(?)W0-
1PING
LO
Litteraire Kantteekeningen
WE KRIJGEN WEER THEE.
Over koude en warmte.
TOBIAS
UwRadio defect?
s N. j
.58
Maart
erf
Scho.
55C.A.
- week
of
IZING
12
na 2
1. Bil.
van:
aan
48
ont.
uiter-
nL bij
61-63
te
i. h.
straat
open:
de
HAARL- DAGBLAD, Zaterdag 7 Maart 1942
Gij en ik. Door C. en M. Scharten
Antink. Amsterdam. Wereldbiblio
theek.
In het jongste werk dezer beide auteurs maakt
ije lezer de thuisreis mede van een dier prachtige
oLeaanstoomers der Holland-Amerikalijn en be
leeft van dag tot dag de stemmingen, de verwik
kelingen, de gesprekken van een internationaal
lubliek dat gedurende acht dagen als in een drijven-
- V1 je stadsgemeenschap op elkaar aangewezen is en
Dinsd, ui" vreugden bekommernissen en verwachtingen
r»iet elkaar uitspreekt. Met een aantal passagiers van
je meest uiteenloopende levensopvatting en idealen,
maken wij kennis, al zijn zij allen gerecruteerd
uit de eerste en touristenklasse der reizigers en in
jun particuliere leven voor het meerendeel van
jen zekere beteekenis.
Bij het vertrek uit New-York is de stemming
nog onvertroebeld en is de lezer getuige van egn
bijeenkomst van eenige jongelieden, die van een
romantischen maannacht op den Oceaan genieten
Set is tegen het eind van Augustus en in het
geheim in plaats van zich te bed te begeven, van
ken zeldzaam natuurgenot profiteeren.
Doch het is de Augustusmaand van het jaar '39
en in de wereld is onrust over wat gebeuren kan;
iusschen hoop en vrees zweven de gedachten en als
op den zevenden dag de Stellendam de Holland-
che kust genaderd is, zijn de radioberichten aan
oord steeds ernstiger geworden en is in het va
derland de mobilisatie afgekondigd. De gesprekken
bsschen de menschen. die door dê zorgelijke berich-
j(n steeds nader tot elkaar gebracht zijn en op in-
jjemer voet met elkaar verkeeren, zijn door de om-
a8 12 standlgheden steeds ernstiger geworden en er is
een enkele der passagiers die niet door de snel
joh ontwikkelende gebeurtenissen gedupeerd wordt.
)e Schartens laten ieder hunner de meeningen ten
>este geven, die natuurlijk onderling nog al aan-
jienlijk afwijken en vooral daar waar men naar de
jchuld aan de komende catastrofe zoekt van ieders
lationaliteit en sympathieën afhankelijk zijn.
De schrijvers hebben de moeilijke stof op prij
jsnuwaardige wijze behandeld en door afwisselen-
v°°r jje teekening van karakters, verhoudingen en ge
beurtenissen aan boord, de lectuur voor een ieder
-4 u. \eraangenaamd. Hoewel het voor de hand ligt dat
q, in dit geval een voortdurende, bespiegelende be
schouwing van de wereldhistorie, die gemaakt staat
Ie worden, den boventoon voert op een vastomlijnd
thema, waarop een roman pleegt te worden opge-
bnuwd, is er juist voldoende variatie in het ver
haal aangebracht om den lezer niet door toeveel be-
jjjog te vermoeien. Het is alles welbeschouwd, mis
schien de oude heer Koen van Wessem, die met
dochter, schoonzoon en kleinzoon uit de nieuwe
wereld terugkeert, die tegen het einde het ook voor
;de schrijvers verlossende woord spreekt als het
debat over een mogelijke schuldvraag te geani
meerd dreigt te worden. De oude, wereldwijze Van
Wessem zoekt den grond van alle narigheid van
den tijd in u en mij. Gij en ik zegt hij zijn
de schuld, ieder voor zich en voor eigen portie, van
den kwalijk geworden toestand: ieder voor zich
zijn wij in meerder of mindere mate ervoor verant
woordelijk. Hij illustreert dat met gegevens uit de
henspraktijk van elk der aanwezigen en veel te
genspraak ontmoet hij niet, waardoor de lezer den
indruk krijgt dat hij mede een deel der inzichten
van de auteurs ten beste geeft. De lezer zal zich over
de aanvaardbaarheid van de verschillende meenin
gen kunnen beraden, hier hebben wij slechts te con-
siateeren dat de, zonder twijfel begaafde en gerouti
neerde auteurs uit dat „Gij en ik" een zeer lees
baar verhaal hebben geconstrueerd, dat. al over
treft het als litteratuur veel van hun vroegeren ar
beid niet, toch de aandacht van den lezer zal blijken
waard te zijn.
