Dr. Fischböck over sociale en fiscale perspectieven Vicfaria-Water Onder valsche vlag V R IJ D A G 16 M E I 194T H A" S R E E M'S DAGE C A D' '4 A7 De strijd tegen den sluikhandel Geen hamsteren van kapitaal Zooals reeds met een enkel woord is medege deeld, is dezer dagen in hotel Wittebrug een bijeen komst gehouden van den Nederlandschen Sociaal- Economischer. Kring, waarin commissaris-generaal minister dr. H. Fischböck het woord gevoerd heeft. Aanwezig waren o.m. genoodigden uit het economische leven, leden van het organisatie- comité-Wolterson en van den Raad van Volkshuis houding der N.S.B. Omtrent het gesprokene op deze vergadering kan het volgende worden medegedeeld. De voorzitter, prof. dr. J van Loon opende de bij eenkomst en zeide, dat deze gezien moet worden als een gevolg van het besluit van den Nederlandschen Sociaal-Economischen Kring, die enkele maanden geleden door vertegenwoordigers van het Neder- landsche bedrijfsleven is opgericht om zich meer naar buiten te gaan bewegen. De kring is bedoeld als werkgemeenschap en meer op practisch dan op theoretisch terrein. Bin nenkort zal men van nadere plannen hooren. De herorienteering van Nederland op sociaal-econo misch gebied binnen het kader van het nieuwe Europa, waarin de ,.as" aanspraak mag maken op de leiding, is een dringende eisch voor het Neder- landsohe volk. Het is dus zaak dat zooveel mo gelijk mannen uit het bedrijfsleven zich aaneen sluiten om aan een nieuwe toekomst van ons va derland te bouwen. Hierna kwam commissaris-generaal minister Fischböck aan het woord. Iedere gelegenheid om met menschen uit het be drijfsleven samen te komen, aldus commissaris- generaal minister Fischböck. om een aantal din gen te bespreken, welke thans aan de orde zijn, juicht spreker toe. Hij begon met eenige opmer kingen over het hamsteren. Hoewel er veel ge hamsterd wordt, gaat het om betrekkelijk kleine hoeveelheden. Maar veel schadelijker dan de ma- terieele zijde is de moreele kant van dit hamste ren. Met dezen moreelen kant heeft spreker te maken wanneer hij te Berlijn de belangen van Ne derland bepleit. Wanneer immers blijkt dat men in Nederland zich niet strikt houdt aan de bepalingen, welke de distributieregeling aan de bevolking op legt brengt dit het gevaar met zich mede, dat men Nederland op het peil van andere bezete gebieden zou willen omlaag drukken, of dat men minder geneigd zou zijn bij de overbrugging van moeilijk heden te helpen, zooals zich nu b.v. bij de aard appelen hebben voorgedaan. Het is ook opgevallen, dat de rechter in het verleden veel te lage straffen op overtreders toepaste, hetgeen bewijst, dat de Nederlandsche rechtspraak nog niet de draagwijdte van deze overtredingen beseft en nog niet begrijpt dat het hier om de grondslagen van hel bestaan van het Nederlandsche volk gaat. Er zijn dan ook nu speciale rechters benoemd om deze sociaal- economische overtredingen te berichten. Minister Fischböck hoopte, dat op deze wijze een eind zou komen aan den sluikhandel. Vervolgens sprak de commissaris-generaal over de lasten, die op de bedrijven drukken en nog zullen drukken. Hij wees. evenals hij dit vroeger deed, op de zeer vrijgevige dividendpolitiek van het meerendeel der bedrijven. Het uitkeeren van zoo hooge dividenden brengt mede, dat meer be lasting dient te worden betaald. Wat bijvoorbeeld meer dan 5 of 6 pet. uitgekeerd zou worden, dient als belastingobject te worden beschouwd. In dien geest kan men dan ook een belastingwet verwach ten. Spreker wees er daarbij op, dat een vennoot schap aan de dividend-belasting kan