IN DEN BAN VAN AMOR. N.V. Holster "iiMT3* 49ste Leerlingen-Uitvoering ZATERDAG 24 MEI 1941 HASRtEM'S DAGBEAD REMBRANDT EN SASKIA. SASKIA" dat klonk niet kwaad S-a-s-k-i-aRembrandt had dien naam nooit hooren noemen voordat Heer Hen drik van Uylenburch, bij wien hij in de Amstclstad verblijf gevonden had, vertelde van de aanstaande komst van zijn dusgenaamd nichtje u.it Francker. Natuurlijk had de jonge meester, .verdiept in een verrassend lichteffect op den kanten kraag van het mansportret waaraan hij juist de laatste hand legde, weer met een half oor geluisterd: een wees burgemeestersdochter kind van goeden huize dus welbemiddeld SaskiaBekorend klonk de welluidendheid na in Rembrandt's oor, kortstondig maar, want hij was er de man niet naar om zijn verbeelding door een zoo luttele zaak als een zoetklinkende meisjesnaam vrij spel te laten. Want een droomer, neen, dat was Rembrandt van Rijn niet. Zij kwam, Saskia van Uylenburch; onverwacht stond ze, wat bedremmeld, in Rembrandt's werk kamer om, naar het heette, de doeken te bezichtigen die voorname gestalten van Holland's burgerij beeldden: portretten van kooplieden en geleerden, ja zelfs van magistraten, gesierd met fraai- geplooide kragen en gracieuse kanten mouwen, van eerwaar dige grijsaards en struische jongemannen. Natuurlijk had zij van hem gehoord, van Rembrandt van Rijn. den molenaarszoon, die niet alleen zijn leermeester Lastman, maar zelfs den gevierden schilder de Kev- ser, tot voor kort nog de beroemdste portrettist der Amstelstad, voorbijgestreefd had. En dat nog wel door „alleen ende op hem selven de schilderconste te oeffenen en te practiseeren'" Rembrandt, een vijf entwintig-jarige die zich, na de voltooiing van de hooggeprezen „Anatomische Les" gerust een meester noemen mocht. Een verstolen blik van Saskia scheer de van een zelfportret naar den jongen schilder: zóó was hij dus: een wat zware, gedrongen gestalte; grof van bouw. eerlijk gezegd; breed van neus en mond daar stond hij nu, in zijn morsigen kiel, met zijn ruigen haardoseen teleurstelling. En tochdie stem, die gloed in de levendige, scherpe oogen die haar lachend en (vreemde gewaarwording) metéén ernstig-onderzoekend aanzagen, heel dat voorkomen, innig en ruw tegelijkeen verrassing, een open baring: Rembrandt, de ondoorgrondelijke. En dat dat was dus nicht Saskia uit Franeker, Saskia van Uylenburch, een frisch en kittig ding, wat stijf-conventioneel, opgevoed als ze was naar de strenge zeden van een voornaam patriciërshuis, maar innemend niettemin: dat pinkelend oog, dat guitige kuiltje in de wang, die speelsche, wat verlegen lach om den jongen mond een lust voor het schilders oog; een" kleinood voor het hart. Goed dan, Rembrandt zou haar portretteeren. On beschroomd kon zijn oog nu lijn na lijn van haar gestalte volgen: het teere profiel, de golving van haar blonde haren, de welving van haar kin, als het bevrijd was van den aangeleerden standtrots, als het zichzelf kon zijn, in puur-menschelijke ongedwon genheid. En Saskia, ze snapte honderd-uit, vertrouwder allengs in de sfeer van 't strakke noorderlicht, van nijvere onordelijkheid in de sfeer van een met verf besmeurden kiel, van een verwarden haardos en van scherpe, levendige oogen onvergetelijke oogen. Zag ze nog dat meester Rembrandt wat plomp van bouw en grof van uiterlijk was? Of ver gat ze het allemaal, geboeid door de teerheid van die stem, aangetrokken door dien afgrond van ge niale tegenstrijdigheid, dien zij in den mensch daar vóór haar verborgen voelde? Toen ze korf daarna was afgereisd naar het verre Noorden scheen het Rembrandt koud en somber in het stille atelier, alsof de zon plots achter donkere donderwolken weggekropen was. Saskia's lach, Sas- kia's stem, Saskia's geurende haar voor den droes, hij hield van haar, ze moest, ze zou zijn huisvrouw zijn. Stoute oritvoeringstafereelen rijzen