IN DEN BAN VAN AMOR.
N.V. Holster "iiMT3*
49ste Leerlingen-Uitvoering
ZATERDAG 24 MEI 1941
HASRtEM'S DAGBEAD
REMBRANDT EN SASKIA.
SASKIA" dat klonk niet kwaad
S-a-s-k-i-aRembrandt had dien naam
nooit hooren noemen voordat Heer Hen
drik van Uylenburch, bij wien hij in de
Amstclstad verblijf gevonden had, vertelde van de
aanstaande komst van zijn dusgenaamd nichtje u.it
Francker. Natuurlijk had de jonge meester, .verdiept
in een verrassend lichteffect op den kanten kraag
van het mansportret waaraan hij juist de laatste
hand legde, weer met een half oor geluisterd: een
wees burgemeestersdochter kind van goeden
huize dus welbemiddeld SaskiaBekorend
klonk de welluidendheid na in Rembrandt's oor,
kortstondig maar, want hij was er de man niet naar
om zijn verbeelding door een zoo luttele zaak als een
zoetklinkende meisjesnaam vrij spel te laten. Want
een droomer, neen, dat was Rembrandt van Rijn niet.
Zij kwam, Saskia van Uylenburch; onverwacht
stond ze, wat bedremmeld, in Rembrandt's werk
kamer om, naar het heette, de doeken te bezichtigen
die voorname gestalten van Holland's burgerij
beeldden: portretten van kooplieden en geleerden, ja
zelfs van magistraten, gesierd met fraai- geplooide
kragen en gracieuse kanten mouwen, van eerwaar
dige grijsaards en struische jongemannen. Natuurlijk
had zij van hem gehoord, van Rembrandt van Rijn.
den molenaarszoon, die niet alleen zijn leermeester
Lastman, maar zelfs den gevierden schilder de Kev-
ser, tot voor kort nog de beroemdste portrettist der
Amstelstad, voorbijgestreefd had. En dat nog wel
door „alleen ende op hem selven de schilderconste te
oeffenen en te practiseeren'" Rembrandt, een vijf
entwintig-jarige die zich, na de voltooiing van de
hooggeprezen „Anatomische Les" gerust een meester
noemen mocht. Een verstolen blik van Saskia scheer
de van een zelfportret naar den jongen schilder: zóó
was hij dus: een wat zware, gedrongen gestalte; grof
van bouw. eerlijk gezegd; breed van neus en mond
daar stond hij nu, in zijn morsigen kiel, met zijn
ruigen haardoseen teleurstelling. En tochdie
stem, die gloed in de levendige, scherpe oogen die
haar lachend en (vreemde gewaarwording) metéén
ernstig-onderzoekend aanzagen, heel dat voorkomen,
innig en ruw tegelijkeen verrassing, een open
baring: Rembrandt, de ondoorgrondelijke.
En dat dat was dus nicht Saskia uit Franeker,
Saskia van Uylenburch, een frisch en kittig ding,
wat stijf-conventioneel, opgevoed als ze was naar de
strenge zeden van een voornaam patriciërshuis, maar
innemend niettemin: dat pinkelend oog, dat guitige
kuiltje in de wang, die speelsche, wat verlegen lach
om den jongen mond een lust voor het schilders
oog; een" kleinood voor het hart.
Goed dan, Rembrandt zou haar portretteeren. On
beschroomd kon zijn oog nu lijn na lijn van haar
gestalte volgen: het teere profiel, de golving van
haar blonde haren, de welving van haar kin, als het
bevrijd was van den aangeleerden standtrots, als het
zichzelf kon zijn, in puur-menschelijke ongedwon
genheid.
En Saskia, ze snapte honderd-uit, vertrouwder
allengs in de sfeer van 't strakke noorderlicht, van
nijvere onordelijkheid in de sfeer van een met
verf besmeurden kiel, van een verwarden haardos
en van scherpe, levendige oogen onvergetelijke
oogen. Zag ze nog dat meester Rembrandt wat
plomp van bouw en grof van uiterlijk was? Of ver
gat ze het allemaal, geboeid door de teerheid van
die stem, aangetrokken door dien afgrond van ge
niale tegenstrijdigheid, dien zij in den mensch daar
vóór haar verborgen voelde?