ontkomen door het kapitaal met de reserves te verhoogen en dus procentsgewijs een lager dividend te bepalen, maar dan voor één keer een percentage der re serves voor den fiscus te bestemmen. Dit percen tage zou dan komen te liggen tusschen de 12 pet. van de dividendbelasting welke men zou hebben betaald en de 31V2 pet. van de thans geldende winstbelasting. Ook de commissarissen zullen aan de nieuwe belasting het hunnen dienen bij te dra ger.. Een percentage van 20 noemde spreker rede lijk en billijk, wanneer de tantièmes niet boven matig hoog zyn. Vele ondernemers gelooven nu dat zij hun li quide middelen welke niet verdeeld Worden het veiligst kunnen beleggen in aandeelen van bedrij ven. die geheel wat hun aard betreft vreemd zijn aan het eigen bedrijf. Spreker zeide, dat dit niet te vereenigen is met de plichten van een bedrijfs leider. Hij noemde hierbij als voorbeeld, dat een textielfabriek niet tot doel kan hebben zich aan deelen aan te schaffen van een oliebedrijf. Wel zou een zoodanig bedrijf aandeelen kunnen nemen in een weverij of een spinnerij. Doordat er Wc.rig grondstoffen aan te koopen zijn komt er veel be drijfskapitaal vrij. Dit mag echter niet in bedrijfs- vreemde aandeelen worden belegd. Nog meer zullen de bedrijven hebben op te brengen en wel in dienst van de sociale politiek. De commissaris-generaal wees er op, dat in Duitsch- land de bedrijven ten behoeve van de sociale ver zekeringen veel meer opbrengen dan hier. Het ligt echter in de bedoeling dat de Nederlandsche ar- Een zeldzaam transport wordt op het oogenblik in dc straten van Nijmegen verricht. Een voor Rotterdam bestemde transformator, welke niet minder dan 100.000 K.G. weegt, wordt van de Groenestraat naar dc haven gebracht, een werk. waarmede ruim een week gemoeid zal zijn. (Foto Pax Holland) beiders nadat de oorlog is gewonnen op dezelfde wijze als in Duitschland van de sociale verzeke ring zullen kunnen profiteeren. Indien ook de noodzakelijke sociaal-politieke maatregelen voorloopig slechts in bescheiden mate, zooals door een verbetering der invaliditeitsrente of zekere hervormingen der ziektewet, verwerke lijkt kunnen worden»zoo is toch in het belang van een evenredige belasting als punt van uitgang voor de kostprijsberekening der bedrijven een tijdelijke gelijke belasting naar het loonbedrag noodig. Ook zullen maatregelen kunnen worden geno men met betrekking tot interne aangelegenheden van particuliere bedrijven, de leiding e.d. er be staan echter ten deze geen plannen voor ingrij pende maatregelen. Het leidende personeel in een bedrijf is van te groote beteekenis voor het geheele economische leven, dan dat de overheid daarover geen zeggen schap zou moeten hebben. B.v. bestaat het streven aandeelen-soorten met bepaalde benoemingsrech ten te scheppen, zoodat de leiding der bedrijven binnen een kring van vëbwanten of vrienden wordt gehouden. Het ware mogelijk dat een controle vereischt zal zijn ten aanzien van het feit, dat slechts de bekwaamste mannen ook als leiders konden optreden. De voorzitter richtte hierna woorden van dank aan den commissaris-generaal voor zijn interessan te rede. Na de voordracht bleef men nog eenigen tijd mét den spreker ongedwongen tezamen. (A.N.P.) Tulpententoonstellin» in Amsterdam geopend. Causerie van den heer L. Mooy. Er is misschien geen product zoo Hollandsch als de tulp en daarom is het te waardeeren. dat „typisch Holland" aan den Heiligeweg te Amster dam, dat zich ten doel stelt de aandacht te vestigen op typisch-vaderlandsche producten thans een kleine doch interessante tulpenten