B Spakenburg in den greep van de pos. LANGS DE STRAAT. Aesculus, Ook voor De rijksmiddelen in Apri ZATERDAG 17 MEI 1941 HAARLE M'S DAGB C A D 7, ....Maar de Nederlanders willen er nog niet aan (Van een medewerker.) De oude pikbroek op den hoek van het straatje weet niet of hij lachen of huilen moet. De stijve bries veegt zilte geuren van de zee en blaast ze hem in den neus. Zijn felle oogen knipperen in het grelle zonlicht en het vette petrandje hangt ver omlaag. Zijn handen zijn, natuurlijk, diep in dc wijde broekzakken. Met zijn eene oog staart hij uit over de schuimige vlakte van het IJsel- meer, waar witte koppen steil omhoog bollen. Met het andere bekijkt hij ons. Een tikje arg wanend. We voelen de kneep en daarom zeggen we dat een portie pos ons lekker gesmaakt heeft. Dat doet hem goed, want de argwanende blik dwaalt van ons af. In de richting van het nu leege haventje. Maar hij blijft zwijgen Spakenburg is Spakenburg. Dat is altijd zoo geweest en dat zal altijd zoo blijven. Zoolang er tenminste nog mannen zijn van het slag als deze stoere visscher. Stug en hard. En als de kip pen erbij als er wat te verdienen valt. Wat wil men. De vlschverkoopers kunnen meer visch kwijt dan de visschers binnen brengen. Door de prijsbepaling zijn de prijzen gebonden aan zeke- ie normen, dus een extra centje verdienen gaat niet. Overigens geeft de pikbroek royaal toe dat het voor de „burgers" inderdaad zóó veel beter is. Als handelsman vindt hij het echter maar zoo-zco. Het was toch al geen vetpot in de vis- scherij. Toen kwam de pos. Ineens. Jongens en mannen van alle leeftijden werkten mee aan het spieten van de pos en 's avonds bloedden hun handen van de scherpe naalden. Maar ze zijn taai en sterk en het verdiende geld vergoedde alles. De Visscherijcentrale, zegt de visscher, vond dat pos heel geschikt was voor de volksvoe- jing en de Spakenburgers waren het daarmee ïatuurlijk gloeiend eens. Dat is nu een week of Irie geleden en direct brachten de vloten groote hoeveelheden pos mee. En de vallende avond vond de hekjes om het haventje leeg; de jonge terels spietten en waren druk in de rookerij. Wat is pos? Pos zit tusschen de nest; Pos is le vend, nest is dood. De nest wordt dus gezeefd en dat doen de visschers op zee. We snappen het niet en de pikbroek lacht vergoelijkend. Nest zou men kunnen noemen het afval van de zee. Dat is allemaal dood spul. een raar allegaartje en het wordt figuurlijk! tusschen neus en lip- jen meegenomen door palingvisschers. Want er comt veel nest in de fuiken. Het is bestemd voor Sleutel weg? Tel. 11493 De Sleutelspecialist, L.Veerstr. 10 (Adv. Ingez. Med.) ONVERWACHTE WENDING. Gevolgd door een steeds grooter wordenda nenigte kinderen duwen de drie mannen met ver ende krachten de groote poppenkast door de traten van Amsterdam, tot ze bij een kruising een eschikt punt hebben gevonden om een voorstelling e geven. Een groot publiek heeft voor het rijdend tooneel ost gevat, een publiek dat waarlijk niet alleen uit inderen bestaat, maar waarbij zich ook vrij veel olwassen minnaars van het straattooneel hebben angesloten. Zij allen kijken met verlangende blik- en naar het „podium", waarop een niet onaardig lécor is aangebracht: rechts op het eerste plan een dat in groote, zware letters het opschrift .begrafenisonderneming" draagt en links een ander, lat de woning van Jan Klaassen blijkt te zijn en raaruit deze onsterfelijke figuur en zijn vrouw Catrijn weldra voor het voetlicht zullen verschijnen, terder een schilderachtig landschap op den achter