(?)W0- 1PING LO Litteraire Kantteekeningen WE KRIJGEN WEER THEE. Over koude en warmte. TOBIAS UwRadio defect? s N. j .58 Maart erf Scho. 55C.A. - week of IZING 12 na 2 1. Bil. van: aan 48 ont. uiter- nL bij 61-63 te i. h. straat open: de HAARL- DAGBLAD, Zaterdag 7 Maart 1942 Gij en ik. Door C. en M. Scharten Antink. Amsterdam. Wereldbiblio theek. In het jongste werk dezer beide auteurs maakt ije lezer de thuisreis mede van een dier prachtige oLeaanstoomers der Holland-Amerikalijn en be leeft van dag tot dag de stemmingen, de verwik kelingen, de gesprekken van een internationaal lubliek dat gedurende acht dagen als in een drijven- - V1 je stadsgemeenschap op elkaar aangewezen is en Dinsd, ui" vreugden bekommernissen en verwachtingen r»iet elkaar uitspreekt. Met een aantal passagiers van je meest uiteenloopende levensopvatting en idealen, maken wij kennis, al zijn zij allen gerecruteerd uit de eerste en touristenklasse der reizigers en in jun particuliere leven voor het meerendeel van jen zekere beteekenis. Bij het vertrek uit New-York is de stemming nog onvertroebeld en is de lezer getuige van egn bijeenkomst van eenige jongelieden, die van een romantischen maannacht op den Oceaan genieten Set is tegen het eind van Augustus en in het geheim in plaats van zich te bed te begeven, van ken zeldzaam natuurgenot profiteeren. Doch het is de Augustusmaand van het jaar '39 en in de wereld is onrust over wat gebeuren kan; iusschen hoop en vrees zweven de gedachten en als op den zevenden dag de Stellendam de Holland- che kust genaderd is, zijn de radioberichten aan oord steeds ernstiger geworden en is in het va derland de mobilisatie afgekondigd. De gesprekken bsschen de menschen. die door dê zorgelijke berich- j(n steeds nader tot elkaar gebracht zijn en op in- jjemer voet met elkaar verkeeren, zijn door de om- a8 12 standlgheden steeds ernstiger geworden en er is een enkele der passagiers die niet door de snel joh ontwikkelende gebeurtenissen gedupeerd wordt. )e Schartens laten ieder hunner de meeningen ten >este geven, die natuurlijk onderling nog al aan- jienlijk afwijken en vooral daar waar men naar de jchuld aan de komende catastrofe zoekt van ieders lationaliteit en sympathieën afhankelijk zijn. De schrijvers hebben de moeilijke stof op prij jsnuwaardige wijze behandeld en door afwisselen- v°°r jje teekening van karakters, verhoudingen en ge beurtenissen aan boord, de lectuur voor een ieder -4 u. \eraangenaamd. Hoewel het voor de hand ligt dat q, in dit geval een voortdurende, bespiegelende be schouwing van de wereldhistorie, die gemaakt staat Ie worden, den boventoon voert op een vastomlijnd thema, waarop een roman pleegt te worden opge- bnuwd, is er juist voldoende variatie in het ver haal aangebracht om den lezer niet door toeveel be- jjjog te vermoeien. Het is alles welbeschouwd, mis schien de oude heer Koen van Wessem, die met dochter, schoonzoon en kleinzoon uit de nieuwe wereld terugkeert, die tegen het einde het ook voor ;de schrijvers verlossende woord spreekt als het debat over een mogelijke schuldvraag te geani meerd dreigt te worden. De oude, wereldwijze Van Wessem zoekt den grond van alle narigheid van den tijd in u en mij. Gij en ik zegt hij zijn de schuld, ieder voor zich en voor eigen portie, van den kwalijk geworden toestand: ieder voor zich zijn wij in meerder of mindere mate ervoor verant woordelijk. Hij illustreert dat met gegevens uit de henspraktijk van elk der aanwezigen en veel te genspraak ontmoet hij niet, waardoor de lezer den indruk krijgt dat hij mede een deel der inzichten van de auteurs ten beste geeft. De lezer zal zich over de aanvaardbaarheid van de verschillende meenin gen kunnen beraden, hier hebben wij slechts te con- siateeren dat de, zonder twijfel begaafde en gerouti neerde auteurs uit dat „Gij en ik" een zeer lees