Bonnen die thans geldig zijn: Rubus. Wfmk Leugens om bestwil... DINSDAG 24 JUNI '1941 BÏÏSEEM'S DAGBLAD '4 De Schermer Rederijkerskamer „Aurora" te Stompeloren is in het bezit gekomen van een oud-llollandschcn boerenwagen, waarmee de leden Zondag in oud-ilollaudsch costuuni een tochtje naar Wijdenes maakten, waar boeren dansen werden uitgevoerd. (Foto Pax Holland) Haarlemsche Politierechter Ruzie om een uitgaansavond. Op 22 Maart van dit jaar kregen een mevrouw en baar kinderjuffrouw hevig ongenoegen over een uit gaansavond. welke ruzie uitliep op een klap, die mevrouw het meisje op den rechterwang toediende. Gezegde wang was den volgenden morgen nog rood. Het werd een Politierechterzaak. De kinderjuffrouw, die thans in betrekking is in een ziekenhuis te Keulen en expres de reis naar Haarlem had moeten maken om als getuige op 1e treden, deed een omstandig verhaal van het gebeurde en van wat er aanleiding toe gaf. De kinderjuffrouw had Dinsdag, Donderdag, Za terdag en Zondag een uitgaansavond, maar nu ge schiedde het dat op een Zaterdag mevrouw tot haar zeide: ..Je kunt van avond niet uitgaan, want ik ga zelf'. Dit schikte de kinderjuffrouw in het geheel niet. want zij had op den Donderdag, daaraan voorafgaand, al een afspraak gemaakt met twee heeren om naar de bioscoop te gaan en de kaarte^ waren al genomen. Dit zeide zij echter niet aan haar mevrouw. D i e deel de zij mede dat zij op een nieuwe betrekking uit moest. (Later verklaarde zij aan de politie dat dit slechts „een leugentje om bestwil was geweest.) Tij dens het verdere onderhoud zeide getuige tegen mevrouw: „Ik zou je ik weet niet wat kunnen doen!" Waarop mevrouw ook flink boos werd en de kinder juffrouw een tik op haar wang gaf. Toen zei ge tuige: „Ik ga naar de politie". Het geen zij deed. Op een vraag van den Politierechter zeide mevrouw dat zij Woensdag al het meisje had medegedeeld dat zij Donderdag en Zaterdag niet kon uitgaan en dus die dagen moest omruilen. Mevrouw had nl. nog een meisje als dienstbode in dienst. De Officier van Justitie bracht de kinderjuffrouw onder het oog, dat haar dienstbetrekking vóórging, waarop zij antwoordde: „Uitgaansavonden gaan óók voor!" Hetgeen onlogisch was, daar van twee dingen er slechts cén kan voorgaan. De dienstbode, thans ook in hetzelfde ziekenhuis in Keulen in betrekking, deed een ongeveer gelijklui dend verhaal. Tegen één uitdrukking, die zij bezigde, had de Politierechter bezwaar. Zij zeide nl. „De kin derjuffrouw kon niet uitgaan, omdat mevrouw Za terdag haar uitgaansavond had. „Wat zegt u?" vroeg de Politierechter. „Hebben de mevrouwen nu ook al hun uitgaansavonden? Dat heb ik nog nooit gehoord." Waarop get. zichzelf verbe terde „Mevrouw zou dien avond uitgaan." Al had de eerste getuige verklaard dat mevrouw den laatsten tijd erg op haar zenuwen werkte, de Officier van Justitie zag in haar een meisje, wier haan altijd koning moest kraaien. Dat mevrouw hiertegen opkwam, achtte spr. begrijpelijk. Intus- schen: de klap ging te ver. De eisch luidde f 10 boete of 10 dagen hechtenis. De Politierechter overwoog, dat een en ander in een opgewonden toestand geschied was en maakte er f 7.50 boete of 4 dagen hechtenis van. Valsche distributiebon. Een moeder van 12 kinderen, 55 jaar oud, betrad nu het verdachtenbankje. Twee van haar dochters hadden zich bezig gehouden met het aan elkaar plak ken van bons, waardoor „nieuwe", maar natuurlijk