Vliegvelden op Malta
gebombardeerd.
Britsch-Amerikaansche
bedoelingen
JCunst en £ettecenj
Nederlandsch-Duitsche
Kuituurgemeenschap
MAANDAG 9 JUNI 1941
HAARLE M'S DAGBLAD
e bt
Noot
rvaa
iandl
Duitsch weermachtsbericht
van Zaterdag
Hardnekkige gevechten in
het gebied van Galla en
Sidamo (Oost-Afrika.)
BERLIJN. 7 Juni (D.N.B.) Het opperbevel van
de weermacht maakt 'bekend:
„In den strijd tegen de Britsche koopvaardij was
het luchtwapen ook gisteren bijzonder succesvol. Een
gevechtsvliegtuig heeft 400 K.M. ten Westen van de
Afrikaansche kust een vrachtschip van 3000 b.r.t. dat
deel uitmaakte van een krachtig beschermd convooi
tot zinken gebracht Aan de Westkust van Schot
land hebben gevechtsvliegtuigen twee groote koop
vaardijschepen met tezamen 27.500 b.r.t. vernietigd.
Twee, andere groote schepen werden aan de monding
van de Theems aangevallen en zwaar beschadigd. Een
batterij verdragend geschut van de marine heeft
vijandelijke schepen voor Folkestone beschoten.
In Noord-Afrika geringe wcderzijdsche activiteit
van artillerie en patrouilles. De vijand vloog noch
overdag noch des nachts naar het gebied van het
Duitsche rijk.
Bij de gevechten om Kreta hebben zich bij de
stoutmoedige uitvoering van bijzondere opdracht
door bijzondere dapperheid onderscheiden: de eerste
luitenant-ter-zee Oesteriin., de eerste stuurman Krei-
bohm, de eerste machinist-onderofficier Schnell en de
matroos Strecker. Bij de gevechten op Kreta hebben
zich voorts luitenant Swart en tirailleur Brosig van
een bataljon luchtafweer van het leger bijzonder on
derscheiden door het feit dat zij in dappere aanval
len een Britsche gepantserde gevechtswagen van
middelbare grootte die gereed stond om weg te rijden
en te schieten, hebben buitgemaakt."
DE ENGELSCHE SCHEEPS VERLIEZEN.
Ter aanvulling op het weermachtbericht van Za
terdag vyordt, naar het D.N.B. meldt, nader medege
deeld:
De eerste week van Juni was vol van talrijke doel
treffende ondernemingen van het Duitsche lucht
wapen tegen scheepsdoelen in het zeegebied om En
geland en op den Atlantischen Oceaan, vooral op 6
Juni en in den nacht op 7 Juni vielen aan de Duitsche
bommenwerpers verscheidene bijzonder waardevolle
groote eenheden van de Britsche koopvaardijvloot ten
offer. In totaal, bedroegen de verliezen gisteren en
in den nacht op 7 Juni 30.500 b.r.t. aan tot zinken
gebracht scheepsruimte en 15.000 b.r.t. aan bescha
digde tonnage. De succesvolle aanval op een Britsch
he vol convooi in het midden van den Atlantischen Oceaan
zij c 400 K.M. ten Westen van de Afrikaansche kust
igevol in den loop waarvan 13.000 b.r.t. groote vrachtsche
pen door voltreffers van bommen tot zinken werd ge
bracht, maakt voor de Britsche scheepvaart opnieuw
duidelijk dat in deze vetre, 2000 K.M..van de En-
gelsche kusten gelegen zeegebieden niet slechts
Duitsche duikbooten, maar ook Duitsche lange af-
stands vliegtuigen de naar Engeland varende con-
vooien bedreigen. Opmerkelijk is het tot zinken
brengen van een 15.000 b.r.t. metend Britsch stoom
schip in de smalle zeebocht van het Loch Ewen. Het
verblijf van dit schip in een der vele schuilhoeken
van de Schotsche Westkust, duidt er op dat de En-
gelschen bijzonder waardevolle schepen den tijdroo-
venden, maar meer, veiligheid gevenden omweg la
ten maken van lossen der lading door lichters in af
gelegen zeebochten. Bij de beide in de monding van
de Theems aangevallen schepen betreft het eveneens
twee groote, geheel geladen Oceaanstoomers, waar
van de ecne, een 8000 b.r.t. metend schip een vol
treffer kreeg op het achterschip, waarna een hooge
steekvlam uit het inwendige van het schip sloeg en
langdurige brandverschijnselen waren te zien. Het
tweede schip, groot 7000 b.r.t. kreeg verscheidene vol
treffers die zware vernielingen aanrichtten op het
dek en aan den scheepswand.
De trefkracht waarmede het Duitsche luchtwapen
In de eerste week van deze maand de Britsche koop-
rdij heeft getroffen, komt tot uitdrukking in de
zware verliezen van het Britsche aanvoerwezen. In
totaal werden van 1 tot 6 Juni alleen door strijd
krachten van het Duitsche luchtwapen 85.400 b.r.t.
scheepsruimte der vijandelijke koopvaardij tot zinken
gebracht en 15 schepen met minstens 75000 b.r.t.
door brisant- en brandeffect zwaar beschadigd.
