BNLwmmtac
f 2,220,000,000.-
IN DEN BAN VAN AMOR.
INSECTEN
ZATER DAG 5 TUCI 1941'
H A 'A R i; E M'S DAGBCA5
8
Robert Schumann en Clara Wieck.
..wy zyn door het Lot voor elkander bestemd...
..Er is een jeugdperiode waarin het hart niet vinden
kan wat het wil, omdat het van verlangen en tranen
uit vreugde niet weet wat hel zoekt; het is dat heillg-
verhevenc. onzegbare Iets, dat de ziel gewaar wordt
van het Geluk, wanneer het oog van den jongeling in
de sterren staart
Zóó schrijft Schumann in zijn dagboek over.
Schumann, zóó schrijft de romanticus die ongewild
natuurlijk ongewild! in dien éénen zin al wat leeft
in de romantische gevoelswereld, heel dat hunke
rend, vurig, heerlijk verlangen naar het verre, he:
eigenste oneigene, het oneigene, eeuwige, naar dé
gelukzalige verlossing van de even gelukzalig-wee
moedige tweespalt tusschen droom en werkelijkheid,
zuiverder wist te vatten dan Welke spitsvondig-psy-
chologiscbe analyse der Romantiek ook. Het hart dat
zoekt en niet weet wat die uitverkoren geluks-
zweving tusschen hemel en aarde, die grootsche klein
heid onder den sterrenhemel dat is de romanticus,
dat is ook Schumann.
En Schumann, weet ge, Schumann geeft zich
occit prijs aan hem, wien de romantiek voorbijge
gaan is. Wie Jean Paul niet bewondert, wie
Chamisso. Brentano, de Schlegels, Novalis of wien
ge noemen wilt uit den kring der romantische groo-
ten niet tot vriend won, mist het romantische oor. om
Schumann te hooren en het romantische hart om als
Schumann te beminnen; voor hem zijn composities
als de „Nuszbaum" als de „Lotosblurflc' als de gc-
heele cyclus „Frauen-Liebe und Leben" van Cha
misso niet getoonzet. Beethoven moogt ge in zyn on
genaakbare grootschheid bewonderen en vereeren,
van Schumann houdt men het dezelfde intensiteit,
waarmee hijzelf zijn leven, zijn zoeken, zijn ver
langen en zijn liefde liefhad;- zijn liefde voor de
Liefde. Zij was het ook, die hem deze zinvolle dag-
boekaanteekeningen influisterde; zelfs was het een
dubbele liefde: Liddy Hempel, Nanni Petsch, twee
snoezige meiskens, lieftalliger waarschijnlijk in de
vermooiende fantasie van den zeventienjarigen Ro
bert Schumann, dan ze in werkelijkheid waren, had
den bem, zonder het tc weten, in den doolhof van
Eros geleid. „Waarom zou men niet blijmoedig in
de droomen. die ons zoo liefelijk het ideaal des har
ten voorspiegelen, een voorproef genieten van de god
delijkheid. die gelukkiger dagen voor ons verbor
gen houden, indien de waarheid van hot oogenblik
droevig is?" Ook dat is een dagboek-ontboezeming
van Schumann. Nu, droevig was zijn jongste ervaring
wel geweest: in twee jaar tijds verloor hij onder
tragische omstandigheden zijn zuster Emilie en zijn
geliefden, zoozeer gelijkgeaarden vader. En juist in
dien tijd zweefden twee sprookjesgestalten, Liddy en
Nanni, zijn leven binnen, heel niet van zins zich daar
langdurig op te houden.Per toeval hielden ze er luttele
maanden verblijf, zonder te beseffen, waar ze waren.
Maar goed dan, Liddy en Nanni brachten Rbbert's
hart in beroering, in tweestrijd zelfs: in zoete be
roering wel te verstaan en in zoet-pijnigenden twee
strijd, terwijl de vurige Robert er zich niet eens
van bewust was, dat al dat blij tumult des harten
Nanni zoo min als Liddy goldt, maar veeleer, ja alleen,
het verlangen buiten zich zelf te treden, zegenend
en gezegend te zijn. op te gaan, in mystieke één
wording. in het Al. Het was de geboorte van de Ro
mantiek in Robert Schumann's leven en daarmee de
geboorte van een onsterfelijke romantische muziek...
Met Liddy danste hij op een Casinobal, duizelig
en lichtelijk verward, maar juichend van hart omdat
hij zich verstout had, heel verstolen haar hand te
drukken en dien handdruk o, hemelsche zaligheid
beantwoord waande. Met Liddy genoot hij op zijn
wijze van een sledevaart zonder een woord met haar
te wisselen, ja zonder zelfs door haar opgemerkt te
worden. Dan, eenzaam, vlucht hij tot Nanniin
verzen: wat de werkelijkheid' hem onthouden wilde,
ontstal hij haar op de vleugels der fantasie; zoo weet
de zeventienjarige zich te troosten en zoo zal Schu
mann een leven lang vertroosting vinden.
