Bonnen die thans geldig zijn:
Rubus.
Wfmk
Leugens om bestwil...
DINSDAG 24 JUNI '1941
BÏÏSEEM'S DAGBLAD
'4
De Schermer Rederijkerskamer „Aurora" te Stompeloren is in het bezit
gekomen van een oud-llollandschcn boerenwagen, waarmee de leden Zondag
in oud-ilollaudsch costuuni een tochtje naar Wijdenes maakten, waar boeren
dansen werden uitgevoerd.
(Foto Pax Holland)
Haarlemsche Politierechter
Ruzie om een uitgaansavond.
Op 22 Maart van dit jaar kregen een mevrouw en
baar kinderjuffrouw hevig ongenoegen over een uit
gaansavond. welke ruzie uitliep op een klap, die
mevrouw het meisje op den rechterwang toediende.
Gezegde wang was den volgenden morgen nog rood.
Het werd een Politierechterzaak.
De kinderjuffrouw, die thans in betrekking is in een
ziekenhuis te Keulen en expres de reis naar Haarlem
had moeten maken om als getuige op 1e treden, deed
een omstandig verhaal van het gebeurde en van wat er
aanleiding toe gaf.
De kinderjuffrouw had Dinsdag, Donderdag, Za
terdag en Zondag een uitgaansavond, maar nu ge
schiedde het dat op een Zaterdag mevrouw tot haar
zeide: ..Je kunt van avond niet uitgaan, want ik ga
zelf'. Dit schikte de kinderjuffrouw in het geheel niet.
want zij had op den Donderdag, daaraan voorafgaand,
al een afspraak gemaakt met twee heeren om naar de
bioscoop te gaan en de kaarte^ waren al genomen.
Dit zeide zij echter niet aan haar mevrouw. D i e deel
de zij mede dat zij op een nieuwe betrekking uit
moest. (Later verklaarde zij aan de politie dat dit
slechts „een leugentje om bestwil was geweest.) Tij
dens het verdere onderhoud zeide getuige tegen
mevrouw: „Ik zou je ik weet niet wat kunnen doen!"
Waarop mevrouw ook flink boos werd en de kinder
juffrouw een tik op haar wang gaf. Toen zei ge
tuige: „Ik ga naar de politie". Het geen zij deed.
Op een vraag van den Politierechter zeide mevrouw
dat zij Woensdag al het meisje had medegedeeld dat
zij Donderdag en Zaterdag niet kon uitgaan en dus
die dagen moest omruilen. Mevrouw had nl. nog een
meisje als dienstbode in dienst.
De Officier van Justitie bracht de kinderjuffrouw
onder het oog, dat haar dienstbetrekking vóórging,
waarop zij antwoordde: „Uitgaansavonden gaan óók
voor!" Hetgeen onlogisch was, daar van twee dingen
er slechts cén kan voorgaan.
De dienstbode, thans ook in hetzelfde ziekenhuis in
Keulen in betrekking, deed een ongeveer gelijklui
dend verhaal. Tegen één uitdrukking, die zij bezigde,
had de Politierechter bezwaar. Zij zeide nl. „De kin
derjuffrouw kon niet uitgaan, omdat mevrouw Za
terdag haar uitgaansavond had.
„Wat zegt u?" vroeg de Politierechter. „Hebben de
mevrouwen nu ook al hun uitgaansavonden? Dat heb
ik nog nooit gehoord." Waarop get. zichzelf verbe
terde „Mevrouw zou dien avond uitgaan."
Al had de eerste getuige verklaard dat mevrouw
den laatsten tijd erg op haar zenuwen werkte, de
Officier van Justitie zag in haar een meisje, wier
haan altijd koning moest kraaien. Dat mevrouw
hiertegen opkwam, achtte spr. begrijpelijk. Intus-
schen: de klap ging te ver. De eisch luidde f 10 boete
of 10 dagen hechtenis.
De Politierechter overwoog, dat een en ander in een
opgewonden toestand geschied was en maakte er
f 7.50 boete of 4 dagen hechtenis van.
Valsche distributiebon.
Een moeder van 12 kinderen, 55 jaar oud, betrad
nu het verdachtenbankje. Twee van haar dochters
hadden zich bezig gehouden met het aan elkaar plak
ken van bons, waardoor „nieuwe", maar natuurlijk
vervalschte, bons ontstonden. De moeder had dit
gezien, maar niet belet Integendeel: toen een an
dere dochter, een 13-jarig meisje, den volgenden dag
boodschappen ging doen en zeide: „Ik zal die bon,
die wij gemaakt hebben, ook meenemen", was het
antwoord van de moeder geweest: „Probeer het
maar!"