Toen ze korf daarna was afgereisd naar het verre
Noorden scheen het Rembrandt koud en somber in
het stille atelier, alsof de zon plots achter donkere
donderwolken weggekropen was. Saskia's lach, Sas-
kia's stem, Saskia's geurende haar voor den droes,
hij hield van haar, ze moest, ze zou zijn huisvrouw
zijn. Stoute oritvoeringstafereelen rijzen voor zijn
schildersoog op, wenschdroomen zoo ge wilt. Zoo
schildert hij de schaking van Proserpina, van de
schoone Europa en denkt daarbij aan Saskia. Mo
gelijk was het ook zij. die hem voor den geest stond,
toen hij de liefelijke Diana op het doek bracht
Hij weet het wel: de strenge voogd is ernstig ont
stemd over den band dien de vermetele Amor, ran
gen noch standen kennend, zoo stilletjes geweven
had tusschen hun beider harten: is dat nu wel een
passende partij voor een zoo welgestelde burgemees
tersdochter? Een molenaarszoon» een onbemiddelde
jongeman, die nu Wel een blauwen Maandag aan de
univemlleit gestudeerd mag hebben en dat moet
gezegd in aanzien schijnt als schilder, maar toch
gering van kom-af is.!...
Rembrandt,- zelfbewust-besloten, de plaats in te
nemen, waar arbeid en talent hem recht op geven,
heeft de verre reis naar het Noorden gewaagd en
het pleit gewonnen: Saskia zal de zijne zijn.
Den volgenden zomer al is ze in Amsterdam, als
Rembrandi's verloofde; en drie dagen later teekent
hij haar opnieuw, legt hij haar liefelijke trekken
vast op het papier. Ach, is dat wel Söskia uit Fra
neker. dat al te ingetogen patriciërskind, dat daar
zoo frank en vrij vanonder den zwierigen hoed de
wereld in kijkt? Ze is immers van nu af aa'n Rem
brandt's Saskia, schepping van zijn hand, adem van
2ijn geest, geliefde van zijn hart!
Zal er voedsel voldoende zijn in dat meisjeshart
om den brand, 'dien een geniale geest erin ontstoken
heeft, te voeden, een leven-lang? Of is het eer be
stemd om op t.e teren in een hevige vlam van geluk,
in luttele jaren? Rembrandt vraagt er niet naar:
Saskia is de zijne hij is gelukkig; en trotsch voegt
hij aan Saskia's beeltenis toe" „Dit is naar mijn huys-
vrou geconterfeyt, do sy 21 jaar oud was, den derden
dach als wy getroudt (verloofd) waeren, den 8 Junyus
1633".
In 1634 werd hun huwelijk voltrokken, een huwe
lijk uit liefde. Niet dat Rembrandt ongevoelig was
voor het fortuin dat Saskia meebracht: het zou hem
ontslaan van den harden plicht te werken op bestel
ling. naar de modezucht van een ijdele geldaristocra
tie. Maar vooral had hij Saskia lief, met alle innig
heid van zijn bewogen kunstenaarsgemoed. Gekleed
in kostbare stoffen, in exquise gewaden, versierd
met juweelen en zeldzame struisveeren, heeft Rem
brandt zijn Saskia vereeuwigd, telkens weer. telkens
anders, maar altijd vol liefde, vol toewijding, vol
eerbied: Saskia als Edelvrouwe. Saskia als Flora,
Saskia als Saskiagehuld in een zwaren bro
kaatmantel voor den spiegel, in bewondering voor
de parelen in haar oorbellen: en daarbij Rembrandt
die haar een kostbaar halssnoer aanreikt. Saskia op
Rembrandt's schoot: hij lachend te nadrukkelijk-
vroolijk misschien de wijnbokaal geheven in de
hand. Saskia ach, ook zij is Potiphar's vrouw, is
Danaë: ze is immers alom-tegenwoordig, ze is licht
en geluk en lieve blijmoedigheid. Voor haar is niets
te goed en te schoon. Edelsteenen draagt Rembrandt
voor haar aan en fraaie kleedij: een voornaam hee
renhuis in de Breestraat schenkt hij haar. als wo
ning voor dit stil-intierh geluk een statig huis vol
licht, met uitzicht op het wijde water en de fiere
schepen van Hollandsche koopvaarders. Het is te
duur. dat huis: zwaar drukken de lasten, en Rem
brandt ontbreekt het aan koopmansgeest om tijdig
de afbetalingssom bijeen te sparen. Liever verzamelt
hij kostbare doeken van Nederlandsche en uitheem-
sche meesters, kleeden en wapens, schelpen en ko
ralen, kostelijke curiosa, bijeengegaard in uitdra
gerswinkels en op veilingen.
