AKKERTJES:
£°y
Hoofdpijn
Kiespijn
Zenuwpijn
Reizen naar gewicht.
del^C
Johan Elsensohn jubileert
AGENDA
Eigenaardigheden
Flitsen,
TOBIAS
Nieuwe Uitgaven
lAARL. DAGBLAD, Donderdag 13 Nov. 1941
{et ontstaan van de herfstpracht
Het verkleuringsproces in de natuur
Laat dit zoo zijn: herfst beteekent afscheid van
zomer en dus afscheid van warmte en licht.
u_.- ook in den herfst en winter schijnt de zon
jven ons landje, doch zij komt veel later op en
iat veel vroeger onder dan in den zomer, terwijl
aar stralen vrijwel geen warmte meer geven. Herfst
jteekent ook: nooit meer zonder overja> de straat
1 gaan, de schoorsteen schoon laten maken, nieuwe
jndschoenen koopen enz. Dit is vrijwel alles wat
E stedeling van den herfst merkt, de stedeling, die
llerlijk begin September weer in de stad terug-
jjft en dan dikwijls vergeet, dat er nog zoo iets
de natuur bestaat.
je natuurliefhebber zal echter in den herfst bij
jorkeur een wandeling maken door het dichtst-
ijzijnde bosch en volop genieten van de bonte kleu-
;nweelde, welke men te zien krijgt. Tusschen de
jlgroene esschen, de goudgele beuken en ahornen
j de rood bruine eiken, bewondert men de roode
ornoelje, kersenboomen en enkele hegsoorten, de
[verachtige bladeren van den meelbesboom, of het
jnkere, geurige groen van den denneboomen.
Wanneer de herfstmaanden mistig cn regenachtig
jjn, is de kleurvorming uiterst zwak; is de herfst
thter zonnig en zijn de nachten droog en koel, dan
orden de kleuren bijzonder levendig. Vooral bij
iierboomen merkt men dit vaak en duidelijk op: een
I dezelfde vliersoort heeft bij een temperatuur van
graden Celsius donkerviolette, bij 15 graden licht
en bij 30 graden witte bladeren.
wat geschiedt er eigenlijk tijdens het verkleu-
ngsproces in den herfst? De groene bladkleurstof,
et zoogenaamde chlorophyl, wordt, voordat de bla-
i afvallen, als het ware afgesneden van den
naar de bladeren en vloeit gedeeltelijk in den
am terug. Dit geschiedt bij verschillende boom-
iorten op verschillende wijzen en tijden. Hoe meer
het chlorophyl verdwijnt, des te sterker treden
voor dien tijd bedekte kleurstoffen, carotine en
intophyl, naar voren en verschaffen het gebladerte
e goudgele kleur. Hierbij komt nog een ander ver-
jfcijnsel. In de bladeren van vele boom- en struik-
lorten bevinden zich kleurlooze stoffen, welke door
uurstof-onttrekking veranderd worden in roode
eurstof, het bekende authokyan. Deze kleurlooze
:oducten gaan waarschijnlijk door het zich afzet-
n van zuurstof over in gele kleurstof (antichloor),
elke verwant is met de kleurstoffen van de pri-
iula, de gele dahlia enz. Doch zooals wij reeds eer-
!r opmerkten moeten de temperatuur en de energie
de zon meewerken om mooie resultaten te kun-
behalen in de herfsttinten.
den herfst lijkt het zoo gewoon, dat
lie stap, welke wij in het bosch doen, weer ver-
izeld gaat van het geruisch der ontelbare afgevallen
laderen. welke een mooi herfsttapijt vormen. De
aderen vielen af, omdat zij verwelkten. Doch waar-
ia verwelkten dan de bladeren? Hier wordt
it schijnbaaar gewone reeds een wetenschap-
ilijk probleem. Ieder lastig „waarom" in het
igelijksche leven is voor den levensonderzoeker een
insporing om bijzondere aandacht te wijden aan het
ioe". Wat heeft de wetenschap te wijden aan het
jrzaak van het afvallen van het loof?
De boom heeft zijn bladeren noodig voor de adem-
sling en de verdamping en voor het opnemen van
«langrijke voedingsstoffen. Dit proces wordt moge-
i gemaakt door de in de cellen van het blad in
roote mate aanwezige microscopisch-kleine blad-
oenlichaampjes, die werkelijk wonderen kunnen
errichten. Onder de inwerking van het zonlicht is
jt bladgroen in st.aat de koolzuren van de lucht in
jn elementen te ontleden.
Daarbij wordt de koolstof in organische substan-
is veranderd en door het plantenlichaam vastge-
iuden. terwijl de zuurstof aan de buitenwereld
Kirdt teruggegeven. Kunt u dus begrijpen, dat de
eine bladgroencellen het uitgangspunt zijn voor al
rt organische leven?
