B
Spakenburg in den greep van de pos.
LANGS DE STRAAT.
Aesculus,
Ook voor
De rijksmiddelen
in Apri
ZATERDAG 17 MEI 1941
HAARLE M'S DAGB C A D
7,
....Maar de Nederlanders willen er nog niet aan
(Van een medewerker.)
De oude pikbroek op den hoek van het straatje
weet niet of hij lachen of huilen moet. De stijve
bries veegt zilte geuren van de zee en blaast ze
hem in den neus. Zijn felle oogen knipperen in
het grelle zonlicht en het vette petrandje hangt
ver omlaag. Zijn handen zijn, natuurlijk, diep
in dc wijde broekzakken. Met zijn eene oog staart
hij uit over de schuimige vlakte van het IJsel-
meer, waar witte koppen steil omhoog bollen.
Met het andere bekijkt hij ons. Een tikje arg
wanend. We voelen de kneep en daarom zeggen
we dat een portie pos ons lekker gesmaakt heeft.
Dat doet hem goed, want de argwanende blik
dwaalt van ons af. In de richting van het nu
leege haventje. Maar hij blijft zwijgen
Spakenburg is Spakenburg. Dat is altijd zoo
geweest en dat zal altijd zoo blijven. Zoolang er
tenminste nog mannen zijn van het slag als
deze stoere visscher. Stug en hard. En als de kip
pen erbij als er wat te verdienen valt. Wat wil
men. De vlschverkoopers kunnen meer visch
kwijt dan de visschers binnen brengen. Door de
prijsbepaling zijn de prijzen gebonden aan zeke-
ie normen, dus een extra centje verdienen gaat
niet. Overigens geeft de pikbroek royaal toe dat
het voor de „burgers" inderdaad zóó veel beter
is. Als handelsman vindt hij het echter maar
zoo-zco. Het was toch al geen vetpot in de vis-
scherij. Toen kwam de pos. Ineens. Jongens en
mannen van alle leeftijden werkten mee aan het
spieten van de pos en 's avonds bloedden hun
handen van de scherpe naalden. Maar ze zijn
taai en sterk en het verdiende geld vergoedde
alles. De Visscherijcentrale, zegt de visscher,
vond dat pos heel geschikt was voor de volksvoe-
jing en de Spakenburgers waren het daarmee
ïatuurlijk gloeiend eens. Dat is nu een week of
Irie geleden en direct brachten de vloten groote
hoeveelheden pos mee. En de vallende avond
vond de hekjes om het haventje leeg; de jonge
terels spietten en waren druk in de rookerij.
Wat is pos? Pos zit tusschen de nest; Pos is le
vend, nest is dood. De nest wordt dus gezeefd en
dat doen de visschers op zee. We snappen het
niet en de pikbroek lacht vergoelijkend. Nest zou
men kunnen noemen het afval van de zee. Dat
is allemaal dood spul. een raar allegaartje en
het wordt figuurlijk! tusschen neus en lip-
jen meegenomen door palingvisschers. Want er
comt veel nest in de fuiken. Het is bestemd voor
Sleutel weg? Tel. 11493
De Sleutelspecialist, L.Veerstr. 10
(Adv. Ingez. Med.)
ONVERWACHTE WENDING.
Gevolgd door een steeds grooter wordenda
nenigte kinderen duwen de drie mannen met ver
ende krachten de groote poppenkast door de
traten van Amsterdam, tot ze bij een kruising een
eschikt punt hebben gevonden om een voorstelling
e geven.
Een groot publiek heeft voor het rijdend tooneel
ost gevat, een publiek dat waarlijk niet alleen uit
inderen bestaat, maar waarbij zich ook vrij veel
olwassen minnaars van het straattooneel hebben
angesloten. Zij allen kijken met verlangende blik-
en naar het „podium", waarop een niet onaardig
lécor is aangebracht: rechts op het eerste plan een
dat in groote, zware letters het opschrift
.begrafenisonderneming" draagt en links een ander,
lat de woning van Jan Klaassen blijkt te zijn en
raaruit deze onsterfelijke figuur en zijn vrouw
Catrijn weldra voor het voetlicht zullen verschijnen,
terder een schilderachtig landschap op den achter
mond, dat overigens bij deze stadshuizen wat eigen-
lardig aandoet.
