Nu het weer Lenle is, as. nescissen en violen onze tuinen tol ware lusthoven maken en de zoele zuidenwinden al onze naargeestige gedachten ver drijven, voelen wij de behoefte, om zelf zoo frisch en bekoorlijk mogelijk te zijn, omdat de mensch nu eenmaal behoefte heeft, zijn uiterlijk in over eenstemming met zijn innerlijk te doen zijn. En o, hoe gemakkelijk is het, door middel van een enkel onbeduidend détail, onze klecding op peil te brengen. Heusch, we behoeven niet 'altijd da delijk in de beurs te tasten, als wij iets nieuws en iets aardigs willen hebben, iets, dat onze verschij ning een aparte aantrekkelijkheid verleent, iets, dat ons doet vergeten, dat wij met budgetaire moeilijkheden te kampen hebben. Let u maar eens op: men ziet dikwijls jonge meisjes, die over een ~,eer bescheiden kleedgeld beschikken en die er toch steeds alleraardigst uitzien. Zij bezitten het vermogen, om met geringe middelen iets goeds te (Teekening Maria Chrisanti.) bereiken. Met een enkel, zorgvuldig uitgekozen sieraad doen zij dikwijls wonderen, zij weten te tooveren met een paar el bandfluweel en ^vat fijne kant, zij zijn van top tot teen „dame", ook al moe ten zij nog zoo zuinig zijn. In het voorjaar kiezen zij kleinigheden, die door hun tint opvallen, omdat de Lente het jaargetijde van de bonte kleuren is: zij dragen op een eenvoudig,' wit jurkje, dat zij reeds het vorig jaar kochten, een aardig, zelf gemaakt jabotje, waarop fleurige motieven gewerkt zijn, of een corsage van veldbloemen, die ook al door zijn frissche nuancen opvalt. Het vroolijke. jeugdige persoontje, dat u hier boven afgebeeld ziet, heeft op haar licht jurkje, Voor de Kinderen igen H. Kannegieler). TEDDY ZORGT VOOR VERRASSINGEN, MAAR. Ha, het vrouwtje ls gekomen. Teddy springt en blaft van vreugd. Maar.... wat heeft ze in haar handen? Wat een pakjes, lieve deugd! Voor wie zou dat alles wezen, wat ze in de armen draagt? Teddy Trix is zeer nieuwsgierig, 'maar het geeft niets of hij vraagt. Hondentaal is niet voor menschen, zij ver staan geen woord er van. Maar toch zijn zij overtuigd dat jij hun wel begrijpen kan! „Teddy, alles laten staan hoor. 'k Zet de boel hier onder bed. 't Moet precies zoo blijven liggen als ik het heb neergezet." De l lager Daar hebben wij een groote collectie, van de oude kwaliteiten en. de prijzen zijn nog voor- deelig'! Iedere dame vindt den haar pas senden hoed bij I tege HOEDEN MAGAZIJN EN ANEGANG 24, FRANKESTR. 3—5 (Adv. Ingez. Mei dat zoo simpel en pretentieloos is, dat het bes!, kleurige noot kan verdragen, een allerliefst, borduurd kraagje gemaakt, waarbij een eeinli tje met hetzelfde bloempatroontje hoort. Een dergelijk garnituurtje is natuurlijk al heel makkelijk te vervaardigen: het vergt niet veel onze phantasie en ook niet van onze vakbekw: heid. Wij hebben noodig een paar lapjes stei witte stof, linnen of een ander materiaal zo: ingeweven patroon, waarop wij eenige eenvou bloemenmotieven teekenen. De ceintuur rechte strook, die alleen apn de beide uiteinden werkt wordt. Deze uiteinden worden door een gehaald en met een drukknoop aan een zijde sloten. Kraag en gordel kan men, als het borduuru gereed is, voeren met satinet of kunstzijde en de achterzijde strijken. MARIA CHRISAI Kleine hors d'oeuvre, Stamppot van versche bladgroente. Rijst met toessensapvla. RECEPTEN. Maak op een klein schaaltje, desgewensohtt driedeelig lunohschaaltje een hors d'oeuvre f roode en witte radijsjes, zoet-zure augurken overlangs doorgesneden eieren, die geviild J met een mengsel van de fijngemaakte dooier, theelepel fijngehakte peterselie, een kleinood- boter en wat selderiezout. Presenteer bg dl eieren wat mosterd. 1 Stamppot van versohe bladgroenten, raapstelen, andijvie, spinazie, postelein, stoi enz. door Martine Wittop Koning. 