baar verhaal hebben geconstrueerd, dat. al over treft het als litteratuur veel van hun vroegeren ar beid niet, toch de aandacht van den lezer zal blijken waard te zijn. Twaalf maal Azië, Door Louis de Bour bon. Amsterdam. Bock- en Courant Mij. Louis de Bourbon heeft als journalist een paar laren in Nederlandsch-Indië gewerkt en de twaalf lovellen die hij thans bundelde en die op voortref felijke wijze door Antoon Coolen worden inge leid, zyn van zijn gewaarwordingen en aandoenin gen in tropenland een half geestige, half sombere, maar tevens artistieke reflex. Niet alle twaalf had ik gelegenheid te lezen, doch uit die welke ik doornam, waarbij die van „de man met de hoed", „Mijn vriend Lie Wan Kie" en „het Spookhuis" heb ik den indruk gekregen dat de dichter Louis de Bourbon een prozaïst tevens is van niet alledaagsche capaciteit. Wat er voor den Europeaan aan geheimzinnigs en ten slotte ondoorgrondelijk is, heeft hem in dié paar jaren Indische werkzaamheid gegrepen en hij heeft die gewaarwordingen met een indringende zelf controle en vaak met humor litterair verwerkt. Zeker ivoor wie Indië zelf leerde kennen, doch ook voor de lyelen die de intieme sfeer van dat land slechts uit lectuur of gesprek vermoeden, zal twaalf maal Azië [interessante lectuur blijken te zijn. door P. v, d. HEM. Nieuwe uitgaven J. H. DE BOIS. JIÜ-JITSU EN JUDO. Als een vervolg op zijn reeds eerder verschenen boek over Jiu-Jitsu" heeft Maurice van Nieuwenhuizen met medewerking van Joh. v. d. Bruggen en F. Strumpff een nieuw boek geschreven over deze Japansche sport, waarbij ihans ook een belangrijke plaats aan het Judo (niet uit sluitend verdedigend zooals-Jiu-Jitsu, dus voor wedstrijden geschikt) aandacht wordt besteed. Van Nieuwenhuizen beschikt over een vlotte pen zoodat de talrijke Jiu-Jitsu beoefenaren dit boek gaarne zullen lezen, vele fraaie foto's verduidelijken den tekst. Het boek is door A. W. Bruna's ra Zoon's Uitgevers Mij. N.V. te Utrecht in fraaien band 'Uigegeven. TREINLECTUUR. De Nederlandsclie Spoorwegen is met een „spoorweg- jerle" begonnen, welke ten doel heeft het publiek over het bedrijf In te lichten. Piet Bakker vertelt over de veilig heid, welke in het bedrijf wordt nagestreefd en waaraan Jaarlijks twee millioen* gulden ten koste worden gelegd. Tred. Thomas geeft antwoord op de vraag: „Hoe ont staat een dienstregeling?" In een ander deeltje wordt op de economische functie van de spoorwegen gewezen. Jo- han Luger tenslotte spreekt over het rollende materieel. Het zijn aardige, vlot geschreven boekjes, die als trein lectuur zeer goed kunnen dienst doen. UITGAAN Heden ZATERDAG 7 Maart. Stadsschouwburg, Wilsonsplein: „Het meisje met oe negen punten" door het Ruys-Ensemble, 7.30 „Terug naar het geluk" Frans Hals Theater: 2 30, 6.30 en 8.45 uur. Palace: „Vracht van Baltimore". 2.6.30 en 8.45 Uur. Luxor Theater: „Het meisje uit Fanó", 2.30, 30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „Mijn chef is.... een Vrouw". 2.30. 6.30 en 8.'45 uur. Moviac: Gevarieerd programma, o.a. „Walvisch- vangst in de Zuidelijke IJszee", van 12 uur af. ZONDAG 8 MAART: Gebouw „Zang en Vriendschap". Jansstraat 74: Demonstratie leerlingen der Volksmuziekschool, 230 uur. Rembrandt Theater: Olympiadefilm I, half twaalf. Gemeentelijke Concertzaal: vierde Bachconcert, 2 uur. Gebouw St.