Er is een oorverdoovend gekwetter van kinder-
temmen dat ineens bezworen wordt als plotseling
en schorre stem uit de kast klinkt: „Kinderen,
louwen jullie nou allemaal je waffels dicht, want
le voorstelling gaat beginnen!" Als dan Jan Klaas
met een vaart, aan het eind van een langen
tok het tooneel opvliegt, eenige diepe buigingen
naakt naar links en naar rechts en met zijn han-
len overal tegenaan slaat waar hij maar leven kan
naken, is de aandacht gehéél gespannen.
Jan Klaassen kondigt aan, met een weliswaar erg
rerdraaide maar toch nog schorre stem van den
lirecteur, dat hij wil rooken en- trek heeft in een
lartversterking, maar Katrijn heeft den sleutel
ran de kast. Katrijn komt nu op dezelfde manier
ils Jan haar huis uitsnellen. Zij belooft hem twee
igaren en een „oenjakkie", voor welke belofte hij
laar lang en hartstochtelijk omhelst, hetgeen een
uid gelach aan de luisterende menigte ontlokt,
ün dan krijgen we de gewone vertooning. Er
perschijnt een duivel, met een vreeselijk rood ge
zicht en een horentje in den vorm van een
laak op zijn voorhoofd. Er wordt veel heen en
weer geslagen en gestompt en tenslotte wordt de
duivel door Katrijn in een kist gestopt. Hij ontvlucht
m dan komt er een agent om Jan Klaassen te halen.
Maar die zou Jan Klaassen niet zijn, als hij mee-
;ing: weer een groote vechtpartij met als eind
resultaat, dat de agent de kist ingaat. Hij komt er
looit meer uit, want Jan slaat het deksel zoo
lard op zijn hoofd dicht, dat hij den geest geeft. Jan
flaassen af. Twee andere agenten komen hun col
lega begraven. Zij overtuigen zich eerst instanle-
lijk van zijn dood, door hem voor den dag
lalen, waarbij hij alle verschijnselen van een
,dood lijk" vertoont en stampen hem daarna weer
ifdoende in de kist, waarna zij die op de schouders
lemen en er plechtstatig twee maal het podium mee
•ondwandelen.
Maar nu het vreeselijk slot van deze tragedie.
Daar staat plotseling, als uit den grond verrezen,
een geheel in het'zwart gekleede figuur. Het is.
het spijt mij het te moeten zeggen.... de beul
wan Haarlem. Hij heeft een galg bij zich. Hij nadert
Hij plaatst de galg midden op 't tooneel. En juist
als Jan Klaassen, die inmiddels weer is komen
Kijken wat er te doen is, zijn hoofd bereidwillig
[en boetvaardig in de strop vlijt, klinkt de nu niet
jmeer verdraaide stem van den directeur: „Donder-
sche jongen, blijf je met je brutale tengels van de
itent af, of ik zal je een oplawaai verkoopen, dat
!jeDe rest van des directeurs vermaning
[gaat verloren in 't homerisch gelach v.an het publiek,
dat zulk een wending allerminst verwacht.
Wat is er gebeurd?
Een jongen heeft, terwijl de geldophaler bij het
publiek zijn werk doet. aan de achterzijde van het
tooneel een nader onderzoek ingesteld. Hij heeft
ongemerkt het doek, dat den schiin van de werke
lijkheid afsluit, wat opzij geschoven en gluurt naar
binnen, zoo het „geheim van de poppenkast" ont
sluierend, hetgeen natuurlijk den toorn van den
directeur gewekt heeft.
Het laatste wat ik van de voorstelling zie, is dat
Jan Klaassen boven de hoofden van het publiek
1 aan de ver vooruitgestoken galg heen en weer
[bungelt.
I Ik denk, dat de directeur er zoo maar een eind
aan gemaakt heeft Want Jan Klaassen kennende
heb ik het idéé, dat hij zich anders niet zoo ge
makkelijk zou overgegeven hebben en dat zijn be
reidwilligheid slechts een list was.
J. C. E.
vischmeelfabrieken die het verder verwerken.
Eenden en kippen zijn er overigens ook niet vies
van.
„Een „hausse" door de pos.