toonstelling heeft georganiseerd. Met medewerking van den heer J. Col ij n heeft men diverse soorten tulpen in de gildekamer bij eengebracht, terwijl verder de gevel door dezen bloemist op smaakvolle wijze met ruim driedui zend tulpen is versierd. Bij de opening van deze tentoonstelling heeft de bloembollenkweeker L. Mooy uit Haarlem in een causerie gewezen op de belangrijkheid van dit echt Hollandsche product vol schoonheid en kleur, dat in ons land vrijwel niet gekocht wordt en geheel bestemd is voor de export. Nog geen kwart procent van de bloembollen is in den loop der jaren in Nederland verkocht en alleen als snijbloemen hebben de tulpen hier sterk aftrek gevonden. De tulp is een typisch Hollandsche bloem, die van Kerstmis tot Juni regelmatig ontluiken kan en die geschikt gemaakt kan worden voor alle klimaten. Daardoor ook vindt de tulp in alle werelddeelen een afzetgebied. Onze geestgronden zijn ideaal voor de tulpen- kweekerij en daarom gedijt deze bloem nergens zoo goed als in ons land. Daarom ook moeten landen, die zelf kweeken, toch steeds weer hun voorraden aanvullen met Hollandsche bollen. In Friesland, Brabant en het noorden van Noord- Holland heeft men sinds enkele jaren ook de gronden geschikt kunnen maken, zoodat de kweekerij zich uitbreidt. De export brengt in normale tijden 50 a 60.000.000 gulden op, waarmee de belangrijkheid van de bloembollen- kweekerij voldoende geteekend is. Verdachte in iiiiiforiiienzaak buiten vervolging gesteld. ALMELO, 15 Mei. De officier van justitie bij de arrondissement? rechtbank te Almelo deelt mede dat de heer G. A. M. A. verdachte in de z.g. unifor menzaak, door hem buiten vervolging is gesteld, omdat gebleken is, dat hij geen schuld heeft aan eenig landverraderlijk misdrijf. De officier ver trouwt dat doro deze mededeeling de heer A. vol ledig gerehabiliteerd zal zijn. (A.N.P.) KAMER VAX KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR HAARLEM EN OMSTREKEN. De agenda voor de 147sle vergadering der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, te houden op Woensdag 21 Mei a.s. des namiddags te 2 uur in het gebouw Nassauplein 4—6, Haarlem, luidt: 1. Notulen. 2. Ingekomen stukken. 3. Mededeelingen. 4. Concept-schrijven van de Commissie voor het Winkel bedrijf aan de Secretarissen-Generaal van de Departe menten van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en Wa terstaat betreffende samenwerking Overheidsbedrijven en Installateurs. 5. Rondvraag. 6. Besloten zitting. VADER DIE ZIJN KIND DOODDE. De Rotterdamsche rechtbank veroordeelde den 27-jarigen loswerkmanH. L., die op 24 Januari j.L zijn kind van drie maanden gewelddadig om het leven bdacht door het met het hoofdje in het bedkussen te leggen tengevolge waarvan de kleine stikt, tot een gevangenisstraf van een jaar en zes maanden. In den loop van den zomer meer vleesch? Koeien vinden nu nog te weinig voedsel in de weide. Naar het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening meedeelt, kan worden verwacht, dat, behoudens onvoorziene omstandigheden, het mogelijk zal zijn, in den loop van dezen zomer tot een verruiming van het vleesehrantsoen over te gaan. Zooals reeds is meegedeeld, is een zekere ver mindering van den veestapel met het oog op de voederpositie noodzakelijk en bedraagt het percen tage, waarmee de veestapel moet worden gekort twintig. Het vleesch. dat hierdoor beschikbaar komt, zal vermoedelijk niet slechts tot de vorming van een reserve voor den winter 1941-1942, maar ook, in den loop van dezen zomer, tot een vergroo ting van het vleesehrantsoen