vervalschte, bons ontstonden. De moeder had dit gezien, maar niet belet Integendeel: toen een an dere dochter, een 13-jarig meisje, den volgenden dag boodschappen ging doen en zeide: „Ik zal die bon, die wij gemaakt hebben, ook meenemen", was het antwoord van de moeder geweest: „Probeer het maar!" Maar het bleef bij probeeren, want in den winkel, waar het meisje den bon voor „echt" trachtte te ge ven, werd het bedrog ontdekt. Daar verdachte eerst nog getracht had zoowel den Officier van Justitie als den Politierechter wat voor te jokken, had de Officier „het haar graag met ge vangenisstraf willen inpeperen", maar daar zij ten slotte alles toegaf, bleef het bij een boete en veroor deelde de Politierechter haar. wegens medeplichtig heid aan valschheid in geschrifte, tot f 10 boete of 10 dagen. Het gezinsinkomen. Het gezinsinkomen moet aan Maatschappelijk Hulp betoon eerlijk opgegeven worden. Dit ondervond ook weer een gesteunde, die verschillende malen zijn ge- zinsinkomstenbiljet voor M.H. te Haarlem veel te laag had ingevuld en zoo in totaal f 298.89 aan bruto- inkomsten had verzwegen. Bij verstek werd hij hiervoor tot 2 weken gevange nisstraf veroordeeld. P. E. Bredée. Te Haarlem is in den ouderdom van 77 jaar overle den de heer P. E. Bredée, oud-schoolopziener. De heer Bredée werd 21 April 1864 te Soest gebo ren; hij studeerde aan de Normaallessen te Amers foort voor onderwijzer. In. 1892 ging hij als onderwij zer bij het lager onderwijs naar Nederlandsch-Indië, waar hij ook hoofd werd. In 1913 keerde de heer Bredée naar Nederland terug en vestigde zich te Winschoten, waar hij tot arrondissements-schoolop- ziener benoemd werd. Hier bleef hij tot 1919 en na een korten tijd in dezelfde functie te Beverwijk werk zaam te zijn geweest werd hij als arrondissements schoolopziener te Haarlem benoemd. In 1923 volgde zijn benoeming als zoodanig te. Rotterdam, waar hij in 1929 gepensionneerd werd. Hij vestigde zich toen te Haarlem. De teraardebestelling zal plaats hebben op Don derdag 26 Juni. des middags twaalf uur, op de Alge- meene Begraafplaats te Heemstede. BONDSRAAD NEDERLANDSCHE BRIDGEBOND. Op den in Den Haag gehouden jaarlijkschen bondsraad van den Ned. Bridgebond werd door den secretaris-pen ningmeester verslag uitgebracht over het afgeloopen hondsjaar. Niettegenstaande de ongunstige tijdsomstandig heden kon zóó op de uitgaven worden bezuinigd, dat de zoozeer verminderde inkomsten juist voldoende bleken te zijn om de kosten, verbonden o.a. aan het in stand houden van het bondsbureau, te dekken. De aftredende leden van het bondsbestuur, de heeren W. B. Buma te Aerdenhout en A. Vernède in Den Haag, werden bij acclamatie herkozen. In de plaats van den heer A. v. d. Bokke, die zich niet herkiesbaar stelde, werd de heer V. Tromp te Amsterdam gekozen. De begrooting voor het seizoen 1941/'42 werd goedgekeurd. Telegram van Mussert aan den Fiilirer. 's-GRAVENHAGE. 23 Juni.(A.N.P.) De leider der N-S.B. heeft op 22 Juni 1941 het volgende telegram aan den Führer gezonden: Aan den Führer Adolf Hitler, Führerhauptquartier. In dit beslissende uur, waarin de strijd van het nationaal-socialistische en fascistische Europa tegen zijn bolsjewistischen doodsvijand is begonnen, is het mij een voorrecht aan U, Führer aller Germanen, de plechtige gelofte te kunnen afleggen, dat de Na- tionaal-Socialistische Beweging in Nederland on verpoosd en krachtig haar taak zal voortzetten het Nederlandsche volk te winnen voor de nationaal- socialistische idee en daarmede voor het nieuwe Europa. Namens mijn duizenden strijdende kameraden meld ik U, dat zij zich door niemand in trouw zullen laten overtreffen en dat zij zich in zuilen zetten voor de gemeenschappelijke overwinning. God beschèrme U en geve aan Uwen strijd om het voortbestaan van Europa Zijn onmïsbaren zegen. MUSSERT. Engelsche luchtaanvallen. 