In deze nest leeft echter een kleine vischsoort
ter groote van meest nog geen decimeter
die in het verleden niet de moeite van het uit
zoeken waard was. Dat is de pos. Nu de vraag
naar visch echter veel grooter dan het aanbod
geworden is, ligt de veronderstelling voor de
hand dat de moeite nu dubbel en dwars beloond
zou worden. Dat was ook zoo. De pos heeft een
ware „hausse" veroorzaakt, in Spakenburg ten
minste en in Belgie. Daarom zou de oude pikbroek
moeten lachen. Huilen zou echter'ook kunnen.
Dat komt omdat de Hollanders er niet aanwillen.
Pos is goed. gezond, vet. smakelijk, allemaal
adjectieven die het moeten doen. En het i s niet
alleen zoo, maar de vischjes zien er ook zoo uit
zij lijken op sardientjes. In de rookerij van de
fa. Jan Muis in Spakenburg staan een paar
honderd kistjes opgestapeld, ieder kistje inhou
dend 10 pond pos. Goudglimmend en geurig, netjes
afgedekt met een vetvrij papier. Jan Muis weet
alleen niet wanneer ze weg zullen gaan. Ook
daarom kan hij huilen.
..Belgie heeft zich blijkbaar vol gegeten," zegt
hij ronduilt. „De uitvoer staat op het oogenblik
tenminste stil. Hollandsche fabrieken conser-
veeren de pos wel, maar veel is het toch niet. En
de vischverkoopers kunnen ze niet kwijt..
Zoo is op het oogenblik de stand van zaken met
de pos. Drie weken lang zat Spakenburg in den
ban van de pos. De kuilvisschers hadden haast
nog meer belangstelling voor de nest in de
fuiken dan voor de paling. De rookerij werkte
onder hoogspanning. „Vorige week waren d'r hier
in mijn bedrijf zeker een twintig jongens aan
het spieten!" Dat moet hij nog even verklaren:
spieten. De vischjes worden aan lange naalden
geregen, een stuk of vijfentwintig aan iedere
pen, en dan gaan die naalden in de rookerij,
een donker, zwartbewalmd vertrek, waar de rook
in dichte wolken haar werk verricht. De jongens
maar ook de oude visschers hadden
's avonds handen, die aan alle kanten doorgeprikt
waren; ze konden zoo te zeggen niets meer aan
vatten. Maar koning pos was Streng: aanpakken!
En er werd gespiet. Nu is er stilstand. Het spie
ten is. voor een deel. gestaakt. De kistjes in de
rookerij wachten op verzending en Jan Muis
weet nog steeds niet of hij lachen of huilen
moet. Er is één nadeel aan de pos, dat geeft hij
toe: je hebt er een reuze werk aan om een
mondvol bijeen te krijgen en de graten haalde
je er met bosjes uit. Het zonlicht speelt in de
waterstraal die de rookerij zuiveren moet. Speelt
ook over al die stoere visscherskoppen die met
felle oogen naar den vreemdeling turen. Maar de
pos smaakte den interviewer, dus alles is goed.
In de schemering staan de jonge kerels weer
langs het haventje, leunend en rookend, soms
praten ze watTot er weer pos komt. Dan
bloeden de handen weer, maar zijn de koppen op
gewekt
Vergadering der N.S.D.A.P. in
Den Haag.
Hauptbefehlsleiter Schmidt spreekt.
's-GRAVENHAGE, 16 Mei. Het Arbeitsbe-
reich in den Niederlanden van de N.S.D.A.P. be
legde hedenavond een vergadering in den Die
rentuin, waar de leider van het Hautschulungs-
arnt der N.S.D.A.P., Hauptbefehlsleiter Schmidt
die een bezoek van enkele dagen aan Nederland
brengt, een rede hield.
De groote zaal van den Dierentuin was geheel
gevuld: het muziekcorps van den weermachts
bevelhebber in Nederland verzorgde het mu
zikale gedeelte en kortte den tijd van het
wachten met opgewekte muziek.
Dr. Schuon. Kreisleiter der N.S.D.A.P. leidde
den spreker in en begroette in zijn toespraak
speciaal de vertegenwoordigers van den Rijks
commissaris, de commissarissen-generaal
Fischböck en Rauter.