Wonderen deed het liefdesgeluk dat Saskia hem
tchonk: hij, die al jaren op een schemerige aarde het
lemelsch licht zoekt, hij heeft Gods heerlijkheid ge
vonden in al wat ademt en leeft uit de ondoorgron
delijke bron van 't eeuwig leven: in de natuur, in
een koraal, in den lach van een mond, de eerbied
waardigheid van een geleerde, de ijle klaarte van
het Hollandsch landschapin Saskia's lieftallig
heid.
O, er zijn zorgen: over laster van afgunstige familie
leden: over het gevloekte maar onontbeerlijke geld,
waarvan Rembrandt zoo moeilijk de waarde leert ken
nen: over harde offers aan dén onverbiddèlijken Dood:
drie kinderen heeft hij ten grave gedragen: en niets
is hem liever dan Saskia's vleesch en bloed te zien
voortleven in hun kind, in Saskia's kind. In dat groot
verlangen schildert hij den offerenden Manoah en zijn
vrouw, wier vrome bede om de geboorte van een kind
verhoord wordt: hun wordt een Simson. Rembrandt
een Titus geboren. Vreugde beteekent dat en bange
vrees meteen: Saskia ligt te bed, moeilijk kan Rerfi-
brandt zich verhelen dat haar toestand na Titus' ge
boorte hoogst bedenkelijk is. Ze heeft koorts, soms ijlt
ze. En hij hij moet de zorg voor haar overlaten aan
vreemde handen: hij moet zijn scheppend werk doen
móét: want er is dringend geld noodig; moet óók. om
dat, nu het ontwerp eenmaal vasten vorm aangeno-
fpj 11
t
Saskia, als Rembrandt's verloofde.
(Reproductie naar een teekening van
Rembrandt.)
men heeft, iets in hem, de Demon van zijn genie,
hem voortdrijft. De kapitein van het Schuttersgilde
heeft hem een bestelling overgebracht: een groot
doek, een schuttersstuk zal het.moeten worden. Da
genlang heeft Rembrandt met het gegeven gewor
steld; hij kan, hij wil er geen traditioneel gelegen
heidsstuk van maken. Visoenen van oorlogsonrust,
an roffelende trommen, van wapengeschitter, van
martiale mannen rijzen voor hem op.... En terwijl
Saskia op het ziekbed met haar koortsdroomen
vecht, verschijnt op het meters-groote doek, daar
ginds in het eenzame atelier, een groepstafereel dat
zijn weerga niet heeft: „De Nachtwacht". Nog voor
het doek gereed is, heeft Saskia den geest gegeven
Saskia, de dertigjarige, Titus' moeder, Rembrandt's
huisvrouw en geliefde.
Saskia heengegaan en mét haar de vreugde; de
.Nachtwacht" bespot, de roem aan 't taneneen
zaam wordt het. in Rembrandt, somber-ernstig en
vroom een eenzaamheid, een ernSt, een vroom
heid die hem zouden maken tot wat hij voor ons is
gebleven: Rembrandt, onze Grootste.
Menige smart zou hij nog beleven; maar zoo is het
nu eenmaal: hij die vele levens heeft, moet vele
dooden sterven.