in staat stellen. Deze vergrooting kan worden gevonden in een verkorting van den geldigheidsduur van den vleesch bon. Intusschen is. voor de vleeschvoorziening in de allernaaste toekomst de weersgesteldheid een tegen valler. De hoop, dat de koeien in dezen tijd genoeg voeder in het weiland zouden hebben om voldoende in gewicht toe te nemen, is tot nu toe niet ver wezenlijkt. Is men echter den tegenwoordigen. moeilijken tijd door, dan kan de verwachting, dat een verruiming van het vleesehrantsoen in den loop van den zomer mogelijk zal zijn, gewettigd worden geacht. Aan het bovenstaande moge worden verbonden een krachtige opwekking tot alle landgenooten van goeden wille om zich te onthouden van bevordering van frauduleuze slachtingen. Zij, die van deze slachtingen op eenigerlei wijze profijt trekken, too- r.en een bedenkelijk gemis aan sociaal besef. Dit geldt niet alleen voor veehouders, die frauduleuze slachtingen verrichten, maar ook voor handelaren en slagers die menschen in de verleiding brengen zich vleesch, van frauduleuze slachtingen afkom stig, aan te schaffen en voor de consumenten die van de hun geboden gelegenheid gebruik maken Frauduleuze slachtingen belemmeren een recht vaardige verdeeling van de beschikbare hoeveelheid vleesch. welke gelijkelijk aan alle landgenooten ten goede behoort te komen. De menschen, wier moreele besef niet krachtig genoeg schijnt, om hen ervan te weerhouden, van frauduleuze slachtingen te profiteeren, moeten, althans in hun eigen belang, bedenken, dat vleesch van frauduleuze slachtingen afkomstig, in vele gevallen ernstig gevaar voor de gezondheid op levert. Immers, bij de slachtingen zoowel als bij de bewaring van het vleesch ontbreekt elke waarborg voor een juiste behandeling in het belang van de hygiëne. Velen, die vleesch, van frauduleuze slachtingen afkomstig, in huis hebben, verbergen het op de meest onhygiënische plaatsen wanneer zij contro leurs zien aankomen. En voor vleesch, op een der gelijke manier behandeld, betaalt men in niet zoo weinig gevallen fantastisch hooge prijzen! Boven dien zullen bij hen. die op onwettige wijze vleesch hebben gekocht, bij ontdekking van het feit niet alleen het desbetreffende vleesch, maar ook andere gehamsterde voorraden worden weggehaald. STAATSPRIJZEN VOOR SCHRIJVERS. Bij de ontvangst van schrijvers op het departe ment van volksvoorlichting en kunsten heeft dr. J. van Ham, hoofd van de afdeeling boekwezen nog medegedeeld, dat het departement officieel van zijn belangstelling in den bloei der kunst zal doen blijken door de instelling van een rij staats prijzen. Voor de Kinderen (Teekenlngen H. Kannegieter). TEDDY GUNT EEN ANDER OOK WAT! Nu laat Puck zich niet meer nooden, steekt zijn tong In 't heerlijk nat. Teddy schrikt er van, zoo zwelgt hij. Blijft er ook voor hem nog wat? Vol ontzetting blijft hij kij ken,-waar Puck al dat water laat. Maar komaan, is daar niet vrouwtje, dat op hèm te wachten staat? Welgemoed laat hij zijn water en zijn drink- genoot alleen, om op 't vrouwtje toe te springen, dat daar om den hoek verscheen, 't Lijkt wel of zij tets komt brengen voor haar kleinen lekkerbek. En, dat kan hij bes< gebruiken. Teddy Trix heeft altijd trek. IS STEEDS IN ELKE HOEVEELHEID OVERAL VERKRIJGBAAR. (Adv. Ingez. Med.) Dr. Goedewaagen bezocht den Nederlandschen Omroep. HILVERSUM, 15 Mei. Dr. T. Goedewaagen secretaris-generaal van het departement Volksvoorlichting en Kunsten, heeft Donderdag eet officieel bezoek gebracht aan den Nederlandschei Omroep. In gezelschap van ir. Van der Vegte raadsheer bij het departement en den heer Di Kloet van de afdeeling Radio- en Filmzaken. ar riveerde hij omstreeks halfelf in de voormalige N C.R.V.