-Bavo, Smedestraat: Kindertooneel- stuk „Pietje Bell", 2 en 4 uur. Stadsschouwburg: Revue „Roxini-expres", 2.30 en 7.30 uur. Gemeentelijke Concertzaal: Variété-gezelschap Johny Pims, 7.30 uur. Frans Hals Theater: „Terug naar het geluk", 2—, 4.15, 6.30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „Het meisje uit Fanó", 1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. Palace: „Vracht van Baltimore", 1.30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „Mijn chef is.een vrouw" i-30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur. Moviac: Gevarieerd programma, o.a. „Walvisch- Vangst in de Zuidelijke IJszee", van 12 uur af. MAANDAG 9 MAART: Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en, nes avonds. Apotheken De volgende apotheken te Haarlem zijn van des avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zon dag) geopend: Fa. Duym en Keur. Keizerstraat 6. Tel. 10378. Firma Begeman en Sneltjes. Kruisweg 30. Tel. 10043. Marnix Apotheek, Marnixstraat 65. Tel. 23525. Te Heemstede is geopend: Apotheek Schotsman, Binnenweg 206, Tel. 28320, De lachende theepot. Op het Raadhuis Ha a lie npn e rmee r. Hoofd dorp, had Vrijdagmiddag 6 Maart, een eenvoudige, doch hartelijke plechtig heid plaats. De 16 jarige Chris- tiaan Hendrik Stijger wonende te Zwanenburg, had op Vrijdag 28 No vember 1941. met gevaai voor eigen leven een jon gen uit de breede Ring vaart gered. Aanwezig waren d< burgemeester van Haar lemmermeer, de heer A. J. Meijerink. als verte genwoordiger van den Nat. Bond voor Redding- wezen en Eerste Hulp bij Ongelukken „Het Oranje Kruis", de secretaris dei- Gemeente. een aantal Hoofdambtenaren en H. Stijger. De burgemeester aprajk zijn hartelijke gelukwen- sohen uit met de goed geslaagde redding en zei er trotsdh op te zijn dat ln zijn nieuwe gemeente Jonge mannen worden gevonden, die. met inzet van eigen leven een mensch of kind van den dood trachten te redden. De heer Meijerink sprak ook woorden lof en dank tot den red der, overhandigde prachtige Prins-Hendrik medaille namens „Het Oranje Kruis" en schonk als vertegenwoordiger van den Ned. Zwem- en Reddingshond enkele boekwerken. Spreker eindigde met den wenech uit te spre ken dat het Gemeentebe stuur van de waterrijke gemeente Haarlemmer meer. waar zoo vele ver- drïnkingsgevallen voor komen. zou wille» mede werken tot de oprichting en instandhouding van een Reddingsbrigade voor drenkelingen. De burgemeester uitte zijn sympathie met dit plan en zegde persoon lijk alle gevraagde me dewerking toe. CHOCOLADE ^SUIKERWERKEN V KWALIT KWALITEIT munt uit door SMAKELIJKHEID BONERA- GOUDA VOOR DE VROUW Twee fietsers gaan achter elkaar voorbij: de eerste begint al tamelijk kaal te worden, en dat kan ik zoo goed zien omdat hij zonder hoed rijdt; de tweede heeft een pet diep over zijn hoofd getrokken, terwijl de hooge kraag van zijn jas tot aan die pet toe reikte, wat den indruk geeft alsof de pet op zijn kraag staat en hij geen nek heeft. Bij het zien van deze twee mannen vraag je je onwillekeurig af: wie heeft er nu gelijk, de eerste die zich gehard heeft en geen last heeft van de kou of de tweede die zijn hoofd zoo goed mogelijk beschermt? Deze vraag kwam den laatsten tijd ook al bij menig meisje en menige vrouw op: zoodra het zacht weer wordt, ga ik mijn kousen weer uitlaten, dat spaart ze voor de toekomst; zelfs waren er die al enkel met wollen kniekousen liepen. Velen volgen zoo'n mode alleen omdat het nu een maal mode is, maar als je ze in hun hart kon kijken, zouden zij zich veel behagelijker voelen met een warm hoofddeksel of met een paar lange kousen, al waren het dan ook lang geen onberispelijke meer. Je haar wordt zoo heerlijk dik van dat loopen zon der hoed, zeggen de voorstandsters, maar het lijkt mij dat het juist andersom is: doordat een meisje extra dik haar "heeft, levert een hoed moeilijkheden op door de grootte, of zij krijgt er hoofdpijn door, en dan laat zij hem maar liever thuis, het dikke haar be schermt haar hoofd immers voldoende. Maar de anderen die niet zoo'n natuurlijke be scherming hebben, kunnen beter hun hoofd bij koud en guur weer bedekken, een verkoudheid is gauw opgeloopen en nu meer dan ooit moeten wij zorgen dat wij gezond blijven. Zoo zal het straks ook gaan met de kouslooze mode: er zijn er die nergens last van hebben, ook al is het