C. J. E. DINAUX.
De-Centrale Keukens.
Nieuwe regeling voor de aardappelbonnen.
Voor de centrale keukens is ten aanzien van de
aardappelbonnen met ingang van 3 Juni a s. een
ieuwe regeling vastgesteld, welke zonder twijfel aan
de afnemers levendige voldoening zal geven.
Volgens deze regeling zal men. wanneer men aan
een Centrale Keuken een bon voor l1,; K.G aardap
pelen geeft, een wisselbon terug krijgen, welke voor
de volgende week zal gelden. Wat de aardappelbonnen
betreft, heeft men duf voortaan aan één bon genoeg,
om twee weken voedsel van de Centrale Keuken te
betrekken. Maar de hoeveelheid aardappelen, welke
men in zijn porties ontvangt vermindert hierdoor
niet.
Deze gunstige regeling is getroffen ter tegemoetko
ming aan bezwaren van menschen, die betreurden,
dat zij Zondag, wanneer de Centrale Keuken met-
werkt en zij hun eigen potje koken, geen aardappelen
konden krijgen.
Zooals men weet is op Zaterdag de nieuwe aardap
pelbon geldig. Wanneer iemand nu op Zaterdag een
knipkaart voor 6 dagen bij de Centrale Keuken
koop en den nieuwen aardappelbon inlevert, kan hij
den dag daarop den Zondag, thuis geen aardappelen
bereiden. M^ar dit is onder de nieuwe regeling alleen
dien eersten Zondag het geval, want hij krijgt» van
den centrale keuken een halven wisselbon terug, wel
ke hij een week later kan inleveren. De tweede Za
terdag echter is een nieuwe aardappelbon geldig wel
ke hij kan behouden. Met dezen tweeden bon, voor
"2 K G. kan hij aardappelen koopen voor den twee
den en den derden Zondag.
Op eiken van die beide Zondagen kan hij dan per
persoon 750 gram aardappelen thuis bereiden. Den
■ven aardappefbon. die op den derden Zaterdag
geldig wordt, moet de verbruiker weer inleveren bij
centrale keuken, welke hem weer een halven
wisselbon voor de daarop volgende week terug
geeft. Op den derden Zondag heeft hij zooals gezegd,
nog 750 gram aardappelen. En den bon, die op den
Zaterdag daarna, dat is de vierde Zaterdag, geldig
wordt, kan hij weer zelf behouden, zoodat hij daar
mee op deri vierden en vijfden Zondag aardappelen
Ihuis kan bereiden en zoo vervolgens.
Op deze wijze wordt bereikt, dat men voortaan, als
men voedsel van de Centrale Keuken betrekt, zich
toch op Zondag, wanneer met zijn eigen potje kookt,
het genot, aardappelen te eten, niet behoeft te ont
zeggen.
Vermelding verdient voorts, dat sedert eenigen
tijd, in verband met de vetschaarschte, geen vet meer
in het menu wordt verwerkt, piaar boter. Volgens
cle verbruikers is het voedsel hierdoor in smake
lijkheid toegenomen.
Wat betreft groenten, wordt het menu van de
Centrale Keukens aangepast aan die, welke de tijd
oplevert. Wij leven nu in de overgangsperiode, wel
ke elk jaar voorkomt en waarin de oude groenten ge
leidelijk opraken en de nieuwe groenten nog niet
•erkrijgbaav zijn of nog te duur zijn. Iedere huis-
roüw kent de moeilijkheden van deze overgangspe
riode, waarvan de bezwaren thans ook voor de Cen
trale Keuken gelden. Maar zoodra versche groenten
beschikbaar zijn, worden zij in het menu verwerkt.
Met sla is dit reeds het geval; andere nieuwe groen
ten zullen zoo spoedig mogelijk volgen.
Zitting van den Economisclien
Rechter.
-Voor de eerste maal heeft de Economische
Rechter te Amsterdam, Mr. F. Tabingh Suermondt,
Vrijdagmiddag zitting gehouden in het Paleis van
Justitie.
