Bonnen die thans geldig zijn: Jtackt&eiichten- Onder valsche vlag WOENSDAG '4 JUNI 1941' HAAREE SI'S DAG.BEAD Voor het laatst wordt dit jaar met botters gevischt naar snoekbaars en blei in het water van den droogvallenden Noordoostpolder. Omzichtig worden de gevangen visschen uit het net bevrijd. (Foto Pax Holland) Ned. Bond tot het redden van drenkelingen. Dezer dagen lazen we in de bladen dat in den nacht van 30 Mei een automobilist in Amsterdam verdronk. Een automobilist, onder den invloed van sterken drank, reed in de Prinsengracht; de auto zonk snel in de diepte weg. Drie mensehen begav zich voor reddingspogingen te water. Het gelukte hun niet, een deur te openen. Hard werkte de brandweer ruim een uur lang voordat de wagen op den wal was gebracht; de bestuurder bleek ver dronken te zijn. Het niet kunnen openen van een portier, onder water, kan aan verschillende omstandigheden te wijten zijn. Bij te snelle hulp om een deur te openen is de z.g. „evenwichtstoestand" nog niet ingetreden; hij treedt gewoonljik in na drie of vier minuten. Dan is een portier zoowel door den bestuurder als door redders van buitenaf gemakkelijk te openen; dit is honderden malen in de praktijk bewezen. Onbekendheid met de kruksluiting is ook mogelijk. Op dit gebied heerscht wegens de vele merken geen eenheid. De overheid alleen kan regelend op treden. De bond heeftdaarop vele malen ge wezen. Een deur kan zijn afgesloten zoowel van binnen als van buitenaf. De kans op klemmen bestaat, doch Is zeer gering. Komt ongeveer nooit voor. Hoogst waarschijnlijk zal de ware oorzaak van het niet open krijgen van de deur zijn geweest, dat de bewuste auto die snel zonk, tot een deel dei- portieren in de modder is weggezakt, dan is ope nen vrijwel onmogelijk. Bij een dergelijk geval steekt een zwemmend redder zijn arm door een openstaand raampje en tracht dit naar beneden te draaien of hij slaat met zijn schoen (nimmer met de vuist, dit is buiten gewoon gevaarlijk) of met een hard voorwerp de geheele ruit stuk. Ongelukken zijn vaak te vorkomen als men zich streng houdt aan het voorschrift: „Bij snelverkeer geen alcohol!" Het bestuur van den Bond is bereid op verzoek van gemeentebesturen of van een organisatie, een voorlichtingsavond met lichtbeelden te organi- seeren; dan worden tal van problemen, die zich bij het redden van drenkelingen uit auto's voordoen, behandeld. MAATSCHAPPIJ TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN. Dezer dagen werd de algemeene vergadering gehouden van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Departement Haarlem. In deze bijeen komst, waarvoor veel belangstelling bestond, werden tot bestuursleden gekozen: mevr. Mr. E. van EekThiel en de heer E. A. v. d. Haar, ter wijl de heer W. H. Korenstra herbenoemd werd. De begrooting van het departement voor 1941 1942 werd na geanimeerde bespreking goedege- keurd. In de commi ue tot het nazien van de rekening en verantwording over- het boekjaar 19401941 werden benoemd de heeren E. Zuurendonk en C. v. d. Velden. PURMEREND. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 17 partijen, wegende 68.000 K G. Hanadel stug. 40 -r. Hoogste prijs £35.25. Kaasmarkt, gewicht 964 K.G. Handel vlug. Hoogste prijs 8 kleine Boeren £35,25 per K.G. Runderen, totaal 479 stuks. Vette koeien 163 voor de levering. Gelde koelen 110 315400 per stuk, matig. Melk koelen 157 325—525 per stuk, matig. Stieren 7 voor de leve ring. Pinken 35 200—260 per stuk. Vette kalveren 345. Nuch tere kalveren voor de levering. Nuchtere kalveren voor de fokkerij 3555 per stuk, matig. Vette varkens voor de Slacht 23 voor de levering, Zeugen 70—140 per stuk, matig. Magere vargens 20 2545 per stuk, goed. Biggen 257 18—30 per stuk, matig. Schapen 195 30—45 per stuk, goed. Bokken 218 25—65 per stuk. matig. Lammeren 508 20—30 per stuk, matig Kipeieren 105 per K.G. oude kippen en hanen 1200 13 per K.G. Konijnen 215 per stuk. Eenden 100 100170 per stuk. Engelsche luchtaanvallen op ons land. Drie dooden en vier gewonden. 