weer nog allesbehalve zomersch, maar er zijn er ook die zichzelf niet moeten overschatten in dit opzicht en dan maar liever met gestopte kousen loo pen in plaats van zich onbehagelijk koud te voelen. Zich te willen harden kan heel goed zijn, maar om dat vooral vrouwen daarbij weieens al te hard van stapel willen loopen, is het beter om zich vooruit re kenschap te geven wat bij ons past en wat niet. Er zijn menschen die bij elke geringe kouvatting liefst met hun hoofd in wollen dekens en kruiken zouden Willen kruipen, laten zij toch altijd een hoofddeksel dragen; er zijn er ook die dadelijk klagen over koude knieën en met kniewarmers nauwelijks voldoende be dekt zijn, voor hen is de kouslooze mode uit den booze. Wilt u zich harden, doe hel dan met verstand, be gin langzaam aan en houd er mee op zoodra u merkt dat het een slechten invloed op u heeft. E. E. J.—P JUBILEUM F. TIMMER. Vrijdag was de heer F. Timmer, te Haarlem, controleur der comptabiliteit bij de Expeditie-on derneming Van Geld en Loos, veertig jaar in dienst. Hij werd 's morgens ten kantore te Utrecht acor den lieer R. E. G. Heg namens de directie ge complimenteerd; de jubilaris werd om zijn groote verdiensten op zeer waardeerende wijze toegespro ken: hem werd daarbij, behalve bloemen, een fraaie electrische datumklok aangeboden. Namens de collega's controleurs voerde de heer H. C. Caljouw htt woord; ook dit ging van een mooi geschenk gepaard, namelijk een bokaal uit Leerdam de heer D. de Kruk, chef van de afdeeling boek- houding, overhandigde hem daarbij een oorkonde. Vrijdagmiddag van twee tot vijf uur hield de heer Timmer in hotel „Lion d'Ör" te Haarlem een receptie, die druk bezocht werd. Ook hier werden hem vele bloemstukken aangeboden. POLITIE VRAAGT OPSPORING VAN MEISJE De commissaris van politie van het bureau Marnixstraat 148 te Amsterdam verzoekt bekend te worden gemaakt met de verblijfplaats van een meisje, hetwelk omstreeks Juni 1941 met een vrachtauto is medegereden van Frank furt naar Keulen, aldaar met nog twee andere meisjes in een vrachtauto heeft overnacht, vervolgens met een andere vrachtauto is gereden in de richting van Aken. Zij zou aan de verschillende autobestuurders medegedeeld hebben, dat zij uit Hannover was gekomen en nu weder naar huis te Amsterdam naar haar moeder terug wilde keeren. Zij is pl.m. 1.50 meter lang, breed geschouderd, heeft ge zonde gelaatskleur, blauwe oogen, rond gezicht en don kerblond golvend haar. Vermoedelijk is zij gekleed in een blauw mantelpakje, waarover heen een manteltje, voorts beige kousen en bruine schoenen, rose ondergoed. Het is natuurlijk mogelijk, dat zij thans andere kleedingstukken draagt. VROUW VERBRAND. De bejaarde dame A. Nieuwenhuis te Nijmegen is, toen zij zich wilde verwarmen bij een electrisch kacheltje, in brand geraakt. Met brandende kleeren liep zij de straat op, waar voorbijgangers haar opvingen en oogen- blikkelijk de vlammen doofden. Het mocht evenwel niet meer baten, want de dame had intusschen zulke zware brandwonden opgeloopen, dat zij aan de gevol gen is overleden. HET BEIAARDPBOGKAMMA. Voor Maandag 9 Maart is het programma van den Haar- Iemschen Stadsbeiaardier': 1. Prelude, St. Heller; 2. Sarabande, Handel; 3a Liedje d. Beiaardier, Hullebroek; b. Vlaanderen, R. Hol; c. Omdat ic Vlaming ben, Mathijssens; 4. Menuet, Baustet- ter; 5. Sonatine, Pleijel. BUKSSTRAATWEG i2 TREFOOI 16551 HURltM-flOORD Renikrandl: Mijn chef is een vrouic Sybille Schmitz is een actrice die den laatsten tijd betrekkelijk weinig op den voorgrond is ge treden. Wat daar ook de oorzaak van geweest kan zijn, zeker is dat de reden niet in een teruggang in haar artistieke capaciteiten gezocht mag worden. Wie haar in de film van bovengenoemden titel ziet, komt sterk onder den indruk van de fascineerende wijze, waarop zij, met ongekunstelde