Haarlem's Dagblad | 1941 | 21 augustus 1941 | pagina 8

DONDERDAG 21 AUGUSTUS 1941'

H A A R E E M'S DA'GBC A D

6

f Spatt en Spel

Cricket

Oostelijke toer van de Flamingo's

Een draw en een overwinning

De Flamingo's zijn deze week op hun jaarlijksche
oostelijke toer. Begonnen werd met een wedstrijd
tegen U D. te Deventer. De gastheeren waren geducht
versterkt en hadden o.a. Dr. M. Jansen, A. M. J. de
Beus en A. Stroink in hun gelederen.

U.D. scoorde 164 runs, waarvan v. d. Bogaardt 19,
Klopman Baerselman 16, dr. Max Jansen 17, A.
Stroink 34. Meyer 26, Brascamp 13, W. Kramer had
met 5—38 de beste bowlingcijfers.

De Flamingo's ma?,kten daarop 137 voor het verlies
van 9 wickets en ontkwamen ternauwernood aan een
nederlaag. Arendsen de Wolf scoorde 20. W. Kramer
22, A. v. d. Togt 29 en Hooft Graafland 12. Bowling
cijfers U.D.: Meyer 427. A. M. J. de Beus 348 en
dr. M. Jansen 226.

Het resultaat was dus een draw.

De twede wedstrijd van de Flamingo's was te Ven-
lo tegen een combinatie van V.H.C. en V.C.V. De
Flamingo's gingen eerst batten en scoorden 195—9.
Van Oven 30, W. Kramer 29, mr. P. B. M. ten Bosch
45, A. v. d. Togt 33 en A. Maas 13. Rijven bowlde
5—57.

De Venlosche combinatie kon tegen dit hoogc totaal
niet op en op 124 was de innings afgeloopen. In de
dubbele cijfers kwamen Rijvèn 11, Reyntjes 12, Len-
ser 13, H. B Nefkens 12, P. Nefkens 27.

Mr. P. B. M. ten Bosch bowlde 518. De Flamigo's
wonnen dus met 71 runs.

Kaatsen

NATIONALE WEDSTRIJD.

De kaatsclub „Amsterdam" organiseert op Zondag
24 Augustus a.s. een nationalen wedstrijd waaraan
kunnen deelnemen clubs die aangesloten zijn bij den
Nederlandschen Kaatsbond en buiten Friesland zijn
gevestigd. Reeds hebben ingeschreven de Haarlem-
sche kaatsclub „Frisia". Den Haag, Hilversum, Bus-
sum, Amsterdam, Zaandam en Zeist,

Hengelen

,,'T KARPERTJE".

Zondag hield bovengenoemde vereeniging haar
kaswedstrijd op baars in de Ringvaart bij Hillegom.
De uitslag was: 1 M. Hartman, 19 stuks, 2 M. Eland,
grootste en 13 stuks. 3 A, v. d. Aar 19 st., 4 J. Deen
13 st., 5 W. Terstal 10 st., 6 W. Groffer 8 st 7 H.
Nieuwenhuis 7 st., 8 P. Steenken 6 st., 9 F. de
Droog 5 st., 10 J. Doelaard 4 stuks.

De Haarlemsche He/igelaars Vereeniging Morgeenrood
hield Zondag j.l. een onderlingen wedstrijd op wltvisch^in
de Ringvaart Ci uqulus—Bennebroek.

Na den wedstrijd werd de uitslag In het clubhuis bekend
gemaakt door den voorzitter den heer C. Burggraeve. De
taitslag was als volgt:

1 P. Duin 29 stuks, grootste 28 c.M. winnaar Lourenburg-
hengel2 G. Vooges 31: 3. J. v. Dijk 27; 4 W. Kruijt 22;
5 H. v. d. Schoot 20; 6. L. Rondema 18. 7. G. v. d. Vlugt
16 P. Vergers 14; 9. B. v. Doom 14; 10. C. Ket 12.

Zondag j.l. hield de V. C. „Ruïschvoorn" haar kaswed
strijd op baars in de Ringvaart te Lisse. De vangst was
goed. De uitslag was;

le prijs W. de Boer 26 stuks: 2e pr. C. v. d. Aar 22 stuks;
Se pr. P.. v. d. Aar 19 stuks; 4e pr. C. Lareman 17 stuks;
5e pr. T. de Floepert 16 stuks; 6e pr. J. de Boer 12 stuks;
7e pr. P pwetsloot 11 stuks; 8e pr. Th, Halderman 9 stuks;
8e pr. G. tit Vries 8 stuks; 10e pr. P. Brands S stuks.

Waterpolo

Om liet kampioenschap van Haarlem

H. P. C. en Haarlem beginnen goed.

De eerste ronde van het door H.P.C. georga
niseerde waterpolotoumooi om het kampioen
schap van kring Haarlem van den N.Z.B. heeft
geen verrassingen opgeleverd: de D.W.R.-dames
zegevierden met 31 over haar Hccmsteedsche
zwemzusters; H.V.G.B. kreeg met 51 klop
van Haarlem en de kampioen van de tweede
klasse. V.Z.V., ging met dezelfde cijfers ten
onder tegen het eerste team van H.P.C.. waar
in Braam op do middenvoorplaats buitenge
woon goed op schot was.