's-GRAVENHAGE, 23 Juni. In het afgeloo pen weekeinde vlogen hier en daar Engelsche vlieg tuigen boven ons gebied. Eenige brisant- en brand bommen werden neergeworpen. Naar verhouding was de schade ternauwernood vermeldenswaard. Op een plaats werd een boerenhoeve door een brandbom ge troffen en liep schade op. Op een andere plaats werd een winkel eenigermate beschadigd. (A.N.P.) FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf Co N V., Amsterdam). SURSEANCE VAN BETALING: 16 Juni 1941 is verlenging van surséance van betaling verleend aan Mattheus Verdegaal, bloembollenkweekcr, Noordwijkerhout, voor den tijd van andérhalf jaar. 18 Juni 1941 ïs de aan Klaas Coster Roelofszoon, mole naar en koopman wonende te Staphorst G. 4. bij beschik king van 17 Januari 1940 definitief verleende surséance van betaling verleend voor den tijd van andrrhalf jaar. UITGESPROKEN: 19 Juni: J. K. van Alfen. wonende te Amsterdam. Bil- derdijkkade no. 27-27a. Recht. Comm. Mr. W. M. A. Weit- jens, Cur. Mr. W. B. Meyboom, Prinsengracht 460. Am sterdam. 19 Juni. Jacob Post. caféhouder. De Rijp. Recht. Comm. Mr. .T. Krabbe, Cur. Mr. E. H. J. Wijnne, Alkmaar. Nas- saulaan 18. 19 Juni. Anna Maria Schermer, echtgen. v H J Smits. Hoorn. Koepoortsweg. Recht. Comm. Mr. W. A. Ubbens. Cur. Mr. J. P. Windhausen. Hoorn. Groote Oost. 19 Juni. A. G. v. d. Velden, vroeger caféhouder te Wa- geningen. wonende te Arnhem, Kastanjelaan 2. Recht. Comm. Mr. F. M. Pleyte, Cur. Mr. J. G. de Vries Robbê Jr., Arnhem, Jansbuitensingel 32. 19 Juni. H. Uilenburg, rijwielhandelaar, Leeuwarden, Eewal 72. Recht. Comm. Mr. H. W. A. Schipperljn, Cur. Mr N. Heemskerk, Leeuwarden. OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF: 16 Juni. A. W. J. van Kampen. Den Haag. 18 Juni. R. Smit, arbeider, Eindhoven. 18 Juni. T. Davelaar Sr., Harmeien. 19 Juni. J. J. Moens. Amsterdam. 19 Juni. H. Niedermeijer, Amsterdam. 19 Juni. G. van Mil. bakker, Niftrik. GEDEPONEERDE UITDEELINGSLIJSTEN 11 Juni. Mevr. A. Trommel, echtgenoote van Joh. Prén- ger, Soestdijk. Geëindigd door het verbindend worden der uitdeelingslijst, na gedaan verzet, uitkeering 19,035 °'o. 14 Juni. de Christelijke Vereeniging „Buitenzorg", ge vestigd te Soest, kantoorhoudende te Zeist. Geëindigd door het verbindend worden der uitdeelingslijst. Ultk. 4.4884 °/o. 16 Juni. C. J. J. Wouters, weduwe van W. A. Martens, Bergen Op Zoom, handelende onder den firmanaam W. A. Martens. Uitk. 12 conc. 17 Juni. H. Veeken Antzn., landbouwer, Standdaarbuiten. Uitk. 11,935 aan conc. crediteuren. 18 Juni. J. M. Faassen. grossier, Tegelen. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. Ultk. 7.6805 H. Th. E. M. Speelder, Amsterdam. Idem, Uitk. 2,67 Voor de Kinderen (Teekeningen H. Kannegieter). GESTOORDE RUST. Hè. wat is dat toch vervelend, nauw'lijks lig je even stil, of er is alweer iets anders, dat je slaap verstoren wil. Als de menschen uit het huis zijn kruip je op den divan gauw. maarhè. wat is dat getjïep toch, juist wanneer je slapen wou? Teddy gaat eens even kijken. Waar komt dat geluid vandaan? Zijn er vreemden in den tuin soms, die hu moet verjagen gaan? O, het is vriend Jan, zijn baasje, die haalt water uit de pomp. Ja, dat kan hij niet ver bieden, toch vindt Trlx het aardig lomp. AARDAPPELEN. BON 07. T.m. 29 Juni: 2 kg. BOTER- OF VETKAART. BONS 19 en 20. T.m. 29 Juni. 250 gr. boter p. bon. Vetkaart reductie BROOD. GEBAK. BON 23. T.m. 6 Juli 200 gr brood of 2 rantsoe nen gebak. BON 9 (Bloemkaart) T.m 13 Juli: 50 gr. brood of V2 rantsoen gebak. EIEREN (Bonkaart Alg.) BON 37. T.m. 29 Juni 1 ei BON 99. T.m 6 Juli 1 ei. MEEL EN GRUTTERS WAREN. (Bonkaart Alg.) BON 43. T.m. 13 Juli- 250 gr rijst, rijstemeel. rijstebloem of grutte- meel. BON 44. T.m. 10 Augs 250 gr havermout, ha vervlokken, haverbloem. aardappelmeel vlokken, gort. gortmeel of grutten BON 45. T.m 10 Augs: 250 gr. gort, gortmout of grutten BON 54. T.m. 10 Augs. 100 gr macaroni, vermi celli of spaghetti. BON 55. T.m. 10 Augs 100 gr maizena, gries- meel, sago. aardappel meel of puddingsaus- poeder. BON 9 (Bloemkaart) Tm 13 Juli' 35 gr meel of bloem SUIKER. (Bonkaart Alg.) BON 56. T.m. 6 Juli 1 kg PETROLEUM. Bon 11 (Bonkaart M en O) t.m. 10 Augs.: 2 L. KAAS. (Bonkaart Algem.) BON 67 en 77. Tm 29 Juni. 100 gr. per bon. BON 68 en 78. T m. 13 Juli- 100 gr. per bon. 5IEERZEEP ENZ. BON K (Textielkaart) T.m 31 Aug.: 50 gr VLEESCH EN VLEESCH- WAREN. BON 20 „vleesch". T.m. 1 Juli: 50 gr. vleesch. BON 20 „vleeschwaren" T.m. 1 Juli Vz rantsoen PEULVRUCHTEN. (Bon kaart Algemeen). BON 57. T.m. 6 Juli: 500 gr. MELK BON 22. Tm. 29 Juni 1 Yi L. melk. KOFF1ESURROGAAT EN THEE. (Bonkaart Algem BON 46. T.m 20 Juli 250 gr. koffiesurrogaat of 40 gr thee. ZEEP. iBonkaart Algem.) BON 35. T.m 29 Juni 150 gr toiletzeep, 120 gr huishoudzeep. 200 gr. z zeep. (oude samenstel ling). 150 gr. z. zeep 300 gr. z zeeppasta, 250 gr zeeppoeder. 125 gr zeepvlokken. 250 gr zelfwerkende wasehmid- delen, 200 gr. vloeibare zeep of 600 gr. wasch- poeder BRANDSTOFFEN. Bonkaart Haarden en Kachels t.m. 31 Dec. Bonnen 01, 02, 03 per bon 1 eenheid vaste brand stof. Bonnen 05, 06, 07: 1 eenheid turf. Bonkaart Haarden en Kachels K t.m. 31 Dec. Bonnen 01, 02, 03, 04 per bon 1 eenheid vaste brandstof. Bonnen 05, 06, 07. 08: 1 eenheid turf. Bonkaart Centrale Ver warming L t.m. 31 Dec. Bonnen 0111 per bon 1 eenheid vaste brand stof. Bonkaart „Erandstoffen één eenheid tot 1 Mei 1942 1 eenheid vaste brandstof. HONDENBROOD. BON 14. T.m. 30 Juni: Groep 1 en 2: 10 Kg; Gr 3- 8 Kg; Gr. 4: 5 Kg; Gr 5- 4 Kg: Gr. 6: 3 Kg. 'KATTENBROOD. BON 14. T.m. 30 Juni: W, Kg Nieuwe burgemeester van Aalsmeer Benoemd de heer H. W. F. Kolb. Bij besluit van de Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken is H. W. F. Kolb, met ingang van I Juli 1941 tot burgemees ter der gemeente Aalsmeer benoemd, onder toe kenning van gelijktijdig eervol ontslag als burge meester der gemeente Zuid- en Noord-Schermer. NEDERLANDSCHE AMATEUR TOONEEL UNIE. UTRECHT, 23 Juni. Zaterdag en Zondag had alhier de algemeene vergadering plaats van de Ne derlandsche Amateur Tooneel Unie, waar de voor zitter van het voorloopige hoofdbestuur, mr. J. de Blieck, een openingsrede hield, waarin hij een korte samenvatting gaf van de drijfveer voor het tot stand komen van deze landelijke organisatie voor het amateur tooneel. Het hoofdbestuur werd als volgt samengesteld: voorzitter