mond, dat overigens bij deze stadshuizen wat eigen- lardig aandoet. Er is een oorverdoovend gekwetter van kinder- temmen dat ineens bezworen wordt als plotseling en schorre stem uit de kast klinkt: „Kinderen, louwen jullie nou allemaal je waffels dicht, want le voorstelling gaat beginnen!" Als dan Jan Klaas met een vaart, aan het eind van een langen tok het tooneel opvliegt, eenige diepe buigingen naakt naar links en naar rechts en met zijn han- len overal tegenaan slaat waar hij maar leven kan naken, is de aandacht gehéél gespannen. Jan Klaassen kondigt aan, met een weliswaar erg rerdraaide maar toch nog schorre stem van den lirecteur, dat hij wil rooken en- trek heeft in een lartversterking, maar Katrijn heeft den sleutel ran de kast. Katrijn komt nu op dezelfde manier ils Jan haar huis uitsnellen. Zij belooft hem twee igaren en een „oenjakkie", voor welke belofte hij laar lang en hartstochtelijk omhelst, hetgeen een uid gelach aan de luisterende menigte ontlokt, ün dan krijgen we de gewone vertooning. Er perschijnt een duivel, met een vreeselijk rood ge zicht en een horentje in den vorm van een laak op zijn voorhoofd. Er wordt veel heen en weer geslagen en gestompt en tenslotte wordt de duivel door Katrijn in een kist gestopt. Hij ontvlucht m dan komt er een agent om Jan Klaassen te halen. Maar die zou Jan Klaassen niet zijn, als hij mee- ;ing: weer een groote vechtpartij met als eind resultaat, dat de agent de kist ingaat. Hij komt er looit meer uit, want Jan slaat het deksel zoo lard op zijn hoofd dicht, dat hij den geest geeft. Jan flaassen af. Twee andere agenten komen hun col lega begraven. Zij overtuigen zich eerst instanle- lijk van zijn dood, door hem voor den dag lalen, waarbij hij alle verschijnselen van een ,dood lijk" vertoont en stampen hem daarna weer ifdoende in de kist, waarna zij die op de schouders lemen en er plechtstatig twee maal het podium mee •ondwandelen. Maar nu het vreeselijk slot van deze tragedie. Daar staat plotseling, als uit den grond verrezen, een geheel in het'zwart gekleede figuur. Het is. het spijt mij het te moeten zeggen.... de beul wan Haarlem. Hij heeft een galg bij zich. Hij nadert Hij plaatst de galg midden op 't tooneel. En juist als Jan Klaassen, die inmiddels weer is komen Kijken wat er te doen is, zijn hoofd bereidwillig [en boetvaardig in de strop vlijt, klinkt de nu niet jmeer verdraaide stem van den directeur: „Donder- sche jongen, blijf je met je brutale tengels van de itent af, of ik zal je een oplawaai verkoopen, dat !jeDe rest van des directeurs vermaning [gaat verloren in 't homerisch gelach v.an het publiek, dat zulk een wending allerminst verwacht. Wat is er gebeurd? Een jongen heeft, terwijl de geldophaler bij het publiek zijn werk doet. aan de achterzijde van het tooneel een nader onderzoek ingesteld. Hij heeft ongemerkt het doek, dat den schiin van de werke lijkheid afsluit, wat opzij geschoven en gluurt naar binnen, zoo het „geheim van de poppenkast" ont sluierend, hetgeen natuurlijk den toorn van den directeur gewekt heeft. Het laatste wat ik van de voorstelling zie, is dat Jan Klaassen boven de hoofden van het publiek 1 aan de ver vooruitgestoken galg heen en weer [bungelt. I Ik denk, dat de directeur er zoo maar een eind aan gemaakt heeft Want Jan Klaassen kennende heb ik het idéé, dat hij zich anders niet zoo ge makkelijk zou overgegeven hebben en dat zijn be reidwilligheid slechts een list was. J. C. E. vischmeelfabrieken die het verder verwerken. Eenden en kippen zijn er overigens ook niet vies