Verbaasd houden wij een verdord blad in de hand,
it niet van den boom gevallen is, maar dat door
in boom als een onontbeerlijke, ja zelfs schadelijke
rervloed is afgestooten. Hoewel wij gewend zijn, den
irfst te zien als den tijd, waarin de bladeren van
boomen vallen, wordt dit proces toch reeds in
zomer voorbereid. Reeds van het tijdstip der zon-
iwende af (omstreeks 23 September) kan men vast-
dlen, dat onze boomen een voor een hun bladeren
rliezen en wel eerst die, welke door de andere bla-
iren beschaduwd zijn. Bij minder licht kan slechts
einig of heelemaal niet de hierboven beschreven
beid van de assimilatie verricht worden. De ver
egen voedingsstoffen, vooral stijfsel, suiker enz. gaan
an de bladeren naar den stam en de wortels, en
rerwinteren daar als reservevoedsel, terwijl ook de
adgroencellen zich terugtrekken. Daarbij vinden
zenaardige ontledingen plaats waaraan het herfst-
of zijn gele, bruine en purperen kleuren dankt.
Op welke wijze ontdoet de boom -zich nu van zijn
laderen? Wordt de temperatuur van den grond in den
frfst lager en daardoor de opzuigende werkzaam-
iid van de wortels verhinderd, dan kan het door de
zrdamping van de bladeren veroorzaakte waterver-
es niet aangevuld worden. Onder aan de steel
irmt zich dan een cellaag, de z.g.n. „Scheidings-
ag". Zij bestaat uit cellen, die rijk aan sap zijn. en
aarvan de onvaste samenstelling maakt, dat één
indstoot en zelfs het gewicht van het. blad voldoende
om het te doen afvallen.
WAAESCfflTWTNG.
De hoofdcommissaris van politie te Amsterdam
eft pensionhouders en kamerverhuurders in over-
eging, inlichtingen in te winnen bij zijn admini-
ratie, alvorens kamers te verhuren aan: Alphons
arie Corneille- van Stekelenborg, geboren te
Iratum 26 Jan. 1905, gehuwd met C. E. M. Ludwig.
VONDELING.
Surveilleerende agenten te Amsterdam hoorden
foensdagoehtend tegen het aanbreken van den dag
phun tocht langs de Weesperzijde uit een portiek
adergeschrei komen. Zij vonden een meisje, naar
hatting 3 a 4 dagen oud, in eenige doeken gewik-
eld. Het kleintje is naar het Stadsbestedelingen-
uis, een afdeeling van het Burgerweeshuis, overge^
racht.
De Neder/andsche Pijnstiller 0
(Adv. Ingez. Med.)
(Bij de Grieksche particuliere auto bus
diensten is volgens een bericht als
nieuwe maatregel ingevoerd, dat dikke
passagiers een hooger tarief betalen,
omdat zij meer plaats innemen)
Gewogen en te zwaar bevonden
Voor het normale rittarief,
Dat is op wel gewogen gronden
Een nieuw verkeersinitiatief.
Men heeft door zooiets te bepalen,
't Reeds zware leven niet verlicht
Voor hen die dubbel gaan betalen,
Da's wel een kwestie van gewicht.
Maar, redeneert men in den breede,
Wanneer je dubbel plaats bezit,
Dan is er waarlijk toch ook reden,
Dat je voor twee betaalt per rit.
Het is' een standpunt, maar intusschen.
Wanneer je extra bent gezet,
Krijg je in Grieksche autobussen
Op die manier nog eens je vet.
Da's zielig en 'k heb niets gelezen
Van extra mager half tarief,
Dat zou toch, dunkt me, logisch we2en
Meer consequent en objectief.
De dikkerds zullen zuchten slaken,
Maar stellig passen zij wel op,
Zich niet te dik er om te maken.
Dat leidt maar tot een nieuwe strop.
Maar zullen ze nog kaartjes koopen
Of denken: voor de slanke lijn
Gaan we voorloopig liever loopen,
Dat zou zoo'n slecht effect niet zijn.
Dan zou het eind misschien nog wezen
Dat door veel dikkerds, weder slank,
Dit nieuw systeem nog werd geprezen
Met hulde en oprechten dank.
P. GASUS.
Na ZATERDAG A.S. is het VERBODEN
NAAMKAARTJES TE DRUKKEN.
BESTELT DUS NOG HEDEN.
OOK VOOR HET A.S. NIEUWJAAR
Anegang 14 - Haarlem - Tel. 11963
(Adv. Ingez. Med.)