Twaalf maal Azië, Door Louis de Bour
bon. Amsterdam. Bock- en Courant Mij.
Louis de Bourbon heeft als journalist een paar
laren in Nederlandsch-Indië gewerkt en de twaalf
lovellen die hij thans bundelde en die op voortref
felijke wijze door Antoon Coolen worden inge
leid, zyn van zijn gewaarwordingen en aandoenin
gen in tropenland een half geestige, half sombere,
maar tevens artistieke reflex. Niet alle twaalf had ik
gelegenheid te lezen, doch uit die welke ik doornam,
waarbij die van „de man met de hoed", „Mijn vriend
Lie Wan Kie" en „het Spookhuis" heb ik den indruk
gekregen dat de dichter Louis de Bourbon een
prozaïst tevens is van niet alledaagsche capaciteit.
Wat er voor den Europeaan aan geheimzinnigs en
ten slotte ondoorgrondelijk is, heeft hem in dié
paar jaren Indische werkzaamheid gegrepen en hij
heeft die gewaarwordingen met een indringende zelf
controle en vaak met humor litterair verwerkt. Zeker
ivoor wie Indië zelf leerde kennen, doch ook voor de
lyelen die de intieme sfeer van dat land slechts uit
lectuur of gesprek vermoeden, zal twaalf maal Azië
[interessante lectuur blijken te zijn.
door P. v, d. HEM.
Nieuwe uitgaven
J. H. DE BOIS.
JIÜ-JITSU EN JUDO.
Als een vervolg op zijn reeds eerder verschenen boek
over Jiu-Jitsu" heeft Maurice van Nieuwenhuizen met
medewerking van Joh. v. d. Bruggen en F. Strumpff een
nieuw boek geschreven over deze Japansche sport, waarbij
ihans ook een belangrijke plaats aan het Judo (niet uit
sluitend verdedigend zooals-Jiu-Jitsu, dus voor wedstrijden
geschikt) aandacht wordt besteed. Van Nieuwenhuizen
beschikt over een vlotte pen zoodat de talrijke Jiu-Jitsu
beoefenaren dit boek gaarne zullen lezen, vele fraaie foto's
verduidelijken den tekst. Het boek is door A. W. Bruna's
ra Zoon's Uitgevers Mij. N.V. te Utrecht in fraaien band
'Uigegeven.
TREINLECTUUR.
De Nederlandsclie Spoorwegen is met een „spoorweg-
jerle" begonnen, welke ten doel heeft het publiek over het
bedrijf In te lichten. Piet Bakker vertelt over de veilig
heid, welke in het bedrijf wordt nagestreefd en waaraan
Jaarlijks twee millioen* gulden ten koste worden gelegd.
Tred. Thomas geeft antwoord op de vraag: „Hoe ont
staat een dienstregeling?" In een ander deeltje wordt op
de economische functie van de spoorwegen gewezen. Jo-
han Luger tenslotte spreekt over het rollende materieel.
Het zijn aardige, vlot geschreven boekjes, die als trein
lectuur zeer goed kunnen dienst doen.
UITGAAN
Heden ZATERDAG 7 Maart.
Stadsschouwburg, Wilsonsplein: „Het meisje met
oe negen punten" door het Ruys-Ensemble, 7.30
„Terug naar het geluk"
Frans Hals Theater:
2 30, 6.30 en 8.45 uur.
Palace: „Vracht van Baltimore". 2.6.30 en 8.45
Uur.
Luxor Theater: „Het meisje uit Fanó", 2.30,
30 en 8.45 uur.
Rembrandt Theater: „Mijn chef is.... een
Vrouw". 2.30. 6.30 en 8.'45 uur.
Moviac: Gevarieerd programma, o.a. „Walvisch-
vangst in de Zuidelijke IJszee", van 12 uur af.
ZONDAG 8 MAART:
Gebouw „Zang en Vriendschap". Jansstraat 74:
Demonstratie leerlingen der Volksmuziekschool,
230 uur.
Rembrandt Theater: Olympiadefilm I, half
twaalf.
Gemeentelijke Concertzaal: vierde Bachconcert,
2 uur.
Gebouw St.-Bavo, Smedestraat: Kindertooneel-
stuk „Pietje Bell", 2 en 4 uur.
Stadsschouwburg: Revue „Roxini-expres", 2.30
en 7.30 uur.
Gemeentelijke Concertzaal: Variété-gezelschap
Johny Pims, 7.30 uur.
Frans Hals Theater: „Terug naar het geluk",
2—, 4.15, 6.30 en 8.45 uur.
Luxor Theater: „Het meisje uit Fanó", 1.30, 3.45,
6.30 en 8.45 uur.