In de eerste zaak, welke behandeld werd tegen
een winkelier, die art. 5 van de Boter- en Vet-
distributiebeschikking van 1940 had overtreden,
hield het hoofd van het parket, Mr. H. Wassen-
bergh, een requisitoir, waarin hij o.m. het volgende
zei: „Als hoofd van het parket heb ik er prijs
op gesteld, op deze eerste openbare zitting van
den Economischen Rechter het openbaar mini
sterie te vertegenwoordigen. Met groote belangstel
ling heeft het o.m. de instelling van den Econo
mischen Rechter begroet en met volledige in
stemming de benoeming van Mr. Tabingh Suer
mondt vernomen. Het O.M. weet, dat u een zeer
zware en verantwoordelijke taak wacht, maar het
weet ook, dat u die taak zult vervullen in het
algemeen belang en in het belang van de justitie.
Het O.M. verklaart zich gaarne bereid, de ver
schillende economische wetten en bepalingen vol
komen tot haar recht te doen komen en uw taak te
verlichten. Wij weten dat de distributie noodig is
en dat fraude en frauduleus slachten al te veel
vuldig voorkomen. De talrijke overtreders hopen
dat- zij niet gesnapt zullen worden en dat de straf
fen, welke hun eventueel wachten, wel zullen
meevallen. Het O.M. moet hun eenter deze illusie
ontnemen. Het aantal opsporingsambtenaren is
uitgebreid en hun. bevoegdheden zijn vergroot,
zoodat zij o.m. woningen zullen kunnen betreden
De straffen Zijn zwaar en kunnen zelfs gaan tot
acht jaar. Ik zeg dit niet om angst aan te jagen of
om te dreigen, doch in de hoop, dat men zijn ge
zond verstand zal gebruiken. Het zou pleiten voor
de goede mentaliteit van ons volk, wanneer de
zaken, die voor den Economischen Rechter kunnen
worden gebracht, zeer gering in aantal zouden
zijn. Thans echter wordt het parket nog
overs'telpt met deze zaken. Toch blijf ik echter
de hoop koesteren, dat het binnenkort anders zal
worden".
In deze eerste zaak, die minder ernstig was en
welke een winkelier betrof die verkeerde bonnen
had geplakt, eischte mr. Wassenbergh een geld
boete van f 25 subs 25 dagen. Conform den eisch
veroordeelde de Economische Rechter den winke
lier.
Jiaci 'ïlieuuxs
Vrijdag werd te Bussum aanbesteed de bouw
van 29 arbeiderswoningen op een terrein ten zuiden
van de Minister A. S. Talmalaan. Hoogste inschrij
vers waren A. J. Heerbaart en J. J. Hazelzet te Rot
terdam met f 212.236; laagste inschrijver was J. H.
van der Linde te Hilversum met f 99.980.
Bij beschikking van den gemachtigde voor de
prijzen zijn als toegevoegd inspecteur, bevoegd tot
het opleggen van tuchtrechtelijke straffen en maat
regelen in eersten aanleg, toegevoegd aan den in
specteur voor de Prijsbeheersching te Amsterdam
mr. R- E. Hattink te Amsterdam, en mr. H. L. F. M.
baron Van Hövell van Wezeveld en Westerflier te
Maastricht.
Bij besluit van den secretaris-generaal van het
departement van Binnenlandsche Zaken is Mr. F. W
R. Wttewaal, gerekend van 15 Februari 1941 af. op
nieuw tot burgemeester van Deventer benoemd.
De heer W. E. J. Bulk is met ingang van 1 Juni
1941 tot burgemeester van Herwijnen benoemd. (De
heer Bulk is thans burgemeester van Vuren, welke
functie hij tevens blijft bekleeden).
De heer J. H. Crezée is met ingang van 1 Juni
1941 opnieuw tot burgemeester van Ridderkerk be
noemd.
Bij beschikking van den secretaris-generaal van
het departement van Landbouw en Vlsscherij is de
Ned. Akkerbouwcentrale aangewezen als monopolie
houdster voor den invoer en den uitvoer biezen en
de zaden van gras, klaver, lucerne, spurrie, voeder
en suikerbieten, spinazie, radijs, cichorei en gele en
witte wortelen.