Hauptbefehlsleiter Schmidt herinnerde in den
aanvang van zijn rede aan het begin der bewe-
eing in Duitschland, toen zij die spraken van
een wereldstrijd niets anders waren dan een
troep rebellen. Thans is deze strijd werkelijkheid
geworden en wordt met inzet van alle krachten
gestreden. Wij staan thans op den drempel van
groote gebeurtenissen en het Is voor alles noo-
dig, dat wij Duitschers ons bezinnen op de bron
van onze kracht. Wat Duitschland sedert 1933
heeft gepresteerd is geweldig. Velen spreken van
toevallige gebeurtenissen, anderen van geluk
kige voorvallen, weer anderen van wonderen,
doch wij Duitschers zeggen, dat nog nooit een
volk door toevalligheden groot is geworden, doch
alleen wanneer het de kracht daartoe in zichzelf
heeft gevonden.
Spreker zeide, dat er buiten Duitschland zijn,
die zeggen, dat indien er geen nationaal-socia-
lisme en geen Adolf Hitler zouden zijn geweest
er ook geen oorlog zou zijn. Oppervlakkigen
denken, dat wij schuldig zijn aan den oorlog,
Dat is een groote vergissing.
Wij hadden geen oorlog noodig, Adolf Hitler
wist echter, dat de Westelijke Democratieën,
evenals in de geschiedenlis een oorlog zouden
willen en met nationaal-socialistische grondig
heid heeft hij zich op deze mogelijkheid voor
bereid. De geschiedenis bewijst echter nog
meer, riep spreker uit, zij bewijst dat altijd het
jonge revolutionnaire volk het wint van het
oude.
Sprekend over het Jodendom verklaarde Haupt
befehlsleiter Schmidt, dat dit de geestelijke
vader is van alle politieke idééën der laatste
eeuwen, het liberalisme, marxisme, enz. Op het
moment, dat zijn macht in Duitschland werd
gebroken, moest het zijn machtspositie opgeven.
De Jood voert thans oorlog om zijn macht
over den Duitschen mensch weer te vestigen en
daarom bestrijdenfwij het Jodendom. De strijd
van het Jodendom wordt gevoerd onder een val-
sche leus. Men zegt te strijden voor de vrijheid en
tegen barbarisme, doch in werkelijkheid is het
een strijd voor de Joodsche macht.
Men spreekt ook van het streven naar een
wereldheerschappij door Duitschland, maar, zoo
vragen wij, wie heeft in de laatste eeuwen die
wereldheerschappij gevoerd? Duitschland ze
ker niet. Engeland en Frankrijk verdedigden
hun eigen wereldheerschappij toen zij Duitsch
land ervan beschuldigden naar de wereldheer
schappij te streven. Duitschland deed dit nog
nooit en zal dit ook nooit doen.
Wat Amerika betreft, verklaarde spreker, dat
dit niet strijdt voor een idee, doch het weet dat
bij een ordening van Europa en Afrika de ka
pitalisten te kort zouden komen, want deze orde
is er een van een nieuwe socialistische ordening.
Zij geeft niet alleen een nieuw uiterlijk, doch
voorai ock een nieuw innerlijk.
Spreker eindigde met de verklaring, dat wij.
Duitschers den eindstrijd tegemoet gaan met
het volle vertrouwen in Adolf Hitler. Aan het
eind staat het heilige Germaansche Rijk.
Een stormachtig applaus volgde op deze rede,
die ook meermalen door applaus werd onder
broken.
Dr. Schuon sprak nog een slotwoord, waarin
hij de aanwezigen opwekte medewerking te ver-
leenen aan den Rijkscommissaris bij het vol
brengen van de zware opdracht, die hij van den
Fuhrer had ontvangen. (A.N.P.)
Weer 50 H.A. lieide verbrandde.
Te Kallenkote, uem. Steemvjjkerwold, is op
nieuw een oppervlakte, nu van ongeveer 50 H.A.
heide afgebrand. Men vermoedt, dat de brand die
hier enkele dagen geleden heeft gewoed, nog niet
geheel uit is geweest, doch dat een hoeveelheid
veen is blijven smeulen en dat de heide daardoor
weer vlam heeft gevat. (A.N.P.)