Palace: „Vracht van Baltimore", 1.30, 3.45, 6.30
en 8.45 uur.
Rembrandt Theater: „Mijn chef is.een vrouw"
i-30, 3.45, 6.30 en 8.45 uur.
Moviac: Gevarieerd programma, o.a. „Walvisch-
Vangst in de Zuidelijke IJszee", van 12 uur af.
MAANDAG 9 MAART:
Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en,
nes avonds.
Apotheken
De volgende apotheken te Haarlem zijn van des
avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zon
dag) geopend:
Fa. Duym en Keur. Keizerstraat 6. Tel. 10378.
Firma Begeman en Sneltjes. Kruisweg 30. Tel.
10043.
Marnix Apotheek, Marnixstraat 65. Tel. 23525.
Te Heemstede is geopend:
Apotheek Schotsman, Binnenweg 206, Tel. 28320,
De lachende theepot.
Op het Raadhuis
Ha a lie npn e rmee r. Hoofd
dorp, had Vrijdagmiddag
6 Maart, een eenvoudige,
doch hartelijke plechtig
heid plaats.
De 16 jarige Chris-
tiaan Hendrik Stijger
wonende te Zwanenburg,
had op Vrijdag 28 No
vember 1941. met gevaai
voor eigen leven een jon
gen uit de breede Ring
vaart gered.
Aanwezig waren d<
burgemeester van Haar
lemmermeer, de heer A.
J. Meijerink. als verte
genwoordiger van den
Nat. Bond voor Redding-
wezen en Eerste Hulp bij
Ongelukken „Het Oranje
Kruis", de secretaris dei-
Gemeente. een aantal
Hoofdambtenaren en
H. Stijger.
De burgemeester aprajk
zijn hartelijke gelukwen-
sohen uit met de goed
geslaagde redding en zei
er trotsdh op te zijn dat
ln zijn nieuwe gemeente
Jonge mannen worden
gevonden, die. met inzet
van eigen leven een
mensch of kind van den
dood trachten te redden.
De heer Meijerink
sprak ook woorden
lof en dank tot den red
der, overhandigde
prachtige Prins-Hendrik
medaille namens „Het
Oranje Kruis" en schonk
als vertegenwoordiger
van den Ned. Zwem- en
Reddingshond enkele
boekwerken.
Spreker eindigde met
den wenech uit te spre
ken dat het Gemeentebe
stuur van de waterrijke
gemeente Haarlemmer
meer. waar zoo vele ver-
drïnkingsgevallen voor
komen. zou wille» mede
werken tot de oprichting
en instandhouding van
een Reddingsbrigade
voor drenkelingen.
De burgemeester uitte
zijn sympathie met dit
plan en zegde persoon
lijk alle gevraagde me
dewerking toe.
CHOCOLADE
^SUIKERWERKEN
V KWALIT
KWALITEIT
munt uit door
SMAKELIJKHEID
BONERA- GOUDA
VOOR DE VROUW
Twee fietsers gaan achter elkaar voorbij: de eerste
begint al tamelijk kaal te worden, en dat kan ik zoo
goed zien omdat hij zonder hoed rijdt; de tweede
heeft een pet diep over zijn hoofd getrokken, terwijl
de hooge kraag van zijn jas tot aan die pet toe reikte,
wat den indruk geeft alsof de pet op zijn kraag staat
en hij geen nek heeft. Bij het zien van deze twee
mannen vraag je je onwillekeurig af: wie heeft er nu
gelijk, de eerste die zich gehard heeft en geen last
heeft van de kou of de tweede die zijn hoofd zoo goed
mogelijk beschermt?
Deze vraag kwam den laatsten tijd ook al bij menig
meisje en menige vrouw op: zoodra het zacht weer
wordt, ga ik mijn kousen weer uitlaten, dat spaart ze
voor de toekomst; zelfs waren er die al enkel met
wollen kniekousen liepen.
Velen volgen zoo'n mode alleen omdat het nu een
maal mode is, maar als je ze in hun hart kon kijken,
zouden zij zich veel behagelijker voelen met een warm
hoofddeksel of met een paar lange kousen, al waren
het dan ook lang geen onberispelijke meer.
Je haar wordt zoo heerlijk dik van dat loopen zon
der hoed, zeggen de voorstandsters, maar het lijkt mij
dat het juist andersom is: doordat een meisje extra
dik haar "heeft, levert een hoed moeilijkheden op
door de grootte, of zij krijgt er hoofdpijn door, en dan
laat zij hem maar liever thuis, het dikke haar be
schermt haar hoofd immers voldoende.