Maar het bleef bij probeeren, want in den winkel,
waar het meisje den bon voor „echt" trachtte te ge
ven, werd het bedrog ontdekt.
Daar verdachte eerst nog getracht had zoowel den
Officier van Justitie als den Politierechter wat voor
te jokken, had de Officier „het haar graag met ge
vangenisstraf willen inpeperen", maar daar zij ten
slotte alles toegaf, bleef het bij een boete en veroor
deelde de Politierechter haar. wegens medeplichtig
heid aan valschheid in geschrifte, tot f 10 boete of
10 dagen.
Het gezinsinkomen.
Het gezinsinkomen moet aan Maatschappelijk Hulp
betoon eerlijk opgegeven worden. Dit ondervond ook
weer een gesteunde, die verschillende malen zijn ge-
zinsinkomstenbiljet voor M.H. te Haarlem veel te
laag had ingevuld en zoo in totaal f 298.89 aan bruto-
inkomsten had verzwegen.
Bij verstek werd hij hiervoor tot 2 weken gevange
nisstraf veroordeeld.
P. E. Bredée.
Te Haarlem is in den ouderdom van 77 jaar overle
den de heer P. E. Bredée, oud-schoolopziener. De
heer Bredée werd 21 April 1864 te Soest gebo
ren; hij studeerde aan de Normaallessen te Amers
foort voor onderwijzer. In. 1892 ging hij als onderwij
zer bij het lager onderwijs naar Nederlandsch-Indië,
waar hij ook hoofd werd. In 1913 keerde de heer
Bredée naar Nederland terug en vestigde zich te
Winschoten, waar hij tot arrondissements-schoolop-
ziener benoemd werd. Hier bleef hij tot 1919 en na
een korten tijd in dezelfde functie te Beverwijk werk
zaam te zijn geweest werd hij als arrondissements
schoolopziener te Haarlem benoemd. In 1923 volgde
zijn benoeming als zoodanig te. Rotterdam, waar hij
in 1929 gepensionneerd werd. Hij vestigde zich
toen te Haarlem.
De teraardebestelling zal plaats hebben op Don
derdag 26 Juni. des middags twaalf uur, op de Alge-
meene Begraafplaats te Heemstede.
BONDSRAAD NEDERLANDSCHE BRIDGEBOND.
Op den in Den Haag gehouden jaarlijkschen bondsraad
van den Ned. Bridgebond werd door den secretaris-pen
ningmeester verslag uitgebracht over het afgeloopen
hondsjaar. Niettegenstaande de ongunstige tijdsomstandig
heden kon zóó op de uitgaven worden bezuinigd, dat de
zoozeer verminderde inkomsten juist voldoende bleken te
zijn om de kosten, verbonden o.a. aan het in stand houden
van het bondsbureau, te dekken.
De aftredende leden van het bondsbestuur, de heeren W.
B. Buma te Aerdenhout en A. Vernède in Den Haag,
werden bij acclamatie herkozen. In de plaats van den heer
A. v. d. Bokke, die zich niet herkiesbaar stelde, werd de
heer V. Tromp te Amsterdam gekozen.
De begrooting voor het seizoen 1941/'42 werd goedgekeurd.
Telegram van Mussert aan den
Fiilirer.
's-GRAVENHAGE. 23 Juni.(A.N.P.) De leider der N-S.B.
heeft op 22 Juni 1941 het volgende telegram aan den
Führer gezonden:
Aan den Führer Adolf Hitler,
Führerhauptquartier.
In dit beslissende uur, waarin de strijd van het
nationaal-socialistische en fascistische Europa tegen
zijn bolsjewistischen doodsvijand is begonnen, is het
mij een voorrecht aan U, Führer aller Germanen,
de plechtige gelofte te kunnen afleggen, dat de Na-
tionaal-Socialistische Beweging in Nederland on
verpoosd en krachtig haar taak zal voortzetten het
Nederlandsche volk te winnen voor de nationaal-
socialistische idee en daarmede voor het nieuwe
Europa.
Namens mijn duizenden strijdende kameraden
meld ik U, dat zij zich door niemand in trouw zullen
laten overtreffen en dat zij zich in zuilen zetten voor
de gemeenschappelijke overwinning.