mr. J. de Blieck, Utrecht, secretaris H. Jongsma, Den Haag, penningmeester J. Ruiter, Amsterdam, tweede voorzitter Jacques Thiel, Rot terdam, tweede secretaris Th. Dammiaans, Haar lem, bibliothecaris M. Bonke, Utrecht, auteursrecht beheerder W. Bakker, Berkhout, en verder de hee ren J. Everwijn, Rotterdam, S. Jonker, Leeuwar den, H. Koop. Groningen, J. C. Kleinsman, Henge lo en S. J. H. Overhand Landberg, Beilen. Ncflerlaiiflsche Opera-Stichting. Opvoering van Le Nozze di Figaro. Als laatste manifestatie der muziek-dramati- sche kunst in het kader van de Amsterdamsche zo merspelen zal de Nederlandsche Opera-stichting een viertal opvoeringen van Mozart's „Le nozze di Figaro" (De bruiloft van Figaro) organiseeren. Deze voorstellingen zullen plaats vinden op Za terdag 28 en Maandag 30 Juni alsmede op Woens dag 2 en Maandag 7 Juli a.s. in den stadsschouw burg te Amsterdam. De muzikale leiding is in handen van Willem van Otterloo, terwijl het werk ten tooneèle gebracht wordt door Cees Laseur. De hoofdrollen worden vertolkt door de dames Greet Koeman (de gravin), Elisabeth Glastra van L0011 (Susanna). Gerda Pons (Cherubino), Jeanne van de Rosière (Marcellina) en Dora Schrama (Bar- barina), alsmede de heeren Theo Baylé (graaf Al maviva), Otto Couperus (Figai-o), Johan Lammen (Bartolo), Jaap Stroomenbergh (Antonio), Chris Taverne (Don Durzio) en Frans Vroons (Don Ba- silio). 1 Voorts wordt medewerking verleend door het Concertgebouworkest, het, koor der Wagnervereeni- ging en het ballet Yvonne Georgi. De voorstellingen worden gegeven in de montee ring, die voor de Wagnervereeniging ontworpen is en twee jaar geleden voor de eerste maal door die instelling ter gelegenheid van haar ledenvoor stellingen gebruikt is. EXAMENS. ACADEMISCHE OPLEIDÏNC- Geslaagd aan de Gëm. Universiteit van Amster dam voor cand.ex. klassieke letteren: mej. M. J. Vermeulen. Geslaagd voor het doet. ex. in de eco nomische wetenschanpen de heeren P. J. van Slo ten en D. E. A. Teske. APOTHEKERSASSISTENT Geslaagd de heer J. Dazert, te Haarlem. Verduister goed. Zooals bet moet. VAN 24 OP 25 JUNI 1941 van 22.06 tot 5,18 Maan op 25 Juni op 6.18 Maan op 25 Juni onder22.12 Braam. Van het geslacht Rubus bestaat een schier ontel baar aantal soorten, variëteiten en bastaarden en toch zijn er, behalve die, welke om de vrucht wor den gekweekt, maar zeer weinige in de tuinen als sierplant in gebruik. if- f.5? Rubus ulmifolius (Foto Hendriks) De meest voorkomende soorten zijn er eigenlijk slechts twee, die beide inderdaad zeer mooi zijn, Het zijn: Rubus odorata, die zeer groote groene bladeren heeft en in Juli tot October mooie karmozijn roode bloemen draagt, en Rubus spectabilis, die al bloeit in Maart-April met groote karmijnroode bloemen. Uit het groote aantal andere mogelijkheden wil ik een paar bijzonder mooie soorten noemen. Een buitengewoon mooie struik is Rubus thibeta- nus. Het is een regelmatig groeiende plant, die de dunne twijgen naar alle zijden over laat hangen. Aan die sterk berijpte twijgen staan de sierlijke vrij kleine, geveerde bladeren, die ongeveer zeven tot elftallig zijn. De bladeren zijn van onderen blauw wit getint. De bloemen zijn rood, later iets lichter gekleurd, de vrucht is zwart-rood, iets berijpt. Zeer mooi is ook de hiernaast afgebeelde Rubus ulmifolius. Als vrijstaand exemplaar in een park of grooten tuin voldoet deze uitstekend. Het is een zeer breede