van. „Een „hausse" door de pos. In deze nest leeft echter een kleine vischsoort ter groote van meest nog geen decimeter die in het verleden niet de moeite van het uit zoeken waard was. Dat is de pos. Nu de vraag naar visch echter veel grooter dan het aanbod geworden is, ligt de veronderstelling voor de hand dat de moeite nu dubbel en dwars beloond zou worden. Dat was ook zoo. De pos heeft een ware „hausse" veroorzaakt, in Spakenburg ten minste en in Belgie. Daarom zou de oude pikbroek moeten lachen. Huilen zou echter'ook kunnen. Dat komt omdat de Hollanders er niet aanwillen. Pos is goed. gezond, vet. smakelijk, allemaal adjectieven die het moeten doen. En het i s niet alleen zoo, maar de vischjes zien er ook zoo uit zij lijken op sardientjes. In de rookerij van de fa. Jan Muis in Spakenburg staan een paar honderd kistjes opgestapeld, ieder kistje inhou dend 10 pond pos. Goudglimmend en geurig, netjes afgedekt met een vetvrij papier. Jan Muis weet alleen niet wanneer ze weg zullen gaan. Ook daarom kan hij huilen. ..Belgie heeft zich blijkbaar vol gegeten," zegt hij ronduilt. „De uitvoer staat op het oogenblik tenminste stil. Hollandsche fabrieken conser- veeren de pos wel, maar veel is het toch niet. En de vischverkoopers kunnen ze niet kwijt.. Zoo is op het oogenblik de stand van zaken met de pos. Drie weken lang zat Spakenburg in den ban van de pos. De kuilvisschers hadden haast nog meer belangstelling voor de nest in de fuiken dan voor de paling. De rookerij werkte onder hoogspanning. „Vorige week waren d'r hier in mijn bedrijf zeker een twintig jongens aan het spieten!" Dat moet hij nog even verklaren: spieten. De vischjes worden aan lange naalden geregen, een stuk of vijfentwintig aan iedere pen, en dan gaan die naalden in de rookerij, een donker, zwartbewalmd vertrek, waar de rook in dichte wolken haar werk verricht. De jongens maar ook de oude visschers hadden 's avonds handen, die aan alle kanten doorgeprikt waren; ze konden zoo te zeggen niets meer aan vatten. Maar koning pos was Streng: aanpakken! En er werd gespiet. Nu is er stilstand. Het spie ten is. voor een deel. gestaakt. De kistjes in de rookerij wachten op verzending en Jan Muis weet nog steeds niet of hij lachen of huilen moet. Er is één nadeel aan de pos, dat geeft hij toe: je hebt er een reuze werk aan om een mondvol bijeen te krijgen en de graten haalde je er met bosjes uit. Het zonlicht speelt in de waterstraal die de rookerij zuiveren moet. Speelt ook over al die stoere visscherskoppen die met felle oogen naar den vreemdeling turen. Maar de pos smaakte den interviewer, dus alles is goed. In de schemering staan de jonge kerels weer langs het haventje, leunend en rookend, soms praten ze watTot er weer pos komt. Dan bloeden de handen weer, maar zijn de koppen op gewekt Vergadering der N.S.D.A.P. in Den Haag. Hauptbefehlsleiter Schmidt spreekt. 's-GRAVENHAGE, 16 Mei. Het Arbeitsbe- reich in den Niederlanden van de N.S.D.A.P. be legde hedenavond een vergadering in den Die rentuin, waar de leider van het Hautschulungs- arnt der N.S.D.A.P., Hauptbefehlsleiter Schmidt die een bezoek van enkele dagen aan Nederland brengt, een rede hield. De groote zaal van den Dierentuin was geheel gevuld: het muziekcorps van den weermachts bevelhebber in Nederland verzorgde het mu zikale gedeelte en kortte den tijd van het wachten met opgewekte muziek. Dr. Schuon. Kreisleiter der N.S.D.A.P. leidde den spreker in en begroette in zijn toespraak speciaal de vertegenwoordigers van den Rijks commissaris, de