Johan Elsensohn zal Zaterdag te Amsterdam als
Sancho Pancha in „Prinses Dulcinea" zijn vijf-en-
twintig jarig tooneeljubileum vieren. In Elsensohn
zullen wij dan den meest Hollandschen acteur
huldigen. Ik althans zou niemand kunnen noemen,
die in zijn spel zoo door en door Hollandsch is als
deze tooneelspeler.
De Hollander is in zijn kunst op zijn sterkst in het
realisme. Ook Elsensohn is dat. Hij maakte zijn naam
in volksstukken in den tijd, toen het gezelschap van
Herman Bouber nog in zijn volle kracht was en
stukken als Zeemansvrouwen, Het Huishouwe van
Jan Steen en De Jordaan er opgang maakten. Dat is
nu ongeveer 12 jaar geleden. Ik herinner mij nog. dat
ik hem voor het eerst zag als de zeeman Willem
Broerse in Zeemansvrouwen met Annie Verhulst als
zijn tegenspeelster en zijn spel toen een zeer sterken
indruk op mij maakte door zijn innige menschelijkheid
en eenvoud. Alles aan dien zeeman was echt en zui
ver. Eenige maanden later kwam in De Jordaan
zijn Manus Speet, de hopeloos verliefde bultenaar en
verschoppeling, een ontroerend mooie figuur, de
meest gave rol, misschien ooit door Elsensohn ge
speeld. Dit was realistische tooneelspeelkunst op haar
best en het was voor ieder duidelijk dat iemand, die
zoo iets kon,, een ras-acteur moest zijn.
Na zijn Manus Speet was het te voorzien, dat El
sensohn den langsten tijd bij het gezelschap van
Bouber geweest was. Cor van der Lugt Melsert en
gageerde hem bij het Eotterdamsch-Hofstad T.oo-
neel en haalde hem daarmee uit het milieu, waarin
hij zoo voortreffelijk paste. Voor het ensemble-
Bouber beteekende dat een onoverkomelijk verlies,
maar Elsensohn kreeg er de gelegenheid door zijn
talent veelzijdiger te ontwikkelen. En hij toonde reeds
spoedig, dat hij ook in andere dan volksstukken zijn
plaats als acteur volkomen waard was.
Elsensohn heeft ook bij het Rotterdamsch-Hofstad-
Tooneel bewezen een voortreffelijk karakterspeler te
zijn, die het tooneel weet te vullen en rollen, welke
hem liggen tot intens leven vermag te brengen. Een
enkele maal heeft men hem rollen opgedragen zoo
als in Wilhelm Tell die zich niet voor zijn talent
eigenden. Voor klassiek werk bijvoorbeeld is hij te
gemoedelijk en hij mist er het temperament voor.
Maar hij kan kortweg prachtig zijn in rollen, waar
in hij zijn Hollandsch karakter niet al te veel geweld
behoeft aan te doen. Hij behoort tot die spelers, die
creaties leveren, welke men, als men ze eens heeft
gezien, nooit meer vergeet. Ik denk hier bijvoorbeeld
aan zijn Odilon Gadaron, den berooiden plattelands
geneesheer in het blijspel „Pas op de Verf!" van
Fauchois, tintelend van leven en zoo sappig van
spel, dat hij heel zijn omgeving als het ware weg
speelde. Kostelijk en van rijken humor was ook
zijn Manten Boone, het koeboertje in „De Wonder
dokter". Ik noem deze twee rollen, omdat ze zoo
kenmerkend zijn voor zijn talent. In zulk soort rollen
is Elsensohn door niemand in ons land te verbeteren.
Na zijn engagement bij het Hofstad-Tooneel ging
hij naar Oost-Indië en hij was na zijn terugkeer
in ons land een tijd lang zoekend, tot hij eindelijk
weer een plaats vond in een milieu, waar hij thuis
hoort, namelijk bij het gezelschap van Cor van der
Lugt Melsert op het Leidsche Plein. Want een spe
ler van zijn kracht behoort bij ons eerste gezelschap.
Hij heeft dit bewezen als Ouwe Jan, de ronde bon
kige zeeman in „De Ondergang van de Vrijheid",
als Kamacho in Don Quichot van Langendijk maar
bovenal als Sancho Pancho in Prinses Dulcinea, een
rol, die ik na'ast zijn onvergetelijken Manus Speet
stel. Hij geeft de roerende aanhankelijkheid van
Sancho voor zijn meester met innigen eenvoud, mil-
den humor en waarachtigheid. Zijn grootste deugden
als acteur natuurlijkheid en warme menschelijk
heid komen als Sancho tot uiting en het is be
grijpelijk dat men hem in deze prachtige rol bij zijn
vijf-en-twintig jarig jubileum wil huldigen
Behalve acteur is Elsensohn ook de schrijver van
gezonde, goede volksstukken zooals Het Huishouwe
van Jan Steen, De Werkster wist het en „Een goede
Buur is beter danmaar het is de acteur in de
eerste plaats, dien men Zaterdag in de bloemetjes
wil zetten. En dat verdient hij, want Elsensohn is een
der beste vertegenwoordigers van de zuivere, gezonde,
sappige en natuurlijke Hollandsche tooneelspeel
kunst, waarop ons land trotsch kan zijn.