Maar de anderen die niet zoo'n natuurlijke be
scherming hebben, kunnen beter hun hoofd bij koud
en guur weer bedekken, een verkoudheid is gauw
opgeloopen en nu meer dan ooit moeten wij zorgen
dat wij gezond blijven.
Zoo zal het straks ook gaan met de kouslooze
mode: er zijn er die nergens last van hebben, ook al
is het weer nog allesbehalve zomersch, maar er zijn
er ook die zichzelf niet moeten overschatten in dit
opzicht en dan maar liever met gestopte kousen loo
pen in plaats van zich onbehagelijk koud te voelen.
Zich te willen harden kan heel goed zijn, maar om
dat vooral vrouwen daarbij weieens al te hard van
stapel willen loopen, is het beter om zich vooruit re
kenschap te geven wat bij ons past en wat niet. Er
zijn menschen die bij elke geringe kouvatting liefst
met hun hoofd in wollen dekens en kruiken zouden
Willen kruipen, laten zij toch altijd een hoofddeksel
dragen; er zijn er ook die dadelijk klagen over koude
knieën en met kniewarmers nauwelijks voldoende be
dekt zijn, voor hen is de kouslooze mode uit den
booze.
Wilt u zich harden, doe hel dan met verstand, be
gin langzaam aan en houd er mee op zoodra u merkt
dat het een slechten invloed op u heeft.
E. E. J.—P
JUBILEUM F. TIMMER.
Vrijdag was de heer F. Timmer, te Haarlem,
controleur der comptabiliteit bij de Expeditie-on
derneming Van Geld en Loos, veertig jaar in
dienst. Hij werd 's morgens ten kantore te Utrecht
acor den lieer R. E. G. Heg namens de directie ge
complimenteerd; de jubilaris werd om zijn groote
verdiensten op zeer waardeerende wijze toegespro
ken: hem werd daarbij, behalve bloemen, een fraaie
electrische datumklok aangeboden.
Namens de collega's controleurs voerde de heer
H. C. Caljouw htt woord; ook dit ging van een mooi
geschenk gepaard, namelijk een bokaal uit Leerdam
de heer D. de Kruk, chef van de afdeeling boek-
houding, overhandigde hem daarbij een oorkonde.
Vrijdagmiddag van twee tot vijf uur hield de
heer Timmer in hotel „Lion d'Ör" te Haarlem een
receptie, die druk bezocht werd. Ook hier werden
hem vele bloemstukken aangeboden.
POLITIE VRAAGT OPSPORING VAN MEISJE
De commissaris van politie van het bureau Marnixstraat
148 te Amsterdam verzoekt bekend te worden gemaakt
met de verblijfplaats van een meisje, hetwelk omstreeks
Juni 1941 met een vrachtauto is medegereden van Frank
furt naar Keulen, aldaar met nog twee andere meisjes in
een vrachtauto heeft overnacht, vervolgens met een andere
vrachtauto is gereden in de richting van Aken. Zij zou aan
de verschillende autobestuurders medegedeeld hebben,
dat zij uit Hannover was gekomen en nu weder naar
huis te Amsterdam naar haar moeder terug wilde keeren.
Zij is pl.m. 1.50 meter lang, breed geschouderd, heeft ge
zonde gelaatskleur, blauwe oogen, rond gezicht en don
kerblond golvend haar. Vermoedelijk is zij gekleed in een
blauw mantelpakje, waarover heen een manteltje, voorts
beige kousen en bruine schoenen, rose ondergoed. Het is
natuurlijk mogelijk, dat zij thans andere kleedingstukken
draagt.
VROUW VERBRAND.
De bejaarde dame A. Nieuwenhuis te Nijmegen is, toen
zij zich wilde verwarmen bij een electrisch kacheltje,
in brand geraakt. Met brandende kleeren liep zij de
straat op, waar voorbijgangers haar opvingen en oogen-
blikkelijk de vlammen doofden. Het mocht evenwel
niet meer baten, want de dame had intusschen zulke
zware brandwonden opgeloopen, dat zij aan de gevol
gen is overleden.
HET BEIAARDPBOGKAMMA.
Voor Maandag 9 Maart is het programma van den Haar-
Iemschen Stadsbeiaardier':
1. Prelude, St. Heller; 2. Sarabande, Handel; 3a Liedje
d. Beiaardier, Hullebroek; b. Vlaanderen, R. Hol; c.
Omdat ic Vlaming ben, Mathijssens; 4. Menuet, Baustet-
ter; 5. Sonatine, Pleijel.
BUKSSTRAATWEG i2 TREFOOI 16551 HURltM-flOORD
Renikrandl: Mijn chef is een vrouic
Sybille Schmitz is een actrice die den laatsten
tijd betrekkelijk weinig op den voorgrond is ge
treden. Wat daar ook de oorzaak van geweest kan
zijn, zeker is dat de reden niet in een teruggang in
haar artistieke capaciteiten gezocht mag worden.