En ziet, hij die zoo milddadig ontvangt, vergeet ook
niet te geven: zijn overvolle hart moet zich van zijn
overmaat ontdoen: Schumann grijpt naar de pen en
schrijft zijn fantasiestuk „Selene", schrijft terwijl
het in hem zingt in taalmuziek, in woordklanken, in
zinsrhytmick. Maar a?n het woord kleeft nog de on
zuiverheid der materie: Schumann zoekt een ongebon-
dener, een onstoffelijker bode van zijn hartsgeschen-
ken achter den velugel fantaseert hij in klan
ken zijn gedichten van 's levens heerlijkheid en
weemoed. „Gevoelens, teekent hij aan. gevoelens
zijn sprakeloos En sprakeloos is de muziek, de taal
van hart tot hart, van droom tot droom, de taal van
de vogels en de boomen en de zeeën en den wind
de taal Gods
En die jongeling, zóó gestemd, laat zich, 18 jaar
oud, aan de universiteit te Leipzig inschrijven als. ju
ridisch student., om zich te gaan verdiepen in de
studie van het corpus juris justiniani, en de pan
dekten, „in de jurisprudentie die je al in den aanvang
teerneerslaat met haar ijskoude definities Neen,
dat kan geen rijpe vruchten dragen, dat droeg ook
geen vruchten. Zijn genius had het anders met hem
voor, al had Schumann het nog niet wel verstaan,
veelzijdig, samengesteld als hij was; wat leefde er al
niet in dezen romanticus, „vele zielen in één versmol
ten"! Onbewust verried hij er iets van, toen hij,
symbolisch, de pseudoniemen koos, waaronder hij
placht te publiceeren: Florestan, de vurige; Eusebius,
de zachtzinnige; Raro, de ernstige, kwetsbare; Chiara
of Zilia, de lieftallige. Chiara dat was niet Schu
mann' zelf, maar wel een deel van zijn felbewogcn
hart: Chiara .was Clara Wieck, dochter van Schu
mann's leermeester in Leipzig, die kleine Clara aan
wie Robert zoo boeiend sprookjes wist te vertel
len. een enkele maal ook wel een griezelig spookver
haal, waarbij zij hem met groote kinderoogen, half-
gemeend ontzet, kon aanzien Clara, de begaafde,
het toonbeeld van het verrassendst technisch kunnen,
waarmee haar vader ooit eer had ingelegd.
Aan-heel wat geliefden zou Schumann's hart hulde
brengen, alvorens het Clara Wieck en haar alleen
zou toebehooren. Daar was om er miar enkele te noe
men, Clara Kurrer, dochter van een vriend zijns
vaders, daar was Meta Abegg, die wij wellicht al
lang en breed vergeten zouden zijn, als Schumann
haar niet zijn opus 1, gecomponeerd op het thema
van het notenvijftal a-b-e-g-g had opgedragen. Daar
was ten slotte Ernestine von Fricken, leerlinge
van Wieck, door Schumann verteederend „de kleine
edelsteen", „het Madonnakopje" genoemd, het
meiske dat „gelijk een hemelsoog blauw door de wol
ken dringt. Ernestine die zooveel meer aandacht
had voor Schumann's uiterlijk dan voor de wijsheid
der boeken: „want wat zijn doode letters", aldus
schreef Wieck, „vergeleken met een levend gezicht?"
Ongeduldig wachtte zij in den erker tegen het uur
van Robert's komst, en zoo van harte opgetogen was tel
kenmale de ontvangst die zij hem bereidde, dat men
er niet aan hoefde te twijfelen of Ernestine had
Robert oprecht lief. Neen, tegen zooveel blijken van
vereering en innige genegenheid was Schumann's
gevoelig hart niet bestand: kort daarop werd de ver
loving gevierd. Onverdeelde vreugde? Onverstoorde
jubel des harten? Niets ervan: aan zijn vertrouwde
vriendin Henriètte Voigt schrijft Schumann te zelfder
tijd over „den pijnlijken toestand" waarin hij verkeert
een situatie, heel wat benarder dan toen er, jaren
eerder, gekozen moest worden tusschen Liddy en
Nanni. Toen nog gold het een symbolisch spel dei-
verbeelding een verheerlijking van een onpersoonlijk
Ideaal, verschijnend in de gestalte eener uitverkorene
die als een stralend gesternte hoog aan den hemel
der droomen staat, onbercikbaar-ver, maar daardoor
dubbel verleidelijk en dubbel-zalig zegenend met de
kostelijke gave die een onbevangen jeugd vermag
te ontvangen: liefde in vereering. Maar nü: ginds
Ernestine, bekoorlijk zeer zeker, talentvol in zekeren
zin, hoewel niet bijster diep van zielegrond hier
Clara Wieck zoo juist is ze naar Leipzig terug
gekeerd, onverwacht staat ze voor Robert, geen kind
meer nu. een jonge vrouw, vastberaden maar zoo on
zegbaar lieftallig Clara het speelgenootje uit on-
bezonnener jaren, die kleine Clara, die dieper sporen
In Robert's leven had achtergelaten dan beiden be
merkt hadden.