's GRAVENHAGE, 3 Juni (A.N.P.) Het Britsche luchtwapen heeft gedurende de Pink sterdagen, voornamelijk in den afgeloopen nacht, weder eenige aanvallen op ons land gedaan. Een tamelijk groot getal brisant- en brandbommen werd omlaag geworpen. Dc meeste richtten in het geheel geen of onbelangrijke schade aan. Slechts in een plaats in het Westen des lands werd grootere schade teweeggebracht. Door omlaaggeworpen brisant- en brandbommen wei-den drie woonhuizen geheel vernield, tien andere beschadigd. Voorts kregen 175 woonhuizen glasschade. Daarbij werden drie personen gedood en vier gewond. Van de branden, die tengevolge van dezen aanval ontston den, konden de meeste dadelijk gebluscht worden, de andere in den loop van de vroege morgen uren. Tenslotte werd ook nog een tramwissel be schadigd. PROF. DR. A. K. M. NOYONS OVERLEDEN UTRECHT, 1 Juni. Op den 'eersten Pinksterdag is t e Utrecht, op $3-jarigen leeftijd overleden prof. A. K. M. Noyons, hoogleeraar in de physiologie aan de rijksuniversiteit te Utrecht. FAILLISSEMENTEN. De Haarlemsche Rechtbank heeft deze week geen faillissementen uitgesproken. Wegens gebrek aan actief werd opgeheven het faillissement van: Arte Koper, schilder, wonende te Zandvoort. Curator mr. M. D. Proper te Haar lem. Door het verbindend worden der uitdeelingslijst zijn geëindigd de faillissementen van: 1. De N.V. Bloembollenkweekerij en handel v.h. J. Vrugt en Zonen, gevestigd te Hillegom. Curator mr. J. G. Bettink te Haarlem. 2. B. Winkelaar, behanger en stoffeerder, wonende te Wormerveer, Curator Mr. W. Veniet te Haarlem. 3. V/ijlen Jan Lanser, in leven landbouwer en kweeker, wonende te Aalsmeer. Curator mr. R. C. Bakhuizen van den Brink te Haarlem. 4 (Na verzet) C. Th. Degen, hotelhouder en restau rateur, wonende te Zandvoort, uitgesproken in 1920 Curator mr. dr. W. P. Vis. INDUSTRIE TE HAARLEM. De Regeeringscommissaris voor Haarlem heeft aan I. Rabbie te Haarlem vergunning verleend tot óp- richting van een cartonnagefabriek in een perceel toegankelijk aan de Kleverlaan 28-E-F-G-J-K. Aan Th. J. Kuiper te Haarlem tot oprichting van een banketbakkerij in het perceel Reitgzslraat no. 13 te Haarlem. Aan J. Lottgering te Haarlem tot uitbreiding van de chemische wasscherij en ververij in de perceelen Amsterdamschevaart nos. 30A, 30 en 28A. BRIDGECLUB „ROSEHAGHE". Bovengenoemde club hield te Haarlem een onder linge vlaggendrive ter gelegenheid van de sluiting der wintercompetitie. Leider was de heer G. Klase- boer. De uitslagen waren als volgt: le prijs: hr. G. Klaseboer, 2e prijs hr. Ch. Boeree, 3e prijs mevr. E, Breed, 4e pr. mevr. G. v. d. Ham, 5e prijs mevr. v. Abbe en 6e prijs hr. H. Oxener. Na afloop reikte de voorzitter: de heer F Machielse de prijzen der wintercompetitie en der vlaggendrive uit. ALGEMEENE MIDDENSTANDS JONGEREN ORGANISATIE. Voor de Alg. Middenstands Jongeren-Organisatie te Haarlem zal a.s. Donderdagavond een lezing ge houden worden door den heer J. H. van Eist, alg. secretaris van de jeugdgroep der Konk. Ned. Middenstandsbond over het onderwerp: „Jeugd van heden". De bijeenkomst wordt gehouden in het Midden standshuis, Wilhelminastraat 3 te Haarlem. Sleutel weg? Tel. 11493 DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO (Adv. Ingez. Med.) Ontslaan van werknemers. 