-studio, waar, behalve de directeur-generaal dr. ir. Herweyer, aanwezig waren de burgemeeste van Hilversum de heer Von Bönninghausen, di directeuren en hoofden van dienst, benevens Piern Remards, leider van het symphonie-orkest. De heer Herweyer begroette dr. Goedewaagen ei hield een korte toespraak, waarin hij o.m. wee op verschillen met vroeger. Hij zeide hieromtren o.a.: Gij bezoekt niet een omroepvereeniging, di slechts een gedeelte vertegenwoordigt van den om roep in Nederland, doch voor het eerst brengt heden als een der hoogste Nederlandsche autori teiten een bezoek aan onze instelling, die als rijks instelling de representante is voor het geheele Ne derlandsche omroepwezen. Het tweede verschil met vroeger is bijna nog be langrijker. Kenden we vroeger de verschillend! omroepvereenigingen, wier gestes werden bepaalt door particuliere of ten deele kerkelijke invloe den, de nu hiervoor in de plaats getreden Neder landsche omroep volgt de richtlijnen, zooals dez< door de bevoegde overheid, i.e. door u als secre taris-generaal van het departement van Volksvoor lichting en Kunsten, worden aangegeven. In d< plaats van persoonlijk en groepsinzicht is dus ge komen het algemeen nationaal volksbelang, dat ir den vervolge als richtsnoer van den Nederland schen omroep zal dienen. Wanneer ik u verzeker, dat ik het als mijn voor naamste taak beschouw de eenheid rotsvast te ver ankeren en dat het mijn streven is den Nederland schen omroep op te bouwen tot een hecht bouw werk. dat ook tegenover het buitenland ons volk met eere kan vertegenwoordigen, dan meen ik spreken in den geest van vrijwel ons geheele per soneel. Ik kan u ook verzekeren, dat de geest van samenwerking tusschen onze werkers, afkomstig uit de verschillende omroepvereenigingen, voortreffe lijk is, zoodat ik er van overtuigd ben dat men verloop van nog slechts korten tijd den Nederland-! schen omroep niet meer zal herkennen als te zijn ontstaan uit vier deelen. Dr. Goedewaagen dankte den heer Herweyer voor de prettige ontvangst en memoreerde hoe het een van zijn eerste ambtsbezigheden was geweest1 het radioprobleem aan te vatten en besprekingen; met de oude omroepvereenigingen te openen. Hij was overtuigd, dat met de benoeming van den heer Herweyer tot directeur-generaal, een stap in d« goede richting was gezet, waardoor reeds thans be langrijke resultaten zich in de omroepwereld afteeJ kenden. Resultaten, die mede te danken waren aan de volledige en toegewijde medewerking der hierj aanwezige directeuren en hoofden van dienst en| hun staf van medewerkers in de verschillende ran gen van het bedrijf. (A.N.P.)j Na deze toespraxen bezocht het gezelschap Stu-j dio A (voormalig AVRO). In hotel Gooiland werd tenslotte een noenmaal gehouden; EXAMENS. ACADEMISCHE OPLEIDING, j Geslaagd aan de Gem. Universiteit voor het doctoraal ex. rechten: mej. M. van Rijswijk en J. A. de Roy van Zuydewijn. Voor het cand. èx. Fransche taal- en leterkunde: mej. C. Blaauboer en voor het cand. ex. economie S. Scheffer. Geslaagd aan de Leidsehe Universiteit voor hét cand. ex. wis- en natuurkunde (K) C. F. A. Brui ning en P Leentvaar, beiden te Haarlem. EXAMENCOMMISSIES HOOFDAKTE. De secretaris-generaal van opvoeding, weten schap en cultuurbescherming heeft in de commis- siën, welke dit jaar zjjn belast met het afnemen van de examens ter verkrijging van de akte van bekwaamheid, bedoeld in artikel 77b der wet tot regeling van het lager onderwijs van 17 Augustus 1878 (hoofdakte) benoemd te Haarlem: tot lid en voorzitter: L. W. van Loon, inspecteur van het la ger onderwijs in de inspectie Amersfoort: adres: Joh. van Oldenbarneveldtlaan 16: tot lid en on dervoorzitter: B. G. Palland, Amsterdam; tot leden: J. Bovenberg. Oegstgeest; P. J. Debets, Heemstede; drs. D. Fokkema. Overveen: dr. A. van Hulzen, Maartensdijk-Tuindorp: P. Jansen, Amsterdam; mej. G. H. Jonker, Bergen (N.