Japi
egeet
pan
lOg
irhani
f niet
dat
buiti
verzö
schou
ie he
m Ne
hiert
e daj
d.d
3tavie
inbev
lelegi
3 ond
Mes
zijn
eiten
besp
n, alt
gatie.
ipanst
gede
zawa
he de
?eblev
rijd z
geven
aar
ans n
rden
zal ra
ot sta
een
er ge
Japat
rdt vt
trekkl
iten
kunn
rties
en vt
ertegt
van
hiero
;en ai
icht k
nen h
zetti
iSELS
GD.
mumt
tot
n Ooi
;t slet
ngewo
lappel
:on zi
tsachti
soort
crot
lichte
bij zi
aanzie
niet
was
lit h
uitent
iog ju
a liggi
Iscli k
zoorst
inon
den
viel
m, ma
gevoi
En
ging
rhillen
d, ma
len
beslop
[de „b
eid vi
j bij
En zt
gezel
/olgdji
Italiaansch weermachtsbericht
van Zaterdag
Duitsche vliegtuigen brengen
drie Engelsche koopvaardij
schepen tot zinken.
Verdragend geschut beschiet
schepen voor Folkestone.
ROME, 7 Juni. (Stefani) In zijn weermachts
bericht no. 367 maakt het Italiaansche opperbevel
het volgende bekend:
„Vannacht hebben onze vliegtuigen vliegvelden
op Malta gebombardeerd. In de eerste uren van den
ochtend ondernamen onze jachtvliegtuigen een aan
val op het vliegveld van Halfar. Op den beganen
grond staande vijandelijke machines werden in
brand geschoten.
Aan het front, van Tobroek in Noord-Afrika werd
een vijandelijke aanvalspoging verijdeld. Luchtfor-
maties bleven de verdedigingswerken der vesting
bestoken, waarbij branden ontstonden, voltreffers
kwamen neer op de barakken in de zóne van Sidi
el Barrani.
In Oost-Afrika zijn hardnekkige gevechten
gaande in het gebied van Galla en Sidamo langs
de rivier Omo-Bottega. In de streek van Gondar
werd een poging van Soedaneesche afdeelingen om
een van onze garnizoens te omsingelen, verijdeld".
Italiaansch weermachtsbericht
Van Zondag
Nieuwe luchtaanvallen
op Tobroek
Slag in het gebied van Galla
en Sidamo duurt voort
ROME, 8 Juni (Stefani) Het 368e Italiaansche
Weermachtsbericht luidt als volgt:
„In den afgcloopcn nacht hebben onze vlieg
tuigen luchtbases op Malta gebombardeerd.
In Noord-Afrika valt te land niets te melden.
De luchtmacht heeft herhaalde malen in den
nacht van Vrijdag op Zaterdag en gisteren de bat
terijen en militaire installaties van de versterking
Tobroek getroffen waardoor brand en vernieling
werd veroorzaakt. In de omgeving van Siwa wer
den gemotoriseerde Britsche strijdmiddelen ge
bombardeerd. Vijandelijke vliegtuigen deden aan
vallen op Benghasi en Derna.
In Oost-Afrika wordt de slag in het gebied
van Galla en Sidamo voortgezet. In het gebied van
Gondar wees het garnizoen van Wolsjefit opnieuw
een tutncodiging om zich over te geven van de
hand en bracht den vijand na stoutmoedige uit
vallen gevoelige verliezen toe".
De Duitsche oorlogsmarine en het luchtwapen brengen Engeland ontzaglijke
verliezen toe. Met een schip van 5000 tbn, zooals hierboven afgebeeld, gaan wel
600 wagonladingen verloren. Hoeveel levensmiddelen en oorlogsmateriaal voor
Engeland zouden nu reeds op den bodem van de zee liggen?
(Foto ContinentalStapf)
Churchill en Roosevelt zoeken
nieuwe oorlogstooneelen,
constateert de
..Völkischer Beobachter"
Onder het opschrift „Hun volgende doel" be
spreekt de diplomatieke medewerker van den
„Völkischen Beobachter" Theodor Seibert, de
recente uitdrukkingsvormen der provocaticpolitiek
van Churchill en Roosevelt. Seibert schrijft:
„Het verlies van den slag om Kreta beteekent
voor Engeland en voor het Amerika van Roosevelt
meer dan een verloren veldslag.
Achter het opgewonden rumoer, dat thans
woedt bij de Britsch-Amerikaansche openbare
meening rondom het thema Kreta, staat onuitge
sproken, maar duidelijk de vraag: Hoe moet deze
oorlog nu verder gevoerd worden, waar zijn de
beginpunten voor eenigerlei nieuwe actie tegen de
Europeesche vesting? In feite gaan de gedachten
van Honden en Washington ook in een nieuwe
richting.