's-GRAVENHAGE, 3 Juni. De Directeur-gen e- •aal van den Arbeid vestigt de aandacht op het volgende: Bij zijn beschikking van 21 Mei 1941, welke 1 Juni 1941 in werking treedt, woi-dt met ingang van dezen datum zijn vergunning' van 1 Juli 1940 (z.g.n. drie weken-vergunning) ingetrokken. Hier mede komt de aan de werkgevers opgelegde ver plichting, om bij ontslag van tijdelijk personeel aan het bevoegde districtshoofd der arbeidsinspectie een kennisgeving in tweevoud te zenden, te vervallen. Een van deze kennisgevingen werd door bedoeld districtshoofd gezonden aan de gemeente-secretarie van de gemeente, waarin de arbeider zijn woon plaats heeft. Na ontvangst hiervan kon het ge meentebestuur den werkloozen arbeider zoo noodig in de steunregeling opnemen. Nu deze gedragslijn niet meer kan worden ge volgd, moet de uit tijdelijken dienst ontslagen werknemer een ontslagbewijs overleggen, om even tueel voor steunuitkeering in aanmerking te kun nen komen. In verband hiermede wordt zoowel werkgevers, als werknemers gewezen op het bepaalde bij arti kel 1638 aa van het Burgerlijk Wetboek, waarbij o.a, aan den werkgever de verplichting wordt op gelegd bij het eindigen der dienstbetrekking den arbeider op diens verlangen een getuigschrift uit te reiken. Dit getuigschrift moet o.a. den duur der dienstbetrekking bevatten. Met dit getuigschrift kan de arbeider zich mel den bij het: betreffende arbeidsbureau, waar hij dan als werklooze wordt ingeschreven, waarna hij tegen overlegging van dit getuigschrift bij het ge meentebestuur, eventueel voor steun in aanmer king kan komen. Ter voorkoming van misverstand wordt nog op gemerkt, dat het overleggen van een ontslagbewijs ten behoeve van de opneming in de steunregeling en voor de inschrijving bij dc arbeidsbemiddeling slechts noodzakelijk is voor ontslagen personeel uit tijdelijken dienst in industrie- en handelsbedrij ven, en in landbouwbedrijven. Afgezien van bovengenoemde verplichting tot het uitreiken van een ontslagbewijs aan ontslagen arbeiders, behooren de werkgevers in de akker bouw- en veehouderijbedrijven voor elk ontslag voorloopig vergunning te hebben, van de arbeids inspectie. Voor deze bedrijven zal echter een na dere regeling worden getroffen. DE STRIJD TEGEN DE ONDERMAATSCIIE PALING. De strijd tegen de ondermaatsdhé paling wordt door de politie te Bunschoten en Spakenburg met onverminderde kracht voortgezet. Dezer dagen werden door den wachtmeester der rijksveldwacht en den opziener der vissCherijen duizenden ponden ondermaatsche paling in vrijheid gesteld. Het was de politie n.l. ter oore gekomen, dat de visschers de ondermaatsche paling in z.g. klaar- zakken, voorzien van een kurk, op de reede in zee gooiden. Later kwamen de opkoopers deze visch dan ophalen. In dit geval echter was het de politie Ruim twintig van dei-gelijke zakken werden boven dien in beslag genomen. AARDAPPELEN. BON 03. T.m. 4 Juni 1.1/2 Kg BON 04. T.m. 8 Juni: iy2 Kg. BOTER- OF VETKAART. BON 17. T.m. 14 Juni" 250 gr. boter of 200 gr. sla- of raapolie. BON 18. T.m. 14 Juni: 250 gr. boter Vetkaart reductie BROOD, GEBAK. BON 21. T.m. 11 Juni 200 gr brood of 2 rantsoe nen gebak. BON 24. T.m. 22 Juni 100 gr. brood of 1 rantsoen gebak. BON 8 (Bloemkaart) t.m 15 Juni 50 gr. brood of */2 rantsoen gebak. EIEREN (Bonkaart