Rijkscommissaris over 3 arbeidsgebieden
voor kultuurpolitiek van den Sfaat
Hoesten
Hoestival
„Kultuurraad heeft geen andere belangen te
vertegenwoordigen dan die van het geheele
Nederlandsche kultureele leven'
Prof. Snijder sprak na den
Rijkscommissaris
(Vervolg van pagina 1)
Ter voorkoming van misverstand wordt eg nogmaals
'de aandacht op gevestigd, dat ik hier het begrip staat
niet in de beteekenis van het bestuursapparaat ge
bruik, dat voor het goed functioneeren van het open
bare leven en voor het bewaren van het evenwicht
tusschen de hierin werkzame onderlinge verscheidene
krachten en spanningen noodzakelijk is. Staat betee-
kent veel meer de eenheid tusschen de beweging als
draagster van de politieke wil in het volk en het be
stuursapparaat als het instrument, dat dezen wil uit
voert, om de volksgemeenschap tot werkelijkheid te
doen worden.
Als wij het resultaat van alle hier voorgedragen
gedachten op dit gebied samenvatten, nemen wij ken
nis van in feite.-<lrie arbeidsgebieden voor de kul
tuurpolitiek van den staat:
In de eerste plaats heeft hij het kultureele leven
van alleS te reinigen, wat kennelijk ziekte of ziekte
kiem of reeds uitwas als gevolg der ontbinding en
vernietiging van de nationale kultuuf is. Dit is over
al het geval, waar zich parasieten van een vreemd
ras binnen het lichaam der nationale kuituur hebben
vastgezet. B.v. is in het bijzonder de uitschakeling
der Joden en der typisch Joodsche kuituurproducten
de eerste maatregel, welke den weg voor een positieve
kultuurpolitiek vrijmaakt. Veel moeilijker is de vraag
daar, waar het gaat om de uitschakeling van zoodanige
evenzeer ontbindende, ziekelijke en vreemdsoortige
kuituurproducten, welke evenwel door hen worden
voortgebracht, die tot het eigen volk behooren, maar
die op een of andere wijze of te eeniger tijd door het
vreemde vergif geïnfecteerd zijn, zonder dat men dit
nu nog afzonderlijk kan vaststellen en bewijzen. Daar
echte kuituur slechts uit den voedingsbodem van het
uit het bloed gegroeide volk kan ontstaan en elke
vermenging die in strijd met het ras is, ontaarding
beteekent, kan ook hier geen sprake zijn van echte
kuituurgoederen. Evenmin als een Jood, al doet hij
nog zoo Duitsch of Nederlandsch, ooit Duitsche of Ne
derlandsche kuituur kan voortbrengen, evenmin kan
een Duitscher of Nederlander onder den invloed" van
een geest en levenshouding, die in strijd is met het
ras, werkelijk Duitsche of Nederlandsche kuituur
scheppen. Wel echter zal ook hij den weg tot de
bronnen der nationale kuituur kunnen terug vinden,
wanneer elke vreemde invloed is uitgeschakeld.
Op langen termijn beschouwd bestaan deze moei
lijkheden slechts voor een overgangstijd, zoolang nl.,
totdat de scheiding en de waardeering daardoor onpro
blematisch zijn geworden, doordat het eigene de bo
ventoon heeft gekregen. Aangezien wij echter zeker
zijn van de waarde van ons bloed, vertrouwen wij ook
op dit blo'ed. Dit vertrouwen doet ons het gevaar ver
mijden, door een „Beckmesser-houding" het initiaties,
op net gebied der kunst te dooden. Wanneer ik hierbij
practische voorbeelden uit uw omgeving moet nemen,
dan verwijs ik naar de maatregelen tot uitschakeling
van het Jodendom uit het Nederlandsche kultureele
leven, welke op wettige wijze en met de oprichting der
Nederlandsche Kultuurkamer zijn genomen. Van ons
uit zijn deze maatregelen wel in de eerste plaats als
de uitschakeling van onze geboren vijanden uit het
gebied der kuituur gedacht, welke uitschakeling in
dezen totalen, alle levensgebieden omvattenden oorlog
noodzakelijk is. Voor ons is "zij derhalve een politieke
maatregel, aan u geeft zij evenv/el door haar indirecte
uitwerking de mogelijkheid tot een kultuurpolitiek van
staatswege.
Het voornaamste middel voor deze kultuurpolitiek
ligt op het tweede gebied van werkzaamheid, nl. om
'den kultuurscheppenden, en hier in het bijzonder we
derom de jongere generaties, op taken te wijzen, die
uit de gemeenschap voortkomen en die voor de ge
meenschap moeten worden vervuld. Dit is een gebied,
waarop men door ge- en verboden weinig, door wer
kelijke begunstiging ook van materieelen aard, door
raad en voorlichting en door begrijpende zorg voor
"de als echt en vruchtbaar erkende waarden buiten
gewoon veel bereiken kan.
Een derde gebied van kultuurpolitieke werkzaam
heid voor den staat vloeit voort uit het karakter van
'den staat als nationale opvoedingsinstantie. Hier kan
men nauwelijks meer van een „gebied" spreken, hier
Is sprake van de algeheele functie van den staat: het
gaat er om het kultureele scheppen in zijn geheel zoo
als het uit de gemeenschap van het volk is gegroeid,
weer voor de gemeenschap in te zetten, als middel
voor de opvoeding tot de gemeenschap.