voor zijn schildersoog op, wenschdroomen zoo ge wilt. Zoo schildert hij de schaking van Proserpina, van de schoone Europa en denkt daarbij aan Saskia. Mo gelijk was het ook zij. die hem voor den geest stond, toen hij de liefelijke Diana op het doek bracht Hij weet het wel: de strenge voogd is ernstig ont stemd over den band dien de vermetele Amor, ran gen noch standen kennend, zoo stilletjes geweven had tusschen hun beider harten: is dat nu wel een passende partij voor een zoo welgestelde burgemees tersdochter? Een molenaarszoon» een onbemiddelde jongeman, die nu Wel een blauwen Maandag aan de univemlleit gestudeerd mag hebben en dat moet gezegd in aanzien schijnt als schilder, maar toch gering van kom-af is.!... Rembrandt,- zelfbewust-besloten, de plaats in te nemen, waar arbeid en talent hem recht op geven, heeft de verre reis naar het Noorden gewaagd en het pleit gewonnen: Saskia zal de zijne zijn. Den volgenden zomer al is ze in Amsterdam, als Rembrandi's verloofde; en drie dagen later teekent hij haar opnieuw, legt hij haar liefelijke trekken vast op het papier. Ach, is dat wel Söskia uit Fra neker. dat al te ingetogen patriciërskind, dat daar zoo frank en vrij vanonder den zwierigen hoed de wereld in kijkt? Ze is immers van nu af aa'n Rem brandt's Saskia, schepping van zijn hand, adem van 2ijn geest, geliefde van zijn hart! Zal er voedsel voldoende zijn in dat meisjeshart om den brand, 'dien een geniale geest erin ontstoken heeft, te voeden, een leven-lang? Of is het eer be stemd om op t.e teren in een hevige vlam van geluk, in luttele jaren? Rembrandt vraagt er niet naar: Saskia is de zijne hij is gelukkig; en trotsch voegt hij aan Saskia's beeltenis toe" „Dit is naar mijn huys- vrou geconterfeyt, do sy 21 jaar oud was, den derden dach als wy getroudt (verloofd) waeren, den 8 Junyus 1633". In 1634 werd hun huwelijk voltrokken, een huwe lijk uit liefde. Niet dat Rembrandt ongevoelig was voor het fortuin dat Saskia meebracht: het zou hem ontslaan van den harden plicht te werken op bestel ling. naar de modezucht van een ijdele geldaristocra tie. Maar vooral had hij Saskia lief, met alle innig heid van zijn bewogen kunstenaarsgemoed. Gekleed in kostbare stoffen, in exquise gewaden, versierd met juweelen en zeldzame struisveeren, heeft Rem brandt zijn Saskia vereeuwigd, telkens weer. telkens anders, maar altijd vol liefde, vol toewijding, vol eerbied: Saskia als Edelvrouwe. Saskia als Flora, Saskia als Saskiagehuld in een zwaren bro kaatmantel voor den spiegel, in bewondering voor de parelen in haar oorbellen: en daarbij Rembrandt die haar een kostbaar halssnoer aanreikt. Saskia op Rembrandt's schoot: hij lachend te nadrukkelijk- vroolijk misschien de wijnbokaal geheven in de hand. Saskia ach, ook zij is Potiphar's vrouw, is Danaë: ze is immers alom-tegenwoordig, ze is licht en geluk en lieve blijmoedigheid. Voor haar is niets te goed en te schoon. Edelsteenen draagt Rembrandt voor haar aan en fraaie kleedij: een voornaam hee renhuis in de Breestraat schenkt hij haar. als wo ning voor dit stil-intierh geluk een statig huis vol licht, met uitzicht op het wijde water en de fiere schepen van Hollandsche koopvaarders. Het is te duur. dat huis: zwaar drukken de lasten, en Rem brandt ontbreekt het aan koopmansgeest om tijdig de afbetalingssom bijeen te sparen. Liever verzamelt hij kostbare doeken van Nederlandsche en uitheem- sche meesters, kleeden en wapens, schelpen en ko ralen, kostelijke curiosa, bijeengegaard in uitdra gerswinkels en op veilingen. Wonderen deed het liefdesgeluk dat Saskia hem tchonk: hij, die al jaren op een schemerige aarde het lemelsch licht zoekt, hij heeft Gods heerlijkheid ge vonden in al wat ademt en leeft uit de ondoorgron delijke bron van 't eeuwig leven: in de natuur, in een koraal, in den lach van een mond, de eerbied waardigheid van een geleerde, de