commissarissen-generaal Fischböck en Rauter. Hauptbefehlsleiter Schmidt herinnerde in den aanvang van zijn rede aan het begin der bewe- eing in Duitschland, toen zij die spraken van een wereldstrijd niets anders waren dan een troep rebellen. Thans is deze strijd werkelijkheid geworden en wordt met inzet van alle krachten gestreden. Wij staan thans op den drempel van groote gebeurtenissen en het Is voor alles noo- dig, dat wij Duitschers ons bezinnen op de bron van onze kracht. Wat Duitschland sedert 1933 heeft gepresteerd is geweldig. Velen spreken van toevallige gebeurtenissen, anderen van geluk kige voorvallen, weer anderen van wonderen, doch wij Duitschers zeggen, dat nog nooit een volk door toevalligheden groot is geworden, doch alleen wanneer het de kracht daartoe in zichzelf heeft gevonden. Spreker zeide, dat er buiten Duitschland zijn, die zeggen, dat indien er geen nationaal-socia- lisme en geen Adolf Hitler zouden zijn geweest er ook geen oorlog zou zijn. Oppervlakkigen denken, dat wij schuldig zijn aan den oorlog, Dat is een groote vergissing. Wij hadden geen oorlog noodig, Adolf Hitler wist echter, dat de Westelijke Democratieën, evenals in de geschiedenlis een oorlog zouden willen en met nationaal-socialistische grondig heid heeft hij zich op deze mogelijkheid voor bereid. De geschiedenis bewijst echter nog meer, riep spreker uit, zij bewijst dat altijd het jonge revolutionnaire volk het wint van het oude. Sprekend over het Jodendom verklaarde Haupt befehlsleiter Schmidt, dat dit de geestelijke vader is van alle politieke idééën der laatste eeuwen, het liberalisme, marxisme, enz. Op het moment, dat zijn macht in Duitschland werd gebroken, moest het zijn machtspositie opgeven. De Jood voert thans oorlog om zijn macht over den Duitschen mensch weer te vestigen en daarom bestrijdenfwij het Jodendom. De strijd van het Jodendom wordt gevoerd onder een val- sche leus. Men zegt te strijden voor de vrijheid en tegen barbarisme, doch in werkelijkheid is het een strijd voor de Joodsche macht. Men spreekt ook van het streven naar een wereldheerschappij door Duitschland, maar, zoo vragen wij, wie heeft in de laatste eeuwen die wereldheerschappij gevoerd? Duitschland ze ker niet. Engeland en Frankrijk verdedigden hun eigen wereldheerschappij toen zij Duitsch land ervan beschuldigden naar de wereldheer schappij te streven. Duitschland deed dit nog nooit en zal dit ook nooit doen. Wat Amerika betreft, verklaarde spreker, dat dit niet strijdt voor een idee, doch het weet dat bij een ordening van Europa en Afrika de ka pitalisten te kort zouden komen, want deze orde is er een van een nieuwe socialistische ordening. Zij geeft niet alleen een nieuw uiterlijk, doch voorai ock een nieuw innerlijk. Spreker eindigde met de verklaring, dat wij. Duitschers den eindstrijd tegemoet gaan met het volle vertrouwen in Adolf Hitler. Aan het eind staat het heilige Germaansche Rijk. Een stormachtig applaus volgde op deze rede, die ook meermalen door applaus werd onder broken. Dr. Schuon sprak nog een slotwoord, waarin hij de aanwezigen opwekte medewerking te ver- leenen aan den Rijkscommissaris bij het vol brengen van de zware opdracht, die hij van den Fuhrer had ontvangen. (A.N.P.) Weer 50 H.A. lieide verbrandde. Te Kallenkote, uem. Steemvjjkerwold, is op nieuw een oppervlakte, nu van ongeveer 50 H.A. heide afgebrand. Men vermoedt, dat de brand die hier enkele dagen geleden heeft gewoed, nog niet geheel uit is geweest, doch dat een hoeveelheid veen is blijven smeulen en dat de heide daardoor