Wie haar in de film van bovengenoemden titel ziet,
komt sterk onder den indruk van de fascineerende
wijze, waarop zij, met ongekunstelde middelen, een
vrouwenkarakter weet weer te geven. Sybille
Schmitz is niet wat men „een mooie vrouw" pleegt
te noemen, maar voor de expressiviteit en de waar
digheid van haar optreden geeft men gaarne het
spel van menige „erkende"' filmschoonheid ',a-
deau.
De film brengt een episode in beeld uit het leven
van een vrouw die een verantwoordelijke post aan
een bankinstelling vervult en die dusdanig in haar
arbeid opgaat dat zij vergeten schijnt dat er nog
andere dingen bestaan dan balansen en rekenma
chines. Totdat zij op een morgen een kostbare bloem
op haar bureau vindtDan geschiedt het dat de
kille zakelijkheid, die deze vrouw altijd omgeven
heeft, geleidelijk plaats gaat maken voor gevoe
lens, die de buitenstaander nooit bij haar vermoed
had.
De roman van de cheffin Clarissa en den employé
Lutz is er een die zich niet zonder botsingen ont
wikkelt, want zekere onregeLmatigheden op het kan
toor doen eerstgenoemde al spoedig vermoeden
dat de liefdesbetuigingen van den ander uit zekere
practische overwegingen voortkomen, hetgeen een
geheel onjuiste veronderstelling is. Een verwij
dering tusschen beide gelieven is het gevolg, maar
het is gelukkig slechts een tijdelijke scheiding. Cla
rissa herstelt haar fout en de band is opnieuw ge
legd, nu voor altijd.
Sybille Schmitz wordt in deze boeiende film uit
stekend terzijde gestaan door Gustav Frohlich.
H. VOSKUIL.
Palace: Vracht van Baltimore
In de jaren 1930 en '31 heeft het reedersbe-
drijf in Duitschland een crisis doorgemaakt. De
wereldscheepvaart eischte zeer veel van de zee
schepen en oud materiaal kon niet meer meedoen
ben den wedloop over de Oceanen. Het eenige wat
overbleef was de oude schepen opruimen en door
nieuwe vervangen, maar hoeveel bezwaren dit mede
bracht. zoodat zelfs het bestaan van menige oude,
gevestigde reederij op het spel werd gezet, i
makkelijk te begrijpen.
In de film „Vracht van Baltimore" maken we zulk
een crisis in een Duitschehavenplaats mede.
zijn twee oude, gevestigde reederij en, die van
Engström en die van Heitmann. Bij de eerste ga
de traditie vóór alles. Bij Heitmann, waar de zake..
fedreven worden door de jonge, levensmoedige Sa-
ïna Heitmann, wordt voor moderner methoden ge
voeld. Beide reederijen hebben een deel van haar
vloot moeten opleggen en als de Amerikaan Morris
de verscheping van 50.000 goederen afhankelijk
stelt van den tijd, dien de reederijen noodig hebben
voor de overvaart van Duitschland naar Amerika
ontstaat er een hevige krachtsinspanning van beide
kanten, om de route in recordtijd te halen. De
race wordt gewonnen door een schip van Heitmann,
zoodat Sabina triomfeert, waarvoor zij den gezag
voerder, den jongen, knappen Anders wel dank
baar mag zijn, maar nu gevalt het. dat Anders
juist voor zijn vertrek heeft bemerkt, dat het
aardige deerntje, dat hem bij tijd en wijle allerlei
gewichtige beloften heeft gedaan en met wie hij al
heel wat heeft afgebabbeld over het opzetten van
hun aanstaand huishoudentje, niemand anders is
dan zijn werkgeefster, Sabina Heitmann. Hetgeen
den jongen man zoo van den kook brengt, dat
heel wat moet gebeuren, alvorens wij hem aan
het slot der film als deelgenoot in het reedersbedrijf
aan het woord hebben gehoord.
Attila Hörbiger is Anders en hij speelt den ronden
zeeman zooals het hoort. Hilde Weissner is Sabina
en draagt voor een niet gering gedeelte bij tot het
succes van deze film.
F. C. DERKS.
Frans Hals: Terug naar liet geluk
Tot de prettigste filmspelers voor het lichte genre
behooren altijd nog Heinz Rühmann en Paul Hör
biger.
Heinz Rühmann met zijn dikwijls kinderlijk-
onhandige manier van optreden weet op het juiste
moment menigmaal de verlossende verklaring in
een moeilijke situatie te geven, Soms gaat dat eigen
lijk buiten hem om, maar een anderen keer brengt
hij met verrassende geraffineerdheid juist die
elementen naar voren, die tot de gewenschte ont
knooping aanleiding geven.