ijle klaarte van het Hollandsch landschapin Saskia's lieftallig heid. O, er zijn zorgen: over laster van afgunstige familie leden: over het gevloekte maar onontbeerlijke geld, waarvan Rembrandt zoo moeilijk de waarde leert ken nen: over harde offers aan dén onverbiddèlijken Dood: drie kinderen heeft hij ten grave gedragen: en niets is hem liever dan Saskia's vleesch en bloed te zien voortleven in hun kind, in Saskia's kind. In dat groot verlangen schildert hij den offerenden Manoah en zijn vrouw, wier vrome bede om de geboorte van een kind verhoord wordt: hun wordt een Simson. Rembrandt een Titus geboren. Vreugde beteekent dat en bange vrees meteen: Saskia ligt te bed, moeilijk kan Rerfi- brandt zich verhelen dat haar toestand na Titus' ge boorte hoogst bedenkelijk is. Ze heeft koorts, soms ijlt ze. En hij hij moet de zorg voor haar overlaten aan vreemde handen: hij moet zijn scheppend werk doen móét: want er is dringend geld noodig; moet óók. om dat, nu het ontwerp eenmaal vasten vorm aangeno- fpj 11 t Saskia, als Rembrandt's verloofde. (Reproductie naar een teekening van Rembrandt.) men heeft, iets in hem, de Demon van zijn genie, hem voortdrijft. De kapitein van het Schuttersgilde heeft hem een bestelling overgebracht: een groot doek, een schuttersstuk zal het.moeten worden. Da genlang heeft Rembrandt met het gegeven gewor steld; hij kan, hij wil er geen traditioneel gelegen heidsstuk van maken. Visoenen van oorlogsonrust, an roffelende trommen, van wapengeschitter, van martiale mannen rijzen voor hem op.... En terwijl Saskia op het ziekbed met haar koortsdroomen vecht, verschijnt op het meters-groote doek, daar ginds in het eenzame atelier, een groepstafereel dat zijn weerga niet heeft: „De Nachtwacht". Nog voor het doek gereed is, heeft Saskia den geest gegeven Saskia, de dertigjarige, Titus' moeder, Rembrandt's huisvrouw en geliefde. Saskia heengegaan en mét haar de vreugde; de .Nachtwacht" bespot, de roem aan 't taneneen zaam wordt het. in Rembrandt, somber-ernstig en vroom een eenzaamheid, een ernSt, een vroom heid die hem zouden maken tot wat hij voor ons is gebleven: Rembrandt, onze Grootste. Menige smart zou hij nog beleven; maar zoo is het nu eenmaal: hij die vele levens heeft, moet vele dooden sterven. C. J. E. DINAUX. De-Centrale Keukens. Nieuwe regeling voor de aardappelbonnen. Voor de centrale keukens is ten aanzien van de aardappelbonnen met ingang van 3 Juni a s. een ieuwe regeling vastgesteld, welke zonder twijfel aan de afnemers levendige voldoening zal geven. Volgens deze regeling zal men. wanneer men aan een Centrale Keuken een bon voor l1,; K.G aardap pelen geeft, een wisselbon terug krijgen, welke voor de volgende week zal gelden. Wat de aardappelbonnen betreft, heeft men duf voortaan aan één bon genoeg, om twee weken voedsel van de Centrale Keuken te betrekken. Maar de hoeveelheid aardappelen, welke men in zijn porties ontvangt vermindert hierdoor niet. Deze gunstige regeling is getroffen ter tegemoetko ming aan bezwaren van menschen, die betreurden, dat zij Zondag, wanneer de Centrale Keuken met- werkt en zij hun eigen potje koken, geen aardappelen konden krijgen. Zooals men weet is op Zaterdag de nieuwe aardap pelbon geldig. Wanneer iemand nu op Zaterdag een knipkaart voor 6 dagen bij de Centrale Keuken koop en den nieuwen aardappelbon inlevert, kan hij den dag daarop den Zondag, thuis geen aardappelen bereiden. M^ar dit is onder de nieuwe regeling alleen dien eersten Zondag het geval, want hij krijgt» van den centrale keuken een halven wisselbon terug, wel ke hij een week later kan inleveren. De tweede Za terdag echter is een nieuwe aardappelbon geldig wel ke hij kan behouden. Met dezen tweeden bon, voor "2 K G. kan hij aardappelen koopen voor den twee den en den derden Zondag. Op eiken van die beide Zondagen kan hij dan per persoon 750 gram aardappelen