1V2 k.g. aardappelen, :-,i k.g. bladgroente, 4 d.L. taptemelk, 2V2 afgestreken eetlepel boter of vet', wat zout. Leg onder in de pan de schoongeborstelde; parten gesneden aardappelen met een bodem) kokend water; leg er de zorgvuldig gewassci) maar daarna goed droog uitgeknepen groentej al of niet fijngesneden en laat op een zad vuur alles gaar en droog koken. Voeg er de tap) melk bij, laat die aan de kook komen en sta3 dan de groente met de aardappelen door elkal onder toevoeging'van vet of boter, en zout na smaak. Rijst met bessensap. Druk de geheel drooggekookte rijst in met ka water omgespoelden rijstrand en stort ze op e verwarmden schotel. Maak de vla dikker dan g woonlijk en giet ze binnen in en om den ral rijst heen. RADIJS-TIJD Neem dan het hygiënisch verpakte en bereide keukenzout Jozo of Nezo, Kristal zuivej zoutuit eigen bodem. z Med.)\ door MABEL-GRUNDY. Vertaald door E. GRIESE-KETS DE VRIES. 46) En nu, wel, nu wist zij, dat hen het niet zou hebben deze prettige bibliotheek, omdat hij er niet aan zou denken. Hij zou op den ouden voet doorgaan, op ongemakkelijke stoelen zitten, naai afschuwelijke platen staren, naar de afgrijselijke klok turen.Maar er was niets aan te doen. zei, dat ze gaan moest. Hij had haar zoo goed als ontslagen. Zij moest weg, voordat haar werk ge ëindigd was. Hij had gelijk, elke vezel van haar zei haar, dat hij gelijk had, maar het was hard, heel hard, wanneer er zooveel ongedaan moest blijven. Waarom, 0, waarom was hij verliefd op haar ge worden? Zij had niet geprobeerd, liefde voor haar bij hem op te wekken. Zij had geen vrouwelijkt- listen en kunsten toegepast, om hem in te palmen. Zij had enkel en alleen zijn vriendin willen zijn. En hij ging zich zoo gedragen.„Heel vervelend van hem", zei ze klaaglijk tot zichzelf, „en zoo afschu welijk, nu we toch samen zoo gelukkig waren, dat we tante Sophia waren kwijt geraakt en dat ik een nieuw huis gevonden en het in orde gemaakt had En waar moet ik heen?" Bleek lag zij hierover te peinzen. Waar moest zij heen? Wat moest zij doen? Haar lippen beefden en zij was zoo dicht aan huilen toe, dat zij uit haar stoel moest opstaan en' naar het huis wandelen, en juffrouw Frimley vragen o' zij haar thee in den tuin mocht hebben, alleen op zichzelf te beletten te gaan huilen. „Voor twee thee?" „Neen, voor' één". „Ik meende, mevrouw, dat mijnheer Quinton hiei was". „Neen", zei Whiff een tikje bruusk, „mijnheel Quinton is weg. Alstublieft thee voor mij alleen" „Ja, mevrouw". „Ik geloof", zei juffrouw Frimley tegen juffrouw Lusinda, „dat influenza de menschen een beetje kribbig maakt...." „Ik weet het zeker", zei juffrouw Lucinda, terwijl zij op haar gemak de puntjes en steeltjes van wat vroege en heel kleine kruisbesen voor de vla van morgen zat te plukken. „En groote néerslachtigheid veroorzaakt", vol tooide juffrouw Frimley, daar zij door het raam turend Whiff met haar hoofd op haar armen ge leund in haar stoel zag zitten, geheel en al iemand, die ten prooi is aan het ergste leed. „Ik zal haar terstond thee brengen". HOOFDSTUK XXXII. Whiff besloot voor een tijdje naar nicht Maria te gaan, als nicht Maria haar wilde ontvangen. Nog steeds zwak en onvast en bij tijden lijdend aan een zwaarmoedigheid, die geheel vreemd was aan haar temperament, meende zij, dat een week of twee in de oude kathedraalstad met haar atmos teer van sereniteit en afgesloten van de wereld haai misschien lichamelijk en geestelijk goed zou doen Haar geschokte zenuwen zouden kalmceren, haai opgewektheid terugkeeren. Nicht Maria was geen verkwikkend iemand, maar zij liet de menschen alleen, viel hen niet lastig met al te veel gepraat, ten de geleerde neef in 't gesprek betrokken werd: haar huis