Gij zult u misschien de vraag hebben gesteld, of wij
heden ten dage in Nederland geeh dringender en be
langrijker taken te vervullen hebben. Zeker is het
heden noodiger dan ooit, dat alle krachten, die be
reid en in staat zijn verantwoording voor eigen volk
en volkskarakter te aanvaarden, deze verantwoording
in de eerste plaats op zuiver politiek gebied op zich
nemen en hieraan voldoen en dat zij zich niet op de
schijnbaar minder belangrijke „randgebieden" zooals
b.v. dat der kultuurpolitiek terugtrekken. Ik zeg
schijnbaar: want in werkelijkheid is het zoo. dat de
revolutie op het gebied der wereldbeschouwing op alle
gebieden van het nationale leven haar uitwerking
heeft. Het is derhalve geenszins zoo, dat de Kultuur
kamer en de Kultuurraad nu in een als het ware lucht
ledige ruimte zijn geplaatst in de verwachting, dat zich
daaruit wel iets zal ontwikkelen, zij hebben integen
deel reeds heden en zeker morgen een zeer belang
rijke rol te vervullen: zij moeten er toe bijdragen, dat
de Nederlandsche kuituur zonder belangrijk verlies
aan haar gezonde substantie den weg tot haar volk-
schen oorsprong en haar bronnen en daarmede den
weg door de geestelijke en politieke omwenteling van
onzen tijd vindt.
Naar aanleiding hiervan zou ik als Duitscher u nog
het een en ander willen zeggen, want wij hebben op
dit gebied een ontwikkeling doorgemaakt, die harder
en ingrijpender was, maar ons daardoor ook veel dui
delijker en helderder deed zien. dan hier te lande het
geval was en is. Met de practische ervaringen bij de
organisatie, die wij langs verschillende omwegen ver
zameld hebben en welke wij u op dit..zoowel als op
elk ander gebied, gaarne ter beschikking stellen, wil
ik u ook essentieele ervaringen, welke mij onlangs
mede tot de oprichting van dezen Nederlandschen
Kultuurraad aanleiding gaven, mededeelen. Hiertoe
behoort in de eerste plaats de kultuurhistorische be
schouwing van onzen toestand in het algemeen. Wij
hebben een lange en kultureele ontwikkeling achter
ons van hoog gehalte en dikwijls valt het ons moeilijk
te gelooven, dat deze ontwikkeling nu als het ware een
einde gevonden heeft en dat wij, al is het dan ook niet
'juist, van voren af aan beginnen, toch een nieuw
hoofdstuk moeten aanvangen. Niet wij hebben echter
aan de achter ons liggende ontwikkeling een eind ge
maakt, maar zij zelf heeft een eindpunt gevonden.
Herinneren wij ons slechts die stemming, die haar
uitdrukking vond in de meening, dat wij noodlottig
verdwaald en vastgeloopen waren, die stemmirfg van
gebrek aan uitzicht op eenige gezonde verdere ont
wikkeling, waarvan tenslotte de geheele Europeesche
kuituur doordrongen was en welker gemeenschappe
lijke kenmerk een ziekelijk en nihilistisch pessimis
me was geworden. Daaruit bestond slechts één uit
weg: de terugkeer naar den eigen aard. Wanneer ik
over het conservatieve, t.w. het den eigen aard be
hoedend en ontplooiend karakter dezer revolutie heb
gesproken, dan beteekent dit niet. dat deze revolutie
tegen al het vreemde en schadelijke in niet onver
biddelijk verder gaat. Daarbij kan het niet vermeden
worden, dat zij ook veel waardeloos maakt, hetgeen
misschien voor onze vaderen nog waarde had. daar
voor ontdekt zij evenwel weer andere oorspronkelijke
waarden.
Wat in dit verleden echt en waardevol was, gaat
niet verloren, integendeel: wij winnen het opnieuw,
'doordat wij het uit "alle onoprechtheid opheffen en aan
dit onvergankelijk kultuurgoed de hem toekomende
plaats en rang verzekeren.
Evenmin als echte kuituur uit de politieke conjunc
tuur kan groeien, evenmin kan ook als het ware
van boven af bevolen worden 7,lj moet van onder af
groeien. Gij zult telkens opnieuw veel moed en een
taaien moed moeten betoohnen, want deze groei kan
slechts langzaam plaats hebben en wij moeten er ons
ook bij neerleggen, dat het onkruid sneller groeit dan
de vruchtdragende plant. Voor afzonderlijke takken
van kuituur laten zich wel richtlijnen opstellen, vol
gens welke zij zich moeten ontwikkelen en ontplooien.
Piaar juist ln de kunst ban men geen dogmatische
eischen of zelfs programma's opstellen. De kunstenaar,
die niet zooveel scheppende intuïtie, d.w.z. diep in
zicht in het wezen der dingen en der ontwikkeling
heeft, dat hij uit eigen beweging de teekenen des tijdS
begrijpt en de toekomst spel', zal ook niet van buiten
af tot het beleven van zijn tijd gebracht kunnen -wor
den. Zeker wij hebben zeer bepaalde voorstellingen
b.v. betreffende het drama of de beeldhouwkunst en
in het algemeen van alle kunstuitingen, die bij ons
passen en aan onze eischen voldoen: wij kunnen ech
ter de vervulling van deze voorstellingen niet afdwin
gen of ook maar bespoedigen. De regel, dat de kunste
naar zijn tijd altijd vooruit is. heeft geen algemeene
geldigheid; hij is zelfs twijfelachtig in een tijd. die
als de onze zich dagelijks als het ware zelf vorm
geeft en wiens wezen en grootheid zoo duidelijk zijn.
dat deze waarschijnlijk in het geheel niet eerst de ar
tistieke vormgeving van noode hebben, om tot het
begrijpend- bewustzijn van den tijdgenoot door te
dringen. Wel echter zullen de nabestaanden, die dezen
tijd niet zelf medebeleven. zijn wezen en zijn groot
heid slechts uit een artistieke vormgeving kunnen na
voelen. Dit is de taak. die voor den kunstenaar van
heden en morgen is weggelegd.