thuis bereiden. Den ■ven aardappefbon. die op den derden Zaterdag geldig wordt, moet de verbruiker weer inleveren bij centrale keuken, welke hem weer een halven wisselbon voor de daarop volgende week terug geeft. Op den derden Zondag heeft hij zooals gezegd, nog 750 gram aardappelen. En den bon, die op den Zaterdag daarna, dat is de vierde Zaterdag, geldig wordt, kan hij weer zelf behouden, zoodat hij daar mee op deri vierden en vijfden Zondag aardappelen Ihuis kan bereiden en zoo vervolgens. Op deze wijze wordt bereikt, dat men voortaan, als men voedsel van de Centrale Keuken betrekt, zich toch op Zondag, wanneer met zijn eigen potje kookt, het genot, aardappelen te eten, niet behoeft te ont zeggen. Vermelding verdient voorts, dat sedert eenigen tijd, in verband met de vetschaarschte, geen vet meer in het menu wordt verwerkt, piaar boter. Volgens cle verbruikers is het voedsel hierdoor in smake lijkheid toegenomen. Wat betreft groenten, wordt het menu van de Centrale Keukens aangepast aan die, welke de tijd oplevert. Wij leven nu in de overgangsperiode, wel ke elk jaar voorkomt en waarin de oude groenten ge leidelijk opraken en de nieuwe groenten nog niet •erkrijgbaav zijn of nog te duur zijn. Iedere huis- roüw kent de moeilijkheden van deze overgangspe riode, waarvan de bezwaren thans ook voor de Cen trale Keuken gelden. Maar zoodra versche groenten beschikbaar zijn, worden zij in het menu verwerkt. Met sla is dit reeds het geval; andere nieuwe groen ten zullen zoo spoedig mogelijk volgen. Zitting van den Economisclien Rechter. -Voor de eerste maal heeft de Economische Rechter te Amsterdam, Mr. F. Tabingh Suermondt, Vrijdagmiddag zitting gehouden in het Paleis van Justitie. In de eerste zaak, welke behandeld werd tegen een winkelier, die art. 5 van de Boter- en Vet- distributiebeschikking van 1940 had overtreden, hield het hoofd van het parket, Mr. H. Wassen- bergh, een requisitoir, waarin hij o.m. het volgende zei: „Als hoofd van het parket heb ik er prijs op gesteld, op deze eerste openbare zitting van den Economischen Rechter het openbaar mini sterie te vertegenwoordigen. Met groote belangstel ling heeft het o.m. de instelling van den Econo mischen Rechter begroet en met volledige in stemming de benoeming van Mr. Tabingh Suer mondt vernomen. Het O.M. weet, dat u een zeer zware en verantwoordelijke taak wacht, maar het weet ook, dat u die taak zult vervullen in het algemeen belang en in het belang van de justitie. Het O.M. verklaart zich gaarne bereid, de ver schillende economische wetten en bepalingen vol komen tot haar recht te doen komen en uw taak te verlichten. Wij weten dat de distributie noodig is en dat fraude en frauduleus slachten al te veel vuldig voorkomen. De talrijke overtreders hopen dat- zij niet gesnapt zullen worden en dat de straf fen, welke hun eventueel wachten, wel zullen meevallen. Het O.M. moet hun eenter deze illusie ontnemen. Het aantal opsporingsambtenaren is uitgebreid en hun. bevoegdheden zijn vergroot, zoodat zij o.m. woningen zullen kunnen betreden De straffen Zijn zwaar en kunnen zelfs gaan tot acht jaar. Ik zeg dit niet om angst aan te jagen of om te dreigen, doch in de hoop, dat men zijn ge zond verstand zal gebruiken. Het zou pleiten voor de goede mentaliteit van ons volk, wanneer de zaken, die voor den Economischen Rechter kunnen worden gebracht, zeer gering in aantal zouden zijn. Thans echter wordt het parket nog overs'telpt met deze zaken. Toch blijf ik echter de hoop koesteren, dat het binnenkort anders zal worden". In deze eerste zaak, die minder ernstig was en welke een winkelier betrof die verkeerde bonnen had geplakt, eischte mr. Wassenbergh een geld boete van f 25 subs 25 dagen. Conform den eisch veroordeelde de Economische Rechter den winke lier. Jiaci 'ïlieuuxs Vrijdag werd te Bussum aanbesteed de bouw van 29 arbeiderswoningen op een terrein ten zuiden van de Minister A. S. Talmalaan. Hoogste inschrij vers waren A. J. Heerbaart en J. J. Hazelzet te Rot terdam met f 212.236; laagste inschrijver was J. H. van der Linde te Hilversum met f 99.980. Bij beschikking van den gemachtigde voor de prijzen zijn als toegevoegd inspecteur, bevoegd tot het opleggen van tuchtrechtelijke straffen en maat regelen in eersten aanleg, toegevoegd aan den in specteur voor de Prijsbeheersching te Amsterdam mr. R- E. Hattink te Amsterdam, en mr. H. L. F. M. baron Van Hövell van Wezeveld en Westerflier te Maastricht. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van Binnenlandsche Zaken is Mr. F. W R. Wttewaal, gerekend van 15 Februari 1941 af. op nieuw tot burgemeester van Deventer benoemd. De heer W. E. J. Bulk is met ingang van 1 Juni 1941 tot burgemeester van Herwijnen benoemd. (De heer Bulk is thans burgemeester van Vuren, welke functie hij tevens blijft bekleeden). De heer J. H. Crezée is met ingang van 1 Juni 1941 opnieuw tot burgemeester van Ridderkerk be noemd. Bij beschikking van den secretaris-generaal van het departement van Landbouw en Vlsscherij is de Ned. Akkerbouwcentrale aangewezen als monopolie houdster voor den invoer en den uitvoer biezen en de zaden van gras, klaver, lucerne, spurrie, voeder en suikerbieten, spinazie, radijs, cichorei en gele en witte wortelen. Ned. Hoogovens. een binnenkort te houden buitengewone verga dering van aandeelhouders der Nederlandsche Hoog ovens en Staalfabrieken N.V. en der N.V. Admini stratiekantoor voor Aandcelen Koninklijke Nederland sche Hoogoven en Staalfabrieken N.V. zal. volgens het Alg Höbld. een statutenwijziging in behandeling komen, houdende o.m. wijziging van art. 36, 3e lid der statuten en wel in dier voege, dat de woorden „niemand kan echter meer stemmen uitbrengen dan zes voor zichzelf en bovendien zes als gemachtigde van één of meer lastgevers", vervallen. -■ ACHTERSTALLIGE MILITIEVERGOEDINGEN VOOR BELGISCHE MILITAIREN. .In verband met 'net uitkeeren der achterstallige militievergoedingen worden de Belgische miliciens of hun verwanten verzocht zich ten spoedigste te mel den bij den Belgischen consul ohder wiens jurisdictie zij ressorteeren. GEREF. KERKEN. De classis Haarlem der Ger. Kerken heeft benoemd tot afgevaardigden naar de Part. Synode van Noord- Ho.land als primi de predikanten ds. A. M. Boeijinga te Haarlem er. ds. E. A. Groenewegen te Half weg en de ouderlingen Kamper en Passchier en als secundi tie predikanten ds. A. Dondorp te Heemstede en ds. S. E. Wesbonk te IJmuiden en de ouderlingen Baas en Zuilhof. PLAQUETTE TER NAGEDACHTENIS VAN FATHARINA VAN RENNES. (Foto: A. Ph. de Keijzer te Zeist.) Ter nagedachtenis aan de alom in den Lande be kende Catharina van Rennes, Nederlandsche com poniste en zangpaedagoge, wordt vandaag in den ge el ten huize „Bel Canto" aan de Brigittenstraat te Utrecht een bronzen plaquette aangebracht en ont huld, welke geschonken is door Vrienden en Ver eerders van de op 23 November 1940 te Utrecht oveuledene. Het ontwerp van deze gedenkplaat is van de Utrechtsche Beeldhouwster mej. I. A. L. van Beeck Calkoen. Dramaturgisch bureau. Op de afdeeling theater en dans van het departe ment van volksvoorlichting en kunsten is benoemd voor de behandeling van de dramaturgische aangele genheden de heer J. A. van Kersbergen te Laren (N.H.) Tendnde eenerzijds een ordening onder de beroeps- tooneelschrijvers ter hand te kunnen nemen, ander zijds den onervaren auteur met raad en daad terzijde te staan, is thans ten departemente een dramaturgisch bureau opgericht. (A.N.P.) Regeling inzake pachtprijzen. Alleen naar tijdsduur bepaalde bedragen geoorloofd. De Staatscourant van Vrijdagavond bevat een besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van landbouw en visscherij en van justitie, houdende nadere regelen betreffen de de