In „Terug naar het Geluk" reist hij als gooche
laar met een hond en een aap in een aftandsch ve
hikel, dat misschien eens in den oertijd een auto
genoemd werd de verschillende dorpen af om daar
op straat voorstellingen te geven. Daar het een niet
bepaald lucratief bedrijf is, is armoe troef bij hem.
Paul Hörbiger is generaal-directeur van een zeer
groot schoenenbedrijf, dat hem geen rust geeft om
tot zichzelf te komen. Het loopt hem langzamer
hand over den kop, waartoe niet weinig bijdraagt,
dat hij ook thuis niet de noodige ontspanning vindt.
Z'n vrouw ontvangt zeer geregeld een uitgebreid
gezelschap fuif types. Op aanraden van zijn secre
taris neemt hij eenigen tijd vacantie, zonder zijn
adres bekend te maken zoodat niemand hem met
zaken kan lastig vallen.
Het lot bedient zich van den goochelaar en den fa
brikant om zijn spel te spelen en het verloop vai
dat spel krijgen we te zien in „Terug naar het Ge
luk".
Het is een over het algemeen amusant spelletje,
waarbij we ons best vermaken en dat ons eenige
kwartieren aangenaam bezig houdt.
De drie hoofdrollen zijn in handen van Heinz
Rühmann, Paul Hörbiger en Luise Ullrich.
M. MEIJERINK—LEEMAN,
Moviac: Walvischvangst in de IJszee
De directie van het Moviac-theater is deze week
m haar programmakeus wel zeer gelukkig geweest.
Het is voor een journaal-theater taak te zorgen, dat
elke bioscoopbezoeker in het uurtje dat hij aflei
ding zoekt, die afleiding ook indeixiaad vindl. Hoe
fevarieerder het programma des te grooter kans dat
e gejaagde twintigste eeuwer een oogenblilc zijn
zorgen vergeet en zich amuseert of en ook dat is be
langrijk: leért! Zoo'n filmpje over de walvisch-
vaart in de Zuidelijke IJszee bijvoorbeeld is niet
alleen uit het oogpunt van ontspanning te waar-
deeren: zij is ook in hooge mate instructief. Een
groote walvischvaarder is niets minder dan een drij
vende fabriek, die de talrijke producten, waarover
de walvisch wordt verwerkt, kant en klaar aflevert.
Van een geheel ander genre is de variété-voorstel
ling in een der grootste Berlijnsche theaters: het
Scala. Uit dit filmpje» blijkt weer eens duidelijk dat
er tusschen variété en variété nog al wat verschil
is. Het hier vertoonde staat zonder uitzondering
op hoog peü. Hetzelfde zou ik echter niet willen
zeggen van de variété-nummers, die in „Stereo-
revue", een kleurenfilmpje. dat oorspronkelijk als
stereo-film (dus met diepte) zou worden ver
toond op het witte doek verschijnen. Het bui-
tenlandsch nieuws bevat interessante opnamen van
het front aan het Ilmenmeer. in Noord-Afrika en
^an duikbooten in den Atlantischen Oceaan. In
Tiet binnenlandsch nieuws zijn we o.m. getuige van
een gouden bruiloft. Inderdaad een gebeurtenis
waard verfilmd te worden.
•B. KORSTEN.
UE HAARLEMSCHE INDUSTRIE.
De burgemeester van Haarlem heeft, ingevolge de Hin
derwet. aan de N.V. Electrische Luxe Broodfabrieken H
Franken Jr., te Haarlem, vergunning verleend tnt uitbrei
ding van de brood- en banketbakkerij, gevestigd in de
perceelen aan de Lange Margarethastraat nos. 15 en 15 A
Gaatje boren
TWEE KINDEREN DOOR
INSTORTENDEN MUUR
GEDOOD.
Te Boertange is een noodlottig
ongeluk gebeurd, dat aan twee
kinderen het leven heeft gekost.
Twee kinderen van den heer
Borg, zijn zes-jarig zoontje en
zijn vier-jarig dochtertje zijn
onder een instortenden muur te
recht gekomen en dientengevolge
om het leven gekomen.
EXAMENS
ACADEMISCHE OPLEIDING.
Geslaagd aan de Gem. Univer
siteit te Amsterdam voor het cand.
examen economische wetenschap
pen de heeren F. Houtgraaf en
A. Kuipers. Geslaagd voor het
cand.ex. rechten mej. A. Lourens
en de heeren M. Siuys en J. A.
Schroder.