En hier zou ik ook nog een kwestie willen aanroe
ren, waardoor wij den toestand van de kunst in on
zen tijd misschien het beste begrijpen. Deze tijd stelt
zulke hooge eischen op élk gebied van den strijd om
het bestaan, in de eerste plaats dus op direct politiek,
op militair en op economisch gebied, hij eischt een zoo
enorme inspanning van alle krachten voor deze zeer
dringende taken, dat het nauwelijks denkbaar is. aw
ergens nog een overschot aan kracht vrij zou kunnen
21 Dit overschot is er inderdaad. Wanneer wij het
v&ortbestaan en zelfs de vermeerdering van ons kul
tureele leven ondanks den oorlog en juist in den oor
log als een kenmerk van onze kracht en van nog
braak liggende krachtreserves aanmerken, dan neen
dit een goede reden. h
Ik sprak daarover, aangezien wij ons er in denhui
digen toestand rekenschap van moeten g^en. dat een
zoo hoog overschot van ongebonden kracht, als \oor
waarde en eisch is voor de groote artistieke Pr^st®"
ticT voor het groote kunstwerk misschien niet aan
wezig zal zijn en dat wij van onze generatie, die zich
in een geweldige spanning bevindt en zich daarin ter
wille van de toekomst misschien ook moet opgebrui
ken. waarschijnlijk in het geheel met zulke prestat es
kunnen verwachten.-Gij zult deze uitmg besl st met
verkeerd verstaan als een soort kultuurpessimisme.
wanneer ik tegelijk eraan toevoeg, dat juist deze tijd
en zijn buitengewoon en diep beleven zelf w^er ge-
weldige en op het oogenblik in het geheel nog.niet
te overziene krachten opwekt. Ook geldt dit met op
dezelfde wij* voor alle gebieden der kunst. Zoo zul
len de kunstvormen, welke in een direct en elemen
tair verband met dè macht ook in politieken zin staan,
in het bijzonder de architectuur, eerder hun gedenk-
teekenen van dezen tijd kunnen oprichten, doordat zij
zijn wezen zichtbaren ^orm verleenen. dan dat ent
eventueel b.v. in de muziek mogelijk zal zijn. die zien
het allerminste van buitenaf laat beïnvloeden.
De nieuw te vormen gemeenschapsstaat moet zien
met al deze, rechten en plichten tot een hooger be
grip van verantwoording samenvattende, opgaven be
zighouden. Óm op het gebied van de kuituur zijn doel
te bereiken, moet hij voor de beide bovenbedoelde
gebieden van werkzaamheid het groeien van de
kuituur uit de gemeenschap en het werken ten be
hoeve van de gemeenschap van bijzondere midde
len gebruik maken. Deze bijzondere instellingen zijn
nu ook in Nederland met de oprichting en den opbouw
van 'de Nederlandsche Kultuurkamer en nu met de
inwijding van den Nederlandschen Kultuurraad ge
geven, nadat reeds eerder door de oprichting van het
departement van volksvoorlichting en kunsten de
voorwaarde voor het voeren van een kultuurpolitiek
van staatswege vervuld werd.
Boven sprak ik van de kultuurpolitieke maatrege
len van den staat, voor welke de voorwaarden in zoo
verre zakelijk vaststaan, als het onderscheid tusschen
Dositief en negatief, tusschen waardevol en schadelijk
absoluut vast staat. DeKultuurkamer voert deze
maatregelen uit. Zij is daartoe uitgerust met beschik
kingsbevoegdheid en zelfs met een beperkte bevoegd
heid om straffen op te leggen. Waar het er in het ge
heele kuituurleven om gaat, te oordeelen over goed
en slecht, over de vraag of iets al of niet waard is
bevorderd te worden, kortom overal waar sprake is
van een materieele waa'rdeering op het gebied van de
kuituur, daar vervult de Kultuurraad zijn tweeledige
functie, kritiek en initiatief. Nu is het niet zoo, dat
deze functie in het Nederlandsche kultureele leven
slechts door den Kultuurraad zal worden vervuld.
Deze moet haar slechts als de hoogste instantie en
met de hoogste verantwoordelijkheid uitoefenen als
het kultureele geweten van de natie.
De Kultuurraad heeft geen andere belangen te
vertegenwoordigen dan die van het geheele Neder
landsche kultureele leven. In deze positie heeft de
Kultuurraad het karakter van een niet onder een
bepaald ministerie staanden raad van bijstand,
die uit. hoofde van zijn ervaring en zijn verant
woordelijkheidsgevoel het geheele staatsbestuur
en daarenboven alle Nederlandsche i<-"ltuurinstel-
lingen adviseerend terzijde staat, die van haar
kant den Kultuurraad de mogelijkheid van waar
neming, advies en initiatief hebben te verleenen.
Zijn eigen autoriteit berust evenwel niet op een
bevelende bevoegdheid, maar op de persoonlijke
en zakelijke autoriteit en prestaties van elk zijner
leden. De Kultuurraad is derhalve ook geen
lichaam, dat met meerderheid van stemmen be
slissingen neemt. De meening van elk lid is even
veel waard en wordt uitsluitend bepaald door haar
zakelijken inhoud. Het is geen vermindering maar
een verhooging der beteekenis, wanneer ieder zeg
gen kan, dat zijn rueening beslissend kan zijn,
niet omdat zij de instemming van meerderen ge
vonden heeft, maar omdat zij, ook al is zij mis
schien alleen gebleven, toch van dorslaggevende
beteekenis was. Het :nw'nnen, de keuze en de sa
menvatting van deze uwe meening vindt plaats
door uwen president. Deze staat in ziin functie
in den rang van een secretaris-generaal het geheele
staatsbestuur terzijde. Ik ben er mij van bewust
dat het op zich nemen t an een zoodanige ver
antwoordelijkheid juist heden misschien bijzonde-
ren moed, in elk geval echter een belangrijke
zekerheid van zichzelf en een zeer stexk gevoe'
voor den weg en de toekomstige ontwikkeling van
het Nederlandsche volk en zijn kuituur vereisch*
Tv twijfel er echter niet Aan, dat de benoemde
mannen deze kracht rallen hebben en han taak
tot het welzijn vap hun volk op juiste wijze zui
len vervullen, hoewel zij misschien ge
durende langen tijd geen dank en misschien ooki
geen waardeering ervoor zullen oogsten.
Ik wil mijn uiteenzettingen niet sluiten zonder
nog op een vraag in te gaan, die nauw verband
houdt met datgene, wat ons hier tezamen brengt.