wijze van verpachting en de lasten van den pachter. Hierin is o.m. vastgelegd: In een pachtovereenkomst kan als pachtprijs slechts bedongen worden een uitsluitend naar tijdruimte bepaald en niet van den prijs van pro ducten of van andere factoren afhankelijk ge stéld bedrag in Nederlandsch geld; met toestem ming van het pachtbureau kan evenwel in bij zondere gevallen de pachtprijs op andere wijze worden bepaald. Ieder beding, in strijd met het vorenstaande, is nietig. Is vóór de inwerkingtre ding van dit besluit een pachtprijs op andere wijze bedongen dan volgens het hierboven vermelde ge oorloofd is, is de verpachter verplicht en de pachter bevoegd de pachtovereenkomst binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit bij het pachtbureau in te zenden. Het pachtbureau stelt den pachtprijs opnieuw vast met inachtneming van den in het eerste lid gestelden regel; het berekent als pachtprijs den prijs, welke in 1939 voor gronden, welke in aard en ligging rn^it het gepachte overeenstemmen, als normaal kon worden beschouwd. De aldus vastgestelde pachtprijs treedt te reke nen van den dag van de inwerkingtreding van dit besluit in de plaats van den overeengekomen pachtprijs. Het pachtbureau kan in bijzondere gevallen op dit bepaalde uitzonderingen toelaten. Indien de verpachter niet binnen den gestelden termijn aan de hierboven genoemde verplichting heeft voldaan, terwijl de pachter van zijn bevoegd heid tot inzending geen gebruik heeft gemaakt, is de pachter, te rekenen van den dag der inwerking treding van dit besluit af, niet gehouden den pacht prijs te betalen, terwijl hij ook overigens tot geen enkele vergoedng gehouden is. Dit gevolg treedt niet in, als het niet-nakomen der verplichting te wijten is aan een omstandig heid, welke den verpachter niet kan worden toe gerekend en deze, nadat de omstandigheid heeft opgehouden te bestaan, onverwijld alsnog aan zijn verplichtingen voldoet. Indien ingevolge het hiervoor bepaalde geen pachtprijs is verschuldigd, kan de verpachter het pachtbureau verzoeken een lagen pachtprijs vast te stellen. Te rekenen van den dag van vaststel ling is deze door den pachter verschuldigd. De vaststelling geschiedt niet dan nadat de pachter is gehoord, althans behoorlijk is opgeroepen. Nietig is ieder beding in een pachtovereen komst, ingevolge hetwelk de lasten, die den ver pachter door publiekrechtelijke lichamen zijn op gelegd, geheel of tgn deele ten laste van den pach ter komen. Een beding als zooeven bedoeld, gemaakt voor de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van kracht ten beloope van ten hoogste de lasten, die geduren de het jaar 1940 wegens het verpachte ten laste van den pachter zijn gekomen. Dit besluit is in werking getreden. De directeur van een comestibles-handel te Am sterdam berekende voor bussen sperzieboonen en doperwten te hooge prijzen. Dit kwam aan de politie te Alkmaar ter oore,. die proces-verbaal opmaakte. De inspecteur voor de prijsbeheersching te Amsterdam stelde een vervolging in en veroordeelde verdachte tot een boete van f 500; ongeveer 200 in beslaggenomen bussen conserven werden verbeurd verklaard. De zijdebijtcr, ook wel rielworm genaamd, komt op het oogenblik in de binnenwateren veel voor en brengt dikwijls aan de fuiken belangrijke schade toe. De visschers zijn daarom genood zaakt het boeten uiterst nauwkeurig te verichten, opdat de visch niet kan ontsnappen. (Pax-Holland) Zeer velen laten thans hun kinderen inenten tegen diphteric. Voor de wijklokalen van den G. G. en G. D. te Amsterdam heer=cht iederen zitting-jdag een groote drukte van gegadigden, die hun kinderen voor deze behandeling komen brengen. (Pax-Holland) Centrale Verwarming AUTOM. OLIE - KOLENSTOOKINR. SANITAIRE INSTALLATIES. (Adv. Ingez. Med.) Jirnst en £etteceii^j Haarlem's Muziek-Instituut. Niet vele directeuren van muziek-paedagogische