Spaxt en Spet
Biljartiesftijd.
DONDERDAG IS MEI 1941
H A 'A RLE M'S D A G P. L A D
Cricket
Het Haarlemsclie districtselftal
legen de Flamingo's.
Men kieze het team pas na een proef-
wedstrijd.
no Haarlemsehc dlstricts-competltleleidcr van den Ne-
derlandschen Crickethond. de heer A. W Roggeband. zal
In den aanvang van het komende seizoen bii do samen
stelling van het wedstrljdpfogramrha vele moeilijkheden
moeten overwinnen. Op het terrein aan de Span.iaardslaan
z.al waarschijnlijk vóór 1 Juli niet kunnen worden ge
speeld. wat niet alleen ccn handicap is voor de Rood en
Wit-elftallen. maar nog meer voor de adsplranten in de
Woensdagmiddag-competitie. Het zal tevens nog wel
ecnigen tijd duren, alvorens het veld van het Kennemer
Lyceum voor de crlcketsport in orde is gebracht en het
maaien van het gras op dit groote terrein vormt onder de
huidige omstandigheden een niet gemakkelijk op te lossen
probleem.
De wedstrijdleider zal dus een beroep moeten doen op
de medewerking van Haarlem. C. V. H. en R C. H. om
een eenigermate vlot verloop van de competitie te kun
nen garandeeren en de op de jaarvergadering getoonde
bereidwilligheid van de bestuursleden dezer clubs om
hun velden zoo veel mogelijk beschikbaar te stellen stemt
tot erkentelijkheid.
De vraag is echter gewettigd, wat er van den jaarlijk-
schen wedstrijd tegen de Flamingo's terecht moet komen
en waar deze match zal moeten worden gespeeld. Nog
steeds had dit treffen op het Rood en Wit-terrein plaats,
meestal in Juni en het zou een geluk bij een ongeluk
kunnen worden genoemd, als deze ontmoeting een maand
kon worden verschoven. Wat toch was het geval? Het ver
tegenwoordigend elftal van den voormaligen Haarlem-
schen Cricket Bond moest worden samengesteld uit spe
lers. dit voor het meerendeel gebrek aan matchpractijk
hadden en die hoogstens twee maal in 'n wedstrijd waren
uitgekomen op het moment, dat zij hun krachten met die
van de uiteraard sterkere en meer geroutineerde Fla
mingo's moesten meten.
Wanneer men nu weet. dat de Flamingo's vooral de
laatste vijf jaren met een naar verhouding veel te sterk
elftal naar de Spanjaardslaan kwamen en als regel bowlers
van internationale reputatie, zooals Sodderland. met den
aanval belastten, dan zal het volkomen duidelijk zijn,
dat er van strijd nauwelijks sprake was en de propagan
distische waarde van deze toch met dit oogmerk vast
gestelde ontmoeting nihil kon worden genoemd.
Het is daarom in de eeiste plaats te hopen, dat de keuze
commissie of de aangewezen captain van het Flamingo
team ditmaal inet meer overleg en begrip voor het doel
van dezen wedstrijd bij de samenstelling van het toer-
elftal te werk zal gaan, anders heeft de match het ave-
rechtsche resultaat van wat er mede wordt beoogd. Maar
daarmede zijn we er nog niet. Want ook van de andere
zijde zullen maatregelen moeten worden genomen, die ten
doel hebben het distrlcts-elftal zoo goed mogelijk voor
bereid in het veld te brengen. Dat kan natuurlijk niet, als
de match in de eerste weken van het seizoen wordt ge
speeld en daarom is .er juist nu een gelegenheid om
els de wedstrijd later zal worden vastgesteld de noo-
dlge zorg aan de ploeg te besteden.
Hoe zou men dat beter kunnen doen dan door het orga-
nlseeren van een selectiewedstrijd tussehen twee proef-
elftallen. waarvan de spelers dus match-practijk, dege
lijke oefening en routine opdoen en bovendien aan
elkanders spel gewennen. Bij zulk een wedstrijd is er
tevens gelegenheid voor de keuze-commissie om aanwij
zingen te geven en om te experimenteeren: het kan niet
anders, of een en ander zal er daadwerkelijk toe bij
dragen om het vertegenwoordigende team beter beslagen
ten ijs te doen komen en het zelfvertrouwen te ver-
grooten.
Men zou dezen proefwedstrijd kunnen doen spelen tus
sehen een combinatie der beste krachten van Rood en Wit
en Bloemendaal eenerztjds en die van Haarlem. R. C. H
en C. V. H. anderzijds, dan wel als een Noord-Zuid match,
waarbij Bloemendaal en Haarlem het eene team en de
andere drie clubs de andere ploeg zouden vormen.