J. B. SCHUIL.
Het Kartelbesluit
Ondernemersovereenkomstenwet buiten
werking gesteld
's-GRAVENHAGE, 12 Nov. In het Verorde
ningenblad van 10 November 1941 no. 46 is afge
kondigd een besluit, dat kan worden beschouwd als
een voortzetting van de Ondernemersovereenkom
stenwet 1935. Deze laatste wet wordt dan ook door
het nieuwe besluit buiten werking gesteld. Het
nieuwe besluit beoogt, evenals vroeger de onderne
mersovereenkomstenwet, eenerziids de totstandko
ming en het behoud van goede kartels te bevorde
ren en te verzekeren eventueel door gedwongen
aansluiting der buitenstaanders, anderzijds kartels,
welke voor het algemeen belang schadelijk zouden
zijn, te corrigeeren.
Óm dit tweeledig doel te bereiken, geeft het kar
telbesluit aan den secretaris-generaal van het de
partement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart
de bevoegdheid om, evenals vroeger op grond van
de ondernemersovereenkomstenwet kon geschieden,
kartels algemeen verbindend te verklaren en kar
tels onverbindend te verklaren.
Wat betreft de eerste bevoegdheid is het belang
rijkste verschil met de oude wet. dat deze verbin
dendverklaring, welke vroeger alleen kon geschie
den op verzoek van de belanghebbenden, thans ook
zonder een zoodanig verzoek, dus op eigen initia
tief van den secretaris-generaal, kan geschieden.
Bovendien is> de procedure eenigszms vereenvou
digd. De tweede genoemde bevoegdheid, n.l. die tot
onverbindendverklaring, is vrijwel ongewijzigd uit
de oude wet overgenomen.
Behalve deze twee oude bevoegdheden bevat het
kartelbesluit echter ook een bevoegdheid, welke
nieuw is: de bevoegdheid n.l. om, zonder dat nog
eenige particuliere overeenkomst bestaat, de on
dernemers uit een bepaalden bedrijfstak tot een
kartel aaneen te sluiten. Ook dus als door de direct-
belanghebbenden geen regeling is gemaakt, b.v.
omdat zij het in het geheel, niet eens kunnen wor
den, kan, indien uit het oogpunt van het algemeen
belang een regeling toch gewenscht is, een zooda
nige regeling worden vastgesteld, die dan verder
als een gewoon kartel zal moeten functionneeren.
Behalve deze mogelijkheid tot scheppen van
dwangkartels is het voornaamste nieuwe element
in het kartelbesluit de verplichte 'registratie van
alle kartels.
Een volledig overzicht over alle kartelafspraken
waarbij Nederlandsche ondernemers zijn betrokken
kan worden beschouwd als het sluitstuk van de ge-
heele regeling, daar eerst door dit overzicht de mo
gelijkheid wordt geschapen de gegeven bevoegdhe
den op de meest doeltreffende wijze te hanteeren.
Om het verkrijgen van deze gegevens te vergemak
kelijken is tevens bepaald, dat alle kartels voortaan
schriftelijk moeten worden aangegaan, terwijl de
secretaris-generaal kan gelasten bestaande monde
linge afspraken alsnog op schrift te stellen.
Een en ander is reeds uitgewerkt Jn de eerste uit
voeringsbeschikking van het kartelbesluit, welke is
gepubliceerd in de Nederlandsche. Staatscourant
van 12 November 1941.
Krachtens deze uitvoeringsbeschikking zullen alle
niet op schrift gestelde kartels welke op 1 Januari
a.s. nog van kracht zouden zijn alsnog schriftelijk
moeten worden opgemaakt en wel voor 1 Januari
1942. Geschiedt dit niet dan zijn zij met ingang van
1 Januari buiten werking. Tevens moeten genoem
de kartels zoowel als alle op het tijdstip van in
werkingtreding van het kartelbesluit bestaande
kartels, voorzoover reeds op schrift gesteld, worden
aangemeld. Nieuwe kartels en beëindigingen van
kartels dienen binnen 14 dagen te worden opge
geven.