Paardenkastan je.
We zijn langzamerhand wel gewend geraakt aan
de kaslanje, hoewel hij mij altijd nog wat uit-
heemsch aandoet met zijn groote kaarsen en groote
bladeren.
De soorten, die in ons land van Aesculus voor
komen, zijn afkomstig uit Zuid-Europa, Oost-
Azië of Noord-Amerika.
Paardenkastanje.
(foto Hendriks).
De kastanje is zeer goed als laanboom te ge
bruiken. Maar het mooist zal hij toch wel uit
komen wanneer hij alleen staat en zijn kruin zich
naar eigen goeddunken kan uitbreiden. De stam
is dan kort en stevig en de kruin groeit mooi regel
matig breed uit.
De gewone paardenkastanje, Aesculus Hippo
castanum, kan echter ook heel goed als heester
voor onderbeplanting onder boomen worden aan
gewend. Van zelfsprekend komt de plant daarbij
niet op baar voordeeligst uit, maar 't lean in som
mige gevallen zijn nut hebben om het te weten.
Ook voor dekking en beschutting is deze kastanje
te gebruiken.
Maar het mooist is Aesculus Hippocastanum als
vrijstaande boom. Hij geeft veel schaduw, zoodat
er in de warme zomerdagen een heerlijk zitje on
der is ie maken.
Aesculus Hippocastanum draagt in MeiJuni
de witte bloemen met een roode vlek, die in recht
op staande trossen, de kaarsen, staan gerangschikt.
Soms is er in den herfst een tweede bloei.
Aesculus carnea is de roodbloeiende kastanje.
Deze bloeit later, Buitengewoon mooi zijn de
bloemen van A. c. Briotii, ze zijn van een mooi
donkerrood.
Van de Aesculus Hippocastanum komt een
witbloeiende variëteit voor: Aesculus Hippocasta
num plena, die dubbele bloemen heeft en geen
vruchten krijgt
Aesculus glabra draagt in MeiJuni geel-witte
bloemen. Deze kastanje vormt een flinken struik
of kleinen boom.
Aesculus octandra bloeit met lichtgele bloemen
en is zeer mooi, vooral als alleenstaande boom.
In groeiwijze geheel afwijkend is de Aesculus par-
viflora, die in JuliSeptember bloeit met groote
ijle bloemtrossen van witte bloemen. Deze kastanje
blijft steeds in heestervorm, groeit zeer breed uit
en is in vollen bloei buitengewoon mooi.
A. J. D.
STAMSLA
STAMSNIJ
STOKSLA
STOKSNIJ
SPEK
PRONK
DOP
CITROEN
KIEVITS
FLAGEOLET
BRUINE
WITTE
TUIN
Jxi&tzHal's- fotici xadtpi
GROTERE OPBRENGST
FIJNERE KWALITEIT
A. TABERNAL ZOON
HAGELINGERWEG 28, SANTPOORT, Tel. 8232
aueu
De holle steencn betcekenen in deze dagen een welkom vervangingsmiddel voor de
bouwnijverheid, waardoor de opdrachten zonder stagnatie tengevolge van schaarschte
aan materiaal kunnen worden uitgevoerd. (foto Het Zuiden)
(Adv. Ingez. Med.)
Jmcutciëü^
's-GRAVENHAGE, 16 Mei (A.N.P.) Aan het
overzicht van den stand der rijksmiddelen op 30
April j.l. wordt het volgende ontleend:
De opbrengst van de directe belastingen heeft tot
en met April bedragen f 103.076.751.97 tegenover
f 59.062.011.51 het vorig jaar of ruim 44 millioen
gulden meer. Bij de beoordeeling van deze groote
stijging moet echter met verschillende factoren
worden rekening gehouden. In de eerste plaats
komt in tegenstelling met het vorig jaar onder deze
inkomsten thans de opbrengst van de sedert in
gevoerde winstbelasting voor, welke f 17.408.926
heeft opgebracht. En voorts is de opbrengst van dc
grondbelasting aanmerkelijk hooger als gevolg van
de wijziging in de opcenten. Bedroegen deze laatste
het vorig jaar 20 op de hoofdsom der bebouwde
eigendommen, thans is dit aantal opcenten 120.
waarbij nog komen 100 opcenten op de hoofdsom
der ongebouwde eigendommen. Hierdoor is het te
verklaren, dat de opbrengst van do grondbelasting
thans is gestegen tot f 30.958.603 tegen f 8.978.336
op eind April 1940 of wel met f 21.98 millioen.
