5 GELE SAUS BRAADJU 1 (g> AGENDA Statistiek. ©ONE HOUR CLEANING SERVICE j egscsa illlBJIMM EEN GEZONDE GEEST IN EEN GEZOND LICHAAM TOBIAS 1 ZATERDAG 5 JULI 1941 H A" A S L" E M'S D A 'G B E A" D '3 [V acantiebeziglicdcn voor kinderen. Men rekent dit jaar op 700 kinderen. Sinds 1928 is het Comité voor vacantiebezig- heden voor schoolkinderen te Haarlem werkzaam. Opgericht uit de overweging, dat vele ouders zoo wel als kinderen gebaat zijn bij ontspanning, die de kinderen beter kunnen genieten onder goede leiding dan wanneer ze drie weken lang vrijwel doelloos hun lijd doorbrengen, omdat er thuis geen of weinig gelegenheid bestaat, leiding aan dc va- cantiegenoegens te geven, vervult het comité nu reeds dertien jaar zijn taak en geniet voldoening Van zijn werk. Die arbeid is verleden jaar ondérbroken. Dc tijdsomstandigheden brachten bezwaren mede, die oorzaak waren, dat het Comité de verantwoording niet aandurfde, een betrekkelijk groot aantal kin deren dagenlang op een terrein te verzamelen. Dat natuurlijk een hard gelag en een ander Co mité, „Vacantiegenoegens" heeft toen goed werk gedaan, door bij het vermaak, dat de Haarlemsche jeugd tijdens de vacantie in de acht Haarlemsche speeltuinen zocht, leiding te geven. Dit jaar hervat het oude Comité evenwel zijn werkzaamheden weer. Er is gelegenheid gegeven, de kinderen te doen inschrijven en de belangstel ling bleek als vanouds zeer groot. Een zevenhon derd kinderen zullen gedurende de laatste week an Juli en de beide eerste weken van Augustus ontspanning vinden op een gemeentelijk terrein, waar tien mannelijke en tien vrouwelijke leidsters zich zullen inspannen, den kleinen een prettige, vroolijke vacantie te bezorgen. Des morgens ver zamelen de kinderen op diverse punten van de stad en .Wandelen of trammen onder toezicht van een leider naar het terrein, waar dan de rest wel mar cheert. Bij goed weer natuurlijk in de open lucht, bij regen in een groote tent, waar spelmateriaal aanwezig is. Wie overigens nog een sjoelbak, een damspel of iets dergelijks te missen heeft, kan daaraan een nuttige bestemming geven, want dat er voor een zevenhonderd kinderen zoo het een en ander npodig is, spreekt vanzelf Ook zullen de meisjes dit jaar poppen aankleeden. Materiaal daar voor zou natuurlijk al even welkom zijn. De vacantiedag duurt van half negen tot vijf uur. Het twaalfuurtje brengen de kinderen mede. Voor melk wordt gezorgd, wel te verstaan als de kinde ren voor een melkbon zorgen, die bij den aanvang an de eerste en van de derde week dient te wor den meegebracht. Men houde daar rekening mede! Wat het overigens ook financieel beteekent, ze venhonderd kinderen drie vacantieweken te bezor gen, behoeft geen betoog. Gelukkig verstrekt de gemeente Haarlem een subsidie van 5 cent per kind per dag. Een honderdtal leden en een aantal donateurs draagt evenzeer bij en niet in de laatste plaats zijn het de ouders zelf, die een klein'of groo- ter bedrag storten ter bestrijding der onkosten. Voegt men daarbij, dat het Comité ook op veel gratis assistentie mag rekenen, (zoo zorgt de voet- balvereeniging E.D.O. voor heel wat materiaal) dan is het duidelijk, dat het ook met deze zorgen wel zal losloopen. •Er is, nu het Comité na een jaar van gedwongen rust zijn arbeid weer hervat, veel goede moed. Nu nog maar een beetje behoorlijk vacantieweer en dan volgt de rest, om zoo te zeggen, wel vanzelf. De boer wrijft zicli de handen. Ongekende verrassingen. Men schrijft ons uit den Haarlemmerméerpolder: Nadat dit jaar de aarde de zaden opgenomen had en de koude het ontkiemende zaad dwong zich on der den grond te houden, keerde de boer dagelijks met gefronst voorhoofd het gezicht naar de grauwe luchten. Het voorjaar wilde niet komen, liet zelfs lang op zich wachten. Wintertarwe die reeds lang boven den grond stpnd, behield .oogenschijnlijk de zelfde lengte