Alg.) BON 87. T.m. 4 Juni: 1 ei. BON 41. Tm. 4 Juni: 1 ei BON 97. T.m 8 Juni 1 ei BON 51. T.m. 8 Juni 1 ei. MEEL EN GRUTTERS WAREN. (Bonkaart Alg.). BON 32. T.m 15 Juni: 250 gr. rijst, rijstemeel, rijstebloem of grutte- meel BON 24. T.m. 15 Juni: 250 gr havermout, ha vervlokken. haverbloem. aardappelmeel vlokken, gort, gortmeel of grutten BON 25. T.m. 15 Juni: 250 gr gort. gortmout of grutten. BON 26. T.m. 15 Juni: 100 gr. macaroni, vermi celli of spaghetti. BON 27. T.m. 15 Juni: 100 gr maizena, gries- meel, sago, aardappel meel of puddingsaus- poeder. BON 8 (Bloemkaart). T.m 15 Juni: 35 gr meel of bloem. MELK. BON 18. T.m. 4 Juni: 1 Yi L. melk. Bon 19. T.m. 8 Juni: 1^4 L. melk. KAAS. (Bonkaart Algem.) BON 66 en 76. T m 15 Juni 100 gr BON 67 en 77. T.m. 29 Juni" 100 gr SUIKER. (Bonkaart Alg.) BON 31. T m 8 Juni 1 kg VLEESCH EN VLEESCH- WARLN. BON 16 ..vleesch" T m 4 Juni 50 gr vleesch of ongesmol.ten vet of Vz rants vleeschwaren BON 16 „vleeschwaren" T.m 4 Juni V2 rantsoen BON 17 „vleesch" Tm 7 Juni 50 gr vleesch BON 17 „vleeschwaren" T.m 7 Juni '/2 rantsoen. PEULVRUCHTEN. (Bon- kaart Algemeen). BON 33 T.m 4 Juni 500 gr BON 52. T.m 22 Juni 500 gr. KOFFÏESURROGAAT EN THEE (Bonkaart Algem BON 34. T.m 22 Juni 250 gr koffiesurrogaat of 40 gr. thee. ZEEP. (Bonkaart Algem BON 35. T.m. 29 Juni 1» gr toiletzeep, 120 huishoudzeep, 200 gr zeep, (oude samenstel ling) 150 gr. z. zeep 300 gr z. zeeppasta, i gr. zeeppoeder, 125 zeepvlokken, 250 zelfwerkende waschroï delen. 200 gr. vloeibai zeep of 600 gr. wasc! poeder. SCHEERZEEP ENZ. BON K (Textielkaar T.m 31 Aug.: 50 gr. PETROLEUM. Periode 10. T.m. 15 Juc 2 L. HONDENBROOD. BON 14. T.m. 30 Juii Groep 1 gn 2: 10 Kg; G 3: 8 Kg, Gr. 4: 5 Kg; G 5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg. KATTENBROOD. BON 14. T.m. 30 Jut l'/2 Kg. BEGRAFENIS JOHANNA NABER. DEN HAAG, 3 Juni. Het A.N.P. meldt, dat Dinsdagmiddag op Oud Eik en Duinen te 's-Gra- venhage het stoffelijk overschot van mej. Johanna Naber ter aarde is besteld. Op de begraafplaats bevonden zich vele vooraan staande figuren uit de vrouwenbeweging. In de aula is hel woord gevoerd door Freule C. M. van Asch van Wijck, voorzitster van den Nationalen Vrouwenraad en mevr. F. J. van Gelder-Droste, presidente van de Vereeniging voor Vrouwenbe- langen. Mej. M. Heinen, directrice van het Nationale Bureau voor Vrouwenarbeid ging in het kort de vele litteraire werken van mej. Naber na, waarna mej. B. Perné als voorzitster van den Bond van Onderwijzeressen voor Voorbereidend Onderwijs en Majoor P. J. Pieters nog spraken. De organist speelde een koraal van Bach en de Psalmen 17 en 27. Aan het graf leidde Ds. Michelin Moreau van de Waalsche Kerk een rouwdienst. UIT DE STAATSCOURANT. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van Binnenlandsche Zaken is J. B. V. M. J. van de Mortel, met ingang van 18 Juli 1941, opnieuw tot burgemeester van de gemeente Noordwijk benoemd. H. J. NOORDEWIER OVERLEDEN. ROTTERDAM, 3 Juni. Gisteren is te Berlijn overleden de heer H. J. Noordewier, correspondent van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant". De heer Noordewier was sinds 1912 aan de N. R. C. verbonden en vertoefde van 1920 af voor zijn blad in Berlijn. PRIJS VAN UITNEMENDHEID AAN IIET AMSTERDAMSCHE CONSERVATORIUM. Op Zaterdag 7 Juni a.s. zal de heer J. A. dc Klerk het examen voor den prijs van uitnemend heid in het openbaar afleggen. Dit examen zal worden gehouden in de Bachzaal en begint des avonds om 7.15 uur. De heer J. A. de Klerk is leerling voor orgel en