Zoo kwam het dan, gelijk het komen móést; de ver
loving met Ernestine werd verbroken, al vergat
Schumann haar ook niet geheel en al en bracht hij haar
een afscheidsgroet in klanken, toen hij zijn opus 8 in
hare handen legde.
Vijf jaren duurde het. alvorens Clara's en Robert's
huwelijk ingezegend kon worden: Vader Wieck. die dc
genegenheid van Robert voor Clara met wrevel had
zien groeien, weigerde halsstarrig zijn toestemming
Schumann's talenten schenen hem tc gering, om
dezen musicus een zoo begaafde dochter de triumf
naar hij zeide van zijn dertig-jarige muzikale erva
ringen op wie hij, in eigenliefde, zoo trotsch was,
uit te huwelijken.
Ziet ze niet te zwart, deze vijf jaren van wachten.
Hoort wat een welluideilheid er in dien tijd uit Ro
bert's hart komt stroomen, hoort hoe Chamisso's liefde
zangen aan blijde verrukking nog winnen in Schu
mann's liederen: „Hij de heerlijkste van allen, onzeg
baar mild. onzegbaar goed
En vergeet niet, hoezeer ze beloond werden in een
zoo trouw, zoo innig huwelijk, ondanks dat schrikke
lijk zenuwlijden, die pijnigende verstoring van het
gemoed, die Schumann's ondergang beteekende. Her
denkt met eerbied de liefderijke zorg, die Clara nooit
naliet hem te wijden, toen de hemelsche klanken die
hij in zijn ooren meende te hooren, allengs tot dui-
velsch krijschen werden, dat den componist dag en
nacht achtervolgde. „Ach. Clara, ik ben je liefde niet
waard" liet de geplaagde zich tijdens een bezoek
van Clara aan het sanatorium waarhij den laatsten
tijd werd verpleegd, ontvallen. Treffender blijk van
zijn diepe liefde had hij haar moeilijk kunnen geven.
Ontroerender dan Ferdinand Hiller het uitsprak
aan de groeve kan deze schoone liefde nooit worden
herdacht:
„Een vrouw, getooid met den stralenkrans van den
Genius stond aan je zijde en jij was voor haar als
een vader voor zijn dochter, als een bruidegom voor
zijn bruid, als een leerling voor zijn meester en als
een heilige voor den geloovige. En toen ze niet meei
aan je zijde kon zijn om van je levensweg elk steen
tje te verwijderen, voelde je in je droomen en lijden
uit de verte haar beschermende hand, en toen de
engel des doods zich over je ontfermde en je gekwel
de ziel naderde om je terug te geven aan de wereld
van licht en vrijheid, toen ontmoette tijdens je laatste
levensuren jouw blik den hare en doorstraald met
liefde nam je vermoeide geest afscheid
C. J. E. DINAUX.
Amerika eu de oorlog.
WHEELER OVER HET LOT VAN ENGELAND
NEW YORK, 5 Juli (D.N.B.) Associated Press
meldt, dat gisteren ter gelegenheid van „Indepen
dence Day" de democratische senator Wheeler een
rede gehouden heeft, waarin hij betoogde, dat al
leen de Engelsche moed of een vrede door overleg
Engeland zouden kunnen redden.
Dit is de tijd van het jaar dat we het meest met
insecten te maken hebben, maar daarbij hebben wij
huisvrouwen er ook het meest last van. Denkt u
maar aan motten, vliegen, muggen, mieren, torren,
uiltjes, hooiwagens, wespen, bijen en hommels.
Ze zijn te onderscheiden in schadelijke en on
schadelijke, althans van het standpunt der huis
vrouw uit gerekend; ze zijn ook te verdeelen in
angstaanjagende monsters en goedaardige sulletjes,
tenminste zoo zou je wel eens denken als je som
mige vrouwen in paniekstemming achter een mot
of een wesp ziet aanrennen, of als je ze met loome
bewegingen een hooiwagen ziet wegwuiven.
Hoe het ook zij met onze eigen reactie op het
verschijnen van het een of ander insect, motten,
vliegen, torren, muggen, mieren, wespen en bijen
Kunnen groote lastposten zijn, terwijl uiltjes, hooi
wagens en hommels ons misschien wel eens ver
schrikken met hun aanwezigheid, maar kwaad kun
nen zij niet.
Meer dan ooit zijn wij dit jaar uit op het ver
delgen van de mot, of liever van de mottenlarve.
een klein wit wurmpje, dat zich voedt met de wol
van onze kostbare wollen kleeding.