en wilde van geen groeien weten. Reeds was het zaaien om de weersgesteldheid al enkele weken uitgesteld en nu dit weer nog. Het beloofde niet veel. Het vlas zag er onvoordeelig uit, op een behoor lijken erwtencfogst scheen niet gerekend te kunnen worden. Zoude# de aardappelen de flinke nacht vorsten wel doorstaan? Toen kwam ineens de zon doorbreken en over goot de landerijen mét warme gouden stralenbun dels en bezielde het land met een ongekende levens kracht. In enkele weken werden de velden omge- tooverd en bedekt met groene lakens die zich op stapelden. Bijna had de zomertarwe de wintertarwe inge haald. Overal ontwaakte het leven. Intusschen heb ben onder het stralend zonnetje de aardappels hun veelbladig loof laten zien en zijn de bieten uitge zet. De laatste profiteeren van de ruimte, zoo vroeg verkregen, en ontwikkelen zich geheel naar wensch De boer is zijn rimpels weer kwijt. De granen hebben hun zware aren gekregen en wiegelen zacht ruischend hun zware hoofden. De mooie witte eendags'oloempjes versieren al voor de laatste maal het zachtgroene vlas en vormen de zaadbolletjes, die straks gerepeld zullen worden. Zoo goed is dit gewas opgeschoten, dat het reeds meermalen is voorgekomen, dat een eigenaar met een bundeltje vlas over den rug liep en aan ieder die 't maar zien wilde, toonde, dat de normale lengte was gepas seerd en inplaats van acht Dalmen (handpalmen) reeds negen palmen ruim bedroeg. De erwten hebben hun bloemen in peulen omge zet. Men zal waarlijk verwonderd staan, hoe dit gewas zich ontwikkeld heeft. Zware vrachten wor den nu moeizaam getorst door de ranke stengels. Niet in de laatste plaats heeft de zon invloed ge had op den boer, die zich de handen wrijft en met verlangen en nieuwsgierigheid den grooten oogsttijd afwacht. NOORDERBAD - ZANDVOORT. VERHUUR van LIG- en STRANDSTOELEN, TENTEN op beschaafd, rustig strand. ZONDAG A.S. bij gunstig weer Jiu Jitsu on Turnclemónstraties door KEES KUIT. Benut de Noorderbad-expresse (rijdt dagelijks). iAdv. Ingez. Med.) ZATERDAG 5 JULI. Frans Hals Theater: „Geld is niet alles", 2.30. 6.30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „Moederlied", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „De geprolongeerde echt genoot", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Palace: „AttentieSpionnage!" 2., 6.30 en 8.45 uur. ZONDAG 6 JULI Stadsschouwburg: Vreugde en Arbeid, 7.30 uur. Rembrandt Theater: „Himatsjal", een expeditie liaar het Himalayagebergte, 11.30 uur. Krans Hals Theater: „Geld is niet alles", 2, 4.15, 6.30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „Moederlied", 1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „De geprolongeerde echt genoot", 1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. Palacë: „AttentieSpionnage!", 1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. MAANDAG 7 JULI. Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en des avonds. Nachtdienst Apotheken. De volgende apotheken te Haarlem zijn van des avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zondag) geopend: Firma C. G. Loomeijer en Zn., Barteljorisstraat 11. Tel. 10175. Park-Apotheek. Kleverparkweg 13. Tel. 11793. Teyler Apotheek, Teylerplein 79, Tel. 17946. Te Heemstede is geopend: Apotheek Schotsman, Binnenweg 206. Tel. 28320. (De Directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft, een beschouwing gehouden over het belang van en de sterk ge stegen belangstelling voor de statistiek.) Poëzie schuilt overal, Overal mijn vrinden, Tot zelfs in het dorst getal Kunt ge haar nog vinden. En er zit in statistiek Voor hen die haar leiden Bovendien altijd muziek. Z'is steeds uit te breiden. D'een heeftt statistiek gevoel, D'ander kan 't niet velen. Maar het waarlijk nuttig doel Kan geen mensch verhelen. Statistiek is wetenschap Die je eerst moet leeren. Om haar daarna stap voor stap Meer te gaan waardeeren. 