Seibert maakt vervolgens melding van de wilde
persopruiïng tegen het Fransche koloniale rijk en
zegt verder: Wie den dieperen zin van deze provo-
catiepolitiék wil begrijpen, moet voor oogen
houden dat reeds in de herfstdagen van 1939 in
Londen het parool werd uitgegeven dat deze oor
log vele jaren zou duren, daarachter zit de vol
gende berekening:
Wanneer het Engeland zou gelukken het oor
logsvuur lang genoeg brandend te houden, moest
ten eers.te de blokkade van Duitschland tenslotte
toch nog effectief worden en ten tweede zou
Roosevelt den noodigen tijd krijgen om zijn volk
voor den oorlog rijp te, maken. Het doel nieuwe
bondgenooten te winnen en nieuwe oorlogs
tooneelen te openen met de poeing de stootkracht
van het Duitsche rijk te versplinteren, werd ach
tereenvolgens gediend door de Britsche aanslagen
op Scandinavië, Nederland, België en op den Bal
kan.
Deze overwegingen van Churchill en Roosevelt
waren van zuiver politiek standpunt gezien wel
licht slim. Militair gezien echter waren zij waar
lijk stumperachtig, want ,.uit elk van deze af
leidingsmanoeuvres ontstonden voor de spilmo-
gendheden geweldige strategische voordeden".
De schrijver gaat dan in op de voortdurende
pogingen van Engeland om het onbezette Frankrijk
en de Fransche koloniën opnieuw „voor den plu-
tocratischen oorlogswagen" te spannen. Daarbij
noemt hij de overvallen op Oran, Dakar, de hon-
gerblokkade en de diplomatieke overredingspogin
gen van admiraal Leahy. Hij schrijft dat thans
tegen de regeering van Vichy een wilde veld
tocht van haat wordt gevoerd onder het waarlijk
groteske voorwendsel dat Pétain en Darlan de
voorwaarden van den Duitsch-Franschen wapen
stilstand hebben verbroken. Seibert noemt een
reeks Britsche berichten over beweerde infiltratie
van Duitsche troepen in Fransch gebied en schrijft
woordelijk: „Men weet in Londen en Washington
natuurlijk zeer nauwkeurig dat bij al_ deze ge
ruchten geen woord waarheid is. De Britsche pers
echter bezweert op grond van deze bakersprook
jes de regeeringen in Londen en Washington de
beweerde bedreiging vóór te zijn en de Fransche
koloniale gebieden te bezetten.
Het doel der oefening is duidelijk: Churchill
en Roosevelt trachten deze Fransche gebieden tot
nieuwe oorlogstooneelen te maken, Duitschland
daarmede te dwingen tot ingrijpen en den oorlog
wederom te verlengen. Sedert 4V2 jaar, sedert de
beruchte quarantainerede van Chicago, heeft
Roosevelt onophoudelijk getracht het Amerikaan-
sche volk te wennen aan een oorlog tegen de
totalitaire mogendheden. Hij is slechts stap voor
stap gevorderd, veel langzamer dan hij ooit had
verwacht. Thans echter ligt gevaar in uitstel
het gevaar, dat Engeland niet meer zoo lang kan
volhouden tot het Amerikaansche volk eindelijk
bereid is tot den sprong in het diepe water. Daarom
heeft Roosevelt hoogst dringend „het eerste Duit
sdie schot" noodig. Dat is, behalve schending van
Frankrijk, zijn en Churchill's eerstvolgende doel".
(D.N.B.)
Amerikaansche patrouilledienst hij
Martinique en Guadeloupe?
Mededeelingen van Cordell Huil.
Uit Washington meldt het D.N B De Ameri
kaansche staatssecretaris Cordell Huil heeft be
treffende de Amerikaansche houding ten aanzien
van de eilanden Martinique en Guadeloupe in
West-Indië een verklaring afgelegd. Hij opende
het perspectief dat oorlogsschepen en vliegtuigen
der Vereenigde Staten dagelijks bij deze eilanden
zouden patrouilleeren. De Fransche officicele in
stanties zouden zich verplicht hebben geen goud
van daar te verzenden zonder de Ver. Staten er van
in kennis te stellen. Deze maatregelen zijn opge
nomen in een overeenkomst tusschen de Vereen.
Staten en admiraal Roberts, den Franschen Hoogen
Commissaris voor de Fransche bezittingen op het
Westelijk Halfrond. Admiraal Roberts staat er
borg voor dat de Fransche bezittingen op 't Weste
lijk Halfrond zich zullen onthouden van iedere
activiteit, die de Amerikaansche belangen zou
kynnen benadeelen. De Ver. Staten zijn bereid den
Franschen eilanden verlof te geven levensmidde
len en belangrijke ravitailleeringsmaterialen in
Amerika te koopen op voorwaarde dat zij niet naar
Frankrijk of Fransch Noord-Afrika worden door
gezonden. Een bepaald bedrag van de thans be
vroren Fransche fondsen zal worden vrijgelaten
voor den aankoop van levensmiddelen voor de
eilanden.
Nieuw bombardement op
Alexandrië.