struik met sterk afstaande, in bogen afhangende twijgen. Waar die twijgen den grond raken, wortelen ze aan den top. De bladeren zijn drie tot vijftallig. Ieder van die blaadjes heeft eenigszins het model van een iepenblad. In Juni bloeit de plant met rose-roode bloemen, in op staande trossen. In den bloeitijd is het een opval lend mooi boompje, met de leerachtige, donker groene bladeren en zijn grooten rijkdom aan rose bloemen. De vruchten zijn glanzend zwart. Bovendien kan Rubus ulmifolius zeer goed als klimplant worden aangewend. Ook Rubus Kinkianus is als klimplant te gebrui ken en we vinden hem zelfs meestal in dien vorm. We moeten er wel aan denken, dat hij een zonnige beschutte standplaats verlangt. De bladeren zijn mooi donkergroen, maar vooral de bloemen zijn van een buitengewone schoonheid. In Juli-Augus- tus verschijnen de mooie, halfgevulde, zuiver witte bloemen, die wel drie centimeter in doorsnee kun nen worden en in rechtopstaande, veelbloemige trossen zijn gerangschikt. Een muur met zoo'n Rubus Linkianus in vollen bloei bedekt is een waar feest voor het oog. A. J. D. 2) door THEA BLOEMERS. Door het verminderen van de vaart werden de beide meisjes bijna gelijktijdig wakker. „O. we zijn er", riep Constance van Zuylen, „we zijn er. Dit moet Rieseloo zijn!" „Wat doet u in vredesnaam? Blijf staan...." stiet Nora verschrikt uit. Maar het was al te laat. Suffig van slaap en misschien ook van pijn, was het arme meisje, dat onderweg zooveel te lijden had gehad opgestaan, liep het compartiment door, opende het portier aan de zijde waar de andere rails liepen, stapte in haar halve verdooving uit en viel op de spoorbaan. Uit de duistere diepte steeg een kreet van doodsangst omhoog. Verbijsterd van ontzetting, zich nauwelijks be wust van wat ze deed, schreeuwde het andere meisje om hulp. Met wezenlooze oogen zocht ze naar de noodrem 'en trachtte de aanwijzing voor het gebruik te ontcijferen, maar niets drong helder tot haar bewustzijn door dan het feit, dat haar reisgenoote uit den trein was gevallen en in levensgevaar verkeerde. Toen gebeurde het: langs de rails waarop het ongelukkige meisje gevallen was, kwam een trein aandenderen. „Stop, in 's hemelsnaam stop!" Een waanzinfiig gegil steeg op uit de coupé, waarvan een portier openhing en waarin een jong meisje verwilderd heen en weer liep. „Stop, in Godsnaam, stop toch!" Andere roepende stemmen mengden zich in de kreten van het wanhopige meisje. De machinist van den sneltrein, d:e bemerkte dat er iets niet in den haak was. remde uit alle macht, maar hij kon niet verhinderen dat zijn trein pas een paar honderd meter voorbij de plaats van het ongeluk tot staan kwam. Toen de avondtrein uit Amster dam juist buiten het station Veldhuizen stopte, gingen een aantal passagiers en beambten haastig langs de spoorlijn terug om te zoeken naar de overblijfselen van een vrouwengestalte, die ver schillende reizigers, die bij het naderen van hun bestemming naar buiten hadden gekeken, hadden zien vallen, want het stond vrijwel vast dat ze door den trein uit de tegenovergestelde richting vermorzeld moest zijn. Anderen liepen langs de coupés om te trachten inlichtingen te verkrij gen van de inzittenden. Maar ze werden niets gewaar voor ze aan een compartiment kwamen, waarvan het portier aan den verkeerden kant openstond en slechts daaruit kon den ze afleiden dat hier het ongeluk gebeurd moest