Op de vraag n.I. wat mij als verlegenwooi diger
der bezettende overheid in dit land aanleiding
heeft gegeven met de instelling van den Neder
landschen kultuurraad een daad te stellen, welke
ook naar mijn bedoeling uitsluitendde bevorde
ring en ontwikkeling van het Nederlandsche volk
moet dienen. De daad, die wij heden hebben
verricht, komt slechts in zooverre voort uit een
belang van de bezettende overheid, als deze bij
een zoo geregeld mogelijken voortgang van het ge
heele leven in het bezette gebied ook onder de
veranderde omstandigheden geïnteresseerd is en
hiertoe behoort in de eerste plaats ook het ge
heele kultureele leven, dat buitengewoon sterk uit
het evenwicht was geraakt en derhalve een be
vordering, die met veel begrip te werk moet gaan,
van noode had. De diepere en verdere beteekenis
van deze daad evenwel leert gij dan kennen, wan
neer gy hem niet als een bestuursmaatregel der
bezettende overheid beschouwt, maar indien gij
mij daarnaast als den vertegenwoordiger van het
Duitsche Rijk als het Germaansche kernland ziet.
Als zoodanig heb ik u gezegd, dat wij u niet al
leen de practische maar ook de diepere en essen-
tiëele ervaringen ter beschikking willen stellen,
waarbij ik, als vertegenwoordiger uitsluitend van
de bezettende overheid, nauwelijks een interesse
zou kunnen laten gelden.
Wanneer de instelling van den Nederlandschen
Kultuurraad in de toekomst werkelijk een mijl
paal in de ontwikkeling van het Nederlandsche
kultureele leven beteekent, wanneer zijn arbeid
ertoe bijdraagt, dat de Nederlandsche kuituur uit
den voedingsbodem van het ras en het volkseigene
vruchtbaar groeit, dan opent deze daad tegelijk en
HAARL P'^BLAD, Donderdag 12 Febr. 1942
noodzakelijkerwijs ook den weg naar de gemeen
schap van het gelijke bloed, die reeds heden door
de gebeurtenissen der laatste jaren tot een uiter
lijke loisgemeenschap is geworden.
In dezen zin heb ik als vertegenwoordiger van
het Duitsche rijk tot u gesproken en de wen-
schen voor een vruchtbaren en succesvollen arbeid,
die ik u zou willen medegeven, zijn wenschen uit
het diepst van mijn hart, want hun vervulling
is een vervulling voor ons allen.
De rede van Prof. Snijder.
In antwoord op de rede van den Rijkscommissa
ris sprak hierna prof. dr. G. A. S. Snijder, president
van den Nederlandschen Kultuurraad. in het Ne
derlandsch:
„Mijnheer de Rijkscommissaris
U hebt den Nederlandschen Kultuurraad het kul
tureele geweten van het Nederlandsche volk ge
noemd en daarmede zijn grondslag en zyn taak aan
gewezen. Grondslag kan steeds slechts het volk in
zijn geheel zijn, de Nederlandsche natie, niet in
staatschen zin, maar in de oorspronkelijke beteeke
nis eener gemeenschap door gelijkheid van ras in
nerlijk en uiterlijk verbonden, en door een gemeen
schappelijk beleven van haar geschiedenis tot een
bewuste eenheid geworden.
Wij deelen met het Duitsche volk onzen aard en
ons bloed. De geschiedenis van het Duitsche volk
is echter slechts ten deele ook de onze, en juist de
laatste eeuwen hebben geleid tot een toenemende
verwijdering, wélke zijn grond in de zeer sterke
historische belevenissen van onzen tachtigjarigen
oorlog, onzen opstand tegen een overheersching, die
niet met onzen aard strookte, vond. die dan tot een
vervreemding werd, welke de laatste jaren boven
dien nog door een angstpsychose werd belast."
Hierop schetste spr. hoe juist deze vervreemding
tot een bovenmatige waardeering van het begrip
„staat" leidde, ten gevolge waarvan de beteekenis
van het volk miskend werd en de overtuiging, dat
een volk een eeuwig wordend, zich vernieuwend
wezen is, dat, gelijk ieder levend wezen naar zelf
verwerkelijking streeft, verloren ging. Deze ont
wikkeling 'werd dan nog verhaast door factoren van
uiterlijken aard als industrialiseering en vlucht naar
de groote steden, waardoor het probleem der „mas
sa" ontstond.
„Daar ik overtuigd ben, dat al wat men voor kui
tuur kan doen van een gezond volk dient uit te
gaan en in een gezond volk ook slechts zijn grondslag
kan vinden, is het mij een bijzondere voldoening,
dat u juist ook de zorg voor de volkswaarden
(Volkstumpflege) als behoorend tot het gebied van
den N. K. R. hebt aangewezen. Wij zullen daaraan
bijzondere aandacht wijden en het als een onzer
voornaamste taken beschouwen, het volksche be*
wustzijn van den Nederlander weer aan te kwee
ken en aan te sterken. Daartoe zal het in de eerste
plaats noodig zijn dén Nederlander te bevrijden uit
zijn krampachtige, op den staat ingestelde bewust
zijnsvernauwing en hem terug te leiden tot de ruime
binding aan zijn volk. Ook daarom is het van be
lang, de verbondenheid als volk, die tusschen
het Duitsche en het Nederlandsche volk aan deze
en gene zijde der staatsgrenzen bestaat, weer tot be
wustzijn te brengen. Dat wil geenszins zeggen, dat
wij een versmelting beoogen. Een dergelijke oplos
sing van het probleem zou een groot verlies betee-
kenen en hèt zou ook niet in den zin van den
Führer zijn, wanneer op die wijze de rijkdom der
Germaansche verscheidenheid lichtvaardig werd
Pmiff mijnheer de Rijkscommissaris, hebt ons
immers het woord van den Führer gebracht, dat
luidde: „Niemand zal gelukkiger zijn dan ik, wan-
LAATSTE BERICHTEN
Japanners ontschepen troepen
in Birma
TenNoordwesten van Martaban
LISSABON, 12 Februari. (A.N.P.) De Britsche
Nieuwsdienst meldt uit Rangoon dat de Japanners
Woensdagavond sterke strijdkrachten in booten aan
land h^ben gezet ten Noordwesten van Martaban in
Birma.