CRITICUS
(Het ..biljartwonder" uit Waalwijk
Keesje de Ruyter, over wiens op
treden op te jeugdigen leeftijd zoo
veel te doen is geweest, is thans 16
jaar geworden en daardoor vrij om
lid te worden van den biljartbond.)
Kees de Ruyter, nou. van harte,
Je bent zestien naar ik lees
En moogt nu dus vrij biljarten,
Dat beteekent: klaar is Kees.
Klaar tenminste om te trachten.
Wat je in een match kunt doen,
Maar met al je groote krachten
Ben je nog geen kampioen.
Je kunt caramboles maken
Met een wonderlijk gemak
En je geeft van 't groene laken
Voor je jeugd een kranig pak.
Nu reeds sta je in het spelen
Zeker wel je (grooter) man,
Er zijn ongetwijfeld velen
Die je overwinnen kan.
Voor het zelfvertrouwen winnen
Is dat stellig heel wat waard,
Nu je loopbaan gaat beginnen
Zit j' als Ruyter goed te paard.
Maar je moet je niet verbeelden
Dat je klaar bent met je spel,
Zij die zooveel langer speelden
Lusten je voorloopig wel.
Je hebt slag van het biljarten
En je stoot merkwaardig goed,
Maar neem het besef ter harte
Dat je nog veel leeren moet.
Nu je vrij bent te beginnen
Is je vaardigheid al groot,
Maar een kampioenschap winnen
Gaat niet zoo op slag en stoot.
Zwt
OPENING IIF.R HEEM STEED SCHE ZWEMVIJVERS.
Op 12 Mei j.l. zijn de Heemsteedsche zwemvijvers we
derom voor het publiek opengesteld. Hieraan is geen
officieele opening verbonden geweest:. Voor de Heem-
stcedsehe Poloclub die de belangrijkste vereeniging is die
van het bad gebruik maakt, is liet ditmaal echter een
bijzondere gebeurtenis, daar zij dit Jaar haar 25-Jarig
bestaan zal vieren en het dezen zomer 25 jaren is
dat zij van het zwembad gebruik heeft gemaakt.
In verband met dit feit hoeft de propagandacommissie
van H. P C. in overleg met haar bestuur en het bestuur
van de Heemsteedsche zwemvijvers besloten, dit feit
eenigs/.ins plechtig te herdenken. Daartoe zullen op Zater
dag 17 .Mei des middags om 3 uur, de zwemvijvers officieel
voor II. P. C. geopend worden. Het woord zal hierbij ge
voerd worden door den voorzitter van de propaganda
commissie van H. P. C. Tevens zal naar wij vernemen,
wethouder van Unen, het woord voeren. Vervolgens zal
er voor de H. P. C.'ers gelegenheid bestaan om hun eerste
baantje in de inrichting tijdens het jubileumjaar te trek
ken. Of hiervan een ruim gebruik gemaakt zal worden
staat nog niet vast daar de temperatuur van het water nog
niet aanlokkelijk is. Enkele zonnige dagen kunnen daarin
evenwel spoedig verandering brengen.
Kaatsen
DE HEER BAX VERLAAT „FRISIA".
De heer Bax, secretaris van de Kaatsclub „Frisia" heeft
wegens drukke werkzaamheden bedankt als lid. De heer
Bax was de laatste jaren secretaris en heeft zich doen
kennen als een populaire sportman. Als bestuurslid
heeft hij veel voor de vereeniging gedaan en zijn organi
satorisch talent kwam naar voren in de dagen toen Frie-
sche militairen in Haarlem en omgeving gelegerd waren.
De heer Bax bereidde menigen wedstrijd voor. ..Frisia"
verliest dan ook in hem een ijverigen medewerker.
Daar ook de heer De Graaf, voorzitter der vereeniging,
wegens wei kzaamheden elders niet geregeld aanwezig
kan zijn, is de leiding der club In handen van den heer
De Wal, Kritzingerstraat 12 te Haarlem.
Tafeltennis
NED. TAFELTENNISBOND AFDEELING HAARLEM.
Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de afdee-
hng Haarlem van den Nederlandschen Tafeltennisbond zal
het bestuur Zaterdagmiddag 17 Mei van 4—6 uur in het
gebouw van den H. K. B.. Tempeliersstraat 35 te Haar
lem recipieeren
(Foto Ernst Krauss).
Hedi en Margol Höpfner, de
vermaarde solo-danseressen van
het „Deutsches Opemhaus" te
Berlijn, die a.s. Zaterdag in den
Stadsschouwburg te Haarlem
zullen optreden.
W u terpolo
De wmlercomoelitie geëindigd.