Erg overtuigend was de 31 zege van de D.W.R.-
dames echter niet. De Heemsteedschen. waarbij zich
vooral de dames A. Sevensma en H. Bakker onder
scheidden, gaven zoo goed partij, dat „De Water
ratten" voor rust slechts met 10 de leiding kon
den nemen met een doelpunt van mei. G. Zieren.

Wel maakte mej. H. Zieren kort na de hervatting
20, doch een tegenpunt van H.P.C. bracht weel
de noodige spanning. Mevr. De Vries maakte aan
alle onzekerheid een einde en zorgde er voor, dat
D.W.R. met een 31 overwinning uit het water
kon gaan.

Doordat Ketelaar verstek liet gaan, kwam H. V.
G. B. voor den strijd tegen Haarlem met slechts
zes man uit. Haarlem liet een speler uitvallen en
nam kort na het aanvangssignaal de leiding, toen
doelman Van Waard een schot van A. Spaander
man verkeerd beoordeelde. Voor rust voegden J.
van Hemsbergen en A. Spaanderman nog twee
doelpunten aan de score toe. Haarlem bleef in
de meerderheid. Eerst nadat Verdel en Van Hems
bergen de score hadden opgevoerd tot 50, slaagde
J. Hogeland er in, om na aardig samenspel met
Anthonie. een tegenpunt te scoren, zoodat met 51
het einde kwam.

Met belangstelling werd uitgezien naar hetgeen
V-Z.V. met ziin tweede-klasse kampioensploeg zou
presteeren tegen H.P.C. De tegenstand van de Vel-
senaren is echter tegengevallen. Swier c.s. kregen
tegen de geduchte Heemsteedsche achterhoede wei
nig kans hun spel te ontplooien en in de V.Z.V.-
achterhoede, was noch Duinker. noch Visman bij
machte om Braam het schieten te beletten. Braam
had doelman Wevers reeds tweemaal het nakijken
gegeven, toen hij kort voor rust nog een stra/worp
kreeg te nemen, welke in een doelpunt werd om
gezet (30). De Heemstedenaren bleven ook na
de hervatting over alle linies de sterksten en
brachten den stand op 50. Toen moest Leyenaar
het water verlaten en kreeg Swier een strafworp
toegewezen, waaruit hij scoorde en voor V.Z.V.
de eer redde (51).

Dammen

COMPETITIES 1941/1912 NEDERLANDS CHE DAMBOND.

Zaterdagmiddag a.s. zal in Restaurant Munniks te
Haarlem een bespreking worden gehouden tusschen de
competitie-commissie van den Nederlandschen Dambond.
de dagelijksche bestuurders van den Districtsbond „Noord-
Holland" en het dagelijksch bestuur van den Amsterdam-
schen Dambond teneinde te komen tot een organisatie
van de competities 19411942 van den Nederlandschen Dam
bond waarbij gespeeld zal worden tusschen de hoofd- en
eerste klasse clubs uit Amsterdam én Noord-Holland. Tot
deze bespreking werd eveneens uitgenoodigd de heer J.
W. van Dartelen uit Heemstede.

Wanneer deze conferentie tot overeenstemming tus
schen de Noord-Hollandsche en Amsterdamsche clubs zal
leiden, zal de lang gewenschte vermenging van de Am
sterdamsche en Noord-Hollandsche hoofdklasse- en eerste
klasse clubs eindelijk tot stand komen, waardoor deze
competities zeker belangrijk aan spanning zullen winnen.

PERSOONLIJK EERSTE KLASSE KAMPIOENSCHAP
VAN HAARLEM.

De finale om het eerste klasse kampioenschap van Haar
lem en omstreken is thans op de partij C. Berkhout—J.
Neele na geheel beëindigd.

De titel werd behaald door A. F. van Leuffen van de
Damclub „Het Noorden".

De eindstand van dit tournooi luidt:

NO, Spelers: 1 2 3 4 5 pt.

1. A. F van Leuffen („Het Noorden") x 1 2 2 2 7

2. J. Boerkoel (,,D. O. S.") 1x12 15

3. J. Neele („Oosterkwartier") 0 1x2-3

4. A. Smit (Haarlemsche Damclub) 0 0 o x. 2 2

5. C. Berkhout („Oostcrkwartler") 0 1-0x1
H. Berghuis (Haarlemsche Damclub) moest zich wegens

drukke werkzaamheden uit de finale terugtiekken.

Schaken

De bondsschaakwedstrijden te
Leeuwarden

De uitslagen van Woensdag in de eeregroep waren
als volgt: Ir. H. J. van Steenis, AmsterdamA. J.
Wijnanas, Den Haag, afgebr. N. Cortlever, Amster
damdr. J. H. O. Graaf van den Bosch, Hilversum,
YzYz- H. Kramer, Leeuwarden—C. VJagsma, Rot
terdam YzYz-

Honkbal

Een verrassing; in het Schoten-
tournooi.

R. C. H. wint van H. H. C.

Ook de twede wedstrijd van het Schoten-tournooi
was het aanzien ten volle waard. De partijen wogen
uitstekend tegen elkaar op. zoodat feitelijk pas in de
zesde innings de beslissing viel.