Toch voldoende aardappelen!
Het normale rantsoen zal worden verstrekt
's-GRAVENHAGE, 12 Februari. De vorige week
is medegedeeeld, dat het tengevolge van de heerschen-
de zeer moeilijke omstandigheden noodzakelijk was
met de bij de groote bevolkingscentra opgeslagen
reservevoorraden aardappelen zuinig om te gaan, daar
hieruit reeds vier' tot vijf weken was geput. Daarom
werd bepaald, dat de thans geldige bon van de aard-
appeikaart niet één, doch twee weken geldig zou zijn.
Het door de tijdelijke halveering van het rantsoen
veroorzaakte tekort zou worden gecompenseerd door
het beschikbaar stellen van 750 gram peulvruchten op
een Bon van de aardappelkaart.
Dit beteekende echter niet, dat van overheidswege
niets werd gedaan om voor voldoende aardappelen
in de steden te zorgen. Met man en macht is gewerkt
om het aardappelenvervoer, ondanks de vrijwel onge
wijzigde omstandigheden, voortgang te doen vinden.
Dank zij deze goede zorgen, is het rijksbureau voor
de voedselvoorziening in oorlogstijd thans in staat de
verheugende mededeeling te doet^ dat de aanvoeren
weer zoodanig zijn, dat het normale rantsoen aard
appelen kan worden verstrekt. Er zal Vrijdagavond
op de gebruikelijke wijze een bon van de aardappel-
kaart worden aangewezen, waarop het normale week-
rantsoen verkrijgbaar zal zijn. Daar men op de thans
geldige bon dus het normale rantsoen van 3V% kg. per
week kan verkrijgen cn derhalve de tijdelijke halvee
ring van het aardappelenrantsoen geen doorgang zal
vinden, zal de aangekondigde extrabon voor 750 gram
peulvruchten deze weck nog niet worden aangewezen.
Installatie Ned. Landstand in
Noord-Holland
ALKMAAR, 12 Febr. Hedenmorgen waren de
voorloopige dorps- en streekboe'renraden van den
Ned. Landstand in de prov. N.-Holland bijeengekomen
om in tegenwoordigheid van een groot aantal Neder
landsche, zoowel als Duitsche autoriteiten getuige te
zijn van de officieele installatie van het gewest N.-
Holland van den Ned. Landstand. Het woord werd
gevoerd door den boerenleider van den Landstand in
N.-Holland, J. Saai. In ons nummer van morgen ko
men we nader op deze installatie teiyg.
UIT HET HAARLEMSCHE POLITIERAPPORT.
Door de Politie te Haarlem is proces-verbaal opge
maakt tegen twee personen, die hun waren niet had
den geprijsd.
Verder zijn twee personen bekeurd wegens het koo-
pen van eieren zonder bonnen en tegen te hoogen
prijs; deze beliep tot 35 cent per stuk, terwijl de vast
gestelde prijs 91/2 cent per stuk bedraagt.
De dag der Duitsche Politie
In het kader vap de „Tag der Deutschen Polizei"
worden Zondag a.s. op het sportterrein Houtrust in
Den Haag een handbaL en een voetbalwedstrijd ge
houden, waarvan de baten ten goede zulten komen
aan het Winterhilfewerk. Des middags om 2 uur
wordt het programma aangevangen piet den hand
balwedstrijd tusschen twee keurploegen van de
marine en de S. S. und Polizeisportgemeinschaft in
den Niederlande.
De voetbalwedstrijd, welke daarna om 3 uur zal
aanvangen brengt een wedstrijd tusschen een
keurpioeg van de Luftwaffe in den Niederlande en
een keurpioeg van de S. S. und Sportgemeinschaft in
den Niederlande.
Het belooft een bijzonder spannende wedstrijd
te worden, daar beide ploegen in het verleden reeds
?oede resultaten hebben weten te verkrijgen.
A.N.P.)
EXAMENS
ACADEMISCHE OPLEIDING.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Amster
dam tot arts mej. E. R. Brandon (Almelo) en de
heeren J. M. de Jong (Ambt-Hardenberg) en A. J.
Bonne .(Terschelling). Geslaagd artsex. eerste ge-
deeglte de heeren B. L Koster (Waalre), F. M.
Haagsma (Sloten), G. J. Schipper (Londen) en
P. J. F. Dupuis (Rotterdam). Geslaagd voor het
doet. ex. rechten de heeren Tj. H. Kingma, M. G.
Kooperberg en H. I. Borel Rinkes.
DIVERSE.
Geslaagd voor practijkexamen, boekhouden de
heer J. N. Eggerding. te Haarlem.
Geslaagd voor diploma B. scheepswerktuigkun-
dige de heer D. P. Koudenbürg, te Velsen.
ZONDAG A.S. GEEN WEDSTRIJDEN.
Voor Zondag a.s. zijn nogmaals alle wedstrij
den voor voetbal, korfbal en hockey afgelast.
neer wij in de menigvuldigheid en verscheidenheid
I van de Germaansche ruimte in Europa de oude Ne
derlandsche kuituur tot een nieuwen en hoogen
i bloei zien opgroeien en ontluiken."
Deze verzekering onzer kultureele zelfstandig
heid, welke de leider der N. S. B. als kostbaar ge
schenk van den Führer onlangs heeft bekrachtigd,
zullen wij hoog schatten en behouden. Maar deze
zelfstandigheid mag niet opnieuw tot een scheiding
tusschen onze volkeren leiden."
..Verhooging der eigen kracht opi grondslag der
volkswaaraen schijn: mij de taak van den N. K. R.
te zijn. Ik leg den nadruk op eigen kracht.