heeft gestudeerd bij den hoofdleeraar Anth. van der Horst. De commissie van beoordeeling bestaat uit de heeren prof. F. Heitmann (Berlijn), F. Peeters (Meehelen) en den directeur van hel conservatorium den heer Willem Andriessen. Voor de Kinderen (Teekenlngen H. Kannegieter). HOND VERMIST! Binnen klinken zachte schreden en dan opent zich de deur. En dangolft er plots naar buiten een verrukkelijke geur Tjoep, daar galoppeert het vijftalroetsj, de deur door, in de gang. Kees wordt mee gesleurd naar binnen. Ka, de meid, komt in 't gedrang. Zij grijpt Kees fluks bij zijn haren en zij dwingt hem op den grond, waar ook 't meegebrachte vijftal „mooi" gaat zitten, hond voor hond. Want zij denken worst te krijgen, die daar warm en dampend Staat. Maardoor 't raam springt Teddy bin nen, die..., niets voor hen overlaat. Verduistering is onze plicht, Weer daarom uitstraling van 't licht. VAN 4 OP 5 JUNI 1941 van 21,54 tot 5.21 Maan op 5 Juni onder 5.14 Maan op 5 Juni op 16.55 C'OR VAN DEIl LUGT MELSERT WEER VASTI BESPELER VAN DEN AMSTERDAMSCHE! STADSSCHOUWBURG. De regeeringscommissaris voor Amsterdi heeft aangewezen als vasten bespeler van den A sterdamschen Stadsschouwburg voor het 1941-1942 den heer Cor van der Lugt Melsert, din teur der N.V. het Nederlandsch tooneel. FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Gr en Co. N.V., Amsterdam. UITGESPROKEN: 29 Mei: P. G. de R.uyter en G. H. van der Klis, ragehouders (Mobil Garage), wonende te Amsterdi resp. Amsteldijk 7272a en Dan. Willinkplein 8- R.C. Mr. A. C. N. P. Ruys, Cur. Mr. F. W. van Heerengr. 314 te Amsterdam. 29 Mei: Nicolaas VonckenKoonen, bakker, woni de aan de Ganzeweide 84 te Heerlerheide-Heerl R.C. Mr. Th. van Boorninck, Cur. Mr. J. Camps Heerlen 29 Mei: Th. Hellinga, schilder en behanger, 't M bij Heerenveen. R.C. Mr. Baron van Harinxma Slooten, Cur. Mr. W. T. van der Ley te Heerenve 29 Mei: K. de Jong, expediteur te Irnsum. R.C. voren, Cur. Mr. B. D. van Raay te Leeuwarden. 29 Mei: Jitze L. van der Zwaag, koopman, te Wa: werd. R.C. alsvoren, Cur. deurwaarder J. van Woude te Dokkum. 29 Mei: G. van Mil, bakker, te Niftrik gem. Wijch R.C. Mr. F. M. Pleyte, Cur. Mr. G. W. C. Bijvoet Nijmegen, Lange Burchtstraat 39. 29 Mei: Cornelis Willems te Ewijk, aan het Ro R.C. alsvoren, Cur. Mr. P. H. K. Hobo te Nijmeg van Broeckhuysenstr. 42. 29 Mei: H. de Koning te Ursem, ten huize van Broertjes. R.C. Mr. H. Th. A. van der Loos, Cur. F. Zeiler te Alkmaar. OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF J. L. de Lange te Amsterdam, '28 Mei: M. Rodrigues Nunes te Amsterdam. GEDEPONEERDE UITDEELINGLIJSTEN: 29 Apr.: de Inkoop-Vereen. „Mercurius" te Amsti dam. Geëindigd door het verbindend worden der uitd. lijst. Uitk. 7.7084"/». 10 Mei: A. Zwaan te Bussum. Geëindigd door verbindend worden der uitd. lijst. Uitk. 26.011°/». 2 Mei: Ber'ta Ebinger, sporthandel „Olympia" te A sterdam. Geëindigd door het verbindend worden eenige uitd lijst. Uitk. nihil, (3 pref. f 236.69). 3 Mei: C. V. Néidecker en Co., hand. o. d. na Travelers Bank1 te Parijs. Idem. Uitk. nihil, pi 100°/». 4 Mei: J. Vos Hzn. te Blaricum. Idem. Uitk 13'/». 11 Mei: H. Sibbel te Amsterdam. Idem. Uitk. nil (2 pref. 63.706%). 16 Mei: P. J. Dirrigl te Amsterdam. Idem. Uit 5.1%, 17 Mei: K. Groot v.h. te Purmer, thans te Hooi Idem. Uitk 49.638%. 18 Mei: Tj. de Boer te Amsterdam. Idem. Uitk. ±1 18 Mei: Venn. Fa. Bresser en ten Bosch te Amste dam Idem. Uitk. nihil. 18 Mei: A. L. M. ten Bosch te Amsterdam. Ida Uitk. nihil. i Mei: Venn. o. fa. J. F. Kroner en Trapman te A sterdam. Idem. Uitk. nihil (2 pref. f 79.13). 