De inkomstenbelasting kwam ruim 1.38 millioen
boven de opbrengst van het vorig jaar en kwam
daarmede tot een bedrag van f 33.576.983. Wanneer
wij rekening houden met het feit, dat in deze op
brengst reeds een gedeelte is verdisconteerd van de
bedragen, welke men als gevolg van de invoering
van de loonbelasting minder behoeft te betalen (de
ontheffing ten bedrage van een derde deel van den
aanslag) dan mag deze opbrengst zeer zeker be
vredigend worden genoemd, waarbij echter niet
vergeten mag worden dat het werkelijk resultaat
van deze belasting naderhand natuurlijk minder
zal blijken te zijn, omdat aan hen, die reeds het
volle bedrag van hun aanslag hebben betaald, alsnog
het teveel betaalde zal moeten worden gerestitueerd
In het belastingaccres van de groep der directe
belastingen hebben mede deel gehad de opcenten
op de gemeentefondsbelasting, welke f 11.201.235
opbracht of f 3.75 millioen meer dan het vorig
jaar.
De vermogensbelasting liep ruim f 138.000 terug
en kwam op f 6.775.450. Hetzelfde was het geval
met de verdedigingsbelasting, welke met een op
brengst van f 3.135.552 iets meer dan f 378.000 bij
het vorig jaar ten achter bleef.
DE OVERIGE MIDDELEN.
Deze middelen hebben over .de maand April
een record-opbrengst geboekt en wel van f 62.290.103
tegen f 42.325.895 in dezelfde maand van het
vorige jaar. Hierbij moeten we evenwel op den
voorgrond stellen, dat onder deze groep thans als
nieuw middel ook is ondergebracht de loonbelas
ting, welke in de afgeloopen maand f 10.814.118 in
de schatkist deed vloeien. Eveneens nieuw, doch
van mindere beteekenis is de waardevermeerde
ringsbelasting- welke ruim 1' 55000 opbracht.
Daarentegen zijn vervallen uit dit belasting-
complex de dividend- en tantièmebelasting (op
brengst in April van het vorig jaar f 2.281.200)
en de loodsgelden, welke in April 1940 bijna f 15.000
opbrachten. Aangezien in de genoemde opbrengst
over April 1940 beide laatstgenoemde middelen
reeds niet zijn medegerekend (de totale opbrengst
was toen f 44.622.054) hebben de andere tot deze
groep behoorende middelen, buiten de loonbelasting
en de waardevermeerderingsbelasting, derhalve in
de afgeloopen maand bijna f 9.1 millioen meer op
gebracht, welke stijging nog meer aan beteekenis
wint wanneer we zien, dat de rechten op den in
voer als gevolg van de tot stand gekomen maat
regelen alleen in deze maand met iets meer dan f 10
millioen zijn verminderd.
Deze aanmerkelijk hoogere opbrengst is voorna
melijk te danken aan de omzetbelasting, welke met
ruim 8 millioen gulden steeg tot f 20.590 942 en aan
den accijns op tabak, welke f 12.287.180 opbracht
en daarmede ruim f 8'i millioen boven April 1940
uitkwam.
Voorts bracht de accijns op suiker bijna f 1
millioen meer op, de accijns op bier bijna een half
millioen, de rechten van registratie f 300.000, de
rechten van zegel ruim een kwart millioen en de
accijns op zout f 230.000. De accijns op het gedis
tilleerd liep bijna een kwart millioen achteruit en
die op het geslacht ruim f 157.000 gulden.
Over de eerste vier maanden van dit jaar was
de opbrengst van dezen middelen f 198.382.725
tegen f 154.130.227 het vorig jaar, hetgeen met uit
schakeling van de opbrengst der loonbelasting ad
f 29.630.265 en van de waardevermeerderingsbe
lasting zijne f 114.892 een stijging voor de andere
middelen van ruim f 14.5 millioen beteekent.