Het D.N.B. meldt: Het Britsche vloot-
steunpunt Alexandrië, waarop in den nacht
van 4 op 5 Juni een felle luchtaanval is ge
daan, heeft Zaterdagavond zijn tweeden
zwaren bomaanval beleefd. Reeds de eerste
gegevens doen blijken dat omvangrijke ver
nielingen zijn aangericht in de oorlogshaven
en aan de militair-economische belangrijke
installaties in de omgeving van de haven.
Het zwaartepunt van den aanval werd gevormd
door het arsenaal en de ravitailleeringsbedrijven
van de Britsche oorlogshaven. Hier werd groote
sohnde aangericht. Zwaar getroffen werden de
installaties van de Westelijke haven, waar ver
scheidene der zwaarste en effectiefste bommen
in de bedrijfsgebouwen groote verwoestingen
aanrichtten en een grooten brand deden ontstaan.
Ook m het arsenaal vond een zeer zware bom
een loonend doel «en richtte in een complex hangars
groote vernielingen aan. De Duitsche vliegtuigen
zijn alle op hun steunpunten teruggekeerd.
Reuter meldt o.a hei volgende
De Duitschers hebben Alexandrië opnieuw aan
een kwaadaardig bombardement blootgesteld (Jat
den geheelen nacht duuurde. De Duitsche eskaders
daalden daarbij tot „bijna een voor hen zelf
moorddadige hoogte" en lieten een regen van
brisant- en brandbommen vallen, welke in ver
schillende deelen van de stad dood en verwoes
ting aanrichtten. Men vreest dat honderden men-
schen gedood en gewond zijn. De voornaamste
aanval was gericht" op het havengebied.
Besluiten van den Italiaanschen
ministerraad.
Het DNB meldt uit Rome 7 Juni:
De ministerraad heeft in een zitting van twee uur
onder voorzitterschap van Mussolini behalve een
aantal zuiver bestuurstechnische maatregelen op
voorstel van den Duce de volgende wetsontwerpen
en maatregelen goedgekeurd:
Opvoeding en vakopleiding van oorlogsweezen
worden overgenomen door de jeugdorganisatie van
den Lictorenbundel, het kapitaal van het credietin-
stituut voor openbare werken wordt verhoogd van
120 tot 510 millioen lire, de taak van den chef
van den generalen staf der weermacht bij de
voorbereiding van den oorlog en de verdediging
der natie wordt vastgesteld overeenkomstig de
huidige behoeften. Onder den chef van den gene-
alen staf der weermacht worden geplaatst de chefs
van de generale staven der drie weermachtsdeelen.
De functie van plaatsvervangenden chef van den
generalen staf der weermacht wordt opgeheven.
De partijsecretaris zal in de toekomst in z0n kwa
liteit van minister van staat betrokken worden bij
de i/itwerking van alle wetgevende maatregelen
van politieke beteekenis. Goedkeuring van een
crcdiet v9n 500 millioen lire voor de uitvoering van
dringende openbare werken in de provincies
Ljoebljana, Fiume, Zara, Spalato en Cattaro. Het
betreft in hoofdzaak aan te leggen wegen en
werken die aan de tot dusver verwaarloosde ge
bieden een nieuwen economischen en socialen
bloei zullen geven.
Voorts werd goedkeuring gehecht aan de vol
gende maatregelen:
Invoering van speciale cursussen in vreemde
talen aan de Italiaansche hoogescholen, verhoo
ging van de maximumgrens voor postchèques van
1000 tot 5000 lire, uittrekken van 15 millioen lire
voor de exploitatie van kolenlagen in Albanië, 50
millioen lire voor de exploitatie van petroleum bij
Patos 'in Albanië.
'Radio
^xaquiinma
DINSDAG 10 JUNI 1941.
HILVERSUM I. 415,5 M.
6 45 Gramofoonmuzlek 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.
Gramofoonmvi7iek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8 00 B. N. O.
Nieuwsberichten. 8 15 Schriftlering en Meditatie (voorbe
reid door de Christ. Radio-Stichting).. 8.25 Gramofoonmu
zlek. 9.15—9.25 Voor de hulsvrouw. 10 00 Orgelconcert. 10 40
Gramofoonmuzlek. ll.oo—u.20 Declamatie. 1130 Zang met
pianobegeleiding. 1145 Gramofoonmuzlek. 12.00 De Ram
blers. 12 35 Voor den boer. 12 40 Almanak. 12.45 B. N. O
Nieuws- en economische berichten. 1.00 Hobovoordracht
met planobegeleiding, 1.30 Sprankelende middagklanken
3.30 Pianovoordracht 4.00 Cyclus „Ons geloof en ons
werk" (voorbereid door het Vrijz. Prot. Kerkcomlté). 4 20
Gramofoonmuzlek 4.45 Voor de Jeugd 5.15 B. N. O
Nieuws-, economische en beursberichten. 5 30 Het orkest
Eloward 6 00 VroollJke voordracht met muzikale omlijs
ting. 6.15 Gevarieerd programma. 6.45 Kapitalisme
nationaal-socialisme VII". causerie. 7 00 B. N O. Vragen
van den dag. 7.15 Zang en piano. 8 00 B N O. Nieuws
berichten. 8 15 Spiegel van den dag. 8.30 Het Omroeporkest
9 30 Berichten. Éngelsch. 9.45 Gramofoonmuzlek. 10.00—
10.15 B. N. O. Engelsche uitzending: „Economie news from
Holland".