zijn, want uit het meisje, dat wanhopig snik kend in de coupé zat. was geen woord te krijgen, ze huilde maar. Onbedaarlijk en hartverscheurend; ze scheen door de tragische gebeurtenis geheel van streek te zijn. Met moeite slaagde een conduc teur erin haar kaartje te zien te krijgen en toen het bleek dat ze naar Rieseloo moest, besloot het treinpersoneel haar daarheen te brengen. Twee beambten bleven bij haar in de coupé. Ze werd wat kalmer en leunde achterover met gesloten oogen. De tranen drupten nog over haar wangen, maar over haar lippen kwam geen ge luid. Toen de trein in het station van Rieseloo stopte, bleef ze onbeweeglijk zitten; ze scheen er niet aan te denken om uit te stappen en evenmin iets te merken van het feit dat het publiek in grooten getale samendrong voor haar coupé. „Het schijnt juffrouw van Zuylen te zijn. de kleindochter van mijnheer Eduard. Ze verwachten haar op het buiten", zei een stem. En verscheidene andere stemmen klonken in antwoord op deze opmerking: „En hier is mijnheer Walther van Zuylen. die loopt naar haar te zoeken". „Is er nog iemand anders in den trein?", vroeg een krachtige bevelende stem cn een breedge schouderde jongeman vertoonde zich. Hij had in alle, nu leeggeloopen compartimenten gekeken en naderde den coupé waarin het meisje zat. „Is dat juffrouw van Zuylen?", vroeg hij. „Ik kan het niet zeggen, meneer", antwoordde een conducteur. „Er is een verschrikkelijk on geluk gebeurd vlakbij het station Veldhuizen". En hij gaf den zoekenden man een kort verslag van wat er was voorgevallen. Walter van Zuylen was diep geschokt door wat hij hoorde. Hij bedekte een oogenblik zijn oogen me tde hand en keek toen in he tbleeke gezicht van het meisje, dat nog steeds met gesloten oogen en betraande wangen in de kussens achterover leunde. „Ik geloof dat het mijn nichtje is", zei hij na een poosje. „Ik heb haar wel nooit ontmoet, maar ik heb een portret van haar gezien. Ze moet het wel zijn". „Constance! Constance!" Langzaam opende ze de oogen en keek den jon geman verbaasd en verward aan. „Constance", ging hij voort, „ik kom je afhalen; ik ben je neef. Wil je niet uitstappen en met me meegaan? De auto wacht voor het station". Het meisje zat den jongeman nog steeds ver bijsterd aan te staren. Eindelijk opende ze haar mond en handenwringend en wanhopig stmelde ze: „O, u weet niet wat er gebeurd is! Een meisje waarmee ik reisde is onder het rijden aan den ver keerden kant uit den trein gestapt en viel in het donker op de rails. En toen kwam er van den anderen kant ook een trein aan!" Ze snakte naar adem en hijgend herhaalde ze: „er kwam van den anderen kant ook een trein aan...." „Ja, Constance, ik heb het gehoord. En riep jij om hulp?" Hij sprak op ernstigen toon en er was iets in zijn stem dat haar aanmoedigde voort te gaan. „Ja, er kwam een trein aan", zei ze voor den derden keer. „Ik probeerde te schreeuwen maar hij stopte niet. Hij kwamsteeds dich terbij. En ik schreeuwde uit alle macht en ik hooide ook anderen schreeuwen en tegen den machinist roepen dat hij stoppen moest. Maar het kon niet meer! Het kon niet meer!" Haar stem brak, toen ze hakkelend vortging: „De trein moet over het arme kind heengegaan en haar vermorzeld heb ben". „Ja kind, ik heb het gehoord". Walter van Zuylen's stem drukte diep medelijden uit. „Wat een vreeselijk ongeluk! En was jij alleen met haar in de coupé? Wat moet dat een vrèeselijke schrik