Ontelbare malen wordt op de bestrijding van
mot in de kleeding gewezen, zoodat wij kunnen
volstaan met het. opnoemen van enkele punten:
lo. Zorg dat de kleeren schoon in de kast komen,
vlekken trekken mot aan.
2o. Berg het goed weg, gewikkeld in kranten
papier of in motzakken en leg er een of ander sterk
ruikend goedje bij; dat doodt de mot niet, maar
helpt om ze er buiten te houden.
3o. Haal het goed zoo nu en dan te voorschijn,
hang het buiten en borstel het opnieuw uit.
4o. Behandel bont met extra veel zorg en bor
stel het niet, maar klop het aan den verkeerden
kant.
Vliegen mogen dan al niet onze kleedirf| aantas
ten, ze doen dat wel met onze gezondheid, want
ze zijn uitermate vies. Ze komen van het grootste
vuil op onze suikerpot, en daar ze harige pooten
hebben, blijft er allicht iets van het vuil daaraan
kleven, dat züj op die manier weer op zuivere etens
waren kunnen overbrengen.
Waar veel dieren zijn, zijn veel vliegen, omdat
daar vaak vuil te vinden is en men kan werkelijk
niet te voorzichtig zijn met dezen overbrenger van
smetstoffen.
Laat daarom geen etenswaren onbedekt staan als
u last van vliegen heeft en sla ze zooveel mogelijk
dood, wat niet moeilijk is met een Indische mug-
gendooder Lijmlinten helpen meestal ook wel goed,
maar het zijn alleronsmakkelijkste gevallen, die we
liever niet 'dan wel in de kamer hangen.
Torren kunnen, evenals mieren, soms opeens een
aanval op onze provisiekast doen en dan ïs het
moeilijk om ze er weer uit te krijgen. Er bestaan
natuurlijk middelen tegen, en het beste is om te
probeeren uit te vinden, waar ze het huis binnen
komen.
Is dat weggetje onvindbaar, dan is het zaak om
het middel tegen torren of mieren langs alle plin
ten van de kamer te strooien en daarbij te zorgen,
dat alles wat de diertjes aantrekt, zooveel mogelijk
is weggehaald.
Denk niet, als u een verzameling mieren in den
tuin bezig ziet: nu hebben we mieren, ik moet er
iets tegen doen, want zoolang ze buiten zijn, is er
niets geen reden om zich ongerust te maken dat
ze nu ook per sé binnen zullen komen.
Muggen zijn noch gevaarlijk noch schadelijk, ze
zijn alleen maar hinderlijk en dan nog maar alleen
voor hen die er erg „aantrekkelijk" voor zijn. Want
een dik oog of een dikke lip krijgt lang niet ieder
een van een doodgewone muggebeet, hoewel het
zoemende concert dat een enkele mug om ons sla
perige hoofd kan aanheffen, al hinderlijk genoeg is.
Citroenolie en nagelolie, maar ook sterke laven
del zijn goede muggenverjagers en verder is het
aan te bevelen om ramen en deuren tegen elkaar
open te zetten zoolang het nog licht is, om vervol
gens tegen de schemering alleen die ramen open
te laten, waarin een muggenhor is gezet.
Tenslotte dan nog wespen en bijen, die wel eens
over een kam geschoren worden, wat echtrer teh
opzichte van de bij niet heelemaal rechtvaardig is.
Deze laatste namelijk komt zelden en dan nog bij
toeval in huis, terwijl de wesp op elke zoete geur,
hetzij buiten of binnen, afkomt. Daarbij komt. dat
een bij die met rust gelaten wordt, niet zal steken,
maar hoewel een wesp dat evenmin doet, komt
deze veel dichter in onze buurt; zij zit op den rand
van ons kopje, zij kruipt op den bodem van ons
leege limonadeglas, zij omzwermt ons als we par
fum hebben gebruikt en zij doet zich tegoed aan
de jam, de koek en de suiker. Hoe licht zitten we
haar dan niet in haar vaarwater, waarop zij dade
lijk steekt.
De bij bemoeit zich alleen met bloemen en des-
zelfs zoeten inhoud, zoodat de kans op een bijen
steek veel geringer is. Heeft men die toch gekregen,
dan is de angel achtergebleven zoodat het flink pijn
doet. Maar ook een wespensteek is pijnlijk en kan
het best met ammonia gebet worden, dit voorkomt
een al te groote zwelling.
De hooiwagens of langpootmuggen of glazenwas-
schers, de hommels en de uiltjes zijn veel goed
aardiger, ze zijn een echt zomersch verschijnsel en
we kunnen ze eer als zoodanig begroeten, dan als
belagers van onze zomerrust». Laat u dan ook niet
opjagen dooi' een fladderend uiltje in een lichte
kanier. zoodra het donker is geworden, houdt het
gefladder op.