't Is een wetenschap die telt, Dit beschouwd natuurlijk In een zin die dubbel geldt, Letterlijk-figuurlijk. Voor de ware statistiek Moet als hoofd voer dienen Cijfer, cijfer en grafiek, Kostbre vitaminen. Dat zij steeds wordt aangevuld Is voor haar belangrijk En zij wordt, terwijl zij smult Meer en meer omvangrijk. Statistiek ik weet wel dat Men aan haar moet wennen Maar zij blijkt een echte schat Als je 'r goed leert kennen. Bloembolleiikweekers en brandstoffenbehoefte. Hoeveel er noodig is. Uit de registratie van dc brandstoffenbehoefte van bloembollenkweekers blijkt, dat er in totaal 1988 be drijven zijn. Daarvan zijn er 94 in Haarlem en om geving. De opgegeven hoeveelheid brandstoffen bedraagt .voor het stookseizoen 1941-1942 13.959 ton. In het stookseizoen 1940—1941 was geregisteerd 8089 ton. STRAATPREDIKING. Hedenavond (Zaterdag) is er te Haarlem straat- prediking van 8.159 uur, uitgaande van de Gere formeerde Evangelisatie en wel op het Pretoriaplein in Haarlem-Noord; spreker de heer M. bij de Vaate Medewerking van het Evangelisatie-Zangkoor Haarlem-Noord. JCact Tlieutas De zestienjarige J. Reekers, afkomstig uit St. Nicolaasga, is bij een poging te leeren zwemmen in de nabijheid van Sannenburg verdronken. 't Sooslid tcou de leden iels leeren En sprak stuur naar Cleaning je klecren Je krijgt te heel vlug En als nieuw weer terug Dat is „Uw adres" mijne Heer en. Chemisch reinigen en persen Costuum 2.97 Demi 2.56 Regenjas 2.56 Japon vanaf f. 2.05 22 - Telefoon 16761 20220 i - Den Haag Hil.arium - Beverwijk (Adu. Ingez. Med.) Zl LITER SauS, cUt/ v&wanqt. 1 'A LITER Hei ve&JL -<ifunaac^ fttendooot. v&iSc(u£&*tctii HEETSCISffi l'.'ffl.WÏTTTl H'.'-l (JvJze. ficofi GROSSIERSADRESSEN UP AANVRAAG. (Adv. Ingez. Med.) EXAMENS. Academische opleiding. Geslaagd aan de Gem. Universiteit van Amster dam voor het cand. ex.geneeskunde (tweede ge deelte): de dames N. C. Smit, Ch. de Kruyff, J. Olivier, H. W. Bolkestein en de heeren H. Hambur ger, L. M. Woltring, G. J. Heringa, A. C. M. J. A. Mostart, J. W. ter Burg, S. H. Rudelsheim. K. May, J. K. Steinmetz, F. Frcnkel, A. Kok. J. M. H. van Lieshout, A. van Dantzig en H. S. Kamphuys. Ge slaagd voor het doet. ex. geneeskunde, de heeren A. L. Diercks en A. Hoekstra. Bevorderd tot doctor in rechtgeleerdheid op proefschrift getiteld „Eenigc beschouwingen be treffende het besluit op de winstbelasting 1940" M. J. Prinsen, geb. te Heerenveen. en tot doctor in de geneeskunde of) proefschrift getiteld „The hypo thalamic nuclei and their ontogenetic development in unhulates" R. B. W. F. M. Diepen, geb. te Til- burg. BRAND IN HOUTSKOOLFABRIEK. In den nacht van Donderdag op Wijdag is brand uitgebroken in de houtskool fabriek van Wijngaarden en Co. te Wolvega. Hoewel de brandweer het blus- schingswerk spoedig begon, brandde de geheele fa briek 'af. De oorzaak is vermoedelijk broei in den voorraad. Verzekering dekt de schade. (A.N.P.) NED. CHR. GRAFISCHE BOND. Tentoonstelling voor de grafische vakken. De aid. Haarlem van den Ned. Chr. Grafischen Bond hield Vrijdagavond-in een der zalen van het gebouw St. Bavo in de Smedestraat een tentoon stelling van grafisch werk, waar geëxposeerd wordt een groote collectie inzendingen van prijsvragen, uitgeschreven voor zetters, drukkers, binders en machinezetters en verder studiemateriaal op gra fisch gebied enz. Een lid van de vaktechnische commissie, de heer J. H. Dam, hield Vrijdagavond bij de opening der tentoonstelling een korte inleiding, waarin hij o.a. zeide, dat de expositie uitsluitend werk "bracht van eigen leden. Concurrenlieoverwegingen heb ben bij het organiseeren van deze tentoonstelling niet voorgezeten. In de eerste plaats is het doel: door den arbeid van een aantal leden den arbeids- en studielust der andere leden op te wekken. En vervolgens ook: te laten zien, wat