middelen, een vrouwenkarakter weet weer te geven. Sybille Schmitz is niet wat men „een mooie vrouw" pleegt te noemen, maar voor de expressiviteit en de waar digheid van haar optreden geeft men gaarne het spel van menige „erkende"' filmschoonheid ',a- deau. De film brengt een episode in beeld uit het leven van een vrouw die een verantwoordelijke post aan een bankinstelling vervult en die dusdanig in haar arbeid opgaat dat zij vergeten schijnt dat er nog andere dingen bestaan dan balansen en rekenma chines. Totdat zij op een morgen een kostbare bloem op haar bureau vindtDan geschiedt het dat de kille zakelijkheid, die deze vrouw altijd omgeven heeft, geleidelijk plaats gaat maken voor gevoe lens, die de buitenstaander nooit bij haar vermoed had. De roman van de cheffin Clarissa en den employé Lutz is er een die zich niet zonder botsingen ont wikkelt, want zekere onregeLmatigheden op het kan toor doen eerstgenoemde al spoedig vermoeden dat de liefdesbetuigingen van den ander uit zekere practische overwegingen voortkomen, hetgeen een geheel onjuiste veronderstelling is. Een verwij dering tusschen beide gelieven is het gevolg, maar het is gelukkig slechts een tijdelijke scheiding. Cla rissa herstelt haar fout en de band is opnieuw ge legd, nu voor altijd. Sybille Schmitz wordt in deze boeiende film uit stekend terzijde gestaan door Gustav Frohlich. H. VOSKUIL. Palace: Vracht van Baltimore In de jaren 1930 en '31 heeft het reedersbe- drijf in Duitschland een crisis doorgemaakt. De wereldscheepvaart eischte zeer veel van de zee schepen en oud materiaal kon niet meer meedoen ben den wedloop over de Oceanen. Het eenige wat overbleef was de oude schepen opruimen en door nieuwe vervangen, maar hoeveel bezwaren dit mede bracht. zoodat zelfs het bestaan van menige oude, gevestigde reederij op het spel werd gezet, i makkelijk te begrijpen. In de film „Vracht van Baltimore" maken we zulk een crisis in een Duitschehavenplaats mede. zijn twee oude, gevestigde reederij en, die van Engström en die van Heitmann. Bij de eerste ga de traditie vóór alles. Bij Heitmann, waar de zake.. fedreven worden door de jonge, levensmoedige Sa- ïna Heitmann, wordt voor moderner methoden ge voeld. Beide reederijen hebben een deel van haar vloot moeten opleggen en als de Amerikaan Morris de verscheping van 50.000 goederen afhankelijk stelt van den tijd, dien de reederijen noodig hebben voor de overvaart van Duitschland naar Amerika ontstaat er een hevige krachtsinspanning van beide kanten, om de route in recordtijd te halen. De race wordt gewonnen door een schip van Heitmann, zoodat Sabina triomfeert, waarvoor zij den gezag voerder, den jongen, knappen Anders wel dank baar mag zijn, maar nu gevalt het. dat Anders juist voor zijn vertrek heeft bemerkt, dat het aardige deerntje, dat hem bij tijd en wijle allerlei gewichtige beloften heeft gedaan en met wie hij al heel wat heeft afgebabbeld over het opzetten van hun aanstaand huishoudentje, niemand anders is dan zijn werkgeefster, Sabina Heitmann. Hetgeen den jongen man zoo van den kook brengt, dat heel wat moet gebeuren, alvorens wij hem aan het slot der film als deelgenoot in het reedersbedrijf aan het woord hebben gehoord. Attila Hörbiger is Anders en hij speelt den ronden zeeman zooals het hoort. Hilde Weissner is Sabina en draagt voor een niet gering gedeelte bij tot het succes van deze film. F. C. DERKS. Frans Hals: Terug naar liet geluk Tot de prettigste filmspelers voor het lichte genre behooren altijd nog Heinz Rühmann en Paul Hör biger. Heinz Rühmann met zijn dikwijls kinderlijk- onhandige manier van optreden weet op het juiste moment menigmaal de verlossende verklaring in een moeilijke situatie te geven, Soms gaat dat eigen lijk buiten hem om, maar een anderen keer brengt hij met verrassende geraffineerdheid juist die elementen