E. E. J.-P.
Dr. Krop vertelt over zijn strijd
tegen het Bolsjewisme.
Het Bolsjewisme een wereldgevaar dat ons allen
bedreigt.
Het A. N P. meldt:
De geweldige strijd, dien het Europa van den
nieuwen tijd onder opperste leiding van Adolf Hitler
thans tegen de bolsjewistische macht in de Sovjet
Unie voert, werd op religieus-ethisch terrein ten
onzent, reeds jarenlang voorafgegaan door de krach
tige actie van verschillende organisaties, waarvan
de hervormd-predikant dr. F. J. Krop te Rotterdam,
thans emeritus te 's-Gravenhage, de leiding had en
waarvan hij die leiding nog heeft.
De voornaamste van deze geestelijke instellingen
is zeker wel het „landelijk werkcomité dr. O. Scha-
bert", zoo genoemd naar den uitnemenden kenner en
bestrijder van het bolsjewisme, den in Januari 1936
overleden Baltischen predikant, die geruimen tijd
de bezielende kracht in den geestelijken strijd tegen
het bolsjewisme is geweest en als banneling in Si
berië hiervoor hevig heeft geleden.
Op verzoek van het A. N. P. heeft dr. Krop, die
over een zeer uitgebreid arsenaal van geestelijke
wapenen beschikt, welke in dien religieus-ethischen
strijd zijn ingezet, in een onderhoud met een re
dacteur van dit persbureau het een en ander van
zijn ervaringen daarover verteld. Het was hierbij de
wensch van dr. Krop, dat zijn mededeelingen aan
geen enkel systeem van politieken of economischen
aard zou worden vastgekpppeld en dat hijzelf bui
ten alle politiek zou worden gehouden.
Wij bewegen ons aldus dr. Krop op het ter
rein der „Weltanschauung" en wij hebben boven
dien de overtuiging, dat alle problemen, waarvoor
het bolsjewisme ons plaatst, van dezen hoek of sec
tor uit moeten worden beschouwd.
Over de beginselen, die hem en zijn medewerkers
leiden, heeft dr. Krop in Februari 1939 op de inter
nationale anti-communistische reünie te Gepève
vele bijzonderheden medegedeeld. Verder vindt men
die vermeld o.a. in zijn „wereld-actie der godloozen"
een door vele illustraties verlucht vlugschrift, dal
documenten bevat over de vraag wat de kerken te
gen deze wereld-actie doen, over de anti-godsdien
stige grondslagen van het marxisme en van het com
munisme, den strijd van het bolsjewisme tegen het
geloof in de Sovjet Unie enz. en voorts in een menig
te uitgaven van het door dr. Krop geleide comité.
Met. de eigenlijke Sovjet Unie hadden wij in Ne
derland geen rechtstreeksche betrekkingen, doch wel
stonden wij zoo ging dr. Krop verder daarme
de indirect in verbinding, met name door middel
van dr. Ed. Steinwand. opvolger van wijlen dr. Os
kar Schabert, middels het anti-communistische cen
trum van de heeren Th. Aubert en G. Lodygensky
te Genêve en andere centra van hulpactie en voor
lichting. Over de wegen en kanalen dier betrek
kingen kan men bijzonderheden vinden in de uit
gave „Hoe lang nog'."', waarin de resultaten eener
enquête inzake den stoffelijken en geestelijken nood
in de Sovjet-Unie zijn vermeld.
Hulpactie ten bate van de slachtoffers van het
bolsjewisme en voorlichting over het systeem, waar
uit de nood voorkomt, hooren bij elkaar. Bij den een
staat de eerste, bij den ander de laatste op den voor
grond, maar beide zijn onafscheidelijk saam verbon
den.
Over de Baltische landen (Estland, Letland), die
ik enkele malen bezocht, kan ik kort zijn. Daar
woonden mijn vrienden dr. O. Schabert (Riga) en
dr. Ed. Steinwand (Dorpat). Deze .laatste bevindt
zich thans te Hannover. Over mijn eerste bezoek
hield ik een radiorede en gaf ik een brochure uit.
„Mijn reis naar de Russische grens". In beide lan
den trof mij steeds de groote voldoening; van het
bolsjewisme bevrijd te zijn. De afkeer der bevolking
gold niet zoozeer de Sovjet Unie, als wel het dwang
systeem, de terreur en het geweld van een Lenin,
een Stalin e. d. Zij had er dan ook ontzettend onder
geleden. Men leze daarover de biographie „Oskar
Schabert een dienstknecht Gods" en Schaberts boek
over „Martelaren van onzen tijd".