Over dit tijdvak was de vermindering van de
rechten op den invoer bijna f 33}4 millioen, terwijl
voorts minder opbrachten het statistiekrecht
(f356.496) en de couponbelasting (f 271.507).
Alle overige middelen hebben aan het belang
rijk accres medegewerkt. De accijns op de tabak
leverde f 33.932.393 op en vertoonde daarmede een
stijging met ruim f 19.8 millioen. Daarop volgt
de omzetbelasting waarvan de opbrengst! 49.603.215
was, hetgeen f 12& millioen hooger is dan net
vorig jaar.
Verder hebben in het loopende jaar meer opge
bracht: de rechten van successie enz. f 4.2 millioen,
die van registratie f 1.1 millioen, die van zegel
f 559.990, de belasting op gouden en zilveren wer
ken f 205.968 en de accijnzen: op zout ruim een
millioen op geslacht f 740.629, op wijn f 234.106. np
gedistilleerd ruim f 2.9 millioen. op bier f 1.6 mil
lioen en op suiker ruim f 3 millioen.
De motorrijtuigenbelasting bracht voor April j.l.
f 1.363.130 op. Over de eerste vier maanden van
1941 was deze opbrengst f 3.300.869. tegenover
f 9.953.962 in de overeenkomstige periode van
1940.
De thans verdwenen rijwielbelasting heeft in de
laatste maand van haar bestaan f 16.922.50 opge
leverd. Over de afgeloopen vier maanden bracht
zij f 48.845 (vorig jaar eerste vier maanden
f 51.985) op.
Binnenkort zal door de Ncdcrlandsche Posterijen ccn nieuwe serie zomerzegels in omloop
afbeeldingen van dr. A. Mathysen, J. Ingenhousz, Aagje Deken, Joh. Bosboom en
worden gebracht. Deze serie bevat de
den dichter A. C. W. Staring.
(Pax-Holland).
Res.-kapitein schoot Wassenaarsch
ingezetene neer.
Twee jaar gevangenisstraf geëischt.
GRAVENIIAGE 16 Mei. De militaire kamer van de
Haagsche Rechtbank heeft onder presidium van mr. Van
Vrljberghe de Coningh de strafzaak behandeld tegen den
39-)arlgen reserve-kapitein der infanterie A. van den H..
a ten laste was gelegd, dat hij op of omstreeks 13
Mei 1940 te Wassenaar opzettelijk op korten afstand ern
schot uit een met scherpe patronen geladen pistool heeft
afgevuurd of Carl Joseph William Noorderdorp. daarbij
richtende op diens hoofd, althans lichaam, door welk
schot Noordendorp in het hoofd is getroffen en zoodanige
verwondingen heeft opgeloopen, dat hij kort daarop is
overleden.
Res.-kapitein Van den H. had den 12en Mei des avonds
de opdracht van zijn bataljonscommandant ontvangen te
Wassenaar alle N. S B.-'ers te arresteeren. Na een aantal
aanhoudingen den volgenden ochtend te hebben verricht,
kwam verdachte omstreeks elf uur ten huize van den
heer Noordendorp aan den Storm-van-'s Gi avensandeweg
53, wiens adres hij evenals van ruim dertig andere In
gezetenen bij de politic had ontvangen op zijn verzoek
om adressen van N. S B.'ers te vernemen en. nadat hij
gebeld had. stond hij tegenover den heer Noordendorp
dien hij wilde aanhouden. Toen verdachte hem had ge
sommeerd de handen omhoog te houden en de heer N.
na herhaalde waarschuwing de armen liet zakken, meen
de verdachte, dat de heer N. zijn rechterhand naar den
broekzak richtte om een revolver tc grijpen en om nu
zijn tegenstander voor te zijn schoot hij den heer N neer.
Verd. zeide de order tot het arresteeren der N. S B.'ers
den avond tevoren mondeling te hebben ontvangen. Toen
hij den ochtend van 13 Mei tegen elf uur aan den 'sGra-
vensandeweg 53 aanbelde, deed iemand open wien hij
vroeg: bent u de heer Noordendorp? De bewoner ant
woordde die ben ik. Vervolgens gelastte vo d. hem de
handen omhoog te houden, zeggend, dal hij zijn arres
tant was. Dc heer N. had toen geantwoord: „waarom,
ik heb nooit wat gedaan". Het viel verd. op. dat de rech-
terbroekzak van den heer N. bol stond en toen de heer N.
ten derden male ondanks waarschuwing de hand in die
richting bewoog en de heele houding van den heer N.
wees op verzet, heeft verdachte gemeend niet te moeien
afwachten en den heer N. neergeschoten.