voor je zijn geweest!" „O', het was gruwelijk. Die gil, toen ze op de rails viel, zal ik mijn leven lang hooren. O, genadige hemel!" En weer barstte ze in een zenuwachtige huilbui uit „Kom", zei de jongeman zacht, maar toch met iets van den autoritairen klank, die altijd in zijn stem scheen te zijn. „Kom, de auto wacht buiten. We kunnen dat arme meisje niet helpen door hier te blijven. Kom Constance". Het kostte Nora zichtbaar moeite om zich te 'oeheersehen, maar ze nam zijn hand en liet zich door haar begeleider uit den coupé helpen. Leunend op zijn arm liep ze over het perron en voetje voor voetje bereikten ze den stationsuitgang, waar een groote limousine stond te wachten. Walter hielp haar in den wagen, riep den chauf feur toe: „Naar huis!", zette zich naast het meisje en trok het portier achter zich dicht. Het groepje menschen dat het tweetal was ge volgd, bleef op het stationsplein den snel-weg- rijdenden auto staan nakijken. Het moest een heele schok geweest zijn voor zoo'n jong meisje, daar over waren allen het eens, en de rijkdom van haar grootvader had haar voor deze narigheid niet kun nen bewaren. „Ja", merkte een juffrouw wijsgeerig op, „ellende gaat aan niemand voorbij: hoog of laag, arm of rijk. Er zijn dingen, waartegen geld oko niet helpt". „Dat kan allemaal wel waar zijn", antwoordde een man uit de groep, „maar dat neemt niet weg. dat ik toch maar wou dat ik de duiten van den ouden Eduard van Zuylen had! Als je dan toch narigheid moet hebben, kun je er beter tegen als je een paar centen in je zak hebt!" Dat bleken de meeste omstanders met den laatsten spreker eens te zijn en een van hen, met zijn vinger wijzend in de richting waarin de auto was weggereden zei: „De jongedame is naar een plaatsje gegaan waar ze gemakkelijk troost zal vinden!" „Maar nauwelijks zal een van hen die rijkdom men verzamelt op aarde, binnengaan in het Ko ninkrijk der Hemelen!", riep een diepe, angst-aan jagende stem en een groote, spookachtige man voegde zich bij de groep. „Drommels, daar heb je Jeremia", zei de vrouw verschrikt. „Zeg Jeremia", riep een jongen spottend, „we hebben een mooi onderwerp voor. een van je boet- predicaties", en haastig deed hij den ouden man het verhaal van wat er in den avondsneltrein uit Amsterdam voorgevallen was, hoe er twee meisjes in den zelfden coupé hadden gezeten en een daar van omgekomen was en de andere gespaard ge bleven. De uitwerking van het nieuws op „Jeremia' hij was een, overigens onschuldig en daarom door de politie geduld, soort straattype, die deze oudtestamentische bijnaam dankte aan de sombere vermaningen welke hij tot de voorbijgangers placht te richten, schoon hij bij den Burgerlijken Stand als Dirk te boek stond was anders dan de spreker en de omstanders gedacht hadden. Het bleek dat hij naar het station was gekomen om een kleindochter van den trein te halen en dat hij overal in den trein verseefsch naar haar had ge zocht en daarom vroeg hij hoe het meisje heette, dat op zoo'n ongelukkige manier den dood had gevonden. Niemand kon het hem echter zeggen, maar toen hij daarop naar het bureau 'van den stationschef ging, hoorde hij dat er van het station Veldhuizen getelegrafeerd was, dat het zwaarverminkte lichaam van het slachtoffer was gevonden. In haar hand was een zakdoek geklemd geweest, waarop den naam: „N. Verkerk". (Wordt vervolgd)..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6