weer vlam heeft gevat. (A.N.P.) Paardenkastan je. We zijn langzamerhand wel gewend geraakt aan de kaslanje, hoewel hij mij altijd nog wat uit- heemsch aandoet met zijn groote kaarsen en groote bladeren. De soorten, die in ons land van Aesculus voor komen, zijn afkomstig uit Zuid-Europa, Oost- Azië of Noord-Amerika. Paardenkastanje. (foto Hendriks). De kastanje is zeer goed als laanboom te ge bruiken. Maar het mooist zal hij toch wel uit komen wanneer hij alleen staat en zijn kruin zich naar eigen goeddunken kan uitbreiden. De stam is dan kort en stevig en de kruin groeit mooi regel matig breed uit. De gewone paardenkastanje, Aesculus Hippo castanum, kan echter ook heel goed als heester voor onderbeplanting onder boomen worden aan gewend. Van zelfsprekend komt de plant daarbij niet op baar voordeeligst uit, maar 't lean in som mige gevallen zijn nut hebben om het te weten. Ook voor dekking en beschutting is deze kastanje te gebruiken. Maar het mooist is Aesculus Hippocastanum als vrijstaande boom. Hij geeft veel schaduw, zoodat er in de warme zomerdagen een heerlijk zitje on der is ie maken. Aesculus Hippocastanum draagt in MeiJuni de witte bloemen met een roode vlek, die in recht op staande trossen, de kaarsen, staan gerangschikt. Soms is er in den herfst een tweede bloei. Aesculus carnea is de roodbloeiende kastanje. Deze bloeit later, Buitengewoon mooi zijn de bloemen van A. c. Briotii, ze zijn van een mooi donkerrood. Van de Aesculus Hippocastanum komt een witbloeiende variëteit voor: Aesculus Hippocasta num plena, die dubbele bloemen heeft en geen vruchten krijgt Aesculus glabra draagt in MeiJuni geel-witte bloemen. Deze kastanje vormt een flinken struik of kleinen boom. Aesculus octandra bloeit met lichtgele bloemen en is zeer mooi, vooral als alleenstaande boom. In groeiwijze geheel afwijkend is de Aesculus par- viflora, die in JuliSeptember bloeit met groote ijle bloemtrossen van witte bloemen. Deze kastanje blijft steeds in heestervorm, groeit zeer breed uit en is in vollen bloei buitengewoon mooi. A. J. D. STAMSLA STAMSNIJ STOKSLA STOKSNIJ SPEK PRONK DOP CITROEN KIEVITS FLAGEOLET BRUINE WITTE TUIN Jxi&tzHal's- fotici xadtpi GROTERE OPBRENGST FIJNERE KWALITEIT A. TABERNAL ZOON HAGELINGERWEG 28, SANTPOORT, Tel. 8232 aueu De holle steencn betcekenen in deze dagen een welkom vervangingsmiddel voor de bouwnijverheid, waardoor de opdrachten zonder stagnatie tengevolge van schaarschte aan materiaal kunnen worden uitgevoerd. (foto Het Zuiden) (Adv. Ingez. Med.) Jmcutciëü^ 's-GRAVENHAGE, 16 Mei (A.N.P.) Aan het overzicht van den stand der rijksmiddelen op 30 April j.l. wordt het volgende ontleend: De opbrengst van de directe belastingen heeft tot en met April bedragen f 103.076.751.97 tegenover f 59.062.011.51 het vorig jaar of ruim 44 millioen gulden meer. Bij de beoordeeling van deze groote stijging moet echter met verschillende factoren worden rekening gehouden. In de eerste plaats komt in tegenstelling met het vorig jaar onder deze inkomsten thans de opbrengst van de sedert in gevoerde winstbelasting voor, welke f 17.408.926 heeft opgebracht. En voorts is de opbrengst van dc grondbelasting aanmerkelijk hooger als gevolg van de wijziging in de opcenten. Bedroegen deze laatste het vorig jaar 20 op de hoofdsom der bebouwde eigendommen, thans is dit aantal opcenten 120. waarbij nog komen 100 opcenten op de hoofdsom der ongebouwde eigendommen. Hierdoor is het te verklaren, dat de opbrengst van do grondbelasting thans is gestegen tot f 30.958.603 tegen f 8.978.336 