Op de vraag, waarom de kapitein zelfs na het doodend
schot zich niet had overtuigd of een vuurwapen in den
broekzak van het slachtoffer aanwezig was. antwoordde
verdachte, dat hij om moreele redenen het lijk niet heeft
wtllen aanraken. Vroeger had hij na het vinden van een
verongelukte wel tets van dien aard gedaan, hetgeen hem
toen zeer kwalijk wérd genomen. Ook tegenover de jon
gens die bij hem waren achlte hu het beter het lijk ie
laten rusten om hun moraal niet verder te schokken.
Bovendien noopte de tijd tot doorgaan, want zelfs voor
huiszoekingen ontbrak de tijd.
Van het geheele geval zeide verdachte buitengewoon
veel spijt tc hebben.
De officier van justitie, mr. van Gllse. het woord ver
krijgend. zglde de moeilijkheid voor een Jutst oordeel In
deze zaak te erkennen. Dc opdracht tot huiszoeking en
arrestatie was voor verdachte als officier een vreemde,
want zij behoorde feitelijk tot de taak der politic. Van de
huiszoekingen zelf is niets terecht gekomen omdat er geen
tijd meer voor restte Toen op het bellen van verdachte
de heer N zelf opendeed en hoorde, dat hij arrestant
was, is deze. naar het schijnt, geagiteerd geweest en heeft
den Indruk gewekt dat hij kwaad wilde. Politie zou
in zulk een geval, naar sprekers opvatting, den man over
mand en gefouilleerd hebben, In plaats hiervan werd de
heer N., zij het na herhaalde waarschuwing om de han
den omhoog te houden, door verdachte neergeschoten.
Doch Indien verdachte had moeten schieten, dan had hij
het toch zoodanig kunnen doen. dat de tegenstander niet
werd gedood doch alleen onschadelijk gemaakt. Hij
heeft echter den revolver willens cn wetens op het hoofd
van - het slachtoffer gericht en afgevuurd, hetgeen den
onmiddcltjken dood ten gevolge had. Men kan zeggen, dat
verdachte een rustigen indruk maakt en ér moge met
waaideerlng over zijn militairen dienst zijn gesproken, dat
neemt niet weg, dat verdachte een strafbare daad heeft
gepleegd, waarvoor hij gestraft zal moeten worden,
Spreker elschte een gevangenisstraf voor den tijd van
twee Jaren.
Mr. Wierda ving zijn pleidooi aan met woorden van
deernis over het voorgevallene. Zelf reserve-officier zijn
de, kan pleiter zich levendig voorstellen in welk ccn moei
lijke positie de verdachte op het moment van de schiet
partij heeft verkeerd Men zal wel zeggen, gelijk de offi
cier van justitie deed, dat de politie anders zou zijn opge
treden en den man niet zou hebben neergeschoten, doch
men moet niet vergeten, in welke psychische gesteldheid
de militairen waren gebracht door allerlei geruchten en
gefantaseerde verhalen over als boeren en nonnen vcr-
kleede parachutisten. lil die dagen en door dergelijke
geruchten was iedereen verdacht gemaakt. Verd. heeft
zich inderdaad ernstig bedreigd gevoeld toen de heer Noor
dendorp ondanks herhaalde sommatie de handen niet
omhoog hield en naar den broekzak zijn hand liet afglij
den. Politieke bedoelingen had verdachte zeker niet. want
hij heeft zich nimmer met de politiek bezig gehouden.
Zijn opdracht was eenvoudig het arresteeren van N. S.
B.'ers, waartoe hij op het politiebureau een lijstje had
ontvangen.
Naar pleiters opvatting heeft zijn client uit noodweer
gehandeld en dient hij te worden ontslagen van rechts
vervolging. dan wel te worden vrijgesproken.
De rechtband zal 29 Mei uitspraak doen. (A. N. Pg