En juist bii de beslissing over de vraag wat eigen,
wat vreemd en wat verkeerd is, moeten wij ons be
wust blijven van onze door u gestelde taak. het ge
weten van het volk te vertegenwoordigen. Wat is
geweten? Het geweten is eenvoudig het absolute,
niet aangeleerde, maar aangeborene weten zonder
meer, het weten, dat zich by den enkeling op goed
en kwaad, bij een volk op juist en verkeerd richt.
Het is een bijna instinctief weten, dat waarschu
wend of gebiedend verhoedend, maar ook aanzet
tend zich doet gevoelen. Zoo dient ook de taak van
den N. K. R. niet slechts een het verkeerde verhin
derende, maar ook een het juiste bevorderende te
zijn."
Vervolgens stelde spr. de vraag; wat is juist,
wat is verkeerd? en'betoogde, dat net niet mogelijk
is uitsluitend uit een beschouwing, van het verleden
het wezen van het Nederlandsche volk te kristalli-
seeren en dat als maatstaf van juist of verkeerd te
nemen. Historisch bezien, vertoont de Nederland
sche kuituur tal van radikale wendingen. Aan
schouw de kathedraal van den Bosch, het Amster-
damsche raadhuis van Van Campen en de beurs
van Berlage en men ziet een verschil zoo groot, dat
men zich haast zou kunnen afvragen of hier het
wezen van een en hetzelfde volk tot uitdrukking
komt. Niettemin voelen wij uit als iets eigens.
„Maar in dit eigene weerspiegelt de geest van den
tijd, waarin het vorm kreeg en juist dit bewijst ons,
hoe levend ons volk was, hoe vol zijn antwoord op
den roep des tijds klonk. Zoo blijkt dus dat het
Nederlandsche volk over een rijkdom van mogelijk
heden en vormen van uitdrukking beschikt. Zeer
verkeerd zou het nu zijn, wanneer men vroegere
uitdrukkingsvormen, of zelfs een bepaalde'tot de
alleen mogelijke en adaequate wezensuiturukking van
ons volk verklaarde, zooals dat in de laatste jaren
al te vaak geschied is en ook nu nog vaak gebeurt.
Juist de veelheid van vormen leert ons dat het.
niet op den vorm, maar op het wezen aankomt.
„Wij zullen ons dus niet met een historische be
schouwing tevreden mogen stellen, want deze, ge
richt op het verleden, kan ons slechts een beperkt
begrip van het Nederlandsche wezen geven."
.Spr. betoogt vervolgens, dat.wij van het inzicht
uit moeten gaan zelf voor alles lid eener gemeen
schap te zijn; slechts dan kan in onze stem ook die
van ons volk klinken, slechts dan kunnen wij de
richting waarin het geheel zich beweegt, aanvoelen.
„Richting" kan men echter slechts erkennen als
men voorwaarts blikt en een doel voor oogen houdt.
Wanneer wij de richting, die ons volk nerpen zal,
omdat het m o e t, kennen, zoo zullen wij misschien
moeizaam den weg moeten zoeken, maar missen
zullen wij hem niet, ook al zouden wij hem moeten
banen!
Het verleden heeft ons geleerd, dat de weg van
het Nederlandsche volk niet rechtlijnig verloopt,
en zooals ieder onzer in zijn eigen leverf keerpunten
heeft gekend, zoo staat ook het Nederlandsche
volk heden aan een keerpunt en moet in het onbe
kende en ongewone zijn weg zoeken. Het was steeds
onze trots, dat ons volk zich eens een eigen weg
in de wereld gebaand heeft. Wie thans begrijpt,
dat hier een nieuwe wereld ontstaat, die heeft de
plicht, den nieuwen weg te zoeken en te helpen
banen."
„Wanneer het uw bedoeling is, dat de Neder
landsche Kultuurraad het kultureele geweten van
het Nederlandsche volk is. zoo kan deze dit slechts
zijn, wanneer hij positief tegenover de beslissing
van het heden staat. Daardoor wordt ons onze
richting aangewezen. Wij zien de gebeurtenissen
niet als „veranderde tijdsomstandigheden", maar
gelooven aan een hoogere leiding, die zich daarin
verwerkelijkt. Aan dit inzicht ontleenen wij den
moed ook de consequenties te aanvaarden en de
verplichting mede te werken, mede te handelen en
te leiden.
U zult heden geen concrete plannen van mij ver
wachten. Wij zullen steeds dat doen, wat ons dienstig
schijnt tot het hoogere doel en in overeenstemming
met de richting van het geheel. Daardoor hoopt de
N. K. R. het best hei Nederlandsche volk en dat
niet alleen! te dienen. Dat u den N. K. R.Jiebt
ingesteld ofa de belangen van de Nederland
sche kuituur te behartigen, is ons een bewijs, dat
ook gij overtuigd zijt, dat voor het nieuwe Europa
een zelfstandige Nederlandsche kuituur een waar
devol en onontbeerlijk bestanddeeWzal zijn.
In deze overtuiging vatten wij onze taak op, ver
trouwend, dat het Nederlandsche volk, wanneer het
eenmaal zijn weg gebaand, zijn plaats in de nieuwe
gemeenschap veipverd heeft, den Führer. die ons
allen de nieuwe wegen wijst en thans het lot van
Europa in zijn sterke handen houdt, en u, mijnheer
de Rijkscommissaris, als den voltrekker van zijn wil,
dankbaar zal zijn.
Hierna begroette prof. Snijder de Generaal-
commissarissen en de Secretarissen-generaal en
richtte hij meer in het bijzonder het woord tot de
leden van den eind 1940 door hem opgerichten Ne
derlandschen Kuituurkring.
Dapes en heeren,
Het is al meer dan een jaar geleden, sinds wij voor
het eerst bijeenkwamen en er is in dat jaar veel
gebeurd. Van den beginne af aan hebben wij ge
streefd naar samenwerking met de bezettende
overheid, omdat wij inzagen, dat dit de weg was
voor ons volk, op grond van ons verleden, onzen in
geboren aard en met het oog op onze toekomst, die
wij niet anders dan in een groot-Europeesch ver
band kunnen zien. De grondslag van deze samen
werking als gelijkgerechtigde partners ligt in ons
zelfbewustzijn als Nederlanders en de erkenning
daarvan door de Duitschers, die in het nieuwe Euro
pa de leiding zullen hebben.