op eind April 1940 of wel met f 21.98 millioen. De inkomstenbelasting kwam ruim 1.38 millioen boven de opbrengst van het vorig jaar en kwam daarmede tot een bedrag van f 33.576.983. Wanneer wij rekening houden met het feit, dat in deze op brengst reeds een gedeelte is verdisconteerd van de bedragen, welke men als gevolg van de invoering van de loonbelasting minder behoeft te betalen (de ontheffing ten bedrage van een derde deel van den aanslag) dan mag deze opbrengst zeer zeker be vredigend worden genoemd, waarbij echter niet vergeten mag worden dat het werkelijk resultaat van deze belasting naderhand natuurlijk minder zal blijken te zijn, omdat aan hen, die reeds het volle bedrag van hun aanslag hebben betaald, alsnog het teveel betaalde zal moeten worden gerestitueerd In het belastingaccres van de groep der directe belastingen hebben mede deel gehad de opcenten op de gemeentefondsbelasting, welke f 11.201.235 opbracht of f 3.75 millioen meer dan het vorig jaar. De vermogensbelasting liep ruim f 138.000 terug en kwam op f 6.775.450. Hetzelfde was het geval met de verdedigingsbelasting, welke met een op brengst van f 3.135.552 iets meer dan f 378.000 bij het vorig jaar ten achter bleef. DE OVERIGE MIDDELEN. Deze middelen hebben over .de maand April een record-opbrengst geboekt en wel van f 62.290.103 tegen f 42.325.895 in dezelfde maand van het vorige jaar. Hierbij moeten we evenwel op den voorgrond stellen, dat onder deze groep thans als nieuw middel ook is ondergebracht de loonbelas ting, welke in de afgeloopen maand f 10.814.118 in de schatkist deed vloeien. Eveneens nieuw, doch van mindere beteekenis is de waardevermeerde ringsbelasting- welke ruim 1' 55000 opbracht. Daarentegen zijn vervallen uit dit belasting- complex de dividend- en tantièmebelasting (op brengst in April van het vorig jaar f 2.281.200) en de loodsgelden, welke in April 1940 bijna f 15.000 opbrachten. Aangezien in de genoemde opbrengst over April 1940 beide laatstgenoemde middelen reeds niet zijn medegerekend (de totale opbrengst was toen f 44.622.054) hebben de andere tot deze groep behoorende middelen, buiten de loonbelasting en de waardevermeerderingsbelasting, derhalve in de afgeloopen maand bijna f 9.1 millioen meer op gebracht, welke stijging nog meer aan beteekenis wint wanneer we zien, dat de rechten op den in voer als gevolg van de tot stand gekomen maat regelen alleen in deze maand met iets meer dan f 10 millioen zijn verminderd. Deze aanmerkelijk hoogere opbrengst is voorna melijk te danken aan de omzetbelasting, welke met ruim 8 millioen gulden steeg tot f 20.590 942 en aan den accijns op tabak, welke f 12.287.180 opbracht en daarmede ruim f 8'i millioen boven April 1940 uitkwam. Voorts bracht de accijns op suiker bijna f 1 millioen meer op, de accijns op bier bijna een half millioen, de rechten van registratie f 300.000, de rechten van zegel ruim een kwart millioen en de accijns op zout f 230.000. De accijns op het gedis tilleerd liep bijna een kwart millioen achteruit en die op het geslacht ruim f 157.000 gulden. Over de eerste vier maanden van dit jaar was de opbrengst van dezen middelen f 198.382.725 tegen f 154.130.227 het vorig jaar, hetgeen met uit schakeling van de opbrengst der loonbelasting ad f 29.630.265 en van de waardevermeerderingsbe lasting zijne f 114.892 een stijging voor de andere middelen van ruim f 14.5 millioen beteekent. Over dit tijdvak was de vermindering van de rechten op den invoer bijna f 33}4 millioen, terwijl voorts minder opbrachten het statistiekrecht (f356.496) en de couponbelasting (f 271.507). Alle overige middelen hebben aan het belang rijk accres medegewerkt. De accijns op de tabak leverde f 33.932.393 op en vertoonde daarmede een stijging met ruim f 19.8 millioen. Daarop volgt de omzetbelasting waarvan de opbrengst! 