God beschèrme U en geve aan Uwen strijd om het
voortbestaan van Europa Zijn onmïsbaren zegen.
MUSSERT.
Engelsche luchtaanvallen.
's-GRAVENHAGE, 23 Juni. In het afgeloo
pen weekeinde vlogen hier en daar Engelsche vlieg
tuigen boven ons gebied. Eenige brisant- en brand
bommen werden neergeworpen. Naar verhouding was
de schade ternauwernood vermeldenswaard. Op een
plaats werd een boerenhoeve door een brandbom ge
troffen en liep schade op. Op een andere plaats
werd een winkel eenigermate beschadigd.
(A.N.P.)
FAILLISSEMENTEN.
(Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf
Co N V., Amsterdam).
SURSEANCE VAN BETALING:
16 Juni 1941 is verlenging van surséance van betaling
verleend aan Mattheus Verdegaal, bloembollenkweekcr,
Noordwijkerhout, voor den tijd van andérhalf jaar.
18 Juni 1941 ïs de aan Klaas Coster Roelofszoon, mole
naar en koopman wonende te Staphorst G. 4. bij beschik
king van 17 Januari 1940 definitief verleende surséance
van betaling verleend voor den tijd van andrrhalf jaar.
UITGESPROKEN:
19 Juni: J. K. van Alfen. wonende te Amsterdam. Bil-
derdijkkade no. 27-27a. Recht. Comm. Mr. W. M. A. Weit-
jens, Cur. Mr. W. B. Meyboom, Prinsengracht 460. Am
sterdam.
19 Juni. Jacob Post. caféhouder. De Rijp. Recht. Comm.
Mr. .T. Krabbe, Cur. Mr. E. H. J. Wijnne, Alkmaar. Nas-
saulaan 18.
19 Juni. Anna Maria Schermer, echtgen. v H J Smits.
Hoorn. Koepoortsweg. Recht. Comm. Mr. W. A. Ubbens.
Cur. Mr. J. P. Windhausen. Hoorn. Groote Oost.
19 Juni. A. G. v. d. Velden, vroeger caféhouder te Wa-
geningen. wonende te Arnhem, Kastanjelaan 2. Recht.
Comm. Mr. F. M. Pleyte, Cur. Mr. J. G. de Vries Robbê
Jr., Arnhem, Jansbuitensingel 32.
19 Juni. H. Uilenburg, rijwielhandelaar, Leeuwarden,
Eewal 72. Recht. Comm. Mr. H. W. A. Schipperljn, Cur. Mr
N. Heemskerk, Leeuwarden.
OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF:
16 Juni. A. W. J. van Kampen. Den Haag.
18 Juni. R. Smit, arbeider, Eindhoven.
18 Juni. T. Davelaar Sr., Harmeien.
19 Juni. J. J. Moens. Amsterdam.
19 Juni. H. Niedermeijer, Amsterdam.
19 Juni. G. van Mil. bakker, Niftrik.
GEDEPONEERDE UITDEELINGSLIJSTEN
11 Juni. Mevr. A. Trommel, echtgenoote van Joh. Prén-
ger, Soestdijk. Geëindigd door het verbindend worden der
uitdeelingslijst, na gedaan verzet, uitkeering 19,035 °'o.
14 Juni. de Christelijke Vereeniging „Buitenzorg", ge
vestigd te Soest, kantoorhoudende te Zeist. Geëindigd
door het verbindend worden der uitdeelingslijst. Ultk.
4.4884 °/o.
16 Juni. C. J. J. Wouters, weduwe van W. A. Martens,
Bergen Op Zoom, handelende onder den firmanaam W.
A. Martens. Uitk. 12 conc.
17 Juni. H. Veeken Antzn., landbouwer, Standdaarbuiten.
Uitk. 11,935 aan conc. crediteuren.
18 Juni. J. M. Faassen. grossier, Tegelen. Geëindigd door
het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. Ultk.
7.6805 H. Th. E. M. Speelder, Amsterdam. Idem, Uitk.
2,67
Voor de Kinderen
(Teekeningen H. Kannegieter).
GESTOORDE RUST.
Hè. wat is dat toch vervelend, nauw'lijks
lig je even stil, of er is alweer iets anders,
dat je slaap verstoren wil. Als de menschen
uit het huis zijn kruip je op den divan
gauw. maarhè. wat is dat getjïep toch,
juist wanneer je slapen wou?