-H.); J. van Keulen, Laren; C. J. Knook, Alkmaar; A. Kuiper, Utrecht; Th. P. J. Snijders. Driehuis-Velsen; drs. D. Th. .Rodenburg, Zaandam. HOOFDDIRECTEUR SURINAAMSCHE BANK. Bij beschikking van den secretaris-generaal van het departement van koloniën is te rekenen van 1 Mei 1941 af, voor den tijd van 5 jaar weder be noemd tot hoofddirecteur van de Surinaamsche Bank N.V., mr. A. van Traa, die thans die betrek king bekleedt. MARINES BERTRAM. (Nadruk verboden). 3) Maart dat zult u toch nog wel eens doen? kwam het antwoord. Als u hier in de buurt komt. zullen we u met genoegen ontvangenals we thuis zijn. En bij zulk weer gebeurt dat met vaker dan noodzakelijk is. Tot ziens! En wat ernstiger voegde ze er aan toe: En nog hartelijk bedankt! Albert mompelde iets, waarvan hij wel wist, dat het. absoluut niets met de zaak te maken had en dat waarschijnlijk een idiotigheid was. Toen "LhUAta u het goedvindt, zal lk mijn zusters vragen, u eens op te zoeken. Natuurlijk vind ik dat goed, ik zou het zelfs heel aardig en vriendelijk van ze vinden. Op weg naar huis vroeg Albert zich af. of hij niet meer beloofd had dan hij kon bewerken. De verhouding met zijn familie was niet zoo bijster vriendschappelijk en het viel dan ook zeer te be twijfelen. of de vrouwelijke leden bereid zouden zijn kennis te maken met een vreemd meisje, zonder dat iemand anders dan hij voor haar in stond. En als zij er niet toe te bewegen waren, zou dat zijn eigen verhouding zieer bemoeilijken; hij dacht er n.l. niet over. deze nieuwe kennis uit het oog te verliezen. Ja. hij wilde wel dat hij die belifte niet gedaan had! HOOFSTUK m. De bewoners van De Boekhorst. De studeerkamer van een vroolijk vertrek zon der iets van dat sombere, dat onmiddellijk bij den bezoeker de gedachte aan boekenwormen doet opkomen. De kamer was in licht notenhout uitgevoerd en alles wees er op, dat de eigenaar van De Boekhorst van lichte kleuren en vroolijk- bêid hield, want zelfs de oude boeken waren op planken achteraf geplaatst en op het eerste ge zicht zag men niets anders dan kleurige banden. De kamer werd nog vroolijker gemaakt door het groote venster dat openstond en dat uit zicht gaf op een schitterend panorama van gol vende velden, terwijl de horizon door enkele heu vels afgesloten werd. In deze kamer bracht de eigenaar van het landgoed het grootste ge deelte van den tijd door. dien hij binnenshuis sleet. Op de tafel vóór hem lagen papieren, die er allemaal erg zakelijk uitzagen. Doch hier naar keek de landheer niet. Hij zat in zijn stoel achterover geleund en keek droomerig naar het schoone panorama. Tusschen zijn tanden had hij een zwartgerookte pijp en op tafel lag bin nen het bereik van zijn handen een groot aan tal andere pijpen. Hij dacht aan zijn zoon de papieren die voor hem lagen hadden grootendeels betrekking op zijn zoon en zijn gedachten waren niet zeer opgewekt. Albert zou hem opvolgen, zijn plaats innemen en dat zou niet zoo lang meer duren; dit was geen erg geruststellende gedachte voor hem. En als hij aan zijn beide dochters dacht, had hij al niet veel meer reden om opgewekt te zijn. En zooals zoo vaak, als hij alleen