In het weekblad Economische Voorlichting ver
schijnt binnenkort een uitvoerig commentaar op het
nieuwe kartelbesluit. Belanghebbenden zullen goed
doen daarvan kennis te nemen. Voor bijzonderhe
den betreffende de aanmelding worden zij verwe
zen naar de in de bladen opgenomen officieele pu
blicatie. (A.N.P.)
EXAMENS
ACADEMISCHE OPLEIDING.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit van Amster
dam tot arts: mej. M. C. Motshagen (Hilversum) en
de heer H. Zeylstra (Amsterdam); geslaagd voor het
le gedeelte van het artsex.: de heer J. Buys (Am
sterdam). Geslaagd voor het doet. ex. pharmacïe, de
heer E. D. A. Sinderam
OVERSCHRIJVING EN INSCHRIJVING VAN STUKKEN
IN OPENBARE REGISTERS.
GRAVENHAGE 11 November. In het heden ver
schenen verordeningenblad is opgenomen een besluit var
de secretarissen-generaal van de departementen van justi
tie en van financiën betreffende de overschrijving en in
schrijving van stukken in de openbare registers.
Hierbij wordt bepaald, dat de secretaris-generaal van
het departement van financiën bij in de Nederlandsche
Staatscourant bekend te makgn voorschriften kan bepalen,
dat bij de aanbieding van een stuk ter overschrijving of
inschrijving in de openbare registers steeds of in de ge
vallen, in de voorschriften omschreven, een afschrift var
heth stuk. voldoende aan bepaalde vormveretschten, moet
worden ingeleverd; de overschrijving of inschrijving ge
schiedt dan door boeking in het dagregister op den dag
der inlevering en door inbewaringneniing van het af
schrift.
Wordt niet voldaan aan voorschriften, gegeven krachtens
bet eerste lid, zoo wordt de overschrijving of inschrijving
geweigerd.
Dit besluit treedt heden in werking.
DONDERDAG 13 NOVEMBER.
Zuiderkapel: Spr. Ds. C. J. Hoekendijk, 3 uur.
Luxor Theater: „Königswalzer". 2.30, 6.30 en
1.45 uur.
Frans Hals Theater: „Frau Luna", 2.30, 6.30 en
1.45 uur.
Rembrandt Theater: „Pantserkruiser Sebastopol"
1.50,
Palace:
1.45 uur.
Moviac:
2, 6.30 en
Gevarieerd programma van 12 uur af.
VRIJDAG 14 NOVEMBER.
Concertgebouw: Openbare Vergadering N.S.B., S
ar.
Bioscoop Theaters: Voorstellingen des middags en
fes avonds. Nieuw programma.
Nachtdienst Apotheken
volgende apotheken te Haarlem zijn van des
Wonds acht tot des morgens acht uur (ook op
Zondag) geopend:
Fa. Duym en Keur, Keizerstraat 6, Tel. 10378.
Firma Begeman en Sneltjes. Kruisweg 30, Tel
10043.
Marnix Apotheek. Marnixstraat 65, Tel. 23525.
Te Heemstede is geopend:
Apotheek Schotsman, Binnenweg 206, Tel. 2S320,
IKLET3PRAATJ E... AET^
FUNESTE GEVOLGEN C"
(Polyaoon-Seym)
in Haarlem en omgeving.
DE STER EN HET ZWAARD
Ieder Haarlemmer kent natuurlijk het wapen van
zijn stad, dat, wat het voornaamste gedeelte be
treft, uit een wapenschild bestaat, dat een zwaard
draagt, welk wapen door vier sterren en een kruis is
omgeven.
Dat wapen heeft onze stad al meer dan 700 jaar.
Voordien was het een ontwortelde boom, zooals men
hier en daar nog kan zien, o.m. aan de Nieuwe Kerk
waaraan het oude en het nieuwe wapen is aange
bracht. Ook wordt deze dorre boom wei achter het
nieuwe wapen geplaatst en dan voorzien van een
paar klokjes, die natuurlijk de Damiaatjes moeten
verbeelden.
Intusschen heeft de overlevering zich al vroeg
meester gemaakt van het tegenwoordige wapen. Vol
gens dit niet geschiedkundig bewezen verhaal is
Haarlem van den dorren boom afgestapt op een an
der wapen en wel een rood schild met vier sterren.
Dat duurde tot het jaar 1219, het jaar van den be
roemden tocht naar Damiate, waarbij de Haarlem
mers zich zoo moedig gedroegen, dat de keizer van
Duitschland, leenheer van de Hollandsche gewesten,
aan het Haarlemsche wapen het zwaard schonk,
waaraan de patriarch van Jerusalem het kruis toe
voegde. Aldus kwam het Haarlemsche wapen tot
zijn samenstelling van zwaard, sterren en kruis.
(Archief H. D.)