vakstudie ver mag en aan de bedrijfsgenooten, werkgevers en werknemers, tetoonen, wat de oi'ganisatie heeft gedaan. Tenslotte zal uit de tentoonstelling de liefde voor de grafische vakken blijken. In 9 afdeelingen van den Bond worden van Juli tot October dergelijke tentoonstellingen gehouden. De leeftijden der deelnemers loopen van 15 tot over de 50 jaar, zoodat het geëxposeerde van zeer ver scheiden aard is. De voorzitter, de heer P. Jukes, dankte den heer Dam voor zijn inleiding en verklaarde hierna de tentoonstelling voor geopend. De expositie toont, dat op de clubbijeenkomsten en op de technische en teekenavonden, die de N. C. G. B. organiseert, met ernst wordt gewerkt, terwijl ook de lezingen haar nut afwerpen. De N. C. G. B. werkt op deze wijze zeer zeker mede tot de ver heffing van de vakkennis der grafische werkers. De tentoonstelling werd Vrijdagavond reeds door vele belangstellenden bezichtigd. De Oberstleutnant Mölders door den Führer in het Hoofdkwartier ontvangen. (Tele-Foto Hoffmann-Stapf) Meerwaardigheid en minderwaardigheid. „Meer" en „minder" zijn altijd betrekkelijk; ten opzichte van den beganen grond is iemand op de derde verdieping boven, ten opzichte echter van de zeven en vijftigste verdieping bijna heelemaal be neden; een vacantie van vijf minuten is heel kort, maar vijf minuten onder water gehouden worden is heel lang. Willen we dus eenig oordeel uitspreken over den graad van waardigheid meer of minderwaardig heid van iemand, dan moeten we eerst weten welke maatstaf we daarbij aanleggen, welke schaal. Wanneer we de temperatuur aangeven, dan is het niet genoeg als we zeggen dat het 15 graden is, want volgens Fahrenheit vriest het dan hard, om dat daar het vriespunt met 32 wordt aangegeven; volgens Celsius en nog meer volgens Réaumur benaderen we al aardig een heel behoorlijke kamertemperatuur. Nu is het echter, moeilijk een vasten graadmeter aan te geven voor de mensche- lijke waardigheid. Veronderstel dat dit mogelijk ware, dan zouden we bijvoorbeeld de volmaaktheid kunnen aangeven door 100, de absolute niets-waar- digheid door 0. Wij leven echter elk voor zich in een vreemde wereld: in een subjectieve wereld waar in „ik" nu eenmaal geneigd ben boven en bene den. rechts en links, voor en achter te bepalen ten opzichte van mij zelf maar „gij" ten opzichte van u zelf. „hij" ten opzichte van zichzelf. Natuur lijk gaan wij uit van ons zelf. alsof wij het vaste uitgangspunt waren, het middelpunt, van waaruit men begint te rekenen: maar daardoor zal mijn oor deel door u waarschijnlijk heel anders gewaardeerd worden, dan door hem. Over smaken valt niet te twisten om dezelfde reden: wat de een mooi vindt of meerwaardig, vindt de ander leelijk of minderwaardig. Wat onze eigen meer- of minderwaardigheid be treft, kunnen we ongeveer dit zeggen: uitgaande van de normale groei en ontwikkelingstendenz in alles wat leeft is men van nature geneigd het kleine, jonge, zwakke hulpbehoevende, kwetsbare te beschouwen als minderwaardig, het groote, vol wassene, sterke, zelfstandige, waarstandskrachtige als meerwaardig. Maar de moeilijkheden zijn niet van de lucht, want slankheid en teerheid zal men bij" een worste laar weinig waardeeren, bij een danseresje echter des te meer; een lichamelijk zwakke kan men als een minderwaardige beschouwen op het gebied van de brute kracht, maar diezelfde persoon kan op in tellectueel of moreel gebied best meerwaardig zijn. Laten wij nu maar uitgaan van ons zelf. Er is een drang in mij om me te kunnen ontwikkelen, om mijn plannen en idealen te .kunnen verwerke lijken. om te kunnen benaderen wat ik als volmaakt beschouw. Als klein kind droom ik al van „groot zijn"? groot, zijn dat wil ik zoozeer! Groot zijn be teekent voor hef kleine kind: alles kunnen, alles mogen: als al die geboden en verboden, plichten en dwangmaatregelen er maar