was, dacht hij aan zichzelf en hiermede was hij mis schien nog het allerminst tevreden want rijn leven was bedorven. Hij was niet in zijn tegenwoordige positie ge boren ofschoon men moeilijk iemand zou kunnen vinden, die er beter geschikt voor was, maar hij Had deze positie te laat verworven. Hij voelde, dat zijn leven een mislukking was en dat heelemaal buiten zijn schuld. Door de een of andere onnaspeurlijke oorzaak, was hij er met in geslaagd „er te komen" terwijl anderen die niet een tiende van zijn verstand hadden daar wel in geslaagd waren. Hij was met hoogge spannen verwachtingen en idealen begonnen en had ze den een na den ander als een kaars in den wind zien uitgaan En toen hij den mid delbaren leeftijd bereikt had. had hij geen en kel ideaal meer en vertrouwen in niemand. Zoo kwam het, dat, toen het overlijden van een on- gehuwden broer met wien hij al jaren geen con tact meer had gehad, hem in zijn tegenwoor dige positie geplaatst had, het eerste wat hij deed, was, een specialist te gaan consulteeren; uitgaande van het principe, dat iemand, "die het grootste deel van zijn leven in den harden strijd om het bestaan had doorgebracht, moest oppas sen, als hij opeens te midden van weelderiger levensomstandigheden geplaatst werd. Maar de dokter stelde hem volkomen gerust; er scheelde hem niets en er was geen reden, waarom hij niet ééns zou oud zou worden. Hoewel hij op dit punt nu gerustgesteld was. had hij geglimlacht want hij wist dat het noodlot iemand, die zoo leng een van zijn slachtoffers was geweest, niet zoo vlug los laat. Zijn huiselijk leven scheen wel het punt waar op het lot hem ook nu nog achtervolgde. Reeds jaren lang was het één voortdurende twist ge weest. En toen de voornaamste reden van al dat getwist weggenomen was. stond hem een groote teleurstelling te wachten, want zijn kinderen, die volwasser, waren geworden, wendden zich hoe langer hoe meer van hem af en met geen van hen kon hij het eigenlijk goed vinden. Ze waren allemaal erg egoïstisch; zoolang ze hun zin maar kregen, 'ging het wel, maar zoodra dit niet het geval was, had Jhr. Roelof van Duyven reden, zich bitter gestemd te voelen. Alles bij elkaar genomen was Jhr. van Puy- ven's geluk te laat gekomen om er écht van te genieten. Hij had geen idealen meer; en het ver leden had niets aangenaams om op terug te zien. Als hij aan de toekomst dacht, zag hij één donkere massa. Albert, zijn zoon, was naar Zuid-Afrika ge gaan en was daar verder gekomen, dan tal van anderen; hij was er in geslaagd zichzelf te bedruipen. Maar tot groote teleurstelling van zijn vader was hij onverwacht teruggekomen zonder eenige plan voor de toekomst. Van zijn beide dochters was de een vol van de rechten van de vrouw en de gelijkheid van de beide seksen en de ander vol medelijden met arme men schen. Geen van deze beide dingen trok hun va der erg aan. Het laatste misschien nog het minst, want het had een inmenging in de regels van het huishouden tengevolge gehad, die hem erg lastig was. Lichamelijk was hij een man die er nog wezen kon: groot en goed gebouwd. Hij was vrij knap, maar de rimpels om zijn oogen en de moede uit drukking van zijn gezicht, als hij rustte, maak ten dat men hem wel zijn jaren aanzag: daar kwam nog bij, dat zijn haar en kortgeknipte baard steeds grijzer werden. Toch waren er on der zijn vrouwelijke kennissen nog genoeg die wel met hem in het huwelijksbootje hadden willen stappen, maar aan zooiets dacht hij slechts met een rilling, op zijn leeftijd voelde hij niets voor gevaarlijke avonturen! ij Zooals hij daar zat, drongen