Er is over deze overlevering al heel wat geschre
ven. Middeleeuwsche chroniqueurs gewagen er
reeds van en tot in onze dagen zijn er lezenswaar
dige Verhandelingen over verschenen. En Pieter
Jrebber, de vermaarde Haarlemsche schilder, verhief
het verhaal tot onderwerp voor een zijner schilde
rijen, dat ge hierbij in reproductie ziet en dat een
der vele aantrekkelijkheden uitmaakt van de oude
Raadzaal, waar het boven den schouw is aange
bracht.
De groenten- en fruitprijzen
Vele zware boeten opgelegd
's-GRAVENHAGE. 13 November. Het A.N.P.
meldt: De gemachtigde voor de prijzen hamert reeds
geruimen tijd met groote hardnekkigheid op het
aarpbeeld der groenten- en fruitprijzen. Het hand
haven dezer prijzen op een voor de groote massa van
de verbruikers bereikbaar niveau is een kwestie, die
zeker onder de huidige distributie-omstandigheden
het allergrootste belang moet worden geacht. Met
kracht is er opgetreden tegen vele overtreders van de
op dit gebied gegeven voorschriften.
Bij de inspecteurs voor de prijsbeheersching zijn dan
ook zeer veel processen-verbaal binnengekomen en
reeds werd een 1000-tal hiervan berecht, terwijl een
nog grooter aantal in de komende weken zal worden
behandeld. Uiteraard werden de meeste overtredin
gen geconstateerd bij de detaillisten, waarvan er bijna
800 zijn veroordeeld tot boeten, die dikwijls f 50 tot
f 75 beliepen.
Echter hebben zich ook reeds ruim 125 grossiers in
groenten en fruit, die van den rechten weg waren af
geweken, te verantwoorden gehad. De zwaarste der
hun opgelegde straffen was f 1000. Verder zijn 75
telers, die hun producten te duur verkocht hadden,
beboet met bedragen tot ten hoogste f 250. Een 15—tal
veilingen, die zich niet aan de voor haar geldende be
palingen op prijzengebied hadden gestoord, werden
eveneens veroordeeld. Een ernstige overtreding be
zorgde één van hen f 2000 boete.
Ook wegens onvolledige of in sommige gevallen zelfs
geheel ontbrekende prijsaanduiding werden vele
groenten- en fruithandelaren geverbaliseerd. Reeds
zijn tegen overtreders van dit voor de controle door
den kooper zelf zoo buitengewoon nuttige voorschrift
700 tot 800 tuchtbeschikkingen gewezen. De hoogste
hierbij opgelegde boete bedroeg f 35. 300 dergelijke
verbalen, een aantal, dat nog dagelijks groeit, wach
ten nog op berechting.
DE ARBEIDSDIENST.
Binnenkort gedeeltelijk verplicht.
In een te Leiden gehouden persconferentie ter ge
legenheid van de tentoonstelling van den Duitschen
Reichsarbeitsdienst en den Nederlandschen arbeids
dienst, is medegedeeld, dat over eenige maanden de
deelneming aan den arbeidsdienst \qor de manne
lijke jeugd in Nederland gedeeltelijk verplicht zal
worden gesteld. (N.R.Crt.)
HAARLEMSCHE RECHTBANK
FIETSENDIEFSTAL
Acht maanden gevangenisstraf had de officier ge-
eischt tegen een jeugdigen Haarlemschen schilder,
die twee fietsen liad gestolen. De Rechtbank veroor
deelde hem tot zes maanden gevangenisstraf.
DIEFSTAL VAN IJZEREN VATEN
Wegens diefstal van ijzeren vaten had de officier
4 maanden geëïsclit tegen een los werkman en een
jaar tegen een chauffeur. De chauffeur werd tot 1
jaar veroordeeld en de los werkman tot vier maanden.
^WETHOUDER BELEEDIGD.
Een inwoner van Bloemendaal. die wethouder
Ouwehand van Bloemendaal had beleedigd hoorde
f 15 tegen zich eischen. Door de Rechtbank werd hij
tot een geldboete van f 10 subs. 6 dagen veroordeeld.
Insluiper..