HII.VERSUM II. 301.5 M.
6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.
Gramofoonmuzlek 7.45 Ochtendgymnastiek. 8 00 B. N. O.
Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuzlek. 10.20 Planovoor
dracht 10 40 Declamatie. 11.00 Het Amabile-sextet en gra
mofoonmuziek. 1200 Berichten. 12.15 Het musette-orkest
.Les Gars de Paris" en gramofoonmuzlek. 12.45 B. N. O.
Nieuws- en economische berichten 1.00 Het orkest Elo
ward met piano-intermezzl. 2.00 Het Nederlandsch Ka
merorkest cn soliste. 3 30 Zonnestralen in ziekenzalen.
4 00 „Muziek langs de kusten van Afrika', causerie met
gramofoonplaten. 4 30 Gramofoonmuziek. 5.15 B. N. O.
Nieuws-, economische en beursberichten. 5.30 Het Amuse
mentsorkest en solisten. 6 30 U hebt 't gehad op de lagere
school. 6.45 Voor de Jeugd. 7.00 B. N. O. Vragen van den
dag- 7 15 Het ensemble Bandl Balogh. 7.45 Voor de wer
kende vrouw 8 00 B N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Gramo-
fnonmuzlek 8.30 Radiotooneel 915 Gramofoonmuziek
9 40 Voor den boer. 9 55 Avondwijding (voordbereid door
het Vrijz. Prot. Kerkcomlté). 10.00 B. Is'. O. Nieuwsberich
ten; sluiting.
Feesfconcert ter gelegenheid
der Werkgemeenschap
Haarlem en Omstreken
Zaterdagavond is in het Concertgebouw te Haarlem
de Werkgemeenschap Haarlem en Omstreken der Ne
derlandsch-Duitsche Kuituurgemeenschap met haar
arbeid aangevangen.
Het lag aanvankelijk in de bedoeling prof dr. Willem
Mengelberg uit te noodigen het concert der Haarlem-
sche Orkest Vereeniging te leiden, doch zijn vertrek
naar het buiteniland verhinderde dit. Het versterkte
orkest gaf nu onder leiding van Generalmusikdirector
Dammer uit Keulen een concert, waarin de cellist
Bram Hemerik als solist optrad. Er werden werken
van Bach, Haydn en Brückner ten gehoore ge
bracht.
Mr. F. W. A. de Koek van Leeuwen, voorzitter der
Werkgemeenschap Haarlem en Omstreken, begroette
de aanwezigen, in de eerste plaats den rijkscommis-
s en diens echtgenoote. In de aanwezigheid van
den Rijkscommissaris zag hij een bew;js dat het stre
ven van de Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeen
schap hem zeer na aan het hart ligt Verder be
groette spreker den commissaris-generaal voor be
stuur en justitie, den Beauftragte van den Rijks-
ommissaris in de provincie Noord-Holland en dien
.oor de sïad Amsterdam, den secretaris-generaal van
het departement van opvoeding, wetenschap en cul
tuurbescherming, den commissaris der provincie, den
regeeringscommissaris en burgemeester van Haarlem
den voorzitter van den Nederlandschen Kuituurkring
en de beide voorzitters van de Nederlandsch-Duit
sche kuituurgemeenschap. De heer De Koek van
Leeuwen ging, na zijn begroetingswoorden, o.m. als
volgt voort:
„Ik houd het voor gewenscht om u omtrent onze
doelstellingen nog iets te zeggen. Gij weet dat wij
deze uitwisseling van kultuuruilingen als ons voor
naamste doel zien om de onloochenbare banden des
bloeds en des geestes tusschen het Duitsche en Ne-
derlandsche volk meer dan tot dusverre het geval
was, aan den dag te doen treden en aldus het on
derling begrijpen en waardeeren te' bevorderen.
Ik kan mij levendig indenken hoe vele Neder
landers misschien ook onder u zich zullen afvragen:
ligt in deze zaak van onze werkgemeenschap geen ge
vaar voor onze eigen, Nederlandsche cultuur? Waar
om begint zij hare werkzaamheden reeds op dit tijd
stip, nu Nederland nog bezet gebied is waarom is
het wenschelijk dat er thans reeds uitwisseling van
cultuur-uitingen tusschen Nederland en het Groot-
Duitsche rijk plaats vinden?
Ik zal trachten ging spreker voort op die be
grijpelijke vragen een duidelijk antwoord te geven.