Luxor: Het meisje uit Fanö
„Het Meisje van Fanö". is Brigitte Horney en
ze komt even plotseling in het Teven van twee
brave zeelieden als de lente kwam ze maar!
na den winter. Ge voelt al: dat wordt een pri
mitief. hartstochtelijk en romantisch drama met als
achtergrond de woeste golven, blond© duinen en
de ouderwetsche bevolking van een ouderwetsch
visschersplaatsje. Nu en dan spoelen de golven
zoo wild over het dek dal ge den zilten smaak
van het zeewater in uw mond meent te proe
ven.
Het is de aloude geschiedenis van den getrouw
den man, (een uitstekende rol van Joachim Got-
schalk) in dit geval een zeeman, die een andere
en natuurlijk aantrekkelijke vrouw ontmoet en
daarmee een avontuur beleeft. Het blijft echter
niet bij een avontuurtje want de vrouw het
meisje van Fanö komt hem achterna en ont
dekt dat haar held reeds getrouwd is en zelfs een
zoontje heeft. In een vlaag van bitterheid trouwt
ze dan .met zün vriend en wordt natuurlijk niet
gelukkig. Op het eind komt alles toch weer goed
terecht, al krijgen de held en de heldin elkaar
dan toch maar niet
Het leven zou je alleen maar opstandig maken
als op het witte doek alles maar precies zoo liep
als de hoofdpersonen het eigenlijk wilden hebben.
Waar dient tenslotte de scenario-schrijver anders
voor? In ieder geval heeft hij een aannemelijke
en aanvaardbare oplossing voor alle problemen
weten te vinden en dat stemt dus alleszins tot te
vredenheid. Dat doet deze geheele film trouwens
want er zyn spannende oogenblikken te over en
de worsteling van den mensch met de zee heeft
steeds de belangstelling van ieder Hollander. Een
goede film derhalve me; af en toe een wat traag
tempo, maar ja. wat wilt ge? vissdhers aan land
zijn nu eenmaal bedachtzaam. Om het even of het
nu Denen of Nederlanders zijn.
B. KORSTEN.
MUZIEK
Haarlemsclie Orkest Verecniging
Ledenconcert
De programma's der H.O.V. vermelden onder de
namen der componisten steeds de jaartallen hun
ner geboorte en, voor zoover zij niet meer in leven
zijn, van hun overlijden. Dus kon men zien, dat de
Suite „Oud-Nederland", waarmee het Vrijdagavond-
concert begon, niet door den ouden Julius Röntgen
(18551932) gecomponeerd was. maar door diens
oudsten zoon. Ik kende Julius Röntgen Jr. sinds
lang als vioolpaedagoog en als lid van het nu
ontbonden Hollandsch Strijkkwartet, maar ik heb
nooit geweten dat hij componeerde en zeker niet
kunnen vermoeden, dat hij een zoo knap contra-
punticus was als hij in het 4de deel dier Suite
toont te zijn. Canonische samenstellingen, ook in
de vergrooting en de verkleining volgen daar el
kaar onafgebroken op, ten laatste boven een lange
orgelpunt, die de voorbode is van een grootsch
slot. Dit is geen „moderne" muziek: dit is een voort
zetting van sterke tradities, die in Brahms*
kunst wortelen. Ook in het 1ste deel voelt men
den invloed van Brahms, met name van de finale
zijner 2de Symphonie. De vorm van het 3de deel
herinnert aan het Scherzo uit Beethoven's 7de
Symphonie, niet het metrum, dat afwisselend 2e
en 6-deelig is. Het 2de deel der Suite kan als
Adagio gelden: de Suite in haar geheel heeft dus
de trekken eener Symphonie. welker thematisch
materiaal aan oud-Nederlnndsche liederen ont
leend is, dus aan degelijkheid en kernachtigheid
niet te kort komt, Bij de verwerking daarvan
schynt meer reflexie dan inspiratie in het spel ge
weest te zijn; de orkestratie toont een voorliefde
voor het gebruik der blaasinstrumenten.
In Schumann's Pianoconcert kan de solist niets
nieuws meer openbaren: daarvoor is het werk al
te vaak gehoord. Maar de poëtische sfeer waarin
het ontstond mist bij goede vertolking haar wer
king nog niet. Jan Odé deed die vooral in het
Intermezzo over de hoorders komen; dat droeg hij
zeer fijngevoelig voor en de celli steunden hem
daarbij, zooals de clarinet het in het Andante
espressivo van het 1ste hoofddeel gedaan had. De
inzet van dat hoofddeel was weer geen „Allegro
alfettuoso", doch dat schijnt mode te zijn. De
cadens en de finale speelde Odé zeer vlug, waar
door wel technische schittering, maar tevens ge
mis aan plastiek ontstond en bovendien misgrepen
en ongelijkheden met het orkest wel eens voorkwa
men. Toch was het groote succes wel gerechtvaar
digd. Een vlotte vertolking van Brahms 1ste
Symphonie besloot den avond. Marinus Adam bleef
daarbij getrouw aan de opvatting, die men bij
vorige audities leerde kennen en waardeeren.