naar voren, die tot de gewenschte ont knooping aanleiding geven. In „Terug naar het Geluk" reist hij als gooche laar met een hond en een aap in een aftandsch ve hikel, dat misschien eens in den oertijd een auto genoemd werd de verschillende dorpen af om daar op straat voorstellingen te geven. Daar het een niet bepaald lucratief bedrijf is, is armoe troef bij hem. Paul Hörbiger is generaal-directeur van een zeer groot schoenenbedrijf, dat hem geen rust geeft om tot zichzelf te komen. Het loopt hem langzamer hand over den kop, waartoe niet weinig bijdraagt, dat hij ook thuis niet de noodige ontspanning vindt. Z'n vrouw ontvangt zeer geregeld een uitgebreid gezelschap fuif types. Op aanraden van zijn secre taris neemt hij eenigen tijd vacantie, zonder zijn adres bekend te maken zoodat niemand hem met zaken kan lastig vallen. Het lot bedient zich van den goochelaar en den fa brikant om zijn spel te spelen en het verloop vai dat spel krijgen we te zien in „Terug naar het Ge luk". Het is een over het algemeen amusant spelletje, waarbij we ons best vermaken en dat ons eenige kwartieren aangenaam bezig houdt. De drie hoofdrollen zijn in handen van Heinz Rühmann, Paul Hörbiger en Luise Ullrich. M. MEIJERINK—LEEMAN, Moviac: Walvischvangst in de IJszee De directie van het Moviac-theater is deze week m haar programmakeus wel zeer gelukkig geweest. Het is voor een journaal-theater taak te zorgen, dat elke bioscoopbezoeker in het uurtje dat hij aflei ding zoekt, die afleiding ook indeixiaad vindl. Hoe fevarieerder het programma des te grooter kans dat e gejaagde twintigste eeuwer een oogenblilc zijn zorgen vergeet en zich amuseert of en ook dat is be langrijk: leért! Zoo'n filmpje over de walvisch- vaart in de Zuidelijke IJszee bijvoorbeeld is niet alleen uit het oogpunt van ontspanning te waar- deeren: zij is ook in hooge mate instructief. Een groote walvischvaarder is niets minder dan een drij vende fabriek, die de talrijke producten, waarover de walvisch wordt verwerkt, kant en klaar aflevert. Van een geheel ander genre is de variété-voorstel ling in een der grootste Berlijnsche theaters: het Scala. Uit dit filmpje» blijkt weer eens duidelijk dat er tusschen variété en variété nog al wat verschil is. Het hier vertoonde staat zonder uitzondering op hoog peü. Hetzelfde zou ik echter niet willen zeggen van de variété-nummers, die in „Stereo- revue", een kleurenfilmpje. dat oorspronkelijk als stereo-film (dus met diepte) zou worden ver toond op het witte doek verschijnen. Het bui- tenlandsch nieuws bevat interessante opnamen van het front aan het Ilmenmeer. in Noord-Afrika en ^an duikbooten in den Atlantischen Oceaan. In Tiet binnenlandsch nieuws zijn we o.m. getuige van een gouden bruiloft. Inderdaad een gebeurtenis waard verfilmd te worden. •B. KORSTEN. UE HAARLEMSCHE INDUSTRIE. De burgemeester van Haarlem heeft, ingevolge de Hin derwet. aan de N.V. Electrische Luxe Broodfabrieken H Franken Jr., te Haarlem, vergunning verleend tnt uitbrei ding van de brood- en banketbakkerij, gevestigd in de perceelen aan de Lange Margarethastraat nos. 15 en 15 A Gaatje boren TWEE KINDEREN DOOR INSTORTENDEN MUUR GEDOOD. Te Boertange is een noodlottig ongeluk gebeurd, dat aan twee kinderen het leven heeft gekost. Twee kinderen van den heer Borg, zijn zes-jarig zoontje en zijn vier-jarig dochtertje zijn onder een instortenden muur te recht gekomen en dientengevolge om het leven gekomen. EXAMENS ACADEMISCHE OPLEIDING. Geslaagd aan de Gem. Univer siteit te Amsterdam voor het cand. examen economische wetenschap pen de heeren F. Houtgraaf en A. Kuipers. Geslaagd voor het cand.ex. rechten mej. A. Lourens en de heeren M. Siuys en J. A. Schroder. Luxor: Het meisje uit Fanö „Het Meisje van Fanö". is Brigitte Horney en ze komt even plotseling in het Teven van twee brave zeelieden als de