instellingen zullen de lijst der leerlingen-uitvoe ringen van het begin af zoo zorgvuldig bijgehouden hebben, dat zij door vermelding van het rangnum mer eeh denkbeeld van den omvang van den aan hun instituut verrichten paedagogischen arbeid kun nen geven. De heer Nico Hoogerwerf heeft dat wèl gedaan en zoo wisten we, dat de- leerlingen uitvoering, die we Vrijdagavond in den Stads schouwburg bijwoonden, de 49ste was. Het is reèds een respectabel aantal. Met de volgende zal het halfhondcrd bereikt zijn; die zal dus min of meer het karakter van een jubileum-uitvoering mogen hebben. Nog te meer blijken de omvang en de intensiteit der aan Haarlem's Muziek-Instituut getroffen in structieve voorbereiding uit de hoeveelheid stof die op elke leerlingen-uitvoering verwerkt werd. Er is dezen avond door de leerlingen weer con animo gemusiceerd en uit menige voordracht bleek deugdelijke voorbereiding, uit enkele oók meer-dan gewoon talent. Deze laatste mogen we wel afzonder lijk vermelden. Een zoo krachtige en markante rythmische vertolking van Botkiewitz „Slede vaart" als een jonge leerlinge van den heer Jan Hoog gaf verdient een extra-pluim. Het 2de Im- prompte van Fauré werd door een andere leer linge van denzelfden paedagoog met elegante vir tuositeit gespeeld. Maar deze leerling hebben we reeds bij verschillende gelegenheden als begeleid ster kunnen waardeeren en fot die taak werd zij ditmaal ook genoopt in het eerste Allegro van Beet hoven's Sonate voor piano en viool in a kl. t. (niet in G dur, zooals het programma vermeldde!), want haar partner was niet erg maatvast en had van samenspel geen begrip, zoodat de pianiste alleen door „volgzaamheid" het verband wist te behouden. Met bijzondere ingenomenheid hóórden we voorts het spel van een -jongen vioolleerling van- den heer Joh. Viervevver in een Sonate van Handel. Het spel van dezen jongen had trouwens ook verleden jaar reeds de opmerkzaamheid- getrokken. Het is zeer zuiver en zijn stokbeheersching is uitmuntend. De voordracht van een stuk uit een Vioolconcert van Tiotti door een anderen leerling van den heer Vier- veyver deed een al aardig gevorderde techniek kennen. Er was ook wel een en ander dat nog boven de technische of muzikale capaciteit der uitvoerenden bleek te liggen. Een van Schubert's Impromptu's en een Nocturne van Chopjn b.v. stellen hoogere eischen dan waaraan de uitvoerenden voldeden. Twee stukken uit een Sonate van Haydn en een Scherzo van Schubert werden echter zeer verdiens telijk door leerlingen van den heer D. v. d. Stam gespeeld, en in een vierhandig stukje, van Loesch- horn door twee leerlingen van den heer Hoogerwerf gaf de „bassiste" blijken van goed rythmisch gevoel en van technische zekerheid. We kunnen natuurlijk niet alles afzonderlijk noemen. Van een paar nummers scheen de bedoe ling raadselachtig, zoo b.v. van de voordracht van een ..Waldvögelein" betiteld duet door twee aan komende barytons en van „De Schipbreuk" van den Schoolmeester door een spreekkoor en solislo- quenten uit de spreekkoorklasse van den heer H. Schuurman. Zangleerlingen van mej. R. van Veen en den heer Jules Moes traden op met aria's uit „Zar und Zimmerman" en „Samson et Dalila"; dansleerlingen van mej. Janke Goeting toonden lenigheid en bewegelijkheid bij de choreografische uitbeelding van verschillende pianostukken. En tot slote van dien avond hoorden we fragmenten uit Paul Lincke's „Gri-Gri", gezongen door leerlingen uit de operetteklasse van den heer Jan Bos. waarbij een zangeres met eind-diploma Conservatorium als spliste haar medewerking verleende. Het was dus een leerlingen-uitvoering vol af wisseling, die door het talrijke auditorium met" be langstelling en ingenomenheid gevolgd werd. K. DE JONG. WEEK-ABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdagsavond» betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 11