H. P. C. 3 kampioen.
Deze week zijn de laatste wedstrijden voor de winter
competitie van kring Haarlem gespeeld. Dit is de eerste
maal, dat in kring Haarlem een wintercompetitie lot een
eind is gebracht. Ook dit jaar waren er bij de organisatie
van de wedstrijden vele moeil'ikheden en moesten vele
wedstrijden enkele malen worden vastgesteld, maar toch
is het. dank zij de groote medewerking van de deelne
mende vereenigingen, tot een goed einde gekomen. De
indeeling van de klassen is wel zeer goed geweest, want
in bijna alle klassen is het kampioenschap in de laatste
wedstrijden gevallen.
Bijzonder spannend was het in de tweede klasse, waar
H. P C. 3. Haarlem 2 en H. V. G. B, 2 tot den laatstcn
wedstrijd een kans op het kampioenschap hadden. Toen
Haarlem 2 en H. P. C. 3 na een zeer spannenden strijd
de punten 'gedeeld hadden, stonden de Haarlem-reserves
met nog een wedstrijd te spelen tegen D. W. R. 2 er het
beste voor. D. W. R. 2 heeft in de ontmoeting tegen Haar
lem heel goed gespeeld, waardoor de Waterratten een
4—3 overwinning konden behalen, Handgraaf, de D. W R.-
middenvoor, was met zijn doorslagballen goed op dreef
en scoorde drie maal. Aan den anderen kant was midden
voor Bongers niet erg gelukkig, doordat vele goede scho
ten tegen lat of keeper kwamen. Een gelijk spel had hier
zeker de verhouding beter weei gegeven. Door deze onver
wachte nederlaag van dc Haarlem-reserves is H p. C. 3
met II punten kampioen geworden van de tweede klasse.
H. V. G. B. 2 won nog van D W. R. 2 met 4—3. nadat
eerst de Ratten een 30 voorsprong hadden genomen.
De dameszeventallen van Haarlem speelden beide een
wedstrijd tegen de H. P. C.-dames. Het eerste zevental
behaalde een 1—0 overwinning, terwijl het tweede zeven
tal met een 4—I nederlaag het onderspit moest delven. De
D. W. R.-dames wonnen met flinke cijfers van de H. V.
G. B.-dames. Het was vooral mej. H. Zieren, die het den
rood-witte dames lastig maakte, waardoor zij met een
8—0 nederlaag huiswaaris konden keeren.
Haarlem 3 en H. P.-C. 4 deelden e- mcens de punten in
den laatstcn wedstrijd voor de derde klasse. Eerst namen
de Haarlemmers door van Goor in de eerste seconden een
voorsprong, maar daarna hielden Vermeer en zijn man
nen zoo dapper stand, dat ten slotte een gelijk' spel tilt
het vuur gesleept kon worden.
De eindstanden in de vijf klassen zijn:
H. P. C. 2
H. P. C. 3
Haarlem 2
H. V. G. B.
D. W. R. 2
Eerste klasse.
Tweede klasse.
33—10
27—28
18—20
20—27
18—31
15—10
29—18
21—17
19—21
GEREED VOOR DEN START. De kunsti|
modellen getuigen van het enthousiasme waai
mede de zweefvliegsport door de jeugd wort
beoefend.
(Foto Het Zuiden)
Voetbal
Derde klasse.
H. V. G. B. 3 8 6 0 2 12 25—14
D. W. R. 3 8 4 1 3 9 21—16
Haarlem 3 8 3 3 2 9 10—12
'H. P. C. 4 8 3 1 4 7 27—15
Watertrappers 8 1 1 6 3 7—33
Vierde klasse.
H. V. G. B. 4 8 4 4 -0 12 22— 9
H. Z. V. 8 4 3 1 11 21-11
Haarlem 4 8 3 1 4 7 24—21
K. Z. 8 1 3 4 5 9—16
D. W. R. 4 8 2 1 5 5 7—26*
Dames.
Haarlem 1 10 8 2 0 18 47— 3
D. W. R. 2 10 7 1 2 15 45-14
H. P. C. 10 6 1 3 13 28—13
V. Z. V. 10 5 0 5 10 29—24
Haarlem 2 10 2 0 8 4 1444
H. V. G. B. 10 0 0 10 0 1—66
Zooals uit bovenstaande lijstjes blijkt, hebben de Haar
lem-dames de beste prestatie geleverd door uit 10 wed
strijden slechts twee verliespunten te boeken. Daarop
volgen H. P. C. 2 en H. V. G. B. 3 met ieder vier verlies-
punten. Het beste doelgemiddelde is gemaakt door de
Haarlem-dames .terwijl de H. V. G. B.-dames met slechts
één doelpunt voor en 66 tegen nog slecht voor den dag
komen.
VREESELIJKE TOCHT DOOR
HET INDISCHE OERWOUD.
Een vorige keer heb Ik jullie iets verteld over een
Javaansen jongen, die in de rimboe plotseling door een
slang werd gebeten.