Voor R.C H stond Van Eek den geheelcn wedstrijd rp de
werpplaat. voor H.H.C. wierp Siepel vijf en een halve
innings en Pijnakker één halve. Hun prestaties liepen
zeer weinig uiteen. Van Eek wierp drie keer drie slag
en drie keer vier wijd, de H.H.C.-werpers tezamen
drie keer drie slag en vier keer vier wijd. Bovendien
maakten beide partijen drie fouten.

Een verschil zat er echter in/het slaan. Hoewel de
H.H.C.-ers natuurlijk den bal wel eens raakten, heeft
geen hunner het tot een. geldigen honkslag gebracht.
Slechts vier keer is de bal buiten het binnenveld ge
weest en drie keeren was een nul het gevolg. Ook de
vierde keer had dit het geval kunnen zijn maar toen
liet Willemse den reeds gevangen bal weer uit zijn
handen springen.

R.C.H. daarentegen bracht het tot vijf honkslagen.
waaronder één van Weber, die twee honken waard
was. Toch brachten slecht;? twee van die honkslagen
R.C.H. een run op. Twee andere runs hadden de
Sportparkbewoners te danken aan fouten van Bronk-
horst. die den bal ver naast het derde honk wierp en
een dito van Baas, die bij een poging om P. Kaestner
op het thuishonk uit te tikken den bal liet vallen.
Bij R.C.H. werden de fouten veel minder zwaar ge
straft.

Was het veldwerk dus over het geheel goed. de vele
keurige aangooien van Kolk (R.C H.) naar het eerste
honk benevens die van Waalewijn mogen wel af
zonderlijk vermeld worden. t

De cijfers der innings zijn:

Ten slotte moet nog vermeld, dat H.H.C. zonder
Hartog en Panman, R.C.H zonder Hoogendoorn
speelde.

Het gevolg van deze overwinning is dat volgende
week R.C.H. tegen Haarlem in het veld komt.

Op verzoek van Haarlem is deze wedstrijd echter
van Woensdag naar Donderdagavond verschoven.

Eerst volgt echter nog E.D.O.H.C.K. op Maandag
avond.

tBUmeaÜavid

VIJF EN ZEVENTIG JAAR ZONDAGSSCHOOL
WERK.

UTRECHT, 20 Augustus. (A.N.P.) Alhier
kwam de algemeene vergadering bijeen van de Ne-
derlandsehe Zondagsschoolvereeniging. Uit alle
declen van het land waren ongeveer 700 congres
sisten in de zaal vereenïgd, mede ter herdenking
van het 75-jarig'bestaan van de vereeniging.

De vergadering werd geopend met orgelspel en
zang, waarna dr. G. P. Marang, pred. van Utrecht,
eere-voorzitter van de regclingscommissie de aan
wezigen met een hartelijk welkom begroette.

De voorzitter, ds. J. P. van Bruggen, predikant
te Amsterdam, opende met gebed en kort openings
woord.

Het jaarverslag, dat uitgebracht werd door den
secretaris, den heer C Roodhart te Amsterdam,
herinnerde in de eerste plaats aan het vijf en ze
ventigjarig bestaan der vereeniging.

Het afgeloopen vereenigingsjaar heeft bewezen,
aldus spr. dat de N.Z.V. vastgeworteld staat in het
Nederlandsche volksleven, want ondanks den zwa-
ren druk van dezen tijd mag zij gewagen van ver
blijdenden bloei en vooruitgang.

Het aantal aangesloten scholen steeg van 1939-
1941 van 178 op 252. Het ledental klom in ge
noemde jaren van 3650 tot 3740.

Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan werd
een boek uitgegeven „Ons Zondagsschoolwerk"
verzorgd door den algemeencn secretaris, den heer
G J. van Schouwenburg. Verder zagen nog twee
jeugdboekjes het licht, een voor de grooteren en
een voor de kleineren, resp. van mevr. Norel-
Straatsma en van mej. De Liefde.

In de middagvergadering leidde Dr. G. Marang,
oud-voorzitter der vereeniging, het onderwerp
„Zondagsschool en kind" in.

Daarna werd onder leiding van den voorzitter
het viif-en-zeventigjarig bestaan der vereeniging
herdacht.

Ds. S. J. M. Hulsbergen, varf Hoedekenskerkc.
sloot de jaarvergadering met een opwekkend
woord en dankgebed.

EEN 14-JARIGE HELD.

Men meldt aan de Prov. N. B. en 's-Hert. Ct. uit
Mierlo, dd. 18 Augustus:

Dezer dagen waren eenige jongens in het Eind-
hovensche kanaal aan het roeien. Een zevenjarige
jongen viel in het water en zou zeker verdronken
zijn, als de aan den kant spelende 14-jarige Chris
van Reek niet gekleed te water was gesprongen en
hem op het droge had gebracht.

PROMOTIES.

LEIDEN, 20 Aug. Aan de rijksuniversiteit te
Leiden zijn bevorderd tot:

Doctor in de letteren en wijsbegeerte op proef
schrift getiteld „Patronaat en gezinsvoogdij", de
heer J. Koekebakker, geboren te Zwartsluis en
v/onende te Amsterdam.

Doctor in de geneeskunde op proefschrift getiteld
„De Röntgenologische en klinischfe diagnostiek der
herniae hiatus oesophagei'', de heer J. W. Kamer
ling, geboren te Amersfoort en wonende te Haar
lem.

RESEARCH-ARBEID TEN BATE VAN DE
NEDERLANDSCHE INDUSTRIE.

's-GRAVENHAGE, 21 Augustus. De Neder
landsche industrie ziet zich in dezen tijd voor
gvoote moeilijkheden geplaatst, welke voortvloeien
uit de bijzondere omstandigheden, waaronder wij
leven.

Dat zijn de moeilijkheden van het oogenblik,
welke uiteraard het zwaarste wegen. Doch daar
naast is e nog een ander terrein van groote be-
teekv-nis. Onze industrie moet niet stil blijven
staan op het niveau van thans. De technische ont
wikkeling gaat over de geheele wereld verder en
ook Nederland zal straks gereed moeten zijn om
zijn plaats in het wereldverkeer te hernemen.

Dit inzicht breekt meer en meer baan. In wijden
kring wordt het wetenschappelijk research-werk
op steeds hooger waarde geschat, omdat men hier
de bouwstoffen hoopt te vinden voor den reeëlen
arbeid van later De overheid verleent hieraan niet
alleen medewerking doch wenscht ook leiding te
geven op, het gebied van bet wetenschappelijk
speurwerk naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe
toepassingen.

Reeds is op verschillende terreinen veel verdien
stelijk werk verricht.

Voor de bevordering van het onderzoek ten be
hoeve van de verschillende takken van volkswel
vaart in het algemeen en van de onderlinge» sa
menwerking op dit gebied heeft de overheid reeds
voor vele jaren de Nederlandsche centrale orga
nisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk on
derzoek bii verkorting genoemd Centrale Or
ganisatie T.N.O. in het leven geroepen, waar
van de enkele jaren later ingestelde Nederland
sche organisatie voor toegepast natuurwetenschap
pelijk onderzoek ten behoeve van nijverheid, han
del en verkeer bii verkorting genoemd Nijver
heidsorganisatie T NO. deel uitmaakt.

De Secretaris-generaal van het departement van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart heeft thans
besloten de reeds eerder genomen beslissing in
zake de overdracht van de reeds bestaande Riiks-
proefstations aan de Nijverheidsorganïsatie T.N.O.
zonder verder verwijl uit te voeren. De
proefstations voor klei en vezel zijn reeds overge
dragen en de overdracht van de beide andere in
stellingen zal binnenkort volgen.

(A.N.P.)

FAILLISSEMENTEN.

(Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf en
Co. N.V.. Amsterdam).

UITGESPROKEN:

13 Aug. de Nalatenschap van F. van der Plas. laatstelijk
wonende in het Gesticht voor Oude Mannen en Vrouwen
te Enschede. Recht. Comm. X. Dufour, Cur. Mr. R. C.
Schlingemann. Enschede.

13 Aug. J. Schouwlnk, Enschede, Hofstedeweg 127.
Recht. Comm. Mr. I. Dufour, Cur. Mr. L. M. N. Schweitzer,
Enschede.

VERNIETIGD OP GROND VAN VERZET:

13 Aug. G. A. Hilderink, fabrieksarbeider, Haaksbergen.
'OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF:
15 Aug. M. Chr. R. Harms, gescheiden echtgenoote van
J. C. Leunes, Den Haag.

GEDEPONEERDE UITDEELINGSLIJSTEN:

19 Aug. G. van Heusden, taxi-ondernemer, Hillegom.
Geëindigd door het verbindend wórden der uitdeelings-
lijst. Uitk 100 aan pref. crediteuren; nihil aan conc. crc

19 Aug. G. Otto. pianohandelaar, Haarlem. Geëindigd
door het verbindend worden der eenige ultdeelingslijst.
Uitk. 4,6754

MR. H. J. FERWERDA ALS RECHTER TE
HAARLEM BEëEDIGD.

AMSTERDAM, 20 Augustus. Vanmorgen heeft
het gerechtshof te Amsterdam, gepresideerd door
jhr. mr. J. F. Lewe van Nijenstein, als rechter in
de rechtbank te Haarlem beëedigd, mr. H. J. Fer-
werda, voorheen rechter plaatsvervanger in de
arrondissementsrechtbank te Haarlem en Den Haag.

DEN BOSCH NADERT DE 50.000 INWONERS.

Naar Het Volk verneemt wordt binnen enkele
weken de 50.000ste Bosschenaar verwacht.

Als het een klein beetje meeloopt, komt de vijf
tigduizendste nog juist bijtijds om afscheid te
nemen van burgemeester Van Lanschot, die, zooals
bekend, met pensioen gaat.

Het gemeentebestuur is voornemens de vijftig
duizendste een spaarbankboekje te schenken en
onder de burgerij gaan al plannen om den nieuwen
wereldburger van al het noodige te voorzien.

Waarom laclien jullie?

Een avontuurtje van Opa en Lottie.

's Zomers als 't. erg mooi weer is en de kleuterschool
Vacantie heeft gaat Lottie bij Oma en Opa logeren.

Of Lottie dat fijn vindt? En öf!

Ze vindt het de heerlijkste tijd van 't hele jaar. In
April begint ze er al over te praten en ln al dte weken
en maanden van tevoren moet Moeder iedere dag ant
woord geven op wel honderd vragen: „Of Nero er nog
ls en Mies de poes?" Of Oma nog denzelfden melkboer
heeft met dat vriendelijke gezicht cn of Lottie wéér een
eindje mee mag rijden op de melkwagen tussen de bus
sen? Of Lottie weer met Oma mag zwemmen en of Opa
nog iedere morgen zelf naar de markt gaat om groente
te kopen en of Lottie dan dat grappige boodschappennet
mag dragen? Zo staat haar mondje geen ogenblik stil.

Moeder is blij, als eindelijk de grote dag gekomen is,
dat Lottie vertrekt. In haar rieten koffertje zitten vier
schone jurken en twee schortjes en wel zes paar sokjes
En verder natuurlijk een tandenborstel, kam en schuier
en ook.... een écht handwerkje. Dat vindt Lottie vrese
lijk gewichtig, want 't is dit jaar voor 't eerst, weet je.

Lottie kan nog niet zo erg best handwerken. De juf
frouw van de kleuterklas moet de kruisjes telkens weer
uithalen als Lottie ze scheef borduurt of de verkeerde
kant uit. En daarom is het kleedje niet helemaal brand
schoon meer. Maar daar zal minder op gelet worden:
Lottie brandt al van verlangen om alles aan Oma te laten
zien. En misschien helpt Oma haar ermee, zodat alles op
eens keurig wordt cn als 't dan helemaal klaar ls, gaat
Oma het kleedje natuurlijk uitwassen, zoodat het beel
dig schoon is. En dan kiijgt Moeder het cadeau, dat keu
rige. schone, netjes geborduurde kleedje!

•t Is eigenlijk een geheim, weet je. Moeder mag er na
tuurlijk niets van weten, maar Lottie heeft zich zeker
al tien keer half en half verpraat.

En daarom ls zij ook blij, hls ze eindelijk op de tram
•tapt om haar grote reis naar Oma en Opa te ondernemen.
Lottie reist helemaal alleen^net de tram naar Opa en Oma
toe. 't Is niet zo héél ver hoor, maar een goed uurtje.
En Vader heeft tegen den conducteur gezegd, dat hij
vooral erg goed op Lottie moet létten en tegen Lottie, dat
ze rustig op haar plaat6je moet blijven zitten cn het kof
fertje dichtlaton en ha a r mantel aanhouden cn haar tasje
niet in de tram laten liggen.

En Lottie heeft 't allemaal best begrepen, héél best
hoor! Ze begrijpt niet, waarom de tram nóg niet vertrekj,
nu zb precies weet, wat ze doen moet en de conducteur
ook!

Maar eindelijk ting, ting, tingehng! daar gaat ie dan
toch! Lottie wuift en wuift naar Vader en Moeder of ze
minstens naar Amerika gaat. De conducteur houdt haar
bij de hand vast als ze op 't balconnetje staat te wuiven.
Hij wil nog eens tonen, hoe goed hij op Lottie zal passen.

En danbegint Lottie's heerlijke vacantiel

Lottie Is nu al een avond en een nacht bij Oma cn Opa
geweest. Oma heeft haar 't hele huls laten zien met de
hoge ouderwetse kamers en de grote bedden met geblokte
kussenslopen: roze met wit. Lottie mag ook op zo'n prach
tig kussen slapen en het ruikto heerlijk, naar

„Lievevrouwenbedstro" zegt Oma.

Dat is een moeilijk woord om te onthouden. Lottie
oefent er wel een uur op, maar 's avonds, als ze haar
neusje ln 't kussen steekt en de geur ruikt, is ze 't toch
nog vergeten!.

Als Lottie ie volgende morgen wakker wordt, ls haar
terste gedachte: er is iets ontzaglijks heerlijks!

De Juffrouw houdt Opa een spiegeltje voor.

(Teekening G. HUYSSER).

(Teekening Doeve)

Dan opent ze nog half slapend de ogen, ruikt de geur
an het kussen en denkt: O! ik ben bij Opa en Oma!
En nauwelijks heeft ze 't gedacht of daar staat Opa al
'oor haar bed en roept: „Jongedame, zoudt u ook eens
opstaan?"

Op Opa's schouder rijdt Lottie naar Oma, die haar heel
vlug aankleedt.

O, wat is alles toch heerlijk!

De zon schijnt en beneden begint de ketel te guiten
voor de thee. Er is geroosterd brood met jam en dikke
gele pruimen

Maat Lottie kan haast niet op haar stoel blijven zitten,
zoveel is er buiten te zien! Het huis van Opa en Oma
staat aan, het marktplein en daar is 't juist vandaag een
drukte van belaflg. 't Staat er vol kraampjes, waar van
alles verkocht wordt: kousen en lint en knopen en lapjes,
vruchten en groente te veel om op te noemen! Lottie wipt
heen en weer op haar stoel en roept maar: „Opa, gaan we
u haast?"

Ja, ze gaan. Maar eerst moet Opa z'n krantje uitlezen.
Tot zolang moet Lottie geduld hebben.

„Je mag me wel helpen" zegt Oma. En dan gaan ze
samen de kamers schoonmaken.

Lottie zwaait met een stofdoek, haast zo groot als zijzelf.
Ijverig boent ze de stoelpoten en de tafelpoten af. „Dan
hoeft u met te bukken. Oma" zegt Lottie.

„Goed. liefje" zegt Oma „doe jij je best maar."

Op de grond vindt Lottie een mooi rood lintje.
„Wat moet daarmee. Oma?"

„O, jij mag 't wel hebben."

„Fijn" zegt Lottie en ze steekt het lintje in 't zakje van
haar schort.

Als alles klaar is, mag Lottie Opa gaan roepen. Die zit
in 't zijkamertje de krant te lezen.

Lottie danst naar binnen en roept: „OMaar dar.

zwijgt ze opeens. Gunst, hoe is 't mogelijk? Daar zit Opa
aar voorover over de krant gebogen te slapen. Lottie
moet erom lachen.

Kijk. de krant trilt van Opa's ademhaling, hij knikkebolt
n een grote krul van zijn grijs haar valt over z'n voor
hoofd.

Even staat Lottie besluiteloos. Dan bedenkt ze iets
prachtigs! Heel voorzichtig haalt ze het rode lintje uit
haar zakje en bindt het netjes om Opa's krul. 't Zit keu
rig 't staat Opa echt lief, vindt Lottie.

En als ze een poosje haar werk bekeken heeft, roept ze
heel hard: „Opa. gaat u mee?" Toe Opa. gaan we naar de
trkt?"

,Hèo ja, Ja kindje" schrikt Opa. Hij is opeens klaar

waker, legt de krant weg en pakt Lottie bij de hand.
„Kom we gaan!"

„Dag Oma. tot straks!" roept Lottie naar boven.

„Daag!" roept Oma.

En dan -staan ze samen op straat.

Vandaag is iedereen blij. Komt dat, omdat 't zulk
prachtig weer is. of

De bakker, die juist met z'n fiets voor t' hekje rijdt,
lacht en kijkt nogeens om als Opa en Lottie hem' voorbij
gaan. twee jongens met zwemgoed onder de arm, stoten
elkaar aan en beginnen te proesten, zelfs een tuinman, die
ergens in een tuin staat te harken, trekt een brede grijns

Nu gaan Opa. en Lottie de markt op. Lottie mag een
kaart kopen voor Vader en Moeder, een mooi ringetje
en een klein grappig mutsje voor de zon.

Waf vindt ze alles prachtig!

En de mensen bij de kraampjes lachen maar. Opa merkt
het wel.

„Waarom lachen jullie zo?" vraagt hij.

„Och. 't is zulk lekker weertje, meneer" zegt een oud
vrouwtje.

Nu, dat vindt Opa ook.

Lottie heeft schik en tóch is ze een beetje bang, dat Opa
straks boos zal zijn als hij 't merkt van het lintje.

Eindelijk beginnen ze wat moe te worden, Opa en Lottie.

„Kom" zegt Opa" we gaan maar naar huls."

Maar op de hoek van een straat blijft Opa nog even
staan. Daar is een juffrouw met rozen. Opa wil een mooi

bosje meenemen voor Oma. Hij staat een poos te kijken
uit te zoeken, terwijl Lottie van 't eene been op 't
andere wipt uit puur ongeduld.

De juffrouw van de bloemen lacht ook al.

„Koopt u maar meneer" zegt ze „dan zal ik u een ge
heim vertellen".

,,'n Geheim?'

„Ja, ja" zegt de juffrouw en opeens haalt ze een spie
geltje uit haar zak en houdt het Opa voor.

Opa kijkt en„O, jou rakker!" roept hij en grijpt'

naar Lottie. „O, jou stoute rakker!" En Opa trekt vlug
het lintje uit zijn haar.

Gelukkig! Aan Opa's ogen ziet Lottie wel, dat hij niet
écht boos is. Ze lacht opgelucht en houdt netjes de rozen
vast, terwijl Opa betaalt.

„Heerlijk" denkt Lottie „heerlijk is het hier!"

En dit is nog maar dé allereerste dag van haar vacantie
bij Oma en Opa

R. DE RUYTER—v. d. FEER.

HET GESTOLEN PAARD,

Ali Effendi bezat een psachtig volbloed paard, 't Was
slank als de halve maan. zwart als de nacht en vlug als
Turkse wijn.

Een op een dag kwam Effendi. gezeten op zijn paard,
zijn buurman Dsjoebi tegen en deze sprak:

„Effendi. wat een prachtig paard heb je daar! Zou je
't me niet willen verkopen?"

„Neen. Dsj_oebi, mijn paard is niet te koop."

„Ik zou er anders graag tienduizend piaster voor geven,
Effendi."

,,'t Is niet te koop. Dsjoebi."

„Nu. dan voor vijltlenduizend."

.,'t Paard is niet te koop. Dsjoebi."

„Nu. niets aan te doen

De volgende dag draafde Effendi op zijn prachtig paard
naar huis. toen hij langs de weg een man zag liggen.

Hij steeg af en boog zich over de doodstille gestalte
heen. „Och, Dsjoebi, ben Jij het? Om Godswil, wat is er
met je gebeurd?"

„Och beste Effendi. ik ben gevallen. Mijn paard is wild
geworden cn heeft me afgeworpen."

„Kom Dsjoebi, laat ik je helpen. Probeer voor me in 't
zadel te komen en rijd met me naar huis. Daar zal ik Je
dan een ander paard geven, waarop je je reis kunt voort
zetten."

„Allah zegenc je voor je goedheid, Effendi, maar ik heb
m'n knieschijf gebroken. Ik kan onmogelijk ln 't zadel
komen. Och, Effendi. wees toch zo vriendelijk om af te
stijgen en me te helpen."

Effendi- sprong op de grond, omvatte Dsjoebi cn tilde

hem in den zadel. Maarop 't zelfde ogenblik gaf

Dsjoebi het prachtige paard de sporen en vloog er vandoor
als de wind.

Effendi echter holde hem in een stofwolk na, zwaaide
met de armen en schreeuwde: „Houd op. Dsjoebi! Slechts
cén woord, beste Dsjoebi! En hij holde en schreeuwde
net zo lang, tot Dsjoebi nieuwsgierig werd en stilhield
Hij draaide zich half ln het zadel om en vroeg honend
„Nu. Effendi. wat wil je van mij?"

„Slechts éér. vriendelijk vei zoek, Dsjoebi. Vertel aan
niemand wat er tussen ons is voorgevallen. Want het kan
elk ogenblik voorkomen, dat een echte hulpbehoevende
stakker aan de kant van de weg ligt. En als die streek
van jou algemeen bekend zou zijn, wie zou het dan nog
'wagen, zo'n stumperd te helpen?"

Toen steeg Dsjoebi van het paard, omhelsde Effendi
onder tranen van berouw en gaf hem zijn prachtig paard
terug.

Tan een parmantig ijsbeerlje.

Op een dag toen 't zoo vreeselijk heet was

De thermometer wees honderd graden in de schaduw.
De kantoren sloten vroeg, de winkeljuffrouwen in de win
kels zaten allemaal op een kluitje vlak onder de woest
draaiende ventilatoren. De scholen hadden vrijaf en de
kinderen lagen de hele dag in 't water en kwamen er
alleen zo nu en dan even uit om een ijsje te snoepen.

Ook in het grote dierenpark was 't smoorheet, een
voudig om te stikkenI De leeuwen en tijgers waren nu
juist in hun element, ze strekten zich eens extra behagelijk
in 't zonnetje uit en knipperden met de groene ogen van
weelderig welbehagen. En de apen verbeelden zich, dat
ze in hun eigen oerwoud waren en ze krijsten en brulden
tweemaal zo hard als anders.

Hc, Moeder, vertel nog eens van de Noordpool!

(Teekening G. HUYSSER).

Maar in de berenlioek was 't droef gesteld. Bruin lag
amechtig voorover op de grond met zijn kop op z'n voor
poten en hijgde en Blank, de prachtige grote ijsbeervader,
voelde het klamme zweet langs zijn baard lopen, zodat
hij een ogenblik meende dat het z'n hersens waren, die
begonnen te smelten.

Van deze gedachte schrok hij zelf zó ontzettend, dat nij
meteen opsprong en naar het koele binnenhok rende. Hij
begreep wel, dat een Vader zonder hersens onmogelijk
z'n kinderen een behoorlijke opvoedtng kan geven en dus
jpeep een hevige angst hem aan als hij dacht aan zijn
zoon Sneeuwwitje, het mollige, zachte ijsbeertje, de
trots en glorie van het hele dierenpark. Toen vader Blank
in het binnenhok kwam. kon hij zich gelukkig nog her
inneren. dat zijn zoontje Snccwwitje heette en dus zo
dacht hij liep 't met dat smelten van z'n hersens nog
zo'n vaart niet. Opgelucht veegde hij met z'n voorpoot
over z'n snuit, sprenkelde een sproeier van zweetdroppels
om zich heen en zuchtte: „hé hè!"

„Hè, hè!" zei ook moeder Blanka en ze snibde tegen
Sneeuwwitje: „Kind, druk ie niet zo stijf tegen me aan
want ik bezwijk nog"

Gehoorzaam stond het ijsbeertje op en zeurde toen: „He
Moeder vertel nogeens van de Noordpool, waar 't zo heer
lijk koel is!"

Vader Blank scharrelde overeind en schommelde
haastje repje weer naar bulten, uit vrees, dat hij zou
moeten vertellen! Want misschien weten jullie 't niet, lieve
kinderen, maar als 't zó vreselijk heet ls, dan is verhaal
tjes vertellen voor een Vader wel 't ergste wat hem
overkomen kan!

Moeders zijn meestal gewilliger en moeder BJanka had
dan ook al heel gauw een prachtig verhaal opgedist over
oneindige, onafzienbare ijsvelden, over sneeuw, die om je
heen stoof en die je zomaar met happen vol in je mond
stak, over ren- en draafpartyen van dagen en nachten
lang, zonder dat je ooit moe werd.

„Héél wat anders dan hier in het dierenpark, dèt kun
je wel begrijpen, kind" zei moeder Blanka en ze zuchtte
diep.

„Moeder, waar is de Noordpool?" vroeg Sneeuwwitje.

„Héél, héél ver weg."

„Ja, maar waar?"

„Een heel eind met een schip en dan een vreselijk lang
eind in een donker hok" zei Moeder. „Déér is de Noord
pool. En schei nu eens uit met vragen." s

En Sneeuwwitje nam zich voor, vanmiddag, als vader
en moeder hun dutje deden, stilletjes weg te lopen en r
zolang te zoeken, tot hij de heerlijke koele Noordpool
gevonden had!

't Duurde lang die dag. mair eindelijk hoorde 't par
mantige ijsbeertje een regelmatig gesnork in het binnen
hok en eventjes later hetzelfde natuurverschijnsel buiten.
Met slimme oogjes keek hij om zich heen en sloop toen'
bliksemsnel langs vader en moeder heen naar het uiterste
randje van het berenverblijf, waar hij wist, dat een paar
konijnen aan 't wroeten waren geweest.

Hij zoch en zochtja hoor, daar was 't diepe gat in

de grond, dat onder 't prikkeldraad doorliep, 't Was rei
achtig groot voor een konijn, maar wel klein voor een

ijsbeer en tochna heel wat gewurm was Sneeuwwitje

erdoor en wandelde de wijde wereld in!

Hoe zal een mens de Noordpool vinden in een ntad,
waar het asfalt smelt en waar je beslist op de straat
stenen eieren zou kunnen bakken als 't niet zo zonde van
de eieren was? Een mens zou dit'onmogelijk kunnen,
maar een ijsbeertje kreeg het toch gedaan.

Luister maar. -

Toen Sneeuwwitje een klein eindje gelopen had door
de gloeiend hete straten, hoorde hij 1n de verte e
belletje: ting! ting! En nauwelijks had dat belletje ge
klonken of van alle kanten uit alle straten en steegjes
kwamen kinderen aangedraafd, die riepen en juichten:
„Zeg, daar heb je de Noordpool. Ga mee een ijsje kopen!"
En ze zeurden eventjes bij moeder en al die moeders
gaven natuurlijk direct om van 't gezeur af te zijn drie
of vijf cent en de kinderen renden weg.

Sneeuwwitje achter hen aan, Want hij had maar één
woord gehoord en dat was: Noordpool! Nu, daar moest
hij op af!

Als je die dag in die gloeiend hete stad geweest was, had
je daar tussen troepen dravende kinderen in een heuse
ijsbeer kunnen zien, die holde en holde!

Achter de kinderen aan draafde hij, tot hij kwam a
het yswageivtje. waar met grote witte letters op geschre
ven stond: ..Roomijsfabriek de Noordpool". Sneeuwwitje
besnuffelde 't hele karretje, terwijl de kinderen riepen:
„O, kijk eens, een echt levend ijsbeertje! Reuze-reclame
zeg!"

En toen sloeg 't beertje de ogen op enzag daar vlak
bij in de hoogte z'n eigen portret. In een wit met blauw
cirkeltje stond daar tussen blinkend-witte schotsen en
fonkelende sneeuw een grote Ijsbeer, die hele happen v
het heerlijke witte goedje in zijn bek stak.

„De Noordpool!" dacht Sneeuwwitje „Nu ben ik op de
goede weg!"

vMaflrtoen bedacht hij zich, dat moeder gezegd had,
dat je eerst in een schip moest en dèn in een heel donker
hok om aan de Noordpool te komen.

En nu ging hem een licht op! Dit rijdende ding was na
tuurlijk het schip! Doodstil ging Sneeuwwitje op de plank
onder de ijskar, liggen en wachtteen wachtte gedul
dig. tot de teis naar de Noordpool zou beginnen.

't Duurde lang, maar eindelijk was de ijscoman uitver
kocht en zette hij 't karretje in beweging om naar de
ijsfabriek terug te keren. Met eon popelend hartje lag het
ijsbeertje op de kar. Hij had honger en dorst, maar 1
wilde t allemaal graag verdragen, als hij maar nagr de
Noordpool kon!

't Was al donker, toen de ijscoman zijn karretje, dat
hem dit keer extra zwaar leek. neerzette op het plein
voor de grote ijsfabriek. Iets wit vloog langs hem heen
en was in een oogwenk in de openstaande deur verdwenen.

„Ha! dacht Sneeuwwitje „nu kom ik in het grote
donkere hok!"

En snel als de wind liep hij de ijsfabriek binnen!

In de fabriek was het werk allang stopgezet, er wat
niemand meer. 't Werd donkerder en donkerder en ein
delijk weid het nacht. Toen ging het kleine, parmantigs
iisbeertje op verkenning uit. Hij zocht en zochten ein
delijk vond het een grote bak met roomijs, dat van die
dag was overgebleven.

„Sneeuw!" dacht Sneewwltje. Hij sprong op 't randje
van de bak en sloberde, slobberde tot alles schoon leeg
was. Wel duizend Ijsjes had hij opgegeten en toen had hij
zo'n vreselijke buikpijn, dat hij 't uitgilde, net zolang tot
de politie kwam en hem naar 't dierenpark terugbracht.

„Jouw stout, ondeugend, brutaal kind om ons zó in
angst te laten zitten!" bromden vader Blank en moeder
Blanka.

Maar Sneeuwwitje zei: „En tóch ben ik lekker bij de
Noordpool geweest. En de Noordpool was zó koud en
smaakte zó heerlijk, mmmmmmm!" x

R. DE RUYTER—V. d. FEER,