was gezellig. Gezelligheid trok Whiff juist nu heel sterk aan. Het pension van mevrouw Paddie, het rumoer van Londen en het gezoek naar een nieuw kwartier trokken haar allesbehalve aan. Het antwoord van nicht Maria kwam na een paar dagen: „In vele maanden heb ik, behalve via een kaart met Kerstmis, niets van je gehoord. Je zegt,, dat je tegenwoordige betrekking zoo ongeveer eindigt, maar je zegt niet, wat het voor een betrekking is geweest. De vorige herfst hoorde ik een eigenaar dig gerucht: je werkte voor een ongetrouwde hee> /an middelbaren leeftijd, bij wien je inwoonde. Di1 ik zeg het terstond, kan ik niet gelooven. Daarom kom zoodra het je schikt, en ik zal mijn best doen ie bezoek zoo aangenaam en gezellig mogelijk tf maken. Het spijt me te hooren, dat je ziek bent ge weest. Influenza is zeer verzwakkend en neer drukkend. Ik hoop, dat alle besmetting voorbij is. Laat me weten, wanneer ik je kan verwachten Je toegenegen nicht, i Maria". „Ze is niet goed wijs! Ik zal me niet vermoeien met het haar uit te leggen!" zei Whiff tot zichzelf. „Ik zal de gastvrijheid van nicht Maria niet aan nemen, niet, dat ik in het minst beleedigd ben, ik herhaal: ze is niet goed wijs! Ik vergeef je, lieve nicht Maria, maar ik zal niet naar je toe gaan". Deze opmerking was gericht tot een ouden, wol- ligen hond, die aan het eind van de Common woon de en die Whiff soms bezocht, als zij buiten in den tuin van de dames Frimley lag. Hij was een tamelijk eenzamé hond en had ontdekt, dat Whiff eenzaam was, dus kwam het in zijn aardigen, vriendelijken woliigen kop op, dat zij blij zou zijn somtijds een kameraad te hebben. En zij was blij. Hij maakte nu een lichte beweging met zijn staart ter bevesti ging van haar' opmerking, 'hetgeen kwispelstaarten geweest zou zijn,, ware de middag niet zoo warm geweest: het weer v/ss plotseling beslist heet ge worden. Aangemoedigd vervolgde Whiff: „Maai waar moet ik heen?" De wollige hond kon .het niet zeggen. „Ik vóel nog niet veel voor werken". De staart bewoog lichtelijk. „En het staat ine tegen. Ik geloof niet, dat ik na dit van eenig werk zal houden". Merkend, dal er iets als bedruktheid in de stem van zijn kameraad was, kwam de wollige dichtei bjj haar stoel en plofte toen met een bons op het gras neer. „Weet je, hij is me in geen week komen opzoeken niet sedert den dag, toen hij zei. dat hij het niet kon uithouden me nog langer te zien". De zin ein digde plotseling en er was een vreemd soort ge smoord geluid, dat ooi-zaak was, dat de wollige zich verontrust voelde. Hij stond weer op en ditmaal legde hij zijn kin in Whiff's schoot en keek in haai gezicht met zijn vriendelijke hondenoogen en zijn er in heel de wereld liefhebbender en begrij '•ender oogen dan die? „Eiken dag stuurt hij iets: bloemen, fruit, boeken tijdschriften. Maar het is niet hetzelfde, wel, da hij niet zelf komt?" De bollige drukte zijn kin nog platter op haar knie en met een zwakke beweging van zijn staart zei hij van niet. „Dus kan ik daar natuurlijk niet, heen. Ik kan hem met aansporen, dit te doéiï én da.t te laten En ik weet, dat alles mis zal gaan. Er zal niemand zijn, om met Shalton te redeneeren en hij zal niets uitvoeren, als hij niet kan redeneeren. En deze cretonnes zijn per post gekomen stalen ik be stelde ze dagen geleden. Zijn ze niet prachtig? Ze waren voor de zitkamer. Ik wenschte kleur in de kamer, kleur en helderheid en licht. De zitkamer in Lavender Lodge was zoo triest, het eenige mooie dat ze bevatte, was de rose lampekap en ik wilde zoo graag, dat hij een zonnige omgeving had. omdat zijn leven nogal triest is geweest. Ik was van plan hem over te halen daar, zoowel als in de bibliotheek een nieuw vloerkleed te nemen, een mooi eenvoudig blauw, en alle cretonnes