Ned. Hoogovens.
een binnenkort te houden buitengewone verga
dering van aandeelhouders der Nederlandsche Hoog
ovens en Staalfabrieken N.V. en der N.V. Admini
stratiekantoor voor Aandcelen Koninklijke Nederland
sche Hoogoven en Staalfabrieken N.V. zal. volgens
het Alg Höbld. een statutenwijziging in behandeling
komen, houdende o.m. wijziging van art. 36, 3e lid
der statuten en wel in dier voege, dat de woorden
„niemand kan echter meer stemmen uitbrengen dan
zes voor zichzelf en bovendien zes als gemachtigde
van één of meer lastgevers", vervallen. -■
ACHTERSTALLIGE MILITIEVERGOEDINGEN
VOOR BELGISCHE MILITAIREN.
.In verband met 'net uitkeeren der achterstallige
militievergoedingen worden de Belgische miliciens of
hun verwanten verzocht zich ten spoedigste te mel
den bij den Belgischen consul ohder wiens jurisdictie zij
ressorteeren.
GEREF. KERKEN.
De classis Haarlem der Ger. Kerken heeft benoemd
tot afgevaardigden naar de Part. Synode van Noord-
Ho.land als primi de predikanten ds. A. M. Boeijinga
te Haarlem er. ds. E. A. Groenewegen te Half
weg en de ouderlingen Kamper en Passchier en
als secundi tie predikanten ds. A. Dondorp te
Heemstede en ds. S. E. Wesbonk te IJmuiden
en de ouderlingen Baas en Zuilhof.
PLAQUETTE TER NAGEDACHTENIS VAN
FATHARINA VAN RENNES.
(Foto: A. Ph. de Keijzer te Zeist.)
Ter nagedachtenis aan de alom in den Lande be
kende Catharina van Rennes, Nederlandsche com
poniste en zangpaedagoge, wordt vandaag in den ge
el ten huize „Bel Canto" aan de Brigittenstraat te
Utrecht een bronzen plaquette aangebracht en ont
huld, welke geschonken is door Vrienden en Ver
eerders van de op 23 November 1940 te Utrecht
oveuledene. Het ontwerp van deze gedenkplaat is van
de Utrechtsche Beeldhouwster mej. I. A. L. van
Beeck Calkoen.
Dramaturgisch bureau.
Op de afdeeling theater en dans van het departe
ment van volksvoorlichting en kunsten is benoemd
voor de behandeling van de dramaturgische aangele
genheden de heer J. A. van Kersbergen te Laren
(N.H.)
Tendnde eenerzijds een ordening onder de beroeps-
tooneelschrijvers ter hand te kunnen nemen, ander
zijds den onervaren auteur met raad en daad terzijde
te staan, is thans ten departemente een dramaturgisch
bureau opgericht. (A.N.P.)
Regeling inzake pachtprijzen.
Alleen naar tijdsduur bepaalde bedragen
geoorloofd.
De Staatscourant van Vrijdagavond bevat een
besluit van de secretarissen-generaal van de
departementen van landbouw en visscherij en
van justitie, houdende nadere regelen betreffen
de de wijze van verpachting en de lasten van den
pachter. Hierin is o.m. vastgelegd:
In een pachtovereenkomst kan als pachtprijs
slechts bedongen worden een uitsluitend naar
tijdruimte bepaald en niet van den prijs van pro
ducten of van andere factoren afhankelijk ge
stéld bedrag in Nederlandsch geld; met toestem
ming van het pachtbureau kan evenwel in bij
zondere gevallen de pachtprijs op andere wijze
worden bepaald. Ieder beding, in strijd met het
vorenstaande, is nietig. Is vóór de inwerkingtre
ding van dit besluit een pachtprijs op andere wijze
bedongen dan volgens het hierboven vermelde ge
oorloofd is, is de verpachter verplicht en de
pachter bevoegd de pachtovereenkomst binnen
twee maanden na de inwerkingtreding van dit
besluit bij het pachtbureau in te zenden. Het
pachtbureau stelt den pachtprijs opnieuw vast met
inachtneming van den in het eerste lid gestelden
regel; het berekent als pachtprijs den prijs, welke
in 1939 voor gronden, welke in aard en ligging
rn^it het gepachte overeenstemmen, als normaal
kon worden beschouwd.