/o
Psychologie en Sport
Dat het boek van Joris van den Bergh en Karei
Lotsy. dat onder den ietwat-luidruchtigen titel
„Mysterieuze krachten in de sport" een pleidooi
voert voor uitbreiding van de sportieve voorberei
ding op het geestelijke terrein, zekere opschudding
in sportkringen zou wekken, was te voorzien. Niet
alleen omdat het geestdriftige tweetal de dusdanige
behandeling van het Nederlandsch Elftal, door
Lotsy gedurende eenige jaren met zooveel succes toe
gepast, nu tot alle sportsmen en alle takken van
sport wil uitbreiden. Maar ook omdat de heele his
torie hier zwart op wit is gesteld en daarmee het
gevaar van doordrijven en overdrijven duidelijk
aan den dag is getreden. Er zijn trouwens van die
aangelegenheden, die bij practische toepassing
alleen geen verzet uitlokken, omdat zij dan door
anderen slechts naar haar goede uitkomsten be
oordeeld worden de minder goede merkt het
publiek niet op maar die disputen ontketenen
zoodra erover geschreven wordt. Een nuchter man
zei mij dezer dagen, dat dit vooral met de paeda-
gogie en de psychologie het geval is en ik geloof
dat hij gelijk heeft. Hij drukte het zeer eenvoudig
uit. Jé kunt die dingen wel doen, zei hij, maar je
moet er niet over gaan praten.
De overtreffende trap, die Joris en Karei met
hun mysterieuze krachten beklommen hebben en
die ons in onze beoordeeling van het boek ook al
aanleiding gaf tot het toedienen van eenige kal-
meerende opmerkingen en het aanvoeren van be
perkende overwegingen, heeft dr. C. Spoelder er
toe gebracht krachtig tegen hen van leer te trek
ken. In een rede, gehouden voor de Haarlemsche
voetbal-scheidsrechters jongelieden dus, die ex
professo het hoofd koel moeten houden en onpar
tijdig blijven heeft hij niet alleen tegen de ge
varen van sportoverdrijvïng gewaarschuwd. Hij
heeft vierkant verklaard dat de schrijvers vgn het
mysterieuze krachten-boek de beteekenis van de
sport verkeerd inzien en haar tot doel verklaren
inplaats van tot het middel, dat zii slechts is. Het
middel om onze taak in het maatschappelijk leven
beter te vervullen. Dr. Spoelder erkent dat de
verdienste van de schrijvers is dat zij de ook bij
de sport onmisbare geestesconcentratie scherp in
het licht hebben gesteld. Maar hri waarschuwt, al
staat er veel wetenswaardigs van dien aard in het
boek, tegen overdrijving van geestestraining in de
sport. Die zou het element van ontspanning eruit
doen verdwijnen en veel ongelukken kunnen
stichten. Een scholier zou bijvoorbeeld zijn aan
dacht uitsluitend op de sport gaan richten en niet
op zijn huiswerk.
De ouders van zijn leerlingen, tot wie ik behoor,
zullen den rector gymnasii dankbaar zijn voor dit
waarschuwend woord. En de ouders van andere
leerlingen ook. Laat ons van harte instemmen met
het verzet tegen wedstrijd- en record-overdrijving,
die al zoo vaak tot de malste opschroeverij aan
leiding hebben gegevenalsof het heil van de
gemeenschap en de eer van een natie afhingen van
den uitslag van een partijtje voetbal of hockey, de
snelheid van een hardlooper of de eindspurt van
de een of andere zwemmende bakvisch. Dat is in
dit blad al vaak gezegd en als dr. Spoelder Lotsy
wraakt omdat die beweerd heeft, dat een sportbe
oefenaar in internationale ontmoetingen als „ge
zant van zijn land" optreedt stem ik in met dat
protest.
Des rectors beschouwing over de sport niet als
doel maar als middel, gesteld tegenover de lichte
lijk gezwollen taal van Joris van den Bergh en
Karei Lotsy, voert evenwel in de sfeer van de
scheidsrechters, die naar dr. Spoelder's betoog
hebben geluisterd. Ge denkt aan een woordenwis
seling tusschen twee spelers, waarin de arbiter
zich mengt en hen met een bemiddelend woord tot
elkaar brengt. Ts het niet zóo met de sport gesteld,
dat zij zoowel doel als middel is? Doel: niet om
wedstrijden te winnen en tiende seconden van re
cords af te peuteren, maar om der menschen le
vensvreugde te verhoogen, hetgeen toch als een
doel aangemerkt mag worden, waarin iedereen
gaarne wil scoren. Middel... inderdaad om door
verhooging van lichaamscultuur, nevens de cultuur
van den geest, den mensch geschikter voor ziin
maatschappelijke taak en in het algemeen voor zijn
levensroeping te doen zijn.
Dr. Spoelder heeft nog een woord van erken
ning gewijd-aan het publiek bil sportwedstrijden,
dat van meer belang is dan men vaak veronder
stelt, omdat ook dit in de snort ontspanning vindt
en aan den dagelijksehen sleur onttrokken wordt.