niet waren, wat zou ik dan mijn vleugelen uitslaan! Alles kunnen, alles mogen, almachtig zijn, dat is ideaal! In zijn spel „is" het kind, wat het zou willen zijn: het „is" tramconducteur, rooverhoofdman. man, vader, schooljuffrouw, romanheldin, moeder. Het gestelde ideaal wordt als werkelijkheid door leefd in de „verbeelding", in het spel: het wordt uitgebeeld: houdingen, gebaren. zinswendingen worden overgenomen ..alsof" het kind niet een rol speelde, maar werkelijk de uit te beelden figuur was. Gezien het feit dat er een natuurlijk verlan gen bestaat naar meerwaardigheid, wil jde uitroep: „wat heb jij een verbeelding" vrijwel*' hetzelfde zeggen als „wat heb jij een grootheidswaan, wat ben jij verwaand". Natuurlijk is dat echter niet, want iemand kan even goed zich verbeelden dom, leelijk, minderwaardig te zijn, zich een verschop peling wanen, of een armoede- of kleinheidswaan hebben; dit echter wordt veel ongewoner, abnor- maler gevonden dan dat iemand denkt meer te zijn dan hij is. Een bewijs dus dat een zekere zelfover schatting, een zeker kwantum „verbeelding" en „verwaandheid" nog als normaal aanvaard wordt. Is dit niet vreemd? Ach: we zijn er aan gewend, we doen er allemaal aan mee, we verlangen het zelfs van anderen. Bestaat de opvoeding niet voor een groot deel uit het aanleeren van „manieren", van „fatsoen"? En wat wil-dat anders zeggen dan dat het kind zich niet zoo moet voordoen als het is, maar dat het zich moet gedragen volgens ze kere fatsoensnormen: het moet zich netjes voor doen. altijd beleefd zijn, niet tegenspreken; het moet bescheiden zijn, het moet bedanken voor een Onbewust )aC taartje of een glas limonade, als het er al een of twee gehad heeft (al zou het er nog dolgraag vijf hebben), het moet doen alsof het geen begeerte heeft naar meer. Is men erg gesteld op „fatsoen", dan zal men den nadruk er op leggen dat het kind door zich momenteel beter voor te doen dan het is langzamerhand ook werkelijk beter zal wor den, omdat het zich voortaan natuurlijk zal ge dragen „zooals het behoort". Staat men een beetje minder welwillend tegenover „fatsoen", dan zal men zeggen: dit is dressuur, huichelarij, onop rechtheid; men brengt de kinderen er toe zich „be- ter" te voelen, omdat ze „hun manieren" kennen, maar daardoor voedt men ze op in een uiterlyken „schijn", die heelemaal geen bewijs hoeft te zijn voor een innerlijke meerwaardigheid. Omgekeerd bewijst een gevoel van minderwaar digheid ook heelemaal niet d,at iemand minder waardig is; iemand die bescheiden, verlegen, schuldbewust zich terug trekt kan misschien door een competente beoordeelaar veel meer gewaar deerd worden dan iemand die zelfverzekerd, ver waand, trots rondloopt en zichzelf op den voor grond plaatst. In ieder gevoel van meerwaardig heid of minderwaardigheid ligt een overwegend- subjectieve component: de maatstaf dien ik daarbij voor mezelf aanleg. Stel ik me zeil' hooge eischen, heb ik hooge idealen van 100 pet. volmaaktheid, dan spreekt het vanzelf dat ik heel goed besef dat ik lang niet zoo ben als ik volgens dezen idealen maatstaf zou moeten zijn. Laten we zeggen dat ik het peil van 50 pet. bereikt heb. dan besef ik dat ik nog 50 pet. tekort schiet. Heb ik heelemaal geen idealen, verwacht ik niets méér van mezelf, dan vind ik heelemaal niet dat ik op min 50 sta, maar op plus 50, want dan ga ik eenvoudig uit van het nulpunt. Ben ik verwaand, verbeeld ik mij dat ik alles kan en volmaak! ben. dan stel ik me aan „alsof" ik op het peil van 100 pet. stond: ben ik daarentegen vervuld van schuldgevoelens, word ik teneergedrukt door het besef van mijn tekortko mingen, dan kan ik mij nietswaardig voelen, een nul. Wij zien dus dat het subjectieve oordeel van meer- of minderwaardigheid heelemaal niet bewij zend is voor den objectieven, feitelijken toestand; we kunnen eerder het omgekeerde zeggen; iemand