De aldus vastgestelde pachtprijs treedt te reke
nen van den dag van de inwerkingtreding van
dit besluit in de plaats van den overeengekomen
pachtprijs. Het pachtbureau kan in bijzondere
gevallen op dit bepaalde uitzonderingen toelaten.
Indien de verpachter niet binnen den gestelden
termijn aan de hierboven genoemde verplichting
heeft voldaan, terwijl de pachter van zijn bevoegd
heid tot inzending geen gebruik heeft gemaakt, is
de pachter, te rekenen van den dag der inwerking
treding van dit besluit af, niet gehouden den pacht
prijs te betalen, terwijl hij ook overigens tot geen
enkele vergoedng gehouden is.
Dit gevolg treedt niet in, als het niet-nakomen
der verplichting te wijten is aan een omstandig
heid, welke den verpachter niet kan worden toe
gerekend en deze, nadat de omstandigheid heeft
opgehouden te bestaan, onverwijld alsnog aan zijn
verplichtingen voldoet.
Indien ingevolge het hiervoor bepaalde geen
pachtprijs is verschuldigd, kan de verpachter het
pachtbureau verzoeken een lagen pachtprijs vast
te stellen. Te rekenen van den dag van vaststel
ling is deze door den pachter verschuldigd. De
vaststelling geschiedt niet dan nadat de pachter is
gehoord, althans behoorlijk is opgeroepen.
Nietig is ieder beding in een pachtovereen
komst, ingevolge hetwelk de lasten, die den ver
pachter door publiekrechtelijke lichamen zijn op
gelegd, geheel of tgn deele ten laste van den pach
ter komen.
Een beding als zooeven bedoeld, gemaakt voor de
inwerkingtreding van dit besluit, blijft van kracht
ten beloope van ten hoogste de lasten, die geduren
de het jaar 1940 wegens het verpachte ten laste
van den pachter zijn gekomen.
Dit besluit is in werking getreden.
De directeur van een comestibles-handel te Am
sterdam berekende voor bussen sperzieboonen en
doperwten te hooge prijzen. Dit kwam aan de politie
te Alkmaar ter oore,. die proces-verbaal opmaakte. De
inspecteur voor de prijsbeheersching te Amsterdam
stelde een vervolging in en veroordeelde verdachte
tot een boete van f 500; ongeveer 200 in beslaggenomen
bussen conserven werden verbeurd verklaard.
De zijdebijtcr, ook wel rielworm genaamd, komt
op het oogenblik in de binnenwateren veel voor
en brengt dikwijls aan de fuiken belangrijke
schade toe. De visschers zijn daarom genood
zaakt het boeten uiterst nauwkeurig te verichten,
opdat de visch niet kan ontsnappen.
(Pax-Holland)
Zeer velen laten thans hun kinderen inenten tegen diphteric. Voor de wijklokalen van den
G. G. en G. D. te Amsterdam heer=cht iederen zitting-jdag een groote drukte van gegadigden,
die hun kinderen voor deze behandeling komen brengen. (Pax-Holland)
Centrale Verwarming
AUTOM. OLIE - KOLENSTOOKINR.
SANITAIRE INSTALLATIES.
(Adv. Ingez. Med.)
Jirnst en £etteceii^j
Haarlem's Muziek-Instituut.