Teddy gaat eens even kijken. Waar komt
dat geluid vandaan? Zijn er vreemden in
den tuin soms, die hu moet verjagen gaan?
O, het is vriend Jan, zijn baasje, die haalt
water uit de pomp. Ja, dat kan hij niet ver
bieden, toch vindt Trlx het aardig lomp.
AARDAPPELEN.
BON 07. T.m. 29 Juni:
2 kg.
BOTER- OF VETKAART.
BONS 19 en 20. T.m. 29
Juni. 250 gr. boter p. bon.
Vetkaart reductie
BROOD. GEBAK.
BON 23. T.m. 6 Juli 200
gr brood of 2 rantsoe
nen gebak.
BON 9 (Bloemkaart)
T.m 13 Juli: 50 gr. brood
of V2 rantsoen gebak.
EIEREN (Bonkaart Alg.)
BON 37. T.m. 29 Juni 1 ei
BON 99. T.m 6 Juli 1 ei.
MEEL EN GRUTTERS
WAREN. (Bonkaart Alg.)
BON 43. T.m. 13 Juli-
250 gr rijst, rijstemeel.
rijstebloem of grutte-
meel.
BON 44. T.m. 10 Augs
250 gr havermout, ha
vervlokken, haverbloem.
aardappelmeel vlokken,
gort. gortmeel of grutten
BON 45. T.m 10 Augs:
250 gr. gort, gortmout of
grutten
BON 54. T.m. 10 Augs.
100 gr macaroni, vermi
celli of spaghetti.
BON 55. T.m. 10 Augs
100 gr maizena, gries-
meel, sago. aardappel
meel of puddingsaus-
poeder.
BON 9 (Bloemkaart)
Tm 13 Juli' 35 gr meel
of bloem
SUIKER. (Bonkaart Alg.)
BON 56. T.m. 6 Juli 1 kg
PETROLEUM.
Bon 11 (Bonkaart M en
O) t.m. 10 Augs.: 2 L.
KAAS. (Bonkaart Algem.)
BON 67 en 77. Tm 29
Juni. 100 gr. per bon.
BON 68 en 78. T m. 13
Juli- 100 gr. per bon.
5IEERZEEP ENZ.
BON K (Textielkaart)
T.m 31 Aug.: 50 gr
VLEESCH EN VLEESCH-
WAREN.
BON 20 „vleesch". T.m.
1 Juli: 50 gr. vleesch.
BON 20 „vleeschwaren"
T.m. 1 Juli Vz rantsoen
PEULVRUCHTEN. (Bon
kaart Algemeen).
BON 57. T.m. 6 Juli:
500 gr.
MELK
BON 22. Tm. 29 Juni
1 Yi L. melk.
KOFF1ESURROGAAT EN
THEE. (Bonkaart Algem
BON 46. T.m 20 Juli 250
gr. koffiesurrogaat of 40
gr thee.
ZEEP. iBonkaart Algem.)
BON 35. T.m 29 Juni 150
gr toiletzeep, 120 gr
huishoudzeep. 200 gr. z
zeep. (oude samenstel
ling). 150 gr. z. zeep
300 gr. z zeeppasta, 250
gr zeeppoeder. 125 gr
zeepvlokken. 250 gr
zelfwerkende wasehmid-
delen, 200 gr. vloeibare
zeep of 600 gr. wasch-
poeder
BRANDSTOFFEN.
Bonkaart Haarden en
Kachels t.m. 31 Dec.
Bonnen 01, 02, 03 per bon
1 eenheid vaste brand
stof. Bonnen 05, 06, 07: 1
eenheid turf.
Bonkaart Haarden en
Kachels K t.m. 31 Dec.
Bonnen 01, 02, 03, 04 per
bon 1 eenheid vaste
brandstof. Bonnen 05, 06,
07. 08: 1 eenheid turf.
Bonkaart Centrale Ver
warming L t.m. 31 Dec.
Bonnen 0111 per bon
1 eenheid vaste brand
stof.
Bonkaart „Erandstoffen
één eenheid tot 1 Mei
1942 1 eenheid vaste
brandstof.
HONDENBROOD.
BON 14. T.m. 30 Juni:
Groep 1 en 2: 10 Kg; Gr
3- 8 Kg; Gr. 4: 5 Kg; Gr
5- 4 Kg: Gr. 6: 3 Kg.