Met Finland, dat ik nog vaker bezocht, waren
mijn betrekkingen nauwer en geregelder. Het lot
van dit arme land ging mij steeds buitengewoon ter
harte. Zal ik gewagen van de vriendelijkheid, de
gastvrijheid, de vroomheid, den vrijheidszin der be
volking? Ik zou er niet over uitgepraat raken. Veel
heb ik er reeds over geschreven en hoop het nog
vaak te doen. Van grooter belang' is echter, dat heel
de wereld wete, hoe het kleine, dappere volk in het
hooge Noorden zich van zijn roeping als bolwerk
onzer beschaving tegen den wassenden rooden vloed
bewust is. En dat bewustzijn spruit voort uit zijn
geloof. Daarop wees ik geregeld in mijn protesten
en dringende adressen bij den Volkenbond, daarop
legde ik ook den nadruk tijdens de korte doch he
vige worsteling eind 1939 en begin 1940 toen heel
de wereld verbaasd stond over de militaire'presta
ties van Finland doch bovenal over het moreel van
den kleinen David tegen den reus Goliath.
Dr. Krop vestigde onze aandacht op een serie uit
gaven van „geloot' en vrijheid". Wij noemen enkele
titels: „Over de geschiedenis en den tegenwoordigen
toestand der Finnen in Ingermannland", „De Lappo-
bewegmg 1932" (ontmoetingen met Sovjet vluchte
lingen), „De beteekenis van Finland in den huldigen
cultuurstrijd", „De wassende roode vloed en de Fin-
sche geloofsstrijd", „Wat de Russische gevangenen
zeggen" en „Finland als bolwerk tegen het bolsje
wisme".
In al deze geschriften vindt men bewijzen voor
de bewering, dat het bolsjewisme een wereldgevaar
is, dat ons allen bedreigt en dat het in de eerste
plaats gemunt heeft op hetgeen ons aldus dr. Krop
als geloovigen dierbaar en heilig is boven al.
Steeds hebben wij getracht de diepere beteekenis
van den strijd tegen het bolsjewisme naar voren te
brengen als een strijd voor de heiligste goederen ons
toevertrouwd, voor geloof en vrijheid.
Van harte hoopt dr. Krop, dat voor alle volken,
die zuchten onder het bolsjewistische juk, de dag
der definitieve bevrijding spoedig aanbreke en dat
door een krachtiger geloof en rechtvaardiger socia
le toestanden de bekoring, die voor sommigen nog
van het bolsjewisme als wereldbeschouwing uitgaat,
geheel tot het verleden moge bejiooren.
Gewijzigde polderbemaling.
Verschillende gemalen moeten geëlectrificeerd
worden.
Men schrijft ons uit Weesp:
In verband met de besprekingen, welke in som
mige poldervergaderingen zijn gehouden over het
wijzigen van het tot nu toe gevolgde systeem van
bemaling, hebben wij een onderhoud gehad met
den adviselir van eenige waterschappen in deze
omgeving, architect Th. E. B. Honders. die ons het
volgende mededeelde:
Hoewel in den loop der jaren verschillende pol
derbesturen overgingen tot electrificatie van het
gemaal, zijn er toch ook nog polders, waar ruwe olie
als brandstof voor de bemaling wordt gebezigd.
Daar met deze olie zoo zuinig mogelijk moet worden
omgegaan, hebben Gedeputeerden zich reeds eenige
maanden geleden met de directie van het P.E.N. in
verbinding gesteld, teneinde maatregelen te tref
fen, om de polders, waar nog ruwe olie gebruikt
wordt, van electrischen stroom te voorzien. Op
grond van een en ander heeft de hoofdingenieur
directeur van den Provincialen Waterstaat, ir. A.
Thomése, aan de betrokken polderbesturen een
schrijven doen toekomen, waarin gezegd wordt, dat
het noodzakelijk is. dat spoedig tot het treffen
van de noodige voorzieningen wordt overgegaan.
Tot electrificatie van het gemaal moet zoo spoe
dig mogelijk worden besloten, teneinde met de
uitvoering van de te treffen voorziening tijdig, dat
wil zeggen vóór het maalseizoen, gereed te kunnen
zijn. Den polderbesturen, die hiervoor in aanmer
king komen, is in overweging gegeven, onverwijld
een ontwerp voor de electrificatie van hun gemaal
te doen opmaken, en daaromtrent overleg te ple
gen met ir. Borst van den Provincialen Water
staat.
De oorlog ter zee.
BERLIJN. 5 Juli (D.N.B.) Dc Australische mi
nister van Marine heeft, naar de Engelsche Nieuws
dienst meldt, bekend gemaakt, dat de Australische
torpedojager Waterhen verloren is gegaan. 5)e tor
pedojager, die 1100 ton meet, is tijdens de krijgsver
richtingen in de Middellandsche Zee tot zinken ge
bracht. De bemanning zou daarbij gered zijn.