20 Mei: J. F. Kroner te Amsterdam. Idem. Uitk, nih nihil. 20 Mei: C. P. Trapman te Amsterdam. Idem. Uit nihil. 26 Mei: P. W. G. Rijnja te Bussum. Idem. Uitk. 1' 28 Mei: N.V. Zuid Nederlandsche Stoombootdien te Amsterdam. Idem. Uitk. 1.09% 28 Mei: P. Gottschalk te Amsterdam. Idem. nihil. MARINUS BERTRAM. (Nadruk verboden). 17) Och, zooals je wilt. Ik ben hier gekomen om je te waarschuwen, dat het hier gevaarlijk begint te worden en dat het tijd is, dat in ieder geval je vrouw hier vandaan gaat. Bij Emvati maken ze een ver sterkt kamp. Waarom ga je daar niet naar toe? Wij hebben bevel gekregen ons gereed te houden om ons bij de troepen in Zoeloeland te voegen. Zoo, we zullen tien man politietroepen heusch niet missen, merkte van Oordt hatelijk op. Vroeger hebben we het ook zonder ze klaargespeeld. Misschien kom jij een dezer dagen wel zoo ver dat je inziet, dat tien man politietroepen toch hun nut hebben. Ik heb je gewaarschuwd en we moeten verder. Dag mevrouw. Ik wou wel, dat'ik u had kunnen overtuigen. Ze praatten nog een poosje na over het bezoek en Albert kwam tot de conclusie, dat zijn belangstelling in deze twee menschen, die een vervallen hotelletje in de wildernis dreven, voortdurend toenam. Hij zou voorloopig nog geen haast maken met zijn vertrek. Hij zou zijn paard de gelegenheid geven om weer heelemaal op krachten te komen. Het was de groot ste fout ter wereld om een kreupel paard te vroeg weer te berijden! Maar tegen den avond kwam de waarschuwing van sergeant Woudstra weer in zijn herinnering en hij sprak er tegen van Oordt over, die de schouders op haalde. Zij weten ook niet alles, zei hij. Ik wil je wel vertellen, dat we niet lastig gevallen worden voor., maar dat doet er ook al weer niet toe' Ik weet pre cies wanneer, en dat weet Woudstra niet. Als het een maal zoover is gaan we weg. HOOFDSTUK XVII. De dagen reiden zich aaneen en Albert was nu al drie weken in het „Berg-hotel". Het beviel hem daar; de atmosfeer van Zuid-Afrika drong langzamerhand door in zijn gemoed. Albert had een romantische aard; hij was niet alleen toegankelijk voor de natuur, maar ook voor de his torie van dat door de zon verbrande land, waar vele jaren geleden de Boeren waren binnengetrokken, om ringd door allerlei gevaren en tot een bloedigen strijd gedwongen door de woeste inboorlingen. Hoeveel plekken van dezen grond waren gedrenkt met het bloed van blanken en zwarten! Dit land was eens 't domein geweest der groote Zoeloe- en Basoetoe- koningén; Moselikatse en Dingaan hadden er ge- heerscht, en de blanken met doodelijken haat bestre den. Albert vond in het Berg-hotel een boek waarin hij zich verdiepte. Het was een boek dat berustte op de levensbeschrijving van een zeer oud geworden Boe renvrouw; een van de vrouwen die behoord hadden tot de allereerste trekkers uit de Kaap-kolonie naar het Noorden, naar den lateren Oranje-Vrijstaat en Transvaal, Dit boek was buitengewoon boeiend en zette Albert's verbeelding in vuur en vlam. Al die oude figuren begonnen te leven voor zijn geestesoog. Er was in dit boek een prachtige beschrijving van het gevecht bij Vechtkop, waar een handjevol Boeren, verschanst in hun wagenburcht, den aanval van dui zenden kaffers afsloegen. Albert la4s het verhaal met stijgende spanning, zooals de oude Boerenvrouw het had verteld aan haar kleinkinderen Het luidde aldus: „Het zou weinig nut hebben, hier uitvoerig de ge schiedenis van dien Grooten Trek te gaan verhalen; er zou geen einde