De slangen zijn echter niet de enige gevaarlijke beestjes,
die men in het oei woud kan tegenkomen. Men moet voort
durend op zijn hoede zijn voor allerlei reptielen. Mis
schien zie je. op zo'n tocht door de rimboe, een mooi stuk
hout liggen, dat er uitziet als een aardtg bankje, waarop
je graag even zou willen uitrusten. Probeer 't maar niet:
als je het bankje betast, komt er misschien een reus
achtige schorpioen met omhooggebogen staart en nijdige
klauwen te voorschijn.
De Inlanders zullen dan ook nooit zomaar op de grond
gaan zitten: ze geven hun ogen voortdurend goe^de kost
en dat niet alleen. Ook hun gehoor en hun reuk zijn zó
fijn ontwikkeld, dat ze alles wat op de grond tussehen de
struiken of in dc lucht op hen loert, onmiddellijk waar
nemen.
En sloeg met zün zakdoek de insecten van Lizzy's benen.
(Teekening van Ennl van Laer)
Waakzaamheid Is hun aangeboren en hierin staat de
Europeaan vooral de nieuweling, verre bij den Inlander
ten achter. Ook hij let natuurlijk scherp op en neemt zijn
maatregelen, maar soms, als het een hele tijd goed is ge
gaan, kan het gebeuren, dat zijn waakzaamheid verslapt
en dan..,, juist op dat moment loert het doodsgevaar!
Wat een echte „totök" het Indische woord voor
nieuweling in de rimboe overkwam, ga ik je nu ver
tellen. Hij maakte een vreselijk avontuur mee en was ten
slotte nog dolblij, dat hij er het leven afbracht.
Hij reed op een morgen te paard naar het huis van een
van zijn vrienden in de buurt en moest daarbij ongeveer
10 K.M. door het oerwoud rijden, langs een pad. dat hij
op z'n duimpje kende.
Bij vroegere tochten was het een paar keer voorgeko
men. dat de paarden van het gezelschap aangevallen
werden door sarissï's, een soort wilde horzels, maar dit
was nooit zo erg. want men had er een probaat middeltje
tegen. Men nam een fles mee. gevuld met een treksel van
laurlicrbladeren op klapperolie en zodra nu de sarissi's
zich vertoonden, steeg men af en smeerde de huid der
paarden met dit brouwseltje in. Dit bleek altijd afdoende
te zijn.
Onze totök nu reed s morgens om een uur of tien langs
een kapokaanplant In het oerwoud, waar het rijpad meer
op ccn modderpoel dan op ccn begaanbaar pad leek, toen
zijn paard Lizzy plotseling onrustig werd en telkens stil
stond. Een vreemd, hoog gegons klonk door de lucht en
weldra begonnen kleine Insecten neer te dalen en de
benen van het arme dier met hun angels te bewerken.
Hel hart zonk den man ln de schoenen, want hij meende
met sarissi's te doen tc hebben cn bcdach( opeens met
schrik, dat hij zijn flesje met het bruine vocht niet bij
zich had.
Hoe had hij zo zorgeloos kunnen zijn? Vlug steeg hij af
en sloeg met zijn zakdoek dc insecten van Lizzy's benen.
Maar.... op 't zelfde ogenblik slaakte hij een gil, van
schrik, toen hij merkte, dat het geen sarissi's waren maar
„odèngs". een gevaarlijk soort wilde bijen. In zwermen
van honderden en honderden gonsden ze om paard en
ruiter heen. streken neer en boorden hun venijnige angels
ln het vlees. Het hele lichaam van het paard en gezicht.
hal9 en handen van den man waren al spoedig één koek
van wriemelende, stekende Insecten. Tot overmaat van
ramp verloor het paard door de pijn zijn bezinning en
rende als een dolle ln het rorfd.
Toen besefte onze nieuweling opeens met ontstellende,
maar tevens opzwepende duidelijkheid, dat langer aar
zelen de dood betekende, 't Was onbegonnen werk de die
ren te verjagen. Slechts één uitweg was er nog tropen
helm. rotting en alles, wat verder op de grond lag. verza
melen. Lizzy met krachtige hand in de teugel grijpen en
in razende galop er vandoor!
't Was een rit om het leven over 2 K.M.. over stenen en
greppels en in een voortdurend stijgend terrein. En dat
onder de hevige kwelling van de vreselijke steken, die
maar niet ophielden' Want de odèngs waren zo taai als
muskieten. Ze overdekten nog steeds het hele lichaam
van het paard, doch begonnen langzamerhand op te dun
nen. Hét trouwe paard kon haast niet meer op z'n benen
staan, maar toch galoppeerde het door het schreeuwen
van zijn meester aangedreven, almaar verder.
Gelukkig, daar kwam een stukje sawah in 't zicht met
een kleine Javaansche hut. Drie Inlanders kwamen »e
voorschijn, maar toen ze de odèngs zagen, rukten ze hun
hoofddoek af 'en gingen er met fladderende haren van
door.