Niet vele directeuren van muziek-paedagogische
instellingen zullen de lijst der leerlingen-uitvoe
ringen van het begin af zoo zorgvuldig bijgehouden
hebben, dat zij door vermelding van het rangnum
mer eeh denkbeeld van den omvang van den aan
hun instituut verrichten paedagogischen arbeid kun
nen geven. De heer Nico Hoogerwerf heeft dat wèl
gedaan en zoo wisten we, dat de- leerlingen
uitvoering, die we Vrijdagavond in den Stads
schouwburg bijwoonden, de 49ste was. Het is reèds
een respectabel aantal. Met de volgende zal het
halfhondcrd bereikt zijn; die zal dus min of meer
het karakter van een jubileum-uitvoering mogen
hebben.
Nog te meer blijken de omvang en de intensiteit
der aan Haarlem's Muziek-Instituut getroffen in
structieve voorbereiding uit de hoeveelheid stof die
op elke leerlingen-uitvoering verwerkt werd.
Er is dezen avond door de leerlingen weer con
animo gemusiceerd en uit menige voordracht bleek
deugdelijke voorbereiding, uit enkele oók meer-dan
gewoon talent. Deze laatste mogen we wel afzonder
lijk vermelden. Een zoo krachtige en markante
rythmische vertolking van Botkiewitz „Slede
vaart" als een jonge leerlinge van den heer Jan
Hoog gaf verdient een extra-pluim. Het 2de Im-
prompte van Fauré werd door een andere leer
linge van denzelfden paedagoog met elegante vir
tuositeit gespeeld. Maar deze leerling hebben we
reeds bij verschillende gelegenheden als begeleid
ster kunnen waardeeren en fot die taak werd zij
ditmaal ook genoopt in het eerste Allegro van Beet
hoven's Sonate voor piano en viool in a kl. t. (niet
in G dur, zooals het programma vermeldde!), want
haar partner was niet erg maatvast en had van
samenspel geen begrip, zoodat de pianiste alleen
door „volgzaamheid" het verband wist te behouden.
Met bijzondere ingenomenheid hóórden we voorts
het spel van een -jongen vioolleerling van- den heer
Joh. Viervevver in een Sonate van Handel. Het spel
van dezen jongen had trouwens ook verleden jaar
reeds de opmerkzaamheid- getrokken. Het is zeer
zuiver en zijn stokbeheersching is uitmuntend. De
voordracht van een stuk uit een Vioolconcert van
Tiotti door een anderen leerling van den heer Vier-
veyver deed een al aardig gevorderde techniek
kennen.
Er was ook wel een en ander dat nog boven de
technische of muzikale capaciteit der uitvoerenden
bleek te liggen. Een van Schubert's Impromptu's en
een Nocturne van Chopjn b.v. stellen hoogere
eischen dan waaraan de uitvoerenden voldeden.
Twee stukken uit een Sonate van Haydn en een
Scherzo van Schubert werden echter zeer verdiens
telijk door leerlingen van den heer D. v. d. Stam
gespeeld, en in een vierhandig stukje, van Loesch-
horn door twee leerlingen van den heer Hoogerwerf
gaf de „bassiste" blijken van goed rythmisch gevoel
en van technische zekerheid.
We kunnen natuurlijk niet alles afzonderlijk
noemen. Van een paar nummers scheen de bedoe
ling raadselachtig, zoo b.v. van de voordracht van
een ..Waldvögelein" betiteld duet door twee aan
komende barytons en van „De Schipbreuk" van
den Schoolmeester door een spreekkoor en solislo-
quenten uit de spreekkoorklasse van den heer H.
Schuurman. Zangleerlingen van mej. R. van Veen
en den heer Jules Moes traden op met aria's uit
„Zar und Zimmerman" en „Samson et Dalila";
dansleerlingen van mej. Janke Goeting toonden
lenigheid en bewegelijkheid bij de choreografische
uitbeelding van verschillende pianostukken. En tot
slote van dien avond hoorden we fragmenten uit
Paul Lincke's „Gri-Gri", gezongen door leerlingen
uit de operetteklasse van den heer Jan Bos. waarbij
een zangeres met eind-diploma Conservatorium als
spliste haar medewerking verleende.
Het was dus een leerlingen-uitvoering vol af
wisseling, die door het talrijke auditorium met" be
langstelling en ingenomenheid gevolgd werd.
K. DE JONG.
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdagsavond»
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE,