1
JCunstr
Het afscheid van Ir. W. J. Burgersdijk
Vacantieherinneringen.
Akkertje
De Negen Millioenste.
Scheidende directeur van de N. Z. It. T. M.
in vele toespraken gehuldigd.
Het personeel van de N.Z.H.T.M. heeft heden
morgen in de feestelijk versierde garage der Maat
schappij afscheid genomen van den scheidenden
directeur Ir. W. J. Burgersdijk, die 32 jaar lang het
bedrijf geleid heeft. De onderdirecteur van de N.
Z. H, T. M. de heer J. J. Jurrissen, die als ceremo
niemeester optrad, sprak een kort woord.
Nadat de heer Jurrissen de aanwezigen hartelijk
welkom had geheeten en het personeel had bedankt
voor de ontvangen medewerking sprak de heer
A. Hollinga namens het geheele personeel.
Terwijl de wereld schudt op haar grondvesten
en trilt in haar voegen, terwijl wij menschen be
stormd worden door vragen van ongekende grootte
en diepte en wij ons met veel moeite van dat al
voor dit oogenblik hebben kunnen losmaken, zijn
wij hier bijeengekomen om afscheid te nemen van
onzen geachten Directeur den heer W. J. Burgers
dijk. aldus de heer Hollinga.
Een oud-Hollandsch spreekwoord zegt ons:., „Er
is een tijd van komen en er is een tijd van gaan".
Zoo ook hier. Het afscheid nemen van den heer
Burgersdijk als mensch en als Directeur, die 32
jaar lang en in den waren zin des woords onze lei
der is geweest, ligt ons niet gemakkelijk.
De verhoudingen waaronder wij als personeel tot
heden mochten werken en die vooral de laatste ja
ren onder wederzijds vertrouwen zoo buitengewoon
sterk naar elkaar zijn gegroeid, geven we niet
gaarne prijs. Dat klinkt misschien wat egoistisch,
maar het is nu eenmaal zoo.
Mijnheer Burgersdijk, een grootsche taak is door
u verricht. -Gedurende deze 32 jaren hebt gij on
vermoeid gewerkt aan de grootmaking van het
N.Z.H. bedrijf en is de maatschappij op- en omge
bouwd, van een stoomtrambedrijf van 28 K.M.
exploitatielengte, tot een electrisch trambedrijf van
145 K.M. exploitatielengte, waarin 41 K.M. bus
exploitatie en 5 K.M. veerdiensten liggen besloten.
De ontvangsten bedroegen in 1911 f 330.000 en
In 1938 f 3.244.000.—. De afgelegde tramK.M. ste
gen van 258.000 in 1916 tot 7.935.000 in 1936, ter
wijl in hetzelfde jaar 1.899.000 busK.M. werden af
gelegd.
Zoo groeide onder uw leiding het stoomtrambe
drijfje uit tot een groot tramwegbedrijf, die haar
diepende taak in en voor de gemeenschap ten volle
verstaat.
Het personeel groeide uit van 115 man in 1910
tot in totaal 1164 man personeel in 1940. Ruim 1000
man meer hebben een bestaan bij uwe maatschappij
kunnen vinden.
Ook op sociaal terrein hebt u veel tot stand kun
nen brengen. Zoo o.m. de totstandkoming van het
pensioenfonds, het onderling ondersteuningsfonds
het scheidsgerecht en het jubileumfonds en het 2 ct.
fonds.
Het kan niet anders, dat uw gr£>ote organisato
rische talenten, uw groote werkracht zijn weerslag
onder het personeel heeft gevonden.
Tal van personeelleden hebben zitting in di
verse bestuursapparaten en doen daar hun werk
op uitnemende wijze. We hebben edelachtbare
heeren, bestuursleden in vakorganisaties op sociaal
terrein, sport, ontwikkelingswerk enz. enz.
We hebben een Woningbouwvereeniging van
Tramwegpersoneel te Haarlem welke o.a. aange
sloten is bij den Nationalen Woningraad. Allen ge
ven in hun diverse functies aan den naam N.Z.H.
een goeden klank. Ook dit moet voor u wel een
bijzondere voldoening wezen.
Thans is het oogenblik aangebroken waarop wij
afscheid van elkaar moeten gaan nemen. Als leider
gaat ge ons verlaten en innerlijk bewogen aan
vaarden we zulks. Wij hebben het goede vertrou
wen, dat de nieuwe Directeur de verlangens en al
hetgeen wat er alzoo onder het personeel leeft,
zal weten te verstaan en dat bij uw heengaan de
zekerheid van alle banden bestendigd blijven. Met
de nieuwe leiding zullen we onze taak voortzetten
op de wijze en volgens de lessen door u geleerd.
Uw naam zal in de N.Z.H. familie blijven voort
bestaan.
Het is een goede gewoonte om bij een jubilea of
afscheid een cadeau aan te bieden, waarin verdis
conteerd is de erkenning van de waarde van den
jubileerende of zooals hier van diegene die heen
gaat.
Onder deze gevoelens kwam het groot comité, dat
hiervoor was aangewezen bijeen. De drukkende en
sombere en vooral de dure tijd was de oorzaak
dat wij ons afvroegen of een dergelijke opzet, het
aanbieden van een cadeau waarin ligt besloten de
rekening van de waarden als Directeur en als
mensch in voldoende mate zou slagen. Temeer was
onze opdracht niet gemakkelijk, omdat wij geheel
in uw geest wilden handelen. De medewerking
welke wij van het personeel ontvingen overtrof al
onze verwachtingen en is een uitstekende graad
meter inzake de erkenning en waardeering voor al
hetgene wat door u als Directeur en als mensch
voor de maatschappij en voor het personeel is ver
richt. Doch er was nog een tweede en zeker niet
minder groote moeilijkheid nl., wat voor een af
scheidscadeau het moest wezen.
We hebben daarmede heel wat hoofdbrekens ge
had. Er is gedacht aan een geschilderd portret, het
aanbieden van een symbolische voorstelling vervat
in glas en lood enz. enz. Totdat het comité een
gelukkigen inval kreeg door den heer Immink te
terzoeken eens poolsheegte te gaan nemen, wat
uw wenschen in dit opzicht zouden zijn.
Van den heer .mmink, die zien op een uitstekende
wijze van zijn taak heeft gekweten, kregen we te
hooren, dat een zeilroeiboot of beter gezégd een
jol één van uw liefste wenschen was. Vooral moest
'de boot geroeid kunnen worden, want dat is ge
makkelijk bij het visschen.
Aan mij is thans de eer om u namens het per
soneel een 12-voets overnaadsche jol aan te bieden,
waarbij we vertrouwen, dat dit cadeau met de
zelfde trouw, aanhankelijkheid en erkenning door u
zal worden aanvaard, als waaronder wij het u
thans aanbieden.
Moge u èn mevrouw in vele jaren van voor
spoed en rust het genot er van smaken.
De heer L. Strik, commies, bracht in het bij
zonder nog eens naaf voren al hetgeen mevrouw
Burgersdijk voor het personeel heeft gedaan. Een
fraaie bloemenmand werd aan mevrouw Burgers
dijk overhandigd.
Namens de verschillende personeelsvereenigingen
voerde hierna de heer A. B. v. Woerkom het woord,
die speciaal de hoop uitsprak, dat ook de huidige
directie de personeelsvereenigingen op dezelfde
ruime wijze zal steunen als de neer Burgersdijk dit
steeds heeft gedaan. Als blijk van waardeering bood
de heer van Woerkom den scheidenden directeur een
fraai armbandhorloge aan.
Het personeel uit Waterland werd vertegen
woordigd door den heer J. de Groot, die eveneens de
beste wenschen voor den heer Burgersdijk uitsprak.
Namens de commissarissen van de N. Z. H. T. M.
sprak de waarnemend voorzitter ir. W. Hupkes.
directeur van de Ned. Spoorwegen. Uit deze samen
komst, aldus spreker, blijkt weer eens de zeer goe
de verhouding, die er bestaat tusschen personeel en
directie. Bijzondere karaktereigenschappen heeft
de directeur daarvoor noodig en juist deze bezit
de heer Burgersdijk in hooge mate. Het personeel
kan op hem bouwen als een rots. Juist door die sa
menwerking is het bedrijf kunnen uitgroeien tot de
groote maatschappij, die het thans is. Het aftreden
van den heer Burgersdijk is voor het bedrijf een
groot verlies. Toch zien de commissarissen de toe--
komst met vertrouwen tegemoet want de opvolger
van den scheidenden directeur jhr. ir. Röell bezit
dezelfde eigenschappen als ook de heer Burgersdijk
bezit.
De directeur van de N.Z.H.T.M. jhr. ir. J. Röell
sprak hierna zijn dank uit voor de zeer prettige wijze
waarop ir. Burgersdijk hem sinds 1 April 1941 in de
geheimen van het bedrijf heeft ingewijd. Ik kan het
mij zeer wel begrijpen, aldus jhr. Röell dat het af-,
scheid van ir. Burgersdijk u allen zwaar zal vallen.
Ik wil hier echter de verklaring afleggen, dat het
mijn voornemen is in velerlei opzicht de lijnen van
mijn voorganger te volgen. Door gemeen overleg
moet thans getracht worden te maken wat er van de
zaak te maken valt. Indien gij mij hetzelfde --ertrou
wen schenkt als mijn voorganger heeft gehad dan
geloof ik zeker dat het wel gaan zal. De heer Röell
las hierna een dienstorder voor waarbij de in het
verleden toegekende straffen die op den Staat van
Di- - zijn vermeld, worden uitgewischt.
Het hoofdbestuurslid van den Nederlandschen
W. Petersen belichtte nog eens de uitstekende er-
houding, die er thans bestaat tusschen de directie en
de vakorganisaties. Het personeel heeft ervoor ge
zorgd zoo besloot spreker, dat uw levensavond in
den letterlijken zin van bet woord, welvarend zal
zijn. Tenslotte bood spreker een fraaie bloemen
mand aan. Namens de vroegere adjunct-directeur de
heer Van Geuns, vroeger directeur van de N. H. T.
te Waterland werd een rede voorgelezen, waarin
de aanhechting van de N.Z.H. en N.H.T., nog eens
werd gememoreerd. Een picnic-koffer werd den
heer Burgersdijk namens den heer Van Geuns over
handigd.
r. B. Nugteren. chef van den Technischen
Dienst van de N.Z.H.T.M. vertelde uitvoerig hoe de
jol was gebouwd. Ook op eenige technische bij
zonderheden van de jol vestigde de spreker ten
slotte nog de aandacht. Een dochter van den heer
Burgersdijk, mevr. Neurdenberg-Burgersdijk, heeft
de jol hierna, gedoopt en den naam gegeven van
Jan Willem.
Hierna reikte Ir. v. Nugteren de „mailbrief" van
de jol aan Ir. Burgersdijk over.
Ir. W. J. Burgersdijk heeft hierna een kort af
scheidswoord gesproken. Dat dit afscheid mij niet
ongeroerd raakt, aldus de scheidende Directeur,
zult ge licht kunnpn begrijpen. „Scheiden is een
weinig sterven", zegt een Fransch spreekwoord en
zoo is het inderdaad. Toch zal juist de herinne
ring aan de*goede samenwerking die ik met u
heb gehad, voor mij den band vormen, die mij
steeds met het verleden zal verbinden. Daarom ga
ik met opgewektheid van u heen. Ieder die werkt
maakt fouten maar uit uw redevoeringen heb ik
toch kunnen merken,.dat gij die fouten niet hebt
laten overwegen. Ik schrijf dit toe aan het feit,
dat ik steeds tegenover u gestaan heb als mensch
tegen mensch.
Met de heeren Van Eelde en ir. Nugteren heb ik
het langst samengewerkt. Beiden bedank ik harte
lijk voor het vele, dat gij voor mij in de vele jaren
hebt gedaan'. Ook de samenwerking tusschen direc
tie en commissarissen is altijd uitstekend geweest.
Uitvoerig schetste de heer Burgersdijk nog eens
de ontwikkeling van de Maatschappij terwijl hij
daarbij tevens de gelegenheid kreeg eenige trouwe
medewerkers de heeren Immink en Steetskamp nog
eens te bedanken voor het vele werk dat zij op hun
gebied in den loop der jaren hebben verricht. De
heer Burgersdijk besloot zijn rede met al het per
soneel hartelijk te danken voor de prettige samen
werking. Tenslotte bedankte spreker nog speciaal
zijn vrouw voor haar steunen medewerking.
Rest nog te vermelden, dat de jol in een aller
aardigst décor van de heeren Hollants en Traksel
was opgesteld en dat de tramfanfare onder de be
zielende leiding van Reinier van 't Hoff haar me
dewerking aan deze, zoo geslaagde, samenkomst
verleende.
PROF. KOHLBRUGGE OVERLEDEN.
Te Zeist is in den ouderdom van 76 jaar overleden
prof. dr. J. H. F. Kohlbrugge, oud hoogleeraar in de
Volkenkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
De begrafenis heeft Donderdag in alle stilte plaats
gehad.
EXAMENS
Schoonschrijven M.O.
Geslaagd de heer P. Brouwer te Haarlem.
Verkeersongevallen in Juli.
De K.N.A.C. schrijft"
De regelmatig verschijnende cijfers van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek inzake de slacht
offers van verkeersongevallen verlooncn over dc
maand Juli 1941 weer een stijging, wat het aantal
gedoodp slachtoffers betreft.
Dc cijfers voor de laatste zes maanden zijn als volgt
(tusschen haakjes de cijfers van de overeenkomstige
maanden van vorig jaar)
gedood ernstig gewond
Februari 43 (34) 142 (225)
Maart 32 (45) 185 (280)
April 28 (63) 149 (352)
Mei 29 (49) 154 (247)
Juni 28 (35) 187 (200)
Juli 36 (59) 176 (289)
De in de vorige maanden gesignaleerde relative toe
neming van het aantal ernstige verkeersongevallen in
,de groote steden is tot staan gekomen. Het meeren-
deel der gedoode slachtoffers viel thans buiten de
groote steden, hetgeen naar de meening van de K.N.
A.C., ongetwijfeld verband zal houden met het groo-
tere vaeantie-verkeer in de buiten-gemeenten.
In verband met den aard^van verschillende ver
keersongevallen van den Iaatsten tijd acht de K.N.A.C.
het nuttig er ditmaal nog eens uitdrukkelijk op te
wijzen, dat men aan het uitsteken van de linkerhand
ten teeken, dat men links af wil slaan geen enkel
recht van voorrang kan ontleenen Men dient dus bij
het linksaf slaan ten volleaandacht te besteden aan
het achterop komende verkeer, zoowel als aan het
tegemoetkomende verkeer.
PROV. ELECTRICITEITSBEDRIJF.
Verschenen is het verstag over 1940 van het Pro
vinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord-Holland.
Raad van Toezicht en Directie wijden hierin woor
den van erkentelijkheid aan de nagedachtenis van
wijlen R. P. van Royen, in leven lid van den Raad
van Toezicht, Mr. J. B. Bomans, plaatsvervangend
voorzitter. J. van Oldenborgh, directeur van het be
drijf en dr. Ir. Th. v. d. Waerden, Gedelegeerd Lid
van den Raad van Toezicht.
In het verslag der Directie wordt gememoreerd,
dat de voorgenomen uitbreiding van de centrale te
Velsen voortgang vond. Voorgenomen verbeteringen
van de stroomvoorziening in verschillende gemeen
ten moesten gedeeltelijk achterwege blijven. Met den
bouw van een 50-10 kV schakelstation te Weesp om
tot een betere stroomverdeeling in dit gedeelte van
het Gooi te komen werd een aanvang gemaaakt.
Het aantal grootverbruikers nam met 6 toe. Het
aantal aansluitingen voor verlichting en huishoude
lijke doeleinden bedroeg eind 1940 99.814, het aan
tal kleine krachtaansluitingen 4061.
De vraag naar electrische kooktoestcllen was zeer
groot.
De winst- en verljesrekenig wijst per saldo een
overschot aan van f 102,759.75. Dit bedrag is toege
voegd aan de reserve voor extra afschrijvingen en
vernieuwingen. Bedoelde reserve bedraagt na deze
toevoeging f 3.959.909.20. Een verdere krachtige verbe
tering dier reserve wordt door de directie noodzakelijk
geacht.
Van het 10 kV kabelnet bedroeg op 31 December
1941 de lengte der kabels in meters 1.360.675 M. Het
net iri de Wieringermeer had een lengte van 226.612
M. en hefbovengrondsche H. S. net 356.329 M.
Het aantal leden van het personeel bedroeg op 31
Dec 1940 750 tegen 705 op 31 Dec. 1939.
Zij nog vermeld, dat de balans per ultimo Dcc.
1940 sluit piet een bedrag -van f 69.034.730.63 en de
verlies- en winstrekening met f 10.364.297,47.
25 JAAR BIJ DE SPOORWEGEN
Maandag a.s. hoopt de heer H. J. Rietveld het feit te
herdenken dat hij 25 jaar geleden als grof bankwerker in
dienst kwam bij de Ned. Spoorwegen
's Morgens zal hem een huldiging van zijn directie en
van zijn collega's worden aangeboden.
JUBILé.
Op 1 September a.s. zal het 25 jaar geleden zijn dat de
heer J. F. ter Smitten bij Modemagazijnen A. Funke en
Zn. N.V. te Haarlem als chauffeur in dienst is getreden.
VOOR DEN NIEUWEN PRODUCTIESLAG. De tarwe is gemaaid, de velden
zijn leeg en reeds wordt weer de mest aangebracht, om den grond vruchtbaar
te maken voor het volgend gewas.
(Foto Pax-HollandDe Haan c)
mesjes irriteeren de huid
niet! Scheren zachter,
sneller en schooner!
Adv. Ingez. y,ed.)
2. Van dochter.
Nou, dat hoef je niet te vragen,
'k Heb een reuzetijd gehad.
Zeker was ik geen tien dagen,
Heele dagen, in de stad.
Eerst een weekje uit logeeren
Met het heele huisgezin.
Toen een dag of tien kampeeren
Met mijn dikste schoolvriendin.
En dan fietsen, heele dagen.
Zelden was het weer maar goed,
Maar daar zal 'k niet over klagen,
Want zoo heb ik „hem" ontmoet.
Samen zijn we zelfs een dagje
Met een tandem uitgegaan.
Weet je. dat was waarom lach je?
't Gaat je verder ook niet aan.
Laatst heeft hij me nog geschreven.
'n Ansicht waar zijn naam op stond,
Maar daarbij is het gebleven,
Hoewel ik twee brieven zond.
Nu is het weer afgeloopen.
"Wat wel stom vervelend is,
Maar op één ding blijf ik hopen:
Krijg 'k weer Smit voor Natte His?
Zenuwachtig
Neem
9n
(Adu. Ingez. Med.)
VERBOD VAN LOKIOONEN.
De persdienst van het N.V.V. deelt, in verband met
het uitvoeringsbesluit van den secretaris-generaal van
het departement van Sociale Zaken, betreffende het
aanbieden van zoogenaamde lokloonen ojtl mede.
dat, hoewel in de ordening van de loonen sinds No
vember van het vorige jaar was voorzien, het tot nu
toe nog altijd mogelijk bleef, dat een werkgever ar
beiders in dienst nam tegen een hooger loon dan voor
de reeds bij hem in dienst zijnde arbeiders door het
college van rijksbemiddelaars was toegestaan.
Door het uitvoeringsbesluit wordt nu bereikt, dat
in dezen oorlogstijd bepaalde industrieën, die in het
algemeen belang moeten blijven doorwerken niet
leeggehaald worden door werkgevers, die lokloonen
betalen. Het volksbelang wordt er toch geenszins mee
gediend wanneer arbeiders, die bijv. in den landbouw
dus voor de voedselvoorziening werkzaam zijn, door
het aanbieden van hoogere loonen naar industrieën,
waar weelde-artikelen worden vervaardigd, worden
gelokt, omdat deze industrieën bezet zijn met het
vervaardigen van producten die met het oog op
geldbelegging worden gekocht.
Hieruit, zoo wordt verder medegedeeld, vloeit
n i et voort en dit dient nadrukkelijk te worden ge
constateerd dat een arbeider verplicht is, in een
bedrijf te blijven werken, waar lagere loonen worden
betaald dan in een soortgelijk bedrijf voor gelijk
soortig werk. Bovendien beteekent het uitvoeringsbe
sluit ook niet, dat voor werk, dat meer vakbekwaam
heid vereischt, geen hooger loon zou mogen worden
betaald. Het persoonlijk initiatief wordt er dan ook
niet door aangetast, terwijl vanzelfsprekend iedere
accoordprestatie in dit verband buiten beschouwing
blijft.
ARCHITECT F. KUIPERS 70 JAAR.
De bekende Amsterdamsche architect Foeke Kui
pers zal a.s. Zaterdag zijn zeventigsten verjaardag
vieren.
De heer Kuipers is een veelzijdig architect. Zijn
meest bekende werken zijn wel „De Roode Leeuw"
aan het Damrak en het gebouw „lndustria" aan den
Dam te Amsterdam, i
KNOEIERIJ MET DISTRIBUTIE-BESCHEIDEN.
SOESTERBERG. 29 Augustus. De politie is
een uitgebreide knoeierij met distributie-beschei
den op het spoor gekomen, waarvan verscheidene
arbeiders de dupe geworden zijn. Indien zij voor
het verkrijgen van toeslagkaarten voor brood, vet
enz. in aanmerking komen, leveren de arbeiders
hun stamkaarten in bij de firma, voor welke zij
werkzaam zijn. die dan weer een harer employés
belast met het halen van die toeslagkaarten op het
distributiekantoor. Hierbij is het herhaaldelijk
voorgekomen, dat een aantal toeslagkaarten niet in
handen van de daarop rechthebbenden kwam, doch
bij onbevoegden belandden. Daar de toeslagkaar
ten over het algemeen door verschillende handen
gaan, alvorens zij op de plaats van bestemming zijn
gekomen, is de politie bij het oplossen van deze af
faire voor een moeilijke taak gesteld. Desniettegen
staande geschikt zij reeds over verschillende aan
wijzingen, die in het belang van het onderzoek
voorloopig nog geheim gehouden worden. Het on
derzoek wordt intusschen met kracht voortgezet.
in Haarlem
en daarbuiten
Toen. nu vijftig jaar geleden, ae Haagsche
Kunstkring werd opgericht, welk feit thans met
een overzichtstentoonstelling in Amsterdam's Ge
meente-Museum herdacht wordt, was er in de
beeldende kunst al zoo het een en ander ontstaan,
dat tegen de draad van de Haagsche School inging.
De litteraire beweging der dusgenaamde tachtigers
liep voor een deel parallel met die der niet op het
louter visueele ingestelden onder de schilders, jon
geren vooral, -die in de beelding een meer geeste
lijken inhoud wilden geven dan de bloote aan
schouwing van natuur en realiteit bieden kon. Zij
die puur schilders waren (en hoeveel sohitterende
figuren waren er daaronder!), moesten aanvan
kelijk daar niet veel van hebben en wie onder hen
zich het minst elegant plachten uit te drukken
spraken van die opkomende schare meestal slechts
als over „de nieuwlichters".
Het is nu, na vijftig jaar, wel aardig die „nieuw
lichters", op een herdenkingsfeest in glorie gezet,
terug te zien en ik zou bijna zeggen: alleen dat is
reeds de moeite waard, die tentoonstelling niet on
gezien te laten voorbijgaan. Want dé inrichters van
vandaag zijn er geloof ik niet weinig trotsch op dat
onder huh voorgangers mannen als Jan Toorop,
Thorn Prikker, Van Daalhoff, Floris Verster,
Edzard Koning, Moulijn en nog zooveel anderen
meer, behoorden, die, toen jeugdig, bij de oprich
ting van den Haagschen Kunstkring enthousiaste
medestanders waren.
Men zal zich toen en later ook nog wel hebben
afgevraagd waarom die Haagsche Kunstkring eigen
lijk opgericht moest worden. Men had toch im
mers het oude en machtige schildersgenootschap
Pulchri Studio in Den Haag, waarvan het lidmaat
schap voor den kunstenaar een soort sanctie be-
duidde, die hem een zekeren rang onder de broe-
Bond van Spoor en Tramwegpersoneel, de heer L. ders verschafte. Maar wie zoo dachten vergaten
een paar belangrijke punten. Ten eerste de splijt
zwam die in iedere vereeniging, gemeenschap of
onderneming die goed ging spoedig afscheidings-
verschynselen deed optreden door lieden die wat
anders wilden.
In Pulchri, waar de machtige Mesdag on
gekroond koning was en een prachtige -traditie
juist haar glorieuze hoogte bereikt had. kon men
voor die nieuwe ideeën nu niet direct een even glo-
rieuzen intocht verwachten. De „nieuwlichters"
begrepen dat en zochten hun varkentje zelf te was-
schen. Dat een volbloed schilder als Théophile de
Bock. die tot Mesdag's huisvrienden behoorde en
zelfs een zeer gewaardeerd Pulehri-lid was. dat
eveneens kon voelen en zich ook bij den Kunstkring
aansloot en dien met zijn naam steunde pleit voor
zijn breed inzicht. Zijn bronzen buste, met een
krans bekroond, on deze tentoonstelling, is een
hulde, welverdiend.
Maar er was nog meer. De Kunstkring begaf
zich ook op het terrein van muziek en letterkunde,
riep daarvoor afzonderlijke afdeelingen binnen het
eigen kader in het leven en zoo heeft hij, zeker in
de eerste helft van zijn bestaan, in het Haagsche
kunstleven nieuwe krachten zich laten ontplooien
en belangrijke dingen doen gebeuren. De opstan
dige tijd is geluwd en alles is in de kunst veel kal
mer geworden: de machtige Haagsche School en de
pootige reactie daarop, zijn historie geworden. Wat
van het tegenwoordige later weer historie worden
zal, is nog niet te overzien. Maar het moet voor de
jongeren van thans leerzaam en amusant wezen
bij een gelegenheid als deze de „nieuwlichters" van
toen als geclasseerde meesters terug te zien. Aan
het meesterschap van de reeds bovengenoemden
wordt thans niet. meer geknabbeld en het zal velen
vreemd lijken dat vijftig jaar geleden de prach
tige Limburgsche en fantastische landschappen van
een Van Konijnenburg, de vroege symbolische
kunst van een Toorop, de eerste droomen van een
Van Daalhoff. de nog sterk geteekende compositie
van Van Hoytema enz. niet de waardeering kon
den vinden die mgn thans gul voor ze over heeft.
Wat ik de „historische afdeeling" van deze ex
positie zou willen noemen is voor den kunstlief
hebber best een reisje naar Amsterdam waard. De
jongeren zullen er veel onbekends zien van thans
gerenommeerde artisten. de ouderen hun geheugen
opfrisschen aan de productie van een tijd, waarin
hun jeugd viel en die vol was van artistieke emo
ties, door onzelfzuchtie idealistische jonge kerels
in het leven geroepen.
EEN NIEUW PORTRET
VAN BOOT.
De Haarlemsche schilder Kees Verwey is'weer
eens verhuisd en heeft nu de hand weten te leggen
op het prachtige oude pand aan het Spèarne 108.
indertijd aangekocht door de vereeniging Hendrik
de Keyzer en waarvan de voorgevel bekend is als
een der fraaiste van de oude stad. Verwey heeft
Rubens-neigingen en houdt er van zijn woning
van tijd tot tijd voor zijn vrienden open te zetten
en ze te vergasten op oog-, oor- en lippenstreelend
zingenot. Daar leent zich zulk een prachtig oud
huis natuurlijk uitstekend voor en de 17de eeuw-
sche weelde die er bij behoort is met wat goeden
smaak en wat suggestie daarbij wel vlug te den
ken. Bij den Haarlemschen Rubens te gast zijnde
in zijn nieuwe omgeving en van veel schoons ge
nietend, dat niet met het oog op publiciteit gebo
den werd. neem ik de vrijheid daaruit éen object
in mijn notities vast te leggen, dat van meer dan
privébelang geacht kan worden.
Het is het groote portret dat Verwey kortelings
van zijn leermeester Boot heeft geschilderd en dat
nu in de benedenontvangkamer hangt en wel spoe
dig eens op een expositie zal kunnen paradeeren.
Als beelding van den ouderen schilder is het, naar
ik meen, het treffendste in zijn wezen, het diepst
doordringende portret dat ik van den heer Boot
ken; als geschilderd werkstuk waarschijnlijk het
beste portret, door den heer Verwey tot nu toe
vervaardigd. Tegen den rustig gehouden herfst-
kleurigen achtergrond behoudt de licht gebogen,
ietwat peinzende houding van den afgebeelden
schilder, die zittend is voorgesteld, den kalmen
ernst van dat jaargetij De kleur is niet zonder voor
naamheid'en kop en handen zijn met-groote ge
negenheid doorwerkt. Het mist het vaak onbe-
heerschte van Verwey's arbeidswijze en bezit een
picturale beschouwelijkheid die in de verte
aan Whistler's portret van Carlyle denken doet.
Een mooi werk dat den afgebeelde "vereert en den
maker eere waard maakt.
J. H. DE BOIS.
De rijkscommissaris te
Zandvoort en te
Castricum.
Bezoek aan stormsters
kaderheem.
ZANDVOORT, 28 Augustus. Woensdag bracht
de Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss Inquart
een bezoek aan het stormsters kaderheem van den
Nationalén Jeugdstorm te Zandvoort. Om 9 uur des
morgens arriveerde de Rijkscommissaris reeds met
in zijn gezelschap, o.a. commissaris-generaal
Schmidt en dr. Herman Lindenburgen. Hauptbann-
führer der H. J. en de Beaufragte der B. D. M.
Wilhelmina Hagemense.
Dr. Seyss Inquart en zijn gezelschap werden ont
vangen door de algemeene meisjesleidster van den
jeugdstorm, schepene C. G. van Eek. en in het aar
dige en doelmatig ingerichte huis rondgeleid door
de leidster van het kaderheem. vaandrig G. J. van
der Weide. Tijdens de ontvangst stonden de meis
jes. die den thans loopenden leergang meemaken
in hun kleurige uniform voor het aan den zuidr
boulevard gelegen heem opgesteld.
De Rijkscommissaris toonde een levendige be
langstelling voor alles wat de leergangen betreft,
waar in een veelzijdige opleiding de meisjesleid
sters van den jeugdstorm lichameijk en geestelijk
gevormd worden. Over sport, spel. huishouding,
veldwerk, zang, handwerk, spinnen en weven en
de theorie, waarmede het dagprogramma verder is
gevuld, liet dr. Seyss Inquart zich inlichten. Na» den
rondgang verzamelden de gasten en stormsters zich
in de groote zaal, welke den toepasselijkcn naam
„Het kloppende hart" draagt, omdat in die zaal het
kaderheem leven is geconcentreerd en waar des
avonds theorie, zang en voordrachten een mooie
vormende sfeer geven en waar een hechte kame
raadschap gekweekt word. Hier werd o.a. het
stormsterslied en het- ft.' J. lied gezongen.
In een toespraak, welke de Rijkscommissaris
hield, legde hij den nadruk op de mooie taak welke
de jeugdleidsters hebben en gaf de verzekering dat
Duitschland aan de Nederlandsche jeugd haar volle
kameraadschap geeft en haar in haar strijd zal steu
nen, om zoo samen te bouwen aan het welzijn van
Europa. Vaandrig Van der Weide antwoordde op
een prettige wijze op deze hartelijke woorden er
daarbij o.a. de aandacht op vestigend dat de va
ders en broers van vele stormsters zich aan het front
op mannelijke wijze voor het welzijn van Europa
hebben ingezet, doch dat de stormsters hier zich
van haar verantwoordelijkheid aan het thuisfront
bewust zijn. Na #iet bezoek aan het eigenlijk ka
derheem werd nog een kort bezoek gebracht aan
de Spinnerij en weverij ..De Albatros", welke twee
huizen naast het kaderheem gevestigd is en waar
de stormsters bijna dagelijks spin- en weeflesscn
ontvangen.
Hier werd de Rijkscommissaris ontvangen en in
gelicht door den leider van de „Albatros", den
heer L. H. N. Bouvy.
Na een hartelijk afscheid vertrok de Rijkscom
missaris met zijn gevolg naar Castricum, waar een
gemeenschappelijk kamp van B. D. M. en Jeugd
storm werd bezocht. (A.N.P.)
De Tel. heeft er de aandacht op gevestigd, dat
binnenkort, vermoedelijk in November, het bcvol-
kingstotaal van ons kleine land dc negen millioen
zal bereiken. Het is een indrukwekkend getal vooral
voor ouderen, die zich uit hun jeugd nog een
toenmalig totaal van vijf millioen herinneren.
Overigens kan men het niet zonder gemengde ge
voelens bezien, want het herinnert onmiddellijk aan
de zeer groote bevolkingsdichtheid die wij be
reikt hebben op België na is Nederland het
dichtst bevolkte land in Europa en aan de zor
gen voor de toekomst die dit onvermijdelijk mee
brengt. Temeer omdat, naar menschelijke bereke
ning. de bevolkings-aanwas zich onverdroten zal
blijven voortzetten en wij zonder eenige ingewik
kelde statistische berekeningen kunnen aannemen,
dat de bevolking van Nederland over tien jaar de
tien millioen zal hebben bereikt. Voor al die men
schen voldoende bestaansvoorwaarden te scheppen
vormt een vraagstuk voor de naaste toekomst, dat
men met optimisme kan beschouwen als men be
denkt, dat tientallen jaren lang het crescendo in
den bevolkingsaanwas gepaard is gegaan met een
minstens overeenkomstige stijging in die mogelijk
heden. Zoolang als die verhouding gunstig is kan
men niet van overbevolking spreken. Maar als het
tegenloopt wordt het anders. Voor de welvaarts
ontwikkeling in het Europa van na den oorlog, voor
de daarin bestaande economische verhoudingen zaï
pen klein land met negen, weldra tien millioen in
woners extra gevoelig blijken en met zekerheid
kan men aannemen dat in elk geval dit volk zijn
uiterste energie zal moeten ontwikkelen om aan
de eischen te voldoen, die het gesteld zullen worden.
De oorzaken die tot den snellen bevolkingsgroei
in Nederland hebben geleid zijn meermalen ook in
dit blad besproken. In het algemeen hebben die ons
Nederlanders altijd aanleiding tot trots cn vol
doening gegeven. Ge denkt daarbij onmiddellijk
aan de ontwikkeling van de hygiëne, aan de zeer
groote resultaten van de krachtige bestrijding van
besmettelijke ziekten en van alcoholisme, aan het
voortreffelijk werk van onze medici, die nieuwe ont
dekkingen op het gebied van ziektebestrijding, als
eenmaal hun waarde met Nederlandsche grondig
heid was vastgesteld en erkend, met doorzettings
vermogen en altijd met kennis van zaken en om
zichtigheid hebben toegepast. Ons sterftecijfer be
hoort tot de laagste ter wereld, waartoe ook de
zeer krachtige ontwikkeling van de hygiëne, met
name in de moderne volkshuisvesting, in groote
mate heeft bijgedragen. Het ideaal op het gebied
der volkshuisvesting is nog niet bereikt en vooral
op het platteland valt er nog heel wat te verbeteren,
maar dc erkenning van de noodzaak is zoo algemeen
dat men kan vaststellen dat ook daar „de waarheid
op marsch" is en dat deze arbeid zal worden vol
tooid.
Wij zijn er trotsch op en niemand zou het an
ders willen. Blijft het feit dat de schepping van de
beste lichamelijke levensmogelijkheden, versterkt
met die van een geestelijk ontwikkelingspeil, dat tot
het beste ter wereld gerekend moet worden, de
zorg voor de materieele bestaansvoorwaarden van
zooveel menschen op zoo'n klein grondgebied
eveneens voortdurend doet groeien. Wij hebben het
ons zelf nooit gemakkelijk gemaakt en daaraan
herinnen de aankondiging van de komst van de(n)
negen millioenste opnieuw.
Wie het precies wezen zal, zal niet kunnen blij
ken. Men kan op een goed oogenblik in Den Haag
wel gaan vaststellen, op grond van de uit de ge
meenten binnenkomende gegevens, dat de negen
millioen gepasseerd zijn, maar dan zal men er al
een eindje overheen wezen. Het is niet mogelijk op
de minuut vast te stellen wanneer nr. 9.000.000 in
ons midden verscheen en dus evenmin wie het was.
Hetgeen jammer moge wezen voor het een of an
dere nietige dorpje, dat geen kans heeft ooit den
50.000sten of zelfs maar den 10.000sten inwoner
met spaarbankboekjes, wiegen, zilveren lepels en
vorken en zoo meer te begiftigen en te bejubelen
en dat nu wellicht een kans op nog veel grootcr
glorie ziet ontsnappen, maar er overigens weinig
toe doet.
Geen enkel record zal met de negen millioen
verbeterd worden, behalve dat van ons eigen be
volkingstotaal. Wij zullen er niet door tot de groote
en evenmin tot de middelgroote volken gaan be-
hooren. Wij blijven by de kleine. Het
geen ons niet deert omdat wij weten dat dit kleine
volk groot is in zeer veel. dat van oneindig meer
belang en waarde is dan het domme getal en als
zoodanig in de wereld bijzondere erkenning geniet.
Die het ook in de toekomst zal weten te verdien®»