Nóg een eindje, daar was een kleine kampong en nu
waren de odèngs zo goed als verdwenen. Maar paard en
ruiter waren er treurig aan toe. Ze beefden cn rilden over
hun hele lichaam. De razende aanval van de wilde bijen
had misschien vijf minuten, de rit twintig minuten ge
duurd. maar toen ze eindelijk bij hun vrienden aankwa
men. zonken ze meer dood dan levend ineen.
Het duurde meer dan een uur voordat alle achtergeble
ven angels uit de huid van het paard verwijderd waren.
En wat den man betreft: zijn hals, gezicht cn armen zaten
vol bultjes en wondjes, die na een maand nog niet geheel
genezen waren.
Nooit zal hij het vreselijke avontuur vergeten, waarbij
als door een wonder zijn leven en dat van zijn paard ge
spaard bleven. En hij past voortaan wel op, zo in z'n
eentje door het oerwoud te gaan.
UIT
MERKWAARDIGE DINGEN
DE HELE WERELD.
Op het eiland Sicilië bevindt zich een reusachtige, blok
vormige grot. in de rotsen.
Deze grot wordt „het oor van Dionyslus" genoemd, om
dat hij vroeger door Dionyslus. tiran van Syracuse, als
kerker werd gebruikt Hel eigenaardige ervan was. dat
Dionysius in zijn palels alles horen kon. wat de gevange
nen spraken. Ook het zachtste geluid in de kerker klonk
door tot in het paleis, waar een speciale „hoorkamer"
voor dit doel was bestemd.
In Britsch-Indië hebben vele huizen z.g. afkocllngs-
kamertjes. In deze vertrekken gaan de mensen, als ze zich
om de ccn of andere reden boos of opgewonden hebben-
gemaakt, om tot rust tc komen.
In Peiplng, de oude hoofdstad van China, ligt het
schitterende winterpaleis met prachtige tuinen. In een
dezer tuinen is een grote visvijver, waarin vroeger hon
derden goudvissen zwommen
In 1924 werd het visrecht in deze vijver voor een paar
duizend dollar aan een Amerikaan verpacht.
„Zit er dan nu nog zoveel vis?" zul je vragen.
Neen. dat niet, maar de Amerikaan liet duizenden gou
den plaatjes opvissen, die op de bodem van de vijver
lagen.
Al die vissen, die hier in de loop van eeuwen hadden
rondgezwommen, waren n.l. als geschenk aan de verschil
lende keizers gegeven en aan elke vis bevond zich een
gouden plaatje met de naam van den schenker. Vandaar,
dat de Amerikaan met zijn visrecht in drie jareti tijds
een vermogen verdiende!
Natuurlijk heb je wel eens de naam van de Kanarische
eilanden gehoord. Als Ik Jc vraag; waarom heelen die
juist ..Kanarische' eilanden, dan zeg je onmiddellijk: ..na
tuurlijk omdat er zoveel kanarievogels zijn."
Mis! De vogels heteji kanaries, omdat ze van de Kanari
sche eilander, komen (dus juist ^omgekeerd). En de Kana
rische eilanden hebben hun naam te danken aan het
Latijnse woord canis hond, omdat reeds in de oudheid
een bizonder groot hondenras op deze eilanden voorkwam,
zodat men de eilanden „hondenland" noemde.
Ze hadden veel praats, maar
EEN KLEIN VERHAALTJE VOOR DE
KLEINTJES
Op een mooie zonnige morgen in 'Mei gooide Bets, het
dienstmeisje heel wijd de balcondeuren open. O, o. wat
een verrukkelijk weertje was het toch! Ze bleef een
ogenblikje op 't balcon staan, uitkijkend over de grote
weg. De bomen stonden vol tere blaadjes, die prachtig
zachtgroen wuifden tegen de blauwe lucht, de bloeiende
struiken in de tuintjes geurden en overal tjilpten vogeltjes
..Heerlijk!'' zei Bets hardop en ze klopte haar stofdoek
uit. Toen keerde ze zich weer om en keek naar binnen
Een streep zon viel dwars door de kamer en in die
streep dansten wel duizend fijne stofjes.
Bets volgde de streep met de ogen. Hij liep van de open
deuren tot het buffet
En toen keek Bets onder het buffet en schrok.
„Foei" zei ze „wat ligt daar allemaal voor vreselijke
rommel?" Dat ga ik gauw ais de wind opruimen.
En ze holde naar de keuken en haalde een lange veger.
Weet je wat Bets onder hel buffet uitveegde? Ik zal 't
je vertellen: een lange witte draad, een punaise, een grote
broodkruimel, een glazen knikker, een kraal eneen
madeliefje
Hoe kwamen die daar onder 't buffet? Ja, dat is een
raadsel. Ze lagen er zeker nog niet lang, want Bets veeg
de altijd netjes en het madeliefje zag eg nog frisch en
bloeiend uil.