49.603.215 was, hetgeen f 12& millioen hooger is dan net vorig jaar. Verder hebben in het loopende jaar meer opge bracht: de rechten van successie enz. f 4.2 millioen, die van registratie f 1.1 millioen, die van zegel f 559.990, de belasting op gouden en zilveren wer ken f 205.968 en de accijnzen: op zout ruim een millioen op geslacht f 740.629, op wijn f 234.106. np gedistilleerd ruim f 2.9 millioen. op bier f 1.6 mil lioen en op suiker ruim f 3 millioen. De motorrijtuigenbelasting bracht voor April j.l. f 1.363.130 op. Over de eerste vier maanden van 1941 was deze opbrengst f 3.300.869. tegenover f 9.953.962 in de overeenkomstige periode van 1940. De thans verdwenen rijwielbelasting heeft in de laatste maand van haar bestaan f 16.922.50 opge leverd. Over de afgeloopen vier maanden bracht zij f 48.845 (vorig jaar eerste vier maanden f 51.985) op. Binnenkort zal door de Ncdcrlandsche Posterijen ccn nieuwe serie zomerzegels in omloop afbeeldingen van dr. A. Mathysen, J. Ingenhousz, Aagje Deken, Joh. Bosboom en worden gebracht. Deze serie bevat de den dichter A. C. W. Staring. (Pax-Holland). Res.-kapitein schoot Wassenaarsch ingezetene neer. Twee jaar gevangenisstraf geëischt. GRAVENIIAGE 16 Mei. De militaire kamer van de Haagsche Rechtbank heeft onder presidium van mr. Van Vrljberghe de Coningh de strafzaak behandeld tegen den 39-)arlgen reserve-kapitein der infanterie A. van den H.. a ten laste was gelegd, dat hij op of omstreeks 13 Mei 1940 te Wassenaar opzettelijk op korten afstand ern schot uit een met scherpe patronen geladen pistool heeft afgevuurd of Carl Joseph William Noorderdorp. daarbij richtende op diens hoofd, althans lichaam, door welk schot Noordendorp in het hoofd is getroffen en zoodanige verwondingen heeft opgeloopen, dat hij kort daarop is overleden. Res.-kapitein Van den H. had den 12en Mei des avonds de opdracht van zijn bataljonscommandant ontvangen te Wassenaar alle N. S B.-'ers te arresteeren. Na een aantal aanhoudingen den volgenden ochtend te hebben verricht, kwam verdachte omstreeks elf uur ten huize van den heer Noordendorp aan den Storm-van-'s Gi avensandeweg 53, wiens adres hij evenals van ruim dertig andere In gezetenen bij de politic had ontvangen op zijn verzoek om adressen van N. S B.'ers te vernemen en. nadat hij gebeld had. stond hij tegenover den heer Noordendorp dien hij wilde aanhouden. Toen verdachte hem had ge sommeerd de handen omhoog te houden en de heer N. na herhaalde waarschuwing de armen liet zakken, meen de verdachte, dat de heer N. zijn rechterhand naar den broekzak richtte om een revolver tc grijpen en om nu zijn tegenstander voor te zijn schoot hij den heer N neer. Verd. zeide de order tot het arresteeren der N. S B.'ers den avond tevoren mondeling te hebben ontvangen. Toen hij den ochtend van 13 Mei tegen elf uur aan den 'sGra- vensandeweg 53 aanbelde, deed iemand open wien hij vroeg: bent u de heer Noordendorp? De bewoner ant woordde die ben ik. Vervolgens gelastte vo d. hem de handen omhoog te houden, zeggend, dal hij zijn arres tant was. Dc heer N. had toen geantwoord: „waarom, ik heb nooit wat gedaan". Het viel verd. op. dat de rech- terbroekzak van den heer N. bol stond en toen de heer N. ten derden male ondanks waarschuwing