Dat is natuurlijk waar. Overigens blijft het doen
belangrijker dan het toekijken En zelfs als men
het aantal kijkers bij het aantal doeners telt komt
men nog maar tot een laag percentage van de be
volking, Maar clat is weer een ander onderwerp,
dat hier ook al eerder is aangeroerd maar dat niet
tot het gebied der mysterieuze krachten in de
sport behoort. Wel tot dat der afwezige krachten.
DE GOOISCHE HEIDEVELDEN WORDEN
VERBETERD.
BUSSUM, 12 November. De Gooische heide
velden zijn wijd en zijd bekend. Velen in ons land
hebben meer dan eens een uitstapje naar de Gooische
heide gemaakt en de schoonheid er van bewonlerd.
Het is echter weinigen bekend, dat deze heidevelden
ook verzorging behoeven om hun schoonheid te be
houden. Zoo kunnen de vliegdennen b.v. een ontsie
ring zijn. Daarom heeft men reeds de z.g. Limieten-
heide aan de Naarderstroolc te Huizen onderhanden
genomen. Zeer groote vliegdennen opslagen zijn
hier reeds uitgekapt en als brandhout verkocht. Men
heeft er voor zorg gedragen dat hier en daar aar
dige groepen dennen zijn blijven staan, zoodat men
een behoorlijk heidelandschap heeft verkregen.
'Thans is men overgegaan tot verbetering van een
ander gedeelte van de uitgestrekte Gooische heide
nl. de z.g. Fransche Kampheide, een bij de hoofd
stedelingen zeer geliefkoosde plek.
Na de Fransche Kampheide waarvan het vrijko
mende hout eveneens als brandhout zal dienen, gaat
men weer terug naar de limieten onder Huizen, mits
de vergunning tot kappen van dennen door het
Staatsboschbeheer blijft voortduren. Hier kunnen
nog groote heide terreinen vernieuwd worden. Een
klein gedeelte van het hout is geschikt om als mijn-
hout gebruikt te worden een ander klein deel met
een behoorlijke doorsnede gaat als timmerhout van
de hand. (A.N.P.)
C. Verwey. De uitweg uit den socialen
nood. Uitg. van Loghum Slaterus' Uitg. Mij.
N.V., Arnhem.
De schrijver van het hierboven aangekondigde werk
je ziet, om het in enkele zinsneden te zeggen, de mo
gelijkheid tot weder gezondmaking van. de maatschap
pij in haar grondslag, d.i. haar arbeidsgemeenschap,
in het verbreken van het grondmonopolie en in het
verleenen van werkelijke economische vrijheid aan
ieder. Onder grondmonopolie wordt bij deze beschou
wing verstaan, dat de massale grootgrondeigendom
den boer den vrijen toegang tot en het vrije gebruik
van den grond belet en een inkomen uit den arbeid
van den boer trekt. De heer Verwey vindt de verkla
ring van de werkloosheid in de afsluiting der (daar
door) bezitlooze massa van den vrijen toegang tot den
grond en hij acht dit het eenige dat absoluut onmis
baar voor de bezitlooze massa is om haar arbeid ten
eigen bate, in eigen dienst naar eigen keus aan te
wenden.
Aan het slot van een beschouwing over het vraag
stuk der crises komt de schrijver tot de conclusie,
dat werkloosheid en crisis uit één wortel voortkomen,
den hierboven reeds genoemden: het bestaan van het
grondmonopolie. Zooals de opheffing van dit mono
polie het einde van de werkloosheid moet brengen,
moet het volgens den schrijver ook een einde maken
aan de economische crises welke de wereld voortdu
rend teisteren.
Nadat de schrijver heeft getracht vast te stellen hoe
een gezonde wereld er moet uitzien, behandelt hij het
vraagstuk der binnenlandsche kolonisatie. Deze kolo
nisatie is een gevolg van het breken van het grond
monopolie en hij verstaat er onder: „het tot econo
mische zelfstandigheid brengen van de geheele land
bouwende bevolking door haar vestiging op eigen hoe
ven". zoodat zij onttrokken wordt aan de macht van
den grondeigenaar-monopolist. Wordt de binnenland
sche kolonisatie met kracht aangepakt, dan zullen de
grondprijzen dalen en de uitbreiding der kolonisatie
worden vergemakkelijkt. Het gevolg van een en ander
zal naar het oordeel van den heer Verwey zijn: ver
meerderde vraag naar artikelen door de tot welstand
komende boerenbevolking; beëindiging van de vlucht
van het land naar de stad; terugvloeiïng van bekwame
handwerkslieden uit de stad naar het land. Hierdoor
zal weer het loon der arbeiders stijgen en ook in de
stad het overschot voor de kapitalisten meer en
meer verminderen.
Ter bevestiging van de waarheid zijner stellingen
beschrijft de heer Verwey nog in het laatste hoofd
stuk „het wonder: Finland".