die erg tevreden is met zichzelf is blijkbaar blind voor zijn tekortkomingen en heeft geen besef van alles wat waarachtig waarde heeft; iemand die zichzelf minderwaardig voelt daarentegen, heeft blijkbaar het besef dat hij niet op zijn lauweren kan gaan rusten maar verder moet, dat hij niet te vreden mag zijn met zichzelf. Maar daardoor juist zal de verwaande niet zijn best doen om verder te komen, de met zichzelf ontevredene wél; daardoor zal het er allicht mee gaan als met de schildpad en de haas in de fabel van Lafontaine: de haas vond den nog af te leggen afstand zoo belachelijk klein, dat hij ging slapen, de schildpad daarentegen be sefte dat het hem nog heel wat inspanning zou kosten om het eindpunt te bereiken en ging daar om met volharding direct op weg, waardoor hij al het eindpunt benaderde toen de haas met schrik merkte hoe ver de andere hem ongemerkt voor was gekomen. Nu hebben we nog met een anderen belangrijken kant te maken bij dit vraagstuk; als ik mij minder waardig voordoe, zwak, slakkerig, hulpbehoevend, wanneer ik doe of zeg dat ik iet? toch niet kan, dan kan dit bij een ander medelijden wekken en hem er toe brengen om mij te helpen, ja, alles uit handen te nemen. Maar dan gaat het spreekwoord op: stel niet uit tot morgen wat gij heden door een ander kunt laten doen. De klachten over eigen minderwaardigheid wor den dan niet bedoeld als uitdrukking v,an een fei telijken toestand, maar als hulpmiddelen om zich ergens tusschenuit te draaien. Omgekeerd kunnen uitingen van meerwaardigheid vaak gebruikt wor den om eigen minderwaardigheidsgevoelens het zwijgen op te leggen; als iemand zegt: dat hij iets zoo buitengewoon goed kan en dat hij geen suffert is, dan voelt iedereen al direct dat hij er een schep je op legt omdat hij in zijn hart heelemaal niet zoo gerust is: bovendien zit daarachter een pogen om te ontkomen aan een nauwkeuriger onderzoek: hoe beslister ik doe, hoe minder een ander het zal wa gen om mij als een kleinen jongen eens aan de tand te voelen Trapt men er in, dan ga ik door met opscheppen: heeft men mij door, dan merk ik ver standiger te doen met niet al te hoog op te geven van mijn capaciteiten, omdat ik mij anders maar belachelijk maak. Dr. -J. M. ROMBOUTS. Hel honderdste „Bondsonderdak" voor waterlouristen. Dezer dagen werd door den Nederlandschen Toeristenbond A. N. W. B het honderste „bonds- onderdak voor watertoeristen" opengesteld. In alle watersportcentra-beschikt men thans over een aan tal van deze bondsinstellingen en voor zoover de A. N. W. B. kon nagaan was er tot nog toe in alle bondsonderdaken ruimte genoeg. Iedere watertoerist, die genoegen wilde nemen met een gemeenschappelijke slaapplaats, heeft dus in de watersportcentra onderdak kunnen vinden. Naluuurlijk wordt nog steeds gewerkt aan de ver grooting van het aantal onderdaken en wel speciaal in waterrijke streken, die min of meer buiten de watertoeiistische centra liggen. Watertoeristen, die van plaats tot plaats trekken, vinden ook daar reeds een flink aantal van deze instellingen, vooral in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Friesland. Daarnaast groeit ook het aantal kampeerboerde rijen zienderoogen. Van deze zoo snel populair ge worden bondsinstelling telt ons land er thans tus- schen de 259 en 300. Nu auto en motor als toeristisch vervoermiddel zijn uitgeschakeld, de fiets gespaard moet worden en het buitenlandsch toerisme tot de onmogelijk heden behoort, dient men naar andere middelen te zoeken om de vacantie door te brengen. Het water toerisme en de watensport bieden daartoe gelukkig vele mogelijkheden en als men de keuze laat vallen op een vacantie met een zeilboot, dan kunnen de verhuurinrichtingen van zeilvaartuigen in onze watersportcentra reeds voor een groot deel in deze behoefte voorzien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5