en gor dijnen zouden blauw en mauve geweest zijn. het geen bij de zacht crème gekleurde muren behoorlijk zou staan. Dan is het 't erf, Michael" zij had der hond regelrecht Michael gedoopt vanwege de uit drukking in zijn oogen, die zoo engelachtig was. dat ze een visioen opriep van hemelbewoners „het moet onmiddellijk gebeuren, opgeknapt vóó: den zomer, vind je niet?" Michael stemde toe en duwde een vochtige neus onder Whiff's loome hand. „En hij zal het uitstellen zoo is hij. Hij is laksch in alles neen, niet precie,- in alles". De kleur vloog naar haar wangen, toen haar zijn ijverige hofmakerij te binnen schoot en zij verviel in een dagdroom, terwijl Michael, haai veranderde stemming begrijpend, terug plofte op het gras en met zijn kop tusschen zijn poolen ging slapen. Dien avond schreef zij naar het bureau vooi vreemdelingenverkeer aan verschillende badplaat sen, met het verzoek haar adressen van kamers t< willen verstrekken. Een opfrisschertje aan zee voelde zij, moest zij hebben vóór zij zich op nieuv werk kon storten, Alleen al de gedachte aan he' lawaai van Londen, de bekrompen ruimte van haa oude kamer bij mevrouw Paddie, terwijl zij haa- werk zocht, vond zij huiveringwekkend. Daken er schoorsteenen, pijpen en leelijkheid zou zij in over vloed te slikken krijgen: haar oogen zouden ruster óp vieze papieren waaiertjes en het harlekijn toilet stel inplaats van op de wijde, frissche, winddoor- waaide uitgestrektheden van de North Downs en de tegen het blauw van de lucht afteekende torenspits van Ranmore, die uit het niet scheen te voorschijn te komen (daar de kerk onzichtbaar was) een voor werp van ernst en schoonheid, een baken van h melwaarts rijzende hoop. Met droomende oogen keek zij er nu naar tenv zij aan de voorzijde van de Noord Form langs d top van de Common heen en weer stapte. Zij peins over allerlei dingen en zij was rusteloos en gekwe en niet weinig geprikkeld om Quinton. Waarom li hij haar zoo volslagen alleen. Haar een weinig leen laten was vanzelfsprekend, maar haar z volslagen alleen laten was niet vanzelfsprekend onvriendelijk. Ja, onvriendelijk. Zy was ziek g weest en zij was terneergeslagen en eenzaam hij moest weten, dat zij terneergeslagen en ee zaam was en vroeger had hij zich toch als zoo vriendelijke man voorgedaan. Hij had gezegd, d hij tante Sophia er niet uit kon gooien omdat tP vriendelijk was! Zij lachte bij de herinnering ai zijn woorden en hel was in het geheel geen fraa lach. Het was een cynisch, akelig lachje en Wh was zelf ontsteld, toen zij het hoorde en tracht haar blik en gedachten op de torenspits van Rai more te houden, maar met weinig succes. QuinM en zijn huis en tuin en bezittingen in het algemei zouden op den voorgrond blijven treden, en zij bi trapte zichzelf op hardnekkige pogingen om tui schen de boomen in de verte aan den andere kant van het dorp De Zuid te onderscheiden, ook zich voor den geest te halen, wat de bewonei van dat huis aan het doen waren, terwijl zij verlate alleen liep. Schoten de keukenmeid en Panton met het werk en met schoonmaken? Was Quinto bezig met het ophangen van schilderijen? Had h het portret van oom Dimsdale weer een plaatsj gegeven of het verbannen naar een donkeren uit hoek van de vliering? Hoe stonden de bedden m( fien-weeksche stokrozen en asters en antirhinui er bij7 Dacht Quinton er wel aan ze water geven? Zij wist zeker van niet en ze zouden promp iood gaan en dit na al haar geworstel om ze te be wegen in leven te blijven, na al haar strijd met da ouden Shalton om hem tenslotte tot het plantes er van over halen. Het beeld, dat zij van die kwij nende, vérwelkende rozen en andere bloemen op riep, bracht haast tranen in haar oogen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6