Wat betreft het gevaar voor onze eigen cultuur ben
ik er van overtuigd dat zij, die deze vraag stellen,
zelve niet voldoende doordrongen zijn van wat Ne
derland op dit gebied gepresteerd heeft en waarmede
ons volk ook in de toekomst de wereld verrijken
kan. Angst voor overvleugeling van onze eigen cul
tuur en kunst door anderen kan slechts bestaan bij
hen die zich van de Nederlandsche scheppings
drang en Nederlandsche genialiteit geen of onvol
doende rekenschap hebben gegeven.
Juist dat besef dat ook Nederland op dit gebied
voor den dag mag komen en de wereld wat te bieden
heeft, dat Nederlandsche muziek. Nederlandsche
schilder-, tooneel- en filmkunst, Nederlandsche schrij
vers en dichters, Nederlandsche geleerden, kortom
de Nederlandsche scheppende geesten, alsmede de
Nederlandsche reproduceerende kunstenaars aan den
geestelijke opbloei van Europa in hooge mate hun
bijdrage kunnen leveren, dat het Nederlandsche volk
daartoe volkomen in staat is, verder de wetenschap
dat wij ook in Nederland voor een nieuwe bloei
periode op dit gebied staan, juist dit alles doet eenige
vrees, die eigenlijk uit een misplaatst gevoel van
eigen zwakheid of onzekerheid voortspruit, volkomen
teniet. Een volk, dat zich weer van eigen kunnen
bewust wordt, is niet bang voor kennisneming van
de cultuur-uitingen van anderen, integendeel ver
welkomt die juist, omdat die bevruchtend op het eigen
kunnen werken, en te minder behoeft /.ulk een
vrees te worden gekoesterd wanneer er sprake is
van twee volken die door de natuur, ik zou ook
kunnen zeggen door de Schepping, zoo nauw aan el
kaar verwant zijn als het Nederlandsche volk en
het Duitsche".
Ten aanzien van de vraag waarom wij onze taak
reeds opvatten nu Nederland nog bezet gebied is,
betoogde spreker o.a. „Nog is dit in veler oogen dwaas
heid en ik wil niet ontkennen dat hun argumenten
oogenschijnlljk en oppervlakkig beschouwd sterk lij
ken. Ik wil u wel eerlijk bekennen dat ik als Ne
derlander daar zelf ook innerlijk mede geworsteld
heb. En ik moet daarbij zeggen dat ik dat ook tegen
over Duitschers niet onder stoelen of banken heb
gestoken. Dat ik juist aan dien kant volledig begrip
voor die moeilijkheden heb gevonden, was voor mij
een reden tot voldoening en geruststelling.
Feit is dat wij nog midden in de grootste verande
ringen staan, die Europa sinds eeuwen aanschouwd
heeft. Juist het gigantische van de gebeurtenissen
die wij nu beleven, maakt dat men moet zien boven
de kleinheid en betrekkelijkheid der door mij ge
noemde vragen uit, dat men in een heftig bewogen,
doch grootschen en daardoor ook weer schoonen tijd
ook grootsch leert zien, dat men niet in het dal blijft
wachten, maar den berg opklimt om te speuren naar
de doelen die de leidende figuren in Europa voor
oogen staan."
Spreker constateerde dat tot beter onderling be
grip tusschen Nederlanders en Duitschers de uitin
gen van elkanders cultuur zich het beste leenen.
„Cultuur is de ordenende daad van een mensch die
verkeert in een spanning van ziel en geest. Men
moet bezield zijn. d.w.z. de goddelijke vonk, de
inspiratie bij hen die tot scheppen begenadigd zijn
en de lichamelijke gevangenis tijdelijk kunnen
ontvlieden, moet zich paren aan den wil en het
kunnen van den enkeling die schept. Slechts een
innerlijk geestelijk zich gebonden voelend mensch
kan cultuur scheppen, dat is de innerlijk rustige
mensch, dat is de aan God en aan zijn volk ge-
loovende mensch.
Zonder wortels in het verleden is geen heden-
daagsche cultuur denkbaar en daarom is het goed
dat wij u ook cultuur-uitingen van groote Duit
schers in het verleden voorzetten. Deze vormen
weer een der voorwaarden voor onze hedendaag-
sche en toekomstige cultuur en juist, doordat de
geestelijke ongebondenheid in de wereld in de ja
ren achter ons zoo hoogtij vierde en den volke soms
zelf? als het ideaal voor oogen werd gesteld, be
leefden wij de laatste jaren een tamelijk cultuur-
arm tijdperk onzer historie.