Wij kunnen deze leiding te gereeder aanvaarden,
omdat ons niet eens, maar herhaaldelijk, onze kul
tureele zelfstandigheid, dat wil zeggen, ons bestaap
"ls zelfstandig volk is toegezegd.
te
ver-
Wat kon noodzakelijker ziin, dan een orgaan
scheppen, dat, het Nederlandsche kultuurleven vc.
tegenwoordigend, tevens het vertrouwen van het
hoogste gezag in ons land bezit. Zoo is de Neder
landsche Kultuurraad ontstaan: het kultureele ge
weten van het Nederlandsche volk. Dat wil dus zeg
gen, dat de Kultuurraad in de eerste plafets een
Nederlandsche instelling is, die, als een geweten,
een waarschuwende stem kan doen hooren, wanneer
Nederlandsche Kultuurbelangen bedreigd wor
den, van welke zijde ook. Maar het geweten verhin
dert niet slechts. Belangrijker is, dat het aandrijft
tot handelen ten goede. De taak van den Kultuur
raad is derhalve raadgevend in alle opzichten. Maar
anderzijds ziin maatregelen getroffen, dat de raad
van den Kultuurraad inderdaad ook gehoord worde
en niet lichtvaardig terzijde worde gelegd.
De stem van het Nederlandsche volk wordt ver
tegenwoordigd door de leden van den Kultuurraad.
die den president terzijde staan. Ik weet wel, dat
enkelen, die zich zelf als de coryphaeën van de
Nederlandsche kuituur beschouwen en door velen
ook zoo beschouwd worden, ontbreken. Maar de
Kultuurraad is naar andere gezichtspunten en op
andere wijze dan door het evenredige kiesrecht sa
mengesteld: de criteria, die gegolden hebben zijn
die van de toekomst, niet die van gisteren.
Ik weet ook, dat enkelen, die ik hier gaarne ge
zien had, zich uit persoonlijke overwegingen ont
trokken hebben aan een gemeenschapstaak, waar
van wjj hét algemeen belang zeer wel inzien.
Des te meer waardeer ik het, mijne heeren leden
van den Kultuurraad, dat gij niet geaarzeld hebt,
uw taak in het belang van ons volk en onze kuituur
op u te nemen. Ik dank u voor uw bereidwilligheid
en verantwoordelijkheidsbesef.
Op den duur zal het noodig zijn. het aantal leden
van dit college uit te breiden, want al hebben wh"
niet voor e 1 k onderdeel onzer taak een specialist
noodig, op verschillende belangrijke gebieden zal
nog moeten blijken, wiens' stem het meest verdient
gehoord te worden.
Wij allen, mijne heeren leden van den Kultuur
raad, moeten openstaan voor de verlangens en wen
schen, -die in ons volk leven. Een punt wil ik hier
in het bijzonder naar voren brengen. Gij, mede
werkers van den Nederlandschen Kuituurkring, die
destijds den moed uwer overtuiging bezeten hebt.
neemt een bijzondere plaats in. Het is mij een be
hoefte u de verzekering te geven, dat u in het bij
zonder steeds een open oor voor uw gedachten en
wenschen in den Nederlandschen Kultuurraad zult
vinden.
ONGELUK IN DE GASFABRIEK.
In de gasfabriek te Haarlem is de arbeider J. P.
van der Zee tijdens zijn werkzaamheden door een
noodlottig ongeluk om het leven gekomen. Eenigen
tijd na het ongeluk werd hij dood in de fabriek ge
vonden.
De heer Van der Zeevis jaren lang penningmees
ter geweest van de afdeeling Haarlem van den Fa-
brieksarbeidersbond. Ook was hij voorzitter van de
woningbouwvereniging „Eigen Woning" in het
Amsterdamsche kwartier.
^Sneeuw., vuile modder..
Bubj* i 20 UbUtten 55 d. Zakje i 2 Ubl«(Un7 et
Opmerkingen over gaslooze uren
Waarschuwing tegen het probceren of er nog gas Is.
's-GRAVENHAGE, 11 Februari. 1- De opmerking,
welke hier en daar gemaakt wordt, dat men in de
gaslooze uren nog gas heeft, kan juist zijn. doordat:
a. In geen enkeje fabriek het gas geheel wordt af
gesloten. alleen ^fordt de druk zoodanig verminderd,
dat men het gas practisch niet kan gebruiken. Er moet
steeds eenige druk blijven bestaan.
b. Behalve die gebieden in» Limburg en Oost-Bra
bant, die gas van de staatsmijnen betrekken, hebben
alle gasfabrieken de verplichting den druk gedurende
de gaslooze uren te verminderen, maar om bedrijfs-
technische redenen hebben enkele fabrieken nog niet
van den eersten dag af dien druk verminderd.
c. Het is niet bii alle fabrieken zoo. dat de ver
mindering van den gasdruk ook dadelijk door ieder
te merken is. Dit hangt van plaatselijke omstandig
heden af.
2. Het probeeren door het publiek of men gas
heeft is uiterst gevaarlijk. Soms heeft men nog ge
durende eenigen tiid gas. waarna de gasvlam lang
zaam uitgaat en men de kans loopt te vergeten het
kraantje dicht te draaien. Derhalve moet ernstig
gewaarschuwd worden tegen het probeeren of men
in de gaslooze uren gas heèft.
3. Het publiek moet de volgende regels in acht
nemen:
a. eenige minuten vóór dat de gaslooze uren intreden
de kranen van alle huishoudelijke toestellen dicht
draaien.
b. van de huishoudelijke toestellen eerst dan de
kranen weer openen, wanneer enkele minuten na
het eindigen van de gaslooze uren verstreken zijn.
c. in geen geval uit gemakzucht of angst de hoofd
kraan afsluiten tijdens de gaslooze uren.
VELSEN
DE DUBBELE MOORD TE VELSEN-NOORD.