de hand in die richting bewoog en de heele houding van den heer N. wees op verzet, heeft verdachte gemeend niet te moeien afwachten en den heer N. neergeschoten. Op de vraag, waarom de kapitein zelfs na het doodend schot zich niet had overtuigd of een vuurwapen in den broekzak van het slachtoffer aanwezig was. antwoordde verdachte, dat hij om moreele redenen het lijk niet heeft wtllen aanraken. Vroeger had hij na het vinden van een verongelukte wel tets van dien aard gedaan, hetgeen hem toen zeer kwalijk wérd genomen. Ook tegenover de jon gens die bij hem waren achlte hu het beter het lijk ie laten rusten om hun moraal niet verder te schokken. Bovendien noopte de tijd tot doorgaan, want zelfs voor huiszoekingen ontbrak de tijd. Van het geheele geval zeide verdachte buitengewoon veel spijt tc hebben. De officier van justitie, mr. van Gllse. het woord ver krijgend. zglde de moeilijkheid voor een Jutst oordeel In deze zaak te erkennen. Dc opdracht tot huiszoeking en arrestatie was voor verdachte als officier een vreemde, want zij behoorde feitelijk tot de taak der politic. Van de huiszoekingen zelf is niets terecht gekomen omdat er geen tijd meer voor restte Toen op het bellen van verdachte de heer N zelf opendeed en hoorde, dat hij arrestant was, is deze. naar het schijnt, geagiteerd geweest en heeft den Indruk gewekt dat hij kwaad wilde. Politie zou in zulk een geval, naar sprekers opvatting, den man over mand en gefouilleerd hebben, In plaats hiervan werd de heer N., zij het na herhaalde waarschuwing om de han den omhoog te houden, door verdachte neergeschoten. Doch Indien verdachte had moeten schieten, dan had hij het toch zoodanig kunnen doen. dat de tegenstander niet werd gedood doch alleen onschadelijk gemaakt. Hij heeft echter den revolver willens cn wetens op het hoofd van - het slachtoffer gericht en afgevuurd, hetgeen den onmiddcltjken dood ten gevolge had. Men kan zeggen, dat verdachte een rustigen indruk maakt en ér moge met waaideerlng over zijn militairen dienst zijn gesproken, dat neemt niet weg, dat verdachte een strafbare daad heeft gepleegd, waarvoor hij gestraft zal moeten worden, Spreker elschte een gevangenisstraf voor den tijd van twee Jaren. Mr. Wierda ving zijn pleidooi aan met woorden van deernis over het voorgevallene. Zelf reserve-officier zijn de, kan pleiter zich levendig voorstellen in welk ccn moei lijke positie de verdachte op het moment van de schiet partij heeft verkeerd Men zal wel zeggen, gelijk de offi cier van justitie deed, dat de politie anders zou zijn opge treden en den man niet zou hebben neergeschoten, doch men moet niet vergeten, in welke psychische gesteldheid de militairen waren gebracht door allerlei geruchten en gefantaseerde verhalen over als boeren en nonnen vcr- kleede parachutisten. lil die dagen en door dergelijke geruchten was iedereen verdacht gemaakt. Verd. heeft zich inderdaad ernstig bedreigd gevoeld toen de heer Noor dendorp ondanks herhaalde sommatie de handen niet omhoog hield en naar den broekzak zijn hand liet afglij den. Politieke bedoelingen had verdachte zeker niet. want hij heeft zich nimmer met de politiek bezig gehouden. Zijn opdracht was eenvoudig het arresteeren van N. S. B.'ers, waartoe hij op het politiebureau een lijstje had ontvangen. Naar pleiters opvatting heeft zijn client uit noodweer gehandeld en dient hij te worden ontslagen van rechts vervolging. dan wel te worden vrijgesproken. De rechtband zal 29 Mei uitspraak doen. (A. N. Pg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 11