„Wacht eens eventjes!" riep Bets en ze liep haastig weg,
want er werd gebeld „straks kom ik met de stofzuiger."
Ai de dingen, die onder 't buffet gelegen hadden, lagen
nu op een hoopje in eerr hoek van de kamer. Ze hadden
mooi de tijd om wat met elkaar te praten.
„De stofzuiger?" Wat is dat toch?" vroeg het made
liefje met een angstig stemmetje, want ze kwam Juist van
de wei en daar is 't nooit stoffig.
„Weet je dat niet?" riep de lange witte draad. „Gunst
wat een groen ding ben jij! Die snort toch elke dag door
het huis en de gewone dingen, die helemaal geen nut heb
ben. zuigt hij op met zijn Ijzeren bekrrrrt, rrrrt! Zo
iets als Jij bijvooYbeeld, waarvan niemand weet, waar het
voor dient en zoiets als die broodkruimel en die punaise
met z'n kromme punt. Ik behoef niet bang te zijn. want
ik ben een heel nuttig ding. Weet je wel. wie ik ben?"
Nee" zei het madeliefje „maar ik ben geen groen ding.
maar wit met geel."
..Goed. goed" zei de draad. „En ik. ik ben een draad,
een echte witte draad. Als ik er niet was. dan vlogen alle
bandjes van dc handdoeken, alle knopen van de slopen.
alle zomen uit de jurken. Als ik er niet was, dan, dan
dan liepen alle mensen van de hele wereld met grote
gaten In hun kousen. Dan, dan
„Verbazend! Ontzettend!" nep het madeliefje. „Nee.
dan begrijp lk. dat de stofzuiger u niet durft opslokken!"
.Nee. klein geel met wit ding. mU stellig niet!"
„En Ik" riep de punaise „ik ben wel zo nuttig als tien
witte draden. Als ik er niet was. dan rolden alle platen
van de muur en de verduisteringspapieren konden niei
worden vastgeprikt. Zó nuttig ben ik!"
„Pff" deed de draad.
„Nee. maar dan ik" riep de broodkruimel, „als Ik er
niet was, stierven alle mensen van honger. Als ik er niet
was. kon de hele wereld geen ogenblikje meer blijven
bestaan."
„Pff" zei de draad en „och, och! is 't heus waar?" riep
het kleine madeliefje-
Maar nu begon de knikker te praten 't Was een mooie
met een rode kurketrekker er binnen in. „Ik begrijp
niet, waar jullie 't allemaal over hebben" zei hij
is er nu aan zo'n krom prikding of zo'n wit slangetje of
zo'n gewoon stukje brood? Ik ben mooi en doorzichtig.
De kinderen houden me voor hun oog en dan knijpen ze
hun andere oog dicht en dan roepen ze: oooh!"
„Een nuttige taak!" spotte de punaise en de draad zei
„pff" en het kleine madeliefje zweeg.
„Ja" zei nu de kraal ,,ik kan werkelijk jouw nuttigheid
niet inzien, glazen knikker met rode kurketrekker,
beeld, je, je hebt niet eens gaten, Je kunt niet eens worden
aangeregen. Nee dan ik!"
Het madeliefje zuchtte diep. Het durfde niets meer te
zeggen
En toen kwam Bets terug met de stofzuiger. Die bromde
en snorde van rrt. rrt. De dingen in de hoek van de kamer
lager te bibberen van angst
Rrrt. rrtde grote bek kwam iic zrbij en nader en
plotseling slotte hij alles op: de broodkruimel, de kraal,
de punaise cn zelfs de nuttige witte draad. Maar de knik
ker kon hij niet opzuigen, die sprong opzij en rolde weer
onder 't buffet.
En het madeliefje? „Och" zei Bets „hoe kom jij hier?"
En ze nam het kleine wit met gele ding op en zette het
in een klein vaasje bij andere bloemetjes.
R. DE RUYTER—v. d. FEER
Aardige Huisdiertjes.
Het marmotje of Guinese biggetje.
Ik wed, dat jullie allemaal de Guinese biggetjes wel
kennen: die stijfharlge stompneuzige, witte of gevlek
of bruine diertjes, die op de kermis altijd marmotjes ge
noemd worden en waarmede kinderen uit een woon
wagenkamp of andere zwervertjes trachten een paa
centjes te verdienen.
Soms zingen ze dan het oude liedje:
Juffrouw, wil je m'n marmotje zien?
't Is zo'n aardig beestje.
Hij kan dansen als een lier.
Juffrouw geef me je centje maar hier!
M'n vader heeft me uitgestuurd
Om m'n brood te verdienen
Doe ik het niet, dan slaat hij me dood,
Hangt hij me op aan m'n linkerpoot.