K. DE JONG.
Bel op 14609
RADIO-MOORS N.V.
KRUISSTRAAT 38
VAN OUDS BEKEND
LANGS DE STRAAT
Slordigheid
Een kruidenierswinkel, of zooals dat tegenwoor
dig heet: een levensmiddelenbedrijf in een Amster-
domsche volksbuurt. De zaak staat vol wachtende
koopsters. De eigenares staat zelf achter de toon
bank, geholpen door haar dochter. Zij beschikt over
de radheid van tong van de zakenvrouw uit den
Amsterdamschen volkswinkel: „Probeert u die pud
ding 's, juffrouw, hebben we zoo juist an gekregen.
Die is nog zonder bonNou. je bent tegenwoordig
al blij, als je wat zonder bon kunt krijgen. Wat u?
Toch maar liever die andere, mèt bon? O, is die an
dere niet zoo goed? Ja, wij hebben geen tijd om al
les eerst zelf te probeeren. Maar u zal wel gelijk
hebben. Asjeblieft juffrouw, hier heb u ze mèt
bon
Een juffrouw, die zoo juist den winkel verlaten
heeft, komt geagiteerd terug. „Heb ik hier m'n
portemonnaie laten liggen?" vraagt ze zenuwach
tig. „O, ja, 'k zie 'in al. Dank u wel. En ze is weer
weg.
•e vrouwen in den winkel zijn er even stil van.
Stel je voor: in dezen tijd je portemonnaie verlie-
zijn! 't Zou wat zijn! En ieder denkt even aan eigen
zorgen en bekommernissen.
„Altijd vervelend, als iemand iets in je zaak laat
liggen!" merkt de eigenares op. „Ik had die porte
monnaie van de juffrouw niet eens gezien. U?"
.•raagt ze, in 't algemeen. „Laatst vergat nier iemand
haar portemonnaie met haar heele weekloon, 't Is
toch wat hè? Gelukkig lag-ie nog net zoo, toen
ze er om kwam. Maar nu had ie toch 's weg moe
ten wezen! W ij kunnen toch niet overal op letten,
als je het druk hebt met je klanten te helpen, 't Zal
je gebeuren, je heeje weekloon weg!"
„Ja", zegt een juffrouw, „je begrijpt niet, hoe
sommige menschen zoo slordig kunnen zijn! Ik neem
nooit het heele weekloon mee!"
„Ja maar", valt de winkelierster haar in de rede.
..Ze had het zoo pas ontvangen, 't Was Zaterdag,
hè?"
„Nou, goed", herneemt de juffrouw, „maar 'n
hoop menschen zijn toch erg nalatig, hoor! Die oud
ste meid van me is toch ook zoo slordig, hè? Ik zeg
zoo dikwijls tegen d'r: wees toch 's een beetje zorg
zaam en kjjk goed wat je doet. Als je later *n goeie
betrekking wil hebben, moet je nétjes wezen! Niet
alles maar achter je aan laten liggen. Maar die jon-
ie meiden, 't is of ze niks schelen kan, tegenwoor-
lig. 't Komt best terecht! Dat is hun stopwoord. Ik
had bij m'n moeder 's moeten probeeren, wat die
meiden tegenwoordig durven. D'r had wat óp geze
ten! Met uitgaan ook, hè? Ze komen maar laat
thuis en je weet van niks.Juist juffrouw, een
pakkie koffiesuregaat, een pond suiker, bakmeel
(om flensies van te bakken, hi, hi!), een pak luci
fers, boter. In orde juffrouw. Dank u wel! Dag
juffrouw!"
„Dag juffrouw! Dank u wel!" zegt de winkelier
ster en is alweer bezig met een andere klant.
Even later steekt dezelfde juffrouw, die zich
zoo beklaagde over de slordigheid en nalatigheid
van haar medemenschen haar noofd om de deur en'
gilt bijna: „Juffrouw, juffrouw, ik heb m'n por-
:emonnaie laten liggen. Ziet u 'm daar nog?"
Doodsche stilte in den winkel. De eigenares kijkt
op de toonbank, ziet de portemonnaie en geeft haar
aan de verschrokken juffrouw. Als de deur achter
haar gesloten is. is de winkel in eens vol geroddel
over die menschen die altijd wat op anderen te
zeggen hebben en niet op hun eigen zaken kunnen
passen.
J. C. E.