'KATTENBROOD.
BON 14. T.m. 30 Juni:
W, Kg
Nieuwe burgemeester van Aalsmeer
Benoemd de heer H. W. F. Kolb.
Bij besluit van de Secretaris-Generaal van het
Departement van Binnenlandsche Zaken is H. W.
F. Kolb, met ingang van I Juli 1941 tot burgemees
ter der gemeente Aalsmeer benoemd, onder toe
kenning van gelijktijdig eervol ontslag als burge
meester der gemeente Zuid- en Noord-Schermer.
NEDERLANDSCHE AMATEUR TOONEEL UNIE.
UTRECHT, 23 Juni. Zaterdag en Zondag had
alhier de algemeene vergadering plaats van de Ne
derlandsche Amateur Tooneel Unie, waar de voor
zitter van het voorloopige hoofdbestuur, mr. J. de
Blieck, een openingsrede hield, waarin hij een
korte samenvatting gaf van de drijfveer voor het
tot stand komen van deze landelijke organisatie
voor het amateur tooneel.
Het hoofdbestuur werd als volgt samengesteld:
voorzitter mr. J. de Blieck, Utrecht, secretaris H.
Jongsma, Den Haag, penningmeester J. Ruiter,
Amsterdam, tweede voorzitter Jacques Thiel, Rot
terdam, tweede secretaris Th. Dammiaans, Haar
lem, bibliothecaris M. Bonke, Utrecht, auteursrecht
beheerder W. Bakker, Berkhout, en verder de hee
ren J. Everwijn, Rotterdam, S. Jonker, Leeuwar
den, H. Koop. Groningen, J. C. Kleinsman, Henge
lo en S. J. H. Overhand Landberg, Beilen.
Ncflerlaiiflsche Opera-Stichting.
Opvoering van Le Nozze di Figaro.
Als laatste manifestatie der muziek-dramati-
sche kunst in het kader van de Amsterdamsche zo
merspelen zal de Nederlandsche Opera-stichting
een viertal opvoeringen van Mozart's „Le nozze di
Figaro" (De bruiloft van Figaro) organiseeren.
Deze voorstellingen zullen plaats vinden op Za
terdag 28 en Maandag 30 Juni alsmede op Woens
dag 2 en Maandag 7 Juli a.s. in den stadsschouw
burg te Amsterdam.
De muzikale leiding is in handen van Willem van
Otterloo, terwijl het werk ten tooneèle gebracht
wordt door Cees Laseur.
De hoofdrollen worden vertolkt door de dames
Greet Koeman (de gravin), Elisabeth Glastra van
L0011 (Susanna). Gerda Pons (Cherubino), Jeanne
van de Rosière (Marcellina) en Dora Schrama (Bar-
barina), alsmede de heeren Theo Baylé (graaf Al
maviva), Otto Couperus (Figai-o), Johan Lammen
(Bartolo), Jaap Stroomenbergh (Antonio), Chris
Taverne (Don Durzio) en Frans Vroons (Don Ba-
silio). 1
Voorts wordt medewerking verleend door het
Concertgebouworkest, het, koor der Wagnervereeni-
ging en het ballet Yvonne Georgi.
De voorstellingen worden gegeven in de montee
ring, die voor de Wagnervereeniging ontworpen
is en twee jaar geleden voor de eerste maal door
die instelling ter gelegenheid van haar ledenvoor
stellingen gebruikt is.
EXAMENS.
ACADEMISCHE OPLEIDÏNC-
Geslaagd aan de Gëm. Universiteit van Amster
dam voor cand.ex. klassieke letteren: mej. M. J.
Vermeulen. Geslaagd voor het doet. ex. in de eco
nomische wetenschanpen de heeren P. J. van Slo
ten en D. E. A. Teske.
APOTHEKERSASSISTENT
Geslaagd de heer J. Dazert, te Haarlem.
Verduister goed.
Zooals bet moet.
VAN 24 OP 25 JUNI 1941
van 22.06 tot 5,18
Maan op 25 Juni op 6.18
Maan op 25 Juni onder22.12
Braam.
Van het geslacht Rubus bestaat een schier ontel
baar aantal soorten, variëteiten en bastaarden en
toch zijn er, behalve die, welke om de vrucht wor
den gekweekt, maar zeer weinige in de tuinen als
sierplant in gebruik.
if-
f.5?
Rubus ulmifolius
(Foto Hendriks)
De meest voorkomende soorten zijn er eigenlijk
slechts twee, die beide inderdaad zeer mooi zijn,
Het zijn:
Rubus odorata, die zeer groote groene bladeren
heeft en in Juli tot October mooie karmozijn roode
bloemen draagt, en
Rubus spectabilis, die al bloeit in Maart-April
met groote karmijnroode bloemen.
Uit het groote aantal andere mogelijkheden wil
ik een paar bijzonder mooie soorten noemen.
Een buitengewoon mooie struik is Rubus thibeta-
nus. Het is een regelmatig groeiende plant, die de
dunne twijgen naar alle zijden over laat hangen.
Aan die sterk berijpte twijgen staan de sierlijke vrij
kleine, geveerde bladeren, die ongeveer zeven tot
elftallig zijn. De bladeren zijn van onderen blauw
wit getint. De bloemen zijn rood, later iets lichter
gekleurd, de vrucht is zwart-rood, iets berijpt.
Zeer mooi is ook de hiernaast afgebeelde Rubus
ulmifolius. Als vrijstaand exemplaar in een park
of grooten tuin voldoet deze uitstekend. Het is een
zeer breede struik met sterk afstaande, in bogen
afhangende twijgen. Waar die twijgen den grond
raken, wortelen ze aan den top. De bladeren zijn
drie tot vijftallig. Ieder van die blaadjes heeft
eenigszins het model van een iepenblad. In Juni
bloeit de plant met rose-roode bloemen, in op
staande trossen. In den bloeitijd is het een opval
lend mooi boompje, met de leerachtige, donker
groene bladeren en zijn grooten rijkdom aan rose
bloemen. De vruchten zijn glanzend zwart.
Bovendien kan Rubus ulmifolius zeer goed als
klimplant worden aangewend.
Ook Rubus Kinkianus is als klimplant te gebrui
ken en we vinden hem zelfs meestal in dien vorm.
We moeten er wel aan denken, dat hij een zonnige
beschutte standplaats verlangt. De bladeren zijn
mooi donkergroen, maar vooral de bloemen zijn
van een buitengewone schoonheid. In Juli-Augus-
tus verschijnen de mooie, halfgevulde, zuiver witte
bloemen, die wel drie centimeter in doorsnee kun
nen worden en in rechtopstaande, veelbloemige
trossen zijn gerangschikt.
Een muur met zoo'n Rubus Linkianus in vollen
bloei bedekt is een waar feest voor het oog.
A. J. D.
2)
door
THEA BLOEMERS.
Door het verminderen van de vaart werden de
beide meisjes bijna gelijktijdig wakker.
„O. we zijn er", riep Constance van Zuylen, „we
zijn er. Dit moet Rieseloo zijn!"
„Wat doet u in vredesnaam? Blijf staan...."
stiet Nora verschrikt uit.
Maar het was al te laat.
Suffig van slaap en misschien ook van pijn, was
het arme meisje, dat onderweg zooveel te lijden
had gehad opgestaan, liep het compartiment door,
opende het portier aan de zijde waar de andere
rails liepen, stapte in haar halve verdooving uit
en viel op de spoorbaan. Uit de duistere diepte
steeg een kreet van doodsangst omhoog.
Verbijsterd van ontzetting, zich nauwelijks be
wust van wat ze deed, schreeuwde het andere
meisje om hulp. Met wezenlooze oogen zocht ze
naar de noodrem 'en trachtte de aanwijzing voor
het gebruik te ontcijferen, maar niets drong helder
tot haar bewustzijn door dan het feit, dat haar
reisgenoote uit den trein was gevallen en in
levensgevaar verkeerde.
Toen gebeurde het: langs de rails waarop het
ongelukkige meisje gevallen was, kwam een trein
aandenderen.
„Stop, in 's hemelsnaam stop!" Een waanzinfiig
gegil steeg op uit de coupé, waarvan een portier
openhing en waarin een jong meisje verwilderd
heen en weer liep. „Stop, in Godsnaam, stop
toch!"
Andere roepende stemmen mengden zich in de
kreten van het wanhopige meisje. De machinist
van den sneltrein, d:e bemerkte dat er iets niet
in den haak was. remde uit alle macht, maar hij
kon niet verhinderen dat zijn trein pas een paar
honderd meter voorbij de plaats van het ongeluk
tot staan kwam. Toen de avondtrein uit Amster
dam juist buiten het station Veldhuizen stopte,
gingen een aantal passagiers en beambten haastig
langs de spoorlijn terug om te zoeken naar de
overblijfselen van een vrouwengestalte, die ver
schillende reizigers, die bij het naderen van hun
bestemming naar buiten hadden gekeken, hadden
zien vallen, want het stond vrijwel vast dat ze
door den trein uit de tegenovergestelde richting
vermorzeld moest zijn. Anderen liepen langs de
coupés om te trachten inlichtingen te verkrij
gen van de inzittenden.
Maar ze werden niets gewaar voor ze aan een
compartiment kwamen, waarvan het portier aan den
verkeerden kant openstond en slechts daaruit kon
den ze afleiden dat hier het ongeluk gebeurd moest
zijn, want uit het meisje, dat wanhopig snik
kend in de coupé zat. was geen woord te krijgen,
ze huilde maar. Onbedaarlijk en hartverscheurend;
ze scheen door de tragische gebeurtenis geheel
van streek te zijn. Met moeite slaagde een conduc
teur erin haar kaartje te zien te krijgen en toen
het bleek dat ze naar Rieseloo moest, besloot het
treinpersoneel haar daarheen te brengen. Twee
beambten bleven bij haar in de coupé.
Ze werd wat kalmer en leunde achterover met
gesloten oogen. De tranen drupten nog over haar
wangen, maar over haar lippen kwam geen ge
luid.
Toen de trein in het station van Rieseloo stopte,
bleef ze onbeweeglijk zitten; ze scheen er niet aan
te denken om uit te stappen en evenmin iets te
merken van het feit dat het publiek in grooten
getale samendrong voor haar coupé.
„Het schijnt juffrouw van Zuylen te zijn. de
kleindochter van mijnheer Eduard. Ze verwachten
haar op het buiten", zei een stem.
En verscheidene andere stemmen klonken in
antwoord op deze opmerking:
„En hier is mijnheer Walther van Zuylen. die
loopt naar haar te zoeken".
„Is er nog iemand anders in den trein?", vroeg
een krachtige bevelende stem cn een breedge
schouderde jongeman vertoonde zich. Hij had in
alle, nu leeggeloopen compartimenten gekeken en
naderde den coupé waarin het meisje zat.
„Is dat juffrouw van Zuylen?", vroeg hij.
„Ik kan het niet zeggen, meneer", antwoordde
een conducteur. „Er is een verschrikkelijk on
geluk gebeurd vlakbij het station Veldhuizen".
En hij gaf den zoekenden man een kort verslag
van wat er was voorgevallen.
Walter van Zuylen was diep geschokt door wat
hij hoorde. Hij bedekte een oogenblik zijn oogen
me tde hand en keek toen in he tbleeke gezicht
van het meisje, dat nog steeds met gesloten oogen
en betraande wangen in de kussens achterover
leunde.
„Ik geloof dat het mijn nichtje is", zei hij na
een poosje. „Ik heb haar wel nooit ontmoet, maar
ik heb een portret van haar gezien. Ze moet het
wel zijn".
„Constance! Constance!"
Langzaam opende ze de oogen en keek den jon
geman verbaasd en verward aan.
„Constance", ging hij voort, „ik kom je afhalen;
ik ben je neef. Wil je niet uitstappen en met me
meegaan? De auto wacht voor het station".
Het meisje zat den jongeman nog steeds ver
bijsterd aan te staren. Eindelijk opende ze haar
mond en handenwringend en wanhopig stmelde
ze: „O, u weet niet wat er gebeurd is! Een meisje
waarmee ik reisde is onder het rijden aan den ver
keerden kant uit den trein gestapt en viel in
het donker op de rails. En toen kwam er van den
anderen kant ook een trein aan!" Ze snakte naar
adem en hijgend herhaalde ze: „er kwam van den
anderen kant ook een trein aan...."
„Ja, Constance, ik heb het gehoord. En riep jij
om hulp?" Hij sprak op ernstigen toon en er was
iets in zijn stem dat haar aanmoedigde voort te
gaan.
„Ja, er kwam een trein aan", zei ze voor den
derden keer. „Ik probeerde te schreeuwen
maar hij stopte niet. Hij kwamsteeds dich
terbij. En ik schreeuwde uit alle macht en ik hooide
ook anderen schreeuwen en tegen den machinist
roepen dat hij stoppen moest. Maar het kon niet
meer! Het kon niet meer!" Haar stem brak, toen
ze hakkelend vortging: „De trein moet over het
arme kind heengegaan en haar vermorzeld heb
ben".
„Ja kind, ik heb het gehoord". Walter van
Zuylen's stem drukte diep medelijden uit. „Wat
een vreeselijk ongeluk! En was jij alleen met haar
in de coupé? Wat moet dat een vrèeselijke schrik
voor je zijn geweest!"
„O', het was gruwelijk. Die gil, toen ze op de
rails viel, zal ik mijn leven lang hooren. O,
genadige hemel!"
En weer barstte ze in een zenuwachtige huilbui
uit
„Kom", zei de jongeman zacht, maar toch met
iets van den autoritairen klank, die altijd in zijn
stem scheen te zijn. „Kom, de auto wacht buiten.
We kunnen dat arme meisje niet helpen door hier
te blijven. Kom Constance".
Het kostte Nora zichtbaar moeite om zich te
'oeheersehen, maar ze nam zijn hand en liet zich
door haar begeleider uit den coupé helpen. Leunend
op zijn arm liep ze over het perron en voetje voor
voetje bereikten ze den stationsuitgang, waar een
groote limousine stond te wachten.
Walter hielp haar in den wagen, riep den chauf
feur toe: „Naar huis!", zette zich naast het meisje
en trok het portier achter zich dicht.
Het groepje menschen dat het tweetal was ge
volgd, bleef op het stationsplein den snel-weg-
rijdenden auto staan nakijken. Het moest een heele
schok geweest zijn voor zoo'n jong meisje, daar
over waren allen het eens, en de rijkdom van haar
grootvader had haar voor deze narigheid niet kun
nen bewaren.
„Ja", merkte een juffrouw wijsgeerig op,
„ellende gaat aan niemand voorbij: hoog of laag,
arm of rijk. Er zijn dingen, waartegen geld oko
niet helpt".
„Dat kan allemaal wel waar zijn", antwoordde
een man uit de groep, „maar dat neemt niet weg.
dat ik toch maar wou dat ik de duiten van den
ouden Eduard van Zuylen had! Als je dan toch
narigheid moet hebben, kun je er beter tegen als je
een paar centen in je zak hebt!"
Dat bleken de meeste omstanders met den laatsten
spreker eens te zijn en een van hen, met zijn
vinger wijzend in de richting waarin de auto was
weggereden zei:
„De jongedame is naar een plaatsje gegaan
waar ze gemakkelijk troost zal vinden!"
„Maar nauwelijks zal een van hen die rijkdom
men verzamelt op aarde, binnengaan in het Ko
ninkrijk der Hemelen!", riep een diepe, angst-aan
jagende stem en een groote, spookachtige man
voegde zich bij de groep.
„Drommels, daar heb je Jeremia", zei de vrouw
verschrikt.
„Zeg Jeremia", riep een jongen spottend, „we
hebben een mooi onderwerp voor. een van je boet-
predicaties", en haastig deed hij den ouden man
het verhaal van wat er in den avondsneltrein uit
Amsterdam voorgevallen was, hoe er twee meisjes
in den zelfden coupé hadden gezeten en een daar
van omgekomen was en de andere gespaard ge
bleven.
De uitwerking van het nieuws op „Jeremia'
hij was een, overigens onschuldig en daarom
door de politie geduld, soort straattype, die deze
oudtestamentische bijnaam dankte aan de sombere
vermaningen welke hij tot de voorbijgangers placht
te richten, schoon hij bij den Burgerlijken Stand
als Dirk te boek stond was anders dan de
spreker en de omstanders gedacht hadden. Het
bleek dat hij naar het station was gekomen om
een kleindochter van den trein te halen en dat hij
overal in den trein verseefsch naar haar had ge
zocht en daarom vroeg hij hoe het meisje heette,
dat op zoo'n ongelukkige manier den dood had
gevonden.
Niemand kon het hem echter zeggen, maar toen
hij daarop naar het bureau 'van den stationschef
ging, hoorde hij dat er van het station Veldhuizen
getelegrafeerd was, dat het zwaarverminkte
lichaam van het slachtoffer was gevonden. In haar
hand was een zakdoek geklemd geweest, waarop
den naam: „N. Verkerk".
(Wordt vervolgd)..