Nu, al zal de vader van het zwervertje wel niet zó
streng zijn, toch geef je natuurlijk graag een paar centen
En dan neem Ie meteen het marmotje eens goed op.
Oorspi'onkelijk zijn de Guinese biggetjes moerasbewo
ners. Driehonderd jaar geleden zijn de allereerste exem
plaren uit Brazilië langs de kust van Guinea naar Europa
gekomen. De vier tenen van hun voorpootjes staan wijd
uit elkaar gespreid, evenals de drie grotere van de zoolvor-
mige achterpoten en alle poten hebben grove hoefachtige
nagels, waarmee ze uitstekend over een zachte, drassige
bodem kunnen lopen.
Het ts heel leuk. als je toch konijnen houdt, ei eens
paar Guinese biggetjes bij te nemen: je kunt die aardige
diertjes dan op je gemak bestuderen. Je merkt dan ook
dat ze steeds op een rijtje achter elkaar aan tippelen. Dat
zijn ze nog zo gewend uit hun natuurstaat, waar ze langs
nauwe paadjes door de moerassen moeten lopen. En ver
der zijn ze vreselijk schuw; als je 't hok opendoet om het
schoon te maken nemen ze ijlings de benen en verstop
pen zich rrrt! onder een hoopje stro of Iets
dergelijks. Maar als je ze een poosje gehad hebt en Je
zorgt altijd goed voor ze, dan gaan ze vanzelf aan je
nen. Ik heb zelf wel eens gehoord van een „marmotje",
dat zijn baasje overal als een hondje naliep en een be
paald fluitscln van hem met vrolijk gepiep beantwoordde.
Zover zal een konijn het niet licht brengen, denk ik!
Wederom een vier sleden
voefbalfournoo
1-Iet viersteden tournooi, vorig jaar ten bate van Rotte
dam tussehen de stedelijke elftallen van Amsterdam, Di
Haag, Haarlem en Utrecht gehouden, heeft volkomen a:
het financieele doel beantwoord, want een groot bedr;
kon na afloop aan den burgemeester der Maasstad wc
den ter hand gesteld.
De wedstrijden te Utrecht trokken verreweg de mees
belangstelling en dit nog wel ondanks het feit. dat h
team uit de Domstad het minst succesvol was. Amsterda
zegevierde. Den Haag werd tweede en onze stadgenoot*
bezetten de derde plaats. De avondmatches ln ons rayc
zouden zeker door meer publiek zijn bijgewoond, Indi*
ze niet al te laat ln het seizoen waren gehouden; de zi
mersporten immers hielden hun beoefenaren vast; tenni
roeien en honkbal was op de mooie, lange zomeravond*
aantrekkelijker dan het spel met deri grooten bal, waarb
nog kwam, dat de voorafgaande noodcompetitie zeer vë
volgelingen van „het bruine monster" maar matig hé
vermogen te boeien.
Thans zal op Haarlemsch initiatief wederom een vie:
steden-toui'nooi worden georganiseerd, dat op door-di
weeksche avonden in de tweede helft van Mei en Juni z:
worden gespeeld. Naar de heer Ch. Boeree, penningmeest*
der onderafdeeling Haarlem van den N. V. B., ons medi
deelde, is de kans niet gering, dat ook Rotterdam t<
deelname bereid zal worden gevonden, wat den baten or
getwijfeld ten goede zou komen, daar dan iedere ploe
acht in plaats van zes matches zou spelen.
Met belangstelling mag men afwachten, hoe het Haai
lemsche stedelijk elftal waarin, evenals vorig jaar, oo
nu de in aanmerking komende IJmuidensche en Veis*
spelers zullen worden gekozen zal worden samer
gesteld. V. S. V.. E. D. O. en H. F. C. zullen wel gee
krachten kunnen afstaan in verband met kampioens
promotie en eventueeie degradatiematches, maar daardoc
krijgen juiat tot nu toe minder bekende spelers een kan,
Het streven van het afdeelingsbestuur is er Immers reec
geruimen tijd op gericht, om vooral de veelbelovend
voetballers uit de lagere klassen naar voren te brenge
en uit het verloop van de competitie is duidelijk geble
ken, dat niet alleen H. B. C., doch ook menige derd
klasser over spelers beschikt, die in een vertegenwooi
digend elftal'lang geen slecht figuur zouden maken, mil
men hen in de gelegenheid stelt, In een proefwedstrij.
aan het milieu en het hoogere tempo te wennen.
CRITICUS
HOE OUD BEN JE?
Ver in het Noordoosten van Groenland, waar de Eskimos
wonen, houden de mensen er al een heel eigenaardig-
tijdrekening op na. Ze hebben geen geschreven taal ei
kunnen dus geen enkele belangrijke gebeurtenis in hut
leven optekenen om dit aan de vergetelheid te ontrukken
En over 't algemeen kan hun dit ook niet veel schelen
Alleen één ding moet worden onthouden en dat is di
leeftijd van de mensen.