Onderlinge
Verzekering
maatschappij
GEVESTIGD TE
S-GRAVENHAGE
BESTUUR: L C. F. E
De per 1 JULI 1941 beëindigde halfjaar-perioden van de afdeelingen A., D.
en E„ kunnen ZONDER NAHEFFÏNG worden afgewikkeld. Alle vastgestelde
schaden zijn reeds uitgekeerd. Aan de reserves kan (ongeveer) worden toe
gevoegd AFD. A. ƒ165.000—, AFD. D. f 50.000— en AFD. E. ƒ17.000—.
Het totaal der verzekerde som in alle afdeelingen samen is thans gestegen tot
DE TOTALEN DER AFDEELINGEN ZIJN:
AFD A Woningen, winkels, inboe-
dels, inventarissen, boer
derijen enz. tot., ƒ50.000—
AFD. B. Andere en grootere risico's
AFD. c. Persoonlijke ongevallen door
molest
AFD. D. I III. Gevaarlijke risico's
incl. 30.000.000.in klasse
D III op vaartuigen
1.640.000.000.-
390.000.000.-
AFD. E.
Bedrijfsschade
derving
50.000.000.-
65.000.000.-
38.000.000.-
geldswaarden, pre-
ciosa (herverzekerd bij
AFD. G. Geld.
ciosa uierverzenera oil
atd. B.) )f 2.000.000.-
HALFJAARLIJKSCHE SCHADEREGELING
4FD T
35.000.000.-
Kleinere inboedels en der
gelijke tot ƒ7500.(her
verzekerd bij afd. A)
DRIEMAANDELIJKSCHE SCHADEREGELING
Voegt ook Uw belang bij de reeds verzekerde HONDERD-VIJF EN DERTIG
DUIZEND objecten en vraagt inlichtingen bij Uw
ASSURANTIE-BEZORGER.
(Adv. Ingez. Med.)
Attentie. Spionnage!
Een scène uit: Attentie - Spionnage.
(Fóto Terra)
AttentieSpionnage! Iedere fabriek, die in
de jaren voor den oorlog voor de oorlogsindustrie
werkte, stond bloot aan spionnage, het treurig be
drijf, dat zich bedient van menschelijke zwakheid,
om achter de geheimen te komen, die besloten lig
gen in de kluis van het hoofdkantoor dan wel
in het blonde hoofdje van de secretaresse van de
directie. Spionnage grijpt ieder middel aan, dat tot
het beoogde doel kan leiden, hoe onmenschelijk,
hoe gemeen dat ook zijn moge. Menschelijke over
weging is haar vreemd,
een menschenleven telt
niet. en wie zich een
maal voor loon verkocht
heeft aan de leiding van
een spionnenstelsel is
voor de rest van zijn lever overgeleverd aan dc
onzekerheid, of hij te kwader ure het slachtoffer
der wraak van zijn opdrachtgever zal worden of
gestraft wegens landverraad.
De film „AttentieSpionnage!" levert op dit
alles een uitnemende toelichting. We zien hierin,
hoe in een Duitsche fabriek materiaal vervaardigd
wordt volgens een formule, die men van Engelsche
zijde in handen wil zien te krijgen en hiertoe alle
middelen, die uitgedacht kunnen worden, in het
werk stelt. Aldus ontwikkelt zich een spannende
spionnage-geschiedenis, die een paar brave, doch
ietwat onvoorzichtige jeugdige menschenkïnderen
bijna in geducht perikel voert, doch waarin ten
slotte de aanstokers en de verraders hun verdiende
loon krijgen.
Vooral het tweede gedeelte van de film is sterk
van spanning en daar de film de aantrekkelijkheid
van het actueele vertoont is zij een bezoek aan het
Cinema-Palace ten volle waard.
Tot welk een hoogte de oorlogsberichtgeving 't in
deze dagen heeft gebracht toont het journaal, dat
reeds belangwekkende reportages van het oorlogs
terrein in Oost-Europa bevat. Ook de betooging.
verleden week Vrijdag in Amsterdam gehouden, is
uitnemend weergegeven.
„Moederlied".
Eenige jaren geleden draaide deze rolprent in Haar
lem met groot succes en dit was voornamelijk te dan
ken aan de fraaie vocale prestaties, in de eerste plaats
van den beroemden tenor-zanger Benjamino Gigli en
daarnaast ook van Maria Cebotari. Thea von Harbou
schreef het scenario voor deze film; het gegeven is
zeer dramatisch, hier en daar is het wel een beetje
sentimenteel geworden maar zooals gezegd, de muziek
en de zang maken alles goed.
Het drama speelt zich
Luxor
af achter de coulissen
de opera.
De beroemde tenor Et-
tore Vanni (Benjamino
Gigli) die aan de opera
verbonden is, zorgt ervoor dat zijn vrouw Tiamma
Appiani (Maria Cebotari) daar ook een engagement
krijgt.