lente kwam ze maar! na den winter. Ge voelt al: dat wordt een pri mitief. hartstochtelijk en romantisch drama met als achtergrond de woeste golven, blond© duinen en de ouderwetsche bevolking van een ouderwetsch visschersplaatsje. Nu en dan spoelen de golven zoo wild over het dek dal ge den zilten smaak van het zeewater in uw mond meent te proe ven. Het is de aloude geschiedenis van den getrouw den man, (een uitstekende rol van Joachim Got- schalk) in dit geval een zeeman, die een andere en natuurlijk aantrekkelijke vrouw ontmoet en daarmee een avontuur beleeft. Het blijft echter niet bij een avontuurtje want de vrouw het meisje van Fanö komt hem achterna en ont dekt dat haar held reeds getrouwd is en zelfs een zoontje heeft. In een vlaag van bitterheid trouwt ze dan .met zün vriend en wordt natuurlijk niet gelukkig. Op het eind komt alles toch weer goed terecht, al krijgen de held en de heldin elkaar dan toch maar niet Het leven zou je alleen maar opstandig maken als op het witte doek alles maar precies zoo liep als de hoofdpersonen het eigenlijk wilden hebben. Waar dient tenslotte de scenario-schrijver anders voor? In ieder geval heeft hij een aannemelijke en aanvaardbare oplossing voor alle problemen weten te vinden en dat stemt dus alleszins tot te vredenheid. Dat doet deze geheele film trouwens want er zyn spannende oogenblikken te over en de worsteling van den mensch met de zee heeft steeds de belangstelling van ieder Hollander. Een goede film derhalve me; af en toe een wat traag tempo, maar ja. wat wilt ge? vissdhers aan land zijn nu eenmaal bedachtzaam. Om het even of het nu Denen of Nederlanders zijn. B. KORSTEN. MUZIEK Haarlemsclie Orkest Verecniging Ledenconcert De programma's der H.O.V. vermelden onder de namen der componisten steeds de jaartallen hun ner geboorte en, voor zoover zij niet meer in leven zijn, van hun overlijden. Dus kon men zien, dat de Suite „Oud-Nederland", waarmee het Vrijdagavond- concert begon, niet door den ouden Julius Röntgen (18551932) gecomponeerd was. maar door diens oudsten zoon. Ik kende Julius Röntgen Jr. sinds lang als vioolpaedagoog en als lid van het nu ontbonden Hollandsch Strijkkwartet, maar ik heb nooit geweten dat hij componeerde en zeker niet kunnen vermoeden, dat hij een zoo knap contra- punticus was als hij in het 4de deel dier Suite toont te zijn. Canonische samenstellingen, ook in de vergrooting en de verkleining volgen daar el kaar onafgebroken op, ten laatste boven een lange orgelpunt, die de voorbode is van een grootsch slot. Dit is geen „moderne" muziek: dit is een voort zetting van sterke tradities, die in Brahms* kunst wortelen. Ook in het 1ste deel voelt men den invloed van Brahms, met name van de finale zijner 2de Symphonie. De vorm van het 3de deel herinnert aan het Scherzo uit Beethoven's 7de Symphonie, niet het metrum, dat afwisselend 2e en 6-deelig is. Het 2de deel der Suite kan als Adagio gelden: de Suite in haar geheel heeft dus de trekken eener Symphonie. welker thematisch materiaal aan oud-Nederlnndsche liederen ont leend is, dus aan degelijkheid en kernachtigheid niet te kort komt, Bij de verwerking daarvan schynt meer reflexie dan inspiratie in het spel ge weest te zijn; de orkestratie toont een voorliefde voor het gebruik der blaasinstrumenten. In Schumann's Pianoconcert kan de solist niets nieuws meer openbaren: daarvoor is het werk al te vaak gehoord. Maar de poëtische sfeer waarin het ontstond mist bij goede vertolking haar wer king nog niet. Jan Odé deed die vooral in het Intermezzo over de hoorders komen; dat droeg hij zeer fijngevoelig voor en de celli steunden hem daarbij, zooals de clarinet het in het Andante espressivo van het 1ste hoofddeel gedaan had. De inzet van dat hoofddeel was weer geen „Allegro alfettuoso", doch dat schijnt mode te zijn. De cadens en de finale