Weet je, hoe Eskimo's altijd kunnen nagaan, hoe oud zi
zijn? Wel, dat gaat zó, elk kind krijgt bij zijn geboortt
een leren zakje, dat als zijn kostbaarste bezitting word
bewaard. Telkens wanneer na de lange winter nu de zoi
weer begint te stijgen, wordt het zakje geopend en eei
beentje erin gedaan. Ieder beentje betekent dus een jaa;
in het leven van het kind. En zo wordt er ieder jaar eer
beentje bijgevoegd. Dit zakje wordt als zoiets heiligs be
schouwd. dat zelfs de grootste rakker onder de Eskimo'!
het nooit zal wagen, er op eigen gelegenheid aan te komen
de beentjes er uit te halen om ermee te spelen, of wa
toch ook weieens erg verleidelijk zal zijn! er een paai
bij te doen om een beetje gauwer groot te zijn.
De slimme toovenaar.
Toen de tovenaar Bosco. een beroemd duizendkunstenaat
van zijn tijd, eens in Turkije kwam. voerde hij voor Sul
tan Mohammed den Tweede een schitterende toverkunst
uit. Hij nam twee duiven, een grijze en een witte, sneed
hen de koppen af en ruilde die om, waarop de witte duii
met de grijze kop en de grijze duif met de witte kop vro
lijk door de zaal vlogen en de graankorrels oppikten, dis
Bosco uit de baard van den Grootvizier te voorschijn
toverde.
..Ha ha!" lachte de sultan „bij Allah, dat vind ik aardig.
Dat zullen we in 'i groot ook eens vertonen!"
Hij klapte in de handen en gaf een paar korte bevelen.
En ogenblikkelijk verschenen twee slaven, een pikzwarte
Moor en een blanke Circasiér en achter hen stond een sol
daat van de lijfwacht met het zwaard in de hand.
„Sla hun de hoofden af!" brulde de sultan en jij. Bosco,
verwissel ze! En dan laat ik bij m n hele hofhouding de
hoofden verwisselen. Dat zal aardig zijn".
De heksenmeester begon te bibbei en van ontzetting.
„Sire", stamelde hij. „ik zou het graag doen. maar tot
m'n spijt is mijn toverstafje zo klein en zwak. dat 't alleen
op duiven berekend is. Geef mij drie dagen de tijd en ik
kom met een grotere terug.
De slaven en de hele hofhouding herademden, Bosco
maakte een diepe buiging en verdween. Hij is nooit meer
in Turkije verschenen.
Een grapje van Cartouche.
Misschien hebben jullie wel eens gehoord van Car
touche, den beruchten Fransen rover, die tijdens de rege
ring van Lodewljk XV het hele land en vooral de om
geving van Parijs onveilig maakte.
Hoe de politie ook haai' best deed. ze konden Cartouche
maar nooit te pakken krijgen: hij was iedereen te slim af.
Je begrijpt dat Cartouche en zijn streken en schelme
rijen het gesprek van de dag waren, ook aan het ko
ninklijke hof. Zelfs de koning begon tenslotte belang
in den boef te stellen en eens riep hij opgewonden uit:
„Nee maar, dien schelm zou ik wel eens "willen zien!"
De volgende dag. toen de koning zich, gevolgd door
twee kamerheren naar de audiëntiezaal begaf, zag hij in
een der vertrekken een man op een ladder staan. Blijk
baar was hij bezig de zilveren kaarsenkroon te poetsen.
Juist op hei op ogenblik, dat de koning naderbij kwam,
gleed de ladder, waarop hij stond, uit cn was op 't punt
om te vallen Dc koning zag het. schoot loe en hield de
ladder tegen, terwijl hij riep. „Pas op! Daar was u haast
gevallen'"
De 'man kwain van de ladder af, maakte een diepe bui
ging en zei: „Uwe Majesteit is een genadig vors', onder
wiens bestuur mij nooit enig onheil overkomen zal."
De koning lachte om deze plechtige woorden van den
oediende en ging de audiëntiezaal binnen, waar hij dade
lijk zijn snïufdoos voor de dag haalde om een snuifje te
nemen.
Wie schetst echter zijn verbazing, toen hij in de snuif
doos een briefje vond met de volgende woorden: „Car
touche heeft de eer gehad met Uwe Majesteit te spreken.
Hij had zich gemakkelijk de zilveren kroon kunnen toe
eigenen en ook Uwer Majestelts snuifdoos. Maar Car
touche ontsteelt zijn koning niets, hij wilde alleen de
wens van Uwe Majesteit vervullen
't Spreekt vanzelf, dal er van Cartouche geen spoor
eer ie vinden was. toen de koning en zijn kamerheren
naar de zaal met de ladder terugsneldcn.