komen aan mijn verhaal. Het zij voldoende, te zeggen, dat wij met een aantal andere emigranten de Oranje-rivier overtrokken, reizende in de richting van Thaba Nchu. dat de hoofdplaats van Marokko was geweest, voordat Moselikatse hem uit zijn land verdreef. Hier zouden verscheidene groepen van trekkers samenkomen en hier kwamen zij inder daad ook samen, doch niet voordat meer dan een jaar was voorbijgegaan, sinds wij de oude kolonie verlieten en het verre, wilde veld introkken. „Ja, mijn kind, het veld was in die dagen anders dan nu. Het land is hetzelfde gebleven, behalve dat blanke mannen hier en daar steden hebben gebouwd, maar voor het overige is alles geheel veranderd. In die dagen zag het veld in lente en zomer zwart van de ontelbare kudden wild; ja, ik heb het dikwijls zóó dicht met wild bedekt gezien, dat het groene gras nauwelijks in het oog viel. Alle soorten van wild waren daar vertegenwoordigd; tienduizenden spring- bokken, duizenden blesbokken en wilde beesten en quagga's, reusachtige kudden van sabel-antilopen en hartebeesten, heele troepen elanden, giraffen en an dere dieren, terwijl de wouden dicht bevolkt waren door kudden olifanten en stroomen én rivieren we melden van zeekoeien. Nu zijn ze alle verdreven, al die mooie en trotsche dieren der wildernis; de gewe ren der blanke mannen hebben ze gedood of verjaagd naar eenzamer streken en het is misschien goed dat ze er niet meer zijn, want waar het wild zoo overvloe dig is, daar wordt de arbeid door de mannen ver waarloosd en alleen de jacht beoefend. Niettemin moet ik erkennen, dat ik voor mij het betreur, al die mooie dieren nooit meer te zien en in alle geval heb ben wij Boeren, het aan die kudden te danken, dat wij den Grooten Trek volhielden en niet van honger en ontbering onderweg bezweken want weken en weken lang hadden wij niets anders te eten dan het vleesch der wilde dieren. „Wel, wij kwamen te Nhaba Nchu en sloegen daar ons kamp op, wachtende op de andere groepen trek kers. Doch het duurde vier of vijf maanden en nog steeds wachtten wij vergeefs en toen werd een aantal onzer ongeduldig en trok zelfstandig verder, zonder met ons nog voeling te houden. Onder hen waren ook de groepen van de heeren Triegaart en Rensenburg, de laatste trachtte ons over te halen, hem te verge zellen, maar Jan wilde dat niet, ik weet niet waarom. Het bleek later zeer gelukkig, dat Jan zich niet had laten overhalen, want kaffers overvielen hem en vermoordden hem met al zijn volgelingen. Triegaart, die zich van te voren van hem had afgescheiden, trok naar de Delagoa Baai, waar hij weliswaar veilig aan kwam. doch waar haast al de zijnen aan koorts stierven. „Daarna trokken wij, de anderen, verder Noord waarts, in afdeelingen en niet in één grooten troep zooals wij hadden moeten doen, want nu werden eenige van die afdeelingen door krijgslieden van Moselikatse overvallen en vermoord. Onze marschlinie lag tusschen de plekken, waar thans de steden Bloem fontein en Winburg staan, in den Oranje Vrijstaat, en het was ten Zuiden van de Vaal, niet ver van de Rhenoster rivier, dat Moselikatse ons aanviel. „Ik kan niet den heelen oorlog verhalen, ik kan alleen spreken over datgene, wat ik zelf heb gezien en meegemaakt. Wij maakten deel uit van de groep die onder leiding stond van Karei Celliers, den late ren ouderling van de kerk te Kroonstadt. Celliers was naar Zoutpansberg gegaan, om het land daar in de buurt op te nemen; gedurende de afwezigheid slaagde Moselikatse er in een groot aantal Boeren gezinnen te