Ze ontmoet zoodoende weer haar ex-verloofde Ce-
sare Doret. een bariton-zanger, die inmiddels met
Riccarda (Hilde Hildebrand) getrouwd is Doret is de
ader van Mario (Peter Bossc) het kind van Tiamma
Het huwelijk tusschen Ettore en Tiamma is zeer ge
lukkig, maar Doret komt nu roet in het eten gooien
en Riccarda is zoo jaloersch, dat zij tijdens een hef
tige scène In de kleedkamer haar man doodschiet. De
schijn is tegen Tiamma, die dan ook gearresteerd
wordt. Riccarda krijgt een auto-ongeluk en wordt
doodelijk gewond. Op haar sterfbed bekent ze haar
schuld en Tiamma wordt met haar man en kind her-
eenigd. Zoo komt er nog een gelukkig slot aan deze
tragische geschiedenis.
„Geld is niet alles."
Het gaat in deze film niet zoozeer om het geld
dat in de familie moet blijven, als wel om het
bloed van twee adellijke Engelsche families zuiver
te houden van vreemde smetten. Reeds vier
eeuwen geleden, kwamen bedoelde families over
een, dat de afstammelingen zooveel mogelijk met
elkaar zouden trouwen en vooral zou er voor ge
waakt worden dat
Frans Hals
geen onadellijk bloed in
hun edel bloed zou op
genomen worden. Der
traditie getrouw is het
van geslacht op geslacht
zoo gegaan, steeds trouwden ze maar weer met
elkaar, nooit eens nieuw, versch bloed in de fami
lie. Dat heeft tot gevolg, dat er weinig muziek in
de verschillende leden zit, tot er plots een onge
wone loot aan dien stam ontspruit, een knaap, die
den moed heeft om met die traditie te breken, al
is het dan, dat hij eigenlijk op het nippertje den
gewoontedans ontsprongen is en nog juist bijtijds
net geluk kan grijpen om, het meisje, waarvan hij
houdt, al heeft ze dan geen druppeltje adellijk
bloed, te kunnen trouwen.
Hans Söhnher is deze vermetele lord en Rose
Stradner is het meisje, dat die gelukkige uitzonde
ring op den regel bij hem bewerkstelligt. Beiden is
leid erf" Z'e"' dat d'G StaP tot beider §eluk zal
De film amuseert, al kunnen we hem niet au
slaagd* nemen' Vooral de opening is bijzonder ge-
Quax, der Bruchpilot.
Een nieuwe Heinz Rühmann-film.
Heinz Rühmann gunt zichzelf weinig rust. Hoewel
zyn jongste film „De Gasman" nog niet werd ver
toond, is hij al weer druk bezig met een nieuwe.
Dit wordt een film, waarin Heinz zal kunnen pro-
fiteeren van het feit. dat hij een uitstekend sport
vlieger is, want de geschiedenis is gewijd aan
Quax. de piloot, die altijd „stukken maakt", maar
die tenslotte toch handiger blijkt te zijn, dan men
denkt. Onder regie van Kurt Hoffmann spelen
naast Ruhmann in de Terra-film der Ufa: Karin
Himboldt. Hilde Sessak, Elga Brink en Harry
Liedtke. Werner Bochmann zorgt voor de muziek,
Heinz von Jaworsky voor het camerawerk. De
buitenopnamen worden in Prien aan de Chiemsee
gemaakt.
De strijd in Syrië.
HET FRANSCHE LEGERBERICHT.
- Sterke Britsche activiteit.
VICHY, 4 Juli (D.N.B.) Het Fransche legerbe-
richt van heden meldt o.a.: De laatste 24 uur is de al-
geheele situatie niet van belang gewijzigd. In de om
geving van Djezzin ondernamen Australische troe
pen in den afgeloopen nacht een aanval. De ge
vechten duren nog voort.
De sterke gemotoriseerde Britsche afdeeling, waar
aan het garnizoen van Deir es Tsjor sedert eergisteren
hardnekkig tegenstand bood, schijnt er vanochtend
dank zij haar enorme numerieke superioriteit in ge
slaagd te zijn de stad te omsingelen.
In den afgeloopen nacht heeft het Britsche lucht-
wapen weer bij drie aanvallen talrijke brandbom
men en brisantbommen van zwaar kaliber boven Bei
roet laten vallen, waarmee de stelselmatige vernieling
van gebouwen en woonhuizen in verschillende wijken
wordt voortgezet. De materieele schade was aan
zienlijk en ook vallen eenige slachtoffers te mel
den.
De hoofdstad van den Dzjebel Droes, Soeeida,
wordt eveneens dagelijks gebombardeerd.
SUCCESSEN VAN HET DUITSCHE LUCHTWAPEN.
BERLIJN. 4 Juli (D.N.B Formaties Duitsche
rpeöovliegtuigen hebben in de Karelische kuststreek
twee vliegbooten van de Sovjets aangevallen en zwaar
beschadigd. Een vijandelijk schip van omstreeks
2000 ton werd met schietwapenen aangevallen en in
brand geschoten.