speelde Odé zeer vlug, waar door wel technische schittering, maar tevens ge mis aan plastiek ontstond en bovendien misgrepen en ongelijkheden met het orkest wel eens voorkwa men. Toch was het groote succes wel gerechtvaar digd. Een vlotte vertolking van Brahms 1ste Symphonie besloot den avond. Marinus Adam bleef daarbij getrouw aan de opvatting, die men bij vorige audities leerde kennen en waardeeren. K. DE JONG. Bel op 14609 RADIO-MOORS N.V. KRUISSTRAAT 38 VAN OUDS BEKEND LANGS DE STRAAT Slordigheid Een kruidenierswinkel, of zooals dat tegenwoor dig heet: een levensmiddelenbedrijf in een Amster- domsche volksbuurt. De zaak staat vol wachtende koopsters. De eigenares staat zelf achter de toon bank, geholpen door haar dochter. Zij beschikt over de radheid van tong van de zakenvrouw uit den Amsterdamschen volkswinkel: „Probeert u die pud ding 's, juffrouw, hebben we zoo juist an gekregen. Die is nog zonder bonNou. je bent tegenwoordig al blij, als je wat zonder bon kunt krijgen. Wat u? Toch maar liever die andere, mèt bon? O, is die an dere niet zoo goed? Ja, wij hebben geen tijd om al les eerst zelf te probeeren. Maar u zal wel gelijk hebben. Asjeblieft juffrouw, hier heb u ze mèt bon Een juffrouw, die zoo juist den winkel verlaten heeft, komt geagiteerd terug. „Heb ik hier m'n portemonnaie laten liggen?" vraagt ze zenuwach tig. „O, ja, 'k zie 'in al. Dank u wel. En ze is weer weg. •e vrouwen in den winkel zijn er even stil van. Stel je voor: in dezen tijd je portemonnaie verlie- zijn! 't Zou wat zijn! En ieder denkt even aan eigen zorgen en bekommernissen. „Altijd vervelend, als iemand iets in je zaak laat liggen!" merkt de eigenares op. „Ik had die porte monnaie van de juffrouw niet eens gezien. U?" .•raagt ze, in 't algemeen. „Laatst vergat nier iemand haar portemonnaie met haar heele weekloon, 't Is toch wat hè? Gelukkig lag-ie nog net zoo, toen ze er om kwam. Maar nu had ie toch 's weg moe ten wezen! W ij kunnen toch niet overal op letten, als je het druk hebt met je klanten te helpen, 't Zal je gebeuren, je heeje weekloon weg!" „Ja", zegt een juffrouw, „je begrijpt niet, hoe sommige menschen zoo slordig kunnen zijn! Ik neem nooit het heele weekloon mee!" „Ja maar", valt de winkelierster haar in de rede. ..Ze had het zoo pas ontvangen, 't Was Zaterdag, hè?" „Nou, goed", herneemt de juffrouw, „maar 'n hoop menschen zijn toch erg nalatig, hoor! Die oud ste meid van me is toch ook zoo slordig, hè? Ik zeg zoo dikwijls tegen d'r: wees toch 's een beetje zorg zaam en kjjk goed wat je doet. Als je later *n goeie betrekking wil hebben, moet je nétjes wezen! Niet alles maar achter je aan laten liggen. Maar die jon- ie meiden, 't is of ze niks schelen kan, tegenwoor- lig. 't Komt best terecht! Dat is hun stopwoord. Ik had bij m'n moeder 's moeten probeeren, wat die meiden tegenwoordig durven. D'r had wat óp geze ten! Met uitgaan ook, hè? Ze komen maar laat thuis en je weet van niks.Juist juffrouw, een pakkie koffiesuregaat, een pond suiker, bakmeel (om flensies van te bakken, hi, hi!), een pak luci fers, boter. In orde juffrouw. Dank u wel! Dag juffrouw!" „Dag juffrouw! Dank u wel!" zegt de winkelier ster en is alweer bezig met een andere klant. Even later steekt dezelfde juffrouw, die zich zoo beklaagde over de slordigheid en nalatigheid van haar medemenschen haar noofd om de deur en' gilt bijna: „Juffrouw, juffrouw, ik heb m'n por- :emonnaie laten liggen. Ziet u 'm daar nog?" Doodsche stilte in den winkel. De eigenares kijkt op de toonbank, ziet de portemonnaie en geeft haar aan de verschrokken juffrouw. Als de deur achter haar gesloten is. is de winkel in eens vol geroddel over die menschen die altijd wat op anderen te zeggen hebben en niet op hun eigen zaken kunnen passen. J. C. E.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1942 | | pagina 21