de stemmen van zijn dochters, vermengd met het gerammel van lepeltjes en kopjes tot hem door. „Middag thee" was een gewoonte, die hij uit den grond van zijn hart verfoeide. Hij veronderstelde dat vrouwen het aardig vonden, om met een stapel kopjes en schoteltjes in de weer te zijn c" er zoetigheden bij te eten, voor hen was het een tijdverdrijf en een excuus om bij elkaar te ko men en kwaad te spreken Maar piekeren was een ongezonde gewoonte, beweerde hij altijd, en totaal overbodig, zoodat hij nu zijn uitgerookte pijp uitklopte, een andere stopte en aanstak en zijn aandacht weer aan de paoieren voor hem op tafel schonk Een van deze papieren scheen hem toch onge rust te maken. Hij bestudeerde het document lang en ingespannen om het dan nog eens te lezen Ondertusschen was zijn hoofd in een rookwolk gehuld en de geur van de tabak mengde zich met den bloemengeur, die door het venster naar bin nen kwam; eindelijk wierp hii de papieren in een lade, sloot deze en stond op. Onder de schaduw van een hoogen beuk aan den kant van een der paden waren een tafel en een paar stoelen neergezet en hier zaten de twee meisjes. Emma, de oudste, leek sterk op haar broer, ze was donker en knap van uiterlijk, maar met voor 'n vrou»w, vooral voor een jonge vrouw wat te besliste trekken Misschien was dit we! de reden, waarom ze op haar acht-en-twintigste iaar nog steeds ongehuwd was Maar ze had ook niet het minste verlangen het ooit te zijn De jongste, Helene had een vriendelijker uiterlijk blonde haren en blauwe oogmn; een aardig meisje, dat niets tegen het andere geslacht had. zooals haar meer „vooruitstrevende" zuster, die dat niet onder stoelen of banken stak. Maar beiden, ieder op haar manier, waren ze er op gesteld, haar zin te krijgen - en meestal kregen ze dien ook. Toen haar vader zich bij hen voegde stak de oudste haar vinger tusschen de bladen van het boek. dat zij zat te lezen en dat. evenals de beide, die op het tafeltje lagen, er verschrikkelijk ge wichtig uitzag. Zij zette een gezicht alsof zij het allesbehalve aangenaam vond gestoord te wor den. De jongste ging kalm met haar werk door: een borduursel van een vreemdsoortig patroon. De vader keek naar deze beide bezigheden met een medelijdende minachting en hij was zich be wust. dat hij niet welkom was. En toch had hij deze twee meisies eens verafgood. Waar is Albert? vroeg hij onverschillig? Zijn oudste dochter wierp het hoofd in den nek en zei; O, Albert, dat weet ik niet. De woorden waren eenvoudig genoeg, maar de 'toon zeide alles. Zij bedoelde er mee, dat waar haar broer ook mocht zijn, hij niet veel goeds uitvoerde en dat dat voornamelijk de schuld van zijn vader was. Deze was aan zulke opmerkingen wel gewend, maar 't ergerde hem toch nog steeds. Ik heb wel zin in een wandeling, zei hij, ik heb me over zaken druk gemaakt en een wande lingetje langs beschaduwde wegen zou mij goed doen Hebben jullie een van beiden zin mee te gaan? Hij keek vragend naar de jongste. O. maar vader, maarikik moet dit afmaken, verontschuldigde zij zich. met een be weging naar het geheimzinnige handwerk. Het is voor de weldadigheidsbazar de volgende week. Ja. ia. ja. natuurlijk. Ik dacht daar zoo gauw niet aan. was het vrij ruwe antwoord. Het kon hem ook eigenlijk niet schelen, of aan iets of 'emand boven hem de voorkeur werd gegeven. Ik ga wel mee vader, zei de oudste, echter op een toon die bewees, dat het een opoffering was. Ik moet nog even een paar aanteekeningea over 't laatste hoofdstuk maken. (Wordt vervolgd)»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6