De 39-jarige Muidenaar J. H. die wegens twee-
voudigen moord in een woning aan den Wijker-
straatweg te Velsen-N. door de Haarlemsche
Rechtbank tot 12 jaar gevangenisstraf is veroor
deeld, zal in hooger beroep gaan.
ZANDVOORT
ZANDV. REDDINGSBRIGADE.
De Z. R. B. organiseert Maandag 16 Februari
in Ons Huis een film-propaganda-avond. De heer
Joh'. M. Schmidt, dü-ectcur van het Sportfondsen-
bad te Haarlem zal dan de bondsfilm vertoonen en
een propagandawoord spreken over het behalen
van een diploma voor reddend zwemmen.
VEREEN. VOOR VREEMDELINGENVERKEER.
Vrijdag, 13 Februari, geeft het Cor Ruys-ensemble
een voorstelling voor de leden van V.V.V. en ge-
noodigden in gebouw Monopole aan het Stations
plein een voorstelling van „Het meisje met de
negen punten".
HEEMSTEDE
TOONEELVOORSTELLING OP „HAGEVF.LD".
Maandagmiddag 16 Februari wordt in het Semi
narie „Hageveld" te Heemstede deor de studenten
.Lucifer" van Joost van den Vondel opgevoerd.
OPLICHTING.
Een mevrouw uit Heemstede kocht van een par
ticulier. een zekeren M., een fornuis en betaalde
a contant. Toen zij haar eigendom wilde laten ha
len, bleek M. het fornuis aan een ander verkocht en
afgeleverd te hebben. Tegen M. is wegens oplichting
proces-verbaal opgemaakt.
GUNNING.
De Rijkswaterstaat heeft het maken van een
aardebaan voor het wegvak NieuwenbrugHecren-
veen van de wegverlegging te Heerenveen (Rijks
weg No. 32) met bijkomende werken gegund aan
het.Aannemers- en Handelsbedrijf A. J. Schoolder-
man te Heemstede voor f 287.000.
BLOEMENDAAL
BURGERLIJKE STAND.
Ondertrouwd: H. W L. Hillebrandt en M. A. P.
Kielstra. L. C. A. F. van Stipriaan en I. de Graaf.
Overleden: W. H. Voskuil, oud 77 jaar. overleden te
Amsterdam. K. Sehgsbcrger (wed. v.- Frenkel), oud
78 jaar, overleden te Haarlem. C. A. M K Heij-
nings (echtg. v. Braam), oud 67 jaar. J. B. Wezerijn
(wed. van: Hartog) oud 71 jaar. M. J. Kroonsbcrg,
oud 69 jaar.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM 11 Februari.
Ondertrouwd: 11 Februari:
H. J. R. van Thienen en A. M. Spelde, A J. H.
Elfers en M. H. de Jong. H. J. Kenselaar en M. E.
J. Claassen.
Gehuwd: 11 Februari:
A. G. Hoiting en E. J. Vos. F. J. de Vries en M.
C. Caldenhove. J. Crocs en H. Burggraeve. C.
Hartkamp en J. M. Smolders. K. Hansen en C.
Vioen. G. Masteling en M. M. Mens. W. J. Hom
mers en E. C. van Halm. H. W. Marinus en J. P.
Vonk.
Bevallen:
8 Februari: F. Hameteman-Berends, d. 9 Febr.:
T. K. Derks-Hart, z. J. A. Paulen-óe Graaff, d.
10 Febr.: H. de Jong-Nijhof, z. B. M. Heukelom-
Hof, z. C. Lans-Bogaart, d. 11 Febr.: W. A. Diets-
Ermers, z. A. E. G. Hoff-van der Maat, z.
Overleden:
7 Februari: J. P. van der Zee, 50 j., Diepenbrockstr.
8 Febr.: A. Zwaan, 81 j.. Jansstraat. 9 Febr.: M.
P. Simonis-de Haan, 81 j., Cra'yenesterlaan. C.
Smink, 57 j,, Pijntorenstraat. M. .1. Ensink-van
Blerk, 67 j., Sophiastraat. M. U-. Höher-Engels. 54
j., Neptunusstraat. T. Kelder-van der Leij, 85 j..
Kloosterstraat. A. J. Ezerman-Stolp. 86 j. Iordens-
straat. 10"Febr.: F. J. van Velthuijsen, 68 j.. Lan-
gendijkstraat. E. T. Mentink. 78 j.. Stuyvesantstraat
G. van Meurs, 47 j.. ScheeperstraaL R., 4 m.. z.
van H. ter Smitten. de Clercqstraat. J. J. van
Oosten-Pieterse. 85 j., Bankastraat. M. J. F. Bol-
derdijk, 89 j.. Wagenweg.
Door het gebruik van Hoestïval,
verdwijnt Uw hoest geheel en al!
„Wat Mijnhardt maakt is goed".^
Flacon 90 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
UITGAAN
Heden, DONDERDAG 12 FEBRUARI.
Frans Hals Theater: „Pedro moet hangen", 2.30,
6.30 en 8.45 uur.
Luxor Theater: „De strijd om de Himalaya", 2.30
6.30 en 8.45 uur.
Rembrandt Theater: „Moederliefde". 1.30, 6.30 en
8.45 uur.
Palace: „Ik trouw met m'n eigen vrouw", 2, 6.30
en 8.45 uur.
Moviac: Buiten- en binnenlanfische actualiteiten;
sportfilm „Liesje's mooiste kljmtocht" en brand
weerfilm „Alarm", van 12 uur af.
VRIJDAG 13 FEBRUARI.
Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en
des avonds. Nieuw programma.
Nachtdienst Apotheken
De volgende apotheken te Haarlem zijn van des
avonds acht tot des morgens acht uur (ook op
Zondag) geopend:
Firma Th. A Klinkhamer, Koninginneweg 69»
TeL 11596.
Te^^lOOtf e" Van He€s' Lange Veerstraat 19.
Frans Hals Apotheek, Frans Halsplein 1. TeL
Te Heemstede is geopend:
Apotheek Schotsman, Binnenweg 206. TeL 28320*