Thans wint onder den invloed van den uit
verkoren. grooten cultuur-schepper in dezen wereld
historischen tijd gelukkig de erkenning onzer
beperktheid, het besef van de noodzakelijkheid on
zer gebondenheid en van de groote waarden die
juist daaruit voortkomen, weer veld. De bodem
wordt dus weer bereid voor nieuwe cultuur-uitin
gen. Aan die groote toekomst wenschen wij deel
te hebben, omdat wij dat aan onze traditie en ons
nageslacht verplicht zijn."
waar de violen geen moeite hebben met dit snelle
tempo, de contrabassen den indruk maken als leden
zij aan aamborstigheid. Dit kan nimmer Bach's be
doeling geweest zijn; men merke op hoe voortreffelijk
alles klinkt wanneer het tempo rustig blijft en hoe
toch ook aan den algemeenen elsch van schoonheid
wordt voldaan. Wat het uitsterst kort tusschendeel
(Moderato) betreft, zouden toch niet deze „Corelli"-
passages zijn bedoeld als embryo eener uit te werken
improvisatie? 't Is maar een vraag
De uitvoering was buiten kijf loffelijk, als men in
aanmerking neemt dat de heterogene samenstelling
van het versterkte orkest (een goed violist is niet al
tijd een voldragen orkestkricht) een zekere voorzich
tigheid noodzakelijk maakte, waardoor vergelijking
met groote ensembles als b.v. het Concertgebouw
orkest geen zin heeft. Helaas kunnen wij ons bij deze
Baeh-vertolking niet losmaken van deze vergelijking.
Bij Haydn's celloconcert werd het strljkersensemble
weer tot haar normale proportie teruggebracht. Bram
Hemerik introduceerde hier op zijn kostelijk oud-
Fransch-instrument en in voortreffelijk technische be-
heersching dit niet-bekende concert voor violoncel;
bijzonder schoon is de inleiding van het Adagio, waar
in de sfeer van Beethoven's vierde pianoconcert (An
dante con moto), zij 't in andere noten. In Hemerik's
zeer gekristalliseerde loonvorming (die bijwijlen aan
Hckking doet denken) spreken zulke geniale ingevin
gen onmiddellijk aan: hoewel een dikwijls te groote
reserve (bijv. in de laatste cadens) ook wenschen on
bevredigd laat. Karl Dammer vond in de H.O.V. het
altijd slagvaardige begeleidingsinstrument, dat ook
den solist ruimte liet tot volkomen vrije uiting.
Doch hiermede was het concert niet beëindigd. En
evenmin hiervoor alléén was Karl Dammer gekomen.
Bruckner's gigantische Vijfde Symphonie zou ons nog
anderhalf uur gevangen houden. Een gevangenschap
intusschen, waarover wij ons niet beklaagden. Men
had zich slechts bewust te zijn van de structuur die
dit herolsch-tragisch tonendicht zijn overweldigende
grootheid verleent. En als bij Franck is ook In deze
vijfde Brucknersymphonie de finale in waarheid de
culminatie, zooals wij die In Beethoven's Eroïca nog
niet zullen aantreffen. Naast bewondering voor het
contrapuntisch meesterschap van Bruckner's genie
een in volle breedte overzien van dit geweldige the
matische gebouw. Naast de zondoorschenen registreer-
kunst van den orgelmeester van Klosterneuburg de
contrastwerking van de als bliksemstralen opflitsen
de allegrothema's en het bovenaardseh rustig Choral.
Voortreffelijk was ook de weergave, (in zijn geheel
eigen orkest, n.l. het koper), van dit Choral, waarvan
men telkens verwacht dat het op zijn hoogste hoogte
is gekomen, maar waarbij nog altijd weer een climax
in verwerking, in kleur, in klank, de spanning op
voert.
Karl Dammer heeft hier het werk van den groot
meester van St. Florian geïnterpreteerd op een wijze
die alleszins voortreffelijk mag heeten. De zaal juichte
hem warm en langdurig toe. en van deze hulde bracht
hij het rechtmatige deel over op het orkest, dat zijn
intenties vertolkte met een niet genoeg te prijzen am
bitie.
G. J. KALT.
Hitier ontvangt koning Boris.
Von Ribbentrop was bij het bezoek aanwezig.
OBERSALZBERG. 7 Juni. De Führer heeft
in tegenwoordigheid van den Rijksminister van
buitenlandsche zaken Von Ribbentrop Koning Boris
van Bulgarije voor een bezoek ontvangen (D.N.B.)
Het Concert
Onze muziekmedewerker de heer G. J. Kalt schrijft
over het f eestconcert:
Het orkest opende met Bach's zeer bekende Bran-
denburgsch Concert (No 3), geschreven zooals men
weet in opdracht van Markgraaf Christian v. Bran
denburg. die helaas deze muziek minder hoogschatte
dan wij; in zijn nalatenschap vond men ze in een
ongeordenden bundel te zamen met waardelooze
prullen.
Het is ook hier gewoonte geworden, dit concert (en
in 't bijzonder het slot-allegro) te laten spelen in een
tempo, dat slechts virtuoze doeleinden nastreeeft. Het
zal den opmerkzamen luisteraar zijn opgevallen dat,
AANZIENLIJK TEKORT OP NED-INDISCHE
BEGROOTING
SJANGHAI. 7 Juni. (D.N BNaar uit Batavia
gemeld wordt, vertoont de staatsbegrooting van Ned.-
Indië voor 1942 een aanzienlijk tekort, zondér dat tot
dusver maatregelen overwogen zijn om aan dit te
kort tegemoet te komen. Voor het loopende jaar. zoo
wordt verder gemeld, wordt een ongunstige ontwik
keling van den Ned -Indischen buitenlandschen han
del in vergelijking met het vorige jaar verwacht. De
export wordt vooral belemmerd door het tekort aan
scheepsruimte
ZANDVOORT
De zee eisclit offers.