overvallen, waarvan zich het overschot met de vrouwen en kinderen die het leven hadden be houden, op een kamp terugtrok. Toen kwam Celliers van Zoutpansberg terug en wij trokken terug naar een plaats, Vechtkop genaamd, nabij de Rhenoster rivier; wij waren in het geheel niet meer dan vijftig of zestig personen sterk, vrouwen en kinderen inbegrepen. „Daar vernamen wij, dat Moselikatse op ons aan rukte, om ons te vernietigen en dus bevestigden wij ons kamp zoo sterk mogelijk. Dit geschiedde door de ossenwagens in een kring aan elkaar te plaatsen; de disselboom van den eenen wagen werd vastgesnoerd onder den wagen, welke daar vóór stond en al de ruimte daartusschen werd gevuld met scherpdoornige mimosaboomen, welke zoo stevig mo gelijk vastgehecht werden aan de trektouwén en de kettingen, zoodat het niet mogelijk was die boomen weg te rukken. Het was vrijwel uitgesloten, dat iemand onder de wagens door kon binnenkruipen. Bovendien maakten wij in het midden van dien kring van wagens nog een tweede versterking van zeven ossenwagens, waar vrouwen en kinderen hun toevlucht vonden, terwijl daar ook voedsel en kruit werden geborgen; het vee echter moesten wij buiten laten. Vroeg in den morgen, toen wij alles klaar had den hoorden wij, dat de impi van Moselikatse vlak bij ons was en de mannen onder ons, een dertigtal, reden uit om den vijand te verkennen. „Op omstreeks een uur rijden troffen zij de kaffers, duizenden en duizenden, en een Hottentot, die hi taal kende, kreeg opdracht, hen aan te roepen en hi te vragen, waarom zij ons aanvielen. Als antwooi gilden zij den naam van hun opperhoofd en bego: nen dadelijk den aanval, waarop onze manen vu: op hen openden zich aldoor geleidelijk op Tiet kan terugtrekkend. Daardoor hadden de kaffers reeds groot verlies gan dooden toen zij het kamp waren g naderd, want gelukkig hadden de zwarten nog gei vuurwapenen. „Ik herinner mij, dat wij, vrouwen, bezig waren m kogels gieten, toen de mannen terug kwamen en waren van harte blij te zien, dat geen hunner on brak. Terwijl zij alen, legden wij achter de plekke waar de mannen gedurende den strijd moesten staa om den vijand met. hun geweren te bestoken, vooi raden van kogels en kruit neer, opdat de strijde hun ammunitie vlak bij de hand zouden hebben. B( vendien versterkten wij den wagenburcht, door no meer doornstruiken onder de wagens te duwen door ossenhuiden te binden onder de wielen der wi gens. „Toen, terwijl de vijand zich op zijn grooten aanv voorbereidde, riep baas Celliers ons allen tezami en, midden in het versterkte kamp staande, met onbi dekten hoofde, terwijl al de anderen, mannen en men en kinderen, om hem heen knielden, sprak l een plechtig gebed, den Heer vragend, dat Hij ons onze misslagen zou vergeven, op ons zou neerzien den hceten strijd, die aanstaande was en ons in leve en in dood zou geleiden. „Het was een vreemd schouwspel Daar lagen w allen op onze knieën, in den kalmen warmen zonne schijn, terwijl hij met diepe en ernstige stem bad, wij volgden zijn woorden met al de vurigheid va ons hart, terwijl onze handen geweren en bijlen kneld hielden, En nóóit hebben menschen een gebl zoo noodig gehad, want door de reten van de waget konden wij de Zoeloe's van Moselikatse zien nadt ren, zes of zeven duizend man sterk verdeeld in dri afdeelingen, die van drie verschillende zijden op zouden aanstormen, om ons onder hun rijen te pletteren en dat was geen opwekkend gezicht voo dertig mannen en wat meer vrouwen en kinderen (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6