Verdrinkingsgevallen te Zandvoort en
Scheveningen-
Vele jaren achtereen heeft de Zandvoortsche Red
dingsbrigade op hetzelfde aambeeld gehamerd en er
op gewezen, dat de zee dikwijls mooi en aantrek
kelijk is maar wispelturig blijft voor hen, die haar
niet door en door kennen en daardoor altijd ge
vaarlijk. Zwemmen of badon op afgelegen plaatsen
brengt altijd risico mee. 't Veiligst is men in de bad
inrichtingen, waar deskundig personeel voortdurend
toezicht houdt.
Ook aan 't stille strand is het vrij veilig, omdat
daar dag in dag uit de leden van de Zandvoortsche
Reddingsbrigade een oogje in het zeil houden én
omdat daar meestal vele menschen bij elkaar
zwemmen, zoodat de een den ander op de gevaren
kan wijzen.
Langen tijd heeft het publiek blijk gegeven, te
luisteren naar deze goedgemeende raadgevingen,
doch langzamerhand werd dit anders.
Nu dit jaar het toezicht aan het strand minder
streng is, wordt er practisch langs het geheele
strand gezwommen. Daardoor zijn de baders en
zwemmers over een te groote oppervlakte verspreid
om steun aan elkaar te hebben. Voor de Z.R.B. is
het natuurlijk onmogelijk het geheele strand te be
waken. De gevolgen hebben niet lang op zich laten
wachten. Reeds op den eersten Zondag, waarop het
weer tot zwemmen uitlokte, koste dit een men-
schenleven en bijna zelfs een tweede.
De 33-jarige mevrouw M. uit Haarlem waagde
zich omstreeks half een voor den Strandweg alleen
in zee en geraakte in een mui. Voor een geoefend
zwemmer is dit allerminst gevaarlijk, als men
maar weet. hoe men zich in zoo'n geval moet ge
dragen. Mevrouw M., die uitstekend zwemt wist
dit blijkbaar niet. Zij probeerde zonder succes
tegen den stroom in te zwemmen. Toen haar
krachten in deze ongelijke worsteling bijna uitge
put waren, begon ze om hulp te roepen. Gelukkig
werd dit ondanks het geroezemoes op het strand
gehoord en Jb. Termes en Cor de Jong snelden
haar met de vlet van de badinrichting Groot-Bad
huis te hulp. Toen zij na reeds eenige keeren on
dergegaan te zijn, op 't punt stond om voor goed in
de diepte te verdwijnen, wisten zij haar te grijpen
en in de boot te hijschen. Volkomen uitgeput ver
loor zij hier het bewustzijn. Zoodra het slachtoffer
aan wal was gebracht paste de heer Jb. Termes
kunstmatige ademhaling toe, waardoor de levens
geesten weer werden opgewekt. Dr. Van Fraassen,
die spoedig ter plaatse was. liet haar omdat htf
ernstige complicaties vreesde, per ziekenauto naar
de Mariastichting in Haarlem vervoeren.
Indien deze vrouw een minder goed zwemster
was geweest, en niet tot het uiterste voor haar leven
had gevochten, zou zij in de diepte verdwenen
zijn, voor de redders haar hadden kunnen bereiken.
Ruim een uur nadat dit drama zich afspeelde,
deponeerde een omstreeks 12-jarige jongen J. B. uit
Amsterdam zijn kleeren in de strandtent van de
Wed. D. even ten Zuiden van de badinrichting
Groot-Badhuis.
Opgewekt begaf de jongen zich daarna in de
richting van de zee. Wat er verder met hem ge
beurd is weet men niet. Niemand heeft er op hem
gelet. Toen de kleeren na enkele uren niet werden
opgevraagd begonnen zijq ouders te vreezen. dat
hem een ongeluk was overkomen. Men hoopte
evenwel nog, dat hij hier of daar aan 't strand aan
het spelen was. Tegen den avond veranderde deze
hoop evenwel in wanhoop en de leden van de Z.R.B.
werden bijeengeroepen om in groepjes het strand
af te zoeken naar zijn lijk, dat echter eerst des
nachts om 12 uur voor de Zuid-Boulevard gevonden
werd.
Vrijwel nimmer gebeurt het, dat op een druk
pünt als waar de knaap te water is gegaan, iemand
onbemerkt een ongeluk overkomt. Toch moet men
aannemen dat de jongen ongezien in de diepte is
verdwenen.
Moge deze harde les tot het publiek spreken: Men
ga niet zwemmen of baden dan waar deugdelijk
toezicht is. Wie ander doet speelt met zijn leven.
Te Scheveningen is d 17-jarige G. S. uit Noot
dorp door den stroom gegrepen en afgedreven. Po
gingen den jongen te redden faalden. Het lijk ia
nog met aangespoeld.